Categorieën
Bloggen

Waarom je negatieve comments moet negeren

Illustratie: Emma Ringelberg

Sinds ik ben gaan bloggen heb ik een haat-liefderelatie met het reactieformulier. Of eigenlijk: met reageerders.

In beginsel ben ik voor het gegeven dat mensen kunnen reageren op blogposts. In het positieve geval levert dat interessante reacties op die de blogpost verrijken, soms door aanvullende informatie voor de lezer en blogger, soms doordat de reageerder eigen ervaringen deelt met de wereld of een compliment geeft. (Complimenten zijn als chocoladekoekjes voor een blogger en motiveren om meer te schrijven.) Allemaal mooi, maar je ziet te vaak dat mensen hun zure ei kwijt moeten: het zijn immers vaak de energiezuigende zeurpieten die reageren. GeenStijl is daar groot mee geworden. Het grote nadeel van negatieve reacties: ze zetten de toon voor de rest van de discussie en in sommige gevallen zorgen die reacties ervoor dat de discussie een heel andere kant op gaat en eigenlijk niet meer slaat op de blogpost zelf. Dat laatste is helemaal spijtig want een blogger legt ziel en zaligheid in zijn stuk en dan komt er een zuurpruim langs die al dat mooie werk eigenlijk teniet doet.

In comics zijn sinds jaar en dag brievenpagina’s te vinden waarin brieven van lezers worden afgedrukt. Comicveteraan Jim Shooter (over wiens blog ik laatst nog blogde) schrijft het volgende over het nut van die brievenpagina’s:

Lettercols in commercial, entertainment publications are PROMOTIONAL INSTRUMENTS (and entertaining, if done right). Like it, don’t like it, or whatever. If you’re a professional with the brains God gave a goat, you know this and you act accordingly. This isn’t journalism.

Ideally, you select letters positive letters, especially thoughtful, thought-provoking letters, including some, OCCASIONALLY that express thoughtful criticism along with positive comments. A critical letter that is clearly biased or dumb enough to incite the readers to rebut it, if only in their own minds, works too. Publishing 101.

Stan told me that when John Romita replaced Steve Ditko on Spider-Man, the mail was overwhelmingly negative. Stan ran only the rave letters, almost without exception. Soon, the mail became overwhelmingly positive. And, P.S., people got used to John’s style and sincerely started grooving on it. This happened, in part, because the lettercols promoted the new look. That helped to start a movement.

P.S. That wouldn’t have worked if John’s work wasn’t really good. Trying to promote in a lettercol something that’s really lousy usually is a non-starter.

Ik zie een overeenkomst tussen die reacties van lezers op de brievenpagina en de reacties van bloglezers. Veel negatieve reacties lokken meer negatieve reacties uit; veel positieve reacties zorgen dat mensen positief tegen de zaak aan gaan kijken. Als je als blogger zelf zou bepalen welke reacties je onder een stuk plaatst, dan zou je dus de flow van deze reacties kunnen manipuleren. Dat doen bloggers in de prakijk meestal niet, want we leven nog in het vage idee dat internet democratisch is en dat iedereen gehoord moet worden. Onzin natuurlijk. Je kunt als blogger negatieve reacties van lezers met een GeenStijl-mentaliteit gewoon weren van je blog. Hun reacties leveren namelijk niets positiefs op en kosten doorgaans veel te veel tijd. Tijd die je beter kunt besteden aan inhoudelijke reacties waar je nog iets van opsteekt.

Misschien gaat het weren wat te ver voor sommigen, maar dan zou ik ze in ieder geval negeren. Al loop je dan wel de kans dat die negatieve comments die nergens op slaan toch de rest van de discussie sturen.

Let wel: het gaat me niet om reacties van mensen die kritisch zijn over wat je schrijft en dat op een beschaafde, constructieve manier laten weten. Daar heb je wel wat aan als blogger. Aan azijnpissers die alleen maar hun plasje willen doen, niet.

Gewoon je comments uitzetten
Dat neemt overigens niet weg dat je vrij bent als blogger om je commentformulier op een gegeven moment op slot te zetten of helemaal achterwege te laten. Een blog is nog steeds een blog als er niet gereageerd kan worden.

Soms schrijf ik een stuk waar wat controverse over is en dan staat er binnen de kortste keren een hele rits reacties onder. Dat gebeurde laatst bij mijn stuk over waarom ik geen advertorials op mijn blog wil.

Dat onderwerp leverde sowieso heftige discussies op tijdens #blogpraat. Daar heb ik een paar dingen van geleerd:

  • Voor mij werken discussies op Twitter niet. Ik vind 140 tekens te weinig om me genuanceerd uit te kunnen drukken. Zonder nuance heb je niet veel aan een discussie. Kortom: wat levert al dat gepraat je eigenlijk op?
  • Ook discussieren via een commentformulier gaat me steeds meer tegenstaan. Sommige reageerders hebben je stuk niet goed gelezen of verkeerd geïnterpreteerd waardoor een discussie daarna flink loos kan gaan. Tekst en te snel lezen kunnen tot een hoop onduidelijkheid leiden. Als ik een stelling met iemand wil bespreken, spreek ik liever met die persoon af. Voorbeeld: Marco Raaphorst en ik waren flink heen en weer aan het antwoorden op elkaar op mijn blog terwijl we elkaar die avond ook zouden zien, want we gingen samen naar de debatavond in de Balie over journalistiek. Tegenover elkaar zitten praat een heel stuk makkelijker. Je kunt iemand zien, je hoort de nuances in zijn stem en ondertussen kun je ook nog gezellig een glas drinken met elkaar. Ik geef dus weer de voorkeur aan gezichtscontact en laat discussies op het web links liggen, want het kost me simpelweg te veel tijd. Tijd die ik aan andere dingen wil besteden.
  • Karin, Marco en ik reageren vaak op elkaars blogpost door zelf een blogpost te schrijven. Ik ben van mening dat, wanneer je een blogpost schrijft, jezelf meer de tijd gunt. Dat levert overwegend genuanceerdere teksten op dan via een reactieformulier. En zo ontstaat ook nog eens een mooie ketting aan blogposts die naar elkaar verwijzen.
  • En als mensen zelf geen blog hebben en toch wat aan je kwijt willen, kunnen ze altijd een mailtje sturen.

Wat betekent dit voor mijn blogpraktijk? Dat ik zo nu en dan gewoon de comments uitzet. Als ik een blogposts schrijf, dan staat daar in principe alles in wat ik te zeggen heb. Ik heb vaak geen zin om dan met Jan en alleman tot het oneindige in discussie te gaan. Daar word ik simpelweg niet gelukkig van en het kost me te veel tijd.

Don’t like? Tough shit.

Categorieën
Bloggen

Bloggen: Waarom ik nooit advertorials zal plaatsen

Illustratie: Emma Ringelberg

Op mijn blog zul je geen advertenties en advertorials aantreffen. We worden iedere dag al doodgegooid met reclame, daarom hou ik mijn webstek graag reclame-vrij. Advertorials plaats ik niet, want ik vind dat dit mijn geloofwaardigheid als journalist zou aantasten.

Maandag 3 december is bij blogpraat het thema advertorials aan de beurt. Karin Ramaker nam eerder deze week al een voorschot op het onderwerp advertenties op je blog plaatsen. Dit is mijn antwoord op die kwesties.

Advertorials, dat zijn commerciële teksten, reclames, verkleed als redactionele bijdragen. Teksten over een product met de bedoeling dat je dat product gaat aanschaffen.

Als journalist is voor mij waarheidsvinding heel belangrijk. Je moet erop kunnen vertrouwen dat wat ik schrijf, strookt met de waarheid. We weten allemaal dat reclames allesbehalve de waarheid verkondigen. Die twee gaan dus niet samen op een journalistiek blog. Punt.

Bloggers als Nalden neem ik niet serieus: Nalden claimt dat hij alleen schrijft over producten die hij tof vindt, en misschien is dat ook wel zo en wordt zijn mening niet gekleurd door het bedrag dat hij voor een blogpost krijgt. Toch zie ik zijn blog als niet meer dan een verlengstuk van het pr-apparaat van de bedrijven en producten waar hij over blogt. Een virtuele reclamefolder van een blogger wiens smaak mij niet interesseert overigens.

Iedere blogger moet natuurlijk voor zichzelf bepalen of advertenties en advertorials bij ze past. Je hebt bijvoorbeeld genoeg beautybloggers op het web die geregeld advertorials plaatsen. Zolang je die advertorials duidelijk onderscheid van de rest van je content kan het wel, denk ik. Het is belangrijk dat je bezoekers duidelijk kunnen zien wat reclame is en wat niet.

Wil ik dan geen geld verdienen met bloggen?
Natuurlijk wel en dat doe ik ook. Ik krijg opdrachten op basis van wat ik op mijn blog publiceer, ik geef lezingen over mijn specialisaties, ik ben gespreksleider, interview mensen in opdracht en soms geef ik les over bloggen. Dat komt allemaal onder andere omdat ik een levendig blog heb.

Als ik een strip recenseer of onder de aandacht breng via Minneboo leest, maak ik toch ook reclame voor die strips?
Strips onder de aandacht brengen is wat ik doe. Daar ben je stripjournalist voor. Soms doe ik dat door een interview me stripmakers. Soms doe ik dat door een duidelijk oordeel over een bepaalde strip te vellen middels een recensie. Ik probeer vooral aandacht te geven aan strips die ik goed vind, maar soms voel ik ook de neiging om uitgaven te behandelen die je naar mijn mening beter niet kunt kopen.

Betekent dit allemaal dat ik nooit ads zal toelaten op mijn blog?
Misschien dat ik in de toekomst advertenties zal plaatsen over bijvoorbeeld nieuwe stripuitgaven en stripwinkels. De advertenties moeten dus thematisch verantwoord zijn, ik moet de uitgeverij en stripwinkel sympathiek vinden en de advertenties moeten het design van mijn site niet overheersen.