Categorieën
Fotoblog

Hanna

Laatst zat ik gezellig een avondje film te kijken bij Paul thuis. We bekeken deze curieuze doch onderhoudende actiefilm.

Categorieën
Strips

Heinz museum gaat dicht

Heinz.

Spijtig maar waar, het Heinz Museum, het leukste museum in Amsterdam, gaat zijn deuren sluiten. Stripmakers René Windig en Eddie de Jong kunnen simpelweg de huur niet meer betalen.

‘We krijgen geen subsidie,’ vertelt René Windig in deze video van de Amsterdamse zender AT5 een gesprek met René Windig. Dat verbaast me niets: bijna niets van waarde krijgt bijna nog subsidie in dit land, alleen de banken mogen geld kosten.

Het Heinz museum opende in 2009 de deuren aan de Nieuwe Amstelstraat. Per 1 januari 2012 gaan ze weer dicht. Maar gelukkig niet voordat er nog een feestje wordt gegeven.

Het was er altijd gezellig, tijdens officiële presentaties, maar ook gewoon door de weeks, als je even kwam kijken hoe de twee stripmakers het maakte.

Gelukkig is er ook nog vrolijk nieuws over Neerlands een na beroemdste stripkat te melden, want binnenkort verschijnen er namelijk twee nieuwe Heinz boeken: Niks mis met golfen en Niks mis met kinderen.

Categorieën
Strips Video

Video: De dood van Spider-Man

Motion comics, ik ben er doorgaans geen fan van. Meestal zijn ze verschrikkelijk knullig en vallen ze onder de categorie poor man’s animation. Ik lees liever de strip, thankyouverymuch. Toch is deze motion comic fan film van The Death of Spider-Man redelijk goed gedaan. De stemmencast is overtuigend, evenals de soundeffects.


Het probleem met motion comics is natuurlijk dat men beweging brengt in stripplaatjes terwijl dat normaliter de taak van de lezer is. Opeens wordt het leestempo bepaalt door de animator, niet door de lezer. Ook worden de plaatjes los van hun context vertoond: je hebt geen idee van hoe de bladspiegel eruit zag.

In The Death of Spider-Man wordt de storytelling redelijk intact gehouden, of in ieder geval niet te veel geschaad door de beweging. Dat komt vooral door de rake dialogen van Brian Michael Bendis, meen ik. De dood van Peter Parker blijft een emotionele aangelegenheid, hoe je die ook in beeld brengt. Ook acteert de stemmencast overtuigend. Al met al is het resultaat veel genietbaarder dan bijvoorbeeld deze poging. Maar The Death of Spider-Man is dan ook niet in elkaar gezet door een amateur op een zolderkamertje maar door een jong bedrijf dat Arrival Point Productions heet. De mensen achter de video willen hiermee duidelijk aandacht voor hun werk genereren.

 A bunch of my very talented geek friends and I thought it would be fun to bring to life the recent “Death of Spider-Man” storyline from Marvel’s Ultimate Comics: Spider-Man as a digital motion comic! It’s such a heart-wrenching tale that exemplifies the heroism, bravery, love, and sense of responsibility of one 16-year-old boy who wouldn’t give up. A lot of very talented people put a lot of work into this labor of love and I’m so proud to have worked with them!!’ Schrijft Andrew Bates op YouTube.

Over de keuze om de motion comic halverwege het verhaal te beginnen ben ik minder te spreken. Bates en zijn team pakken de draad op op het moment dat Peter Parker is neergeschoten door The Punisher. De voorgaande hoofdstukken worden genegeerd en ook niet nader verklaard. In dat opzicht is het ook wel weer een getrouwe adaptatie van Bendis z’n script, want dat zat, zoals ik in deze recensie al aangaf, ook vol met plotgaten en onverklaarde wendingen.

 

Overigens blijft mijn voorkeur uitgaan naar strips op papier.

Categorieën
Fotoblog

He-Man

De enige echte.

Categorieën
Media

Graaicultuur

Dit is
niet
mijn crisis,
vriend

Categorieën
Fotoblog

Rookboot

Net geen stoomboot.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie Death of Spider-man: Peter Parker verdient een betere schrijver

Een paar maanden geleden was de dood van Spider-Man groot nieuws. Nou ja, de dood van de Spider-Man uit het ultimate universum. De alternatieve, geüpdatet versie van Peter Parker die een jongere doelgroep moet aanspreken. In een verhaal dat meerdere comics beslaat sterft hij uiteindelijk in een gevecht met Norman Osborn. De hardcover trade paperback is net uit: Death of Spider-Man verzamelt Ultimate Comics Spider-Man #156 tot en met #160. Het boekje is zeker niet het beste werk dat Michael Bendis ooit schreef. Dat komt vooral door slecht redactiewerk.

Eigenlijk sloeg ik de strip behoorlijk ontevreden dicht toen ik klaar was met lezen. Waarom? Het verhaal van de dood van Spider-Man loopt parallel aan een verhaal dat Ultimate fallout heet. Nu zijn crossover verhalen heel gebruikelijk in de comicswereld. Meerdere verhaallijnen lopen tegelijk door diverse series om de verkoopcijfers op te peppen. Normaliter wordt er daarbij ook aan de lezer gedacht: die wordt op de hoogte gehouden van wat er in de andere series gebeurt voor het geval dat hij deze afleveringen niet gelezen heeft. Zo kun je rustig je strip lezen en ben je toch van alles op de hoogte. Dit verzaken Bendis en de redacteur waardoor er behoorlijk plotgaten in zijn verhaal zitten.

Slordig. Peter Parker verdient een beter geschreven einde.

Een voorwoord had heel gemakkelijk kunnen duidelijk maken dat er überhaupt sprake was van een crossover-verhaal. Maar nee, de dood van Spider-Man is niet eens belangrijk genoeg voor een kleine inleidende notitie. Er wordt slechts kort samengevat wat er in de vorige delen is gebeurd, maar over Ultimate fallout wordt geen woord gerept. Gedurende het verhaal wordt er wel verwezen naar een groot gevecht in de stad waar veel helden bij betrokken zijn, maar een kleine toelichting hierop ontbreekt.

Spider-Man raakt dodelijk gewond als hij een kogel opvangt die voor Captain America is bedoeld. De kogel wordt nota bene afgeschoten door The Punisher. Wie alleen Ultimate Comics Spider-Man leest, en degene met de trade in handen doet dat, weet niet waarom The Punisher op Captain America schiet. Het is voor de lezer ook een raadsel waar Captain America en de andere mensen die bij het schietincident aanwezig waren, gebleven zijn als Peter Parker weer bijkomt. Heeft Captain America, het levende symbool van de Amerikaanse droom, werkelijk de jonge held die zijn leven redde in de steek gelaten? Is hij een kopje koffie voor hem gaan halen of misschien een dokter? Ik heb geen idee, want Bendis maakt er geen woord aan vuil.

Om te weten wat er precies is gebeurd, word ik geacht Avengers vs. Ultimates #4 te lezen. Niet dat dit ergens staat vermeld overigens. Vroeger voegde de redacteur van de comic dit soort informatie toe, maar kennelijk is dat tegenwoordig te veel werk voor de heren.

Maskerloos
Wat mij altijd heeft geërgerd aan de Ultimate verhalen van Spider-Man is dat hij om de haverklap wordt ontmaskerd. Dat begon al bij de eerste delen. Ik geloof dat er in deze versie van New York weinig schurken rondlopen die niet weten dat Peter Parker Spider-Man is. Dat een schurk op de hoogte is van Spider-Mans geheime identiteit, kan een mooi uitgangspunt zijn: als Norman Osborn aan het begin van het verhaal samen met een stel superschurken ontsnapt uit de cel van S.H.I.E.L.D wil hij Peter Parker vermoorden omdat hij weet dat de zestienjarige Spider-Man is – de held die zijn leven zuur maakt. Een grotere dreiging is niet denkbaar.

Maar Peters buren wisten nog van niets van zijn spinachtige eigenschappen. Als Norman Osborn (The Green Goblin), Sandman, Electro, Vulture en Kraven op de deur kloppen van het huis van May Parker en daar Iceman en Human Torch aantreffen, komt Spider-Man doodleuk zonder masker op zijn hoofd de straat in lopen om de schurken uit te schakelen. Weg geheime identiteit. Misschien wordt Peters plotselinge afkeer voor maskers verklaard in die andere serie, maar wederom wordt daar dan geen woord over gerept.

Tot zover mijn geraas over de slechte kant van Bendis schrijfwerk betreffende de dood van Peter Parker.

De tekeningen van Mark Bagley zijn goed, Bendis schrijft goede dialogen. Ondanks de zware verwondingen weet Peter zich door zijn doorzettingsvermogen en een paar scherpe grappen, staande te houden. Bendis heeft de personages goed in de vingers zitten. Hij kent Peter door en door. Dat mag ook wel na meer dan honderdvijftig nummers.

Er zitten een paar mooie elementen in het verhaal. Tante May schiet Electro neer als die een dodelijke stroomstoot aan Peter wil geven. Ook Mary Jane komt Peter te hulp: ze ramt The Green Goblin frontaal met een busje. Het is mooi om te zien dat de vrouwen in Peter Parkers leven een aardige tik weten uit te delen en hun mannetje staan.

Als Peter in de armen van Mary Jane definitief bezwijkt aan zijn verwondingen, is het een emotionele scène die bij deze lezer ook de juiste snaar wist te raken. (Ultimate of niet, het is toch Peter Parker die hier ligt dood te gaan. Dat laat me niet onberoerd.)

Peter offert zichzelf op om zijn naasten te redden. Een heldendood. Jammer dat zijn offer bezoedeld is door het onverschillige redactiewerk van Marvel en het slechte schrijfwerk van Bendis. Van een van de topschrijvers van Marvel mag je beter verwachten.

Categorieën
Fotoblog

Huis van koek

Soms lijkt het Centraal Station in Amsterdam net een huisje van speculaas.

Categorieën
Fotoblog

Pestkop

Even later pestte de rechter duif de linker weg. De egoïst.

Categorieën
Strips

Video Beeldverhaal: Jean-Marc van Tol spreekt met Henk Kuijpers

Henk Kuijpers, geestelijk vader en tekenaar van de strip Franka, wordt in aflevering vier van Beeldverhaal geïnterviewd door Jean-Marc van Tol. De aflevering gaat over Kuifje en de klare lijn, en Henk tekent ook in afgeleide daarvan. In de langere versie van het interview, die zoals gebruikelijk op de site van Beeldverhaal is te zien, komen gelukkig ook andere onderwerpen aan bod. We krijgen een mooi beeld van de werk- en denkwijze van Kuijpers.


Kuijpers dacht als jonge stripmaker dat je pagina’s in z’n geheel moest maken. Groot was zijn verbazing toen hij ontdekte dat grote meesters als Franquin ook wel eens een foutje maakten en dan gewoon de schaar ter hand namen op die fout uit de pagina te knippen. Of met typex het vel bewerkten. ‘Strips maken is ambachtelijk werk. Er mag geknipt, geplakt worden en er mag desnoods koffie overheen. Het is toch maar een halfproduct. Zolang het maar bij de drukker weer goed is. Als je je strip binnenkrijgt denk je wellicht dat een strip foutloos geproduceerd is, maar het is gewoon mensenwerk,’ aldus Kuijpers.

Streven naar realisme
Kuijpers documenteert zich grondig voor zijn verhalen. Het is voor hem heel belangrijk dat de avonturen in een realistische omgeving spelen. ‘Realisme bereik je op twee manieren. Op de eerste plaats weet je wat je tekent door het zelf gezien te hebben. Je moet niet een Amsterdamse gracht tekenen als je in Venetië hebt gezeten. In de tweede plaats krijg je dan de details die je zien wilt, de telling details die het verhaal meer maken dan “ze liepen door een straat van links naar rechts.”

Tot mijn grote verbazing kleurt de tekenaar ieder album van Franka nog voor. Daarna gaat het naar de inkleurder die zijn werk digitaal nabootst. Omslachtig lijkt me dat. Het kost Henk dan ook per verhaal anderhalve maand extra. Als hij het direct digitaal zou doen zou hij een hoop tijd besparen en meer Franka strips kunnen maken. Maar Henk is nog van de oude stiel, een ambachtsman die zo zijn gewoontes heeft.

Extraatje
Het is toch iedere keer weer erg interessant en leerzaam om die stripmakers aan het woord te zien over hun vak. Wat me opviel bij dit interview is dat Hergé er soms bij zijn kuifje bijgesleept werd. Omdat Kuijpers geïnterviewd wordt in de aflevering over Kuifje moet het gesprek natuurlijk vooral daar over gaan. Het grote nadeel van een thematisch ingerichte reeks. Persoonlijk vond ik de stukken over het werk van Kuijpers zelf interessanter dan de band met Hergé. Sterker nog, aan veel van de stripmakers die in Beeldverhaal aan het woord komen, zou je een hele aflevering kunnen wijden.

Je merkt bij dit interview overigens wel dat de lage beeldresolutie van uitzendinggemist erg wringt bij de potloodschetsen. Deze zijn ook full screen erg lastig te zien. Zonde.

Zaterdagavond gaat Beeldverhaal over manga. Nederland 2, 23:05.

Categorieën
Fotoblog

Schaduwzijde

Categorieën
Bloggen Media

De kunst van een goede krantenkop

Illustratie: Emma Ringelberg

Als ik een artikel inlever bij de krant of een tijdschrift, doe ik daar altijd een suggestie voor de kop bij. Soms wordt deze overgenomen, soms ook niet en maakt de eindredacteur er iets anders van. Iets wat hij beter vindt bekken, iets wat volgens hem beter de aandacht van de lezer trekt. Want dat is natuurlijk de functie van een goede kop: zorgen dat het betreffende stuk gelezen wordt.

Dat betekent soms ook dat er een andere kop boven je stuk staat dan je zelf voor ogen had. Dat pakt lang niet altijd slecht uit: de zeldzame keren dat de eindredacteur van de VPRO gids een titel van mijn artikel had aangepast, was het eindresultaat altijd beter dan ik had voorgesteld. Goede koppen maken is een vak apart.

De veranderingen pakken niet altijd even fijn uit. Soms wordt er een klein dingetje uit een artikel gelicht en door de kop benadrukt. Dat is lang niet altijd de strekking van het stuk. Dat blijkt ook uit dit item van De waan van de dag van vrijdag 18 november.

Leuk aan het item vind ik dat je een klein kijkje op de werkvloer bij Het Parool krijgt. Eindredacteur Ronald van der Horst komt aan het woord. Ook komen er een aantal belangrijke eigenschappen van een goede krantenkop aan bod. ‘Een aantrekkelijke kop prikkelt, en moet een uitnodiging zijn aan de lezer: “Dit stuk moet u lezen!”, aldus Van der Horst.

Bekijk de video in andere formaten.

Koppen voor een blog
Een kop als ‘Ik huil nooit’ zoals die boven het artikel van Frénk van der Linden stond in De Volkskrant, zou niet goed passen boven je blogpost. Goed, het trekt aandacht, maar je lezer weet niet waar het precies over gaat, want nergens in de kop staat wie die uitspraak doet. De kop is niet informatief genoeg, al trekt die online net zo goed de aandacht van een lezer als op papier.

Een blogger hoort wat mij betreft een kop te maken die aandacht trekt, maar die ook de lading van de blogpost dekt. De titel van je blogpost moet informatief zijn, anders kunnen de zoekmachines er ook geen chocolade van maken.

Dat laatste houdt vooral in dat het onderwerp duidelijk in je titel moet staan. Is je blogpost een interview? Dan moet de naam van de geïnterviewde in je kop voorkomen. Sterker nog: ik geef in dat soort gevallen in de titel ook aan dat het hier om een interview gaat. Daarna kan altijd een mooi citaat volgen die de lading denkt of prikkelt. Als ik een striprecensie publiceer, noem ik dat ook in de kop. Dat helpt de Googler die op striprecensies van dat specifieke album zoekt.

Als ik zo naar de blogposts van de laatste weken kijk, is meteen duidelijk dat ik voor de meer zakelijke en informatieve koppen ga. Maar goed, ik heb dan ook vooral een informatief blog met hier en daar een persoonlijke noot. Ik kan me goed voorstellen dat een kop als ‘Ik huil nooit’ heel goed in een lifeblog zou passen. Dan is het onderwerp van de site immers de blogger zelf.

De kop boven dit stuk had overigens ook een vraag kunnen zijn: Wat maakt een goede krantenkop? En misschien had het woord bloggen er ook in voor moeten komen. Aan de andere kant: je kan ook niet alles dekken met een kop. Het is dan ook de bedoeling dat je lezers  niet alleen maar koppensnellen maar ook je blogpost lezen.