Keukenzicht

Striptekenaars in actie. Ik kijk graag als een tekenaar aan het werk is. Toch kun je niet de hele tijd over hun schouder meekijken, dat zou op een gegeven moment irritant worden. En als je te lang in het atelier rondhangt sta je voordat je het weet koffie te zetten en koekjes uit te delen. De beste plek om een stripmaker aan het werk te zien is tijdens een stripbeurs, als je held een krabbel zet in het album dat je net hebt aangeschaft. Maar het kan ook anders, als er een video gemaakt wordt van een tekensessie bijvoorbeeld.
Deze trof ik aan op de site van Albo Helm. Een jaar lang tekende hij iedere dag een portret van iemand die op die dag was geboren en die hem persoonlijk aansprak. Dat leverde 366 tekeningen op die allemaal op Koninginnedag geëxposeerd werden in galerie De Schuur te Utrecht. Speciaal voor de video, gemaakt door Jos Hoes, tekende Helm dit portret van Solomon Burke.
Stripmakers moeten ondernemen
Recent werd kreeg ik een stel vragen voorgeschoteld door Santiago Martin voor StripSter. Een van die vragen ging over het zelfstandig ondernemerschap van stripmakers. Ik vind dat je je als stripmaker als een ondernemer moet opstellen. Een belangrijk element daarvan is je werk onder de aandacht brengen. Dat houdt in dat je in ieder geval een website hebt waar mensen je kunnen vinden en waar je wat van je werk laat zien.
Het kan ook geen kwaad om dit met een video te doen zoals Albo. Goed, een muziekje bij de beelden was wellicht leuk geweest, van Solomon Burke bijvoorbeeld, en nog beter: Albo aan het woord. Aangezien de video bij de expositie bedoeld is, zit er wellicht bewust geen muziekje onder. Bovendien spreken de beelden ook weer voor zichzelf. Soms is het prima om alleen te kijken en te zwijgen en de stripmaker zijn werk te laten doen.
De tijd dat ik uitkeek naar de nieuwe James Bond ligt alweer ver achter me. Van de vorige kan ik me alleen nog herinneren dat ik er geen bal van snapte en dat het me eigenlijk ook niet interesseerde wat de schurk nu eigenlijk wilde. Een onnavolgbare film was het. En zojuist kwam ik op Superherohype.com de nieuwe poster voor Skyfall tegen. Alweer de 23ste James Bond.
Ik sprak laatst met storyboardtekenaar Jim Cornish die aan deze film heeft meegewerkt. Hij zei dat Bond een instituut is in de Britse filmindustrie. Sterker nog, een lange tijd waren de Bond-films de Britse filmindustrie. En daar heeft hij natuurlijk gelijk in.
Toch vind ik James tegenwoordig een achterhaald soort held en kijk ik veel liever naar de geüpdatete versie van Sherlock Holmes of Dr. Who als het om Britse helden gaat. Over Dr. Who stond laatst in Schokkend nieuws nog een boeiende special van Tonio van Vugt en Natasja van Loon. Een boeiende beginnerscursus voor mensen die zich willen verdiepen in dit instituut van de Britse televisie.
Buiten het Britse landsgebied kijk ik liever naar superhelden zoals Batman en Spider-Man dan dit overblijfsel uit de koude oorlog. Iron Man is hot, James Bond definitely not.
James Bond was een held van me in mijn tienerjaren. Ik verslond de boeken van Ian Fleming. Voor geschiedenis schreef ik zelfs een paper over het leven van deze auteur. Laatst zag ik nog For Your Eyes Only, toch een van de beste Roger Moores. Erg gedateerde film, mede dankzij de discobeats van Bill Conti, maar dat maakt de film nu juist weer leuk.
Maar de nieuwe Bond, Daniel Craig, hij laat me koud. Ik vond Casino Royale nog wel aardig, maar zoals gezegd de tweede aflevering met deze acteur, niet. Craig roept bij mij net zoveel sympathie op als een fotomodel dat zwembroeken showt. Er zit gewoon weinig in, er wordt weinig gesuggereerd in zijn spel. Kortom, ik vind hem nogal vlak.
Bond voelt als een relikwie uit het verleden. De formule is sleets: de actie is vaak voorspelbaar en dikwijls een variatie op wat we al eerder hebben gezien. Die verdomde gadgets kennen we nu wel, de exotische locaties zijn tegenwoordig beschikbaar via Google earth en tegen al die megalomane schurken die zo nodig de wereld willen veroveren zeg ik: ‘neem de wereld maar als je die zo graag wil bezitten, wat kan mij het schelen eendimensionale idioot!’
De wens om de wereld te veroveren past misschien goed in een Bondparodie als Austin Powers, maar is natuurlijk geheel ongeloofwaardig in het huidige tijdperk. Misschien vind ik License to Kill daarom zo’n interessante Bond-film omdat de schurk een drugsimperium probeert op te bouwen, niet omdat hij de hele wereld wil uitroeien.
Bond is sowieso het beste als hij een persoonlijke vete heeft uit te vechten, zoals in License to Kill.
Maar goed dus dat het verhaal van Skyfall de persoonlijke toer op gaat:
In Skyfall, Bond’s loyalty to M is tested as her past comes back to haunt her. As MI6 comes under attack, 007 must track down and destroy the threat, no matter how personal the cost.
Ach, misschien word ik dit keer blij verrast en valt het allemaal mee. Na 9 november weten we het. Of niet, want misschien ga ik wel niet kijken. Zou ik dan echt wat missen denk je?
Stad van klei van Milan Hulsing is een bewerking van een novelle van Mohammed El-Bisatie. Het verhaal speelt zich af in zanderig en warm Egypte, waar ambtenaar Salim het plan heeft opgevat om de salarissen en bonussen van een politiekorps van een verzonnen stad te innen. Zijn bankrekening zwelt langzaam aan, maar zelf krijgt Salim steeds minder grip op de realiteit. Zijn verzonnen stad laat hem niet met rust en zelfs de fictieve politiechef, wiens salaris hij nu int, zit hem op de hielen. Stad van klei laat zien hoe een goed doorgevoerde leugen iemand tot waanzin kan drijven.
Met nog anderhalve maand te gaan voordat The Amazing Spider-Man op het witte doek slingert, wordt de spanning extra opgevoerd door de filmmaatschappij: een clip van maar liefst vier minuten is op de Amerikaanse buis en op het interpret te zien.
Niet dat we heel veel nieuws zien: ze hebben vooral eerdere trailers door elkaar gehusseld. Goed, het fragment begint met een nieuwe sequentie op een brug waarin Spider-Man een kind uit een vallende auto redt. Daarna is het vooral een kwestie van déjà vu, vermengd met een paar spectaculaire webslinger shots.
Waar we vooral weinig van zien is The Lizard, de schurk uit de film. Logisch, want daar moeten we vooral nieuwsgierig naar blijven. Waar ik nu al te veel van heb gezien, is Peter Parker die zijn masker afdoet. Een van de makken van Ultimate Spider-Man, de reeks waar deze film op gebaseerd is, is dat schrijver Brian Michael Bendis Peter Parker om de haverklap laat ontmaskeren. Er is bijna niemand die niet weet dat Peter Parker en het webhoofd dezelfde persoon zijn. Iets wat ik altijd een zwaktebod heb gevonden. Het ziet ernaar uit dat de film van Marc Webb op dezelfde toer gaat.
Tot zover even mijn zure commentaar. Eerder schreef ik al dat Andrew Garfield me een prima Peter Parker leek, dus met zijn casting ben ik blij als Spider-Man fan. Ook denk ik dat we genoeg spectaculaire actie kunnen verwachten, dus daar zal het niet aan schorten. En het verhaal beoordeel ik pas het liefste als ik de film heb gezien. Het heeft niet veel zin om over trailers, teasers en andere fragmenten te speculeren. Behalve als je het over het kostuum van Spider-Man wil hebben natuurlijk, want dat is nu duidelijk te zien.
Maar daarbij speelt voor mij nog iets: Ultimate Spider-Man is niet de ‘echte’ Spider-Man, maar een alternatieve versie van het webhoofd, dus laat deze verfilming me meer koud dan de serie van Sam Raimi waar tien jaar geleden (!) het eerste deel uitkwam en die gebaseerd was op de reeks Amazing Spider-Man. Raimi gebruikte de verhalen van Stan Lee en Steve Ditko als basis, Webb het alternatieve universum dat door Brian Bendis is geschapen. Bendis heeft een goede reputatie als het om strips schrijven gaat, maar liet met de verhaallijn over dood van Peter Parker toch behoorlijk wat steekjes vallen. Sommige van zijn beslissingen en aanpassingen op het Spidey-concept waren heel slim, met anderen was ik minder gelukkig als lezer.
Uiteindelijk maakt het niet uit: er bestaan nu eenmaal verschillende versies van het Spider-Man-verhaal en die kunnen heel goed naast elkaar bestaan. Jonge lezers zullen zich misschien beter kunnen vinden in de Peter Parker van Bendis, ik hecht meer waarde aan Peter die ik al sinds jaren ken. Mocht de film van Webb tegenvallen, dan duik ik weer gewoon met mijn hoofd in de strips en doe probeer ik The Amazing Spider-Man te vergeten.
Na de World Press Photo tentoonstelling, zijn Marco, Karin, Linda en ik wat gaan eten bij De Bekeerde Suster waar ze supergoede hamburgers serveren. Je gaat het leven toch wat zonniger inzien door een goede maaltijd en dito gesprekspartners.
Van de week heb ik samen met Karin Ramaker en Marco Raaphorst de expositie van World Press Photo bezocht. Een verzameling foto’s vol dood en verderf, want vooral naar nieuws scoort. Toepasselijk dus dat de tentoonstelling in de Oude Kerk in Amsterdam is, waar onder de grond mensen liggen begraven. Sommigen al sinds de zestiende eeuw zo bleek. Oude lijken onder afbeeldingen van nieuwe.
Binnenkort (zo rond de Stripdagen Haarlem) verschijnt er een nieuwe bundel van cartoonist Hallie Lama. Hallie Lama houdt ’t kort wordt alweer zijn vierde publicatie bij uitgeverij Xtra. Nieuwsgierig toog ik naar Hilversum waar ik Hallie er uitvoerig over sprak. Wat mogen we van het werkje verwachten en waar verwijst de titel naar? Bekijk het video-interview.
Net als bij de gesprekken met Erik Kriek bestaat het interview uit twee video’s. Deze gaat over Hallie Lama houdt ’t kort, de ander over Hallie’s cartoonwerk, toekomstplannen en de vrouwen in zijn humoristische wereld. Die komt binnenkort online.