Categorieën
Strips

Beroepsdeformatie

Toen ik donderdagochtend 3 november richting SubQ liep om met de uitgever en redacteur over mijn boek Mijn vriend Spider-Man te praten, kwam ik mijn favoriete stripheld tegen op de Herengracht:

spiderman-ballon-ciaNou ja, een luchtige versie van Spider-Man. Hij hing bij het raam van CIA comics, een stripwinkel om de hoek bij het Achterhuis, mocht je de winkel binnenkort eens willen bezoeken. Spider-Man fungeert daar dus als een opvallend uithangbord.

Deze week liep ik vrijdagmiddag door de stad richting The American Book Center. Onderweg kwam ik een winkel van Zoe Karssen tegen. De etalageruit zit vol met vleermuizen die mij meteen aan Batman deden denken.

zoe-karssen-batmanKarssen is een modehuis, dus vooral gericht op mensen die met fashion bezig zijn. Ik ben daarom benieuwd hoeveel van Karssens klanten dezelfde associatie leggen als ik, want mijn blik is natuurlijk door mijn vak als stripjournalist behoorlijk gekleurd. Ik zie vaak stripdingen die andere mensen niet zien. Daardoor mis ik weer wat zij eigenlijk zien. Iedereen neemt zijn eigen achtergrond en visie mee in wat hij ziet.

(De een ziet in Zwarte Piet bijvoorbeeld een racistisch symbool van onderdrukking, de ander associeert die figuur simpelweg met warme nostalgische gevoelens uit zijn jeugd. Twee verschillende visies op een fictiefiguur. Daarom hebben ze bij de HEMA alvast maar gekozen voor de euh Spraytan Piet:)

spraytan-pietMaar dat even terzijde…

Nu zie ik op de site van Karssen dat het vleermuissymbool een terugkerend motief is in haar ontwerpen, maar ik betwijfel of dat ook maar iets met Bruce Wayne’s nachtelijke activiteiten te maken heeft. De volgende keer misschien toch maar eens binnenlopen om het te vragen, hoewel de wereld van high fashion een vreemde voor mij is. Die van low fashion trouwens ook.

Dat is de ABC gelukkig niet. Ik vond er drie trades van The Fade Out van Ed Brubaker en Sean Philips voor een leuke prijs en een studie over de functie van superheldenkostuums. Ook kleding maar dan meer in mijn straatje.

Overigens had ik een goed gesprek bij de uitgeverij dat binnenkort nog vervolgd wordt met een tweede gesprek over de inhoud van Mijn vriend Spider-Man. Daarna duik ik weer onder om de komende maanden het boek te herschrijven. Ik ben vooralsnog niet van Spider-Man af. Gelukkig.

Categorieën
Mike's notities

Goede voornemens

Ilustratie: Paul Stellingwerf

Goede voornemens, daar hoef je natuurlijk helemaal niet mee te wachten tot het nieuwe jaar. Sterker nog: liever niet, want dan is de druk om ze te laten slagen groter en daarmee de kans dat je het niet volhoudt groter.

Daarom ben ik een paar weken geleden begonnen met meer bewegen. Ik heb een zittend beroep. Of ik nu op de redactie bij de VARA zit of ik werk thuis aan mijn stukken, er word door deze Minneboo heel veel gezeten en te weinig bewogen.

Een sporter ben ik niet. Ooit heb ik 18 maanden frequent een sportschool bezocht. Tussen de op zichzelf geilende spierkolossen voelde ik me niet thuis. Daarbij vond ik fitness behoorlijk saai.

Ik zie mezelf ook niet hardlopen. Wel gedaan vroeger, maar als ik hier de file van joggingpakken in het park voorbij zie komen, ben ik al uit gelopen. En wandelen zonder eindbestemming, maar gewoon om te wandelen, is net zoiets als een boek kopen zonder het te lezen.

Ik heb me dan ook voorgenomen om vaker naar huis te lopen als ik van Hilversum met de trein kom. Van CS naar mijn huis levert dat een wandeling op van gemiddeld 35 minuten. Net lekker en doelgericht.

Natuurlijk zou ik ook ’s ochtends naar het station kunnen lopen, maar vroeger opstaan dan ik nu doe is wishful thinking. Niet dat daar iets mis mee is, met wishful thinking, maar realistisch is het niet.

Ik heb voor mezelf wel wat richtlijnen opgesteld. Gemiddeld wil ik tien keer per maand naar huis lopen, maar liever meer. Als het weer het toelaat natuurlijk. In een stevige plensbui zult u mij niet snel vrijwillig aantreffen. Het moet allemaal wel leuk blijven.

Voorlopig geniet ik erg van mijn wandelingetjes. Ik kijk er zelfs naar uit. Niet dat er veel opzienbarends onderweg gebeurt. Ja, lopen in Amsterdam, waar alle taxichauffeurs bastaardkinderen van Charles Manson lijken te zijn die proberen zoveel mogelijk mensen dood te rijden, blijft spannend. Net als in grote steden als New York kun je soms niet lekker doorlopen. In New York moet je in het centrum ook op iedere straathoek wachten. Het licht lijkt in eerste instantie altijd op rood te staan.

Dat alles mag de pret niet drukken. De wandeling naar huis biedt tijd om te reflecteren op de werkdag achter me en de werkavond voor me. Een stukje niemandsland waarin ik niet veel meer hoef te doen dan lopen, en mensen en taxi’s ontwijken.