Categorieën
Strips

Zidrou, een scenarist en zijn handlangers

Als je toch de expositie over Asterix en de Belgen in het Stripmuseum te Brussel bezoekt, kun je meteen de tentoonstelling over Zidrou meenemen.

Zidrou, pseudoniem van Benoît Drousie, is een Belgische stripscenarist, geboren in 1962 in Anderlecht. Zijn carrière begon voor de klas en het sociaal engagement is nog steeds terug te zien in de scenario’s die hij schrijft. Of deze verhalen nu humoristisch zijn of meer realistisch.

Zidrou richt zich aanvankelijk tot jonge lezers via de kindertijdschriften waarvan hij redactiesecretaris is. Hij wordt er scenarist van drie stripreeksen, waaronder Vlooienbaal, een familiestrip waarin hij zijn talent als opvoeder kan botvieren en waarin, volgens de samenstellers van de expositie, tolerantie, gulheid en samenleven centraal staan. Hier wordt ook Dokus de leerling geboren, een humoristische reeks waarin de slechtste scholier ter wereld centraal staat. In de expositie Zidrou en zijn slaven handlangers, is het lokaal van Dokus nagemaakt.

Tussen 1993 en 2001 zorgt hij op de pagina’s van het weekblad Robbedoes voor leven in de brouwerij, met personages zoals de Kannibrallen, de Boss en Tamara. De Boss is een reeks in de traditie van Robbedoes om het leven van de redactie van het blad te vertellen en draait om Thierry Tinlot, de lastige hoofdredacteur.

Robbedoes en De Boss!

Eerlijk gezegd is de reeks Tamara die ik tot heden toe het beste ken van Zidrou’s enorme output aan strips. Deze werd in het Nederlands uitgegeven door Strip2000 voordat de uitgeverij failliet ging. Ze gaven ook de reeks Kale Kop uit: een strip over een tiener met leukemie, die avonturen beleeft in het ziekenhuis. Inderdaad, da’s weer wat anders dan Kuifje in Amerika.

Je kunt net als Tamara poseren in bikini. 🙂

De expositie loopt netjes door alle reeksen heen. Een tentoonstelling maken rondom een scenarist is wellicht minder evident dan over een tekenaar, want wat kun je laten zien behalve enkele scenario-pagina’s. Nu zijn die natuurlijk altijd interessant om te zien, maar het stripmuseum is er wederom in geslaagd om het verhaal zeer levendig en visueel te maken. Behalve de bovengenoemde schoolklas, kun je digitaal ook in de denkwereld van Zidrou stappen.

Bestudeer het brein van Zidrou.

Zidrou schreef behalve humorscenario’s over eigen personages, ook enkele nieuwe avonturen van klassieke striphelden zoals Robbedoes en Kwabbernoot, Rik Ringers en Chlorophyl.

Vanaf 2000 schrijft hij ook meer graphic novel-achtige verhalen voor een volwassen publiek. Daarvan is ook aardig wat te zien in de expositie. Vooral de strip Mooie zomers, met tekeningen van Jordi Lafebre, kon mij bekoren. De verhalen gaan over een vakantie die een Belgisch gezin in het zuiden van Frankrijk doorbrengt. Ieder verhaal neemt de lezer mee naar telkens een andere zomer.

Pagina van Mooie zomers.
De Quatrelle (een Renault 4L) uit Mooie zomers.

Overigens stelde Zidrou zelf voor dat de expositie Zidrou, een scenarist en zijn slaven zou gaan heten. Een leuke grap waarin de scenarist op speelse wijze knipoogt naar zijn relatie met het diverse tekentalent waar hij mee werkt. Daar hebben ze uiteindelijk handlangers van gemaakt, al spreekt de tekening op de poster boekdelen:

Na het doorlopen van de expositie had ik vooral zin om een stapel albums van Zidrou aan te schaffen en ergens rustig in de schaduw met een kopje koffie te gaan zitten lezen.

Zidrou, een scenarist en zijn handlangers is nog te zien tot en met 28 januari 2018.

Categorieën
Strips

Pieter van Oudheusden: ‘Je moet je eigen werkelijkheid het scenario binnentrekken’

Pieter van Oudheusden vertaalt strips en hij schrijft zelf scenario’s. De wraak van Bakamé maakte hij samen met tekenaar Jeroen Janssen. Een striproman gebaseerd op Afrikaanse volksverhalen.

Wanneer het vliegtuig met het Afrikaanse voetbalelftal aan boord, neerstort, leidt het spoor al snel naar de hyena Mpyisi. De ware schuldige is echter de doortrapte haas Bakamé. Mpyisi reist af naar de blanke tovenaar Bwana Kero om hem te vragen Bakamé, die zichzelf verrijkt door andermans zwakheden uit te buiten, voorgoed uit te schakelen. Ondertussen doet de haas een gooi naar het burgemeesterschap.

Aldus beknopt De wraak van Bakamé, een fantasievolle striproman vol zijpaden, satire en expressieve erotiek tussen mensen en dierfiguren. Het vuistdikke boek werd geschreven door Pieter van Oudheusden en getekend door Jeroen Janssen.
Het stripduo werkt vaak samen. Enkele jaren geleden maakten ze het verhaal Bananenbier, met Bakamé in de hoofdrol. Toen Janssen in Rwanda les gaf, kwam hij door zijn studenten in aanraking met Rwandese en Kongolese volksverhalen over de markante haas, die door pater Gustaaf van Acker rond 1900 zijn opgeschreven.

Witte tovenaar
‘Wij hebben die volksverhalen als uitgangspunt genomen en ingrijpend bewerkt,’ vertelt Van Oudheusden. ‘Bwana Kero is de eigenlijke hoofdfiguur. Hij is onze versie van pater Van Acker. Die zal zich waarschijnlijk in zijn graf omdraaien omdat hij als tovenaar wordt opgevoerd. Er zitten ook actuele elementen in het verhaal. Tijdens het schrijven waren de Amerikaanse presidentsverkiezingen aan de gang. Daar wilde ik iets mee doen, daarom stelt Bakamé zich verkiesbaar.’ Ook voegde de auteur autobiografische elementen toe. Net als de auteur lijdt Mpyisi tijdelijk aan slapeloosheid.

‘Het mengsel van geweld, erotiek en magie, en dat de grenzen daartussen vervagen, maakt De wraak van Bakamé typisch Afrikaans,’ zegt Van Oudheusden. ‘Toch gaat de strip niet alleen over Afrika, maar evengoed over algemene menselijke zaken. Het verhaal speelt in het dorp Buruseri, de Rwandese naam voor Brussel. Tot op zekere hoogte is de dorpspolitiek in het verhaal een satire op de dorpspolitiek in Vlaanderen en in Nederland.’

Sympathieke dommerik
De schrijver geeft toe dat hij en Janssen zich het meest verwant voelen met de hyena in het verhaal: ‘De haas is de man die je zou willen zijn en de hyena is de man die je bent: niets menselijks is hem vreemd. In al zijn domheid en gemeenheid, wekt hij sympathie en mededogen op.’

Van Oudheusden vertaalt naar eigen zeggen 40 tot 50 strips per jaar. ‘Een fulltime baan.’ Daarnaast is hij een zeer verdienstelijk interviewer, recensent en productief als auteur van beeldverhalen en kinderboeken. ‘Schrijven doe ik eigenlijk maar één uur per dag, tussen half acht en half negen ’s avonds, als de rest van Nederland naar De Wereld Draait Door zit te kijken. Als je de hele dag voor het schrijven hebt, dan ben je ook maar een à twee uren echt productief. Het denkwerk gaat constant door.’

Melancholisch en grimmig
Als scenarist werkt hij samen met een uiteenlopend gezelschap Nederlandse en Vlaamse stripmakers als Sebastiaan Van Doninck, Erik Wielaert en Eva Cardon. In zijn scripts geeft Van Oudheusden de stripmakers de ruimte het beeld zoveel mogelijk zelf in te vullen: ‘Voor een tekenaar is het ongelooflijk frustrerend om alleen de uitvoerder van andermans ideeën te zijn. Ik schrijf hooguit 75 procent van het script, omdat ik wil dat de tekenaar het afmaakt. Een illustratrice met wie ik werk, zei dat mijn verhalen altijd een melancholieke ondertoon hebben, ook de kinderboeken. Juist in die verhalen zit er altijd wel een scherp randje, een grimmige bijklank. Bakamé is uitermate grimmig’.

Als hij scenaristen een tip zou moeten geven, dan is het wel dat ze hun eigen ervaring in het script moeten gebruiken. ‘Fransen hebben daar een mooi woord voor: vécu. Dat betekent: ervaren, aan de lijve ondervinden. Je moet altijd je eigen werkelijkheid binnen je scenario trekken. Wat De wraak van Bakamé sterkt maakt, is dat je weet dat Jeroen dingen tekent die hij zelf gezien heeft. Het is ervaring uit de eerste hand, geen plaatjes van internet die zijn overgetrokken. Een goed scenario is immers veel meer dan een optelsom van alle strips die iemand gelezen heeft of de films die hij heeft gezien.’

Deze filosofie sluit nauw aan op de beste les die Van Oudheusden leerde van stripmaker Joost Swarte. ‘Die zei dat kwaliteit altijd boven komt drijven. Als je je eigen ding blijft doen, komen mensen naar je toe om wat jíj kunt. Als je andermans kunstje nadoet, zullen ze altijd naar die ander gaan.’

Dit interview is woensdag 8 september in Het Parool gepubliceerd.