Categorieën
Fotoblog

Doolhof

Categorieën
Fotoblog

Street art Paris

Categorieën
Fotoblog

Gezellige dames

Categorieën
Fotoblog

Sacre Coeur

Categorieën
Fotoblog

Seine

Tekst op de brug. Groetjes terug, Sue!

Categorieën
Fotoblog

Parijs

In juli waren Linda en ik een paar dagen naar Parijs om de exposities over Tim Burton en Robert Crumb te zien. De komende dagen dus wat plaatjes uit de Franse hoofdstad.

 Hier lig ik vlak bij de Eiffeltoren (weerspiegeld in mijn bril) te luieren.

Categorieën
Film

Tim Burton in Parijs

Het leven is wat mij betreft het fijnst als wensen uitkomen. Recent begaf ik me in Parijs om de tentoonstelling over Tim Burton te aanschouwen. In 2009 schreef ik er al over toen de expositie in het MoMa in New York te zien was.  Toen kon ik er helaas niet heen, maar nu was Tim Burton – L’exposition in La Cinémathèque française, het filmmuseum in Parijs. Een Thalysritje later stond ik samen met mijn vriendinnetje en heel veel andere bezoekers het werk van deze eigenzinnige filmmaker te bewonderen.

Houdini
De expositie gaat ver terug in het verleden van de in Burbank geboren en getogen animator. Van oude schetsen en ontwerptekeningen, halve ideeën, gedichten en verhaaltjes tot en met 8-mm films die hij als tiener maakte. Aandoenlijke experimenten met stop-motion en een ‘documentaire’ over Houdini waarin Tim zelf de grootmeester der ontsnapping speelt. Deze film maakte hij als schoolproject. Eigenlijk moest Burton een boek over Houdini lezen, maar omdat hij veel te laat begonnen was met zijn huiswerk, besloot hij maar een filmpje te maken. In het filmpje zien we onder andere hoe de jonge filmmaker zichzelf op een treinrails vastbindt en ‘ontsnapt’ voordat de trein voorbij raast en hem plet. De voorbijrazende trein wordt gesuggereerd doordat Tim heel snel met zijn camera langs de trein rent en de wielen filmt.

Nog grappiger is de parade nachtmerries die voorbijkomt als Tim Burton – met bril – in bed gaat liggen slapen. Burton mengde eigen opnames met foto’s van horrorfilms. Juist, de fascinatie met het vreemde, horror en buitenbeentjes zat er al vroeg in bij Burton. Uiteindelijk wordt de jonge held wakker om vervolgens door een grote papieren prop achtervolgd te worden. De humor van een tiener.

Batman
Ik ben als sinds mijn twaalfde fan van Burton. Mijn passie voor zijn oeuvre begon met de film Batman – wat een prachtige film was dat! Nog nooit was er een serieuze superheldenfilm gemaakt. Alle stripverfilmingen daarvoor waren flauwe, campy producties zoals de Batman jaren zestig-serie met Adam West, of slechte lowbudgetfilms met zulke slechte special effects dat ze niet zouden misstaan in een Ed Wood epos. Nee, dan Burtons Batman, waarin een getormenteerde Michael Keaton een ietwat verstrooide Bruce Wayne speelt die in een leren pak met vleermuisvleugels de misdadigers van Gotham de stuipen op het lijf jaagt; met een charismatische Jack Nicholson als de Joker en een prachtige art direction: in het Gotham City van Anton Furst voel je bijna hoe de hel vanuit het riool omhoog komt.

Goed, vergeleken met de realistische aanpak van Christopher Nolan is er veel aan te merken op de Batman van Burton – butler Alfred zou nooit Vicky Vale in de Batcave binnenlaten bijvoorbeeld en waarom Bruce nu eigenlijk besloot een vleermuis te worden wordt niet verklaard – maar Burtons Batman combineerde stripelementen met het sprookjeachtige dat alle Burtonfilms in zich hebben en daarbij zette de succesvolle blockbuster een filmtrend die tot heden ten dage voortduurt.


Kort gezegd: Burtons Batman maakte diepe indruk op mij. Daarom was ik ook zo blij dat maar liefst drie maskers van de eerste film stonden opgesteld. Bob Ringwood ontwierp het eerste Batman-pak. Een niet zo handig kostuum overigens: wie het masker draagt kan onmogelijk zijn hoofd draaien – lekker ongemakkelijk voor een held die constant in gevechtssituaties terechtkomt. Ook woog het zo’n 25 kilo wat Batman spelen voor Keaton tot een zware baan maakte.

Dat even terzijde: ik beleefde een nerdgasm toen ik met mijn neus tegen op de vitrine gedrukt stond om alle details van de maskers goed te kunnen zien. De sporen van slijtage, opgelopen tijdens het filmen, waren duidelijk zichtbaar.

Je mocht van de expositie geen foto’s maken. Daar waren de Fransen heel streng in: de aanwezige bewakers hielden de bezoekers nauwlettend in de gaten. Bij één verkeerde beweging kwamen ze al dreigend op je af, iets Frans blaffend. Toch heb ik snel mijn telefoon ter hand genomen om deze plaatjes te schieten, want zo’n kans laat een fan niet liggen. Ik zal waarschijnlijk nimmer zo dicht bij een belangrijk relikwie uit mijn jeugd komen. Snel schoot ik een paar foto’s en stopte toen nonchalant mijn telefoon weer in mijn zak. Geen bewaker had me gezien gelukkig.

Een paar jaar geleden was ik net zo blij toen ik op het Imagine Film Festival het publieke interview met Burton bijwoonde. Je held een paar meter van af zien zitten, wie wil dat niet? (Goed, inmiddels heb ik een paar helden kunnen interviewen, da’s eigenlijk nog leuker.)

Levende schetsen
Een ander juweeltje in de expositie zijn enkele animatiefilms die nog in de schetsfase zijn blijven steken. Een ervan een afstudeerproject van Burton waarin de tekeningen uit zijn schetsboek geanimeerd zijn. Prachtig om te zien hoe die schetslijnen tot leven komen. Eigenlijk is het een soort voorversie van wat een animatiefilm kan worden, maar eerlijk gezegd vind ik dat onafgemaakte er juist erg mooi aan. Details die er niet zijn kun je immers zelf invullen. Zo’n beeld geeft de toeschouwer ruimte.

Sleepy Hollow. Nog een ‘illegale’ foto.

De expositie was op sommige punten teleurstellend. Een paar films zijn ondervertegenwoordigd, zo was er weinig te zien over Sleepy Hollow, Ed Wood en Big Fish. Ook had ik graag wat originele ontwerpschetsen van Gotham City gezien. Gelukkig hingen er wel wat tekeningen van Burton van Catwoman, Penguin en The Joker. Ik heb het vermoeden dat de versie van het MoMa uitgebreider was, want in video’s daarover zie ik stukken voorbijkomen die ik niet in Parijs heb gezien.

Een ander nadeel was de grote belangstelling voor Burton. Er waren heel veel mensen aanwezig waardoor je vaak drukker was met het ontwijken van andere toeschouwers dan het bekijken van de items. Dit euvel heb je natuurlijk wel vaker in musea, maar zeker bij zoiets unieks als deze expositie waar veel te zien is, vind ik het extra zuur.

Eigenlijk zou men een speciale aanbieding moeten doen, dat je de tweede keer voor de halve prijs binnen mag bijvoorbeeld. Er valt immers zo veel te zien dat je niet alles in een bezoek tot je kan nemen. Het is gewoon te veel.

Gelukkig heb ik de catalogus ooit al eens in Londen gekocht. Deze bevat niet alles, maar een selectie van het tekenwerk van Burton. Smullen voor de liefhebber! Er was in Parijs nog een extra dikke catalogus te koop, met een gesigneerd printje, maar ik vond 250 euro wat duur. Eens kijken of de catalogus zonder poespas online aan te schaffen is voor een gunstiger prijs.
Na zo’n twee uur Tim Burton – L’exposition liep een geïnspireerd mens naar buiten.

Kennelijk mochten sommige mensen wel hun videocamera ter hand nemen. Deze repo is niet heel bijzonder goed gedraaid, maar geeft wel een beeld van wat er op de expositie te zien is:

Categorieën
Media Mike's notities

Medianiksen

Soms is het fijn om even te medianiksen: lekker zitten achter de monitor, tablet of slimme telefoon voor mijn part. Videoclips luisteren, video’s aanschouwen, blogjes lezen, je twitterfeed scannen, nog meer blogjes lezen, kopje koffie erbij, een interviewtje meepakken, je lachspieren prikkelen met wat cartoons, nog een kopje koffie erbij, foto’s bladeren, etc., etc.

Er komt van alles voorbij, niets hoeft te blijven hangen. Je zit immers niet te blokken voor een tentamen, je bent aan het medianiksen. Ontspannen mediaconcumptie.

Vandaag heb ik even een rustdagje na vijf hectische dagen Parijs. Parijs kort samengevat: Robert Crumb, Tim Burton, honderden kilometers wandelen met geliefde, een Canadese boekwinkel vol Engelstalige boeken, stad van de doden, lastig bestellen, een onbeschofte ober, stortregen, ontspoorde Japanners, ontspannen onder de Eiffeltoren, een lekkere cheeseburger, megastripwinkel, space-invaders, koffie zonder melk en eersteklasretour.

Binnenkort zal ik deze opsomming ontleden.

Categorieën
Striprecensie Strips

De sluipschutter

Jacques Tardi maakte van de roman van Jean-Patrick Manchette en zeer onderhoudende strip.

Martin Terrier, de sluipschutter waar de titel naar verwijst, is een onsympathiek personage met een behoorlijk bord voor zijn kop. Op achttienjarige leeftijd wordt hij verliefd op de beeldschone Alice, een meisje met rijke ouders. Martin besluit huurmoordenaar te worden om zo genoeg geld te kunnen verdienen om ooit haar hand te kunnen vragen. Dat hij verwacht dat ze braaf tien jaar op zijn terugkomst wacht, verraadt zijn naïviteit. Hetzelfde geldt voor zijn hoop dat hij de onderwereld en opdrachtgever zonder kleerscheuren de rug toe kan keren. De huurmoordenaar die na een laatste klus zijn pistool aan de wilgen hangt, maar teruggezogen wordt in het misdaadmilieu is een beproefd cliché binnen het thrillergenre.

Thrillerschrijver Jean-Patrick Manchette blijft keurig binnen de kaders van het genre en levert een onderhoudende, zij het inktzwarte thriller af. Hij schetst een wereld zonder hoop of humor, volgepropt met gewelddadige uitbarstingen. In een scène rukt Terrier zelfs bij iemand een oor af om aan informatie te komen.

De stripbewerking van Manchettes roman krijgt wat mij betreft vooral een meerwaarde door de pakkende tekenhand van Jacques Tardi. Dit is een van de betere boekverstrippingen die ik heb gelezen. In tegenstelling tot de slaafse stripversies die Dick Matena maakte van Nederlandse literaire klassiekers als De Avonden en Kort Amerikaans, waarbij de tekenaar letterlijk verbeeldt wat we ook in de integraal opgenomen tekst kunnen lezen, laat Tardi beeld en tekst een symbiotische relatie aangaan. Hij kiest zorgvuldig wat hij wel en niet uitbeeldt, waardoor de platen en proza elkaar in veel gevallen aanvullen. Al overheersen de grote lappen tekst soms wel het beeld.

Stripmaker Jacques Tardi is met name bekend van zijn verhalen over de Eerste Wereldoorlog, zoals de stripromans Loopgravenoorlog en Isabelle Avondrood. Eerder maakte hij verstrippingen van het werk van Louis-Ferdinand Céline en Kleine West Coast blues van Manchette.
In De Sluipschutter zet Tardi het Parijs van de jaren zeventig gedetailleerd en sfeervol op het papier. Het is een genot om zijn realistische decors te bestuderen.

Tardi, Jacques en Manchette, Jean Patrick – De sluipschutter
Oog&Blik/De Bezige Bij, € 17,90
ISBN: 9789054923121

Deze recensie staat ook op het stripblog van Zone 5300.