Categorieën
Strips

De allerlaatste tijger: Familiegeschiedenis hartverwarmend verstript

In De allerlaatste tijger vertelt Michaël Olbrechts de geschiedenis van zijn overgrootmoeder op Java. Hij won er de Silvester Strips Debuutprijs mee.

In de zomer van 1996 vertelt vader Filip tijdens een autorit naar Nederland aan zijn kinderen de levensgeschiedenis van hun overgrootmoeder Anneke naar wie ze op weg zijn. Omaatje, toen inmiddels 97 jaar oud, groeide begin twintigste eeuw op Java op, als een van tien kinderen van een koffieplantagehouder. Stripmaker Michaël Olbrechts (Genk, 1987), een van de aandachtig luisterende kinderen op de achterbank, gebruikte deze familiegeschiedenis als inspiratie voor zijn debuut De allerlaatste tijger. Het album won terecht tijdens de Stripdagen Haarlem de Silvester Strips Debuutprijs 2014 (eerder de VPRO Debuutprijs, daarna Comic House Debuutprijs). Het is een toegankelijk getekend, hartverwarmend verhaal waarin Olbrechts op vakkundige wijze zijn eigen jeugdherinnering van de autorit afwisselt met belangrijke gebeurtenissen uit het verleden van zijn familie. En passant vertelt hij ook nog het een en ander over de oplopende spanningen tussen de inlanders en kolonialisten in voormalig Nederlands-Indië.

De stripauteur (tweede van links) als kind op de achterbank.
De stripauteur (tweede van links) als kind op de achterbank.

Met het album studeerde Olbrechts af aan de hogeschool Sint-Lukas in Brussel. Het komt wel vaker voor dat een afstudeerproject wordt uitgegeven. Uitgever Johan Stuyck van Oogachtend is tevens hoofddocent aan Sint-Lukas. ‘Ik wist dat hij geregeld een student kiest om diens werk te publiceren. Ik zag dat als mijn kans en heb daarom zo veel werk in mijn eindproject gestoken. Ik wilde Johan overtuigen door een omvangrijk boek te maken dat uitgeefbaar zou zijn,’ vertelt de Vlaamse stripmaker die een jaar had om aan de ruim 80-pagina’s tellende striproman te werken.
‘Qua onderwerp kregen we carte blanche. De geschiedenis van mijn voorouders kwam redelijk snel in mij op, want het is een interessant verhaal waar ikzelf meer over wilde weten.’

Kruidenvrouwtje

Omaatje in jonge jaren.
Omaatje in jonge jaren.

Wat waren de grootste moeilijkheden waar Olbrechts mee te maken kreeg? ‘Ik moest mij goed documenteren. Een groot deel speelt zich af in Indonesië en het geheel speelt zich af in het verleden, dus het was goed opletten geen fouten te maken. Ten tweede moest ik het verhaal toegankelijk voor een groter publiek maken. Het moet immers ook interessant zijn voor lezers die geen band hebben met mijn familieleden.’

‘Ik ben in de familiearchieven gedoken. Gelukkig had mijn vader eind jaren zeventig, toen hij op de middelbare school zat, een interview afgenomen met mijn Omaatje. Daarin ondervraagt hij haar over haar jeugd in Nederlands-Indië. Uit dat cassettebandje heb ik veel informatie gehaald. Veel kapstokken in mijn verhaal zijn aspecten die in dat interview aan bod komen.’

‘Op familiefeesten had ik wel eens gehoord de moeder van Omaatje iets wist van kruiden en dergelijke, maar tijdens mijn research bleek dat ze in de kolonie echt een autoriteit op het gebied van kruidengeneeskunde was. Haar kruidenboek was in veel huishoudens te vinden. Een interessante vondst, want dit wijst erop dat het een krachtige vrouw was, in die periode in de geschiedenis was dat niet zo gebruikelijk.’

Schlemiel
allerlaatstetijger_cover‘Familieleden reageerden zeer positief op het boek. Degenen die wel van de familiegeschiedenis op de hoogte waren zien natuurlijk wel welke details ik heb aangepast. Dat waren altijd bewuste keuzes om het verhaal voor iedereen boeiend te maken. Over sommige personages had ik bijna geen informatie dus die heb ik naar eigen goeddunken ingevuld. Van de vader van Omaatje wist ik bijvoorbeeld alleen dat hij een koffieteler was. Ik heb er een beetje een schlemiel van gemaakt die niet in staat is met zijn kinderen te communiceren en die door zijn vrienden wordt uitgelachen omdat zijn vrouw zo ondernemend is.’

Michaël Olbrechts. De allerlaatste tijger
Uitgeverij Oogachtend

Dit interview is in VPRO Gids #34 (2014) gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Michaël Olbrechts wint Silvester Strips Debuutprijs met De allerlaatste tijger

Tijdens de opening van Stripdagen Haarlem kreeg Michaël Olbrechts voor zijn boek De allerlaatste tijger (Uitgeverij Oogachtend) de Silvester Strips Debuutprijs 2014 uitgereikt. De jury achtte dit het beste Nederlandstalige stripdebuut van de afgelopen twee jaar.

Aan deze debuutprijs is een bedrag van 1.000 euro gekoppeld.

Uit het juryrapport:

‘Met zijn afstudeerproject De allerlaatste tijger laat Michaël Olbrechts zien dat hij goed tekenwerk kan combineren met een goed verhaal. De allerlaatste tijger vertelt over een jong gezin onderweg naar oma. Vader doodt de tijd door het vertellen van oma’s levensverhaal. Met zijn kleurgebruik en verteltrant, benadrukt Olbrechts het contrast tussen het vrolijke gezin op een zomerse dag en de schrijnende lotgevallen van oma in Nederlands Indië. Dat levert een boeiend en vaak grappig verhaal op, dat de lezer niet onbewogen laat.

Michaël Olbrechts is niet alleen een kundig verteller, maar heeft ook een prettige en geheel eigen tekenstijl, waarin de onbezorgde wereld van de klassieke Franco-Belgische school samenkomt met de expressie van de moderne Vlaamse strip. Kers op de taart is zijn oog voor detail, zoals wapperende haren voor het open autoraam en het glazen oog van oma. Een speciale vermelding verdient ook de unieke en uiterst verzorgde lettering. Het zijn dit soort kleine dingen die duidelijk maken met hoeveel plezier dit boek gemaakt is. De allerlaatste tijger is een veelbelovend debuut van een veelzijdig talent, van wie de jury verwacht in de toekomst meer te horen.’

allerlaatstetijger_coverEen eervolle vermelding van de jury gaat uit naar het boek Helden van de Tour van Jan Cleijne (uitgeverij Oog & Blik).

De jury bestond uit David Steenhuyse (stripjournalist en hoofdredacteur van De Stripspeciaalzaak.be), Sigge Stegeman (stripboekwinkel De Noorman Arnhem, oudredacteur ZozoLala), Amin Gemei (uitgever Dark Dragon Books) en Hein van Putten (art director, grafisch ontwerper). De jury stond onder leiding van Patrice van der Linden (eindredacteur Silvester Strips).

De Silvester Strips Debuurtprijs is wat we eerder de VPRO Debuutprijs noemden en later de Comichouse debuutprijs. Overigens vind ik het een mooie keuze van de jury, Olbrechts maakte een mooi persoonlijk en hartverwarmend stripverhaal met De allerlaatste tijger.

Categorieën
Strips

Dit weekend is Haarlem Stripstad van Nederland

Dit weekend is Haarlem weer even Stripstad van Nederland. Dat betekent natuurlijk ook speciale aandacht voor de VPRO Debuutprijs. In de refter in het stadhuis van Haarlem is een overzichtstentoonstelling van alle tekenaars die in het verleden de VPRO debuutprijs wonnen. Ook werk van Martijn van Santen, de winnaar van dit jaar, hangt ertussen.

De autobiografische stripmaker Floor de Goede won hem in 2006: ‘De uitreiking was tijdens Strips in Stereo. Er waren toen heel veel mensen in Paradiso. Ik had naast dat alles echt het idee dat het mijn avond was. Ik vond het fantastisch. Ik was er heel blij mee. Het was vette erkenning natuurlijk dat mijn werk goed gevonden werd, ook buiten de striplezers.’

Welke invloed had de debuutprijs op je ontwikkeling als stripmaker?
‘Het was in ieder geval een grote aanmoediging om lekker door te gaan. Al was ik ook doorgegaan als ik niets had gewonnen. Voor zover ik weet heeft het mijn herkenbaarheid niet vergroot, al word ik nu wel iedere keer genoemd als de nieuwe winnaar bekend wordt gemaakt.’

Floor maakte er indertijd de volgende strip over:

Andere gelukkige winnaars wiens werk te zien is in de refter in het stadhuis zijn: Randall.C (2008), Gerolf van de Perre (2004), Benno Vranken (2002), Mark Hendriks (1996), Matthias Giesen (1998) en Marcel Ruijters (1994).

En verder…
Oké, genoeg over de Debuutprijs. Er valt de komende dagen natuurlijk nog veel meer te beleven op stripgebied.
Aanstaande zaterdag staat er in Het Parool een groot interview dat ik met Ruijters hield naar aanleiding van zijn nieuwe boek Roadkill. Later deze week publiceer ik nog een artikel over de Oost-Europese strip, het grote thema van de Stripdagen dit jaar.

Wat er nog meer te doen is op de Stripdagen kun je natuurlijk lezen op hun site, (zie hier het programmaboekje) maar ook Jeroen Mirck, oud(?)-stripjournalist schreef een aardig overzicht met een persoonlijke insteek. Ook is er veel te doen met de Zone 5300, de uitgave van een nieuw nummer met Peter de Wit als gastredacteur en de Summer Sale.

Het korte interview met Floor de Goede stond ook in VPRO Gids #23.

Categorieën
Strips

Interview Martijn van Santen: Winnaar VPRO Debuutprijs

Stripmaker Martijn van Santen heeft dit jaar de VPRO debuutprijs gewonnen voor zijn album Werk in uitvoering. De geldprijs van 2500 euro krijgt hij overhandigd tijdens de opening van de Stripdagen Haarlem. Woensdag 2 juni werd de winnaar in de VPRO Gids bekendgemaakt.

De strip waarmee Martijn van Santen de tweejaarlijkse VPRO Debuutprijs heeft gewonnen, was een improvisatie-experiment, een webcomic die als feuilleton in 2007 op de site stortbak.net is gepubliceerd. Eind vorig jaar verscheen het verhaal in boekvorm. In Werk in uitvoering schetst Van Santen een wereld waarin mensen, pratende dieren, dinosauriërs en een ei druk debatteren over semantiek, ambitie en creativiteit.

Het juryrapport oordeelde dat Van Santen ‘met een sterk gevoel voor timing, intellectuele diepgang en grappige situaties tot één vloeiend geheel weet te smeden. Zo wordt een dialoog over ethiek in reclame feilloos versneden met een hilarische scène waarin Eitje het opneemt tegen een reus van een buffel.’

Waar gaat Werk in uitvoering over?
‘Medewerkers van een reclamebureau krijgen de onmogelijke opdacht om een campagne verzinnen voor een product waarvan ze niet weten wat het ding voorstelt. Tegelijkertijd vecht de directeur van het bureau met zijn innerlijke demonen, heeft een sigarenverkoper ruzie met al zijn klanten en worstelt een jonge webcomictekenaar met zijn eigen identiteit. Dat het centrale thema van de strip conflict is, viel me pas op toen ik het werk in één keer teruglas. Het verhaal is al tekenend ontstaan. Ik wilde wel eens proberen een lang verhaal te maken, want tot dan toe had ik alleen nog strips van een pagina gemaakt. Dat ik er zonder een idee van de plot aan ben begonnen, kun je vooral merken aan de eerste tien pagina’s. Daar ben ik nog aan het zoeken naar een richting en de personages aan het uitdenken.’

Je geeft ook duidelijk je visie over webcomics in de strip. Is die visie inmiddels veranderd?
‘Als fenomeen is het tegenwoordig minder zichtbaar ten opzichte van een paar jaar geleden. Veel mensen zijn ermee gestopt. Ik ben nog steeds van mening dat er veel troep tussen zit, toch kunnen er spannende dingen ontstaan als mensen zonder redactionele inmenging hun creativiteit kwijt kunnen. Ik vind strip een prachtig medium, waar je verschillende kanten mee opkunt. Film is al doorgeëvalueerd, maar bij strip staan we aan het begin van het medium. We zijn allemaal het wiel nog aan het uitvinden.’

Waarom heb je dit album in eigen beheer uitgegeven?
‘Oorspronkelijk zou Bee Dee de strip uitgeven. Ze toonden al interesse toen het verhaal nog in delen online verscheen. Toen Werk in uitvoering af was ging het financieel al slecht met ze. Later gingen ze failliet.’

Dus eigenlijk wel goed dat je het zelf hebt gedaan?
‘Achteraf wel ja. Van een aantal stripmakers ligt het werk nu bij de curator om per opbod verkocht te worden. Ik heb het overigens ook nog aan andere uitgevers aangeboden, maar die waren niet erg happig. Uiteindelijk wilde ik het gewoon zelf uitbrengen, zodat ik het op mijn eigenwijze manier kon doen.’

Hoe is dat bevallen?
‘Het was een gemengd genoegen. Aan de ene kant had ik het gevoel een professional te zijn omdat ik mijn strip eigenhandig in de boekwinkel heb gekregen. Aan de andere kant is het heel veel werk. De zakelijke kant is erg intensief waardoor er minder tijd overblijft om te tekenen. Distributie is voor een kleine uitgever onmogelijk. De tarieven van het Centraal Boekhuis zijn veel te hoog als je maar één uitgave hebt.’

Ga je er nog wel mee door?
‘Ik wil binnenkort nog wel twee kleine boekjes uitgeven met korte verhalen en stijlexperimenten. Die heb ik in de afgelopen twee jaar getekend.’

Heb je al veel exemplaren verkocht?
‘Ik heb 500 stuks laten drukken en moet er nog zo’n 350 kwijt. Ik merkte wel dat de verkoop toenam als er ergens een goede recensie geplaatst werd. Misschien dat de Debuutprijs helpt.’

Hoopte je dat je deze prijs zou winnen?
‘Ik heb er wel bij stilgestaan, maar had er niet echt op gehoopt. Aan het begin van het jaar heb ik het boekje wel naar verschillende mensen opgestuurd. Ook naar de VPRO. Ik heb toen zelfs nog gebeld met de boekenredactie, maar men wist niet of de prijs nog wel bestond. Maar ik ben er erg blij mee. Het is heel leuk als mensen hun waardering uitspreken. Je werkt er maandenlang aan. Je vrienden vinden het natuurlijk leuk, maar het is goed om te horen dat anderen het ook een goede strip vinden.’

Hoe ga je het vieren?
‘Nog geen idee. De avond van de uitreiking is er een groot feest waar veel stripmakers rondlopen.’

Bier en stripmakers gaan meestal goed samen. Dat wordt dus een rondje geven.
‘Euh, waarschijnlijk wel.’

Zelfportret van Martijn van Santen

Van Santen maakt herrie
Martijn van Santen (1977) studeerde in 2004 af aan de Willem de Kooning Academie. Zijn werk verscheen onder andere in Maxim, Myx stripmagazine en de Nederhorror stripbundel Bloeddorst. Ook is hij gitarist in het Rotterdamse noise-collectief Lokomitiv Panzerfaust. Van Santen: ‘Dat is een band die ik met drie vrienden van de kunstacademie heb opgericht. We zijn nog niet goed genoeg om gestructureerde liedjes te spelen, vandaar dat we het een noise-collectief noemen. We hebben één keer opgetreden tijdens een feestje in een kraakpand. Dat was een groot succes. Nou ja, het was wel om vijf uur ’s nachts, dus het publiek was toen niet echt objectief meer.’

Dit interview is ook in VPRO Gids 23 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Juryberaad VPRO Debuutprijs

Dit jaar ben ik een van de juryleden van de VPRO Debuutprijs. De prijs die tweejaarlijks wordt uitgereikt aan het meest veelbelovende stripdebuut. Woensdag heb ik samen met mijn collega’s vergaderd in café-restaurant De Pont aan ’t IJ.

Heel veel strips

Stripmakers Sandra de Haan en Floris Oudshoorn, stripgebruiker Stijn Schenk en ondergetekende stripjournalist maakten onder leiding van stripmaker Thomas Langedijk, ook wel bekend als Tommy A., een keuze uit de debuten van de afgelopen twee jaar.

Het was een zeer gezellige bijeenkomst kan ik je vertellen. Onder het genot van sterke koppen koffie (maagperforatie verzekerd) en met een flinke stapel strips in ons midden, discussieerden we met elkaar over de merites van de beeldverhalen. Een rustig en prettig debat waar menig politicus nog wat van kan leren.

Eigenlijk waren we het al snel unaniem eens wie de Debuutprijs 2010 in de wacht mocht slepen.

Jureren,  ik maak er geen gewoonte van, maar soms wil ik me voor de volle 100% voor een prijs inzetten.  In 2006 zat ik in de jury van de Clickies. Toen nog onder leiding van voorzitter Jeroen Mirck. Die prijs wordt dit jaar weer uitgereikt tijdens de Stripdagen, al is het fenomeen webcomic natuurlijk lang niet meer zo groot als een paar jaar geleden. Ben dan ook erg benieuwd met wie de Clickie-jury op de proppen komt.

Wie, oh wie
De winnaar van de VPRO Debuutprijs wordt aanstaande woensdag bekend gemaakt in de VPRO Gids met een interview met de winnaar van ondergetekende. De gelukkige debutant(e) mag vrijdag 4 juni de prijs, een geldbedrag van 2500, in ontvangst nemen tijdens de opening van de Stripdagen.

In de refter in het stadhuis van Haarlem wordt de jubileum-editie van de Stripdagen Haarlem gevierd met een overzichtstentoonstelling van alle tekenaars die in het verleden de VPRO debuutprijs c.q. aanmoedigingsprijs wonnen: Randall.C (2008), Floor de Goede (2006), Gerolf van de Perre (2004), Benno Vranken (2002), Mark Hendriks (1996), Matthias Giesen (1998) en Marcel Ruijters (1994).