Categorieën
Strips

Plastieken Plunk voor Yannick Pelegrin

De Plastieken Plunk, de prijs voor het beste korte stripverhaal, gaat dit jaar naar Yannick Pelegrin voor de strip Oerwoud achter Glas.

Oerwoud achter glas.

Hieronder het persbericht:

Afgelopen zaterdag, 18 november schalden tal van bazuinen en trompetten want toen werd de tiende Plastieken Plunk uitgereikt. Op een nieuwe locatie, Le Bal Infernal, verzamelde het kruim van de stripwereld om de winnaar gelauwerd te zien worden.

De publieksprijs ging naar Merel Moonen voor haar strip Vormen. Zij ontving een stripalbum van Plunk en 50 euro.

De vakjury bestond dit jaar uit drie kleppers uit de stripwereld: Roel Daenen (Hoofdredacteur van Stripgids), Ephameron (leert mensen strips maken, illustreert en maakt zelf strips) en Stefan Nieuwenhuis. (Schrijft voor dinges… Allez, ik zou het duizend keer zeggen. NRC! Ja! Dat is het: NRC Handelsblad.)

Zij kozen als winnaar van De Plastieken Plunk: Oerwoud achter Glas van Yannick Pelegrin. Hij mag een door Luc Cromheecke zelf gekneed beeldje op zijn schoorsteenmantel plaatsen en ontvangt 250 euro.

Striptiek maakte een fantastische reportage, die u hier kan bekijken:

https://youtu.be/4ErNrsg7RhY

Categorieën
Strips

De nieuwe Stripgids

Vanaf vandaag ligt de nieuwste nieuwe Stripgids in de stripwinkels in België en Nederland.

Hieronder het persbericht dat alles duidelijk maakt:

Stripgids, het striptijdschrift dat de Vlaamse stripjournalistiek emancipeerde en aan de basis ligt van de Bronzen Adhemar/Cultuurprijs voor de Strip en het Stripgidsfestival Turnhout, vervelt. De nieuwe redactieploeg – met Judith Vanistendael, Simon Spruyt, Nix, Marc Legendre, Karl Van den Broeck en Roel Daenen – presenteert vandaag het nieuwe nummer.

Dat ligt vanaf 15 juni in de winkel: 132 pagina’s dik, mooier en, uiteraard, boordevol voorpublicaties, kortverhalen, essays, columns en interviews. Over het verleden en het erfgoed van de strip, maar ook over vandaag én de toekomst van de 9e kunst. Centrale gast is Nix, Vlaanderens meest ondernemende stripauteur. Voor Strip Turnhout, de uitgever van Stripgids, betekent dit een nieuwe (door)start.

Stripgids verschijnt voortaan twee keer per jaar (juni – november) en wordt ook betalend. Het blad heeft ook een grondige make-over gekregen, met een groter formaat (33cm op 22cm), mooier papier en 132 pagina’s dik. In elk nummer zit voor de abonnees ook een exclusieve, gesigneerde tekening van Nix.

Special guest: Nix
In dit eerste nummer is Nix de centrale gast. Nix, Marnix Verduyn voor de burgerlijke stand is tekenaar van onder meer ‘Kinky & Cosy’, stripauteur én ondernemer,. Hij kreeg carte blanche in een katern van 32 pagina’: van Veto tot The Kinky & Cosy Experience. “Mijn humor is milder geworden, maar ik blijf een alternativo,” aldus Nix.

En verder in het blad:

• Een uitgebreid interview van Rik Van Puymbroeck met Johan De Smedt (Creative & Concept Director bij Standaard Uitgeverij/WPG) over de wedergeboorte van het Vlaamse striperfgoed. De Smedt is het brein achter de sensationele restyling van oude reeksen als Suske en Wiske (Amoras), Jerom (J-Rom) en De Rode ridder (Red Rider).

• Graphic journalism in Vlaanderen? Iedereen kent Joe Sacco die journalistiek beoefent met de tekenpen, maar hoe zit het met ‘graphic journalism’ in Vlaanderen? Onder meer Jeroen Janssen en Nathalie Carpentier steken hun neus aan het venster, aldus Karl Van den Broeck.

• Wouter Adriaenssens maakt naar aanleiding van een tentoonstelling in het Belgisch Stripcentrum een tour d’horizon van de Vlaamse stripscene en stuit, zoals te verwachten was, op een hardnekkige spreidstand tussen het commerciële en het artistieke.

• Guust Flater wordt 60 en dat wordt gevierd. Wij – Belgen – vinden hem ongeveer de grootste aller tijden, maar wat vindt de eminente Britse kunstcritica Cynthia Rose van het geesteskind van Franquin?

• Strips worden overigens vandaag allang niet meer enkel op papier geconsumeerd. Screendriver blijkt het nieuwe, ambitieuze forum voor digitale, interactieve comics. Vergeet het swipen, denk aan strips die met de lezer in interactie gaan.

• Columns van Walter Pauli en Philippe Capart

• Op bezoek bij Charel Cambré, Otto-Jan Ham, een analyse van het jongste album van ‘Blake & Mortimer’, een artikel over censuur, het begin van de reeks ‘De Oertijd van de strip’, de oproep voor de eerste scenariowedstrijd van Stripgids, een uitgebreide nieuwsrubriek en nog veel, véél meer!

Stripgids biedt uiteraard ook een forum aan een hele reeks tekenaars. Met nieuw werk en (voor)publicaties van:

• Lukas Verstraete
• Jente Van Loven
• Wilbert Van der Steen
• Gabri Molist
• Charlotte Dumortier
• Annis El Hamouri
• Nanoe Carremans
• KIM blijft ook in de derde reeks van Stripgids op post.

Het edito is – zoals het hoort voor een striptijdschrift – niet geschreven, maar getekend. Redactielid Simon Spruyt verbeeldde de start van Stripgids op een wel erg indringende manier.

Exclusief kunstwerk
Wie zich abonneert op Stripgids krijgt bij elk nummer een genummerde en gesigneerde tekening. In dit eerste nummer is dat van Nix. In samenwerking met het Nationaal Museum van de Speelkaart in Turnhout, maakte Nix ook een litho. Die wordt in een beperkte oplage verkocht en vormt een tweeluik met de tekening voor de abonnees. In elk nummer van Stripgids zal voortaan een uniek kunstwerk zitten, telkens vervaardigd met een ander ambachtelijke druktechniek.

Infofiche
Stripgids #1 h telt 132 p.
• Afmetingen: 33cm H x 22cm B
• Papier: Munken Pur 120g (binnenwerk) en Munken Polar 300g (covers)
• Afwerking: genaaid
• Gewicht: circa 750g
• ISBN-nummer: 9789078814085
• ISSN-nummer: 1783-4287
• NUR-360
• Prijs: 9,99 euro. Te verkrijgen in een strip- of boekenwinkel in de buurt. Of via www.stripgids.org.

Helemaal neutraal ben ik niet wat Stripgids betreft: voor de vorige reeksen schreef ik vaak een artikel en werkte ik altijd prettig samen met toenmalig hoofdredacteur Toon Horsten. Ook voor de nieuwe incarnatie schreef ik een stuk, namelijk dat over Screendiver. Ik heb Stripgids altijd het beste striptijdschrift van de Benelux gevonden. Hopelijk blijft dat zo.

Categorieën
Strips

Elsje wint Willy Vandersteenprijs 2016

Eric Hercules en Gerben Valkema winnen de Willy Vandersteen prijs 2016. Deze prestigieuze prijs wordt toegekend voor het stripalbum Elsje maakt geschiedenis.

Via deze weg feliciteer ik Hercules en Valkema van harte! Twee heel aardige mannen die al jaren een heel erg leuke strip maken. Goede grappen en heel tof getekend.

elsje-willy-vandersteenprijsDe Willy Vandersteenprijs gaat traditioneel naar het beste Nederlandstalige stripalbum van het voorbije jaar. Alle in Vlaanderen en Nederland verschenen, oorspronkelijke Nederlandstalige albums komen in aanmerking.

De winnaar krijgt een tekening van de vorige laureaten scenarist Marc Legendre en tekenaar Charel Cambré en een geldsom van 5.000 euro van de Belgische auteursvereniging Sabam.

De prijs werd ingesteld door het Vlaams-Nederlandse huis deBuren te Brussel, Stripdagen Haarlem en Strip Turnhout, en is de belangrijkste striponderscheiding in het Nederlandse taalgebied.

Uit het verslag van de jury:

Elsje is een typisch voorbeeld van de klassieke familiestrip: toegankelijk, grappig, fris en helder getekend. De reeks Elsje toont aan dat de familiestrip allerminst met uitsterven is bedreigd.
Tekenaar Gerben Valkema vindt aansluiting bij de Franco-Belgische stijl. Goede verhoudingen, een arsenaal aan gezichtsuitdrukking, de vlotte fysiek doet zelfs denken aan grootmeester Franquin.
De scenario’s van Eric Hercules zijn bijzonder grappig, spontaan en verfrissend. Hij maakte van Elsje een knuffelbaar en ook prikkelbaar meisje waarvan je wel moet houden.’

De samenwerking tussen tekenaar Gerben Valkema en schrijver Eric Hercules begon meer dan 15 jaar geleden bij Studio Jan Kruis voor de strip Jan, Jans en de Kinderen en leidde in 2006 tot het stripfiguur Elsje. Elsje wordt als dagstrip gepubliceerd in de dagbladen van De Persgroep, de HollandMedia-Combinatie en de NDCgroep. Ook verschijnt Elsje tweewekelijks in het stripblad Eppo. Elsje ontving in 2012 al de Stripschappenning voor beste jeugdalbum.

elsje-maakt-geschiedenisVan Elsje liggen er 16 albums in de winkel, uitgegeven door Don Lawrence Collection. Elsje is vertaald in het Duits, Frans, Noors, Gronings, Deens, Brabants, Engels en Zweeds.

De jury bestond dit jaar uit (niet-stemgerechtigd) voorzitter Helena Vandersteen, bibliotheekmeedewerker Lieve Scheers, de tekenaars Steven de Rie en Luc Morjaeu, stripwinkel-uitbaatster Ineke Horst en Stripgidsmedewerker Roel Daenen. Net als de vorige keer was ik nu ook gevraagd om zitting te nemen in de jury maar door het werken aan mijn boek Mijn vriend Spider-Man ontbeerde ik dit jaar de tijd om zitting te nemen en alle uitgaven goed bij te houden.

In-the-Pines-coverVolgens de jury lagen er in de finale stemronde vier titels ter tafel, en de jury houdt eraan ook de drie andere albums te vermelden: De man van nu van Hanco Kolk en Kim Duchateau, In the Pines van Eric Kriek en De tuin van Daubigny van Luc Cromheecke en Bruno De Roover. De scenaristen en tekenaars van elk van deze albums hebben met overtuiging en succes hun eigen grenzen verlegd. Deze albums tonen aan dat het genre ‘graphic novel’ springlevend is en dat lezers nog mooie dingen mogen verwachten. Aldus de jury.

Allemaal interessante titels die ook zeker de prijs hadden kunnen winnen, wat mij betreft. Al gun ik het Gerben en Eric natuurlijk ook van harte.

Vorig jaar bezocht ik Gerben Valkema in zijn atlelier:

Categorieën
Boeken Striprecensie Strips

Recensie: Het is maar om te lachen

In Het is maar om te lachen: Hoe cartoonisten de wereld veranderen, worden tien Vlaamse (en twee Franstalige) cartoonisten geïnterviewd over hun vak. Een boek vol boeiende gesprekken met professionals die de laatste tijd vaker dan ooit onder vuur lijken te liggen.

het-is-maar-om-te-lachen-omAan het woord komen Gal, Ian, Ilah, Kim, Lectrr, Wauter Mannaert, Marec, Pirana, Steve, Zaza en Nicolas Vadot & Cécile Bertrand. De meeste cartoonisten kende ik wel, doch niet allemaal. Ik lees nu eenmaal niet elke Belgische krant en was door de selectie blij verrast. Het is aangenaam kennismaken met mensen als Gal en Marec. De interviews zijn uitgevoerd door diverse journalisten en publicisten. Roel Daenen stelde de bundel samen.

De portretfoto’s zijn van Bart van der Moeren. Verwacht bij zijn foto’s geen stripmakers aan tekentafels, maar bijvoorbeeld een Lectrr met een groot legoschip in zijn handen en Wauter Mannaert met een enorme roestige zaag op de keel. Je kent Van der Moerens werk wellicht uit Stripgids dat samen met Uitgeverij Polis de bundel produceerde.

Je moet wel dapper in je schoenen staan om tegenwoordig nog cartoonist te durven zijn. De aanslagen op het satirische tijdschrift Charlie Hebdo in Parijs op 7 januari 2015 liggen nog vers in het geheugen en de overdreven reactie van moslimextremisten komen uiteraard uitvoerig aan bod in de bundel. ‘Niemand heeft het recht om niet beledigd te worden,’ zegt Zaza in het interview. Maar, choqueren mag niet het doel zijn van een cartoon. Het gaat Zaza erom dat de grap goed is: ‘Dat vond ik zo jammer bij de Deense cartoon van Kurt Westergaard. Miljoenen mensen zijn de straat op gegaan voor een cartoon die niet eens grappig was. Een tekening van de Profeet met een bom rond zijn hoofd is een aanklacht, geen grap. Als je delicate onderwerpen aansnijdt – zoals religie, gehandicapten of euthanasie – dan moet je ervoor zorgen dat je grap steengoed is. Je bent dat verplicht aan de gevoeligheid van het onderwerp.’

Wel geeft Zaza toe dat hij sinds de aanslag vorig jaar voorzichtiger is geworden: ‘Ik heb kinderen, dus helaas wel, ja.’ Een spijtige, maar begrijpelijke ontwikkeling.

Lectrr.
Lectrr.

Doodsbedreiging
Lectrr maakte naar aanleiding van die aanslag een cartoon waarin een extremist met een groot mes een potlood probeert te kortwieken, maar moet tot zijn spijt concluderen dat de punt daar alleen maar scherper van wordt. Een prachtige cartoon die de hele wereld over ging. Het leverde de cartoonist welgeteld één bedreiging van een moslimextremist op, via mail. ‘Ik teken zelf om bepaalde redeneren Mohammed niet. Maar ik heb Mohammed niet afgebeeld en toch een doodsbedreiging gekregen. Dus is die grens al opgeschoven: je mag niet meer met de jihadisten lachen. Als je daaraan toegeeft, schuift het op en mag je niet meer met vrouwen met een hoofddoek lachen. En voor je het weet, mag je enkel nog lachen met kale, blanke mannen. Een samenleving is, als je het als cartoonist bekijkt: met iedereen lachen. Ook met gehandicapten, vooral met gehandicapten, want dat is “inclusief” denken. Iedereen erbij,’ aldus Lectrr.

Doel
Het lijkt nu misschien alsof het hele boek om de lange tenen van islamieten draait, maar dat is gelukkig niet zo. Het is een onderwerp dat wel heel actueel is en daarom besproken wordt, maar ook komen de carrières van de cartoonisten uitgebreid aan bod, hoe zij omgaan met censuur en zelfcensuur en de functie en doel van hun werk. Dat doel is meestal de lezer een spiegel voorhouden of een ander licht op de zaak doen schijnen. Volgens Ilah behelst haar doel als cartoonist ook meer dan alleen mensen aan het lachen te maken: ‘Ik wil hen met mijn werk laten nadenken.’

Wauter Mannaert ziet het allemaal nog iets utopischer: ‘Het doel van wat je doet, moet toch verzoening zijn, hoe utopisch dat ook klinkt. Op de een of andere manier moeten we naar een maatschappij evolueren waarin we samenwerken.’

Het werk van de cartoonisten kan gezien worden als een pleidooi voor nuance en reflectie en interessant aan Het is maar om te lachen is dat je kunt zien hoe ieder dit pleidooi vormgeeft. Van alle cartoonisten zijn voorbeelden in het boek opgenomen. Al hadden het er wat mij betreft wel meer afbeeldingen bij gemogen.

Cartoon van Cécile Bertrand.
Cartoon van Cécile Bertrand.

Het fijne aan dit soort boeken is dat er ruimte is. Als een antwoord een hele pagina in beslag neemt, is dat geen probleem. Dat is vaak met interviews in kranten en tijdschriften, waar artikelen maar een X-aantal woorden lang kunnen zijn, wel anders. De bundel wordt ingeleid door Roel Daenen. Columnist Dave Sinardet sluit hem af met een nawoord over de kracht van (politieke) cartoons.

Kortom, Het is maar om te lachen geeft mooi inzicht in het werk en denkwereld van Belgische cartoonisten. Door de nadruk op de aanslagen op Charlie Hebdo, is het tevens een document dat de huidige stand van zaken weergeeft.

Roel Daenen e.a. Het is maar om te lachen: Hoe cartoonisten de wereld veranderen
Uitgeverij Polis, € 24,95