Categorieën
Film Strips

John Waters in de Zone 5300

Deze aankondiging is even op de plank blijven liggen door het bloggeweld dat Imagine veroorzaakte, maar dan toch bij deze: Het nieuwe nummer van Zone 5300 ligt in de winkels. Waarom moet je hem kopen? Nou dat zal ik je vertellen.

Allereerst staat er een uitgebreid interview met de meester van de trash-cinema in, namelijk John Waters. Over zijn samenwerking met Divine, inspiratie, zijn geen moment saaie carrière en zijn oprechte liefde voor film: ‘Ik vind het zelfs fantastisch als er witte ondertiteling zit in een film met sneeuw!’ Vorig jaar was John Waters in Nederland en deed ook Cinema de Melkweg aan. Ik was daar aanwezig tijdens de vertoning van Polyester en de Q&A erna. Dat leverde dit verslag op.

Het interview in de Zone 5300 werd uitgevoerd door Frank Schonewille. Het interview werd tot een artikel bewerkt door Eric van der Heijden.

Verder bevat deze versche Zone een bijzonder project van Natasja van Loon en stripmaker Merel Barends. In Jager/Prooi vetellen ze elk een kant van hetzelfde verhaal.

Muziek
Ook zit er muziek in deze Zone. Oftewel: je krijgt er een gratis cd’tje bij. We Are The Chosen is een verzamelaar met maar liefst 19 nummers van striptekenaars die in de vijftien jaar van Zone’s bestaan met het magazine hebben gewerkt of dat nog altijd doen. Striptekenaars spelen namelijk niet zelden in een bandje. Daar moet mijns inziens toch eens een sociologisch onderzoek naar gedaan worden, naar de connectie stripmaker-muzikant, maar dat terzijde.

Verder bevat deze Zone natuurlijk strips en recensies (ook een paar van mij) en kost dit kleinood je slechts 6,50.

Meer weten over deze Zone 5300, numero 89 alweer, klik dan even door naar de Zone-site. Daar kun je meteen wat audiosamples luisteren van We Are The Chosen en – als je helemaal in een gekke bui bent – lezen hoe je abonnee kunt worden.

Categorieën
Film Filmrecensie

Leslie, My Name is Evil

‘I love you, but I love Jesus more,’ geeft Dorothy (Kristin Adams) als verklaring waarom ze niet met Perry naar bed wil voor het huwelijk. Ze is daarmee het tegenovergestelde van de wilde Leslie. Leslie is een van de Meiden van Charles Manson. Zij heeft er geen moeite mee haar liefde en lichaam te delen met anderen.

Perry (Gregory – Everwood – Smith) komt in aanraking met Leslie wanneer hij zitting neemt in de jury die moet bepalen of zij, Manson en twee andere vrouwen de doodstraf verdienen. Leslie (Kristen Hager) was betrokken bij de slachting van een gezin. Tijdens de rechtzaak heeft de christelijke Perry moeite met het kiezen tussen zijn lustgevoelens voor Leslie en de wens van zijn vader en verloofde, die vinden dat Manson & Co. de stoel verdienen.

Opoffering
Zware kost? Allerminst. Regisseur Reginald Harkema uit zijn kritiek op Amerika ondubbelzinnig, maar doet dit met een de verzachtende knipoog van de satire. Zowel de familie Manson als het christelijke kamp worden dik aangezet vertolkt. Pa is bereid om zijn zoon te laten sterven in Vietnam, want God heeft immers ook zijn enige zoon moeten opofferen ten goede van de mensheid. Dorothy spant wat domme opmerkingen betreft de kroon: ‘If they can kill a Hollywood actress, they can kill anyone!’

Behalve humor, benadrukt de regisseur op zelfbewuste wijze de kunstmatigheid van de cinema om zijn boodschap te verzachten. Harkema versnijdt bijvoorbeeld archiefbeelden met zijn eigen opnames. In de scène waarin Perry Dorothy op straat ontmoet, kijken ze vol vreugde toe hoe een stel studenten wordt gearresteerd. Deze arrestatie bestaat uit zwart-wit archiefbeeld dat overduidelijk contrasteert met de felgekleurde scènes uit de rest van de film. Ook worden er in een droomsequentie psychedelische effecten toegepast die werden gebruikt in de jaren zestig.

John Waters
En zo gebruikt Harkema wel meer filmtechnieken die de film van een speels karakter voorzien. Sterker nog: een van de juryleden lijkt verdacht veel op filmmaker John Waters. Een verwijzing naar het feit dat Waters zich in latere jaren heeft ingezet om Leslie vrij te krijgen. Ze had in zijn ogen immers al genoeg geleden. En als de echte Leslie ook maar half zo ontwapenend is als actrice Kristen Hager, who can blame him?

De luchtige benadering doet niets af aan de strekking van de film. In wezen handelen zowel de Meiden van Manson als de leden van het Christelijke gezin op basis van een onzinnig vertrouwen in één man (respectievelijk Charles Manson en Jezus) en claimen ze beiden de waarheid in pacht te hebben. Met dit verschil dat de vader van Perry, die voor de Vietnamoorlog en de doodstraf is, het gelijk van de meerderheid van de Amerikaanse bevolking en president Nixon aan zijn kant heeft. In mijn ogen zijn pa en Manson beiden waanzinnig. Perry twijfelt nog, maar gaat na zijn jurering doodleuk werken voor een bedrijf dat napalm maakt. Wie uit naam van God spreekt heeft immers gelijk.

Charles Manson doet een Jezus

Tijdens het kijken van Leslie, My Name is Evil, bekroop mij dan ook een beangstigend idee: het is niet moeilijk voor te stellen dat christelijke fundamentalisten in de Verenigde Staten helemaal niet doorhebben dat Harkema zijn film satirisch heeft bedoeld. Mensen die hun leven wijden aan een sprookjesfiguur en blind vertrouwen in geestelijk leiders die onzinnige verbanden leggen tussen homoseksualiteit en pedofilie, zijn in mijn ogen eigenlijk enger dan de Meiden van Manson. (Zolang de dames het hakmes in de keukenla laten liggen uiteraard.)

Leslie, My Name is Evil stemt tot nadenken. En dat maakt het voor mij een fijne film.

Deze recensie is ook op het Imagine filmblog van Zone 5300 gepubliceerd. Wil je meer recensies over de films op Imagine? Check de artikelen van mijn collega’s.

Categorieën
Film

John Waters zegt: ‘No smoking!’

De Q&A met John Waters in de Melkweg waar ik laatst bij was, deed me denken aan een kort niet-roken-spotje dat vroeger werd gedraaid voor filmvoorstellingen in mijn favoriete theater in Berkeley op University Ave.In dit spotje kondigt de toen nog jonge filmmaker aan dat er vooral niet gerookt mag worden in het filmtheater terwijl hij zelf lustig een sigaret wegpaft. Typische John Waters humor en in ieder geval een stuk leuker dan de zeurspotjes die je in Nederland doorgaans ziet.

Ik heb er trouwens veel films gezien, in dat oude theater. Een aantal filmklassiekers die mijn jonge filmhart sneller deden kloppen. Er is immers geen betere filmeducatie te bedenken dan het Witte Schoolbord, zoals K. Schippers het witte doek ooit noemde. Ik zag er veel Hitchcock en de Bond-films met Sean Connery voor het eerst op een groot scherm. Ik zat zelfs een hele marathon van Prince-films uit. Die middag onmoette ik Apollonia Kotero (uit de film Purple Rain) tijdens een signeersessie. Zij was daar aanwezig om haar carrière een nieuwe impuls te geven en hoopte dat de vele aanwezige Prince-fans ook haar aankomende album zouden aanschaffen. Ik was daar omdat ik indertijd mezelf als Prince-fan beschouwde. (Een predikaat waar ik mij tegenwoordig verre van houd.)Het filmtheater stond vlak bij de universiteit van Berkeley. Misschien dat er daarom iedere vrijdag laat de film The Rocky Horror Pictureshow draaide, want dat is zo’n typische happening die vooral melige studenten kan bekoren. Een film van John Waters heb ik er overigens nooit gezien, al was het rookspotje wel de eerste keer dat ik van de filmmaker hoorde. Jammer dat overheidsspotjes in Nederland (van het voedingcentrum tot en met die draken van de belastingdienst) nooit eens echt leuk of goed kunnen zijn. Het zijn altijd van die flauwe dingen die volgens mij weinig tot geen effect scoren. Misschien moeten ze daar eens een goede filmmaker op zetten.

Categorieën
Film

John Waters: ‘Je moet jezelf blijven vernieuwen’

Filmmaker John Waters, aka The King of Trash, was in Nederland en liet zijn gezicht zien tijdens het BUT filmfestival in Breda en in de filmzaal van De Melkweg te Amsterdam, waar zondagavond zijn films Polyester (1981) en Pink Flamingo’s werden vertoond. Waters toonde zich een waar entertainer tijdens de Q&A die tussen de twee filmvertoningen plaats vond. Hij beantwoordde vragen van het publiek en lepelde enkele sappige anekdotes op uit zijn filmcarrière, die begon met zijn korte film Hag in a Black Leather Jacket uit 1964.


Waters is altijd een anarchistische filmmaker geweest die door middel van camp en shockerende scènes commentaar levert op de standaardwaarden van de Amerikaanse maatschappij. Waters maakte in 1981 de film Polyester voor het bescheiden budget van 300.000 dollar en vertelde met de film een totaal bizar verhaal dat een parodie moest zijn op de melodrama’s van regisseur Douglas Sirk. Polyester is dan ook een satire op het familieleven in de suburbs, met dragqueen Divine in de hoofdrol. Divine, die in de verte iets wegheeft van Elizabeth Taylor met overgewicht, wordt door bijna iedereen in deze film op vreselijke wijze behandeld. Thuis is het ook al geen pretje voor deze moeder die haar leven volgens de christelijke waarden wil laten leiden: haar man is exploitant van een pornobioscoop en gaat vreemd met z’n secretaresse, haar zoon is een voetfetisjist die de voeten van vrouwen breekt door hard op ze te stampen en haar dochter is een losgeslagen, oversekste puber tot ze zwanger wordt en na haar abortus de edele kunst van het haken ontdekt.

https://www.youtube.com/watch?v=fwtbY9zfOMA

Divine (Harris Glenn Milstead) speelde in veel films van Waters en was een jeugdvriend van de filmmaker. Waters woonde in dezelfde straat in Baltimore als Divine en ontmoette hem op 16-jarige leeftijd. De dikke jongen werd constant gepest en in elkaar geslagen om zijn verwijfde voorkomen. Volgens Waters werd Divine zelfs door zijn moeder gedwongen iedere avond d’r haar te doen. Misschien dat Polyster daarom zo’n verdraaid beeld geeft van een gemiddeld gezin in de suburbs, om te laten zien dat het daar niet zo vredig aan toegaat als dat men zou verwachten.
Een opvallende aanwezigheid in de cast van Polyester is filmster Tab Hunter. Hunter maakte furore in de jaren vijftig en was toen een waar idool. In Polyester speelt hij de rol van Todd Tomorrow die aanpapt met Divine om haar alimentatie in de wacht te slepen, terwijl hij eigenlijk een relatie heeft met haar moeder. Waters vertelde zondagavond dat Hunter zo onder de indruk was van Divine, dat hij later nog een andere film met hem in de hoofdrol produceerde.

Polyester heeft als special feature Odorama: tijdens sommige scènes komt er een cijfer in beeld. Dit cijfer correspondeerde met een speciale kaart die geursamples bevatte. Het publiek diende cijfertjes weg te krassen om zo de betreffende geur te kunnen ruiken. De gimmick was niet beschikbaar in de Melkweg zondagavond. Gelukkig maar, want bij vertoningen waar Odorama vroeger wel werd toegepast stonk de bioscoopzaal aan het einde van de film een uur in de wind van al die geurtjes. John Waters zou namelijk John Waters niet zijn als er niet wat nare odeurs in het palet zouden voorkomen.

Hairspray
In 2007 kwam de film Hairspray uit van regisseur Adam Shankman, met Hollywoodsterren als John Travolta en Michelle Pfeiffer in de hoofdrol. Tijdens de Q&A vertelde Waters dat hij zeer in zijn nopjes was met deze remake van zijn film en dat hij een synopsis voor een sequel heeft geschreven. ‘Het verhaal gaat een compleet andere kant uit. Dat moet ook wel want je wilt altijd het publiek verrassen met iets nieuws. Daarbij is het verhaal van Hairspray is nu al drie keer verteld, in twee films en een broadway musical, hoog tijd dus voor een nieuwe wending.’ De filmmaker achtte overigens de kans niet groot dat de filmproducenten dit nieuwe treatment zouden accepteren.

Klootzak
Iemand uit het publiek vroeg Waters of hij nog steeds de films maakt die hij graag wil maken. ‘Ja, al moet je natuurlijk altijd concessies doen.’ Zijn houding was wel veranderd, gaf hij toe: ‘A 20 year old angry man is sexy, but an angry 60 year old is an asshole,’ legde hij uit. Films als Polyester en Pink Flamingo’s zal hij nu ook niet meer maken. Al spreekt hij nog steeds met trots over het feit dat hij de scène waarin Divine hondenpoep eet in Pink Flamingo’s door de censuur kreeg. ‘Ik vind het fantastisch dat ik ze gemaakt heb, maar die films heb ik dus al een keer gedaan. Je moet jezelf telkens opnieuw uitvinden en blijven vernieuwen.’
De regisseur van films als Cry Baby (1990) en Serial Mom (1994) werkt nu aan een kinderfilm, maar wel voor ‘fucked up little children’ gaf hij lachend toe. Waters vond het fijn dat ook jongere generaties in zijn films geïnteresseerd zijn. Zelf houdt hij die ook goed in de gaten, hij is nieuwsgierig naar wat jongeren uitspoken. Waters doet op dit moment een collegetoer door Amerika, getiteld This filthy world. ‘Vroeger gebruikte ik de term trash om mijn films aan te duiden, maar dat woord is uit. Daarom noem ik het tegenwoordig filth wat ik maak.’

Warhol en Wood
Waters wordt wel eens vergeleken met kunstenaar Andy Warhol. Die vergelijking is ook niet zo gek: beide filmmakers maakten eigenzinnige films met een aparte sterrencast met daarin dragqueens en andere afwijkende types. Zoals Waters zegt: ‘Warhol was de eerste die homo’s en drugs in film toonde.’ De twee heren hebben elkaar dan ook wel eens ontmoet. Warhol was zelfs zo onder de indruk van Pink Flamingo’s dat hij Federico Fellini mee naar de bioscoop nam om de film te laten zien. In het dagelijks leven wordt Waters wel eens voor Steve Buscemi aangezien. Qua gezicht en lichaamsbouw lijken de twee filmmakers/acteurs dan ook wel wat op elkaar. Wel verwonderlijk vond Waters die keer dat een stewardess hem voor filmmaker Ed Wood aan zag.

Underground cinema
Volgens Waters zijn er geen echte underground- en exploitatiefilms meer. Als die er al zijn dan zijn ze vooral online te zien. Probleem is daar wel dat het moeilijk is met online vertoning je geld te verdienen. Ook kun je veel minder makkelijk een sensatie creëren. Waters sprak zeer enthousiast over de horrorfilm The Final Destination die in 3D te zien is. Dit is wat hij tegenwoordig een exploitation film noemt. ‘3D is pure exploitatie. Ik vraag me dan ook af waarom ze geen 3D pornofilms maken.’ Volgens Waters zijn er in het verleden wel pogingen gedaan om erotische films in 3D te maken, ‘maar die waren een beetje mislukt. Met de huidige technieken zou je veel betere resultaten kunnen boeken.’

Het was een genot om Waters te horen praten. De man sprak in een rap tempo en vol enthousiasme. De Q&A duurde ruim een halfuur, waarna de filmmaker in het Theehuis nog even ging zitten om dingen te signeren.



Soortgelijks: Tim Burton op het AFFF.