Categorieën
Minneboo leest Strips Video Vlog

Eerste blik op HET VERHAAL VAN DE GOSCINNY’S | 347

Categorieën
Minneboo leest Strips Video Vlog

De prachtige tekeningen van striptekenaar Albert Uderzo | 337

Albert Uderzo, co-creator en tekenaar van de reeks Asterix (en heel veel andere strips) is overleden op 92-jarige leeftijd. Asterix blijft een van de beste stripreeksen ooit. Dus daarom een blik in een paar albums.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Expositie Asterix en de Belgen

Van het prachtige stripalbum Asterix en de Belgen is nu een tentoonstelling in het Stripmuseum in Brussel.

Nieuwsgierig nam ik laatst een kijkje, want Asterix is een van mijn favoriete stripfiguren. Het zijn albums die je telkens opnieuw kunt lezen vanwege de scherpe grappen van van scenarist René Goscinny (1926 – 1977) en de prachtige illustraties van Albert Uderzo (1927).

Bange Romeinen heten ons welkom.

Aan het begin van de tentoonstelling worden we dan ook terecht aan beide heren voorgesteld. Goscinny stierf helaas al op 51-jarige leeftijd. Een van de grootste stripscenaristen van de Europese strip stierf in mijn geboortejaar. Ik hou van de humoristische tekeningen van Uderzo, die zijn hand niet omdraaide om rake karikaturen van bestaande personen op papier te zetten.

André Coscinny.

Even terzijde: veel van mijn striphelden beginnen echt op leeftijd te raken. Uderzo is 90 jaar oud en met pensioen, Stan Lee is 94, ook John Romita Sr. is inmiddels 87. Zijn zoon, mijn favoriete Spider-Man-tekenaar is al 60. Bijna net zo oud als mijn vader. Enkele andere helden zijn al reeds overleden, behalve Coscinny bijvoorbeeld ook André Franquin, die in 1997 stierf. Dat maakt mij niet alleen duidelijk dat veel van de stripmakers die ik bewonder niet hedendaags zijn. En dat we binnenkort afscheid van hen moeten gaan nemen.

Er zijn overigens wel stripmakers van nu die ik bewonder, maar daarover een andere keer meer.

Spelelementen
De tentoonstelling richt zich dus op één album van de reeks Asterix. Asterix en de Belgen verscheen oorspronkelijk in 1979. Het is het laatste album waar Goscinny aan meewerkte.

De expositie bevat enkele actieve onderdelen. Zo kun je op een bewegend plateau gaan staan om met je voeten een rubber balletje te manoeuvreren tussen de personages van de strip. Ook is er een groot bord waarop je de personages en hun vaste props bij elkaar moet raden. Druk tegelijk de knoppen in bij het personage en de prop. Als je het juist hebt, gaat er een groen lampje branden. Het Stripmuseum heeft dus een expositie willen maken die gezinsvriendelijk is.

Zoals ik al schreef in eerdere verslagen, is het Stripmuseum in Brussel geen stoffig instituut waarin je alleen originele pagina’s aan de muur kunt bewonderen. De tentoonstellingen worden op een ludieke wijze en sfeervol vormgegeven. Vaak zit er ook een interactief element in. Dit keer ligt dus meer de nadruk op het spelelement, zonder dat het geheel een circus wordt. Toen ik door de expositie liep, was er een schoolklas aanwezig. De leerlingen waren lekker in de weer met de spelelementen.

Herdrukken
Er zijn ook mooie zwart-wit pagina’s uit de strip te zien voor de liefhebbers van Uderzo’s illustraties. Dit zijn geen originelen maar facsimiles. Willem de Graeve, codirecteur en hoofd communicatie, vertelde me dat het te kostbaar zou zijn geweest om de originelen op te hangen. Die worden namelijk voor het grootste deel bewaard in de Bibliothèque Nationale de France.

Je zou origineel en facsimile eigenlijk naast elkaar moeten leggen om het zeker te weten, maar als het er niet bij had gestaan dat het hier fotografische herdrukken betreft, had ik het verschil niet gezien. Natuurlijk hebben originele tekeningen en strippagina’s een soort van aura vanwege hun uniekheid, maar voor de inhoud van de expositie maakt het eigenlijk niet uit dat de platen geen originelen zijn. Je kunt nog steeds het vakmanschap bestuderen zonder dat de originele platen kunnen verkleuren of tijdens vervoer gevaar lopen.

Parodie
Coscinny zei in 1976: ‘Ik parodieer graag. Ik beschrijf de dingen zoals ze zijn, maar met een lichte kwinkslag, waardoor ze grappig worden. Die kwinkslagen zijn de bouwstenen van wat stap voor stap een parodie wordt.’ In de reeks Asterix worden culturele stereotypen op een humoristische wijze uitvergroot. Waar de dappere Galliërs ook komen. Dat maakt de reeks juist zo aantrekkelijk, omdat we om onszelf en anderen kunnen lachen.

In de tentoonstelling komt goed naar voren hoe de stripauteurs jongleren met een handvol Belgische symbolen, die soms meer aan de mythologie dan aan de realiteit zijn ontleend. Toch maken ze niemand belachelijk, maar is het album eerder een ode aan België en een teken van vriendschap.

Rare jongens die… euh, laat maar. Een cameo van een bekend stripduo.

Belgische helden
In het album Asterix en de Belgen komen meerdere Belgische helden en beroemdheden voorbij. De bode die de naburige stammen pijlsnel waarschuwt, is een karikatuur van Eddy Merckx, de legendarische wielerkampioen uit het Brusselse, vijf keer winnaar van de Ronde van Frankrijk. Als koerier geeft hij blijk van een uitzonderlijke snelheid. Nicotine, de vrouw van stamhoofd Vandendomme, is een karikatuur van de Belgische actrice en zangeres Annie Cordy, die eind de jaren 1970 bijzonder populair was in Frankrijk.

De Belgische zanger Jacques Brel (1929-1978), die zijn liefde voor België bezong in onder meer Bruxelles of Marieke, komt in het album aan bod met enkele woorden uit zijn beroemdste lied, Mijn Vlakke Land. Uiteraard wordt in de expostie aandacht besteed aan deze beroemdheden en verteld wie ze zijn. Niet iedereen zal ze immers nog kunnen herinneren, vooral de jonge bezoekers niet. Die hebben hun eigen contemporaine helden. En natuurlijk ontbreekt er geen knipoogje naar Manneken pis.

De tentoonstelling Asterix en de Belgen is samengesteld door Mélanie Andrieu en bevat teksten van Andrieu en Jean Auquier. De expositie niet al te groot, maar was dan ook eigenlijk een soort tussendoortje. Een opstap naar de grotere expositie over de Belgische strip die in het najaar te zien zal zijn. Van Asterix kun je genieten tot en met 3 september 2017.

Categorieën
Strips

Uderzo spreekt in Brabant Strip Magazine

In het nieuwste nummer van Brabant Strip Magazine staat een groot interview met de legendarische stripmaker Albert Uderzo. De tekenaar van onder andere Asterix beantwoordt vragen van collega stripmakers.

Uderzo tekende voor deze gelegenheid ook de cover van het magazine met daarop zijn bekendste hoofdpersonages:

uderzo_coverIk vind het een heel toffe illustratie, vooral omdat de 87-jarige Uderzo tegenwoordig het potlood heeft overgegeven aan Didier Conrad, die samen met scenarist Jean-Yves Ferri het laatste album Asterix bij de Picten maakte. In oktober komt dit jaar een nieuw Asterix-avontuur gemaakt door dit duo uit. Van hun eerste album is ook een luxe editie verschenen over hoe het verhaal tot stand kwam. Daarover had Gerben Valkema mij laatst het een en ander te vertellen:

Voor meer informatie over Brabant Strip Magazine, toch een van de meest gepassioneerde stripbladen in de Benelux, check de site.

Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatje onder de loep: Dikke vrienden

Twee jaar geleden werd met veel succes een nieuw avontuur van Asterix uitgegeven, Asterix bij de Picten, gemaakt door scenarist Jean-Yves Ferri en tekenaar Didier Conrad. Een vermakelijk album. Toch gaat er wat mij betreft niets boven de klassieke verhalen van het oorspronkelijke creatieve team achter de reeks, Albert Uderzo en René Goscinny.

De geliefde Galliër en zijn dorpsgenoten debuteerden 29 oktober 1959 in het eerste nummer van het franse stripblad Pilote, opgericht door Albert Uderzo, René Goscinny en Jean-Michel Charlier (auteur van onder andere Blueberry). Dat Asterix een grote ster zou worden zit al in zijn naam: Aster is het Latijnse woord voor ‘ster’, de toevoeging rix is Keltisch voor ‘koning’. Hoewel, Uderzo (1927) heeft ooit gezegd dat als ze niet zelf een stripblad hadden gehad om Asterix in te introduceren, hij er waarschijnlijk nooit was gekomen. Veel uitgevers geloofden niet in Asterix als held omdat hij met zijn kleine voorkomen er niet uit ziet als een typische held. Die waren indertijd namelijk jong en aantrekkelijk. Misschien dat het nieuwe aan Asterix en Obelix er juist voor heeft gezorgd dat de striphelden opvielen.

Een andere belangrijke factor is waarschijnlijk de scherpe pen van René Goscinny (1926-1977), een geniaal stripauteur die naast Asterix onder andere ook de reeks Lucky Luke pende. Ook een strip die ik tegenwoordig nog graag herlees. Dat kan ook makkelijk want beide reeksen zijn door hun historische setting tijdloos, maar bovenal zijn ze goed geschreven en bevatten scherpe grappen.

Running gags
Goscinny schreef over de Galliërs avonturen vol woordspelingen en knipoogjes naar de geschiedenis en de actualiteit. Ook ging hij speels om met clichés, stereotypen en culturele referenties. Een van de sterke punten van de Asterix-strip is de herkenbaarheid die deels wordt veroorzaakt door herhaling en running gags. Goscinny laat in de verhalen bepaalde elementen telkens terugkomen waardoor deze een vaste waarde worden en door de herkenning juist een lach opwekken. Denk bijvoorbeeld aan de Bard die constant het zingen wordt ontzegd omdat hij geen toon kan houden, de arme Romeinen die iedere confrontatie het onderspit moeten delven en Obelix die nooit toverdrank mag drinken omdat hij als kind in de ketel is gevallen.
stripplaatje-asterix_geschenk v caesarVriendschap
Mijns inziens is het hart van de reeks de vriendschap tussen Asterix en Obelix. Hoewel de vrienden elkaar altijd bijstaan, hebben ze ook geregeld ruzie. Zoals in het album Het geschenk van Caesar, waar bovenstaande stripstrook uit afkomstig is.

Als de nieuwe dorpsbewoner Appendix, aangespoord door zijn vrouw Angina, campagne voert om dorpsleider te worden, raakt hij natuurlijk in conflict met Abraracourcix, de huidige leider van het dorp. Er barst een politieke strijd los tussen Appendix en Abraracourcix (die in de huidige vertaling Heroïx heet). Tijdens een maaltijd laat Asterix aan zijn vriend weten dat hij de vreemdelingen het liefste ziet vertrekken, want dat gezin leidt tot ruzie in het dorp. Obelix, die zojuist tot over zijn oren verliefd is geworden op de dochter van Appendix, is het daar niet mee eens en stormt boos Asterix’ huis uit.

asterix_coverIn de scène hierboven leggen de twee het weer bij, zoals ze dat altijd doen. Asterix zoekt Obelix op en vraagt of zijn vriend nog steeds boos is. Vervolgens gaat de kleine blonde Galliër naast Obelix zitten en prikt hij speels in diens zij. Dat amuseert zijn vriend. Uiteraard is Obelix veel sterker en als hij Asterix’ vriendschappelijke gebaar herhaalt, knalt hij hem meters ver weg.

Deze scène en lichte variaties daarop zien we door de hele reeks terugkomen. Een visueel cliché dat juist door de herkenbaarheid een vertrouwd gevoel geeft. Vergelijkbaar is het moment dat de twee heren ruzie krijgen en met de neuzen tegen elkaar gedrukt naar elkaar staan te schreeuwen. (Iets wat veelvuldig voorkomt in Asterix bij de Picten.)

Het bovenstaande strookje toont ook meteen de andere kracht van de strip Asterix, namelijk hoe goed Uderzo kan tekenen. De goed getroffen lichaamstaal van de personages spreekt boekdelen. De aantrekkelijke tekeningen en het humoristische vernuft maakt dat je avonturen van Asterix eindeloos kunt blijven lezen.

Gepubliceerd in Eppo #17 (2014).

Categorieën
Strips

Asterix aan de Big Mac

Asterix maakt reclame voor de fastfoodketen McDonald’s. Op een Franse reclamecampagne van McDonald’s is te zien hoe Asterix en zijn vrienden zich in een Mac te goed doen aan ‘het voedsel’ dat daar geserveerd wordt.

De Franse fans zijn niet blij met de campagne. McDonald’s wordt in Frankrijk vaak gezien als de duidelijkste uitwas van het Amerikaanse cultuurimperialisme dat de Franse goede smaak en eerlijke productie ondermijnt. En Asterix staat nu eenmaal symbool voor het buiten de deur houden van ongewenste buitenlandse legioenen. Ik kan me het ongenoegen van de fans enigszins voorstellen: je wilt toch niet dat je (strip)held reclame maakt voor een wanproduct of -keten.

Het Vlaamse Nieuwsblad schrijft: ‘Fans van de stripfiguur reageren ontgoocheld op de campagne. Op blogs wordt vol onbegrip gereageerd dat de stripfiguur figureert in de campagne van de fastfoodreus, terwijl de strip juist draait over het verzet tegen een buitenlandse overmacht.’

Tekenaar Albert Uderzo zal zijn pensioen wel willen aanvullen met een extra inkomen. En dat kan ik me ook wel weer voorstellen. De in 1927 geboren stripmaker zal niet meer zoveel albums in zich hebben. Dit is overigens niet de eerste keer dat McDonald’s de Galliër voor een campagne inzet. Ook toen was er veel verzet bij de fans.

Stripfiguren die reclame maken is geen onbekend fenomeen. Bij Flipje van de Betuwe was het precies andersom. Het fruitbaasje uit Tiel werd bedacht om jam te verkopen. Aan de jampotjes zaten stripstroken die er afgehaald konden worden. De avonturen van Flipje werden in acht plaatjes gedrukt op lange stroken die konden worden afgespeeld in een zogenaamde Flipposcoop, een soort van papieren bioscoopje.

Persoonlijk lig ik er niet wakker van dat Asterix reclame maakt voor McDonald’s. Ik eet die rotzooi van de McDonald’s liever toch niet. Zelfs niet als Asterix het me aanraadt. Ik ben immers ook nog nooit aan de everzwijnen begonnen.