Categorieën
Strips

Pontiac krijgt ‘De Marten’

Gisteren schreef ik al dat Peter Pontiac dit jaar de Marten Toonderprijs, die ik graag ‘De Marten’ noem, krijgt. Ik schreef hierover ook een bericht voor Het Parool en sprak Pontiac daarvoor kort over de telefoon. Zoals beloofd hier het stuk dat vandaag in de krant verscheen.

Striptekenaar Peter Pontiac krijgt de Marten Toonderprijs 2011, tegenwoordig de belangrijkste Nederlandse oeuvreprijs voor stripmakers.

De Marten Toonderprijs van het Fonds BKVB is een oeuvreprijs die wordt uitgereikt aan een stripmaker die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan het beeldverhaal. De jury noemt Pontiacs werk vernieuwend: ‘Hij heeft een combinatie van schrijver- en kunstenaarschap toegevoegd aan de Nederlandse strip.’

‘Ik was stomverbaasd dat ik hem kreeg,’ zegt Pontiac. ‘Sommige mensen vinden misschien dat ik voor een stripprijs relatief weinig strips heb gemaakt. Volgend jaar komen er twee overzichtsboeken uit, eentje met het beste tekenwerk en eentje met alle strippagina’s. Dat zijn er toch wel 300. Maar goed, op veertig jaar tekenen is dat niet zo veel.’

De autodidactische tekenaar Pontiac (1951) publiceerde aan het begin van zijn internationale carrière in Nederlandse, Spaanse en Amerikaanse undergroundbladen. Later illustreerde hij voor Oor, NRC Handelsblad en het AD. Muziek, rock-‘n-roll, is altijd een belangrijk thema gebleven in zijn illustraties, strips en albumcovers. Pontiac maakte ook autobiografisch getinte strips over zijn drugsgebruik. Zijn belangrijkste wapenfeit is echter Kraut (2000), een graphic novel over zijn vader die tijdens WOII oorlogsverslaggever was voor de SS. De jury noemt dit de beste Nederlandse graphic novel.

‘Ik sta nog steeds vierkant achter Kraut en wilde het boek al jaren maken,’ vertelt Pontiac. ‘Ik heb ermee gewacht tot mijn moeder niet meer leefde, ze had het verhaal niet getrokken.’

Illustratie voor Kraut.

Op dit moment is Pontiac bezig met een grote prent over de Belgische zanger Guido Belcanto. Ook wil hij al jaren een boek over de dood maken, maar betaald opdrachtwerk houdt hem hiervan af.

Bij de Marten Toonderprijs – vernoemd naar de beroemde stripmaker van onder meer Olivier B. Bommel en Tom Poes – hoort een overzichtstentoonstelling en een geldbedrag van €25.000. Een welkome aanvulling op het stripmakersalaris. ‘Ik heb nog nooit zoveel geld gehad,’ zegt Pontiac. ‘Schraalhans is hier keukenmeester dus het is ontzettend fijn om nu eens een financieel buffertje te hebben.’

9 september krijgt Pontiac de prijs op het nieuwe Stripfestival Breda. Vorig jaar werd ‘de Marten’ voor het eerst aan Jan Kruis gegeven.

Door Michael Minneboo

Michael Minneboo is een freelance journalist gespecialiseerd in popcultuur, fancultuur, strips, film, online media en beeldcultuur. Hij schrijft over onder andere comics, Nederlandse strips & animatie en interviewt makers uit binnen- en buitenland. Daarnaast geeft hij lezingen en adviseert hij particulieren en bedrijven over bloggen.

13 reacties op “Pontiac krijgt ‘De Marten’”

Wat is dat trouwens toch een prachtige uitspraak, “schraalhans is keukenmeester”. Die ga ik maar eens in mijn vocabulaire opnemen. Ik heb zo’n gevoel dat hij me best van dienst kan zijn.

Ik schreef dat het een kort gesprek was. Het is ook een kort artikel met een paar quotes met Peter geworden, niet een uitgebreid interview. Daarvoor was in de krant nu geen plek. Dat doen we hopelijk later vlak voor de prijsuitreiking.

Leuk stukje, en ik gun het Peter enorm dat hij de Marten Toonderprijs heeft gewonnen. Hij heeft een fantastisch en uniek oeuvre. Mooi toch, dat hij gewoon ervoor uitkomt dat hij het geld goed kan gebruiken? Op z’n Pontiacaans, uiteraard.

Reacties zijn gesloten.