Categorieën
Film

Found Footage Animatie: Subversief knip- en plakwerk

Filmdocent en -programmeur Edwin Carels stelde het HAFF programma Reanimating Found Footage samen, waarin hij laat zien op welke manieren animatie gerecycled kan worden.

Een Road Runner-animatie die alleen uit de decors van de film en de soundtrack bestaat, Alice die in Wonderland op zoek gaat naar Guy Debord en door rappende bloemen diens kritiek op de spektakelmaatschappij krijgt uitgelegd en een reeks scènes uit computergames waarin Osama Bin Laden wordt gemarteld, vermoord en verminkt. Het zijn enkele voorbeelden uit het animatieprogramma Reanimating Found Footage dat Edwin Carels samenstelde en waar hij een lezing over geeft.

‘Het programma is een staalkaart waarin ik laat zien op welke manieren animatie gerecycled kan worden,’ zegt Carels. De Belgische Carels bestudeert al ruim twintig jaar de edele filmkunst die animatie heet, doceert aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent en is programmeur bij diverse filmfestivals, waaronder regelmatig ook het HAFF.

Jatwerk
Found footage, het bewerken van bestaand filmmateriaal, is in de cinema geen onbekend fenomeen. ‘Vrij snel na de uitvinding van de film is men begonnen met het hergebruiken van andermans werk,’ vertelt Carels. ‘In die beginjaren had men niet zo veel met auteursrecht. Filmmakers stalen moeiteloos elkaars ideeën en grappen. Filmstroken hergebruiken is al een stap verder, maar ook dat gebeurde eigenlijk al vrij vroeg. In de tweede helft van de twintigste eeuw nam het hergebruik toe omdat men makkelijker aan film kon komen. Het was nog voor het televisietijdperk, dus al het bewegende beeld stond op film.’

Een van de spilfiguren van found footage films is wijlen beeldend kunstenaar Bruce Conner die opgekochte stukken film hermonteerde en zo aan clichébeelden een subversieve draai gaf. Filmavant-gardist Standish Lawder maakte in de jaren zestig verschillende animatie found footage films. Zijn film Runaway uit 1969 staat ook op het programma.

Manipulatie

‘Bij found footage wordt alles met een reden gedaan. De makers voeren een betoog of hebben een obsessie die ze in hun kunst al voor langere tijd uitwerken,’ zegt Carels. Essentieel aan deze filmsoort is dat de filmmaker het materiaal hermonteert en dat de manipulatie duidelijk is voor de toeschouwer. Door bijvoorbeeld de beeldvolgorde om te gooien, wordt de nadruk op iets anders gericht of worden er andere verbanden gelegd. De merkbare manipulatie doorbreekt het kijkpatroon waardoor men bewuster gaat kijken en vragen gaat stellen.’

Omdat bij animatie dit mechanisme problematischer is, komt found footage animatie veel minder voor dan de bewerking van live-action. Dit heeft te maken met de aard van animatie: ‘Live-action beelden, bijvoorbeeld documentaire shots, ogen heel natuurlijk. Als je dat beeld bewerkt, is het duidelijk dat je iets anders doet dan wat de oorspronkelijke maker beoogde. Animatie is van zichzelf al een constructie. Er zit geen spontaniteit in, alles is gemaakt. Hierdoor is de deconstructie minder duidelijk. Het is bijvoorbeeld heel moeilijk om een karikatuur van een karikatuur te maken, het beeld is geen realiteit maar van zichzelf al een teken. Het is dus lastig om dat nog eens een nieuwe betekenis te geven.’

Knipperlichtrelatie
De deconstructie van het medium – je laat zien hoe iets in elkaar zit door het uit elkaar te halen – is een belangrijk kenmerk van found footage films. Een goed voorbeeld hiervan uit Carels programma is de film Shadow Cuts van de Oostenrijkse experimentele filmmaker Martin Arnold. ‘Arnold begon met het herbewerken van klassieke films en stapte over op animatie. Daarin is hij in beeldende kunstmilieus toonaangevend. Hij herhaalt filmbeelden en verandert op subtiele wijze de volgorde van de frames. Hierdoor bibbert het beeld enorm, wat volgens sommigen een epileptisch effect geeft.’

Dezelfde techniek past Arnold toe in Shadow Cuts, waarin hij de eindscène van een Mickey Mouse tekenfilm uitvoerig heeft bewerkt. Hond Pluto zit bij Mickey op schoot en ze knuffelen elkaar vriendschappelijk. Arnold toont de handelingen in omgekeerde volgorde en heeft de korte scène opgerekt door frames te herhalen. ‘Arnold is gefascineerd door het fenomeen dat je bij het film kijken per minuut ongeveer zes seconden in het donker zit,’ licht Carels toe. ‘Dat thematiseert hij door de ogen van Mickey en Pluto zwart te maken. Daarnaast manipuleert hij het beeld zodanig met zwarte vlakken dat de nadruk op het licht-aan, licht-uit effect ligt. Tegelijkertijd problematiseert hij een heel herkenbaar en vanzelfsprekend beeld. Door het moment op te rekken, krijgt de toeschouwer tijd om bij dingen stil te staan die je bij een snelle cartoon nooit zou vermoeden. Je zou namelijk ook kunnen stellen dat Mickey en Pluto een knipperlichtrelatie hebben.’

Herkenning
Disneyfilms worden overigens veelvuldig gerecycled in found footage animatie. Deels komt dit volgens Carels omdat dat werk zo herkenbaar is. Herkenbaarheid van het bewerkte materiaal is belangrijk, want als de toeschouwer het oorspronkelijke materiaal niet herkent, is het ook niet duidelijk dat er sprake is van manipulatie. Daarnaast is Disney een dankbaar onderwerp, omdat het bedrijf mondiaal opereert en zijn stempel drukt op beeldvorming en deze graag onder controle houdt. ‘Het is ook leuk om Disney een beetje te jennen en vraagtekens te zetten bij die zucht naar controle.’

In Alice in Wonderland or Who is Guy Debord heeft Robert Cauble scènes uit Disneys animatie voorzien van een nieuwe soundtrack, waardoor de bewoners van Wonderland met Alice in een discours verwikkeld raken over Guy Debords kritische visie op wat hij de spektakelmaatschappij noemde. Uiteindelijk bezwijkt Alice bijkans aan een bombardement aan beelden uit videoclips, nieuwsuitzendingen en tv-programma’s, waardoor Debords theorie nog eens wordt gedemonstreerd. Cauble verving bestaande dvd’s ongemerkt in diverse videotheken met zijn nieuwe versie, en confronteerde zo nietsvermoedende consumenten met zijn film.

Found footage animatie heeft vaak iets anarchistisch en subversiefs. Beeldend kunstenaar en gamer Eddo Stern maakt machinima-films: hij gebruikt beelden uit games om politieke hangijzers te behandelen, zoals bijvoorbeeld de Israelisch-Palestijnse kwestie. In de video Sheik Attack combineert hij Israëlische popmuziek met oorloggames. In het meer recente Death Star monteerde hij scènes uit games waarin Osama Bin Laden op gewelddadige wijze om het leven wordt gebracht. Bin Laden wordt in elkaar geslagen, neergeschoten en zelfs anaal gevuist, terwijl de soundtrack van The Passion of the Christ te horen is. ‘Stern pikt uit bestaande games allerlei motieven. Door die naast elkaar te zetten benadrukt hij bepaalde zaken. Door de klemtoon die found footage legt, word je als toeschouwer niet zomaar meegenomen door het verhaal, maar ga je vragen stellen.’

Zaterdag 6 november 2010
Lezing Reanimating Found Footage door Edwin Carels,  Theater Kikker 11:00 uur
Reanimating Found Footage, Filmtheater ‘t Hoogt 12:30 uur

Zondag 7 november 2010
Reanimating Found Footage, Filmtheater ‘t Hoogt, 14:30

Voor meer informatie: http://www.haff.nl

Alice in Wonderland or Who is Guy Debord? (2003) by Robert Cauble from Why + Wherefore on Vimeo.

Dit artikel is in VPRO Gids #44 gepubliceerd.

Door Michael Minneboo

Michael Minneboo is een freelance journalist gespecialiseerd in popcultuur, fancultuur, strips, film, online media en beeldcultuur. Hij schrijft over onder andere comics, Nederlandse strips & animatie en interviewt makers uit binnen- en buitenland. Daarnaast geeft hij lezingen en adviseert hij particulieren en bedrijven over bloggen.

Één reactie op “Found Footage Animatie: Subversief knip- en plakwerk”

Reacties zijn gesloten.