Categorieën
Minneboo leest Strips

Van Oekel slaat weer toe: Een interview met Theo van den Boogaard

Sjef van Oekel keert terug in de stripwereld. Niet alleen worden de zeven Van Oekel-albums opnieuw uitgebracht, maar ook zullen beide makers, Theo van den Boogaard en Wim T. Schippers, hun samenwerking hervatten.

Eind augustus verschijnt Ik word niet goed gepland, een bundeling van de eerste drie stripalbums met bonusmateriaal over het opgewonden standje in smoking dat van ontregelen zijn beroep heeft gemaakt. Volgend jaar staat een bundel met de resterende vier albums gepland. Op 5 juni verscheen Van den Boogaards Streken van een serial tekenaar: een diverse bloemlezing van nieuw materiaal en ongepubliceerd werk.

Van den Boogaard ontvangt in zijn atelier aan de Herengracht in Amsterdam. De muren hangen vol met zijn werk, van gedetailleerde tekeningen van stations die hij in opdracht van de NS maakte, tot originele pagina’s uit de Van Oekel-strips. De atelierruimte is als een portfolio waar je doorheen kunt lopen. ‘Zo is het ook bedoeld’, laat de tekenaar weten.

Telefoon!
Van den Boogaard lardeert zijn antwoorden enthousiast met autobiografische anekdotes en scènes uit de Van Oekel-strips: ‘Wim en ik zaten eens in Keyzer toen er een ober naar ons toekwam met een telefoon in zijn hand: “Meneer Schippers, telefoon.” “Ja, dat is een telefoon,” speelde Wim quasi gestoord. “En dit is een tafel en dat is een lamp.” Ik lag dubbel en riep: “Daar maak ik een Sjef-grap van. Alleen heeft de mop zijn climax aan het begin. Thuis verzon ik de oplossing: Sjef zegt tegen die ober: “Leg onmiddellijk de hoorn op de haak. Er kan namelijk ieder moment voor me gebeld worden, ziet u.” Dat was een van de meest volmaakte samenwerkingen tussen ons,’ vertelt de stripmaker met zichtbaar plezier.

Schippers en Van den Boogaard brainstormden vaak samen over een Van Oekel-verhaal. ‘In het begin zat ik geduldig af te wachten wat er kwam. Later opperde ik zelf ook dingen, al zat ik er wel eens naast, want Wim houdt er een specifieke gedachtegang op na.’ In principe schreef Schippers een toneelmatig script dat bestond uit korte beschrijvingen en dialogen. Van den Boogaard vulde dat scenario visueel in. Zo tekende hij in het verhaal waarin Sjef wordt aangesproken door een godsdienstwaanzinnige allerlei bijbelse verwijzingen. ‘Ik begon in de onderwereld, de metro dus, en dan komt Van Oekel bovengronds, in het licht. Ik kleedde dat dan verder helemaal aan met verwijzing naar de Ark van Noach, water in wijn veranderen, et cetera. Zo liet ik de decors er een heel verhaal omheen vertellen, al tastte ik het hoofdverhaal van Wim niet aan. Zijn teksten zijn namelijk heel uitgewogen.’

Tegenslag
Het idee om de oude Van Oekel-albums weer op de Nederlandse stripmarkt uit te brengen is gekomen door Franse en Spaanse heruitgaven vorig jaar. ‘Ik heb De Vliegende Hollander benaderd. We wachten al jaren op antwoord van de Bezige Bij, maar die vond het opnieuw uitgeven te riskant.’ Volgend jaar staat een bundel met de resterende vier albums gepland.

Aan de albums over Sjef kwam in 1994 een einde, midden in een reisverhaal: ‘Er gingen toen allemaal dingen tegen zitten. Veel mensen denken dat we vanwege het proces met Dolf Brouwers zijn gestopt, maar dat is niet zo.’ Brouwers, die Van Oekel op televisie gestalte gaf en wiens evenbeeld in de strips gebruikt wordt, klaagde de stripmakers aan vanwege vermeende royalty’s en omdat hij niet meer in obscene scènes afgebeeld wilde worden. De kwestie is toen geschikt zegt Van den Boogaard: ‘We kunnen op wat voor manier ook doorgaan met die strip.’ Toch kwam de klad erin. De Franse uitgeverij wilde meer seks terwijl de stripmakers het op dat moment leuker vonden om Van Oekel in restaurants te laten zitten en hotelmoppen te maken. Een animatiefilm ging niet door.

Assistentie
Ook sloegen assistenten van Van den Boogaard hun eigen vleugels uit en liet een volgende assistent op zich wachten. Van den Boogaard staat bekend om zijn gedetailleerde tekeningen van herkenbare straattaferelen in klare lijn-stijl. De achtergronden laat hij door assistenten tekenen op basis van een schetsopzet, waar hij zelf dan weer de personages in tekent. ‘Het is anders teveel werk voor één man, tenminste, zoals ik het wil maken.’

Van Oekel komt het beste tot zijn recht in een realistisch decor, vindt de tekenaar: ‘Die geniale grappen van Wim worden sterker als ze zich in een reële wereld afspelen. Dan krijg je het gevoel dat het jezelf ook kan overkomen.’ Maakt de realistische tekenstijl de oude verhalen nu niet visueel gedateerd? Van den Boogaard: ‘Ik heb altijd precies de mode gevolgd. Ik was er trots op dat ik als eerste die witte sokjes met de hoogwaterbroeken en die veelkleurige jasjes uit de jaren tachtig had getekend. Dat werkt nu misschien tegen me. Aan de andere kant kijken mensen nog steeds naar Laurel & Hardy-films. Ik geef dus gewoon een tijdsbeeld.’

Schippers en Van den Boogaard wilden al jaren weer een nieuw Van Oekel-album maken. ‘Wim zou het liefste het lange verhaal waar we toen mee bezig waren voortzetten maar ik wil liever met iets anders beginnen. Dat moeten we nog even overleggen.’ De stripmaker heeft een assistent op het oog waarmee de plannen gerealiseerd zouden kunnen worden.

Streken
Streken van een serial tekenaar, de onlangs verschenen nieuwe solobundel van de stripmaker, is een diverse bloemlezing van nieuw materiaal en werk dat niet eerder werd gepubliceerd. Nieuwe cartoons met Witje, het meisje dat steevast naakt rondloopt zonder dat iemand dit opmerkt, staan er ook in. Van den Boogaard tekende de strip Witje vanaf 1967 voor Hitweek. ‘Met Witje kan ik veel kanten op. Ik kan allerlei flauwekul ideeën, actueel of niet, aan haar ophangen.’ In de bundel zitten ook pastiches op de Rijdende rechter. ‘Die wilde ik tekenen in de stijl van Hein de Kort, maar dat bleek toch te moeilijk. Ik ging weer te veel preciseren,’ zegt de stripmaker.

Van den Boogaard heeft zijn werklust weer hervonden: ‘Mijn vriend overleed in 2000 en bovendien was ik maanden bezig met ingewikkelde posters voor het bedrijfsleven.’ Van den Boogaard raakte in een depressie, maar heeft zich er uiteindelijk uit getekend: ‘Meestal teken ik uit herinnering of foto’s, maar toen ben ik de molen gaan tekenen waar een vriendin van mij woont en die door Mondriaan tig keer is geschilderd. Daardoor ervoer ik een contemplatieve rust. Ik moet tekenen om een beetje rechtop in het leven te blijven. Zien dat er iets uit mijn poten komt. Als ik goed heb zitten tekenen ga ik met een ontzettend goed humeur de deur uit.’

Dit artikel stond in VPRO Gids #31.

Door Michael Minneboo

Michael Minneboo is een freelance journalist gespecialiseerd in popcultuur, fancultuur, strips, film, online media en beeldcultuur. Hij schrijft over onder andere comics, Nederlandse strips & animatie en interviewt makers uit binnen- en buitenland. Daarnaast geeft hij lezingen en adviseert hij particulieren en bedrijven over bloggen.

10 reacties op “Van Oekel slaat weer toe: Een interview met Theo van den Boogaard”

Gemiste kans: blij gemaakt met dooie mus!
Wat een onnozel klein formaat zeg.
Bijna onleesbaar, hooguit bij een 100 watt lamp, ook overdag, reeds!
Doodzonde dat er niet voor een normale albummaat is gekozen.
Het moest weer zuinig zeker?
En zo is het ook geen gezicht naast de prachtige serie van die andere klare-lijn tekenaar: Hergé met Kuifje.
Die albums zijn óók zo’n 185-190 pagina’s dik, lekkere harde kaft en goed leesbaar natuurlijk.
Graag alles nog een keer, maar dan een fatsoenlijke uitgave.
Ik ben best bereid daar meer voor te betalen.
Het streven is goed, de uitwerking slecht.
Evengoed met vriendelijke groet!

Ze hebben de uitgave afgekeken van de Franse editie. Die heeft hetzelfde formaat. Maar ben het met je eens: de gedetailleerde platen van Van den Boogaard verdienen een grotere uitgave.

Ik vond die Van Oekel strips altijd heel erg leuk, en geweldig mooi getekend door Van Den Bogaard. Ik vond die gedetaillleerde achtergronden altijd heel indrukwekkend, en ik snapte al nooit hoe hij dat deed in zijn eentje. Nu weet ik dus dat hij dat met een assistent deed. Dat verklaart het. Maar het is nog steeds indrukwekkend.

Dat de tekeningen gedateerd zijn lijkt me geen bezwaar. Dat waren ze trouwens al heel snel. Van den Boogaard legde zo gedetailleerd de mode van dat moment vast dat de tekeningen na een paar maanden al verouderd waren. Maar daardoor juist wel interessant. Het was in dat opzicht een stukje eigentijdse geschiedschrijving.

Reacties zijn gesloten.