Categorieƫn
Strips

Michiel van de Pol: ‘Sommige dingen beleef je in eenzaamheid’

Zaterdag kreeg stripmaker Michiel van de Pol ((1965) de Willy Vandersteenprijs uitgereikt. Zijn striproman Terug naar Johan was volgens de jury het beste Nederlandstalige beeldverhaal van de afgelopen twee jaar.

Van de Pol kreeg de tweejaarlijkse Vandersteenprijs, vernoemd naar de geestelijk vader van Suske en Wiske, uitgereikt tijdens het Gala van de Vlaamse strip tijdens het Strip Turnhout festival. ‘Het was echt een enorme verrassing, ik wist niet eens dat mijn uitgever het boek had ingezonden. Zo’n prijs is een steuntje in de rug, het is altijd fijn als mensen waarderen wat je doet,’ vertelt de stripmaker die nu vijfduizend euro rijker is. Aan de Vlaams-Nederlandse stripprijs is ook een tentoonstelling over het winnende album verbonden die zowel in Vlaanderen als Nederland te zien zal zijn.

De Vandersteen-jury prees ‘de kwetsbare en humoristische manier waarop Van de Pol herkenbare en persoonlijke situaties neerzet. Met een schijnbaar nonchalante eenvoudige stijl creĆ«ert hij meerdimensionale personages van vlees en bloed.’

Autobiograaf
Van de Pol debuteerde in 1996 met de gagstrip Mol in het Sjors en Sjimmie Stripblad. Naar aanleiding van de geboorte van zijn eerste zoon startte hij een dagboekstrip die in 2000 gebundeld werd als Medicijnman: of het getekende leven van Michiel van de Pol. ‘Bij de geboorte van Kas ben ik eerst over hem strips gaan maken. Ik wilde een verslag maken van zijn ontwikkeling. Na een tijdje was dat niet meer genoeg als onderwerp en gingen die strips meer over mezelf.’

Vijf jaar geleden won de Nederlandse stripauteur met zijn humoristische autobiografische strip Cartoondiarree de Stripstrijd van Het Parool. De strip sierde twee jaar lang de krant. Kenmerkend aan zijn cartoons en strips is de groteske tekenstijl. Van de Pol: ‘Ik gebruik humor om de boel te relativeren, want ik vertel in wezen heel serieuze dingen.’

Hormonen
In Terug naar Johan uit 2010 verhaalt Van de Pol op ontroerende en humoristische wijze hoe hij en jeugdvriend Johan tijdens de puberteit langzaam uit elkaar groeien. Geleid door zijn hormonen begint Michiel zich steeds meer te interesseren voor meisjes en seks, terwijl Johan zich verdiept in insecten en het in elkaar zetten van elektronica. ‘Ik had indertijd het gevoel dat ik allerlei heftige gevoelens alleen doormaakte. Ik praatte daar nooit met mijn vrienden over,’ zegt Van de Pol. ‘Aan het einde van het boek kom ik erachter dat Johan hetzelfde doormaakte als ik, maar op dat moment is er al een onherstelbare breuk in onze vriendschap ontstaan. Die breuk was niet nodig geweest als we erover hadden gepraat. Sommige dingen beleef je in eenzaamheid.’

Van de Pol begon in zijn strips met het registeren van gebeurtenissen, maar gaandeweg is hij de dingen steeds meer naar zijn hand gaan zetten. De stripauteur noemt zijn striproman dan ook semi-autobiografisch: ‘Ik maak gebruik van autobiografische elementen, maar ik ga daar in grote vrijheid mee om. Ik ben altijd dicht bij de waarheid gebleven, maar vind het interessant om te zien hoe ver je kunt gaan in het verzinnen van dingen terwijl je toch het gevoel hebt dat het waarachtig blijft. Het personage Johan is bijvoorbeeld samengesteld uit verschillende personen. Er zit veel van mijn broer in Johan, onder andere dat hij een schrift vol met pornografische afbeeldingen bijhoudt. Ik vond dit bij Johans karakter passen en dat het een extra dimensie aan het verhaal gaf.’

Jeugdliefde
Hoe reageert Michiels directe omgeving op het autobiografische werk? ‘Ik heb er geen slechte ervaringen mee, maar ik vond het behoorlijk eng om het boek Michieltjes jongenshart door mijn vrouw te laten lezen. Dat ging namelijk over een vorige liefde waar ze niets van afwist. Uiteindelijk vond ze het heel mooi. Het is eigenlijk ook een soort van liefdesverklaring aan haar. ‘ Voor zover Van de Pol weet heeft Johan het album over hun vriendschap nooit gelezen.

Op dit moment werkt Van de Pol druk aan zijn volgende boek dat Scherpschutters zal heten. Hierin behandelt hij de relatie met zijn vader die 25 jaar geleden is overleden. ‘In een zin samengevat gaat het boek over het feit dat je meer op je vader lijkt dan je in eerste instantie zou willen. In het begin stonden we heel erg tegenover elkaar, we konden helemaal niet met elkaar opschieten. Ik zette me erg af tegen mijn vader. Hij had een hartkwaal en ik heb epilepsie. Onder invloed van onze beider kwalen komen we langzaam maar zeker nader tot elkaar.’

De nieuwe striproman komt juni volgend jaar uit bij Oog & Blik/De Bezige Bij.

Dit interview stond in Het Parool van donderdag 15 december.