Categorieën
Strips

Minck Oosterveer: ‘De Amerikaanse strip is voor mij nu het belangrijkste’

Minck Oosterveer krijgt dit jaar de Stripschapprijs. Belangrijker: hij is een van de weinige Nederlandse tekenaars die voet aan de grond krijgt in de Amerikaanse comicsindustrie.

Het gebeurt niet vaak dat een Nederlandse stripmaker in Amerika aan de bak kan, laat staan dat hij succes heeft. Minck Oosterveer (1961) waagt het erop. ‘Het Amerikaanse comics-systeem vind ik heerlijk om in te werken. De frequentie ligt daar hoger dan hier, net als bij krantenstrips,’ vertelt Oosterveer. ‘Ook spreekt de Angelsaksische denk- en vertelwijze mij aan. Die is losser, bevat meer fantasie en er is meer ruimte voor experimenten dan in Europese stripverhalen.’

In tegenstelling tot de stripalbums in Europa en Nederland, beslaan Amerikaanse comics doorgaans 22 strippagina’s en komt er per maand een deeltje van een serie uit. Daarom worden de productietaken vaak door een team uitgevoerd en zit er een redacteur op de verhaallijnen.

Leuren en volhouden
Hoe krijgt een Nederlandse stripmaker in Amerika voet aan de grond? Dat is vooral een kwestie van standvastigheid en de juiste mensen kennen. Oosterveer heeft al jaren contact met Amerikaanse en Engelse stripmakers: ‘In 1998 leerde ik tekenaar David Lloyd kennen op de stripbeurs in Valkerswaard toen we bij dezelfde Nederlandse uitgever uitkwamen. Hij heeft me aan mensen voorgesteld. Zo kon ik bijvoorbeeld aan DC Comics mijn werk laten zien. Zonder introductie hoef je je werk niet te mailen, dan kijkt er niemand naar. Ik had met DC een paar keer contact, maar daar kwam in eerste instantie niets uit.’

Na enkele andere pogingen mocht Oosterveer voor Boom Studios een korte zombiestrip maken waar ze enthousiast van werden. Daarna maakte Oosterveer met schrijver Mark Waid, geen onbekende in de comicswereld, The Unknown en The Unknown: The devil made flesh. Deze limited serie gaat over een begaafde vrouwelijke detective die door een hersentumor nog maar zes maanden te leven heeft en een poging doet om de vraag, of er leven is na de dood, te beantwoorden. De heldin past prima in het oeuvre van Oosterveer: ‘Ik teken het liefste mooie, spannende vrouwen. Ik eis wel dat ze zelfstandig en sterk zijn en hun eigen beslissingen nemen.’

Recent is The Unknown in twee albums in het Nederlands uitgebracht. Oosterveer: ‘In Amerika was het eerste nummer binnen een week uitverkocht. De hardcover-bundeling liep niet zo goed, maar Amerikanen kopen ook niet graag hardcovers. De softcover loopt alweer beter.’ Voorlopig heeft de tekenaar genoeg te doen. Met Charles Webb wil hij een spionage miniserie maken. Ook ligt er een nieuw project met Waid op stapel. ‘Over een aan lagerwal geraakte straatgoochelaar die een aantal magische artefacten vindt, daarna gaat er van alles verkeerd,’ belooft de stripmaker.

Menselijke superhelden
Recent sloot de tekenaar zich aan bij het agentschap Eva Ink Artist Group. Zijn agent heeft directe contact met de redacteuren van uitgeverijen en doet de onderhandelingen voor de tekenaar. Enkele werkbezoeken bij uitgevers en signeersessies op stripbeurzen liggen in het verschiet. ‘Een groot verschil met Nederland is dat je gewoon betaald wordt om daar te zitten en voor fans tekeningen te maken. Je ziet hier ook altijd dezelfde fans die toch wel je boeken kopen.’

Ook tekende Oosterveer recent een contract als artist for hire voor Marvel, een van de twee grote uitgevers van superheldencomics en die zijn big business in de Amerikaanse stripwereld. ‘Ik heb een voorkeur voor de meer menselijke superhelden als Spiderman, Batman en Daredevil. Personages met overdreven superkrachten als de X-Men vind ik niet zo interessant.’ Gelukkig voor Oosterveer mag hij voor Marvel de Victoriaanse detectivestrip Ruse tekenen, over een Sherlock Holmes-achtige detective met een vrouwelijke assistent. De strip wordt geschreven door Mark Waid.

Tekenen voor een Amerikaanse uitgeverij is lucratiever dan werken in Nederland: ‘Marvel betaalt royalty’s en het beginnerinkomen is indrukwekkender dan het eindinkomen dat je hier kunt verdienen. De enige die nog een paginaprijs betaalt is stripblad Eppo. Maar daar krijg je per pagina de helft van wat ik bij Marvel ga verdienen. In Nederland kan ik eigenlijk niet meer rondkomen met strips maken. Dat kun je de Nederlandse uitgevers niet kwalijk nemen, want de albumverkoop is hier gewoon te laag.’

Realistische tekenstijl
Oosterveer maakte jarenlang met vaste schrijver Willem Ritstier avonturenstrips als Zodiak en Nikki Saxx voor De Telegraaf. Maar daar is ook geen vraag meer naar. ‘Er is in de krant alleen nog maar ruimte voor gagstrips.’ Recent had de tekenaar ook wat tegenslag te verwerken. Samen met Ritstier maakte Oosterveer een album van sciencefictionstripreeks Storm en twee albums van de westernstrip Ronson Inc. Het westerngenre lag de tekenaar echter niet, ook was hij niet tevreden over het verhaal. Daarbij oogstte de Storm-strip die nu in Eppo voorgepubliceerd wordt, veel kritiek op online stripfora. Men viel met name over de lelijke digitale inkleuring van de strip, maar richtte de pijlen vooral op de tekenaar die niets met de inkleuring van doen had.

‘De combinatie van de teleurstelling van Ronson Inc., de ongenuanceerde opmerkingen over Storm en het feit dat ik in Nederland niet fatsoenlijk een inkomen kan verdienen, maakten dat ik me afvroeg wat ik hier nog eigenlijk doe. Alle moeite die ik doe om hier aan het werk te zijn moet ik er in Amerika ook insteken, maar daar heb ik wel resultaten en meer kansen dan hier. Mocht er hier nog een leuk project worden aangeboden, dan wil ik daar best over praten, maar de Amerikaanse strip is nu voor mij het belangrijkste.’

Het is in dit licht ironisch dat de stripveteraan dit jaar de Stripschapprijs krijgt. De jury roemde in het bijzonder de realistische tekenstijl van Oosterveer die maar door weinig Nederlandse stripmakers gehanteerd wordt en prima past bij Amerikaanse comics. In eerste instantie was Oosterveer niet enthousiast over de prijs: ‘Later besefte ik dat een aantal mensen mij hiervoor hadden voorgedragen en dan kan ik niet zo maar zeggen dat ik geen zin heb om op dat podium te staan. Het is toch een erkenning. Ik ga hem dus lekker aannemen.’

Strip-tv
In verband met de Stripdagen herhaalt VPRO Themakanaal Geschiedenis TV enkele documentaires. Aandacht voor stripmakers als Hergé (Kuifje), Daniel Clowes (Ghostworld) en de Nederlandse stripmeester Marten Toonder (Heer Bommel en Tom Poes). In 1972 maakte Frank Wiering een film in Ierland waarin hij spreekt met Toonder en autochtone bewoners over de Ierse geschiedenis en de invloed van Ierland op Toonders verhalen. Ook wordt er een portret van Peter Pontiac uitgezonden dat naar aanleiding van zijn boek Kraut werd gemaakt, een graphic novel over het oorlogsverleden van Pontiacs vader.

De Stripdagen
De 43ste Stripdagen worden dit jaar gehouden in Evenementenhal Gorinchem op12 en 13 maart. De grafische roman in haar facetten is het centrale thema. Zaterdagmiddag worden de Stripschapprijs en de albumprijzen uitgereikt. De Stripschapprijs wordt sinds 1974 jaarlijks toegekend aan een striptekenaar of tekstschrijver die zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt voor het beeldverhaal.

Dit artikel is in VPRO Gids #11 gepubliceerd.

Door Michael Minneboo

Michael Minneboo is een freelance journalist gespecialiseerd in popcultuur, fancultuur, strips, film, online media en beeldcultuur. Hij schrijft over onder andere comics, Nederlandse strips & animatie en interviewt makers uit binnen- en buitenland. Daarnaast geeft hij lezingen en adviseert hij particulieren en bedrijven over bloggen.

4 reacties op “Minck Oosterveer: ‘De Amerikaanse strip is voor mij nu het belangrijkste’”

[…] de dood van Minck Oosterveer heeft me geraakt. Aan het begin van het jaar sprak ik hem uitvoerig over zijn plannen voor de Amerikaanse comicsmarkt. Hij was net aan het doorbreken in de Verenigde Staten en toen verongelukte hij met de motor. Ik […]

Reacties zijn gesloten.