Categorieën
Strips

Interview John Romita Jr.: Van Spider-Man tot Kick-Ass

In Kick-Ass 2, sinds afgelopen zomer in de bioscopen en vanaf 11 december uit op DVD en Blu-ray, maken we opnieuw kennis met de reallife superheld die zijn naam aan de film gaf. De film is gebaseerd op de gelijknamige strips getekend door John Romita Jr. Al sinds 1976 tekent hij voor Marvel Comics, de uitgeverij waar ook zijn vader, John Romita Sr.carrière maakte. ‘Na 37 jaar heb ik nog steeds een brandend verlangen om de beste tekenaar in de comicsindustrie te zijn.’ 

John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.
John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.

‘Het mooiste aan mijn vak vind ik dat ik thuis kan werken. Zo was ik in staat om mijn zoon op te zien groeien en meer tijd te spenderen met mijn vrouw,’ zegt de Amerikaanse stripmaker John Romita Jr. lachend vanuit zijn huis in Long Island. ‘Maar zonder gekheid, het mooie aan strips maken vind ik zowel de verhalen die we vertellen als het tekenen zelf. Het is bijzonder om jezelf zo in je werk te kunnen verliezen en tegelijkertijd controle over het proces te houden. Strip is een groots medium dat al zover is ontwikkeld dat iedereen in de industrie eigenlijk trots moet zijn op waar we zijn op dit moment.’

John Romita Jr. (New York, 1956) is een van de beste tekenaars werkzaam binnen de Amerikaanse strip. Hij tekent gemiddeld twee comics per maand. Zijn werk is een schoolvoorbeeld van hoe je de grammatica van het medium moet gebruiken om duidelijk een verhaal te vertellen. Hij is een visuele verteller: de camera staat altijd op de juiste plek en hij laat zijn personages overtuigend acteren. Romita: ‘Kijk, er zijn tekenaars die een betere of mooiere stijl hebben dan ik, daarom blijf ik hard werken. Na 37 jaar heb ik nog steeds een brandend verlangen om de beste tekenaar in de comicsindustrie te zijn.’

Zijn gehele professionele leven werkt Romita voor Marvel Comics. Hij heeft zo’n beetje alle belangrijke helden van de uitgever getekend, zoals Captain America, Iron Man, Daredevil, Thor, the X-Men, the Punisher en the Avengers. Gedurende zijn carrière heeft hij ook veel Spider-Man-verhalen gemaakt. Daarmee trad hij in de voetsporen van zijn vader, John Romita Sr., die na Steve Ditko in de jaren zestig zijn eigen stempel op het Webhoofd drukte. Sr.’s elegante en toegankelijke tekenstijl zorgde ervoor dat het personage nog populairder werd.

De eerste comics die ik als achtjarige onder ogen kreeg, waren Romita Jr.’s Spider-Man-verhalen. Dankzij de intrigerende plots van Roger Stern en Romita’s fantastische tekenwerk, begon mijn fascinatie met de stripheld die tot vandaag de dag voortduurt. Nu ik hem jaren later voor het eerst over zijn werk en carrière spreek, kan de fanboy in mij een gelukzalige grijns niet onderdrukken. Men spreekt immers niet iedere dag met zijn held. Dat tijdens het gesprek een storm rond het huis van John de telefoonverbinding geregeld verbreekt, mag de pret niet drukken.

Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita's carrière uit AMS #227.
Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita’s carrière uit ASM #227.

Kick-Ass
Aanleiding voor ons gesprek is de film Kick-Ass 2 van regisseur Jeff Wadlow, die nu in de bioscoop draait. Zoals zo veel superheldenfilms begonnen de avonturen van Kick-Ass op de strippagina van een Amerikaanse comic. Samen met de Schotse stripschrijver Mark Millar creëerde Romita Jr. de populaire en ultra gewelddadige strip waarin middelbare scholier Dave Lizewski zich serieus afvraagt waarom niemand in het echte leven ooit een superheld is geworden en besluit het eens uit te proberen. Zonder noemenswaardige training gaat hij in een groen pak, skimasker en wapenstokken de misdaad te lijf. Ondanks dat hij harde klappen oploopt, is zijn optreden als Kick-Ass al snel zo populair dat er meer reallife superheroes opduiken, waaronder Big Daddy en zijn dochter Hit-Girl. In tegenstelling tot de andere ‘superhelden’, die vooral in hun outfit paraderen en dekens aan daklozen uitdelen, weet dit duo echt van wanten. Vooral de jonge tiener Hit-Girl hakt zonder met haar ogen te knipperen gangsters in stukken. Samen met Kick-Ass berokkenen ze de maffia veel schade.

De tweede film is gebaseerd op de strips Hit-Girl en Kick-Ass 2. Na de dood van Big Daddy in deel 1, heeft Hit-Girl haar voogd moeten beloven nooit meer voor held te spelen en probeert als normaal meisje door te gaan op de middelbare school. Ondertussen sluit Kick-Ass zich aan bij het eerste superheldenteam Justice Forever. Het zoontje van de maffiabaas wil wraak op Hit-Girl en Kick-Ass omdat ze verantwoordelijk zijn voor de dood van zijn vader. Hij heeft de ambitie de grootste superschurk aller tijden te worden, noemt zichzelf The Motherfucker en huurt enkele nare huurmoordenaars in, waaronder Mother Russia: een ex-KGB agente die qua moordlust niet onder doet voor The Terminator.

Justice Forever.
Justice Forever.

Vrijheid
Kick-Ass is een zogenoemd creator-owned project van Millar en Romita Jr., dat wil zeggen dat zij de rechten van de personages behouden. Romita: ‘Je hebt als maker de volledige vrijheid bij dit soort projecten. Het zijn onze creaties, daarom voel ik me meer verankerd in het verhaal en geniet ik meer van deze personages dan wanneer ik stripfiguren van anderen krijg aangereikt. Gedurende mijn carrière heb ik Spider-Man heel wat jaren getekend en toch voel ik me meer verbonden met het Kick-Ass-personage dan met Spidey. Overigens moet je bij de vrijheid die je als maker hebt wel oppassen dat je niet te ver gaat. Ik heb creator-owned projecten gezien die onnodig pornografisch of gewelddadig zijn.’

The Motherfucker.
The Motherfucker.

Nu zijn de Kick-Ass-verhalen ook niet bepaald zachtzinnig. In de strip Kick-Ass 2 gaat The Motherfucker flink tekeer: in een scène schiet hij zonder reden een stel kinderen en buurtbewoners dood. Even later verkrachtten hij en zijn handlangers een vriendin van Kick-Ass. Wat wilden de stripmakers hier eigenlijk mee uitdragen?
‘De verkrachtingsscène hebben we redelijk tactvol in beeld gebracht, vind ik. We suggereren de daad, maar je ziet haar niet, want we snijden er vlak voor weg. Wat het doodschieten van de kinderen betreft: we wilden daarmee de extreme psychotische aard van de schurk tonen. Ik ben het niet per se eens met dit kleine vignet, maar ik heb het wel uitgevoerd voor Mark. In al het werk dat ik ooit samen met Mark heb gedaan, was dat de enige scène waar ik niet heel blij mee was. Als vader had ik er moeite mee om dit te laten zien. Het geweld is explicieter dan ik zou willen.’

In de filmversie zit de scène met de kinderen overigens niet. Wel het begin van de verkrachtingsscène, maar die loopt met een sisser af omdat The Motherfucker zich er niet hard voor kan maken. Sowieso is het geweld in de filmversies meer afgezwakt dan in de strip. Desondanks distantieerde acteur Jim Carrey, die de leider van Justice Forever gestalte geeft, zich van zijn rol omdat hij de film te gewelddadig vond en hij dit niet kon verkroppen na de bloederige shooting die december vorig jaar op de Sandy Hook basisschool in Connecticut plaatsvond. Romita, die net als Millar als adviseur aan de films verbonden is, geeft aan Carreys visie te respecteren maar voegt toe: ‘Interessant genoeg speelt hij een personage dat juist zijn antigeweldstandpunt uitdraagt, want Colonel Stars and Stripes is een hervormde huurmoordenaar die niet meer in wapens gelooft. Nu Carrey afstand doet van de rol, mist hij de kans daar gebruik van te maken.’

Hit-Girl in actie.
Hit-Girl in actie.

Op dit moment zijn de heren druk met de stripreeks Kick-Ass 3. Samen met Millar maakte Romita Jr. al eerder het Wolverine-verhaal Enemy of the State, waarin de gebrainwashte superheld het tegen al zijn collega’s opneemt. Kennelijk beviel de samenwerking goed, want toen Millar een nieuw idee had benaderde hij Romita om er samen aan te werken.
‘Mark kwam met het oorspronkelijke idee voor Kick-Ass, al ging het verhaal toen meer over de vader en het dochtertje, Big Daddy en Hit-Girl. Toen we er aan werkten verschoof de focus naar het personage Kick-Ass. Ik heb karakterontwerpen, modelsheets en schetsen gemaakt en daar zijn we mee aan de slag gegaan.’

Millar schrijft volgens Romita een mengvorm van plot en volledige scriptbeschrijvingen: ‘Mark is zo’n goede schrijver dat hij me alleen het strikt noodzakelijke geeft en daar ga ik dan mee aan de slag. Co-schrijver is misschien te veel gezegd, maar ik vind mezelf wel een co-storyteller. Met mij is het anders dan bij de meeste tekenaars, want storytelling is voor mij het allerbelangrijkste element van het strip maken. Op dat vlak voeg ik meer aan het verhaal toe dan de gemiddelde tekenaar. Mark is heel genereus met zijn complimenten en zegt dat ik 80% van het werk verricht, maar daar ben ik het niet helemaal mee eens. Volgens mij is het een 50-50 deal.’

Romita werkt normaliter in wat de Marvel-methode wordt genoemd: de auteur schrijft het verhaal op als een synopsis of plotbeschrijving en niet als een volledig uitgeschreven script. Wanneer de strip is getekend worden de teksten toegevoegd. Zodoende heeft Romita als verhalenverteller een dikke vinger in de pap. Vaak plaatst hij buiten de stripkaders ook suggesties voor dialogen.

Thor in potlood.
Thor in potlood.

Verhalenverteller
Wanneer John een plot of script krijgt, maakt hij aantekeningen van wat hij wil gaan tekenen. Die fase heet thumbnailing, maar in plaats van kleine schetsen te maken schrijft John korte aantekeningen van wat hij wil gaan tekenen. ‘Op deze manier weet ik hoeveel pagina’s ik kwijt ben en dat het allemaal zal passen binnen de hoeveelheid die we hebben. Zo kan ik het vertelritme, de vorm en de grootte van de plaatjes bepalen en weet ik waar ik bijvoorbeeld een dubbele pagina kan plaatsen. Daarna ga ik meteen met het tekenwerk aan de slag. Ik teken direct op het artboard.’

Hier spreekt een man met ervaring, toch maakt de stripmaker met grote staat van dienst een zeer bescheiden indruk. Romita wordt alom geprezen vanwege de manier waarop hij verhalen visualiseert. Daar is hij ook trots op maar hij blijft kritisch op zijn tekenwerk.

‘Mijn verteltechniek heeft als uitgangspunt het vermijden van gaten in de vertelling. Ik wil dat de tekeningen zo duidelijk zijn voor de lezer dat de dialoog bijna een fijn extraatje is die het geheel mooi afmaakt, als de slagroom op de taart. Duidelijkheid gaat vóór mooi tekenwerk. Ik vind het belangrijker dat een striplezer kan zeggen dat hij erg genoten heeft van het verhaal dan dat hij zegt erg genoten te hebben van het tekenwerk. Mijn verteltechniek komt eigenlijk voort uit het feit dat ik in het begin niet zo’n goede tekenaar was en dit wilde compenseren door goed te letten op hetgeen waar ik wel controle over had, namelijk de storytelling. Die heb ik ontwikkeld door het werk te lezen dat mijn vader met Stan Lee maakte toen ik nog jong was. Ik heb ook veel geleerd door veel naar films te kijken, en er waren redacteuren bij Marvel die storytelling erg belangrijk vonden. Mensen als Jim Shooter (jarenlang de hoofdredacteur bij Marvel) gaven veel aanwijzingen. Bijvoorbeeld dat je telkens helder moet laten zien waar iets zich afspeelt, door geregeld een establishing shot te gebruiken.’

Voor referentiemateriaal in zijn strips gebruikt John vaak de interieurs van de huizen en bedrijven waar hij over de vloer komt. Hij vist veel observaties op uit zijn geheugen, en neemt ook foto’s. ‘Als mijn vrouw bijvoorbeeld haar dokter in de stad bezoekt, dan gebruik ik mijn telefoon om foto’s te nemen voor referentieshots van ziekenhuizen, gangen, en dat soort dingen. Dat is vooral handig omdat ik dit soort plekken van een bepaald gezichtspunt nodig heb of omdat ik specifieke voorwerpen nodig heb die ik niet altijd online kan vinden.’ Romita modelleert ook stripfiguren naar mensen uit zijn omgeving. Een berucht voorbeeld is Typhoid Mary, een zeer kwaadaardige vrouw uit Daredevil, die Romita baseerde op zijn ex-vrouw. Wellicht was dit een reactie op een vervelende scheiding? ‘Het was een moeilijke relatie en daarom was de scheiding fijn, want een bevrijding. De pen is machtiger dan het zwaard, zeg maar. Ik heb mijn wraak gekregen.’

Tuphoid Mary.
Tuphoid Mary.

De zoon van
Romita volgde een tweejarige opleiding reclametekenen aan Farmingdale University. De eerste stappen op het pad van striptekenaar waren bescheiden. Hoewel Sr. als artdirector bij Marvel werkte en Johns moeder Virginia daar trafficmanager was, is JRJR zonder de hulp van zijn ouders in 1976 bij de uitgeverij begonnen. Ze wilden zo beschuldigingen van nepotisme vermijden. Romita Jr. maakte als vakantiemedewerker schetsen en pin-ups op de redactie, en toen men zijn talent herkende, mocht hij voor de Britse afdeling van Marvel, Marvel UK tekenen. Amerikaanse comics werden in twee delen in zwart-wit tijdschriften uitgegeven en Romita JR maakte daarvoor een extra cover en de splashpage: de openingspagina die meestal bestaat uit een grote plaat. Daarna werkte hij een tijdje als productie-assistent op het kantoor van Marvel. Zijn eerste echte klus was een zespagina lange Spider-Man-verhaal in annual #11 (1977): ‘Chaos at the Coffee Bean’, geschreven door Scott Edelman. Die was ook de redacteur van de serie Iron Man en vroeg JRJR deze serie te tekenen.

Het was voor John moeilijk om onder de schaduw van zijn vader vandaan te komen: ‘Doordat mijn vader ook voor Marvel werkte dachten veel mensen dat ik door nepotisme aan de bak was gekomen. Daarom moest ik extra hard werken om mezelf te bewijzen, aan mezelf en ook aan mijn vader. Gelukkig had ik een sociaal leven buiten de stripwereld met fantastische vrienden en een fijne familie waar ik me bij kon ontspannen. Het was in het begin geen pretje en ik weet nog dat ik in die dagen veel woede voelde. Als ruwe bolster uit New York heb ik menigmaal mijn handen strak in mijn zakken moeten houden. Je zou kunnen zeggen dat ik genoeg mensen ben tegengekomen die een flinke klap hadden verdiend. Daarom fitness ik nog steeds, om me mentaal en fysiek sterk te houden. Het is interessant hoe fitness zo intrinsiek verbonden is aan strips, want om het menselijk lichaam te kunnen tekenen, moet je fysiek fit genoeg zijn om lange uren achter elkaar te kunnen werken. En daarom moet je mentaal ook fit zijn. Mijn vader zei al: “Er is altijd iemand die beter is dan jij, iemand die slimmer is, sterker en er beter uitziet. Dus raak gewend aan wie en wat je bent, deal daarmee en bewijs jezelf daarna zo goed mogelijk.” Wat mij betreft is dat het meest diepzinnige wat je een kind kunt meegeven. Mijn vader is een briljante tekenaar en hij is nooit arrogant geworden. En als hij zo goed kan zijn en toch bescheiden, mag ik van mezelf niet minder verwachten.’

Spider-Man
spidey_webslinger_RomitaRedelijk vroeg in zijn carrière kreeg Romita de kans om Amazing Spider-Man te tekenen. Eerst verhalen van Denny O’Neil, daarna die van Roger Stern. Deze samenwerking leverde comics op die nu nog steeds als een huis staan. Omdat veel ervan verbonden zijn aan Peter Parkers werk bij the Daily Bugle, zijn de fantastische avonturen van het Webhoofd geaard in de realiteit. Hoe bereidde Romita zich voor op het tekenen van Spider-Man?

‘Ik ben uitgegaan van wat mijn vader daarvoor had gedaan. Ik was toen nog geen vaardige tekenaar dus probeerde ik na te doen wat hij had gedaan. Uiteraard faalde ik daar in, maar ik kon alleen doen wat op dat moment in mijn mogelijkheden lag. Ik weet nog dat ik me compleet overweldigd en geïntimideerd voelde, maar het is me gelukt om er doorheen te komen. Uiteindelijk werd mijn werk steeds beter,’ zegt hij lachend. De werkrelatie met Stern noemt Romita fantastisch. ‘We waren allebei erg jong en beginnelingen. We wisten wat ons aansprak. Roger was toen meer een redacteur dan een schrijver. We werkten samen op de redactie van Marvel dus we spraken elkaar veel.’

In de loop van zijn carrière kwam Romita telkens weer terug bij Spider-Man. ‘Ik teken Spider-Man het liefste, want ik voel me erg vertrouwd met hem. Natuurlijk omdat mijn vader hem tekende toen ik nog jong was, maar ook omdat Peter Parker woonde in Forest Hills en dat is vlakbij waar ik ben opgegroeid. Spider-Man is een tiener uit Queens en dat maakte hem reëel genoeg om als kind uit Queens over hem te fantaseren. Toen ik de kans kreeg om hem te tekenen, heb ik geprobeerd door te zetten wat mensen juist zo aanspreekt in het personage en dat is zijn realisme. Hij is de anti-Superman, want hij woont in een bestaande stad terwijl Superman een complete fantasiefiguur is. Met Kick-Ass hebben we hetzelfde gedaan als met Peter. Kick-Ass woont ook in de buurt waarin ik ben opgegroeid. Die vertrouwdheid spreekt mij aan en maakt het voor mij echter. Eigenlijk is Kick-Ass nog realistischer dan Spider-Man, want er zitten geen superhelden in. Het zijn echte mensen die superhelden proberen te zijn.’

 

In de loop der jaren is Romita’s relatie tot Peter Parker wel veranderd. Tegenwoordig wordt Spidey geschreven door Dan Slott, en is hij niet eens meer Peter Parker, maar zit de geest van Doctor Octopus in zijn lijf. ‘Dat valt me wel tegen, maar je weet dat Peter uiteindelijk weer terug zal komen,’ zegt de stripmaker. ‘Peter heeft zich langzaam ontwikkeld en is in de loop der jaren veranderd. Dit betekent niet dat het per se slechter of beter is, maar omdat ik er nu niet aan werk, voel ik me minder met Peter verbonden. Ik heb het gevoel dat de Peter Parker uit mijn tijd meer hart en ziel had dan de andere interpretaties, maar dat komt vast omdat ik er toen aan werkte. Net als de versie van Stan Lee en mijn vader, was mijn Peter Parker een fan van Tante May, hij voelde zich verbonden met haar en zijn familie.’ Dat John dit zo aanspreekt is niet zo gek, want hij komt over als een echte familieman. Liefdevol spreekt hij over zijn kinderen, vrouw en familie. ‘Ik zou uiteindelijk graag weer met Spider-Man aan de slag gaan, want ik geniet echt van hem.’

spider-man-911

11 september
In de begin jaren van deze eeuw tekende Romita de Spider-Man-verhalen geschreven door J. Michael Straczynski. De aflevering over de terroristische aanslagen op 11 september 2001 (Amazing Spider-Man, vol. 2 #36) beschouwt hij als een hoogtepunt uit zijn carrière. Zelfs de superhelden van Marvel konden de aanslagen niet voorkomen en Spider-Man en zijn collega’s helpen de brandweermannen met het zoeken en bergen van slachtoffers.

Op New Yorker Romita maakten de aanslagen een enorme indruk: ‘Verhalen die inspelen op de actualiteit zijn altijd een onderdeel geweest van comics. Stan Lee schreef al over rassenstrijd en drugsproblemen. Ik heb het over alcoholisme gehad in Iron Man en kindermishandeling in de verhalen van Peter Parker en Daredevil. Toch, de laffe aanvallen en brute moorden op 11 september 2001, veranderden ieders leven en visie. Voor mij werd bevestigd dat vrijheid nooit veilig is. Ik wil niet te veel ingaan op politiek, maar jarenlang voelde ik me erg ontstemd, verpletterd, vol haat en woede vanwege deze aanvallen op Amerika. We zijn een vrije natie waar iedereen zijn zegje kan en mag doen, en er is een bepaalde groep mensen die het land haten waar ze wonen. Ik realiseerde me door 11 september dat, ondanks het feit dat het merendeel van de Amerikanen goedhartige mensen zijn, we gehaat worden vanwege onze vrijheid. Dit besef verankerde in mijn geest het idee dat ik me niet meer kan ontspannen, dat ik overal moet letten op wat ik doe, waar ik me ook begeef. Overal loert het gevaar om de hoek. Dat stelde me erg teleur, maar je moet dit idee wel omarmen. Het spreekt voor zich dat je niet zomaar een gevaarlijke weg of wijk in Los Angeles of New York kan inlopen, want misdaad is in elke grote stad. Maar nu is dat gevoel van onveiligheid overal: op vliegvelden, in iedere stad ter wereld, en dat brak mijn hart.’

spider-man-911-2
Gevraagd naar waar Romita nog meer trots op is, antwoordt hij: ‘Er zijn verschillende redenen waarom ik trots ben op bepaald werk. Op emotioneel niveau ben ik trots op het 11 September-verhaal, wat ouderwetse storytelling betreft ben ik trots op Man without Fear, een geüpdatet origin story van Daredevil. Met dit verhaal lukte het me om alles goed te doen: alles wat ik leuk vond om te doen kon ik kwijt in de storytelling. En Frank Miller is een briljant schrijver. Wat betreft moderne verteltechnieken en commercieel succes, ben ik erg blij met Kick-Ass.’

Een pagina uit Daredevil: Man without Fear.
Een pagina uit Daredevil: Man without Fear.

Impressionisme
In de toekomst hoopt John weer te gaan schilderen, iets wat hij sinds de kunstacademie niet meer gedaan heeft. ‘Zodra ik stop met mijn deadlinewerk wil ik dat weer oppikken. Ik weet ook precies wat ik wil gaan maken en in welke stijl. Ik vind de menselijke anatomie fascinerend, daarom vind ik het heerlijk om het menselijk lichaam te illustreren. Tegelijkertijd vind ik jammer dat ik dit de afgelopen 37 jaar alleen in een realistische stijl heb kunnen doen. Daarom wil ik graag een impressionistische stijl met een realistische combineren in portretschilderen. Ik wil het realisme niet volledig elimineren, maar ik wil graag ruimte voor fantasie in de beelden laten en daarom gaat het impressionisme een rol spelen. Ik heb al zoveel zin om eraan te beginnen dat ik het bijna kan proeven!’

Dit interview is gepubliceerd in Stripgids #36 (2013).

Categorieën
Film Strips

Column: Van poedel tot Wolverine

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

‘I am the best there is at what I do. But what I do best isn’t very nice.’ Deze slogan zou niet verkeerd staan op het visitekaartje van een professionele killer of op die van een zichzelf overschattende belastingambtenaar. Dan liever een killer.

Met de uitspraak stelt Wolverine zichzelf aan de lezer voor in het vierdelige klassieke stripverhaal van schrijver Chris Claremont en tekenaar Frank Miller. Het creatieve duo verschafte de mutant met het opvallende kapsel, de zelfhelende gaven en adamantium skelet plus dito klauwen de nodige diepgang en presenteerden Wolverine als een man die de balans probeert te vinden tussen zijn beestachtige natuur en zijn menselijkheid. Een held die door het leven gaat als een ronin: een samoerai zonder meester.

Naar eigen zeggen was dit stripverhaal uit 1982 de inspiratie voor de nieuwe film The Wolverine waarin Hugh Jackman wederom de Canadese rouwdouwer met het korte lontje gestalte geeft, maar behalve de personages en pakweg de eerste paar scènes heeft de film van James Mangold weinig van doen met die strip. Is dat erg? Nee. Strippuristen die hun beeldverhalen letterlijk op het witte doek willen zien, hebben het altijd moeilijk gehad in Hollywood. Enige verwatering hoort erbij. Hoewel Andrew Garfields suggestie om Peter Parker homoseksueel te maken in de nieuwe Spider-Man-film mij ook te ver ging. Natuurlijk heb ik geen hekel aan homo’s, maar een personage van seksuele voorkeur laten veranderen of van etniciteit, zoals de zwarte Kingpin in de inmiddels vergeten Daredevil-film, verandert het personage fundamenteel in de basis en dat is toch iets anders dan het ontwerp van zijn superheldenkloffie aanpassen.

The Wolverine
The Wolverine

Niets nichterigs overigens aan Jacksmans vertolking in The Wolverine. De Australiër heb ik altijd een inspirerende castingkeuze gevonden: hij belichaamt het personage met een flair die soms doet denken aan Eastwoods Harry Callahan. Zoals in de scène die losjes op de strip is gebaseerd, waarin Wolverine in een bar een jager hardhandig confronteert met de giftige pijl die hij in een Grizzlybeer schoot. De beer werd gek van het gif en bracht vijf man om het leven. Niet de schuld van de beer, wel van de jager die niet de moed had het beestje uit zijn lijden te verlossen. Dus pint Wolvie de snoodaard aan de tafel vast door de pijl door zijn hand te rammen en verduidelijkt hij zijn standpunt met een monoloog die uit de mond van Dirty Harry had kunnen komen en eigenlijk ook heel goed uit de stripversie van Claremont. Qua spirit komt The Wolverine dicht bij het stripfiguur en dat is gezien zijn vorige soloavontuur, waarin Wolverine is gedegradeerd tot het equivalent van een gecastreerde, langharige poedel, een hele stap voorwaarts. Daarom hoor je deze strippurist dit keer niet (heel hard) klagen.

Deze column is gepubliceerd in Schokkend Nieuws #103.

Categorieën
Film Minneboo leest Strips

Minneboo leest: De filosofie van Wolverine

Wolverine komt tot een interessante openbaring in Wolverine, een vierdelige miniserie van Chris Claremont en Frank Miller:

wolverine_filosofie
Dit stripverhaal uit 1982 heb ik deze week herlezen omdat acteur Hugh Jackman, die de Canadese rouwdouwer wederom gestalte geeft in The Wolverine, zegt dat de nieuwe film erdoor geïnspireerd is. Nu valt dat voor deze strippurist wat tegen: afgezien van wat personages en de beginscènes komen beide verhalen weinig overeen. Dat neemt niet weg dat deze Wolverine-film stukken beter is dan zijn voorganger. Regisseur James Mangold en Jackman exploreren Wolverines sterfelijkheid in deze film en hoewel het allemaal niet heel diep gaat, leveren ze een genietbare actiefilm af. Let vooral op het spectaculaire gevecht tussen Wolverine en een professionele moordenaar op een supersonische sneltrein.

In The Wolverine reist onze held naar het Japan, waar hij sinds WO II niet meer is geweest, om afscheid te nemen van een stervende vriend. Deze biedt Wolverine de kans om zijn onsterfelijkheid vaarwel te zeggen. Als de kleindochter van zijn vriend wordt ontvoerd, moet Logan het opnemen tegen een enorme groep tegenstanders en worden zijn talenten en (on)sterfelijkheid zwaar op de proef gesteld. En dat laatste geldt helaas ook een beetje voor de goedgelovigheid van de kijker zodra Viper in beeld komt. Dit aantrekkelijke slangemens mag dan graag ongemotiveerd van strakke outfit veranderen en een zeer giftige, euh, dodelijke uitstraling hebben als mutantenkracht, een beetje achtergrond had ik wenselijk gevonden en had waarschijnijk een interessanter personage van haar gemaakt. Nu blijft ze vooral een stukje zeer gevaarlijke art-direction.

Maar nu nog even over die strip en de wijsheden van Logan. Het verhaal van Claremont en Miller was een eerste serieuze exploratie naar het karakter van Wolverine en een studie naar zijn zoektocht een balans te vinden tussen het beest in hem en zijn menselijkheid. In het verhaal neemt hij het op tegen Lord Shingen, de vader van zijn geliefde Mariko. Als Shingen om een ereschuld in te lossen Mariko heeft uitgehuwelijkt aan een misogyne klootzak, reist Wolverine af naar Japan om verhaal te halen. Hij wordt voor de ogen van zijn geliefde in een duel met Shingen, die behoorlijk vals speelt, vernedert en neergezet als beest. Pas later beseft Wolverine dat Shingen ernaast zat en in het eindgevecht bewijst hij natuurlijk zijn menselijkheid.

Millers visualisatie van het script is heel sterk. Hoewel gemaakt in de vroege dagen van Millers carrière, een paar jaar voor The Dark Knight Returns en nog veel eerder dan zijn grafisch overdonderende Sin City-reeks, toont de stripmaker een bijzonder goed gevoel voor storytelling. Iets wat deze twee pagina’s van het eindgevecht tussen Shingen en Logan mooi demonstreert:

wolverine by frank miller1

wolverine by frank miller2

Het is jammer dat het duel in de film tussen deze twee een stuk minder imponeert. Maar goed, Shingens personage in de film is sowieso van veel minder belang en minder bedreigend dan in de strip. Dat neemt allemaal niet weg dat ik dit soloavontuur van Wolverine een stuk beter vond dan het vorige. Er valt genoeg te genieten voor de echte Wolverine-fans. En voor wie die Viper-vraag toch dwars blijft zitten is er altijd nog de Marvel Wiki.


The Wolverine draait vanaf 25 juli in de Nederlandse bios.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie Wolverine: Enemy of the State

Tijdens een van mijn boekspeurtochten, stuitte ik op een hardcover exemplaar van Wolverine: Enemy of the state.
Een bundeling van het twaalfdelige verhaal dat oorspronkelijk gepubliceerd werd in Wolverine nummers 20 t/m 31. Schrijver ervan is Mark Millar die zijn schrijfpen sinds 2001 vooral inzet voor de Ultimate titels van Marvel. Hij was echter niet de reden dat ik bereid was de luttele 15 euro neer te tellen. Het ging mij puur om het feit dat John Romita jr. Wolverine gestalte gaf.Vaste lezers van dit blog zullen weten dat ik groot ben van zijn tekenpen. Visueel stelt Enemy of the State dan ook niet teleur. In tegendeel, op glad papier komen de prachtige tekeningen, geïnkt door Klaus Janson, heel mooi tot hun recht.Het verhaal is echter aan de dunne kant. Wolverine, de mutant met de scherpe klauwen die zelfhelende gaven heeft, wordt gehersenpoeld door de Hand – een geheime organisatie van Ninja’s die weinig goeds met de wereld voor heeft. Ze werken ook nog eens samen het Hydra die eigenlijk hetzelfde doel nastreven. (Jammer dat geheime eeuwigbestaande organisaties zich nooit eens inzetten voor het milieu of het redden van zeehondjes in de Waddenzee.)Wolverine hakt zich een weg door het Marvel universum en neemt het op tegen SHIELD en collega-superhelden. Iedereen die het loodje legt wordt een nieuwe slaaf van de Hand en Hydra. Totdat Wolverine gevangen wordt genomen en wraak neemt op wat de onverlaten hem hebben aangedaan. Wat we in principe te zien krijgen in die twaalf delen is Wolverine die aan het slicen en dicen is. Hij maakt in totaal een paar duizend slachtoffers.
Is dat boeiend? De tekeningen houden je aan het lezen. Romita sleept de lezer met zijn krachtige lijnen en meesterlijke kadrering door het verhaal heen. Hij weet als geen ander wanneer hij grote kaders moet inzetten om dramatische actie te verbeelden. Wie niet van zijn tekenstijl houdt, moet deze comic zeker laten liggen.
Het verhaal waarmee de bundel wordt afgesloten, Prisoner Number Zero, werd geschreven door Millar en getekend door Kaare Andrews. Deze episode lijkt niet in deze comic thuis te horen, want het heeft niets te maken met Enemy of the State. Wolverine drijft concentratiekampkommandanten tot waanzin doordat hij keer op keer terugkomt nadat ze hem hebben vermoord. Goed, dit verhaal bevat meer psychologie dan alle hoofdstukken van Enemy of the State bij elkaar, maar ook veel plotgaten. Ik snap niet waarom Wolverine niet gewoon iedereen in het concentratiekamp bevrijdt. Dat zou met zijn krachten geen probleem moeten zijn. Waarom een psychologisch spelletje spelen als er dagelijks vele mensen vermoord worden in de gaskamers? Logica is dus ver te zoeken in deze verhalen van Mark Millar.Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Vijf dagen in flashback

Het was een opmerkenswaardige week, met vage projecties, een literaire ‘ontdekking’, goede maaltijden en dansende schijnsims.
Maandag zat ik in de bioscoopzaal van Warner Bros waar ik de film X-Men Origins: Wolverine zag. Stiekem had ik best naar dit soloavontuur van Wolverine uitgekeken, want van alle X-Men is Logan mij het dierbaarst. Ik mag die opvliegende en getormenteerde rauwdouwer wel en heb dan ook erg genoten van Hugh Jackmans vertolking in de X-Men films. Jackman ging in de afgelopen weken de wereld over om de film, die hij ook produceerde, te promoten. Zijn lotgevallen waren te volgen op twitter. Ongetwijfeld begon de Australische acteur een account op dit hippe netwerk om de film extra onder de aandacht te brengen.Vage film
Maar wat een teleurstelling trof mij in de zaal van Warner. Geen diepgaand relaas over het verleden van Wolverine, maar een haastig en oppervlakkig verhaal dat schetsmatig de geschiedenis van deze X-Man aanstipte. Daarbij was de projectie tijdens de persvoorstelling meermalen onscherp. Dat mag de mening van een recensent natuurlijk niet vertekenen, maar het leidde wel af. Opvallend ook hoe de vertaler niet de moeite had genomen om zich in het bronmateriaal te verdiepen. Zo werd steevast het woordje ‘bub’, wat Logan altijd gebruikt in de strips, vertaald met ‘Bob’. Ook jammer dat Jackman niet zijn pruikje op had. De manen die het gelaat van Logan zo kenmerken zijn vervangen voor een nonchalante coupe. Het is betreurenswaardig dat de film zo kon mislukken ondanks alle goede bedoelingen van mensen als Jackman – dat hij het goed kan vinden met het personage mag na vier films duidelijk zijn. Ik koester een stille hoop dat hij zich met een volgende en boeiende aflevering revancheert.
Dinsdagochtend stond ik op met een zwaar gemoed: er moest nog een recensie over Wolverine aan het web worden toevertrouwd. De ochtend ging dan ook op aan het woordelijk uitdrukken van mijn particuliere mening. Eenmaal aan het schrijven, kwamen de woorden als vanzelf.
In de avond kreeg ik alvast een voorschot op mijn verjaardag, toen mijn ouders in Amsterdam waren en we met z’n vieren een naburig restaurant bezochten om bij te praten, te klinken en van een niet zo’n eenvoudige doch voedzame maaltijd te genieten.De houdgreep
Woensdag deed ik een interessante ontdekking in de boekenkast van L. Daarin stond een boek half uit de rij, alsof hij me stond op te wachten. Een zwoel kijkende jonge vrouw op het omslag maakte mij nieuwsgierig. De houdgreep van Joost Zwagerman, waar de auteur in 1986 mee debuteerde, gaat over Adriënne en Ingmar die samen hun eerste liefde beleven. Fijn dat Zwagerman ons daar ooit deelgenoot van maakte en deze liefde beschreef zoals alleen hij dat kan. Mooi verwoord, inleefbaar en levendig.Wat heerlijk om na zo’n lange tijd weer eens de zinnen te verzetten met een goed literair werk; om te proeven van de Nederlandse taal waarin de geestesbeelden van een ander op vakkundige wijze worden uitgedrukt.Prinsheerlijk
In de avond maakte Amsterdam zich op voor Koninginnedag. De stad gonsde van verwachting. Donderdag begon met de geur van versgebakken appeltaart die mijn neusgaten streelde. Ik kreeg niet veel mee van de dag van Bea, en bracht mijn verjaardag deels door op het balkon, las wat strips en dommelde halverwege de dag weg in een oppervlakkige, surrealistische ervaring en werd pas weer wakker bij het nieuws dat er een aanslag op het Koningshuis was gepoogd. Een nare gebeurtenis die mooi in woorden werd gevat door Nico Dijkshoorn:
(Wat kan ik daar nog over zeggen, wat al niet uitentreuren is gedaan? Treurige gebeurtenis die door de media in overdosis is herhaald. Telkens maar weer dezelfde beelden, alsof dat het begrip voor wat we zien vergroot. Alsof dat iets verandert aan wat er gebeurd is. Volgende week weer een nieuwe ramp en gaan we weer door met de dagelijkse beslommeringen.)
Die avond at ik samen met L in een restaurant waar tot mijn genoegen oude hits van Prince werden gedraaid. Het was een verfrissende herinnering aan oud plezier; ik verbaasde mezelf dat ik nog zoveel songteksten kon herinneren en betreurde het feit dat de vlam van deze geniale muzikant al jaren op een laag pitje brandde.Vrijdagmiddag balanceerde ik onwennig op een wippende stoel op het terras van De Molengang, waar de mannelijke bediening traag en allesbehalve klantvriendelijk was en waar ik samen met de Schone Schrijfster over het schrijven van fictie converseerde tot het tijd was om nog even Lambiek in de Kerkstraat te bezoeken, te bedrinken en te bedanken voor de gastvrijheid.Funky in het Frans
Vrijdagavond was ik met L en Jeroen in De Nieuwe Anita om de Jet Set Party bij te wonen en ons te verbazen over de funky Franse deuntjes van DJ Natasha en de uit Frankrijk ingevlogen deejay/remixer Minimatic. Terwijl Jeroen zijn toekomst in Tarottaal kreeg uitgelegd, keken L en ik naar de dansende jongens en meisjes op het feest. Anachronistische bewegingen, swingende heupen die niet zouden misstaan in een tienerfilm uit de jaren zestig. Hier en daar een houterige kantoorclerk die zijn best deed te mengen met de menigte. Van boven gezien deden deze ritmisch voortbewegende lijven me nog het meeste denken aan die van geautomatiseerd bewegende Sims.
Doch, dat de dames en heren hun dagelijkse zorgen even wegswingden op eigenaardige Franse muziek leek mij een toepasselijke daad aan het einde van deze markante week en een prachtig begin van de nieuwe maand.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Filmrecensie X-Men origins: Wolverine

Wolverine, de sympathieke rauwdouwer met opvallende coupe en klauwen die net zo scherp zijn als zijn cynische opmerkingen, was natuurlijk al de ster van de eerste drie X-Men-films.

In die filmreeks transformeerde hij van een loner tot teamplayer. Regisseur Bryan Singer maakte handig gebruik van Wolverines status van nieuweling onder de buitenbeentjes: Logans eerste stappen in de wereld van de X-men was voor het publiek een prima manier om bekend te geraken met de wereld van de mutanten: mensen met aangeboren krachten die verguist worden door de samenleving.

Een tweede meesterlijke zet van Singer was het casten van Hugh Jackman in de rol van Wolverine/Logan. De rol was de Australische acteur op het lijf geschreven. De zes klauwen van de mutant zaten Jackman zo lekker dat hij wel trek had in een nieuw avontuur. X-Men origins: Wolverine, is de eerste in een nieuwe serie mutantenfilms waarin de oorsprong van de personages uit de doeken wordt gedaan.

Een van de leidraden van de eerste drie X-Men-films was het feit dat Logan zijn verleden probeerde te achterhalen. In X-Men 2 leerden we al hoe hoe Logan zijn adamantium (een onbreekbaar soort staal) skelet en klauwen kreeg en dat hij door zijn helende krachten veel ouder is dan hij eruit ziet. Met X-Men Origins: Wolverine zou er dieper op de oorsprong van Logan worden ingegaan.

Vadermoord
De film van regisseur Gavin Hood begint dan ook goed: ergens halverwege de negentiende eeuw, op het moment dat Logans krachten zich voor het eerst manifesteren. (Bij mutanten is dat de pubertijd.) Als de vader van de jonge Logan wordt vermoord, ontaart de jongen in een grenzeloze woede en schuiven er een zestal scherpe botten uit zijn vuisten waarmee hij de moordenaar uit zijn lijden verlost. Samen met broer Vincent (Liev Schreiber) vlucht Logan het huis uit. Ze worstelen zich vervolgens door maar liefst vijf oorlogen tot ze tijdens de Vietnamoorlog worden gerekruteerd door William Stryker (Danny Huston) om deel uit te maken van een speciaal taskforce met mutanten. Uiteindelijk keert Logan dit leven vol dood en verwoesting de rug toe om hout te gaan hakken en samen met zijn prachtige vriendin Kayla (Lynn Collins) in een schilderachtig hutje in de wouden van Canada te gaan wonen. Uiteraard wordt de idylle verstoord als Vincent en Stryker weer van zich laten horen. Dit alles leidt tot het moment waarin Logan zich vrijwillig aanmeldt om met het Weapon X programma mee te doen.De grootste handicap van X-Men origins: Wolverine is het feit dat het een prequel betreft: we weten wat er na de film met Wolverine gebeurt, derhalve zijn bepaalde uitkomsten van het verhaal voorspelbaar. Dat hoeft geen probleem te zijn als scenarioschrijvers de aanloop tot deze uitkomsten zo interessant mogelijk maken. Daarin zijn ze niet geslaagd. David Benioff en Skip Woods leverden een script in dat op sommige plaatsen erg onlogisch en gekunsteld in elkaar steekt en daardoor soms meer vragen oproept dan beantwoordt.

Een gemiste kans als je je bedenkt dat er genoeg inspirerende stripverhalen omtrent Wolverine zijn gemaakt. (Wat dat betreft heeft het personage een prachtige ontwikkeling doorgemaakt van de doelgerichte heethoofd die in 1974 debuteerde in een Hulk-comic tot het gelaagde personage dat hij kan zijn wanneer hij geschreven wordt door vaklui als Christopher Claremont en Peter David.)Broedertwist
De film mag dan in het verleden van Wolverine en diens motieven duiken, de plot ontbeert diepte. De relatie tussen Logan en zijn broer Vincent (die later Sabretooth wordt) had op dramatisch vlak beter benut kunnen worden, ware het niet dat broeflief slechts als motivatieloze slechterik wordt gepresenteerd. Wat dat betreft had Sabretooth net zo goed niet Wolverine’s broer kunnen zijn – een feit dat nooit vermeld werd in de andere films en dus speciaal voor deze aflevering is bedacht. De grote confrontatie tussen Logan en Vincent – waarbij Vincent met zijn beestachtige lange nagels de duistere versie van Wolverine is – lost zijn belofte niet in en blijft onbeslist. Uiteindelijk komen de knokpartijen neer op het laten zien wie de grootste, euh, klauwen heeft.

Maar beste lezer en stripliefhebber, het is niet allemaal kommer en kwel als het om deze stripverfilming gaat. Er zitten een paar prima actiesequenties in Wolverine. Het shot waarin Wolverine bovenop een vliegende helikopter springt, herinnert aan de prachtige geïllustreerde acties uit de comics. De climax waarin Wolverine en Vincent het opnemen tegen Deadpool (Ryan Reynolds), die krachten van diverse mutanten in zich verenigt, is spectaculair, al wordt ook deze confrontatie niet tot de maximale mogelijkheden uitgespeeld. Ondanks de cameo van enkele bekende X-Men personages blijft het open einde, inherent aan een prequel, onbevredigend.

Onbevredigend is het woord waarmee dit eerste solo-avontuur van Wolverine getypeerd kan worden: een dergelijk boeiend personage verdient een beter doordachte origin story.
—-
X-Men origins: Wolverine draait vanaf 28 april in de bioscopen.
Deze recensie staat ook op de site van Zone 5300.

Lees ook:

Categorieën
Film Frames Strips

Filmframes: X-Men

Met de eerste X-Men-film van Bryan Singer (2000) begon de huidige renaissance van superheldenfilms en andersoortige stripverfilmingen. Singer sloeg met zijn serieuze benadering de spijker op zijn kop. Hij bracht niet alleen de striphelden X-Men geloofwaardig tot leven, zijn film wist ook de filmstudio’s ervan te overtuigen dat de stripwereld een schatkamer aan bronmateriaal voor succesvolle blockbusters bevat. Het personage Wolverine belichaamt voor mij de visie van Singer. Tijdens de introductie van dit personage werd mij duidelijk dat Singer de strips perfect begrepen had. Een analyse, frame voor frame.

Ik zat in Tuschinski in Amsterdam toen ik X-Men voor het eerst zag. Het grote witte doek bleek een toepasselijk canvas voor deze grootse stripverfilming. Fan van de strip zijnde, was ik een extra kritische toeschouwer. Eerdere stripverfilmingen waren flauwe aftreksels geweest van hun papieren bronnen. De homo-erotische nachtmerrie die Batman & Robin heette van drie jaar eerder lag nog vers in het geheugen.Er had echter geen groter verschil kunnen zijn met Singers visie van X-Men. Hij bracht dit superheldenteam op een serieuze toon tot leven. Hij behandelde de thematiek van de Angst voor de Ander op subtiele wijze, maar vergat niet de wonderbaarlijke wereld der mutanten de nodige flair te geven. (Ik kan overigens een artikel vol schrijven met kritiek over de elementen waarmee deze stripverfilming tekortschiet, maar dat is niet de strekking van dit stuk, dus laat ik de mindere zaken buiten beschouwing.)

“Wolverine, aangenaam”
Er is één significante scène waarin voor mij duidelijk werd dat Bryan Singer het oorspronkelijke materiaal tot op de letter begrepen had. Het is de introductie van Wolverine.Wolverine (Hugh Jackman) wordt gepresenteerd als loner. Logan, zijn echte naam, kan zich zijn verleden niet herinneren. Aangezien herinneringen en acties bepaldend zijn voor onze identiteit, staat een mens zonder verleden als het ware los van zichzelf. Logan heeft zich afgekeerd van de wereld en leeft slechts op overlevingsdrift. Hij geeft schijnbaar om niemand, zelfs niet om zichzelf.Logan vecht in een donderkooi om geld te verdienen. Wat zijn noodlottige uitdagers niet weten, is dat hij over mutantengaven beschikt. Wolverines lichaam geneest razendsnel. Zijn skelet is omgoten met een onbreekbaar staal, adamantium genoemd. Ook bezit hij in iedere hand een drietal klauwen van dat goedje.De jonge mutante Rogue (Anna Paquin) komt op zijn pad. Ook zij is op de vlucht voor zichzelf sinds ze heeft ontdekt dat levensenergie overneemt van iedereen die ze op de huid aanraakt. Waar Rogue juist verlangt naar een fysieke aanraking van een ander, is het Wolverine die aan het begin van X-Men menselijk contact vermijdt: hij slaat andere mensen letterlijk van zich af.
In de donderkooi
Wanneer Rogue de bar in een uithoek van Amerika betreedt, staat Logan in de kooi te vechten. Singer introduceert onze held stapsgewijs en laat in ieder shot een glimp van hem zien. Rogue ziet Wolverine vanaf de rug, hij leunt tegen de kooi in afwachting van zijn volgende tegenstander. Singer hult Logan de eerste shots in silhouet. Logan is slechts een schim, een ruw idee van wat een mens is. Hij is als een gevangen beest: fysiek opgesloten in een kooi en mentaal gevangen in zijn eigen negatieve zelfbeeld. De idee dat hij losstaat van de rest van de wereld wordt in het beeld benadrukt door de kleurcontrasten tussen zijn zwarte silhouet en de sterke blauwtinten op de achtergrond.
Wanneer we Logan eindelijk in het gezicht kunnen kijken, kadreert Singer de acteur plagerig achter een paal van de kooi. Pas tijdens het gevecht wordt het gezicht van Wolverine onthuld. Agressie en de waanzin van de situatie zijn van zijn gelaat af te lezen. In een paar snelle bewegingen verslaat Wolverine zijn tegenstander.Ik voelde vlinders in mijn buik tijdens deze scène. Het was een meesterlijke zet om Logan op deze dramatische wijze en in deze karakteristieke situatie te introduceren.
Mijn enthousiasme werd groter bij de scène die erop volgde. Als Wolverine aan de bar zit, wordt hij door een verslagen tegenstander beschuldigd van vals spel. Op het moment dat Logan zichzelf verdedigt en de man vastgrijpt, glijden de adamantium klauwen uit zijn vuist.



De middelste klauw drukt dreigend tegen de keel van de man aan, gereed om diens hals te doorklieven. Wolverine wordt echter tegengehouden als de barman een geweerloop tegen zijn hoofd drukt.

Herkenbare rauwdouwer
In twee gewelddadige scènes (en een dialoogscène daartussen waarin Wolverines taalgebruik typerend spaarzaam is) heeft Singer het personage grotendeels neergezet. Hij is heel herkenbaar als de cynische en agressieve rauwdouwer die ik uit de strips ken. Hugh Jackman belichaamt voor mij Wolverine. Zijn wolfachtige manen accentueren het beest in hem, maar zijn niet te grotesk om de geloofwaardigheid voorbij te schieten. Jackman heeft een direct, fysieke aanwezigheid en maakt met een enkele blik of gebaar de gemoedstoestand van het personage duidelijk.Overigens mag de kracht van het filmgeluid niet ongenoemd blijven. Het geluid van glijdende messen op het moment dat de digitale klauwen van Wolverine uit zijn hand schieten, maakt hun aanwezigheid in de verhaalwereld reëel.

Buitenbeentjes
Na deze krachtige introductie kan de ontwikkeling van Wolverine van loner naar aangepaste held beginnen. Rogue zit als verstekeling bij hem aanboord en samen komen ze bij de X-Men terecht. Singer introduceert de wereld van Charles Xavier (Patrick Steward) en zijn mutantenschool door de ogen van buitenstaander Wolverine. Net als de bioscoopbezoeker beziet hij met verbazing de school waarin pubers met hun nieuwe krachten leren omgaan. Zijn rake cynische opmerkingen zorgen ervoor dat het superheldengegeven met een lichte knipoog wordt benaderd, zonder dat de politieke thematiek die ten grondslag ligt aan het mutantendebat, minder serieus wordt.Opoffering
De voltooiing van Logans ontwikkeling wordt geïllustreerd in de actievolle climax rond en op het Vrijheidsbeeld. Rogue is dodelijk gewond geraakt door de helse machine waaraan Magneto (Ian McKellen) haar heeft vastgekoppeld. Ze is op sterven na dood. Logan grijpt haar vast en drukt Rogue tegen zich aan.


Hierdoor nemen haar mutantengaven zijn helende krachten over. Dit betekent echter dat Logan deze kwijt raakt en dat zijn heftige wonden weer opengaan. Hij offert zijn kans op genezing op om Rogue een overlevingskans te geven.


Dat Logan uiteindelijk toch weer geneest (de overname is namelijk maar tijdelijk) doet niets af aan het feit dat hij een significante verandering heeft ondergaan. Logan is weer om anderen gaan geven.

Stripplaatjes
De shots op het vrijheidsbeeld zijn stripachtig in die zin dat het beeld bijna geen achtergrond bevat. We zien alleen de twee personages op de voorgrond en hier en daar een deel van het Vrijheidsbeeld. De emotionele scène is teruggebracht tot haar essentie. Logan en Rogue zijn de spil van het universum op dit moment – alleen hun verhaal telt. De soundtrack van Michael Kamen bereikt op dit moment zijn romantische climax, waarmee nog eens wordt onderstreept dat X-Men draait om menselijke emoties en niet zozeer om een robbertje knokken rond het vrijheidsbeeld.De film eindigt met Logans tijdelijke vertrek bij de X-Men. Nu hij zijn eigen waarde weer heeft teruggevonden (met zijn deelname aan de X-Men bouwt hij aan zijn toekomst), wordt het tijd om het mysterie dat zijn verleden is te ontrafelen. De man die op de motor het beeld uitrijdt, voelt hoop en is daardoor compleet anders dan de beestachtige vechtersbaas die we in de donderkooi ontmoetten.

Dit artikel verscheen ook op EeuwigWeekend.nl.
Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (2): Muurbloempjes en oorlogsmonumenten

Ook al is de Muur in november 1989 omgegaan, de overgebleven delen zijn een grote toeristische attractie in Berlijn.Als kind maakte ik voor het eerst kennis met de Berlijnse muur in een Spider-Man comic. De superhelden Wolverine en Spidey namen het op tegen de KGB waarbij het webhoofd illegaal de muur over moest, naar de Sovjetsector van de stad. Die Spinne in Berlin die een robbertje knokt met de geheime politie én Wolverine op een mistroostig Russisch kerkhof. (Wie durft nog te beweren dat je niets leert van strips?)

Muurbloempjes.


Koude oorlog
Tijdens geschiedenisles leerde ik dat Berlijn analoog aan heel Duitsland na de Tweede Wereldoorlog door de geallieerden werd verdeeld in verschillende sectoren: een Britse, Franse, Amerikaanse en een Russisch gedeelte. Omdat Berlijn geheel in de Duitse Democratische Republiek lag, zagen veel Sovjetonderdanen de stad als vrijplaats om te vluchten naar het westen. Daarom besloten Walter Ulbricht en de Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov een einde te maken aan de leegloop. In de nacht van 12 op 13 augustus 1961 werd begonnen met de bouw van de Berlijnse Muur. De scheiding tussen Oost- en West-Berlijn zou tot november 1989 duren. Leven in angst
Slenterend door Berlijn verbaast het mij dat Berlijners helemaal niet bezig zijn met het verleden, met de Muur. Waarom zouden ze ook? Het is alweer lang geleden. De jonge generatie weet niet hoe het was toen het Oosten en Westen van elkaar gescheiden waren. Hoe het was om in de DDR in angst te leven: je eigen buren konden immers agenten van de geheime dienst zijn. Wie kritiek uitte over het politbureau kon makkelijk verraden worden. Die situatie is voor ons als toeristen moeilijk voor te stellen, al lopen L. en ik gefascineerd langs enkele kenmerkende overblijfselen van dat verleden. Op verschillende plekken in de stad staan stukken muur opgesteld, al geven deze kleine stukken niet echt een goed beeld van hoe de situatie vroeger was.

Uitzicht op de Muur bij Bernauer Strasse.

De Muur in Bernauer Strasse vanaf het Oosten gezien.

De beste plek om een beetje een indruk te krijgen van de Muur is aan de Bernauer strasse. Daar staat een groot origineel stuk van de muur. In het documentatiecentrum zijn filmopnames te zien uit de tijd van de Muur. Ook van mensen die ontsnappen van het Oosten. Mensen die in het Oosten woonden aan de Bernauer strasse hadden uitzicht op het vrije westen. Volendam
L. en ik besluiten een kijkje te nemen bij Checkpoint Charlie, waar vroeger de overgang tussen het Amerikaanse gedeelte van West-Berlijn naar de Russische sector was. Ik verwacht het bekende wachterhuisje te zien, maar ben hevig teleurgesteld als we, na een lange wandeling langs de route waar de muur liep, aankomen bij dit historische punt.

‘Smile swcheinhund!’
Twee modellen voor Checkpoint Charlie.

Voor het checkpoint staan twee acteurs verkleed als een Amerikaanse en een Franse soldaat. Toeristen kunnen voor één euro met ze op de foto. ‘De soldaten’ leggen gebroederlijk hun arm op de schouders van de toerist. Leuk voor thuis en net zo authentiek als de mensen die klederdracht dragen in Volendam.Betonnen abstractie
Veel indrukwekkender is het holocaustmonument dat een serene schoonheid uitstraalt. Het monument is ontworpen door Peter Eisenmann en werd na jaren bakkeleien in 2005 eindelijk neergezet.

Dankmal für die ermordeten Juden Europas.

Eisenman wilde met zijn ontwerp een fysieke ervaring bij de bezoekers teweegbrengen. De eindeloze doolhof moet de bezoeker het gevoel geven de oriëntatie te verliezen. De 2711 zuilen verschillen in hoogte van straatniveau tot vier en een halve meter; ze zijn allemaal licht gekanteld. De gangen zijn te smal om naast elkaar te lopen. Iedereen moet daarom het monument alleen ervaren.Verstoppertje
Ik loop door de gangen langs de grote betonnen blokken – een labyrint van figuurlijke graven. Op een van de blokken zit een jongen gitaar te spelen. Verderop spelen mensen verstoppertje tussen de zuilen. Het is bijzonder om te zien hoe dit monument op verschillende manieren wordt gebruikt door de bewoners en bezoekers van de stad. Het monument is meer dan alleen een plek waar je stil kunt staan bij het verleden. Mensen kunnen het monument op eigen wijze een plaats geven in hun leven. Dat maakt het holocaustmonument in Berlijn vele malen nuttiger dan die stenen penis op de Dam in Amsterdam. Wordt vervolgd…Lees ook:

Tot slot: Klein Orkest met ‘Over de Muur’. Omdat het een mooi nummer is. Filmpje is gemaakt door Limbo 1342.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Film: X-men 3

Begin december komt X-Men: The last stand eindelijk uit op DVD. Met dit derde deel neemt regisseur Brett Ratner het werk over van Bryan Singer die ervoor koos om zijn Superman Returns te maken.

De tiener Warren Worthington III probeert koortsachtig de vergroeiing op zijn rug af te knippen terwijl zijn vader de afgesloten badkamer binnenstormt. Schaamte en pijn zijn van het gezicht van de jongen af te lezen. De veranderingen die zijn lichaam ondergaat tijdens de puberteit zijn geen pretje, zeker niet als er engelachtige vleugels op je rug blijken te groeien. Het lukt vader Worthington om een geneesmiddel te ontwikkelen die alle vergelijkbare mutanten uit de X-men-strip- en filmreeks in staat stelt voorgoed van hun aangeboren gaven, afwijkingen en rariteiten af te komen.

Eigenheid
In de X-Men-reeks staan mutanten model voor de universele Ander die, bestookt met vooroordelen en onwetendheid, niet geaccepteerd wordt door de maatschappij. Centraal in X-Men: The last stand staat de vraag of mensen alleen geaccepteerd kunnen worden als zij zich aan de standaarden van die maatschappij conformeren. Gaan mutanten voor ‘genezing’ om opgenomen te worden door de massa, of behouden ze hun individualiteit? De mutant Rogue belichaamt dit vraagstuk het beste. Ze is niet in staat lichamelijk contact met iemand te hebben zonder diens levensenergie te absorberen. In de eerste film ontdekte Rogue haar krachten toen ze haar vriendje tot een coma zoende. In X-Men 2 kreeg ze een onmogelijke relatie met Bobby (Iceman) en in dit deel moet ze machteloos toezien hoe hij en nieuweling Kitty Pryde/Shadowcat naar elkaar toe groeien. Het geneesmiddel lijkt het einde van haar vloek te beloven.

Stripplaatjes
Bryan Singer bracht met de eerste twee X-Men-films de combinatie van menselijkheid en superheldenactie uit de strips op meeslepende wijze naar het witte doek. Regisseur Brett Ratner zet die lijn gelukkig voort. Dankzij de eerder gelegde basis van sterke verhaallijnen en uitgediepte personages weet hij het voorgaande bevredigend af te ronden. Enige voorkennis van de eerste delen verrijkt de kijkervaring wel, hoewel de belangrijkste personages tussen de actie door net genoeg ruimte krijgen om tot hun recht te komen. Dit laatste is vooral te danken aan de krachtige beeldtaal die de innerlijke conflicten van de personages visualiseert. In strips wordt altijd het sleutelmoment van een handeling getoond. Net als in stripplaatjes gebruikt Ratner iconografische shots die de tijd even doen stilstaan. Bijvoorbeeld wanneer Kitty tijdens het schaatsen struikelt en Bobby haar in zijn armen opvangt in een klassiek-romantische pose.

Een ander voorbeeld is het moment waarop Wolverine met grote inspanning stapje voor stapje richting Jean Grey loopt, terwijl haar goddelijke kracht zijn lichaam langzaam uiteenrukt. Het is een beeld dat op het netvlies gegrift blijft en dat zo uit de strips had kunnen komen. Deze visuele metafoor verbeeldt de keuze die Wolverine innerlijk verscheurt: hij houdt van haar, maar is de enige die de losgeslagen Jean kan tegenhouden. Dit soort aansprekende dilemma’s raakt net niet ondergesneeuwd door de actiescènes. Ratner rondt daarmee vakkundig af wat Singer begon.