Categorieën
Boeken Strips

Een middag Vers voor de Pers

Vandaag liep ik samen met andere journalisten die hopelijk van boeken houden, in de Passenger Terminal in Amsterdam, waar Vers voor de Pers plaatsvond. Stichting CPNB is de organisator van dit jaarlijkse boekenfestijn waar nieuwe titels en schrijvers worden voorgesteld aan de Vaderlandse pers. Uitgevers zetten hun mooiste en boeiendste pr-mensen neer in standjes om de pers te interesseren in de nieuwe uitgaven en catalogi. De stands hangen vol met grote posters van boekomslagen of portretten van schrijvers. De uitgever hoopt immers dat de recensent uit het grote aanbod zijn boeken beschrijft. Eigenlijk had de beurshal wel iets weg van een stijlvol aangeklede, rosse buurt waarin de aangeboden waar niet de belofte is van een vleselijk avontuur, maar van een geestelijke reis van soms literaire proporties. Ik schrijf bewust ‘soms’, want een groot deel van de boeken die uitkomt valt niet onder het predikaat literatuur. Denk aan thrillers of non-fictie boeken en treurige meuk die alleen door de drukpers lijkt te zijn gegaan omdat de schappen in de boekhandels vol moeten. Het aanbod van het gedrukte woord is overweldigend. Als ik gezellig wil struinen door de Scheltema zie ik in ieder geval door de boeken het bos niet meer.
No poking
Ik was er aanwezig om onder meer de site Eeuwig Weekend onder de aandacht te brengen van de uitgevers en om te zien wat voor boeiende boeken we kunnen behandelen op de site. Uitwisselen van visitekaartjes dus (op de ouderwetse manier, hier werd niet gepookt). En om bekenden uit de uitgeverswereld weer even aan te spreken, ofschoon ik er een paar dit weekend al had gesproken tijdens het Weerwoordfestival. (Daarover later meer.)
Natuurlijk heb je op Vers voor de Pers ook kans om schrijvers in het wild tegen te komen. Zelfs wat striptekenaars, al staan er niet echt stripuitgevers tussen. (Oog & Blik is daar een van de uitzonderingen van, die uitgeverij werd laatst opgenomen in de wereld van de Bezige Bij.) Zo kon de oplettende bezoeker Jean-Marc van Tol ontwaren. Maar goed, die is dan ook zelf uitgever. Van Tol vertelde mij dat hij inmiddels begonnen is aan de Jezus-strip waar ik hem laatst over interviewde. Sinds die video online staat wordt hij gebeld door religieuze omroepen als de KRO en EO om erover in een programma te praten.
Tussen de schuifelende pers trof ik schrijfster Natasja van Loon in een euforische stemming aan. Ze had die nacht de laatste hand gelegd aan het tiende hoofdstuk van Het mannenexperiment. Nog twee hoofdstukken te gaan en haar tweede boek kan naar de winkel. Stripmaker en illustrator Merel Barends, voor de vaste bezoekers van deze site en EeuwigWeekend.nl ook geen onbekende, vergezelde ons door de lange rijen met standjes.Barends had het storyboard van haar nieuwste stripproject mee. Van Loon bovenvermeld tiende hoofdstuk.

Barends (links) en Van Loon lezen elkaars werk.

Schaars geklede meid
Nu huren grote uitgevers natuurlijk meer meters stand dan de kleine, waardoor deze minder goed opvallen tussen de grote posters van bekende auteurs. Toch wist uitgeverij d’Jonge Hond dit voor mij te compenseren door een interessante foto op het omslag van hun catalogus te plaatsen. We zien de oudere schoenontwerper Jan Jansen in smoking. Op zijn schoot zit een schaars geklede dame met knal rode laarzen. Dan heb je mijn aandacht wel. d’Jonge Hond is vooral gespecialiseerd beeldende kunst, fotografie, mode en hieraan gerelateerde onderwerpen. Typisch boeken die interessant kunnen zijn voor Eeuwig Weekend. Ook zonder schaars geklede vrouw op de cover overigens. Veel van de boeken van d’Jonge Hond zijn gekoppeld aan exposities. Slim natuurlijk, want dan heeft het boek voor recensenten van naturen een actualiteitswaarde.Met een tas vol catalogi en andersoortig pr-materiaal reed ik later die middag weer naar huis. Dat wordt een avondje bladeren op de bank. Lees ook:

Categorieën
Strips

Video: De wereld van Hallie Lama

Absurde en droge humor, gekke mannetjes met een overwegend gewelddadige inslag en een vrouwentekort – dat zijn de ingrediënten van de cartoonwereld van Hallie Lama. In deze video een onthullend gesprek met de cartoonist én de creatie van een nieuwe cartoon gevolgd van schets tot publicatie.Meer Hallie Lama vind je op zijn eigen site. Lees ook Making the video: Op stap met Hallie Lama.
Deze video zag als eerste het licht op EeuwigWeekend.nl.Bekijk ook:

Categorieën
Strips

Making the video: Op pad met Hallie Lama

Mensen met originele ideeën, met slimme observaties en mensen met een aparte tekenstijl spreken me erg aan. De lui die boven het maaiveld uitsteken. De mensen die hun creativiteit koesteren en inzetten om een boodschap over te brengen, om te vermaken, of om de vele gedachten die in hun hoofd ronddolen een plek te geven voordat ze er gek van worden. Daarom voer ik graag gesprekken met kunstenaars – filmmakers, stripmakers, schilders, schrijvers… Laatst was ik een dagje in Hillywood – het mediacentrum van de Lage Landen – om vriend en cartoonist Hallie Lama eens aan de tand te voelen. Niet letterlijk natuurlijk, dat laat ik liever aan zijn tandarts over. Het moet ergens in september vorig jaar geweest zijn dat het idee om over Lama eens een videootje te maken in mijn hoofd schoot. Door wederzijdse drukke agenda’s was het er nog niet van gekomen. Tot die kalme dinsdag in januari. Onbeschaamd en onbevangen
Het interview vond plaats in de woon- en werkkamer van de heer Lama. Hallie was ontspannen en zat lekker op zijn praatstoel. De anekdotes die ik wilde horen kwamen ter sprake.Het mooie van mijn vak is dat je, door de bescherming van de camera, alles kunt vragen wat je ooit al eens van je onderwerp hebt willen weten. Nu ben ik al een tijd bekend met het werk van Lama en hadden we elkaar hier al vaker over gesproken, maar in een interview heb je de kans om eens rustig in te gaan op die onderwerpen waar je normaliter vaak alleen terloops over spreekt. Na het interview tekende Hallie in de voor zijn tekenstijl typerende snelheid een cartoon. Daarna was het tijd voor locatiebezoek. We begonnen in zijn stamkroeg in het Hilversumse. De plek waar hij menig biertje doorslikt, maar ook veel gesprekken voert met stamgasten en vreemde kerels die spontaan naast hem komen zitten om hun levensgeschiedenis uit de doeken doen. De bezoekers van het café bleken menigmaal een rijke bron voor cartoons te zijn.

Cartoon: Hallie Lama.

Magie der cinema
Later op de avond bezochten we Hallies werkplek: een van de filmtheaters alwaar hij al zo’n negen jaar dienst doet als operateur. Films mogen draaien is een mooi beroep. De operateur is als het ware degene die de magie die cinema is, namelijk het tot leven blazen van 24 beeldjes per seconden, tot uitvoering brengt. Hallie zette geroutineerd de projectoren aan en liet me terloops de agenda in de cabine zien. Deze stond vol met, hoe kan het ook anders, Lama-krabbels. Behalve de weken dat hij met vakantie was, die waren vrijwel blanco.
Kill your darlings, darling
Met een tape vol bruikbaar materiaal reed ik die avond weer richting huis. De montage van de video verliep zonder noemenswaardige problemen. Hoewel, er zijn altijd van die momenten dat je even door de zure appel heen moet bijten: het loggen van het materiaal is een saai doch noodzakelijk werkje. Een ander lastig moment is wanneer je besluit dat die leuke anekdote toch uit de video moet omdat ze te lang is. Zoals Lama’s verhaal over zijn belevenissen op de kunstacademie. Mooi materiaal, maar online video’s mogen nu eenmaal niet te lang duren. Wat mij betreft is vijf minuten lang genoeg. Maar over het maken van online video’s binnenkort meer.Terwijl Mackie de video aan het renderen was, bedacht ik me dat dit de zoveelste video over strips was die ik in een korte tijd maakte. Met veel plezier overigens, maar het wordt tijd om de cameralens eens op een andersoortige creatieveling te richten. De volgende keer misschien een schrijver ondervragen.Het resultaat is binnenkort op EeuwigWeekend.nl en Mike’s Webs te zien.

Categorieën
Mike's notities Strips

Opbeurende feedback

In veel gevallen schrijf ik om mijn eigen nieuwsgierigheid te stillen. En hoewel ik niet primair schrijf om reacties te genereren, kunnen positieve reacties natuurlijk wel motiverend werken. In de VPRO Gids van deze week staat onderstaande ingezonden brief waarin mijn recente artikel ‘Zelfbeeld van het beeldverhaal’ wordt vermeld. Vond het erg opbeurend om deze reactie te lezen. Ze maakte mijn dag weer goed.

Klik op het plaatje voor vergroting.

Met dank aan Mennomail die me op de brief wees.Lees ook:

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Jean-Marc van Tol wil Jezus verstrippen

Recent sprak ik met stripmaker Jean-Marc van Tol, bekend van onder andere Fokke & Sukke. In het interview spreekt Van Tol over zijn wens ooit een graphic novel over Jezus te maken. Ook legt hij uit waarom Fokke & Sukke weinig succes hebben in het buitenland en waarom het zo slecht gaat met de strip in Nederland. Over Fokke & Sukke: ‘Zo’n succes als we in Nederland zijn, zijn we niet eens in Vlaanderen!’Kortom: kijken die video! Deze video heb ik gemaakt met medewerking van FaceCulture. Het interview verscheen natuurlijk ook op EeuwigWeekend.nl én op Nu.nl.

Lees ook:

Categorieën
Strips

Zelfbeeld van het beeldverhaal

Strips zijn meer dan alleen kinderverhaaltjes, maar in Nederland denkt men bij ‘strips’ toch vaak eerst aan Suske & Wiske en Donald Duck. Er moet anders naar het medium gekeken worden, vinden stripmakers en uitgevers.

Samen met collega Jean-Marc van Tol luidde stripmaker Hanco Kolk recent de noodklok in NRC Handelsblad. In het stuk stellen de makers dat striptekenen in Nederland een liefhebberij is geworden omdat een serieuze kunstopleiding om nieuw talent te ontwikkelen ontbreekt. Ze vrezen dat het beeldverhaal als kunstvorm uit het cultuurlandschap zal verdwijnen. De Nederlandse strip wordt niet serieus genomen.Volgens Mourice Plusquin, pr-manager voor onder andere de stripsector, ligt de oorzaak hiervan bij de makers en uitgevers zelf. Hij ziet stripboeken als een commercieel product dat je aan de man moet brengen. ‘Het gevoel dat makers en uitgevers zelf meegeven aan een product, is verantwoordelijk voor hoe men het werk ziet. Je strip voorzichtig ergens tussenschuiven in de hoop dat iemand het oppikt, werkt niet.’ Kolk (S1ngle, Meccano, Gilles de Geus) is het deels met Plusquin eens, maar ziet vooral de lethargische houding van de boekhandelaren als oorzaak: ‘In Nederland overheerst bij boekhandels een vooringenomenheid waar het strips betreft. Boekverkopers zijn bang dat ze met het verkopen van strips alleen Suske en Wiske-lezers zullen trekken. Als je van handelaren maar lang genoeg hoort dat het helemaal niets is wat je maakt, dan ga je dat zelf geloven. Het zelfbeeld van de Nederlandse stripmaker is hierdoor onnodig laag, terwijl er heel veel talent is.

Het is duidelijk dat de reputatie van het stripverhaal beter kan. Hoog tijd om het medium te legitimeren en als ware kunstvorm te erkennen. Niet toevallig zien we stripplaten vaker in musea hangen. Vorig jaar hield het Joods Historisch Museum de expositie ‘Superhelden en Sjlemielen’ en in de expositie ‘Strip & Kunst’ in Singer Laren werden de paralellen en verschillen tussen strips en kunstwerken benadrukt. Plusquin was initiatiefnemer van de expositie: ‘Ik wilde bij mensen de perceptie van strips veranderen en het medium een ander podium bieden dan alleen de stoffige kraam op de rommelmarkt.’

Kunstig
Is het label kunst aan strips plakken dé manier om het medium te legitimeren of zijn strips toch geen kunst?
Jean-Marc van Tol, tekenaar en medeauteur van Fokke & Sukke: ‘Strips zijn natuurlijk nooit an sich kunst. Maar wat je er als stripmaker mee kunt doen is wel kunstig. In iedere strippagina zit werk en vernuft. In die zin is iedere strip wel weer kunst.’ Plusquin: ‘De striptekenaar is net als een schrijver een scheppend mens. Iemand die met de strip een oorspronkelijk verhaal creëert.’ Toch noemt hij strips liever volkskunst: ‘Een stripboek is geen Karel Appel. Ik vind strips net zo goed kunst als klassieke muziek of punk.

‘Mara Joustra, redacteur bij uitgeverij Oog & Blik en kunstenaar in opleiding, vindt dat een strip een kunstwerk kan zijn, zolang het werk ‘bepaalde kwaliteiten heeft en de tand des tijds doorstaat.’Kolk ziet de strip als een hybride medium: ‘Strip bevindt zich tussen beeldende kunst en literatuur. De toepassingen zijn zo veelvoudig, dat je niet kunt zeggen dat strip kunst is. Er zijn strips die kunst of literatuur zijn.’ Als voorbeeld noemt Kolk het werk van de Italiaanse stripmaker Lorenzo Mattotti. ‘Iedere pagina van die man is een kunstwerk, en is grafisch en verhalend van een hoog niveau. Bij zijn strips ervaar ik hetzelfde als ik een mooi schilderij zie of een goed literair boek lees.’ Van Tol valt hem bij: ‘Het mooie aan strips is dat je een boek leest dat je ontroert. Of dat je moet lachen of iets leert. Dan vind ik het al kunstig genoeg om er het predikaat kunst op te plakken.’

Kolk: ‘Met Meccano: De Ruwe Gids wilde ik er alles uithalen wat erin zit, maar of het kunst heeft opgeleverd is aan de lezer. Als mensen erdoor geraakt worden, dan is het kunst.’Graphic novel
Toch heeft Van Tol zijn bedenkingen bij strips in een museum: ‘ Op het moment dat een strip in het Singer Museum hangt, schiet hij eigenlijk zijn doel voorbij. Een strip moet gewoon te lezen zijn in een boekie of desnoods via internet. Het moet in de boekwinkels liggen of in de krant staan als een dagelijks geintje. Dan hebben strips een functie.’Kolk is het daar mee eens omdat volgens hem strips uit twee aspecten bestaan, namelijk beeld en tekst: ‘Een strip is a priori een verhaal dat je leest. Als je een strip aan de muur hangt, dan zie je nog maar één aspect. Dan is het geen strip meer maar een stuk grafiek.’De graphic novel, de beeldroman voor een volwassen publiek, is in opmars. De laatste jaren zijn verschillende graphic novels en stripbewerkingen van literaire romans uitgegeven. In november verscheen het eerste nummer van Eisner, een tijdschrift met korte literaire stripverhalen. Gaat de strip dankzij de graphic novel serieuzer worden genomen?

Joustra denkt van wel: ‘De term strip heeft als associatie een kinderboek te zijn. Wanneer je een stripboek een graphic novel noemt, dan worden het werk en de maker veel serieuzer genomen. Graphic novels worden behandeld in de boekenbijlage in de krant, strips nagenoeg niet.’Volgens Joustra is er ook een belangrijk verschil tussen strips en graphic novels: ‘Een graphic novel is een werk waarvan de tekst en beeld niet los van elkaar kunnen bestaan. Je kunt het boek niet begrijpen zonder het plaatje én de tekst te lezen. Een strip kun je volgen door alleen naar de plaatjes te kijken.’
Van Tol: ‘Wij lezers hebben de neiging om de dingen die wat moeilijker zijn en voor volwassenen zijn bedoeld als kunst of kunstig te bestempelen – zeker als deze wat meer eeuwigheidswaarde hebben. Als het werk een beetje pulp is dan zeggen we: “Dit is voor kinderen.”‘Libris

De beeldroman Verder van Marc Legendre is de eerste stripnominatie voor de Libris Literatuurprijs. Is deze nominatie een stap in de goede richting?
Plusquin vindt de nominatie overbodig: ‘Er worden ieder jaar heel veel boeken uitgegeven. En dan moeten wij daar weer met onze stripjes tussen gaan zitten. Strips verdienen een eigen podium en eigen prijzen, zoals de Stripschapprijs.’

Kolk juicht de Libris-nominatie juist toe: ‘Strips en literatuur vertellen een verhaal. Dat dit bij strips visueel gebeurt, maakt verder niet uit. Overigens vond ik Verder een prachtig boek, al was men er in de stripwereld over het algemeen niet over te spreken.’ Joustra ziet de nominatie ook als een kans voor het stripverhaal: ‘Het opent de mogelijkheid voor toekomstige juryleden om weer een graphic novel te kiezen.’

Fragment uit Verder.

Met exposities, mooie graphic novels en Libris-nominaties zijn we er echter nog niet. Om het publieke imago van de strip bij te stellen is groot geschut nodig. Plusquin: ‘De volwassen strip wordt nu niet goed aan de man gebracht, dat moet je doen met een grootse publiciteitscampagne. Breng per jaar de helft minder titels uit en steek het overgebleven geld in promotie.’ Joustra: ‘Natuurlijk verdient de strip meer aandacht. Veel uitgevers proberen het medium onder de aandacht te brengen door mooie uitgaven te maken en een uitgebreid persbeleid te voeren. Maar de media moeten het wél oppikken.’

Dit artikel schreef ik voor en verscheen in de VPRO Gids #2 (10 januari t/m 16 januari 2009).

Lees ook:

Categorieën
Media

Zijn we nu uit gejureerd?

“I think there is too much of it,” he said. “You can’t turn on the telly without somebody being judged by four people, whether they are on ice, on the stage or in the jungle.

Dat zei Paul McCartney deze week tegen een journalist van NME.com. Hij werd ondervraagd over het programma X-Factor, maar zijn commentaar slaat op al die programma’s waarin mensen strijden om de beste te zijn. Van die programma’s waarin talentlozen en talentvollen niet van elkander te onderscheiden zijn en waarin een vierkoppige nitwit jury haar oordeel velt. En de programma’s waarin een hoofdpersoon moet kiezen uit een groep stoeipoezen die naar zijn hand dingen. That’s amore? Ik dacht van niet.

Voor mij de enige X-Factor die er toe doet.


Zeitgeist

De ex-Beatle heeft natuurlijk groot gelijk. Komt er ooit nog een einde aan deze oneindig lijkende stroom van wedstrijdprogramma’s? Voorlopig nog niet, want het format past perfect in de tijdsgeest. Het hele leven lijkt wel een wedstrijd geworden.
Dit is vooral duidelijk op het gebied van werk & carrière. Wie rond z’n dertigste nog niet stevig in het carrièrezadel zit, tja, daar moet wel iets mis mee zijn, zo lijkt het. (En mensen die het op hun dertigste wel gemaakt hebben, denken wel eens: ‘Is dit alles?’) Zeker nu we vanuit economisch oogpunt barre tijden tegemoet gaan.
Nu ben ik zelf ook niet gespeend van ambitie in mijn vakgebied, want natuurlijk wil dat mijn werk gelezen en gezien wordt. En misschien zelfs gewaardeerd.
Winnaars en verliezers
Maar ik heb moeite mezelf te vereenzelvigen met de lui die koste wat het kost de top willen bereiken. (Of met topmensen die diep vallen maar dan wel met een vette bonus naar huis gaan als dank voor de puinhoop die ze achterlaten.) De Verdonkjes, Wildertjes en andere psychische bloedzuigers onder ons schreeuwen om aandacht en komen met iedere mindfart in beeld. De zucht naar macht om de macht. De behoefte naar roem om de roem. Het doel dat alle middelen heiligt. En vooral veel slachtoffers maken onderweg. Het wedstrijdelement lijkt wel alom aanwezig. Wie heeft de leukste vriendin, schoenen, baan, auto, fiets, blogpost, tweet, boek, buren? En wie zingt/danst/schaatst/neukt het beste…?
Het leven als wedstrijd, waar er maar één de winnaar kan zijn. Nee, bedankt. Tijd dat de scheidsrechter op zijn fluitje blaast. (Met dank aan de ’tweet’ van Hallie Lama, waarmee hij mij op het artikel over McCartney wees.)
Lees ook:

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Eisner komt eraan!

Eerste nummer literair stripmagazine Eisner uit in novemberIn november brengt uitgeverij Podium het eerste nummer van Eisner uit, het eerste Nederlandse tijdschrift met literaire stripverhalen. Hierin staan beeldverhalen voor volwassenen, van onder meer Daniel Clowes, Peter Pontiac, Jeroen Janssen en Jean-Marc van Tol.Van Tol (Fokke & Sukke) is tevens adviseur van de redactie: ‘Het uitgeven van strips en graphic novels is in Nederland een hels karwei. Dat moet je als je een normale uitgever bent natuurlijk niet doen. Je weet van tevoren dat het een verliesgevende zaak is!’

Video interview
In de video vertellen uitgever Joost Nijsen en Van Tol waarom Eisner er toch komt, wat ze nu precies bedoelen met de term ‘literaire’ strips en welke stripmakers er in het eerste nummer zullen staan.

En verder…
Ik maakte bovenstaande video voor Nu.nl, in opdracht van FaceCulture. Vandaar het embleem van Nu.nl in het beeld.
Zoals Joost Nijsen in de video al aangeeft is het uitgeven van een dergelijk tijdschrift een gok, want de markt voor literaire strips is niet groot. Ik hoop dan ook dat Eisner een lang leven is beschoren. De tijd zal het uitwijzen. Toch kijken sommige boekhandelaren reikhalzend uit naar het eerste nummer. Laatst zag ik dat ze bij Selexyz Scheltema in Amsterdam al een plaatsje hebben gereserveerd voor Eisner:Overigens, mocht je het als stripliefhebber nog niet gehoord hebben: volgend jaar beginnen ze ook weer met de Eppo. Al zul je daar geen graphic novel-achtig werk aantreffen, maar wel strips als Storm, Agent 327 en Franka. Juist ja, dezelfde stripfiguren die er vroeger ook al in stonden.

Categorieën
Boeken Strips

Manuscripta 2008: Schrijvers, literatuur, graphic novels en Tuk Tuk

Manuscripta, de opening van het boekenseizoen, vond dit weekend plaats op het terrein van de Westergasfabriek te Amsterdam. In deze tweede editie speciale aandacht voor de graphic novel onder het mom van de literaire strip. Maar je kon er ook schrijvers in de keuken vinden en getuige zijn van andere fratsen.
Jakhals Frank van De Wereld Draait Door noemde het de huishoudbeurs voor literair Nederland. Een aardige omschrijving voor dit evenement. Manuscripta bestaat uit twee dagen boekenplezier waarin uitgevers hun uitgaven voor het komende jaar presenteren, lezers schrijvers kunnen ontmoeten en er allerlei korte lezingen en workshops plaatsvinden. Volgens de organisatie van Manuscripta kwamen op de eerste dag 5000 mensen kijken. Ondanks de flinke regen die geregeld met bakken uit de lucht kwam storten. De tweede dag was traditiegetrouw alleen voor mensen uit het boekenvak en de media. Tuk Tuk
Samen met mijn literaire buddy Mikki toog ik zondagochtend naar Amsterdam om deze opening mee te maken. Vanaf cs kregen we een lift met de Tuk Tuk van Manuscripta. We scheurden door de straten van Amsterdam en kwamen lekker wakkergeschud binnen mum van tijd op de plaats van bestemming aan. Altijd goed om serieuze zaken een beetje melig te beginnen. Promotie
Terwijl Mikki zich tegoed wilde doen aan alle freebees en boeken die werden uitgedeeld, was ik met een speciale missie naar Manuscripta gekomen. Namelijk het promoten van EeuwigWeekend.nl. Goede contacten met uitgevers kunnen immers geen kwaad voor een redactie die op serieuze wijze boekrecensies publiceert.
Verder is Manuscripta een goede gelegenheid om eens bij te praten met oude bekenden en met collega’s. Om ideeën op te doen voor artikelen en afspraken te maken voor interviews.

Dikkie Dik was er natuurlijk ook.

Interviews
Natuurlijk werden er over het hele terrein diverse auteurs van verschillende allure aan vragen onderworpen. Zoals bijvoorbeeld A.F.Th. van der Heijden en prominente gast Harry Mulisch. Zijn roman Twee vrouwen uit 1975 zal dit boekenseizoen in een oplage van 900.000 stuks gratis worden verspreid door de CPNB (Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek). Ook kwamen schrijvers in actie tijdens de twee dagen literairfeest. Jean-Marc van Tol (Fokke en Sukke) reed rond op een kar en las voor uit werk van zijn eigen uitgeverij Catullus. Ronald Giphart stond ergens te koken.
De verhalen van Mulisch kende ik wel. Ik was meer nieuwsgierig naar hoe de Illustere Merel Barends zich staande hield op het podium van de Stripfaculteit. Ze werd op beide dagen namelijk geïnterviewd over haar werk en in het bijzonder over de uitgave Verbeelde Gedichten waarin gedichten van J.J. Slauerhoff verstript zijn. Barends is een van de tekenaars die een bijdrage aan dit interessante project heeft geleverd. Ook tekende ze het omslag. De interviews verliepen zoals verwacht vlot. Ook vond er een presentatie plaats van het literaire stripblad Eisner. (Daarover binnenkort meer.)

Barends aan het woord.

Graphic novel
Tijdens Manuscripta was er veel aandacht voor het medium strip, want de graphic novel stond centraal dit jaar. Dit ontstemde echter wat stripuitgevers. Wat is het geval. Manuscripta wordt georganiseerd door de CPNB. Alleen uitgevers aangesloten bij het CPNB mogen op Manuscripta staan. Dat zijn niet de uitgevers die alleen maar strips uitgeven. Natuurlijk zijn er veel uitgevers die zowel literatuur als strips uitgeven, maar echte stripuitgeverijen werden dus buitengesloten. Een volledig overzicht van wat er op stripgebied uit gaat komen bood Manuscripta dus niet. Gelukkig zijn er eind september weer Stripdagen in Houten. Verleden van Nederland
Manuscripta gaat verder dan alleen literatuur. Zo vond de presentatie van Verleden van Nederland, een nieuwe achtdelige documentaireserie van NPS/VPRO, plaats in het Transformatorhuis. Er werden drie fragmenten getoond van de serie en enkele makers en redactieleden waren aanwezig, eindredacteur Ireen van Ditshuyzen (IDTV), presentator Charles Groenhuijsen, professor Piet de Rooy en René van Stipriaan. Zij schreven samen met o.a. Geert Mak het boek Verleden van Nederland.
Rondom het boek en tv-serie is een multimediale campagne opgezet. Er verschijnen speciale boeken, voor scholen worden Canonclips ontwikkeld, er is een serie korte films ‘Groeten uit Nederland’ voor inburgeraars en in iedere provincie organiseren culturele en historische organisaties activiteiten in het kader van Verleden van Nederland. De getoonde fragmenten zagen er interessant uit. In een van de fragmenten werd de Gouden Eeuw behandeld en dan vooral natuurlijk de handelsgeest van de Nederlanders. De VOC was als het ware ook de eerste multinational en zoals Max Westerman laatst ook aangaf met zijn Westermans Nieuwe Wereld, is New York Nederlandser dan we zouden vermoeden. Amerikaanse president
Charles Groenhuijsen, oud-correspondent in de Verenigde Staten voor het NOS Journaal, stond ook op Manuscripta om zijn eigen twee boeken te promoten. Van Hoera! Een nieuwe president en Amerikanen zijn niet gek zijn geactualiseerde uitgaven verschenen. Groenhijsen vertelde over de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Uit zijn verhaal kon je opmaken dat Barack Obama maar weinig kans maakt. Het merendeel van de Amerikanen is conservatief, dus republikeins. Die houden niet van verandering, zijn tegen het homohuwelijk en tegen abortus en tja, eerlijk gezegd zien die een zwarte president ook niet echt zitten. ‘Stel dat John McCain wint, dan worden de verkiezingen in 2012 pas echt interessant’, zei Groenhuijsen. ‘Dan is McCain rijp voor Avondlicht, wat dus betekent dat de vice-president Sarah Palin dan presidentskandidaat wordt voor de republikeinen. Als McCain nu wint, zal Obama in 2012 niet terugkeren, maar Hillary Clinton wél. Dat zou betekenen dat er twee vrouwen zullen strijden om het presidentschap.’ Groenhuijsen kan haast niet wachten tot de volgende verkiezingen, liet hij de toehoorders weten.Na twee dagen Manuscripta ging ik met nieuwe ideeën voor artikelen en een tas vol catalogi en visitekaartjes naar huis. Genoeg leeswerk voorlopig.
Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Format C

Sinds mijn computer doorbrandde werk ik op de laptop van de zaak. Een sympathieke Dell waarop ik menig artikel, column en recensie heb getikt. Maar nu mijn dienstverband ten einde is gekomen, moet ook dit stukje gereedschap worden teruggebracht. Het wordt tijd om afscheid te nemen. En dat niet alleen: er moet ook een andere computer worden aangeschaft. Daar heb ik door alle drukte de afgelopen weken geen tijd voor gehad, maar nu dringt de tijd. Tot overmaat van ramp ga ik van pc op Apple overstappen. Alleen op een Mac draait het montageprogramma Final Cut Pro immers. Mac versus pc
Nu werk ik al jaren op beide systemen – pc voor mijn plezier en het schrijfwerk, Apple voor videomontage – maar van huis uit ben ik een pc-hoofd. Apple lijkt te veel op een Fischer Price computer voor volwassenen. En dat gedweep van die Applegebruikers heb ik nooit goed begrepen. Een Mac is volgens de true believers veel beter dan een pc en crasht nooit. Vorige week heb ik drie keer een iMac laten crashen. Zal wel aan mij liggen.
Oké, ik geef toe dat ik uitkijk naar interpret met minder kans op een virus en lekker thuis video’s monteren. De voordelen van een Mac zie ik wel. En alles went natuurlijk. Als ik me eenmaal over mijn afkeer voor die stomme appeltje-toets weet te zetten en inzicht heb in de logica van Mac, zal alles prima gaan. Maar als ik me ooit als een Mac-Jehova ga gedragen, mag je me neerschieten.Geheugen
Geen tijd meer om te dralen of om over computersystemen te filosoferen. Ik maak mijn laatste backup. Het heeft iets pervers om de harde schijf van je computer volledig te wissen, om al je werk weg te vagen uit het geheugen van je computer, maar het is niet anders. Het werkgeheugen van een computer is sowieso al een bijzonder iets: iedere keer als je een pc opstart, krijgt hij zijn herinneringen ingeladen. Voor dat moment kan hij zich helemaal niets herinneren van wat er eerder is voorgevallen. Leven zonder kortetermijngeheugen.
Goed gereedschap is belangrijk voor iedere vakman; een goede computer dus ook. Het apparaat is een partner in crime, al kan hij zich er zelf niets van herinneren. Mijn Dell zal zich ook niets van onze samenwerking herinneren en gaat door naar een volgende eigenaar. Vaarwel lekkere Dell van me.Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Loonsverhoging…

Als ik na een lange nacht monteren van webfilmpjes voor Sensation White thuiskom, ligt er een brief van mijn vorige werkgever op me te wachten. De directeur meldt mij dat ik vanaf deze maand een aardige loonsverhoging krijg. Een paar dagen geleden had ik mijn laatste werkdag.Isn’t it ironic… don’t you think.

Sensation, voor het begin van de show.
De kwallen hangen er al.

Lees ook: Laatste werkdag.

Categorieën
Mike's notities

De laatste werkdag

Mijn werk is mijn werk niet meer. Niet meer sinds afgelopen maandag – mijn laatste werkdag. Het zat er al een tijdje aan te komen: nauwgezette planning leidde tot die laatste dag. En toch voelt het een beetje gek.Het voelt een beetje als een laatste schooldag, of welke laatste dag dan ook. (Nou ja, behalve de eeuwige laatste dag dan, dat lijkt me – als iemand die niet van plan is te reïncarneren – toch heel andere koek.) Een laatste werkdag betekent afscheid nemen van collega’s, wetende dat je het merendeel nooit meer zult zien en dat je contact met de rest snel zal verwateren. Op een paar uitzonderingen na natuurlijk. Nooit meer naar school/nooit meer naar die ene werkplek.Something new…
Het was mooi geweest vond ik: tijd voor iets nieuws. Tijd om de weg in te slaan die ik graag wilde bewandelen. Dwalingen kunnen je op interessante plekken brengen, maar uiteindelijk moet je toch de hoofdweg des levens weer opzoeken wil je ooit nog op de juiste bestemming aankomen. Al maanden spookte het idee van ontslag nemen door mijn hoofd. Dingen veranderen. Mijn functie ook. En de vacature die ik ooit had gelezen, herkende ik nog maar deels terug. De taken die de baan zo aantrekkelijk hadden doen lijken, waren verdwenen. Wat overbleef was vooral routine.Ontslagbrief
Ontslag nemen vereist dat je bepaalde protocollen in acht neemt. Zo moet je via een officiële ontslagbrief je vertrek aankondigen. Daarin moet in ieder geval staan dat je je baan opzegt en per wanneer. Wie goede referenties wil, schrijft nog wat aardigs in de brief, geeft de boodschap een persoonlijk tintje.Eigenlijk doe je zo’n laatste dag niet zo heel veel. De lopende zaken overdragen aan een collega, afscheid nemen van medewerkers en je bureau opruimen. Taart eten, napraten en dan is het zover. Niet langer dralen, gewoon die deur uitstappen. De weg vervolgen.
Weggaan geeft altijd een vreemd gevoel. Ik voelde me de avond van mijn laatste werkdag een beetje leeg van binnen. Onwennig. Moest alles nog even afsluiten en vooral loslaten. De volgende ochtend werd ik alweer fris wakker. De nacht had afstand gecreëerd. Binnenkort zit er iemand anders op mijn werkplek, te werken aan mijn site. Niemand is onmisbaar. Een hele troost.
Lees ook: