Categorieën
Bloggen Spidey's web Strips

Spideys web: Twee jaar lang iedere week bloggen over Spider-Man

Twee jaar geleden had ik een nieuw doel nodig om te bloggen. Stukken kwamen traag uit mijn vingers, de lol was er een beetje af. ‘Waar schrijf ik nu eigenlijk het liefste over?’ vroeg ik me af. Het antwoord was snel gevonden: ik zou een periode van twee jaar, iedere week een stukje over mijn favoriete stripheld Spider-Man schrijven.

Het omslag van het fictieve boek 'Webs'. Illustratie: Todd McFarlane
Het omslag van het fictieve boek ‘Webs’. Illustratie: Todd McFarlane

De rubriek Spidey’s web was geboren en op 20 mei 2013 publiceerde ik aflevering 1. Inmiddels heb ik 104 afleveringen gepubliceerd. (Dit is nummer 105). De twee jaar zijn om, ik heb het project volgehouden. Hoewel ik van mening ben dat je als blogger niet te streng voor jezelf moet zijn – heb je geen zin om te bloggen of niets te zeggen, doe het dan vooral niet – was dit project een belofte waar ik me aan wilde houden. Gewoon om aan mezelf te bewijzen dat ik het kan.

En ondertussen had ik ontzettend veel lol in het schrijven van deze stukken, en dat is voor mij nog steeds het voornaamste. Ook kreeg ik zo nu en dan leuke reacties op de posts, al geloof ik dat het aantal lezers dat zit te wachten op wekelijkse Spider-Man-afleveringen niet zo groot is.

spidermankoffieEen hele lijst aan onderwerpen wilde ik behandelen en die lijst heb ik maar deels afgewerkt. Vaak genoeg kwam ik iets tijdens het lezen tegen wat ik mee wilde nemen die week en soms stond het onderwerp gewoon op straat op me te wachten, zoals de Spider-Cow. Er valt nu eenmaal een hoop over Peter Parker en andere castleden te vertellen. Zodra ik met Spidey in mijn hoofd rondliep zag ik al snel allerlei verbanden tussen het dagelijks leven en de wereld van Spider-Man. Het is niet voor niets dat ik met Peter Parker een persoonlijke band voel.

En nu?

Nu bevrijd ik mezelf van de verplichting om iedere maandag een stuk over Spider-Man te publiceren, maar dat is niet het einde van deze rubriek. Als ik zin heb om een artikel over het webhoofd te publiceren zal ik dat zeker doen. Op maandag, of dinsdag, of welke dag dan ook. Een keer in de maand, twee keer per week… we gaan het zien.

Over Spider-Man raak ik waarschijnlijk nooit uitgepraat.

spider-man straatroof

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Venom had eigenlijk een vrouw moeten zijn

Net zoals bij het ontstaan van Spider-Mans zwarte kostuum, is het verhaal achter de schermen over de creatie van Venom erg interessant. In Comics Creators on Spider-Man vertelt David Michelinie, de bedenker van Venom, hoe het is gegaan.

Spidey kicks venom. Todd McFarlane. (ASM #300)
Spidey kicks venom. Todd McFarlane. (ASM #300)

‘Interestingly enough, he was a character I started to introduce in Web of Spider-Man, and he was actually supposed to be a she. I began with the alien costume that had come back with Spider-Man from Secret Wars, and had been used throughout [Tom DeFalco’s] run. It was basically in limbo at the time, having already been rejected by Spider-Man. I was intrigued with the idea that there was this thing that did not trigger Spidey’s spider-sense. Most people forget that the spider-sense is a very unique power, and that Spider-Man really depends on it.

I actually started Venom’s story in two issues of Web [of Spider-Man]. In Web #18, Peter Parker is waiting for a subway train. A hand comes from the crowd and pushes him in front of the train. He leaps to safety, but he’s spooked because someone was able to sneap up on him and his spider-sense didn’t react. I set up another scene in Web #24 where he’s stuck to the side of a building. Someone suddenly reaches out of a window, yanks him by the ankle and sends him falling. Peter starts to really freak out because someone is getting past his defences.

Web-024-vallen1

Web-024-vallen2

I originally wanted the character to be a woman. She was pregnant and about to give birth. Her husband is rushing to get her to a hospital. He runs into the road to flag down a cab, but the cabbie is looking up at Spider-Man who is fighting someone – I think it might even have been the Living Monolith from my graphic novel. The cabbie doesn’t see the husband and accidentally hits and kills the guy. The woman sees her husband splattered in front of her just as she goes into labour. She loses the child and her mind at the same time, and is institutionalised. Though she eventually gets her mind back, she blames Spider-Man for the death of her husband and her child. The alien costume, which has also been hurt by Peter Parker, is drawn to the woman because her intense hatred of Spider-Man. The costume then bonds with her to try to kill Peter.

When I was switched to Amazing, Jim Salicrup told me that he wanted to do something special in issue #300, and he suggested I introduce a new character. I hit him with the idea of using the alien costume. Though he liked it, he wasn’t sure the readers would see a woman as a physical threat to Spider-Man, even a woman enhanced by the alien costume. At that point I came up with the Eddie Brock angle and tied it in with the Peter David Sin-Eater/ ‘Death of Jean DeWolff’ story that had appeared in Spectacular Spider-Man #107-110. That became the basis of Venom’s origin in Amazing #300, and we had ourselves a new villain.

Een interessant detail in dit verhaal is natuurlijk dat Salicrup, de redacteur van de Spider-Man titels, Venom als vrouw niet geloofwaardig vond. Gezien Marvels recente focus op heldinnen, was Venom waarschijnlijk wel een vrouw geweest als het personage nu bedacht zou zijn. De kans is in ieder geval groot. Tegenwoordig lopen er sowieso vrouwelijke afgeleiden van Venom en Carnage, de eerste schurk na Brock die zich verbond met het nageslacht van de oorspronkelijke Symbiont, in het Marvel Universum rond, zoals Scream.

Een ander grappig detail dat ik je nog kan vertellen is dat Todd McFarlane geen fan was van het zwarte kostuum. Toen hij begon met Amazing Spider-Man te tekenen gaf hij aan dat hij liever het klassieke kostuum tekende. Hij stelde dat overigens niet als voorwaarde om de tekenklus aan te nemen.

ASM #300. Todd McFarlane.
ASM #300. Todd McFarlane.

Dat is ook de reden waarom Mary Jane dat zwarte kostuum niet meer kan zien nadat ze thuis is overvallen door Venom. Het was Michelinies manier om ervoor te zorgen dat Spider-Man weer zijn oude vertrouwde pak zou aantrekken.

venom_mcfarlane

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: De geboorte van Venom

Venom is een van mijn favoriete Spider-Man opponenten omdat hij in wezen de negatieve of schaduwversie van Spidey is. Venom heeft vrijwel dezelfde krachten als het Webhoofd – hij kan aan oppervlaktes kleven en webdraden schieten – maar is een slechterik.

Venom is hiertoe in staat omdat het buitenaardse Symbiont (Zie deze en deze afleveringen van Spidey’s web) die krachten van Spider-Man kan nabootsen. Een instinct dat hem waarschuwt voor gevaar, heeft Venom niet, maar daar staat tegenover dat Peter Parkers instinct ook niet op het Symbiont reageert.

Eddie Brock en het Symbiont gingen een partnerschap aan om wraak te nemen op Spider-Man. Het Symbiont omdat hij zich door Peter Parker verraden voelde; Brock omdat in zijn versie van de waarheid Spider-Man verantwoordelijk was voor het mislukken van Brocks carrière als journalist. In Amazing Spider-Man #300 wordt Venom geïntroduceerd. Eddie Brock vertelt zelf aan het Webhoofd waarom hij hem zo haat:

birthofvenom_01 birthofvenom_02 birthofvenom_03 birthofvenom_04Tekst: David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane

Interessant is dat Spider-Mans instinct niet op Venom reageert omdat het kostuum vroeger van Peter Parker was. Parker kan Venom dus niet aan voelen komen. Wat Venom extra gevaarlijk maakt is het feit dat hij weet wie Spider-Man echt is. Hij is daardoor een grote bedreiging voor Peters naasten. Brock is verder eigenlijk een heel goed getrainde bodybuilder wiens kracht vergroot wordt door het Symbiont.

Uiteraard geldt voor Venom ook dat niets hetzelfde blijft. Brock was eerst een van Spidey’s grootste vijanden, daarna dacht hij een tijdje de held te moeten spelen. Tegenwoordig is Flash Thompson degene die het Symbiont draagt om goede daden te verrichten in dienst van de Amerikaanse overheid. Toch, toen Venom zijn intrede deed in 1988 was ik als Spidey-fan erg blij, want het was alweer een tijd geleden dat een nieuwe, spannende tegenstander zijn opwachting maakte. Venom was als anti-Spider-Man een prachtige opponent voor het webhoofd.

Venom zoals hij er in Spider-Man 3 (Sam Raimi, 2007) uitziet.
Venom zoals hij er in Spider-Man 3 (Sam Raimi, 2007) uitziet.
Categorieën
Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Een bijna bevroren Spider-Man

Superheldenkostuums zien er vaak fantastisch uit, maar ze zijn niet altijd even praktisch. Spider-Mans kostuum al helemaal niet. Niet alleen ontbeert zijn pak zakken voor kleingeld, in de winter is het behoorlijk koud om in dat ding door New York rond te slingeren.

Tekst: David Michelinie. Tekening: Todd McFarlane.
Tekst: David Michelinie. Tekening: Todd McFarlane.

‘N-next time, I-I gotta bring my th-th-thermal Spidey suit!’ klappertandt onze held in Amazing Spider-Man #323 als hij samen met Captain America en Silver Sable op pad is in het winterse land van Symkaria. Overigens vertaalde Siebe Snoeren de tekst indertijd alsvolgt: ‘En W-W-WARM..! De v-v-volgende keer neem ik een WOLLEN spinne-pak mee..!

Jammer genoeg vergeet Peter zijn eigen slimme idee, want in Amazing Spider-Man #556 heeft hij het nog steeds koud:

Tekst: Zebb Wells. Tekening: Chris Bachalo. Inkt: Tim Townsend.
Tekst: Zeb Wells. Tekening: Chris Bachalo. Inkt: Tim Townsend.

In #615 heeft de muurkruiper soort van een oplossing gevonden voor het kouprobleem, maar erg modieus is die helaas niet:

Tekst: Fred Van Lente, Tekeningen: Javier Pulido.
Tekst: Fred Van Lente, Tekeningen: Javier Pulido.

Voor inspiratie voor deze aflevering van Spidey’s web hoefde ik niet ver te zoeken. Ik hou van de herfst maar gruwel van de kou in de winter. Reken maar dat ik een wollen spinnenpak onder mijn kleding draag de komende tijd.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Kerstman als side-kick

Met plezier lees ik altijd de kerstverhalen uit het Marvel universum en de Spidey-verhalen in het bijzonder. De vorige keer had Peter Parker in Spidey’s web moeite met uitgenodigd worden voor kerst, dit keer zoeken Mary Jane en hij een plek om te wonen, want op 24 december worden ze uit hun huis gegooid.

ASM-314-coverWaarom is een erg lang verhaal: huisbaas Jonathon Caesar ontvoerde kort geleden Mary Jane in de hoop haar te overtuigen om met hem te trouwen. Ze wist te ontsnappen, min of meer met de hulp van Spidey. Hoewel Caesar in de bak zit, kan hij nog steeds advocaten voor hem laten werken. Als wraak laat hij de Parkers uit hun appartement in de Bedford Toren zetten. Nou ja, zo lang verhaal is het dus toch niet.

Tante May biedt meteen haar huis aan, maar Peter vindt het een naar idee om na jaren op zichzelf gewoond te hebben, weer bij zijn (surrogaat) moeder in te moeten trekken. En wie kan hem dat kwalijk nemen?

Hoe dan ook, terwijl Peter op zoek gaat naar een nieuw onderkomen, plant een medewerker van het warenhuis Herdling’s zijn eigen wraak. Al 23 Kerstmissen moet hij overwerken van zijn baas, Howell Thurston III en dat zonder overuren betaald te krijgen. Hij heeft schoon genoeg om voor Mr. Scrooge te werken en dus laat hij het geldtransport van het warenhuis stelen door enkele handlangers. Dit loopt echter mis, en om er met het geld vandoor te kunnen gaan, gijzelen de mannen de arme sloeber die is ingehuurd om als Kerstman op te treden.

Wordt dit de laatste kerst voor de Kerstman?
Wordt dit de laatste kerst voor de Kerstman?

Pech voor de dieven: wanneer ze achtervolgt worden door de politie besluiten ze via het kerkhof te rijden. Daar is Peter Parker om een bezoek te brengen aan het graf van Oom Ben. Met frisse tegenzin hijst hij zich in zijn Spidey kostuum om de snoodaards tegen te houden. Opvallend genoeg blijft het geweld bij het uitschakelen buiten beeld:

ASM-314-17
ASM-314-18

Kennelijk wilden schrijver David Michelinie en tekenaar Todd McFarlane een zo geweldvrij mogelijke kerstaflevering maken.

De enige klap die we wel uitgevoerd zien worden is de knal die de Kerstman uitdeelt:

ASM-314-19

Spider-Man heeft dus even de Kerstman als sidekick.

Als Peter zich weer aan het omkleden is op het kerkhof, ziet hij May bij het graf van Ben staan. Peter beseft dat May er altijd voor hem geweest is en dat bij haar intrekken zijn tante het gevoel zal geven dat ze haar kinderen nog steeds kan helpen in tijden van nood. Hij schuift zijn ego opzij en zegt maar al te graag weer bij zijn tante te komen logeren. En zo wordt het (wederom) toch nog een gezellige kerst in het huis van de Parkers.

Merry Christmas, Mr. Parker!

Categorieën
Film Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Opgeblazen Spider-Man

Ieder jaar vindt in New York op Thanksgiving Day een mega optocht plaats georganiseerd door de Amerikaanse winkelketen Macy’s. In de karavaan van ballonfiguren, versierde wagens en Bekende Amerikanen is Spider-Man al jaren een vaste gast in de vorm van een megagrote ballon. Dit jaar dus weer:

Foto: Reuters
Foto: Reuters

Macy's Legendary Thanksgiving Day Parade Winds Through New York City

Die parade doet me denken aan een stripscène uit de jaren tachtig.

Demonenstad
In de zomer van 1989 kwam Marvel met een groot crossover verhaal dat Inferno werd gedoopt. Wanneer de barriere tussen de aarde en de mystieke dimensie Limbo verzwakt is geraakt, ziet een aantal demonen kans om de aarde te bereiken. Ze belanden in New York en al snel worden de gevolgen zichtbaar: auto’s komen tot leven, gebouwen beginnen te bewegen, mensen worden opgegeten door hun eigen kleding. Dat soort dingen. Het Empire State Building begint te groeien en wordt het epicentrum van alle narigheid. De belangrijke verhalen van Inferno werden in de titels rondom mutanten als the X-Men en New Mutants verteld, maar de effecten ervan waren ook in de andere comicseries van dat moment zichtbaar. Ons favoriete Webhoofd kreeg er dus ook mee te maken.

Luchtige vijand
In Amazing Spider-Man #311 begint het al goed als de stenen leeuwen voor de beroemde bibliotheek van New York tot leven komen en Spidey als leeuwentemmer moet optreden. Een nummer later loopt er een megagrote Spider-Man-ballon door de straten van New York die onze held moet uitschakelen:

spideyversusballoon1spideyversusballoon2spideyversusballoon3

De ballon is inderdaad dezelfde die dat jaar in de Thanksgiving Day Parade zou optreden.

Het Inferno-idee is volgens mij deels geïnspireerd door films als Ghostbusters. Dat in de stad door bovennatuurlijke activiteit van alles tot leven komt, lijkt veel op de taferelen die we in de twee Ghostbusters-films zien als de spoken uit hun dak gaan.

En de grote ballon van Spidey die door New York loopt lijkt veel op de scène met de Stay Puft Marshmallow Man uit de eerste Ghostbusters-film (Ivan Rietman, 1984). Sterker nog: als Spidey zijn luchtige evenbeeld tegenkomt maakt hij een directe referentie naar de film: ‘What the heck is that? The “Stay-puft”-Spider-Man?!” Opmerkelijk genoeg is deze verwijzing in de Nederlandse vertaling weggelaten. Ook de referentie naar Macy’s. Kennelijk vonden de mensen van Juniorpress beide verwijzingen te specifiek en onbekend voor de Nederlandse lezers.

In Ghostbusters II doen ze de scène van Mister Stay Puft nog eens dunnetjes over met een wandelend Vrijheidsbeeld.

Dit jaar werd tijdens de Macy’s Thanksgiving Day Parade de linkerarm van de Spidey ballon geraakt door een boomtak in Central Park en liep daardoor leeg. Tenminste, dat is de officiële versie. Wie weet kwam de ballon plotseling tot leven en moest Spidey wederom ingrijpen met een megagrote naald om hem uit te schakelen. Stranger things have happened.

Amazing Spider-Man #311 & 313. Tekst David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Man op je huid

Nu beschouw ik mezelf als een groot Spider-Man-fan, maar sommige dingen gaan zelfs mij te ver. Een tatoeage laten zetten bijvoorbeeld. Toen ik dit getatoeëerde eerbetoon zag, kreeg ik welhaast medelijden met de drager:

spiderman_tattoo
Het is dan ook een rommelig zooitje op deze geïnte rug, vind je niet? Ik zie tekenstijlen van verschillende tekenaars verzameld op wat een fout gecomponeerde pagina van huid lijkt te zijn.

Toch kunnen sommige Spider-Man-tatoeages best mooi zijn trouwens, zoals deze nagetekende Todd McFarlane-Spidey.

Spiderman-tattoo-mcfarlane

Maar toch. Ooit dacht ik eraan om op mijn ene schouder een Spider-Man-hoofd te laten zetten en op de andere die van Batman. Of een Batman en een Joker. Maar nee, tatoeages zijn niet aan mij besteed. Ik uit mijn stripliefde liever op een andere manier.

Een Nederlandse striptekenaar die wel een Spidey-tat heeft laten zetten, is Peter Pontiac. Tijdens een interview vertelde hij mij er het volgende over:

In 1980 zat ik café De Trom aan de bar, dat was toen een hotspot op de Wallen. Herman Brood kwam daar vaak en Henk Schiffmacher ook. Tattoo-artiest Schiffmacher vertelde dat hij een plaatje had dat hij zo mooi vond, dat hij het desnoods voor niets op een arm zou zetten. Toen keek hij mij aan. “Wat is het dan?” vroeg ik?
“Nou, Spinneman, Peter Parker,” zei hij.
Ik was toen niet helemaal fris, dus op een gegeven moment zei ik: “Laten we gaan dan.” Toen heeft hij hem gezet en sindsdien loop ik dus rond met zo’n Spinneman. De tatoeage is helemaal dichtgelopen, want je zag voorheen nog iemand achter een typemachine zitten. In de verte was nog een snelweg met autootjes te zien. Ik ben niet per se een Spider-Man-fan, al vind ik het wel een geweldige figuur. En dat hij Peter Parker heet, spreekt me ook wel aan.’

Heeft Pontiac er ooit spijt van gekregen? ‘Wel een tijdje. Toen ik mijn vrouw en kinderen tegenkwam en ik op Griekse strandjes moest gaan zitten met die grote vleesstempel, vond ik dat wel een tikje gênant.’

Een foto van Pontiacs tatoeage heb ik niet kunnen vinden, maar ik vond wel een scène in zijn strip Lost in the Lowlands waarin hij ernaar refereert:

pontiac_spiderman_tatoeage

Meer Spider-Man-tatoeages vind je hier,en hier en hier. Enjoy.

Zou jij ooit een tatoeage laten zetten van een fictiefiguur? Zo ja, welke en waar?

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Mans zelfportretten

Een van de meest fascinerende aspecten aan Peter Parker alias Spider-Man vind ik het feit dat hij als freelance fotojournalist zijn brood verdient en dan in het bijzonder omdat hij foto’s van zichzelf als Spider-Man aan de krant verkoopt.

Peter bewondert zijn fotowerk. Uit: ASM #238. Tekening: John Romita Jr. Inkt: John Romita Sr.
Peter bewondert zijn fotowerk. Uit: ASM #238. Tekening: John Romita Jr. Inkt: John Romita Sr.

Inmiddels is doet Peter dit werk niet meer. Sterker nog: in de huidige verhaallijnen is Peter Parker dood en heeft Doctor Octopus zijn plaats ingenomen. Daar gaan we het nu niet over hebben.

Jarenlang verkocht Peter zijn foto’s aan J. Jonah Jameson en Robbie Robertson van The Daily Bugle. Met een automatische camera maakte hij foto’s van zichzelf in actie als Spider-Man. Die camera webde hij op een strategische plek aan de muur en deze maakte met intervallen een foto waarop dan te zien was hoe Spidey met een superschurk vocht of een stel straatschoffies inrekende. Zoals dit prachtige plaatje van Spider-Man in Londen uit Amazing Spider-Man #96 (1971):

Art: Gil Kane, Inkt: John Romita Sr.
Art: Gil Kane, Inkt: John Romita Sr.

Peter Parker, architectuurfotograaf
Toch roept Peters modus operandi enkele vragen op die de dispension of disbelieve bemoeilijken. Aangezien Spider-Man heel snel beweegt en die actie niet statisch op een plek plaatsvond, kun je je voorstellen dat het toestel vaak misschoot. We spreken hier nog van het analoge tijdperk, waarbij de rolletjes maximaal 36 opnames bevatten. Ik denk dat het merendeel van die rolletjes dus volstaan met de straten, steegjes en het interieur van loodsen waar de gevechten plaatsvonden zonder dat er verder iets noemenswaardig op staat. Pas halverwege de jaren tachtig bedenkt Peter dat het misschien slim is om een zendertje in zijn riem te stoppen. Die geeft een signaal af waar de camera op reageert: zodra Spidey voor de lens van de camera komt, wordt er pas een foto gemaakt en dus niet automatisch om de zoveel seconden.

ASM-222-camera1
ASM #222. Script: Bill Mantlo. Tekeningen: Bob Hall. Inkt: Jim Mooney.

Je kunt je ook voorstellen dat een reeks foto’s van dezelfde gebeurtenis maar weinig variatie bevatten, want die camera hangt immers maar op één plek. Peter heeft geen tijd om tijdens het gevecht zijn camera even anders in te stellen. Dat is iets waar Kate Cushing, de chef-stad van the Bugle, eens een scherpe opmerking over maakte. Kate was sowieso nooit een fan van Parkers fotowerk, maar als hij een keer handgemaakte foto’s meebrengt van een op professionele wijze vermoord echtpaar dat een winkeltje runt, is ze vol lof. ‘De foto’s zijn geweldig, Peter! Wie heeft ze genomen?’ zegt Cushing bits als ze Parkers werk bekijkt. ‘Ongelofelijk. Meestal zien je foto’s eruit alsof je ergens een automatische camera vastplakt! Was je altijd maar zo goed.’ Peters dag wordt hierna nog erger als hij in opdracht van Jameson samen met Ned Leeds naar Oost-Berlijn wordt gestuurd. Het vermoorde echtpaar was namelijk in dienst van de KGB en de laatste dagen zijn er meer KGB-agenten omgelegd. Leeds en Parker moeten naar Oost-Berlijn om de vermoedelijke dader op te sporen en daar een stuk over schrijven. (Dat is te lezen in Spider-Man versus Wolverine #1, geschreven door James C. Owsley, getekend door Mark Bright. In Nederland uitgegeven als Superhelden #35 (1987).

Behalve dat de scène met Cushing erg grappig is op een cynische manier, is het verhaal wederom een mooi voorbeeld van hoe Peters werk als journalist vaak een aanjager is voor Spider-Mans avonturen, want in Oost-Berlijn moet onze held het uiteindelijk opnemen tegen niemand minder dan Wolverine die de huurmoordenaar die Leeds en Parker zoeken, in bescherming neemt.

ASM #256. Tekeningen Ron Frenz. Script: Tom DeFalco.
Black Cat neemt dit keer de foto’s. ASM #256. Tekeningen Ron Frenz. Script: Tom DeFalco.

Het is makkelijk voor te stellen dat Parker in het begin van zijn carrière goed zijn brood kon verdienen met het maken van Spider-Man foto’s. De spectaculaire actiefoto’s van Spider-Man door Peter Parker deden de oplage van de krant geen kwaad en waren lang nieuwswaardig. En dankzij de foto’s had Jonah Jameson altijd illustratiemateriaal voor bij zijn giftige redactionele stukjes tegen de muurkruiper.
Voor lange tijd was Peter ervan verzekerd dat de krant zijn foto’s zou afnemen. Toch maakte Robbie Robertson op een gegeven moment wel de opmerking dat Peter ook eens met andere onderwerpen op de proppen mocht komen en dat Spider-Man als subject sleets begon te raken.

Een andere baan?
In Amazing Spider-Man #256 (1984) neemt Robertson schoorvoetend een reeks nieuwe foto’s in ontvangst omdat Spider-Man daarin een nieuw pak draagt. Dat maakte ze nog enigszins nieuwswaardig. Maar ook dat is maar van korte duur, waarschuwt Robbie. Het is ook sneu dat Robbie wel een opmerking maakt over het feit dat Peters fotowerk de laatste tijd vooruitgaat. Dat is eigenlijk geen compliment voor Peter, maar voor zijn vriendin the Black Cat die de foto’s heeft gemaakt. Je kunt je voorstellen dat haar handwerk veel beter is dan wat die automatische camera schiet.

ASM 256. Art: Ron Frenz, Script Tom DeFalco.
ASM 256. Art: Ron Frenz, Script Tom DeFalco.

In Amazing Spider-Man #297  (1988) maakt Robertson wederom een opmerking dat het voor Peter misschien tijd is om een andere baan te zoeken: ‘I had an idea a while back, one that might help your recurring financial problems. But I never knew how to tell you. Guess the best way is to just blurt it out. Peter, you seem to have a chronic difficulty making a living as a freelance photographer. So maybe… Well, maybe you should consider some OTHER line of work.’ Peter reageert geschrokken. Robbie vervolgt: ‘I hope you understand that I’m just trying to help. Consider it fatherly advice. I have to go put the afternoon edition to bed now, but think it over okay?’

De relatie tussen Peter en Robbie is altijd heel hartelijk geweest, waarbij Robertson de rol van een vaderfiguur of goede vriend met de juiste adviezen speelt. In hoeverre Robertson, die toch ook een pientere journalist is, door heeft dat Peter en Spidey dezelfde zijn, is een kwestie die ik later graag aansnijdt.

Peter Parker, modefotograaf?
Goed bedoeld of niet, de woorden van Robbie komen hard aan bij onze favoriete freelance fotograaf. En bij deze freelance journalist trouwens. Aangezien het tegenwoordig steeds moeilijker is om een redelijk inkomen te vergaren als freelance journalist, is de raad van Robbie ook aan mensen als ik besteed.

Peter neemt de raad ook serieus. In Amazing Spider-Man #300 oefent hij met zijn vrouw Mary Jane, die op dat moment fotomodel is, hoe het is om in de modefotografie aan de slag te gaan.

asm_300_13_web

asm_300_14_web
ASM #300. Art: Todd McFarlane. Script: David Michelinie. Druk op plaatje voor grotere versie.

Natuurlijk blijft hij gewoon nieuwsfoto’s maken. Gelukkig maar ook, want anders zouden Spider-Mans avonturen zich vanaf dat moment alleen nog maar in de kitscherige fashionwereld hebben afgespeeld.

Het laatste woord over Peter Parker als fotograaf is nog lang niet getypt. Wordt vervolgd dus…

Categorieën
Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Waarom Peter Parker nooit een Chippendale zal zijn

Kun je je de Chippendales nog herinneren? Gespierde mannelijke strippers die vrouwenharten sneller doen kloppen. Ze kwamen op in de jaren tachtig en schijnen tegenwoordig nog steeds Las Vegas onveilig te maken.

Ik heb er niet veel mee, met die Chippendales. Vrouwen mogen dan terecht klagen dat ze niet aan het ideaalbeeld kunnen voldoen dat door de media en de modewereld gepropagandeerd wordt, hetzelfde geldt net zo goed voor de ideaalbeelden die van mannen in onze wereld overheersen. Daar kan 99% van de mannelijke bevolking ook niet aan kan voldoen. Er zijn maar weinig mannen die met de lichamen van de Chippendales kunnen concurreren. Superhelden natuurlijk wel.

Peter Parker mag dan het gespierde lichaam van een Chippendale hebben, hij is te preuts om ooit als mannelijke stripper zijn geld te verdienen. Die ene keer dat hij zich door de Chippendales liet ‘inspireren’ liep zijn ‘act’ met een sisser af:

ASM-298-07-web
Zie linksonder de cover van People Magazine met een feature over die Chippendales.

ASM-298-08-web

Spectaculaire_Spiderman_104In deze scène probeert Peter extra romantisch te zijn voor zijn kersverse vrouw Mary Jane. Pech voor hem dat haar make-updame een hapje komt mee-eten die dag. De scène is afkomstig uit Amazing Spider-Man #298. Het is de eerste Spidey-comic getekend door Todd McFarlane. Dat niet alleen: de Nederlandse editie is ook de eerste Spidey-comic die ik kocht om te beginnen met verzamelen. Hij kwam hier uit juli 1988, toen zat ik nog op de basisschool. Al een paar jaar kocht ik zo nu en dan comics bij ’t Gele Teken in Hoorn, maar vanaf De spektakulaire Spiderman #104 kocht ik iedere maand alle series rondom Peter Parker. Al snel via een abonnement bij Juniorpress, want dat was wel zo makkelijk. Het verhaal waarin Spidey het opneemt tegen de huurmoordenaar Chance, is een mooi begin van een verzameling. Chance gokt graag op de goede afloop van de klussen die hij aanneemt met als inzet zijn honoranium. Een echte gokker dus, die zich prima zal thuisvoelen in Las Vegas. Al betwijfel ik of hij de show van de Chippendales zou bezoeken.

Tekst: David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane. Inkt: Bob McCleod.

Categorieën
Juniorpress Strips

Stripliefde: The Filth & From Hell

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Peter doet een impressie van een personage uit From Hell.
Peter doet een impressie van een personage uit From Hell.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Peter Moerenhout, 31 jaar. Hoofdredacteur van Stroke, striprecensent, schrijver, muzikant in The Red Rum Orchestra en medewerker in een nachtopvang voor daklozen.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Kiezen is verliezen. Er zijn zoveel verschillende soorten strips dat het quasi onmogelijk is om 99,9999999% van alle strips te elimineren, maar kom…
Mijn absolute favorieten zijn The Filth van Grant Morisson, Chris Weston and Gary Erskine en From Hell van Alan Moore en Eddie Campbell.

Verder staan deze titels momenteel in de top van mijn leeslijst:

Revival – Tim Seeley & Mike Norton – Image
Saga – Brian K. Vaughn & Fiona Staples – Image
The Manhattan Projects – Jonathan Hickman & Nick Pitarra – Image
The Walking Dead – Robert Kirkman & Charlie Adlard – Image
Fables – Bill Willingham, Mark Buckingham & Steve Leialoha – Vertigo
Trillium – Jeff Lemire – Vertigo
Crossed – Wish You Were Here – Simon Spurrier & Fernando Melek – Avatar
Locke & Key – Joe Hill & Gabriel Rodriguez – IDW
-Nog een hele hoop meer…

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Van de symbiose tekst en tekeningen vind ik vooral de tekst belangrijk. Natuurlijk moet een strip een beetje treffelijk getekend zijn en droom ik weg bij prachtige tableaus, maar als het verhaal niet meeslepend is dan verveel ik me al gauw.
Ik lees vooral comics. Ik vermoed dat dat komt omdat de auteurs van comics, door de veel grotere verschijningsfrequentie, meer plaats hebben om de personages te ontwikkelen. Ze kunnen ook meer met clifhangers werken, wat de lust tot lezen uiteraard vergroot.
Ongeveer 264 pagina’s per jaar voor een comicreeks tegenover 46 per jaar voor een Europese strip. Tel uit de winst.
Ik heb ook de indruk dat men, bij goede comics, uitgaat van een plot of een zogenaamd ‘High concept’. Eerst wordt een meeslepend verhaal bedacht. Het genre komt pas nadien. Bij te veel Europese strips heb ik de indruk dat de makers eerst een genre kiezen en dat vervolgens invullen: ‘Wat zal ik nu eens maken? Iets met draken of Vikings?’
Ik lees graag superhelden, maar mijn voorkeur gaat toch uit naar de comics voor volwassenen van uitgeverijen zoals Vertigo, Image en Dark Horse.

The Filth is een absolute favoriet omdat het verhaal gaat over realiteit en hoe we die beleven. Via zeer originele verhaallijnen en compleet van de pot gerukte ideeën wrikt Morisson je hersenpan open. Na het lezen van deze strip kijk je anders tegen de wereld aan.

From Hell is een favoriet omdat het boek je op cerebraal niveau omver blaast. Hoewel Alan Moore volhoudt dat het een werk van fictie is, is deze strip waarschijnlijk het meest geresearchte werk rond Jack The Ripper.
Moore verzamelde alle harde feiten en bewijzen rond deze seriemoordenaar en poneert niet alleen een zeer waarschijnlijke stelling rond de identiteit van de seriemoordenaar, maar slaagt er bovendien in om bijna alle andere theorieën in het verhaal te verwerken. Of toch hoe ze zijn kunnen ontstaan. Verbluffend.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Zoals zoveel Belgische en Nederlandse lezers ervoer ik mijn eerste aanraking met comics dankzij een uitgave van Juniorpress. Mijn moeder bracht op een dag De Spektakulaire Spiderman #119 en een comic van De Vergelders (The Avengers) voor mij mee. Die Vergelders konden me min of meer gestolen worden, maar die Spider-Man comic, getekend door Todd McFarlane, met één van de eerste verschijningen van Venom erin deed mijn wereld op zijn grondvesten trillen. Fuck de Smurfen en Jommeke, Suske & Wiske kunnen mijn zak opblazen, Spider-Man was mijn nieuwe held…
Mijn moeder had natuurlijk nooit verwacht hoeveel schade ze aan mijn portefeuille en aan de ruimtelijke ordening in mijn huis zou aanrichten. Die twee comics ontketenden een ongeziene verzamelwoede. Al snel ging mijn zuurverdiende zakgeld of loon van weekend- en vakantiewerk naar de aankoop van alles wat Juniorpress te bieden had. Wanneer ik op een rommelmarkt rondliep en een doos vol beduimelde Juniorpress comics zag, dook ik er halsoverkop in. Het gevolg daarvan is dat ik veruit alles dat Juniorpress uitbracht rond Spider-Man en de X-Men (of liever, de X-Mannen) in de kast heb staan.

In 1996 bracht Juniorpress ook de eerste vertaalde Image-comics uit. De halfnaakte vrouwen en het overdreven geweld in deze publicaties werkten op mijn puberale hormonenhuishouding in als een lamp op een mot. Die Image-comics werden dus zonder dralen toegevoegd aan mijn snel groeiende verzameling.
Na enkele jaren begon me te dagen dat Juniorpress af en toe eens een nummer van een reeks durfde over te slaan en het niet vertaalde. De anaal gefixeerde verzamelaar in mij kon de gedachte dat ik iets zou missen absoluut niet verdragen en stapte over op de Amerikaanse trade paperbacks. Plots bleek het hek helemaal van de dam. Ik kwam in contact met een hele hoop kwalitatieve comics: The Sandman, Transmetropolitan, Preacher, Hellblazer, enzovoort.
En vanaf dan is mijn liefde voor strips en comics blijven uitdijen. Elke nieuwe uitgave, elke nieuwe reeks is opnieuw een potentiële favoriet.

The Filth.
The Filth.

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Todd McFarlanes Spider-Man

Een van de tekenaars bij Marvel die altijd veel indruk op me heeft gemaakt is Todd McFarlane. Toen hij Amazing Spider-Man begon te tekenen bij nummer 298 (1988), leek het alsof hij uit het niets kwam, maar dat kwam vooral omdat ik de strips van The Incredible Hulk die hij daarvoor getekend had, nog niet kende.

webslingerend_mcfarlane
ASM #303. Illustratie: Todd McFarlane

McFarlanes benadering van Spider-Man was radicaal anders dan de tekenaars die hem voorgingen. De meeste van hen streven namelijk een zekere vorm van realiteit na, terwijl Todd gaat voor comic book expressionisme. Zijn stijl kent veel overdrijving en heeft soms karikaturistische trekjes. Spider-Man zag er daarvoor nog nooit zo spinachtig uit. En als McFarlane hem tekende schoot hij meters webdraden af. Vanuit een esthetisch oogpunt interessant, maar in de praktijk niet heel erg praktisch aangezien Parker nogal eens klaagt hoe duur het is om zijn webvloeistof te maken.

McFarlane zegt in een interview het volgende over zijn unieke benadering:

‘I felt we were now in the 1990s and it was time to update some of the characters that had originally been envisioned in the sixties or seventies. I looked at John Romita’s Spider-Man as a young fledging artist looks at Norman Rockwell. You can try to knock off Norman Rockwell, but you can’t win that fight. The best you can hope for is that people will compare you favourably with Rockwell. As much as I admired Romita, I didn’t want to be compared to him. A lot of artists tried to follow Romita when they did Spider-Man and they put a heavy emphasis on the word ‘man’. I decided to be different and focus on the word ‘Spider’. When Peter Parker put on his costume, I cheated on the anatomy and I cheated on the dynamics. I made the costume a little blacker and put a lot more webs on it, I drew the eyes a lot bigger. I wanted him to really look like a spider. On top of that, I also took Peter Parker and Mary Jane out of their 1968 wardrobes and into the kind of clothes people were actually wearing in the 1990s. It seemed more dramatic than it actually was, probably because up to that point everybody was loyal to the Romita look. No one was pushing the character forward because they were afraid of messing with an icon.’ Bron: Comics Creators on Spider-Man.

ASM #303. Illustratie: Todd McFarlane
ASM #303. Illustratie: Todd McFarlane

Een kwestie van speculeren

Spidey in een smoking. ASM #322.
Spidey in een smoking. ASM #322.

Het is interessant om McFarlane te horen vertellen over zijn tekenstijl, waarmee hij zichzelf mooi in de kaart speelde. McFarlanes Spidey was bijna meteen een fanfavoriet, waardoor hij een paar jaar na Amazing gedaan te hebben getekend (en geïnkt!) zijn eigen serie kreeg waarvoor hij ook zelf de verhalen mocht schrijven. Spider-Man #1 (1990) verkocht een gigantisch grote hoeveelheid, namelijk een kleine 3 miljoen exemplaren! Dat kwam niet alleen omdat iedereen zo dol was op McFarlane: beginjaren negentig had je de investeringsbubbel in comics. Verzamelaars lieten zich helemaal gek maken door het idee dat je veel geld kon verdienen met strips te sparen. (Iets waarvan Catawiki de kopers laatst ook van probeerde te overtuigen.) Uitgevers speelden hierop in door nieuwe series te beginnen zodat de speculanten nummers 1 konden kopen, ze brachten comics met speciale covers uit, verkochten strips in plastic zakjes… Het kon niet op. Verzamelaars kochten vaak meerdere exemplaren van dezelfde comic: eentje om te lezen en eentje om onaangeroerd te bewaren in de hoop deze later voor veel geld van de hand te kunnen doen. De verkoop steeg als in het begin als een tierelier om daarna als een kaartenhuis weer in elkaar te vallen. Want, ja, je kunt tegenwoordig 1 miljoen dollar krijgen voor een Action Comics #1 uit 1938 als deze in zeer goede staat verkeert, omdat die heel zeldzaam is. Probeer nu maar eens geld te verdienen aan jouw exemplaar van McFarlane’s Spider-Man #1 terwijl er nog 2.999.999 andere exemplaren in omloop zijn.

Dieptewerking
Maar ik dwaal af. McFarlane had een duidelijke reden om de dingen op zijn manier op papier te zetten. Neem bijvoorbeeld zijn manier van Spidey’s webdraden tekenen:

‘All I did was change the design of the webbing so that it was thicker and had more mass. I wanted to be able to wrap it around Spider-Man and create a foreground, a middle ground and a background. In comics, you’re dealing with a two-dimensional art form, and one of the things that John Romita taught me was that you create the illusion of depth by establishing as many different planes as you can. I’d put Spider-Man’s arm in front of his face to create depth, and then add another layer of depth by drawing the webbing in front of that. The traditional way of doing the webbing was drawing straight lines with these ‘X’s on it. The problem with that method was you couldn’t shoot the webbing out towards the reader because the ‘X’s just became bigger. All credibility went away. I changed the style of the webbing so that it worked when it was being shot directly into the reader’s face.’ Bron: Comics Creators on Spider-Man.

Wat Todd dus vooral probeerde te bewerkstellingen was dieptewerking in zijn tekeningen. En zijn methode werkt heel goed. Veel beter dan een 3D brilletje zou doen. Bekijk bijvoorbeeld de compositie van onderstaande plaatje maar eens goed. McFarlane maakt hier heel goed gebruik van dieptewerking en de standaard leesrichting om het verhaal te vertellen. Daarbij is aan het hoofd van the Tinkerer goed te zien dat Todd een voorkeur heeft voor expressionistische koppen.

ASM #310. Na jaren loopt Spidey the Tinkerer tegen het lijf.
ASM #310. Na jaren loopt Spidey the Tinkerer tegen het lijf.

McFarlanes stijl zal niet ieders smaak zijn, maar een ding is zeker: het was een compleet nieuwe manier om Spider-Man en zijn wereld te tekenen. Een stijl die veel navolging kreeg overigens. De stijl van Erik Larsen die Amazing Spider-Man van McFarlane overnam, is duidelijk schatplichtig aan die van McFarlane. Ook nam Larsen McFarlanes opvallende pagina-indeling over. Oudgediende Sal Buscema, op dat moment de tekenaar van Spectaculair Spider-Man, begon het Webhoofd in vergelijkbare poses als McFarlane te tekenen. Ook nam Buscema diens kostuumaanpassingen over en de meterslange webdraden.

Todd, die later met de strip Spawn goed geld zou verdienen, is ook belangrijk in het web van Spider-Man vanwege een andere creatie van zijn hand, namelijk: Venom. Maar daarover een andere keer meer.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Fotoboek over een muurkruiper

Jarenlang werkte Peter Parker, beter bekend onder stripliefhebbers als the Amazing Spider-Man, als freelance fotograaf voor de New Yorkse krant The Daily Bugle. Het onderwerp van zijn foto’s was hij zelf: met een automatische camera legde Peter zijn activiteiten als Spider-Man vast. Eigenaar en uitgever van de krant, J. Jonah Jameson gebruikte die foto’s vervolgens weer bij artikels waarin hij het Webhoofd zwart maakte.

Het omslag van het fictieve boek 'Webs'. Illustratie: Todd McFarlane
Het omslag van het fictieve boek ‘Webs’. Illustratie: Todd McFarlane

Op een gegeven moment (namelijk Amazing Spider-Man #304, september 1988) leek het Jameson een goed idee om de beste foto’s te bundelen in een boek genaamd Webs: Spider-Man in action. Dit gebeurde tot ongenoegen van de fotograaf die hier geen cent voor kreeg. Hij had als freelancer namelijk al zijn auteursrecht overgedragen aan de krant. (Iets wat freelance journalisten als kranten als De Volkskrant bekend in de oren zal klinken. Die moeten namelijk ook een contract van de krant tekenen waarin ze alle rechten afstaan, waardoor de krant makkelijk het stuk van de journalist aan andere kranten kan verkopen zonder dat de auteur daar iets van terugziet.)

Jameson legt uit hoe Peter als freelancer genaaid wordt.
Jameson legt uit hoe Peter als freelancer genaaid wordt.

Een schrale troost: Peter mocht wel op tour om het boek te promoten. Een slimme manier van schrijver David Michelinie om Spider-Man uit zijn natuurlijke habitat te halen en in verschillende Staten zijn avonturen te laten beleven, waaronder Californië en Kansas. Dit leidde onder andere tot de grappige scène tijdens een liefdadigheidsgala. Peter signaleert daar de bejaarde inbreker The Black Fox en probeert hem tegen te houden. Hij raakt The Fox kwijt tijdens een achtervolging en komt per ongeluk in de zaal vol genodigden terecht. Een geïmproviseerde en humoristische signeersessie volgt.

spiderman_handtekeningen
Mocht Marvel ooit nog eens een boek als Webs uitgeven, dan ben ik de eerste die het zou kopen. Het lijkt me heel tof om door opgepoetste stripplaatjes te bladeren van de muurkruiper, al ware het foto’s die Peter Parker heeft gemaakt. Een boek als The art of Spider-Man Classic komt in de buurt en bevat prachtige illustraties en plaatjes van verschillende tekenaars, afkomstig uit 50 jaar Spidey-geschiedenis. Het boek is erg informatief en is te beschouwen als een rijk geïllustreerde encyclopedie. Maar een boek als Webs zou vooral uit zwartwitfoto’s met onderschriften bestaan, dus dat boek moet nog eens uitgegeven worden.

Waarom vertel ik je dit allemaal? Vanaf nu zal ik in de rubriek Spidey’s web mooi beeldmateriaal, stripscènes en covers uit Spider-Mans rijke geschiedenis publiceren. Soms met een korte uiteenzetting, soms ook niet. Het web van Spider-Man kent immers veel interessante en boeiende momenten die het bekijken en onderzoeken waard zijn. Op deze manier zullen we kennismaken met interessante gebeurtenissen uit het leven van de muurkruiper, en met vakkundig en oogstrelend tekenwerk van de illustratoren. Ben je er klaar voor om het web te ontsluiten? Here we go!

Amazing Spider-Man #304
Tekst: David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane. Inkt: Joe Rubinstein