Categorieën
Boeken

Geef je eigen boek of blogboek uit

Je eigen boek uitgeven. Het is dé oplossing voor schrijvers die geen uitgever kunnen vinden, maar toch hun woorden op papier willen aanbieden. Het kan binnenkort op Manuscripta.

Volgens het CPNB hebben ruim een miljoen mensen in Nederland de wens een boek te schrijven en er staan heel wat teksten op computers of usb-sticks. Wie zijn manuscript zondag 4 september meeneemt naar Manuscripta kan het laten uitgeven als paperback en/of e-book en krijgt via het Centraal Boekhuis een gratis exemplaar thuisgestuurd.

Het publiceren van je eigen boek kan via de nieuwe publicatieplatformen van de boekhandels Paagman, Plantage Benissimo en Plantage Vermeer. Het boek is na publicatie verkoopbaar via alle boekwinkels van Nederland. Op www.mijnbestseller.nl/manuscripta staat precies beschreven hoe manuscripten kunnen worden aangeleverd. Voor alle aspirant-schrijvers die nog niet zover zijn dat ze hun boek kunnen laten uitgeven, zijn er op Manuscripta diverse workshops, waaronder ‘korte verhalen schrijven’.

Manuscripta is de jaarlijkse opening van het boekenseizoen en vindt plaats op zaterdag 3, zondag 4 en maandag 5 september op het terrein van de Westergasfabriek in Amsterdam.

Wie niet tot Manuscripta kan wachten maar wel graag een exemplaar van zijn eigen boek wil vasthouden, kan ook terecht bij The American Book Center in Amsterdam. Daar hebben ze een machine die boeken print en bindt. Oorspronkelijk was het de bedoeling om boeken te laten maken die je moeilijk fysiek kunt krijgen, maar ook veel aspirant-schrijvers schijnen er gebruik van te maken. Ze laten hun eigen schrijfwerk verboeken.

The ABC kan het boek ook voor je verkopen.

Beide gelegenheden bieden bloggers een kans om hun eigen blog in boekvorm uit te brengen.

Categorieën
Boeken

College van Stephen Fry

In de Amsterdamse Singelkerk presenteerde het Britse multitalent Stephen Fry donderdagavond zijn autobiografie The Fry Chronicles aan zo’n 350 toehoorders.

De Britse komiek, acteur, tv-presentator en schrijver Stephen Fry (1957) begint met een Nederlands klinkend ‘Goedenavond! Ik ben zo trots en blij om hier te zijn,’ gevolgd door enkele scheldwoorden die hij in de loop der jaren heeft opgepikt. ‘Meer Nederlands ken ik helaas niet. Omdat we in een kerk staan, zal ik proberen mijn taal te kuisen en geen lul en kut meer zeggen. Oeps, nu zeg ik het weer!’


Fry, inmiddels de vijftig gepasseerd, lijkt nog steeds wat op de deugniet die hij vroeger was. ‘Als ik dertig jaar later geboren was had men gezegd dat ik ADHD had, in mijn tijd werd dat Irritating Dick Disorder genoemd.’

Creditcardfraude
Als tiener werd Fry geregeld van school gestuurd. Toen hij op zijn achttiende drie maanden in de gevangenis had gezeten voor creditcardfraude, beterde hij zijn leven en ging studeren aan de universiteit van Cambridge. Het is onder andere zijn studententijd die de Brit beschrijft in zijn boek dat sinds kort vertaald als De Fry Kronieken in de winkels ligt. Op Cambridge ontdekte hij zijn liefde voor acteren, begon hij toneelstukken en komedie te schrijven. Via actrice en studiegenoot Emma Thompson maakte hij kennis met Hugh Laurie. Samen zouden ze later onder andere de legendarische komedieshow A bit of Fry and Laurie maken.

De studietijd komt ook ter sprake gedurende het interview dat filmkenner en journalist Jan Doense met de schrijver afneemt. Evenals Fry’s manisch-depressiviteit en zijn passie voor technologie. Fry is ook een grote Apple-fan. Die avond verwijst hij meerdere malen naar zijn iPad die op tafel ligt. Ook oreert hij een kwartier lang vol bewondering over de carrière van zijn vriend Steve Jobs.

Voorafgaand aan het interview spreekt Fry het publiek een uur vanaf de vloer toe. Met zijn rechterhand leunt hij af en toe op de te lage stoel naast hem, alsof hij zich geen houding weet te geven. Al is ongemak het laatste waar je aan denkt als je zijn openhartige monoloog, gelardeerd met goed getimede grappen en zelfspot, aanhoort. De zaal drinkt ieder woord.

Oscar Wilde
Fry wist al op jonge leeftijd dat hij homoseksueel was: ‘Mijn moeder had het zelfs al door toen ik drie was. Ach ja, moeders voelen dat soort dingen aan.’ Zijn zoektocht naar een rolmodel leidde naar de bibliotheek. Daar ontvlamde Fry’s passie voor kunst en literatuur. ‘Taal is iets buitengewoons,’ zegt hij, ‘Het verschaft je toegang tot andermans geest en kan je ogen openen.’

In de schrijver Oscar Wilde vond Fry zijn homoseksuele rolmodel en geestverwant: ‘Ik was niet langer alleen, maar bovenal was hij de meest glorieuze geest die ik ooit was tegengekomen.’ Vervolgens krijgen de Amsterdammers een college over Oscar Wilde dat schoolmeester Fry schijnbaar uit zijn mouw schudt.

Nieuwsgierigheid
Later verontschuldigt de schrijver zich dat hij eigenlijk over zijn boek had moeten praten, maar de zaal staat open voor Fry’s gepassioneerde betoog over het speels omgaan met ideeën en om altijd nieuwsgierig te blijven. ‘Ik zou het allerliefste voor altijd een student willen zijn. Nieuwsgierigheid is mijns inziens de belangrijkste eigenschap die iemand kan hebben, er plezier in hebben om het leven iedere dag te herontdekken.’ De deugniet van weleer is een romanticus geworden.

Stephen Fry: De Fry Kronieken.
Uitgeverij Thomas Rap. De Engelse versie verscheen bij Penguin. Fry’s optredens in Nederland – hij was woensdagavond in Den Haag – werden door Penguin en The American Book Center georganiseerd. Wil je weten wat de welbespraakte Brit in Den Haag te vertellen had? Check de volledige opnames hiervan op Marcoraaphorst.nl.

Dit artikel is vrijdag 1 juli in NRC Handelsblad gepubliceerd.

Categorieën
Boeken

In de rij voor Stephen Fry

Stephen Fry komt naar Nederland om zijn autobiografie The Fry Chronicles the promoten. Dat is goed nieuws voor de Fry-fans. Ik stond vanmorgen dan ook in de rij voor de ABC in Amsterdam.

Stephen Fry is acteur, schrijver, tv-presentator. Maar bovenal een Engelse mediapersoonlijkheid. Ik vind hem een inspirerend mens, die boeiende ideeën verkondigt, zoals in onderstaand video-interview.


Fry spreekt op 29 juni in Den Haag, een keer in Leiden en op 30 juni in Amsterdam. Vanmorgen werden de kaartjes voor Amsterdam verkocht dus toog ik naar The American Book Center op het Spui in de hoop een toegangsbewijs voor mezelf en Merel te scoren.

Er stond al een behoorlijke rij om kwart voor elf. Maar wat een ordelijke rij! Normaliter zijn de rijen in Nederland een ramp, zeker als je uit meerdere kassa’s kunt kiezen. Op de een of andere manier kies ik altijd de traagste rij uit en vaak wordt er lekker voorgedrongen, want tja, men heeft haast en vindt zichzelf belangrijker dan de rest van de mensheid.
Soms voel je de hete, maar bovenal slechte, adem van degene achter je, die niets heeft begrepen van wat personal space betekent en bijna in je aars probeert te kruipen om maar een stukje naar voren te kunnen.

Maar dus niet vanmorgen. De Fry fans stonden netjes in een halve cirkel richting de ABC en er heerste een ontspannen sfeer. Het deed me denken aan hoe we dat vaak in Engeland zien. Na ongeveer een kwartier stond ik vlakbij de kassa. De man voor me bleek het laatste kaartje te kunnen kopen.

Had ik voor niets in de rij gestaan? Nee, want hij had niets aan slechts één kaartje en liep het pand uit. Zo kwam ik dus aan het allerlaatste kaartje voor Stephen Fry’s presentatie op 30 juni in de Singel kerk.

Met blij gemoed liep ik weer terug naar huis. De kleine spatjes regen deerde me niets, al had dat grotendeels te maken met de paraplu die ik bij me had. Als alles goed gaat komt woensdag mijn exemplaar van The Fry Chronicles binnen. Ik heb er nu al zin in.

STEPHEN FRY: WHAT I WISH I’D KNOWN WHEN I WAS 18 from Peter Samuelson on Vimeo.

Interview via Marco Raaphorst

Categorieën
Boeken Strips

Één jaar leesplezier

Heel veel strips

Strips en boeken: ik ben er dol op! Bijkomend probleem is dat op een gegeven moment je kasten uitpuilen.

Zo moesten er recent een paar boeken ruimte maken voor een nieuwe lading strips die was binnengekomen. Ze staan nu tijdelijk op elkaar gestapeld in de boekenkast in de woonkamer totdat er een meer permanente plek voor ze gevonden is.

Een aandachtige blik in de boekenkast maakte duidelijk hoeveel er nog op me ligt te wachten. Een veelheid aan boeken en beeldverhalen die ik nog wil lezen. Ook mijn vriendin heeft een paar romans in de kast staan die ik nog graag wil lezen. Zoals Joe Speedboot van Tommy Wieringa. Door de illustratie die Peter Pontiac laatst van dat boek heeft gemaakt, ben ik er nog eens extra nieuwsgierig naar geworden. Maar ook een paar bundels columns van Martin Bril, werk van A.F.Th. en boeken van Bill Bryson over smalltown USA.

Ondertussen koop ik ook steeds nieuwe titels bij. Ik vind het heerlijk om voor stripkast bij de ABC te staan en een paar mooie beeldverhalen te ontdekken en aan te schaffen. Het kopen van boeken is al een genot op zich. De belofte van een nieuw boek is het nog ongekende avontuur dat zich in een paar duizend regels zal ontvouwen.

Toch, met wat we al hebben zou ik mezelf in principe minstens een jaar in dit huis kunnen opsluiten zonder me een seconde te vervelen. Ik kan zonder problemen lezend het jaar door. Dat noem ik rijkdom.

Categorieën
Bloggen Video

Zo simpel kan een webvideo zijn

Webvideo’s heb je in alle soorten en maten. Van hele reportages tot vastgelegde momenten uit het dagelijks leven. Die verscheidenheid vind ik boeiend. Bijvoorbeeld als video’s in een blogpost gebruikt worden als levende illustratie.

Recent kreeg ik een mailtje van stripmaker Erik de Graaf. Ik heb hem een paar maanden geleden geïnterviewd over zijn boek Scherven. De Graaf heeft een blog waar hij zijn lezers op de hoogte houdt van verschillende projecten en uitgaven. Iets wat iedere stripmaker zou moeten doen wat mij betreft, want een actief blog is immers prima promotie.

Jeux de mémoire from Erik de Graaf on Vimeo.

Op zijn blog publiceerde De Graaf een video naar aanleiding van de Franse vertaling van zijn boek Verzamelde Herinneringen. De video is simpel maar doeltreffend: in een shot bladert De Graaf door de Franse uitgave heen. That’s it. De video geeft een impressie van de uitgave, de tekst in de blogpost vertelt de rest van het verhaal. Het is een aardig voorbeeld van hoe je een video kunt gebruiken om iets te illustreren. Zo’n video hoeft niet per se een kop en een staart te hebben. Het kleine fragment is immers onderdeel van een geheel. Tekst en beeld vullen elkaar aan.

Wat me trouwens opviel aan de video is dat we geneigd zijn om een boek van achter naar voren door te bladeren. Dat komt goed uit als je Manga leest, maar bij een westerse strip lees je het verhaal dus eigenlijk achterstevoren. Eigenlijk had De Graaf zijn strip van voren naar achter moeten doorbladeren. Dan had de toeschouwer een chronologishe impressie van het verhaal gehad.

Snapshots
Nog een ander voorbeeld. Een paar weken voordat Toby Morris een boekpresentatie zou houden in de American Book Center op het Spui in Amsterdam, beschilderde hij de etalage om reclame te maken voor deze gebeurtenis. Zijn vriendin Sonya Nagels maakte daar twee korte opnames van. Aan de resolutie te zien gebruikte ze daarvoor haar telefoon, maar dat maakt eigenlijk niet uit. Het is een klein moment uit het leven van de illustrator. Ik vond het grappig om te zien, want het is bijna een homevideo. Ik kan erg genieten van kleine details zoals de voetganger die wat verdwaasd naar Morris zit te kijken en zelf niet doorheeft dat hij in beeld is. De jongeman is een figurant in de video van Nagels geworden.

Nagels had van het beschilderen van de etalage ook een hele reportage kunnen maken: Morris kort interviewen over zijn boek en hem vragen hoe je zo’n etalage beschildert. Daarbij had ze dan shots van het hele proces kunnen laten zien. Op die manier had de video op zichzelf kunnen staan.

In de huidige vorm past de video prima in een blogpost waar de nodige informatie in staat. Nagels heeft de video’s op Vimeo gepubliceerd, en er daarna in een blogpost naar gelinkt. Net als Morris op zijn blog. Al vind ik het zelf altijd leuker als video’s ingevoegd worden, omdat dit de blogposts verlevendigd.

Alledaags window display at ABC from Sonya Nagels on Vimeo.

Categorieën
Boeken

Het leven in Amsterdam getekend

De Nieuw-Zeelandse illustrator en designer Toby Morris hield een jaar lang een prentendagboek bij over zijn belevenissen en observaties van Amsterdam. Zaterdag 10 juli werd Alledaags gepresenteerd in The American Book Center op het Spui.

Alledaags bevat tekeningen van typische Amsterdamse taferelen, zoals een rolschaatser in g-string op het Rembrandtplein, de gaypride en junks die gestolen fietsen aanbieden, afgewisseld met persoonlijke belevenissen. ‘Ik heb geprobeerd een balans te vinden tussen mijn observaties over Amsterdam en elementen uit mijn privé-leven,’ zegt Morris. ‘Er is nu een wisselwerking tussen beide elementen. De algemenere observaties zijn boeiender omdat je weet wat er in mijn leven speelt, wie ik ben en hoe ik tegen dingen aankijk. Uit de meeste reacties blijkt dat ervaringen relatief universeel zijn. Expats vertellen me dat ze Alledaags zó naar hun familie kunnen sturen omdat hun leven hier overeenkomt met het mijne. Ik hoop dat Nederlanders de scènes herkennen en erom kunnen lachen.’

Morris, die artdirector is bij een reclamebureau, publiceerde de tekeningen eerst op zijn blog xtotl.com en gaf deze later uit in eigen beheer. Op dit moment is Alledaags alleen in locale boekwinkels en online verkrijgbaar. ‘Ik zou wensen dat ik er meer tijd voor had, het promoten van een boek is een fulltime baan.’

Morris begon met het tekenen van zijn ervaringen toen hij in 2008 samen met zijn vriendin door Zuidoost-Azië reisde: ‘Sonya slaapt altijd langer dan ik. Op een gegeven moment heb ik een schetsboek gekocht en ben ik ’s ochtends gaan tekenen tot ze wakker werd. Gewoon om mijn indrukken vast te leggen.’

Net echt
Twee jaar geleden verhuisde het stel naar Amsterdam. Europa heeft Morris altijd geïntrigeerd, dankzij de films die hij zag en de boeken en strips die hij las. ‘Kuifje was van grote invloed toen ik opgroeide. Ik ben altijd een grote fan geweest van de Klare Lijn-stijl van Hergé.’ Amsterdam voelde meteen als bekend terrein: ‘Alsof ik in een boek of een film terechtkwam. Amsterdam leek een filmset. De grachten, de krakkemikkige huisjes en de mensen op de fiets. Dat soort dingen. Het is zo’n prachtige stad, in elke straat die je binnenloopt zie je iets moois.’

Begin 2009 begon hij met Alledaags, als tekenoefening maar ook om zijn ervaringen en de stad beter te begrijpen. Iedere ochtend voor het werk tekende hij in een Moleskine boekje, het eerste wat in hem van de vorige dag inviel. Soms gebruikt Morris referentiefoto’s, maar meestal tekent hij vanuit zijn geheugen. ‘Dat heeft iets heel gaafs,’ vindt Morris. ‘Als ik soms naar foto’s kijk van dingen die ik uit herinnering heb getekend, dan blijkt de tekening vaak anders dan de werkelijkheid. Maar met de tekening vang je op een natuurlijke wijze de elementen die echt indruk hebben gemaakt. Je laat onnodige details weg, je geeft de essentie van iets weer.’

Dit was ook de belangrijkste tip die Theo van den Boogaard aan Morris gaf, toen Morris het atelier van de stripmaker bezocht. ‘Van den Boogaard is heel kritisch. Hij had tien tekeningen uitgekozen en vertelde wat hij er slecht aan vond. Hij gaf me een paar goede tips over compositie en lijnwerk.’ Uiteraard tekende de Nieuw-Zeelander deze gebeurtenis ook op in Alledaags.

Bot en direct
Gevraagd naar de essentie van hoe hij de Nederlanders ziet, denkt Morris lang na, om vervolgens te melden dat hij Hollanders erg direct vindt. ‘Ze zeggen wat ze denken en zijn wat bot. In Nieuw-Zeeland zijn ze soms te beleefd en houden hun mening voor zich, maar mijn Nederlandse vrienden schromen niet om persoonlijke vragen te stellen. Zwarte Piet zou bijvoorbeeld in Nieuw-Zeeland aanstootgevend gevonden worden, daar liggen raciale onderwerpen nog erg gevoelig.’ In Alledaags refereert Morris ook naar de botte service van het Amsterdamse horecapersoneel: ‘We moeten altijd lachen om de klantenservice in Nederland.’

Het boek is opgedragen aan Guy Champney, een vriend en collega van Morris die vorig jaar aan plotseling overleed en ook werkte aan een boek over Amsterdam. Hij was 32 en duikt een paar keer op in Alledaags. De opbrengst gaat in zijn nagedachtenis naar liefdadigheid. Het nieuwe project van Morris heet 200 people I used to Know, waarin hij portretten maakt van mensen die hij heeft leren kennen: van vrienden, collega’s tot oud-klasgenoten.

Dit artikel stond maandag in Het Parool.

Categorieën
Mike's notities

Tijdelijke zwarte gaten

Zondagmiddag stond ik te struinen door de aanbiedingenkast van The American Book Center. Er hing een ontspannen sfeer in de winkel, mensen schuifelden nieuwsgierig langs de boekenkasten, over de speakers was de evergreen ‘American Pie‘ te horen. Tot mijn vreugde vond ik al snel een paar titels die ik niet kon laten liggen zonder een dief te zijn van mijn eigen culturele verrijking.
Een thematische bloemlezing van Robert Crumb-strips, My troubles with women geheten, twee Hellboys van Mike Mignola die prima dienden als researchmateriaal voor mijn aanstaande interview met de stripmaker en een analyse over Visual Storytelling dat altijd van pas kon komen bij het schrijven over beeldcultuur.
Met vreugde in mijn hoofd liep ik naar de kassa alwaar ik de pinpas van mijn zakelijke rekening uit mijn portemonnee trok. (Het voordeel van een stripjournalist zijn.) Terwijl ik mijn pincode intikte, bedacht ik me dat er iets mis was. Inderdaad: het was de verkeerde pincode. Wel een geldende, maar behorende tot een van de andere twee rekeningen die ik tegenwoordig in bezit had. Verdomd, wat was de pincode van deze pas ook alweer? En wat waren de pincodes van de andere rekeningen?
Ik kon er even niet opkomen. Het was alsof het laatje in mijn hoofd waarin ik de pincodes en tientallen wachtwoorden bewaar, geheel leeg was. Er dwarrelde bij het opendoen alleen wat stof uit.
Ik verontschuldigde me bij de caissière die vol begrip zei dat ze dat ook wel eens had. ‘Het kan iedereen gebeuren,’ zei ze troostend. Ik had dit anders nooit en voelde mij een impotente consument, niet in staat om betaalkrachtig op te treden. Ik vroeg haar de boeken even voor me apart te leggen terwijl ik probeerde weer de gegevens uit mijn verwarde brein op te halen.
Zittend op een krukje in de winkel spookten allerlei cijfers door mijn hoofd. Sommige kwamen me bekend voor, maar geen van de nummers leek uit de juiste combinatie te bestaan. Moest ik me gewonnen geven en de kleinoden maar laten liggen?
Terwijl ik verstard om me heen keek, bleek de gemoedelijke sfeer in de winkel niet veel veranderd: niemand stoorde zich aan de man die aan de afgrond van dementie leek te staan en op een krukje in het hoekje zijn grijze cellen overuren deed draaien.
Opeens kwam uit de schaduw van mijn geheugen een cijfercombinatie naar voren die me enigszins bekend voorkwam. Één cijfer, daar was ik nog niet zeker van. Ik besloot het erop te wagen, ondanks het gevaar dat bij drie foute pogingen de pas geblokkeerd zou worden en ik minstens een week zou moeten wachten voordat ik een nieuwe pincode kreeg.
Weer bij de kassa gekomen, zei ik de caissière dat ik het nog eens wilde proberen. Eerst werd mijn pas volledig geweigerd. Ik haalde hem er nog eens doorheen totdat het meisje zei dat hij andersom langs de magneetstrip moest.
Het apparaat vroeg om mijn pincode. Met knikkende knieën toetste ik de cijfercombinatie zo snel mogelijk in de pinautomaat. Stel je voor dat de pincode mij weer zou ontschieten. Ik staarde naar het scherm.
Het apparaat leek te wikken en te wegen, en ieder cijfer tegen het licht te houden om deze op echtheid te controleren. Tot mijn opluchting gaf het apparaat uiteindelijk groen licht.
Monter nam ik mijn boeken in ontvangst en liep ik de winkel uit. Thuis schreef ik voor de zekerheid mijn pincode maar weer eens op een papiertje en stopte deze op een veilige plek. Je weet maar nooit wanneer het volgende tijdelijke zwarte gat de kennis in mijn hoofd opslokt.
Dat risico loop je kennelijk boven de dertig.

Categorieën
Boeken

Volwassenen zijn ook maar amateurs

Op een doodnormale dag liep ik door de American Book Center (ABC) in Amsterdam, op de eerste verdieping waar ik mij tussen de strips en filmboeken het meeste thuis voel. Er stond een kar volgestapeld met boeken, vaak meerdere exemplaren van dezelfde titel, klaar om in de kasten gezet te worden. Eén boek trok mijn aandacht. Misschien omdat het een paperback was tussen de verzameling hardcovers, maar waarschijnlijk omdat dit het enige exemplaar leek te zijn. Een uniek boek tussen een berg dubbelaars.

Het bleek een nieuw boek te zijn van een van mijn favoriete schrijvers, Michael Chabon. Manhood for Amateurs stond erop de voorkant. Een titel die me meteen aansprak. Manhood for Amateurs is Chabons eerste non-fictie boek. Sterker nog: het werkje is autobiografisch. Mijn interesse was gewekt. Ik volg Chabon al sinds ik de film Wonder Boys zag en later de roman las waarop die film gebaseerd is. En hoewel ik tot twee keer toe zijn sleutelroman The amazing adventures of Kavelier & Clay niet doorkwam, beschouw ik mezelf als een fan van deze schrijver. Daarbij woont hij in Berkeley, de stad in the bay erea waar ik woonde van 1995-96. Kortom, dit boek moest ik lezen. Het leek immers alsof het speciaal voor mij was neergelegd, dit singuliere exemplaar op een kar vol met boeken. Ik heb me prima vermaakt met Manhood for Amateurs. Niet in de laatste plaats omdat Chabon op openhartige wijze toegeeft dat volwassenen ook maar wat aankloten maar dat we het in tegenstelling tot het jonge grut dat we voortbrengen, goed weten te faken dat we weten wat we doen:

‘This is an essential element of the business of being a man: to flood everyone around you in a great radiant arc of bullshit, one whose source and object of greatest intensity is yourself. To behave as if you have everything firmly under control even when you have just sailed your boat over the falls. “To keep your head,” wrote Rudyard Kipling in his classic poem “If,” which articulated the code of high-Victorian masculinity in whose fragmentary shadow American men still come of age, “when all about you are losing theirs”; but in reality, the trick of being a man is to give the appearance of keeping your head when, deep inside, the truest part of you is crying out, Oh, shit!’

Wat mij betreft is bovenstaand citaat een mooie omschrijving van de schrijnende onkunde waar we in het dagelijks leven mee te maken hebben. Zoals de medewerker van de helpdesk van je internetprovider die niet meer weet over het aan de praat krijgen van je verbinding dan dat er op het blaadje voor zijn neus staat. En dat is meestal bar weinig. Of de expert in de elektronicawinkel die schijnbaar minder weet over de videocamera die je wil gaan kopen dan jijzelf. Of die babbelaar op het feestje die het gesprek altijd weet te laten draaien om die drie feitjes die hij wel weet.Ik vind dat wanneer er sprake van service moet zijn, de bieder daarvan verdomd goed moet weten wat hij doet. In dagelijkse situaties echter, faken we het allemaal wel eens. Vaak leer je door gewoon in het diepe te springen en aldoende te ontdekken waar je precies mee bezig bent. Daar is op zich niets mis mee. Dat een van mijn favoriete schrijvers dat toegeeft, beschouw ik als een troost.

De uitgebreide recensie die ik van Manhood for Amateurs schreef, staat deze week op het blog van de ABC.

Categorieën
Fotoblog

Leeg fotoalbum (2)

Boven en onder de muren van de Melkweg, Amsterdam.

Eerste verdieping van The ABC Amsterdam.

Voor een verdere toelichting zie hier.

Categorieën
Boeken

Boekrecensie: Burial van Neil Cross

Schuldgevoel laat zich niet begravenHet Engelse gezegde mag dan ‘Never judge a book by its cover’ luiden, het is het omslag van Burial dat me nieuwsgierig maakte naar dit boek. Een in negatief afgedrukte zwart-wit foto van een auto die langs een verlaten landweggetje stilstaat. Onder de foto staat in vette rode letters de naam van de auteur geschreven, met daaronder in een vaag spookachtig lettertype de titel van het boek. Het omslag belooft mysterie met een bovennatuurlijke spanning. De inhoud van het boek maakt deze belofte meer dan waar. Op een fatale nacht ontmoet Nathan de negentienjarige Elise op het feestje van zijn baas. Samen met Bob, een oppervlakkige kennis, rijdt hij Elise naar een afgelegen plek, alwaar Nathan en het meisje met elkaar vrijen. Wanneer Bob even later het meisje lichamelijk bevredigd, overlijdt ze aan wat op het eerste gezicht een toeval lijkt. Omdat de mannen bang zijn gearresteerd te worden voor moord, besluiten ze Elise ter plekke te begraven. Vanaf dit moment zal hun leven nooit meer hetzelfde zijn.Schuld en boete
Schrijver Neil Cross volgt de stappen die Nathan onderneemt om met zijn schuldgevoel in het reine te komen. De vraag of hij en Bob met hun verschrikkelijke daad weg zullen komen, werpt een schaduw over iedere scène die na de dood van Elise volgt. De spanning loopt op wanneer Nathan contact probeert te krijgen met de oudere zus van Elise en steeds meer betrokken raakt bij haar familie. Van dichtbij ervaart hij welke schade de verdwijning van Elise in het leven van deze mensen heeft berokkend. Bij Bob, die al jaren een diepgaande interesse koestert voor het paranormale, nemen de schuldgevoelens bovennatuurlijke vormen aan.Door het verhaal ga je je afvragen wat je zou doen wanneer je zelf in de ongelukkige schoenen van Nathan zou staan. Burial biedt je de kans om deze situatie op een veilige, maar intensieve manier te exploreren. Neil Cross, die zowel romans als televisiescripts pent, heeft met Burial een meeslepende, psychologische thriller vol vloeiende dialogen en kernachtige beschrijvingen geschreven.Hier en daar gebruikt de auteur treffende metaforen. Zoals deze beschrijving van vier lijntjes coke op een spiegel: ‘a cat’s claw gash across his reflection’. In Burial eindigt Cross de korte hoofdstukken steevast met een cliffhanger of met een interessante observatie. Dit maakt het moeilijk de thriller neer te leggen. De bijna 300 pagina’s zijn dan ook gelezen voordat je het weet.Euro avant la lettre
Op één moment laat de auteur overigens wel een steekje vallen: Nathan reist in 1998 door Griekenland en betaalt daar met euro’s – vier jaar voordat deze munteenheid geïntroduceerd werd. Nu heb ik een ongecorrigeerd proefexemplaar gelezen, dus waarschijnlijk is die fout er door de redacteur wel uitgehaald. Verder heb ik op dit spannende boek weinig aan te merken. Lezen dus.Burial is 5 januari uitgekomen.Cross, Neil. Burial.
Simon & Schuster. ISBN 978-0-7432-3141-1
Deze recensie verscheen ook op EeuwigWeekend.nl. Een Engelse versie verscheen op het blog van de ABC. Check it out.

Categorieën
Boeken

Schrijfblog: NaNoWriMo gaat weer van start

Als je dacht dat een strip van 24 pagina’s binnen een etmaal tekenen gekkenwerk is, dan vergis je je. Het kan nog veel gekker. In de maand november is het namelijk weer tijd voor NaNoWriMo. Dit staat voor National Novel Writing Month.Dit is sinds 1999 een jaarlijks evenement waarin participanten geacht worden om binnen één maand een roman van 50.000 woorden te schrijven. Dat betekent meer dan 1600 woorden per dag op papier stellen. Waarom? Op de site van NaNoWriMo wordt het uitgelegd:

The reasons are endless! To actively participate in one of our era’s most enchanting art forms! To write without having to obsess over quality. To be able to make obscure references to passages from our novels at parties. To be able to mock real novelists who dawdle on and on, taking far longer than 30 days to produce their work.

Kwantiteit!
De organisatie benadrukt dat het draait om kwantiteit, niet om kwaliteit. Het gaat om de uitdaging. En om te kunnen zeggen dat je een roman hebt geschreven. De wedstrijd is dus voor iedereen die ooit heeft gezegd: ‘Op een dag schrijf ik een boek’. Dat moment is voor hen aangebroken.
Een deel van de deelnemers zal de eindstreep niet halen. Voor wie dat wel lukt, is publicatie niet gegarandeerd. Al meldt de site van NaNoWriMo wel een lijst met boeken die in druk zijn verschenen. Een ervan werd een bestseller op de lijst van The New York Times. Mocht je de uitdaging aan willen om van je schrijfkramp af te komen, surf dan naar deze site. In Nederland kun je meedoen via The American Book Center. Zij hebben vrijdag 31 oktober een kick-off die bestaat uit een spoedcursus van Nico Janssen & Lisa Friedman.Minstens één boek
Ook ik ben zo’n type dat zegt ooit een boek te zullen schrijven. Maar dat zal niet deze maand worden. Eerst maar eens verder tikken aan Project Manic. En die recensie voor EeuwigWeekend moet ook nog af….Bekijk ook het gesprek met Natasja van Loon over haar schrijverschap.

Categorieën
Boeken Strips

Vrijdagmiddag (2): Geestverruimende middelen en nachtwezens in The ABC

Het regende zachtjes toen ik die vrijdagmiddag The American Book Center op het spui binnendruppelde. Mijn gedachten waren nog even bij de afgelopen uren in het Crea Café, waar ik met een oude studiegenote had bijgepraat. Maar nu was het tijd voor boeken. Nu ja, strips om precies te zijn. The American Book Center huist alweer een aantal jaar op het Spui in Amsterdam. Ik kom er al sinds mijn studietijd, toen de boekwinkel nog aan het einde van de Kalverstraat zat. Het is voor mij de perfecte plek om te snuffelen en onverwachte ontdekkingen te doen.Geestverruimende middelen
Wat mij betreft is een goede boekwinkel een vrijhaven – een plek weg van alledag waar je geestverruimende middelen in de vorm van boeken, teksten en comics kunt vinden en waar je, in het gunstige geval, even rustig kunt bladeren, lezen en snuffelen. De betere boekhandel past bij je smaak en heeft dat ene boek wat je zoekt in de kast staan, of kan daar zonder moeite aankomen. The American Book Center voldoet niet aan alle bovengestelde eisen, want door de smalle gangen en volle winkel word je vaak gestoord in het snuffelen door andere papierzoekers. Ook kun je er niet lekker in een hoekje zitten lezen, zoals dat wel kan in de boekwinkel Borders in Londen. Toch is het een van mijn favoriete plekken om te vertoeven. Omdat het personeel er al jaren werkt, kom je er altijd herkenbare gezichten tegen. De staff van de ABC geeft de indruk hart voor de zaak te hebben. Die herkenbaarheid en continuïteit geven een vertrouwd gevoel. Vanwege de kortingskaart voel je je als klant toch onderdeel van de gehele sfeer daar. En de collectie graphic novels en filmboeken is zeer ruim.

De trap naar de eerste verdieping. Foto: Boekhandel-info.nl

De laatste tijd is het scannen van de aanbiedingskast op de eerste verdieping vaste prik geworden als ik in Amsterdam ben. Ook dit keer stonden er weer een paar interessante comics tussen die ik niet wilde laten staan. Nachtwezens
Zoals een mooi gebonden hardcover editie van Nocturnals. Stripmaker Dan Brereton schildert zijn strips. Zijn artwork greep me dan ook meteen: mooi geschilderde platen vol rijke details. De strips over de nachtelijke outcasts werden oorspronkelijk halverwege de jaren negentig uitgegeven. Het verhaal vertelt over de supernatuurlijke avonturen van Doc Horror en zijn dochter Evening. Ze opereren in de fictionele stad Pacific City, ergens gelokaliseerd in Californië. In de verhalen over de Nocturnals worden gangster/pulpverhalen gecombineerd met fantasiewezens, bovennatuurlijke elementen en een halloweenachtige sfeer.

Prachtig werk van Dan Brereton.

Ook waren er veel hardcover Batman-titels in de aanbieding die middag. Ik voelde me als een kind in een snoepwinkel, maar wist mijn koopdrift te beheersen tot een paar titels. Want, laten we eerlijk zijn, The ABC is niet een van de goedkoopste boekwinkels in Nederland. De prijs van de boeken ligt vaak ver boven die van online winkels. Iets wat de aanbiedingenkast des te aantrekkelijk maakt. Toen ik even later op de bank zat, met een verse pot thee naast me, en de bladzijden van Nocturnals opensloeg, ging er een wondere en tot nu onbekende wereld voor me open. En dat is toch de kracht van een goede strip en een goed boek. Mijn honger naar bijzonder leesvoer was weer voor even gestild.Mocht de lezer het zich afvragen: deze tekst is niet gesponsord door de ABC. Desondanks wijs ik je graag op het blog van de boekwinkel.Lees ook: