Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Green Lantern: Plichtmatige stripverfilming

Een week nadat Captain America, de eerste held van Marvel Comics, in première ging, vliegt Green Lantern in de bioscoop. Als je echter maar voor één superheldenfilm een kaartje wil kopen deze zomer, dan zou ik de groene lantaarn links laten liggen en voor het Amerikaanse volksvermaak gaan dat Captain America: The First Avenger biedt.

Als het om verfilmingen van hun striphelden gaat, loopt DC Comics hopeloos achter op Marvel. Afgezien van twee boeiende delen in de Batman-reeks van meesterregisseur Christopher Nolan is het de laatste jaren armoe troef wat de DC-helden betreft. Bryan Singer wist met zijn Superman Returns niet echt een eigen stempel te drukken en bleef te veel hangen in het verleden van de voorgaande films met Christopher Reeve. Singer maakte wel een aardige film, maar een blijvertje dat meerdere delen voortbracht werd het niet. Men is nu druk bezig met de franchise opnieuw een injectie te geven.

The Green Hornet kwam een paar maanden geleden uit met Seth Rogen in de hoofdrol. Aardige jongen die Rogen, maar een superheld is hij niet. En nu is er Ryan Reynolds die het groene pakje van Green Lantern heeft aangetrokken om de barricaden op te gaan en Marvel een poepje te laten ruiken. (Eerder speelde Reynolds nog Deadpool in X-Men Origins: Wolverine.) Toch is Green Lantern in dat opzicht een mislukte poging.

De held en zijn eye candy

Cursus
De rolprent begint met een te lange Teleac-cursus over het ontstaan van de Green Lanterns. Het Green Lantern corps is een broederschap van krijgers van allerlei werelden die gezworen hebben de intergalactische orde te handhaven. Elke Lantern draagt een ring die hem superkrachten heeft: je kunt ermee vliegen en alles wat je je kunt bedenken kan door de ring worden gecreëerd. Als de aardse Green Lantern probeert te voorkomen dat een belangrijke politicus (Tim Robbins) met zijn helikopter crasht, creëert hij een raceauto waarop de helikopter rondgereden kan worden. Tijdens zijn training tovert Green Lantern een zwaard van groene energie tevoorschijn. De hoeveelheid energie die de ring bezig wordt bepaald door de hoeveelheid wilskracht van de drager.

Zo, ben je nog wakker?

Lefgozer
De bijdehante testpiloot Hal Jordan is de eerste mens die is uitverkoren om een Green Lantern te worden. Omdat de nieuwe rekruut een lefgozer is die iedere verantwoordelijkheid uit de weg gaat, wordt de eerste mens in de broederschap met enige scepsis ontvangen door de leider van het stel. En niet geheel onterecht: Hal gelooft zelf ook niet erg in zijn eigen kunnen. Pas wanneer hij beseft dat hij zijn angst moet overwinnen kan hij een volwaardige held worden. Uiteraard is juist zijn menselijkheid een troef in de eindstrijd tegen Parallax, de kwaadaardige entiteit die gevoed wordt door haat. Er worden dus belerende thema’s in Green Lantern aangestipt.

Regisseur Martin Campbell en de cast bedoelen het ongetwijfeld goed, maar weten geen boeiende film af te leveren. Daarvoor slaapwandelen de personages te veel door de clichés van het superheldengenre. Wederom wordt het Lois Lane-syndroom uit de kast getrokken: het meisje van de held (gespeeld door de aantrekkelijke Blake Lively) wordt ontvoerd door de schurk. De strijd tussen de mannen draait zowel om het veroveren van haar hart als om het redden van de wereld. Dat hebben we wel vaker gezien de laatste jaren. Dat Green Lantern het voorspelbare patroon van het genre niet ontstijgt, is op zich niet het ergste: het volledig ontbreken van enig noemenswaardige humor is dat wel. Ook de actiescènes voelen plichtmatig aan.

Kortom, wat betreft de filmstrijd tussen Marvel en DC, slaat de laatste met de saaie Green Lantern verfilming nog geen deuk in een pakje boter. Marvel Comics staat ook in de bioscoop ver voor op concurrent DC.



Vanaf 4 augustus in de bioscoop. Ook in 3D.

Categorieën
Strips

De dood van Spider-Man

Woensdag kwam in de States Ultimate Spider-Man #160 uit met daarin de dood van Peter Parker. De dood van Spider-Man. Maar niet de echte hoor.


In 2000 begon Marvel met de serie Ultimate Spider-Man, een serie gericht op een jong publiek waarin een hedendaagse versie van Spiderman wordt voorgeschoteld. Schrijver Brian Michael Bendis maakte van Parker weer een frisse tiener en herschreef diens geschiedenis naar eigen inzicht. De ultimate serie van Spider-Man, later werden er ook ultimate versies uitgegeven van andere Marvel-helden, is bedacht om met een schone lei te kunnen beginnen. Van jonge lezers mag je niet verwachten dat ze zich gaan verdiepen in de jarenlange stripgeschiedenis van de held, dus om die lezers te bereiken werd en een geüpdatet en jonge versie van Peter Parker gepresenteerd.

In de ruim elf jaar dat de serie duurt is Peter nog steeds niet van de middelbare school af. Toch gaan er nu grote veranderingen plaatsvinden, volgens Marvel. In het vorige nummer is Peter neergeschoten door de Punisher. In het slotstuk van deze verhaallijn zal Peter Parker bezwijken in een gevecht met aartsvijand The Green Goblin. Tenminste, dat vertelt een artikel in The Guardian. Ik heb zelf de strip nog niet gelezen.

Zoals het er nu uitziet, wordt Peter Parker vervangen en zal iemand anders het spinnenpak aantrekken. Dat is ook meteen opnieuw ontworpen:

Brian Michael Bendis, de vaste schrijver van de serie, heeft ook dit deel geschreven. En als we The Guardian mogen geloven, viel hem dat zwaar.

“I went upstairs to my wife, and I go, ‘I am so embarrassed. I think I’ve literally been crying for 45 minutes.’ I’ve had real things happen in my life I didn’t cry about, and yet I’m crying about this,” said the author.

Het is natuurlijk een mooie marketingtruc om Spider-Man weer onder de aandacht te brengen. Het nieuws van de dood van Spider-Man gaat de hele wereld over. Net als een paar jaar geleden toen Batman ‘doodging’. En een beetje stripliefhebber kan zich de tijdelijke dood van Superman in de jaren negentig nog herinneren. Na een hele reeks verhalen over de vier alternatieve Supermannen, kwam uiteindelijk gewoon Clark Kent terug om de straten van Metropolis veilig te houden.

Als dit soort boegbeelden overlijden, dan is dat altijd maar van tijdelijke aard. Uiteindelijk komt de held altijd als herboren terug en blijft alles een beetje bij het oude. Dat maakt het ook weer leuk om die strips te blijven lezen.

En wie weet, omdat het de Ultimate reeks is, besluiten ze bij Marvel misschien wel dat de nieuwe Spider-Man voorgoed in het pak blijft zitten. In dat geval kan de Spider-Man fan gewoon rustig blijven ademhalen, want Peter Parker is nog springlevend in de officiële reeks Amazing Spider-Man.

Update
Colin Smith schreef een interessante bijdrage over waarom hij zo gefascineerd is met de aangekondigde dood van striphelden op de site Comic Book Sersources.

Categorieën
Film Strips

‘Superheldenfilms zijn oerconservatief’

Donderdag promoveert Dan Hassler-Forest met zijn proefschrift ‘Superheroes and the Bush Doctrine: Narrative and Politics in Post­ 9/11 Discourse’.

Fotomontage van Brandon Routh als Superman voor een Amerikaanse vlag.

Hassler-Forest is onderzoeker en docent Engelse taal en cultuur en geeft ook lessen over de graphic novel aan de UvA.Volgens zijn onderzoek ondersteunen superheldenfilms die tijdens het presidentschap van George W. Bush verschenen impliciet diens beleid en liggen conservatieve waarden aan hen ten grondslag.

Aan de ene kant kan het succes van iconische figuren als Batman, Superman en Spider-Man gekoppeld worden aan hun herkenbaarheid, maar superhelden worden ook sterk geassocieerd met Amerikaanse politiek en ideologie. Hun opmars in de periode 2002-2008 moet daarom ook bezien worden vanuit hun ideologische inhoud en de manier waarop het genre is verbonden aan de Amerikaanse cultuur en geschiedenis, aldus het proefschrift van Hassler-Forest.

De onderzoeker was de afgelopen dagen vaak in het nieuws om over zijn onderwerp te praten. In de NRC gaf hij het volgende voorbeeld uit Superman Returns:

“Je zou denken: Superman gaat het conflict in het Midden-Oosten oplossen”, aldus Hassler-Forest. “Maar wat doet-ie? Hij gaat achter bankrovers aan. Zoals Umberto Eco al schreef: Superman houdt zich bezig met de symptomen, maar pakt nooit de onderliggende problemen aan.” Wel ziet Hassler-Forest de film als een manier om met het trauma van 9/11 om te gaan. In de film voorkomt Superman dat een vliegtuig in een vol stadion crasht – opnieuw een ramp, maar deze keer is er de superheld.

Dat Superman, de grootste padvinder onder de superhelden, conservatief is staat als een paal boven water. Hij strijdt immers voor Truth, Justice in the American Way. Ook de films over Iron Man hebben volgens Hassler-Forest de boodschap dat een oerconservatieve, hoogtechnologische en steenrijke supermacht op orde op zaken kan en moet stellen. Ook Bruce Wayne zou dit idee volgens hem belichamen. Uit De Volkskrant: ‘Waarom is Bruce Wayne Batman? Omdat hij enorm rijk is, vrijgesteld, technisch superieur en blank. Hij komt nu en dan uit zijn villa om in te grijpen.’

Ouderwetse rolverdeling
In het stuk in NRC wijst de onderzoeker erop dat de rolverdeling tussen de seksen in de wereld van Iron Man een klassieke is: ‘In Iron Man heeft de mannelijke held een natuurlijke affiniteit met technologie en heeft zijn vrouwelijke assistente een verzorgende rol.’

De uitspraken bieden stof tot nadenken, maar vragen ook om toetsing. Ik ben dan ook erg benieuwd naar het proefschrift van Hassler-Forest en kom er vast nog op terug zodra ik de tekst gelezen heb. Ik kijk al een aantal jaar met veel interesse naar stripverfilmingen en superheldenfilms in het bijzonder.

In 2003 studeerde ik af aan de UvA met mijn scriptie over stripverfilmingen. Hierin onderzocht ik de films Spider-Man, Batman (van Tim Burton) en Hulk. Mijn vraagstelling ging echter niet over de onderliggende ideologie, maar over hoe de vertaling van strip naar film verloopt. Ik onderzocht welke elementen vertaald kunnen worden en welke moeten worden aangepast om een superheldenstripverhaal geloofwaardig op het witte doek te brengen.

Ik kijk met veel plezier terug naar het schrijven van mijn scriptie: ik vond het heerlijk om zes maanden ondergedompeld in de superheldenstrips en – films te zijn en erover te schrijven. Ook heb ik in de loop der jaren vaak genoeg gebruik van de teksten uit mijn scriptie kunnen maken.

(Met dank aan Abel Schoenmaker die me op het promotieonderzoek wees.)

Categorieën
Strips

Strips zijn niet om in te beleggen

Laatst werd me gevraagd of ik Amazing Spider-Man #1 zou kopen als ik heel rijk zou zijn. Nee, was het antwoord. Want wie een originele druk kan betalen, koopt die als investering en niet om te lezen. En strips zijn gemaakt om te lezen. Punt.


Vandaag staat er een artikel in dagblad De Pers met de kop: Een strip? Da’s dan $ 1.500.000. Het stuk gaat in eerste instantie over originele pagina’s en covers die voor grote bedragen van hand tot hand gaan. Maar ook voor gave exemplaren van oude strips is een rijke markt te vinden.

Niet alleen de originele tekeningen, ook gave exemplaren van oude strips worden steeds kostbaarder. Dat maakt strips een bijzonder goede belegging: het aantal liefhebbers is groot, het aanbod van onbeschadigd oud werk beperkt. Er is dan ook een levendige handel in wat vroeger toch vooral kinderlectuur was. Wie op internet gaat kijken, komt talloze sites tegen waarop stripboeken geveild worden.

In maart werd het eerste stripoptreden van Superman in Action Comics #1 nog geveild voor 1,5 miljoen dollar. Nummer 27 van Detective Comics uit mei 1939, waarin Batman voor het eerst werd geïntroduceerd, bracht 1.075.000 dollar op. Maar denk maar niet dat de kopers de strips ook maar lezen. Die blijven veilig ingeseald, zodat er geen zuurstof bij kan, of hoe ze die dingen ook opbergen. Dat beaamt stripuitgever Hans Matla, die rijkelijk geciteerd wordt in het stuk in De Pers, ook: ‘Je ziet dan ook dat sommige strips niet meer van kinderhand naar kinderhand gaan, maar alleen nog van kluis naar kluis. Ergens is dat natuurlijk zonde, zo krijgt bijna niemand ze te zien.’

Investeringsgekte
Begin jaren negentig werd menig stripliefhebber gek gemaakt om comics te kopen als investering. Van het eerste nummer van bijvoorbeeld de nieuwe X-men-serie kwamen verschillende covervarianten op de markt. Ik heb toen ook menig zakgeld geïnvesteerd in twee exemplaren van een eerste deel. Een strip om te lezen, de ander om veilig weg te stoppen in de kast. Als ‘investering’ voor later. Onzin. Er verscheen bijna een miljoen exemplaren van een eerste nummer. Sterker nog: van X-men vol 2, #1 werden volgens de wikipagina 8 miljoen exemplaren verkocht(!). Niet vergelijkbaar met het schaarse aantal van wat er nu nog van Batman #1 te krijgen is. De investeringsbubbel spatte toen ook snel uit elkaar.

Daarbij: strips moet je gewoon lezen. Daar zijn ze voor gemaakt. Niet om te fungeren als betaalmiddel of als pensioenfonds.

Meesterwerken
Natuurlijk heb ik Amazing Spider-Man #1 wel gewoon in de kast staan. Je bent Spiderman-kenner of niet, maar wel gewoon in een bundel met herdrukken. Het is erg fijn dat uitgeverij Marvel een paar jaar geleden begon met de Essential-serie. Dikke herdrukken in zwart-wit van alle oude comics, zodat je de verhalen ook nu nog tot je kunt nemen. Ik was er indertijd erg blij mee omdat ik de strips nodig had voor mijn scriptie over stripverfilmingen. Sinds 1987 kun je ze ook in kleuren hardcover en softcover krijgen in de Marvel Masterworks-serie. Sinds 2009 is Marvel begonnen met heruitgaven van deze heruitgaven.

Natuurlijk beschouw ik mezelf wel als een stripverzamelaar, maar wel eentje die zijn verzameling leest.

Categorieën
Strips

Volgend jaar een Spiderman musical?

Van sommige berichten hoop je gewoon dat ze niet waar zijn. Volgens een artikel in het Vlaamse dagblad De Morgen kunnen we volgend jaar een musical over de superheld Spider-Man op broadway verwachten. Volgens de krant maakte het hoofd van productie van Marvel Studios dit bekend.

Wordt het volgend jaar handtekeningen uitdelen voor het webhoofd?
Tekening: Todd McFarlane

De regie van de musical zou in handen zijn van Julie Taymor die eerder The Lion King op de planken bracht. Muzikanten Bono en The Edge van U2 zouden benaderd zijn voor de muziek. Eerder gingen er al geruchten over het web van dit vreemde bericht. De website van Marvel, de uitgeverij van Spiderman, berichtte vorig jaar april het volgende:

‘Marvel continues to look to every entertainment medium to support the enduring popularity of our Superheroes, and we are thrilled with the talent on board. The all star creative team–led by Julie Taymor, Bono and The Edge–is second to none and we are certain this project will delight fans of Spider-Man and new audiences alike,” said David Maisel, Chairman, Marvel Studios, whose previous Broadway credits include spearheading the 1999 Tony Award-winning Best Musical Fosse.’

Camp!
Oom Ben zou zich in zijn graf omdraaien als je het mij vraagt. Dankzij de goede reeks superheldenfilms, een trend die werd ingezet met X-Men Van Bryan Singer (uit 2000 alweer), zijn superhelden eindelijk een beetje van het predicaat ‘camp’ af. Dit label werd in de jaren zestig vastgehecht aan de kleurrijke helden toen Batman op televisie op de camp-toer ging. (Zie o.a. het stuk Batman in de sixties.) Een musical over het webhoofd zal het campgeurtje weer doen uitstrooien over de superhelden.
Mamma Mia!
Musicals over superhelden, het klinkt als de wereld op zijn kop. Nou ja, musicals zijn om de een of andere reden weer erg populair tegenwoordig. De film Mamma Mia! The Movie (Phyllida Lloyd, 2008) heeft inmiddels in Nederland 815.000 bezoekers getrokken en € 5,5 miljoen opgebracht. Dat berichtte Universal Pictures International dinsdag. Volgens het persbericht ging in Duitsland een fan de film maar liefst 70 keer kijken.Overigens is Spidey lang niet de eerste superheld die zingend op het podium afgaat. In 1966 was er al It’s a Bird…It’s a Plane….It’s Superman! Plannen voor een Batman-musical werden een paar jaar geleden uiteindelijk niet uitgevoerd. Het is te hopen dat Spiderman ook broadway niet zal halen. De laatste aflevering uit de filmreeks was op sommige momenten immers al camp genoeg.
Lees ook:

Categorieën
Film Filmrecensie

Hollywoodland

Ben Affleck en de tragische dood van een Superman.

In mijn tijd aan de UvA bespraken een collega en ik de carrière van Ben Affleck. Zij was geen fan van deze sympathieke acteur, terwijl ik graag naar zijn films kijk. Ze vond dat het niet lang meer zou duren voordat meneer Affleck in de vergetelheid zou geraken. Ik was van mening dat deze filmster nog lang hoog aan de hollywoodhemel zou stralen. Een weddenschap was geboren. We spraken af dat als Ben drie jaar later een eigen televisieserie zou hebben, het gedaan zou zijn met zijn filmcarrière en dat ik een fles champagne voor mijn collega moest kopen. Let wel: Ben was net flink op zijn gezicht gegaan met Gigli en hele affaire met Jennifer Lopez. Daarbij was de film Daredevil (Mark Steven Johnson, 2003) ook niet aan mijn collega besteed.
Minderwaardig
Twee filmwetenschappers bij elkaar, die nemen over het algemeen het medium televisie niet zo heel serieus. Wie dus van filmster is afgezakt naar het kleine scherm, is eigenlijk al op zijn retour vonden wij, filmsnobs als we waren. Dat neerkijken op het medium televisie is van alle tijden, maar kwam vooral veel voor in de jaren vijftig, toen de recent geïntroduceerde beeldbuis de concurrentiestrijd aanging met het witte doek.

Acteur George Reeves ambieerde een filmcarrière en speelde onder andere in Gone with the Wind (Victor Fleming, 1939). Toen hij echter de rol van Superman aannam in de toen nieuwe televisieserie Adventures of Superman (1951-58), nam niemand hem meer serieus als filmacteur. Toen de serie in 1958 werd stopgezet, was de glorie van filmacteur Reeves verleden tijd. Voor altijd zouden mensen hem associëren met het roodblauwe ondergoed met de cape. Hij pleegde op 16 juni 1959 zelfmoord door een kogel door zijn hoofd te schieten. Of werd hij vermoord? Daarover zijn historici het nog steeds niet eens.

In de film Hollywoodland (Allen Coutler, 2006) wordt deze mysterieuze dood onderzocht. Detective Louis Simo (Adrian Brody) raakt geïntrigeerd door de dood van Reeves en probeert de waarheid aan het licht te brengen. Hij wordt tegengewerkt door de politiemacht van Hollywood die in een ijzeren greep wordt gehouden door de studiobazen.
Ben the man
Ben Affleck speelt op de getormenteerde Reeves op overtuigende wijze. Affleck heeft urenlang naar de televisieserie gekeken om Reeves’ dictie en mimiek na te kunnen spelen. De neusprothese op Afflecks gezicht was eigenlijk niet nodig geweest om een overtuigende gelijkenis neer te zetten. Affleck maakt duidelijk dat Reeves zijn leven ervoer als een tragedie. Hij zag zichzelf als een ambitieuze filmacteur die op er op het kleine scherm belachelijk uitzag in dat Superman-pak. Ironisch dat hij daar de rest van zijn leven mee geassocieerd werd.

Reeves werd financieel onderhouden door Toni Mannix (Diane Lane) met wie hij een relatie had. Mannix was echter getrouwd met een studiobaas (Bob Hoskins). Op het moment dat Reeves voor een jonger blaadje koos, en Toni zich gekwetst voelde, riep hij de toorn van de studiobaas over zich af. Maar zat hij achter de moord? En wie hadden er nog meer een motief om de televisiesuperman om zeep te brengen?
(On)waarheden
Detective Simo probeert het uit te zoeken: de verschillende interpretaties van de (zelf)moord die in Hollywoodland zijn verbeeld, leverden een boeiende film op, waarin het oude Hollywood sfeervol en met een oog voor details wordt neerzet. Hoewel er niet één specifieke versie als de waarheid wordt gezien, wordt de zelfmoord wel als laatste flashback getoond als zijnde een reconstructrie van Simo. Aangezien Reeves depressief was over het verloop van zijn leven en carrière, lijkt zelfmoord het meest aannemelijke scenario.

Wellicht ligt het antwoord op de kwestie verborgen in het laatste shot waarin Affleck te zien is: hij kijkt vanuit een schuine hoek in de camera. In één blik zit al het leed dat Reeves voelde samengebald. Iedereen die beweert dat Affleck niet kan acteren, wordt wat mij betreft in dit shot het zwijgen opgelegd. Kortom: het wordt tijd om die fles champagne op te halen bij mijn voormalige collega. Proost, Ben!

Lees ook: The Trouble with Superman en Het superhelden genre.

Categorieën
Strips

Superhelden 101: De wereld van de superheld

Een elementaire kijk naar de wereld van de superheld. Over verschillende universums, New York als locatie, magische wetenschap en de strijd met de tijd.‘The costumed superheroes generate their own particular world – a world which starts at the point where our own familiar world leaves off. All the additions to the familiar world are extraordinary ones: invasions from space, mutations, master criminals, the supernatural. It’s our own world made stranger and more robust to fit the stature of the larger-than-life hero,’ aldus Reynolds. (Reynolds 1992: 37.) De wereld van de superheld is dus niet volledig gelijk aan die van ons.

New York, New York

Marvel & DC
Binnen het superheldengenre kennen we grofweg twee werelden: die van Marvel Comics en die van DC Comics, de twee grootste uitgeverijen. Er zijn ook andere kleinere uitgeverijen die superheldenverhalen publiceren, zoals Image comics en Dark Horse, maar die spelen een marginale rol – zeker als het om stripverfilmingen gaat. Het Marvel Universum heeft zijn eigen regels en personages, net als dat van DC. Slechts bij uitzondering vechten helden uit het Marvel Universum aan de zijde van collega’s uit de DC wereld, in zogenaamde cross-over verhalen. Dit heeft alles te maken met de copyrights over de personages. Binnen een universum komen de verschillende helden en schurken elkaar wel vaak tegen. Zo kan Spiderman in aanraking komen met de held Daredevil omdat ze beiden tot het Marvel Universum behoren. Locatie NY
Het merendeel van de superheldenverhalen is gesitueerd in New York of in een stad die The Big Apple moet voorstellen. In het universum van DC Comics wordt New York altijd anders genoemd: zo is Superman de beschermheer van Metropolis, Batman van Gotham City en rent The Flash zijn rondjes in de straten van Central City. Een interessant verschil is bij DC Comics soms een alternatieve versie van New York wordt afgebeeld, zoals bijvoorbeeld een gotische versie in Batman, terwijl het Marvel Universum New York wordt afgebeeld zoals ze is. (Overigens heeft Gotham City er lang niet altijd gotisch uit gezien. In de beginjaren van Batman werd de stad zelfs gewoon nog New York genoemd.)Ook heeft N.Y. geen andere naam bij Marvel. Dit geeft de verhalen een extra effect omdat fictie plaatsvindt op een locatie die bestaat in de realiteit. Hierdoor wordt suspense opgewekt: een superschurk als Doctor Doom of Magneto is immers veel bedreigender tegen een herkenbare realistische achtergrond.De vraag waarom New York het decor is voor veel superheldenverhalen is makkelijk te beantwoorden. New York is een stad die tot de verbeelding spreekt. Reynolds omschrijft dit als volgt:

New York draws together an impressive wealth of signs, all of which the comic-reader (of the 1940s or the 1990s) is adept at deciphering. It is a city which signifies all cities, and, more specifically, all modern cities, since the city itself is one of the signs of modernity. […] New York is a sign in fictional discourse for the imminence of […] possibilities – simultaneously a forest of urban signs and an endlessly wiped slate on which unlimited designs can be inscribed […]. (Reynolds 1992: 19)

Realiteit
Superheldenverhalen zijn meer geaard in de realiteit dan men op het eerste gezicht zou denken. De meeste verhalen gaan over alledaagse zaken, terwijl de superactie daar om heen speelt. Dit idee is komt goed naar voren in de Spiderman-comics, waarin het normale leven van Peter Parker een prominente plaats heeft en onlosmakelijk verbonden is met de avonturen van Spiderman zelf. Het alledaagse biedt een contrast met de buitengewone held: zo wordt de superheld soms bedreigd door een normale misdadiger met een pistool of mes.‘This is a note that most superhero stories strike from time to time, lest the contrast between super-powered hero and the average individual becomes lost – and the sense of wonder blunted by showing nothing but superpowered [sic] characters slugging it out with each other.’ (Reynolds 1992: 14) Dit geldt overigens niet voor een held als Batman: omdat hij geen superkrachten heeft, is hij wat betreft zijn kracht ongeveer gelijk aan gewone misdadigers. Magische wetenschap
In de wereld van de superheld speelt wetenschap een belangrijke rol. Zo krijgen veel superhelden en -schurken hun krachten door middel van een ongeluk met radioactiviteit/straling of via een wondermiddel. Deze wetenschap heeft echter veel weg van magie omdat deze eerder mystiek is dan plausibel: ‘The stories are mythical and use science and magic indiscriminately to create a sense of wonder’. (Reynolds 1992: 16, 53-54)We kennen dit gegeven uit onder andere Gothic-horrorverhalen als Frankenstein, waarin de wetenschapper Dr. Frankenstein uit delen van dode lichamen een levend wezen weet te scheppen. Een beter voorbeeld is wellicht het verhaal The Strange Case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde, van Robert Louis Stevenson. In dit verhaal verandert een wetenschapper door zijn experimenten in een monsterlijk alter ego. Dit gegeven is onder andere terug te vinden in het verhaal van de Green Goblin, de Lizard en natuurlijk de Hulk.Interessant is dat het ontstaan van mutanten een natuurlijke oorsprong kent: bij deze mensen zijn de speciale krachten aangeboren. Mutanten worden daarom gezien als de volgende stap in de evolutie van de mens. (In de televisieserie Heroes wordt van een vergelijkbare theorie uitgegaan om de speciale krachten van de personages te verklaren.) Hoewel evolutionaire mutaties een natuur¬verschijnsel zijn, werd het grote publiek in de jaren vijftig en zestig bekend met de nare mutaties die het gevolg kunnen zijn van atoomstraling. Deze angst voor straling en de atoombom (met andere woorden de angst voor wetenschap) werd geuit in de popcultuur van die tijd. Dit is terug te vinden in de verhalen rond de gemuteerde dinosauriër Godzilla en in de superheldencomics. Omdat radioactiviteit een hot item was in de jaren zestig, hebben veel van de superhelden en -schurken hun krachten hieraan te danken. (Sanderson 1996: 210) De effecten van radioactiviteit zijn echter puur fantasie – voor zover ik weet is er immers nog nooit iemand in de Hulk veranderd na een overdosis gammastraling.

Magische wetenschap: ‘The power of the sun in the palm of my hands’.

Continuïteit
Ieder superheldenuniversum kent een eigen continuïteit. Dit kan in de loop der jaren nogal ingewikkeld worden door de grote hoeveelheid series, verhalen en ontwikkelingen die plaatsvinden. De echte comicfan is zich bewust van de continuïteit in de verhalen en de opgebouwde achtergrond van de personages; het is een belangrijke factor in de intertekstuele samenhang binnen het universum. Reynolds onderscheidt drie niveaus van continuïteit: (Reynolds 1992: 38-43)1. Serial continuity: deze soort continuïteit kennen we uit soaps, waarin alle voorgaande afleveringen de achtergrond vormen voor huidige ontwikkelingen. Dit geeft vaak een probleem voor comicschrijvers, vooral als die achtergrond uit vele jaren geschiedenis bestaat. 2. Hierarchical continuity: hier draait het om de onderlinge verhoudingen tussen de superhelden en –schurken: het gaat om de hiërarchie naar kracht. Als superschurk B verslagen wordt door held A en superschurk B held C verslaat, dan is held A sterker dan held C en staat deze hoger in de hiërarchie. Persoonlijk vind ik dit de minst interessante vorm van continuïteit, omdat het winnen van een strijd niet alleen afhankelijk is van de kracht van een personage, maar ook van diens karakter en slimheid. 3. Structural continuity: serial continuity (die zich ontwikkelt over tijd) en hierarchical continuity (de stand van zaken op een bepaald moment) vormen tezamen de structural continuity. Deze vorm van continuïteit bevat niet alleen alles wat er ooit in het universum gebeurd is of gesuggereerd wordt, maar bestaat ook uit elementen uit de echte wereld: ‘Structural continuity also embraces those elements of the real world which are contained within the fictional universe of the superheroes, and (for the truly committed) actions which are not recorded in any specific text, but inescapably implied by continuity.’ (Reynolds 1992: 41) Reynolds geeft als voorbeeld de grootvader van Superman: hoewel dit personage nog niet is voorgekomen, moeten we er wel vanuit gaan dat de man heeft bestaan en dat hij ieder moment in een verhaallijn kan opduiken. Vanaf dat moment is dit personage een concreet element in de continuïteit. De structural continuity die vele jaren voortduurt, geeft problemen wat betreft de tijdsverloop binnen de verhalen en de ‘echte’ wereld. Hoewel Spiderman in 1962 het licht zag en tiener was, is hij nu, ruim vijfenveertig jaar later, slechts een paar jaar ouder geworden. Batman zou nu bijna negentig jaar oud zijn in onze tijdstelling. Door dit probleem te omzeilen worden de lichamen van de helden losgemaakt van de tijd. Zo blijft Spiderman rond de twintig hangen en zal Batman nooit echt ouder worden. Overigens doorloopt Spiderman wel verschillende fasen in zijn leven die duidelijk in een bepaalde leeftijd zijn te plaatsen. Zo is hij al van de middelbare school overgegaan naar de universiteit. Om de zoveel tijd wordt het personage echter iets verjongd, zodat hij een jong publiek blijft aanspreken.Wanneer er wel een verhaal verteld wordt van een oudere Batman, dan wordt dit verhaal gepresenteerd als alternatief toekomstbeeld, dat losstaat van de huidige continuïteit:

Clearly, intertextual and metatextual continuity create a subsidiary world in which the process of time can be kept under control. While this process does not exactly abolish history from superhero comics, it does divorce the superheroes lives from a historical context.

Toch zijn de verwijzingen naar de tijd van productie in de verhalen terug te vinden. Een redelijk recent voorbeeld hiervan is de aanslag op 11 september 2001, waarnaar verwezen wordt in The Amazing Spider-Man (Vol. 2) # 36. Ook zijn bepaalde thema’s die populair zijn altijd terug te vinden in de comics. Zo had Marvel in de jaren zeventig een verhaallijn waarin Harry Osborn verslaafd was aan de drugs en had een nichtje van Peter Parker eind jaren tachtig last van eetstoornissen.
Michael Minneboo
Samenvatting Superhelden 101
Het superheldengenre, dat begon met de creatie van de held Superman, bevat de volgende typerende elementen:De superheld: de bekendste superhelden zijn te zien als culturele iconen, ze genieten een algemene bekendheid bij een groot publiek. Superhelden zijn zowel outsiders als insiders. Ze zijn outsiders omdat ze door hun speciale krachten buiten de maatschappij staan; sommigen van hen zijn zelfs vergelijkbaar met goden. Anderzijds zijn ze ook insiders omdat ze deel uitmaken van de maatschappij en de Amerikaanse ideologie uitdragen. Volgens Adatto is de superheld een variatie op de maverick hero, met deze uitzondering dat deze niet rebelleert tegen de methoden en de praktijken die hij dient. Al moet de held soms wel de wet overtreden om gerechtigheid te doen geschieden.Het alter ego: volgens Taormina kan het alter ego van de superheld meerdere functies hebben, zoals het beschermen van naasten en een toegang bieden tot een normaal leven. De geheime identiteit eist vaak offers in de privé-sfeer. De kans op ontmaskering biedt stof voor suspense.Het Kostuum: dit is een het teken van een individuele identiteit (het uiterlijk van het alter ego) en heeft daarnaast de functie van een uniform, waarmee superwezens zich onderscheiden van normale stervelingen. De belangrijke superhelden veranderen zelden van kostuum, al kan het pak wel wat aangepast worden om aan de eisen van de mode te voldoen. Daarnaast kan een kostuum een fetisjerende functie hebben en een bron zijn van seksuele kracht.
Het verlies van naasten en alternatieve familie: een vast thema in het superheldengenre is het verlies van naasten – meestal speelt het verlies van de ouders een centrale rol in de wording van de held. Dit hangt samen met het thema van de alternatieve familie: veel superhelden kennen alternatieve vaderfiguren en een alternatieve familie in het superheldenteam.De schurk: de superschurk is de tegenhanger van de held – hij/zij is een psychotische kracht die chaos brengt. De schurk staat symbool voor de scheiding tussen kennis en geweten, doordat hij wetenschappelijke kennis aanwendt om macht te verwerven. De overwinning op het kwaad is overigens slechts van tijdelijk aard: wanneer de superschurk niet terugkeert, staat er een nieuwe klaar om het leven van de held moeilijk te maken. In tegenstelling tot wat Reynolds beweert, wordt in de comics misdaad wel sociologisch gemotiveerd: de achtergrond van de superschurk kan een rol spelen in diens zucht naar macht.De wereld van de superheld: deze wereld lijkt op die van ons, maar biedt plaats aan personages en situaties die larger than life zijn. In bijna alle superheldenverhalen staat New York model voor de setting. In de wereld van de superheld speelt wetenschap een belangrijke rol – het biedt een verklaring voor de verwerving van de superkrachten. Vaak is er echter sprake van een magische wetenschap, die eerder mystiek is dan plausibel. De verschillende universa waarin superhelden voorkomen, kennen drie vormen van continuïteit. Vooral de structural continuity is in dit opzicht interessant omdat deze problemen geeft wat betreft het tijdsverloop in de verhalen. Het lichaam van de superheld mag dan min of meer losstaan van de tijd, de verhalen echter niet: ze reflecteren altijd populaire thema’s van de tijd waarin ze geproduceerd zijn. In sommige gevallen komen zelfs historische gebeurtenissen in de verhalen voor. Bovenstaande tekst is een bewerking van de doctoraalscriptie Superhelden in actie: Comics op celluloid. Geschreven door Michael Minneboo, major filmstudies Vakgroep Film- en televisiewetenschappen, Universiteit van Amsterdam.Literatuur
Adatto, Kiku. Picture Perfect. The Art and Artifice of Public Image Making. New York: Basic Books, 1993.

Brooker, Will. Batman Unmasked. Analyzing a Cultural Icon. London: Continuum, 2000.

McCloud, Scott. Understanding Comics. The Invisible Art. 2e druk. New York: Paradox Press, 2000(a).

Persmap. Spider-Man. Production Information. Amsterdam: Columbia Tristar Films, 2002.

Persmap. The Hulk. Amsterdam: Universal Pictures, 2003.

Reynolds, Richard. Superheroes. A Modern Mythology. London: B.T. Batsford, 1992.

Sassienie, Paul. The Comic Book. The One Essential Guide for Comic Book Fans Everywhere. London: Ebury, 1994.

Taormina, Agatha. The Hero, the Double, and the Outsider. Images of Three Archetypes in Science Fiction. Diss. Carnegie-Mellon University, 1980. Ann Arbor: University microfilms international, 1982.

Gerelateerde artikelen
Batman op de divan

De charme van Spider-Man

Waarom Batman en de Joker niet zonder elkaar kunnen

Categorieën
Strips

Superhelden 101: Het superhelden genre

‘To this day, nearly all superhero comics conform to the genre prerequisites of musclebound anatomy, exaggerated depths of field and everescalating stakes!’
– Scott McCloud In bovenstaande quote van McCloud staan drie kenmerken van het superheldengenre, waarvan het gespierde lichaam van de personages ongetwijfeld het meest bekende kenmerk is. Toch heeft het superheldengenre wat meer om het lijf dan die drie kenmerken.In de komende weken zullen deze aspecten nader onder de loep worden genomen in een serie essays over dit genre. In aflevering 1 wordt de superheld onder microscoop gelegd. Gevolgd door zijn tegenhanger de superschurk in aflevering twee. Tot slot wordt de wereld waarin deze personages leven nader beschouwd. Er kan maar één superman zijn
Het superheldengenre begon met de komst van Superman, de man van staal. Deze creatie van tieners Jerry Siegel en Joe Shuster verscheen voor het eerst in Action Comics #1 (1938) en al snel kreeg de held zijn eigen comic. Een jaar later werd Superman in de misdaadbestrijding bijgestaan door de duistere held Batman van Bob Kane & Bill Finger. Daarna volgde een hele reeks superhelden.Het verhaal van Superman legt de basis voor het superheldengenre:
‘It is impossible to overestimate the significance or importance of Superman. He is indisputably the most imitated character in comics. It is likely that without him we would never have seen the likes of Spiderman, Wonder Woman, X-Men and, more specifically, Batman […]’, schrijft Paul Sassienie in The Comic Book. The One Essential Guide for Comic Book Fans Everywhere . (1994): p. 23.Richard Reynolds heeft in zijn werk Superheroes: A Modern Mythology (1992) het fenomeen superhelden nader onderzocht en geeft een stel richtlijnen voor dit genre. Een belangrijk grafisch element is de dynamische stijl van superheldencomics. Kenmerkend voor deze stijl zijn de dieptecomposities die uit meerdere lagen bestaan. Daarbij worden binnen het stripkader de personages zodanig neergezet dat de fysieke- en machtsverhoudingen tussen de karakters duidelijk zijn. Inhoudelijk zijn er verschillende belangrijke kenmerken van het superheldengenre te onderscheiden.Culturele iconen
Will Brooker, die in zijn Batman Unmasked: Analyzing a Cultural Icon (2000) de verschillende incarnaties van het personage Batman onderzoekt, plaatst deze held binnen de familie van culturele iconen waar ook James Bond, Robin Hood en Dracula toe behoren:

Figures such as these, whose associations have changed over their histories – whether during the shifts from one medium to another, as a result of changing audience or in response to a new social context – offer more interesting possibilities for study with every year of their development as they transform and resurface in new guises, carrying meanings which increasingly toy with and sometimes overturn the conventions of the ‘original’. (Brooker 2000: 9)

In sommige gevallen komen deze iconen geheel los te staan van de originele tekst en kent het icoon verschillende en soms tegengestelde incarnaties in diverse culturele vormen. Dit is het geval met Robin Hood en Dracula, maar geldt nog niet voor Batman. Hij is nog sterk verbonden aan zijn oorsprong, doordat uitgeverij DC comics en Warner Bros. streng over de officiële versie waken. Dit betekent overigens niet dat er geen alternatieve interpretaties van het personage bestaan, maar wel dat Batman op dit moment nog geen losstaand icoon is dat in het publieke domein rondzweeft. Wat Batman wel gemeen heeft met zijn iconische collega’s is dat het personage in loop der jaren is aangepast aan de mode van het moment, terwijl de basisgegevens herkenbaar zijn gebleven. Culturele iconen worden tot op zekere hoogte geadapteerd aan de tijdsgeest. Hierdoor gaan ze lang mee, ze blijven immers voldoen aan de smaak van het publiek. Een tweede overeenkomst is dat bijna iedereen wel weet wie Batman is. Mensen hoeven de strip niet te kennen om de basiselementen van het Batman-concept op te kunnen noemen. Dergelijke informatie vormt de voorkennis van het publiek en op basis hiervan gaat men met een bepaalde verwachting naar de film. Juist deze algemene bekendheid van de personages maakt het voor Hollywood interessant om zich te wagen aan een stripverfilming. Wat voor Batman geldt, is over het algemeen ook waar voor andere bekende superhelden als Superman, Spiderman, Captain America en de Hulk.Overigens kunnen niet alle superhelden gezien worden als culturele iconen – dit is puur afhankelijk van de bekendheid die het betreffende personage geniet bij een groot publiek. Omdat het publiek bekend zal zijn met het concept van de superheld, zijn onbekende helden wel snel herkenbaar en in de juiste context te plaatsen. Buitenstaanders & maverick heroes
Superhelden zijn zowel insiders als outsiders. Enerzijds zijn superhelden mensen die buiten de maatschappij staan. In tegenstelling tot de handhavende macht, vertegenwoordigd door de politie en het leger, onderscheiden zij zich van de maatschappij door hun speciale krachten. Sommigen van hen lijken zelfs meer op goden dan gewone stervelingen, zoals Thor en Superman. (Reynolds 1992: 12-16.) Reynolds wijst erop dat de origin story van Superman een duidelijke mythische ondertoon heeft en vergelijkbaar is met passages uit de bijbel:

‘A ‘passing motorist, discovering the sleeping baby within’ echoes the Magi on the road to Bethlehem, or Moses among the bullrushes – both clearly appropriate notes to strike. The sky-spanning spaceship crashes into the Earth, leaving – in later versions of the myth, at least – a deep gash in the soil. So Superman is born from a marriage of Uranus (Heaven) and Gaia (Earth).’ (Reynolds 1992: 13-14)

Anderzijds zijn superhelden wel insiders, wat te maken heeft met hun normale identiteit. Ze maken deel uit van de maatschappij en vertegenwoordigen de Amerikaanse normen en waarden: zo zegt Superman (Christopher Reeve) tegen Lois Lane (Margot Kidder) in Superman (USA: Richard Donner, 1978) dat hij vecht voor ‘truth, justice and the American way’. Daarmee belichamen superhelden de Amerikaanse paradox van de gewone man die heel bijzondere daden weet te verrichten. Clark Kent is daar een goed voorbeeld van: ‘He is a nonviolent hero, a modest man who never seeks fame or glory,’ aldus Kiku Adatto. Superhelden zijn volgens Adatto een variatie op wat hij the maverick hero noemt: ‘[A] self-reliant American archetype who does things his own way; often outside established institutions, but who triumphs in the end, vindicating noble ideals.’ (Adatto 1993: 125) De maverick hero is een verzamelnaam voor verschillende subtypen helden en kent een lange geschiedenis in het imaginaire Amerika dat we kennen uit boeken en films. De klassieke westernheld zoals Gary Coopers sherrif in High Noon (USA: Fred Zinnemann, 1952) is een subtype, maar ook bijvoorbeeld de maverick cop zoals John McClane uit Die Hard (John, McTiernan, 1988).De maverick hero bestaat uit de volgende karakteristieken:

  1. Hij bewijst zijn kracht door één-op-één gevechten met vijanden, meestal met vuisten of wapens. De held schakelt de schurk uit met zijn eigen kracht en slimheid en is niet afhankelijk van institutionele hulp of technische voordelen.
  2. De held verlangt niet naar een gevecht, noch verlangt hij naar macht. Hij begint zijn missie met tegenzin. Wanneer de strijd geleverd is, verlaat hij het (strijd)toneel.
  3. Hoewel de held duidelijk als individu handelt, vecht hij wel ten behoeve van een gemeenschap die zijn inspanningen waard is. Hij is zowel in insider als een outsider: een insider omdat hij de (hoogste) idealen deelt met de maatschappij of gemeenschap die hij dient en een outsider omdat hij niet tot een organisatie behoort. De held wantrouwt officiële organisaties; vaak werken deze instituties en organisaties hem tegen of corrumperen ze de idealen waar hij voor staat.

In tegenstelling tot de standaard maverick hero, rebelleert de superheld niet tegen de methoden en praktijken van de instituten die hij dient. Meestal werkt hij mét de autoriteiten. Dit betekent overigens niet dat de superheld altijd alom gerespecteerd is: vooral de helden Spiderman, Batman en de X-Men hebben een ambivalente status en worden vaak afgeschilderd als vigilantes of misdadigers – ze worden eerder gezien als een gevaar voor de algemene orde dan beschermers ervan. Dit komt deels doordat de superheld, ondanks zijn geloof in gerechtigheid, vaak de wet overtreedt om gerechtigheid te doen geschieden.Autoriteit en macht
Daarmee neemt de superheld een speciale positie in ten opzichte van normale ordehandhavers. Hier komt duidelijk een tweedeling tussen autoriteit en macht naar voren. Dikwijls bezitten de autoriteiten in superheldenverhalen niet de macht om de juiste dingen te laten gebeuren en misdaad te bestrijden. Deze tweedeling zien we onder meer terug in de relatie tussen Commissioner Gordon en Batman.
Soms wordt deze tweedeling in één personage belichaamd, zoals bij Matt Murdock/Daredevil. Overdag is Murdock als advocaat een vertegenwoordiger van de autoriteiten. ’s Nachts compenseert hij als Daredevil de tekortkomingen van de wet door middel van vigilante acties. De autoriteit schiet in principe altijd tekort: zo zal Gotham City nooit veilig worden onder het gezag van Gordon alleen, maar heeft de politiemacht Batman nodig om de stad nog enigszins leefbaar te houden.Het alter ego
Het hebben van een dubbele identiteit is een vast gegeven in het superheldengenre. Volgens Agatha Taormina die archetypes in sciencefiction heeft onderzocht, kan het alter ego van de superheld meerdere functies hebben. In het geval van de menselijke superheld, zoals Batman, is de heldenidentiteit de ‘tweede ik’: de geheime identiteit beschermt de held en zijn naasten tegen bedreigingen van vijanden. In het geval van Superman is de heldenidentiteit zijn ‘eerste ik’ en is zijn normale voorkomen Clark Kent een vermomming. Clark Kent geeft Superman toegang tot informatie die normaliter voor hem onbereikbaar zou zijn. Tegelijkertijd geeft de Kent-identiteit Superman toegang tot een normaal leven. (Taormina 1982: 99)Het hebben van een dubbele identiteit geeft vaak problemen en vraagt om offers. Meestal lijdt het privéleven van de held onder zijn plicht. In het geval van Peter Parker maakt zijn Spiderman alter ego het moeilijk een normaal leven te leiden. Wanneer hij met zijn vriendin uit wil gaan, moet hij plotseling in actie komen als Spiderman. Anderzijds verstoort zijn privé-leven ook Spidermans activiteiten: in The Amazing Spider-Man (Vol.1) # 17 (1964) moet Spidey een gevecht met de Green Goblin staken omdat zijn tante May acuut is opgenomen in het ziekenhuis. Omdat de toeschouwers van het gevecht niet weten waarom de held plotseling het strijdtoneel verlaat, wordt aangenomen dat Spiderman een lafaard is. Hierdoor loopt zijn toch al niet goede reputatie een hoop schade op.De dubbele identiteit van superhelden en de ontdekking ervan is een bron voor mogelijke verhalen en suspense. Het blijft de achillespees van de held; zijn/haar zwakke plek.Kostuum
Een belangrijk kenmerk van het superheldengenre is het kostuum dat helden en schurken dragen. Het kostuum is een teken van een individuele identiteit – het uiterlijk van het alter ego. Reynolds herkent in de conventies van het superheldenkostuum Saussures systeem van langue en parole. Langue (taal) is de structuur waaruit kostuumconventies bestaan, de regels die bepalen hoe deze eruit zien. Parole is een specifieke uitspraak binnen deze conventies: een individueel kostuum.Daarbij zijn de tekens die gebruikt worden geenszins arbitrair, het kostuum zegt iets over de drager. Zo geven het web en de spin op Spidermans pak aan waar hij zijn krachten vandaan heeft. In sommige gevallen is het kostuum een bron van kracht, zoals bij Iron Man. Iron Mans pak is een stalen harnas, dat oorspronkelijk gemaakt is om de drager Tony Stark – die een zwak hart heeft – in leven te houden. In dit geval is het kostuum de superidentiteit: als Tony Stark zijn pak uitdoet is hij een gewone sterveling. Iemand anders kan zijn pak aandoen en daarmee de identiteit van Iron Man aannemen.Het kostuum heeft ook de functie van een uniform; hiermee onderscheiden de superpersonages zich van de gewone stervelingen. Zo creëert het kostuum een gemeenschap onder de dragers. Bij het eerste team van de X-Men hadden de kostuums de functie van uniform. Ieder lid van het team droeg hetzelfde kostuum omdat deze de functie had van schooluniform: het eerste team bestond immers uit mutanten in opleiding op de School Voor Begaafde Jongeren van Charles Xavier.Over het algemeen draagt een superheld altijd hetzelfde kostuum. Dit kan door de jaren heen wel wat aangepast worden: zo is het pak van Iron Man tegenwoordig meer gestroomlijnd dan de eerste versie. Deze eerste versie kwam overeen met hoe in die tijd robots werden voorgesteld, namelijk hoekig en grijs. In dit opzicht zijn kostuums wel modegevoelig.Wanneer een held van kostuum wisselt, kan dit een verandering in het karakter aangeven. In de film Spider-Man draagt Peter eerst een snel in elkaar gezet pak en noemt hij zich ‘The Human Spider’. Hij probeert met zijn nieuwe krachten snel een paar dollar te winnen door aan een worstelwedstrijd mee te doen. Pas wanneer hij ervoor kiest zijn krachten in te zetten voor de mensheid, draagt hij het overbekende Spiderman kostuum.Volgens Reynolds zijn het vooral de secondaire superhelden die van kostuum veranderen. Deze helden zijn dikwijls lid van een superheldenteam en hebben geen eigen serie. Hij geeft als voorbeeld het personage Henry Pym, dat meerdere malen van identiteit en kostuum is veranderd. Dit zou Pyms onzekerheid ten opzichte van meer charismatische helden binnen het team de Avengers weergeven. (Reynolds 1992: 29) De grote helden veranderen bijna nooit van kostuum: ‘To change the costume of Captain America or Batman would mean redefining a precise iconographic configuration’, aldus Reynolds. Reynolds wijst op een belangrijk onderscheid tussen de verschillende kostuums: ‘Superhero costumes are either sexless, denying the humanity of the hero within, or garments of great erotic significance’. (Reynolds 1992: 30) Het pak van Iron Man, dat hem een robotachtig uiterlijk geeft valt onder de eerste categorie. De kostuums van vrouwelijke supermensen vallen duidelijk onder de tweede categorie, want deze verhullen vaak niet zo heel veel en accentueren de lichaamsvormen goed. Hoewel de strakke outfits van de mannelijke helden ook lichaamsbouw en spieren accentueren, is bij de vrouwelijke heldinnen en schurken meer huid te zien. Dit plaatst ze eerder in de categorie van lustobject dan hun mannelijke collega’s.Fetisj
Het dragen van een kostuum kan ook een fetisjerende functie hebben en kan de bron zijn van seksuele kracht. Het kostuum van Catwoman in Batman Returns (USA: Tim Burton, 1992) roept dankzij haar naaldhakken, zwarte latex en zweepje een directe associatie op met bondage. Joel Schumacher, regisseur van Batman Forever (USA: 1995) en Batman & Robin (USA: 1997) hijst de helden in zwarte rubberen pakken met tepels en biedt het publiek close-ups van het achterwerk en kruis van Batman. Hierdoor lijkt de Dark Knight meer op een Darkroom nicht. Verloren ouders en alternatieve familie
Maar weinig superhelden hebben een simpele en ongecompliceerde relatie met hun ouders. Dit geldt in het bijzonder voor de superhelden die hun krachten krijgen als tiener, zoals Spiderman en de mutanten:

‘The roots of a superhero career – the all-imporant “origin story” – go back to adolescence, and the character’s development as a superhero must encompass evolving relationships with parents or substitute parental figures.’ (Reynolds 1992: 61)

In veel gevallen is de held wees en wordt hij grootgebracht door surrogaatouders. Peter Parker is opgevoed door zijn oom Ben en tante May, Superman door Jonathan en Martha Kent en Batman door Alfred de butler. In sommige gevallen speelt het verlies van de ouders een centrale rol in de wording van de held.Wanneer een superheld zijn krachten krijgt na de pubertijd, neemt de held vaak zelf een vaderrol in. Reed Richards van de Fantastic Four is de leider van het team en heeft daardoor een vaderrol voor de andere leden. Dit geldt ook voor Professor Xavier van de X-Men: hij is zowel leider van de X-Men, als leraar en vaderfiguur voor de studenten op zijn voor mutanten. De X-Men als groep vormt weer een alternatieve familie voor de mutanten die wees zijn of zijn verstoten door hun familie.Vaderfiguren spelen een belangrijke rol in de verhalen: zo probeert Norman Osborn een vader te zijn voor Peter Parker in Spider-Man, en is Batman in de strips zelf een surrogaatvader voor Robin. Omdat het personage Robin in de films wat ouder is dan in de comics, is de situatie in de films eerder die van mentor-leerling of zelfs een vriendschappelijke relatie in plaats van vader-zoon.Moeders
Het is overigens wel frappant dat de vader zo’n prominente rol heeft in superheldenverhalen. De moeder heeft wat de wording van de held betreft maar een marginale rol. Dit heeft misschien te maken met de oorsprong van het genre dat plaatsvond in een tijd dat er nog meer sprake was van een mannenwereld. Dit wordt ook gereflecteerd in de sekse van de helden: mannelijke superhelden waren (en zijn vaak nog) in de meerderheid. Wellicht hangt dit ook samen met het (oorspronkelijke) beoogde lezerspubliek van mannelijke adolescenten.Lees verder over de superschurk

Michael Minneboo
Bovenstaande tekst is een bewerking van de doctoraalscriptie Superhelden in actie: Comics op celluloid. Geschreven door Michael Minneboo, major filmstudies Vakgroep Film- en televisiewetenschappen, Universiteit van Amsterdam.Literatuur
Adatto, Kiku. Picture Perfect. The Art and Artifice of Public Image Making. New York: Basic Books, 1993.

Brooker, Will. Batman Unmasked. Analyzing a Cultural Icon. London: Continuum, 2000.

McCloud, Scott. Understanding Comics. The Invisible Art. 2e druk. New York: Paradox Press, 2000(a).

Reynolds, Richard. Superheroes. A Modern Mythology. London: B.T. Batsford, 1992.

Sassienie, Paul. The Comic Book. The One Essential Guide for Comic Book Fans Everywhere. London: Ebury, 1994.

Taormina, Agatha. The Hero, the Double, and the Outsider. Images of Three Archetypes in Science Fiction. Diss. Carnegie-Mellon University, 1980. Ann Arbor: University microfilms international, 1982.

Gerelateerde artikelen
Batman op de divan
De charme van Spider-Man

Categorieën
Film Strips

Burtons Batman 1: The Bat & Prince

De zomer van 1989 stond in het teken van maar een ding: het Bat-symbool. De film van Tim Burton was lang verwacht en vele fans keken halsreikend uit naar de eerste Batman-flick sinds bijna dertig jaar.

Mensen liepen over straat in Batman-T-shirts, droegen Batman-caps en op de radio was de soundtrack van Prince te horen. ‘Batdance’ beheerste de hitlijsten die zomer. (De single bereikte de eerste plaats in Amerika en de tweede in Engeland.) In Nederland kwam de film pas uit op dertien oktober. Ik zag Batman voor het eerst de avond na de première. Het is een fijne sensatie om een stripheld goed tot leven te zien komen. De stripverfilmingen tot dan toe waren over het algemeen teleurstellend. De oude Batman-serie uit de jaren zestig was camp en kinderachtig. De Spider-Man televisieserie haalde het ook niet bij de strips. Alleen de producent van de oude Hulk-serie behandelde het materiaal serieus en wist een onderhoudende live-actionversie te maken. En de eerste Superman-films mogen we in het rijtje niet vergeten. Burton zette echter een standaard voor toekomstige stripverfilmingen en liet zien dat je het materiaal niet belachelijk hoefde te maken om er veel kijkers mee te trekken. De casting van Michael Keaton was een geniale greep. Batman was immers geen Arnold Schwarzenegger-type, maar een atletisch gebouwde man die een pak moet dragen om angst aan te jagen (daar had Arnold zijn accent al voor). Jack Nicholson als de Joker… deze rol leek hem op het lijf geschreven te zijn.Inspiratie
Nadat de Joker een flinke krater had gemaakt op het straatdek en The Bat bij zijn symbool had geposeerd op de daken van Gotham, liep ik de bioscoop uit, de koude nachtlucht in. Terwijl Danny Elfmans soundtrack nog in mijn hoofd nagonsde, voelde ik me geïnspireerd door Tim Burtons cinematografische juweeltje. De visie van Burton, een soort van gotisch live-action sprookje, gecombineerd met de klanken van Elfman – een perfecte combinatie waarmee een gehele verhaalwereld wordt gecreëerd. Mijn liefde voor film was voorgoed aangewakkerd.

Tuurlijk, er valt een hoop aan te merken op de eerste Batman van Burton: het verhaal is soms wat spoorloos, het is wel erg toevallig dat de Joker en Bats achter dezelfde blonde fotografe (Kim Basinger) aan hobbelen en de muziek van Prince doet anachronistisch aan in een tijdloze verhaalwereld waarin jaren veertig elementen gemixt worden met een meer hedendaags elan. Sommige mensen waren niet blij met het feit dat The Joker verantwoordelijk was voor de moord op de ouders van Wayne, waarmee hij indirect de Batman schiep die hem creëerde. Met alle hype die er rondom de film was gecreëerd, waren enkele azijnpissers onvermijdelijk. Toch wegen de minder goede kanten van de film bij lange na niet op tegen bovenbeschreven elementen.

Toch zorgde de film voor een belangrijk ding: voor even was het cool om Batfan te zijn. En dat is voor een tienerjongen die gek was op superheldenstrips een belangrijk gegeven.

Prinsheerlijk
De film veroorzaakte bij mij nog iets: een grote passie voor de muziek van de Kleine Geile Dwerg, aka Prince, aka His Royal Badness, aka Tafkap. Het Batman-album mag dan niet zijn allerbeste werk zijn, het is een origineel album dat de duistere sfeer van de film goed combineert met de funk en humor van Prince. Ik luister er zo nu en dan nog graag naar. Niet iedere stripheld kan immers beweren dat Prince de soundtrack verzorgd heeft bij zijn film. Prince combineerde zijn gebruikelijke thema’s liefde, seks en god met de wereld van Burtons Batman en wist een prikkelend conceptalbum rondom de vleerman te maken, waarop ieder personage zijn eigen nummer heeft.

Op 20 januari 1989 bezocht Prince de Batman-set in de Pinewood studio’s in Londen. Prince zag hoe de scène tussen Bruce en Vicki Vale in de Batcave werd opgenomen. Ook kreeg hij de opnames van andere scènes te zien. Tim Burton en Jack Nicholson waren grote Prince-fans. De muzikant werd gevraagd enkele nummers bij te dragen, maar Prince dacht groter dan dat. In februari creëerde in dertien dagen elf liedjes. Enkele ervan, zoals’ Vicki Waiting’ en ‘Rave To The Joy Fantastic’, waren al eerder opgenomen. Tim Burton en producent John Peters waren verbaasd over de snelle werkwijze van Prince en kozen de nummers ‘Partyman’ en ‘Trust’ voor in de film. Het album werd in juni dat jaar uitgebracht; er gingen in de eerste week 1 miljoen exemplaren over de toonbank.

Batdance
Het nummer ‘Batdance’ zou oorspronkelijk niet op het album komen, maar was meer een after thought, een remix van alle voorgaande nummers. In de videoclip bij dit nummer zien we Prince als gemini – een figuur die zowel The Joker als Batman vertegenwoordigd. Een interessante gedachte, aangezien Batman en The Joker elkaars antithese zijn. Waar The Joker staat voor chaos, staat Batman voor het brengen van orde in de chaos. Bat en The Joker zijn yin en yang. Een punt dat Burton ook wilde maken in zijn film, vandaar dat Jack Napier de moordenaar is van de ouders van Wayne, waardoor Wayne Batman besluit te worden en tijdens een van zijn nachtelijke acties Jack Napier in een vat met chemisch afval laat vallen waardoor hij weer The Joker wordt. (Maar daarover later meer.)

Burtons eerste Batman-film introduceerde mij tot een paar nieuwe dingen die tot de dag van vandaag deel uitmaken van mijn leven: het werk van Tim Burton, de muziek van Danny Elfman, het oeuvre van Prince, mijn passie voor cinema en natuurlijk een diepgeworteld plezier aan de verhaalwereld van de Batman.

Dit is de eerste post in een serie over Tim Burtons Batman. Lees ook de andere posts over de Vleerman van Gotham.

Categorieën
Film Strips

The trouble with Superman

Sinds de jaren veertig is iedere generatie opgegroeid met een versie van Superman op het witte doek of op het kleine scherm. Je kunt je afvragen of al deze aandacht terecht is, want Superman is namelijk de meest ongeloofwaardige en saaie superheld die er is. Hoe zorg je dat het publiek met een onoverwinnelijke Superman meeleeft?

Superman is een saaie voorspelbare held. Clark Kent is het product van zijn opvoeding: groot geworden in de schoot van zijn liefhebbende adoptie-ouders, is hij vergiftigd met allerlei goede karaktereigenschappen. Superman representeert natuurlijk het goede in de mens. Aangezien hij goddelijke krachten bezit is dit een geruststellende gedachte – een kwaadwillende Superman zou over de gehele wereld kunnen heersen.

Bad guy
De eerste versie van Superman die Jerry Siegel en Joe Shuster bedachten, was dan ook een echte schurk. In het verhaal The Reign of the Superman, lijkt hij een voorloper van Lex Luthor: een glimmend kaal hoofd en gebrand op domineren van de wereld. Toen Siegel en Shuster uit commercieel oogpunt Superman in een held veranderden, was hij in het begin erg hard voor criminelen – al was zijn collega Batman meedogenlozer.

Na de Tweede Wereldoorlog stelde hoofdredacteur Whitney Elssworth enkele richtlijnen op voor alle helden van DC Comics, waarmee Superman werd gedegradeerd tot de vriendelijke padvinder zoals we hem nu kennen. Behalve dat hij door zijn rechtlijnigheid saai en voorspelbaar is, kampt Superman ook met een geloofwaardigheidsprobleem.

Hypnose
Omdat Superman geen masker draagt, is de scheiding tussen Clark Kent en zijn alter ego nogal doorzichtig. In de strip Superman #330 uit 1978 wordt een verklaring gegeven waarom een doortastende journalist als Lois Lane nog nooit de vermomming van Clark heeft doorzien. In het verhaal wordt uitgelegd dat Superman zijn superhypnose gebruikt om mensen een Clark Kent te laten zien die breekbaarder en kaler lijkt dan hij werkelijk is. Beide mannen lijken genoeg op elkaar om de gelijkenis enigszins verdacht te maken, maar door de hypnose lijken de verschillen te groot om ze één man te laten zijn. De brilglazen, gemaakt van de ramen van de raket waarin Superman naar de aarde gezonden is, versterken de hypnosekracht om de illusie in stand te houden. Helaas is in latere comics nooit meer gebruik gemaakt van deze creatieve oplossing.

Superman Returns biedt overigens ook geen bevredigend antwoord op deze kwestie. In de film wordt hier en daar wel een grapje gemaakt over de gelijkenis tussen Clark en Superman, maar meer dan een knipoog naar het publiek is het niet. Misschien kan geloofwaardigheidsprobleem in een volgend deel worden uitgewerkt.

Gezin
Wat Superman tot slot minder boeiend maakt dan zijn collega’s, is zijn onoverwinnelijke kracht. Het is moeilijk spanning in een verhaal te creëren als je held onverslaanbaar is. Eén oplossing hiervoor is om het conflict op het emotionele vlak te zoeken. In Superman Returns speelt de klassieke vraag hoe een superheld een normaal leven kan leiden, met plaats voor een gezin en kinderen, een belangrijke rol. Superman is eigenlijk het ex-vriendje dat met pijn in het hart moet toezien hoe zijn vriendinnetje geschaakt is door een ander. Lois heeft sinds het vertrek van Superman een ‘normaal’ leven, inclusief gezin. Is dat wel weggelegd voor iemand die Beschermer van de Mensheid als baan heeft? Spider-Man kampt met dezelfde vraag.

Om het probleem van onoverwinnelijkheid van Superman op te lossen, maken Singer en zijn schrijversteam gebruik van een beproefd concept: ze maken een kwetsbaar mens van hem. Wanneer Superman in de val wordt gelokt door Luthor, is hij ernstig verzwakt door het eiland van kryptoniet waar ze zich op bevinden. Superman wordt geschopt en geslagen door de handlangers van Luthor. De misdaadbaas zelf dient de genadesteek toe met een geïmproviseerd mes van kryptoniet. De rauwe scène doet denken aan de manier waarop in gevangenisfilms doorgaans met een tegenstander wordt afgerekend. Het is een indrukwekkend tafereel waarin Superman tot menselijke proporties wordt teruggebracht. Juist omdat Superman niet opgeeft op dit soort moeilijke momenten symboliseert hij het goede in ons.

Brandon Routh als Superman
Brandon Routh als Superman

Dit concept van een verzwakte Superman werd overigens ook in Superman II gebruikt. Nadat Clark zijn krachten vrijwillig opgaf om met Lois het bed te delen, wordt met hem de vloer aangeveegd door een asociale trucker.

Tijdelijk dood
Sinds zijn debuut in 1938 is er veel gesleuteld aan Superman, al is hij in grote lijnen hetzelfde gebleven. Een belangrijk moment in de stripgeschiedenis van Superman is de serie van John Byrne – Man of Steel uit 1986. Byrne actualiseerde de geschiedenis van Superman en zwakte enkele van zijn krachten af. Tijdreizen was er niet meer bij; zijn onkwetsbaarheid en supersterkte werden ook verminderd. Superman werd er menselijker door. Zo menselijk, dat hij in 1993 doodgeslagen kon worden door het monster Doomsday. Natuurlijk was deze ‘dood’ maar tijdelijk, en na een viertal Superman-imitators kwam uiteindelijk de enige echte weer terug.Superman representeert zoals alle superhelden de wensversie van onszelf. Graag zouden we buitengewone krachten bezitten om ons te onderscheiden van de normale mensen. Helaas zijn de meeste van ons een versie van Clark Kent – stuntelig, onopvallend en heel normaal.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Film: Superman returns

Bryan Singer heeft voor zijn Superman Returns goed naar zijn voorbeelden gekeken en een eigentijdse remix gemaakt. Begin december komt de film uit op DVD.

Als een god zweeft Superman boven de aarde, badend in het licht van de gele zon die zijn krachten voedt. Op deze hoogte kan de Redder van de Mensheid alles horen wat er op de aarde gebeurt en is hij in staat bij ieder onheil in te grijpen. Het is een bekend beeld van de stripheld – alleen is het in Superman Returns de vraag of de wereld nog wel op haar redder zit te wachten. Na een mysterieuze afwezigheid van vijf jaar keert Superman terug op aarde. Inmiddels is iedereen gewend geraakt aan een leven zonder hem, zelfs ex-geliefde Lois Lane. Ze is verloofd en heeft een zoon. Met het artikel ‘Waarom de wereld geen Superman nodig heeft’, nam ze afscheid van haar jeugdige crush. Wanneer Lex Luthor vrijkomt uit de gevangenis, blijkt dat de wereld helemaal niet zonder Superman kan. En Lois uiteindelijk ook niet trouwens.

Spiritueel vervolg
Regisseur Bryan Singer, bekend van de eerste twee X-Men-films, wilde geen nieuwe versie van Superman maken, maar hem slechts updaten:

‘Ik denk dat de Superman-legende niet zo zeer draait om verandering als wel om evolutie. Natuurlijk, hij heeft het opgenomen tegen verschillende schurken en zijn kostuum is in de loop der jaren ontelbare keren aangepast. Zeker in deze film krijgt hij te maken met grote veranderingen nu hij vijf jaar is weggeweest. En toch blijft er een ding constant … zijn inherente eigenschap zijn speciale krachten te gebruiken om een leidend voorbeeld te zijn en door goed te doen in de wereld.’

Superman Returns is het spirituele vervolg op Superman: the Movie van Richard Donner en Superman II van Richard Lester. Singer heeft zich duidelijk door deze films laten inspireren, Superman Returns zit vol met verwijzingen naar Donners film. Veel situaties zijn rechtstreeks afgeleid van Superman: The Movie. In die film ontmoetten Superman (Christopher Reeve) en Lois elkaar voor het eerst toen hij haar redde uit een neerstortende helikopter. Nu redt hij haar uit een neerstortend vliegtuig. In beide films maakt hij de opmerking dat vliegen statistisch gezien nog steeds de veiligste manier van reizen is. En Superman Returns bevat meer dialogen die als een echo de eerste films oproepen. De personages lijken op het eerste gezicht dan ook niet veel aangepast te zijn. Hoewel Kate Bosworth met haar 23 jaar eigenlijk te jong is voor de rol van Lois Lane, heeft haar Lois nog steeds moeite met spellen. “Schrijf je catastrofe met dubbel ‘f’?”, vraagt ze net als Margot Kidder die eerder de rol speelde.

Christopher Reeve
Acteur Brandon Routh lijkt qua uiterlijk wel wat op Christopher Reeve en de manier waarop Routh Superman en Clark gestalte geeft, lijkt in ieder geval geïnspireerd te zijn op het acteerwerk van Reeve. Overigens waren beide acteurs onbekenden voordat ze het tenue van de Man van Staal aantrokken. Donner en Singer kozen opzettelijk voor een opkomend talent, zodat het publiek niet afgeleid zou worden door rollen die ze eerder hadden gespeeld. De rol van Superman is dus niet weggelegd voor grote Hollywoodsterren.Superman Returns kent meer overeenkomsten met zijn voorgangers. Decors zoals Supermans ijsfort (the Fortress of Solitude) en de boerderij van de familie Kent zijn weliswaar iets aangepast, maar nog steeds goed herkenbaar als de ontwerpen van John Barry uit de eerste film. De muzikale score is een exacte kopie van de thema’s die John Williams componeerde. Dit samplen is ook doorgevoerd in de rolbezetting: Superman Returns bevat opnames van Marlon Brando – de inmiddels overleden acteur die Supermans vader Jor-El in de eerste film speelde. Dankzij deze beeld- en audiosamples geeft Jor-El vanuit het graf van Brando nog steeds wijze raad aan zijn zoon Kal-El/Superman.

Eigen verhaal
Het resultaat van deze overeenkomsten is dat Superman Returns een eigentijdse hommage aan de eerdere films is geworden. Singer probeert echter ietwat krampachtig een gevoel van déjà vu te creëren. Als hij dit streven halverwege de film loslaat, wanneer de sfeer en personages zijn verankerd, voelt Singer zich zeker genoeg om zijn eigen verhaal te vertellen. Op dat moment worden de verschillen tussen beide films duidelijk en is er werkelijk sprake van evolutie en een eigentijdse versie.Singer en Donner vertellen beiden een episch verhaal, waarin de romance tussen Superman en Lois een belangrijke factor is. In Donners film zitten echter slapstick en campelementen die het superheldenverhaal relativeren. Singers versie is daarentegen veel serieuzer en integer van toon. Wanneer hij humor toepast, is dat voornamelijk in de vorm van oneliners. Een zelfde stijl herkennen we in de X-Men-films. Brandon Routh zet een ietwat verlegen en gevoelige Clark neer. Heel anders dan de onhandige sukkel van Reeve. Clark heeft nu meer diepgang en dit vergroot het inlevingsvermogen van de kijker. De Lex Luthor van Kevin Spacey is minder cartoonesk dan Gene Hackmans versie. Al heeft Luthor zijn voorliefde voor grondbezit en het uiten van vermakelijke oneliners niet verloren, toch zet Spacey met zichtbaar plezier een dreigendere Luthor neer dan Hackman. Ondanks overbluffende specialeffecten en de kleine nuanceverschillen die Singer toevoegt, is dit vijfde deel nog het beste te omschrijven als een remix van de beproefde formule. Daarmee heeft Singer in feite een Superman-film gemaakt die perfect thuishoort in dit tijdperk van samplen en hergebruik van oud materiaal.

Categorieën
Film Strips

Film: Superman preview

Eind november brengt Warner Bros. een hele reeks dvd’s uit over de Man van Staal. De oude filmreeks wordt gevierd met special editions en van Superman II komt zelfs de beruchte Richard Donner-versie uit.

Toen de producers Iliya en Alexander Salkind in de jaren zeventig de filmrechten verkregen van Superman wilden ze Superman I + II tegelijkertijd opnemen om productiekosten te besparen. Hetzelfde hadden ze gedaan bij hun films rond de Drie Musketiers. Richard Donner werd aangesteld dit monsterproject tot een goed einde te regisseren. Halverwege het opnemen werd besloten dat de eerste film snel afgemaakt moest worden, de opnames van deel II werden toen gestaakt. Toen Donner in de loop van de productie grote mot kreeg met zijn opdrachtgevers, werd hij ontslagen/heeft hij ontslag genomen. Donner had toen al een groot deel van Suup II gedraaid.

Regisseur Richard Lester (die furore maakte met A Hard Day’s Night – de eerste Beatles-film) werd ingeroepen om de film af te maken. Lester voegde wat slapstick toe en nam enkele scènes opnieuw op. Kortom: Superman II werd een heel andere film dan zoals Donner hem graag had gezien. In 2001 kreeg Donner de kans om zijn director’s cut te maken. Er werden opnames gerestaureerd en toegevoegd aan de film. Naar verluid ziet de film er heel anders uit dan de oorspronkelijke versie.

Wie er benieuwd naar is, kan alvast een voorproefje bekijken op de Warner Bros.-site.

Binnenkort op Mike’s Webs meer over de Superman-films en Superman Returns in het bijzonder.