Categorieën
Strips

Michiel van de Pol wint Willy Vandersteenprijs met Terug naar Johan

Michiel van de Pol. Bron: Oog & Blik.

De jury van de Willy Vandersteenprijs kent de prijs voor beste Nederlandstalig beeldverhaal 2010 -2011 toe aan de Nederlandse stripauteur Michiel van de Pol (1965) voor zijn album Terug naar Johan, uitgegeven bij Oog & Blik/De Bezige Bij. Van de Pol volgt daarmee Brecht Evens op die in 2009 de eerste editie van de prijs won met zijn graphic novel Ergens waar je niet wil zijn. Op zaterdag 10 december ontvangt Van de Pol op het Gala van de Vlaamse Strip tijdens het Strip Turnhout festival, de prijs die de naam draagt van Willy Vandersteen (1913-1990).

Zoals algemeen bekend was Vandersteen de geestelijke vader van Suske en Wiske.

Michiel van de Pol debuteerde in 1996 met de gagstrip Mol in het Sjors en Sjimmie Stripblad. Naar aanleiding van de geboorte van zijn eerste zoon startte Van de Pol een dagboekstrip dat in 2000 gebundeld werd door uitgeverij De Prom (De Medicijnman). Zes jaar later won de Nederlandse stripauteur met zijn autobiografische strip Cartoondiarree de Stripstrijd van Het Parool. De strip verscheen twee jaar lang in de Nederlandse krant. Michiel van de Pols werk verscheen o.a. in NRC Next, Eisner en Zone 5300. In 2010 verscheen bij uitgeverij Oog&Blik/De Bezige Bij Terug naar Johan, waarin de stripauteur terugkijkt naar zijn vervlogen jeugdjaren.

Uit het juryrapport: “In het boek maakt Van de Pol de lezer deelgenoot van zijn jeugdvriendschap met Johan en de impact van een ontluikende puberteit op die vriendschap. De jury prijst de kwetsbare en humoristische manier waarop Van de Pol herkenbare en persoonlijke situaties neer zet. Met een schijnbaar nonchalante eenvoudige stijl creëert Michiel van de Pol meerdimensionale personages van vlees en bloed. Het werk van Michiel van de Pol is een mooie vertegenwoordiger van de sterke aanwezigheid van de autobiografische graphic novel in Vlaanderen en Nederland. Bovendien prijst de jury van de Willy Vandersteenprijs auteur Michiel van de Pol als exponent van een stripgeneratie die koppig en met veel doorzettingsvermogen hun eigen ding blijft doen in financieel vaak weinig stimulerende omstandigheden.
Bijzondere appreciatie drukt de jury daarnaast uit voor twee albums die tot in de laatste fase mee in de running waren, met name het aangrijpende Van Istanbul naar Bagdad van auteurs Hanco Kolk en Arnon Grunberg en de heerlijk onderkoelde gagstrip Sigmund van Peter de Wit‘.

De Willy Vandersteenprijs werd in het leven geroepen door Vlaams-Nederlands huis deBuren in Brussel, Stripdagen Haarlem en Strip Turnhout en bekroont het beste oorspronkelijk Nederlandstalige album van de voorbije twee jaar. Er is een geldprijs van 5.000 euro aan verbonden en de laureaat krijgt een tentoonstelling over het winnende album die zowel in Vlaanderen als Nederland te zien zal zijn.

De Vlaams-Nederlandse jury voor de prijs bestond deze editie voor de tweede opeenvolgende en laatste keer uit Leen Vandersteen (niet-stemgerechtigd juryvoorzitter), Ineke Horst (uitbaatster stripwinkel Sjors Dordrecht), Noël Slangen (communicatiespecialist, stripliefhebber), Jan Smet (stichter Bronzen Adhemar, Stripgids en stripfestival Turnhout), Frank Van Leemput (advocaat, stripliefhebber) en Hein Van Putten (art director De Volkskrant, stripliefhebber).

Terug naar Johan
Persoonlijk kan ik me prima vinden in het oordeel van de jury. Ik vind Terug naar Johan een interessant en aansprekend boek, het beste wat Van de Pol tot nu toe heeft gemaakt.

 

Categorieën
Strips

Pulpmania: Pulpman verzameld

Liefhebbers van de strips van Fred de Heij, en daar schaar ik mezelf ook onder, kunnen hun lol op, want recent werden Pulpman #10 en Pulpmania gepubliceerd, een bundel verhalen uit het magazine.

Een groot deel van de bundel staat vol met de verhalen over Pulpman zelf: een vreemde figuur met een clownesk uiterlijk, een opportunistische antiheld. De wereld van de pulp bevat personages met een dubieuze moraal – ze vormen in dat opzicht een spiegel van de mensheid.

De Heij tekent in een realistische stijl. Hij dient zijn verhalen sappig op met een dosis geweld en de nodige seks. Zoals bekend, schroomt De Heij in zijn verhalen niet om, vaak prachtig getekende vrouwen, te pas te laten penetreren. Ook hebben veel verhalen een bovennatuurlijk tintje. Ze zijn een interessante combinatie tussen aardse handelingen (seks) en fantastische transformaties en gebeurtenissen.

In Pulpmania zijn de vervolgverhalen ‘Kapitein Pulp’ (Pulpman als piraat) en ‘Biechten’ opgenomen. Het feit dat je de verhalen nu in een ruk uit kunt lezen, geeft de bundel een meerwaarde. Zelf hou ik er niet zo van om strips in afleveringen te lezen.Hopelijk mogen we in Pulpmania #2 meer lange verhalen verwachten.

In ‘Biechten’ weet Alice op slinkse wijze uiteindelijk de familieranch van haar pleegvader te bemachtigen. Door alle familieleden af te werken, weet ze de concurrentie stuk voor stuk uit te schakelen. Als toetje lukt het haar zelfs om de priester bij wie ze haar zonden opbiecht, op seksueel vlak te corrumperen. (Niet dat dit gezien de huidige misbruikschandalen in de katholieke kerk echt een prestatie is natuurlijk, maar dat terzijde).

Tot mijn grote plezier staat het verhaal ‘Zingeving’, dat ik voor Pulpman heb geschreven, er ook in. Hierin draait het allemaal om Dante die door een demon bezeten raakt. Dit stelt hem in staat om wraak te nemen op iedereen die hem recent heeft benadeeld. De samenwerking met Fred beviel goed en ik hoop binnenkort een vervolg te schrijven.

Commentaar in stripvorm
In het korte verhaal ‘Sigmund’ neemt Pulpman de praktijk over van Neerlands bekendste strippsychiater. Fatima van de strip S1ngle is een van de patiënten. Ze beklaagt zich over het feit dat ze nog steeds vrijgezel is. ‘Ja. Hè. Hè. Tuurlijk ben je single. Je ziet er toch ook niet uit.’ Pulpman vindt het maar niets dat ze maar met één oog getekend wordt. Haar uiterlijk zou irritatie opwekken. ‘Aanstellerig gedoe,’ vindt hij dat. Later komt Maaike Hartjes de praktijk binnenlopen, Fred heeft haar getekend in de simpele stijl waarin de stripmaakster zichzelf jaren tekende in haar dagboekstrip. Pulpman denkt dat het kleine poppetje een beestje is en stampt erop.

Toen deze strip in Pulpman #7 stond, vroeg ik De Heij op de Stripdagen Haarlem wat hij precies met deze strip wilde uitdragen.
‘Die heb ik gemaakt omdat het leuk is,’ zei de stripmaker in de stand van uitgeverij Xtra. Wilde hij misschien commentaar geven op de strips die hij aanhaalt?
‘Niet op Maaike Hartjes en Sigmund, maar wel op S1ngle. Dat vind ik geen leuke strip. Die lijnvoering, daar hou ik gewoon niet van.’
Fred pakte de betreffende strip er nog even bij. ‘Nou, dat is toch grappig. Een andere reden is er niet, hoor. Ik hoef niet een of andere onbekende fluttekenaar aan te pakken. Deze mensen zijn zo bekend, die kunnen er ook wel tegen. Ik denk dat ze er ook om kunnen gniffelen.’
En daar draait het in de meeste strips van Pulpman om: absurde, overdreven pulpverhalen vol seks en geweld die vooral bedoeld zijn om een glimlach los te maken bij de lezer. Dat is met Pulpmania bij mij zeker weer gelukt.

Categorieën
Strips

Hallie Lama’s Moeilijke Tweede

Cartoonist en stripmaker Hallie Lama tekent lekker aan de weg. Hij won op de Stripdagen een webcomicprijs. Recent kwam zijn tweede cartoonbundel uit, heel toepasselijk Hallie Lama’s Moeilijke Tweede genaamd.

Het was vorig jaar eind augustus toen we in stripwinkel Lambiek Hallie’s eerste kindje presenteerden. Een gezellige boekpresentatie waar ik de eer had om het geheel in te leiden. Wat ik met plezier deed: niet alleen leid ik graag in, ik ben ook een grote fan van Hallie’s werk. En nu, ongeveer negen maanden, is er de Moeilijke Tweede.

Niet dat de grappen van Lama nu zo moeilijk zijn, maar het is een bekend fenomeen dat de follow-up na een debuut wat problematisch kan zijn. Of het nu gaat om de tweede cd, de tweede roman of het tweede kind. Hoewel dat soms ook wel goed uitpakt: Led Zeppelin II is een klassiek album. In het geval van Lama’s tweede is eerder sprake van een dubbelalbum: het kleinood telt maar liefst 200 pagina’s. Die overigens niet allemaal gevuld zijn met cartoons, want er staan ook strips in. Zoals het verslag van het Imagine filmfestival die Hallie dit jaar voor de site van Zone 5300 maakte. En De Olijke Paling, een 24 Hour Comic die Hallie in 2007 ruimschoots binnen de tijd op papier zette.

Meer Hallie
Hallie komt er zelf ook veelvuldig in voor. Als stripfiguurtje praat hij de lezer door de bundel heen. Dat geeft een extra persoonlijk tintje aan het geheel en wijst ook op het gegeven dat de stripmaker zelf meer op de voorgrond van zijn werk treedt. Misschien dat hij zich in de toekomst meer gaat toeleggen op dagboekstrips en dat de grappen en grollen over rare kroegmannetjes wat op de achtergrond raakt. In ieder geval zullen we op de site van Zone 5300 meer van hem gaan zien, want Hallie gaat daar binnenkort geregeld beeldbloggen.

In Hallie Lama’s Moeilijke Tweede staan ook een paar cartoons in die ondergetekende bedacht heeft, zoals deze:

Daarom is dit ook geen recensie, maar meer een algemeen stukje om de geïnteresseerde lezer te attenderen op het uitkomen van Hallie’s bundel. Je kunt toch moeilijk een boek recenseren waarin ook werk van jezelf in staat, ook al zijn het maar vijf cartoons van de grote hoeveelheid materiaal dat in de bundel staat. Hallie staat nu eenmaal bekend om zijn werklust. (Qua hoge productie mag je hem vergelijken met een auteur als Stephen King, die ook hele telefoonboeken aan proza produceert, ware het niet dat je om Hallie’s werk kan lachen en King toch vooral uit het horrorvaatje tapt.)

Een leger cartoonisten
Wie trouwens na het lezen van de Moeilijke Tweede meer trek heeft in Lama’s grappen, kan behalve dagelijks zijn site bezoeken, ook met zijn neus diep in het Cartoonblogboek duiken dat onder redactie van Robert Schuit, die ook het cartoonblog beheert, in het leven is geroepen. Andere stamgasten van die site staan er ook in, zoals Argibald, De rustende jager, Kito en Schuit zelf.

Tijdens de Stripdagen was er ook een heuse expositie rondom deze groep cartoonisten te zien in de Vishal. De expo liep tot 13 juni. Op de Stripdagen kreeg Hallie ook een Clickie, een prijs voor webcomics, uitgereikt. Maar dat feit vond de organisatie van die prijs kennelijk zelf niet belangrijk genoeg om daar op haar eigen site over te berichten. Tot op heden wordt er geen woord over de winnaars gerept. Hallie deed dit gelukkig wel.

Alle hierboven besproken boeken zijn uitgegeven door Xtra, een van de uitgeverijen in Nederland waar nog aandacht is voor nieuw en eigenzinnig talent.

Hallie Lama – Hallie Lama’s moeilijke tweede
Uitgeverij Xtra, € 17,90
ISBN 978-94-90759063

Cartoonblogboek
Uitgeverij Xtra, € 16,90
ISBN 978-94-90759-04-9

Categorieën
Strips

Stripdagen Haarlem 2010: Van Oost-Europa tot Grunberg

Afgelopen weekend vonden de tweejaarlijkse Stripdagen Haarlem plaats. De tiende editie bood een bomvol programma met de Oost-Europese strip als hoofdthema. Arnon Grunberg gaf een lezing over de autobiografische strip.

Wie aan de Stripdagen Haarlem denkt, ziet in de eerste plaats de vele kraampjes op de Grote Markt voor zich, waar small-press uitgevers, beginnend stripmakers en stripwinkels hun waar aanbieden. In de Philharmonie zitten de grote jongens, de uitgevers die tekentalent uit binnen- en buitenland in hun stand boeken laten signeren.

Zaterdagmiddag lopen gezinnen en stripliefhebbers in de hete zon. Paul Banus van de Amsterdamse stripwinkel Henk: ‘We zien vandaag veel ouders met kinderen. Vooral de vaders proberen de stripliefde over te brengen op hun kids en kopen dikke tradepaperbacks voor op vakantie. Superhelden en Flash Gordon zijn favoriet.’

Tussen de bezoekers haal je de stripfanaten er zo uit: ze hebben lijstjes met titels bij zich en zoeken enigszins koortsachtig in de bakken met strips. Maria (43) bladert door een doos die op de grond staat, ze heeft al een flinke stapel X-men en Wolverine comics uitgezocht. Nu haar kinderen groot zijn heeft ze eindelijk weer tijd om strips voor zichzelf te verzamelen.

Stripdagen Haarlem 2010 veel gezinnen
Met pa op stap. Foto: Michael Minneboo

Geen karaoke
De Stripdagen Haarlem zijn vooral ook een feestje voor de stripmakers zelf. Het stripfestijn begon op vrijdagavond met de officiële opening, waar Martijn van Santen de VPRO Debuutprijs kreeg uitgereikt en Vlaming Brecht Evens de nieuwbakken Willy Vandersteenprijs kreeg voor zijn album Ergens waar je niet wilt zijn.

Van Tol tekent Fokke&Sukke cartoons. Op het beeldscherm is iedere pennenstreek goed te volgen.

Later in de avond waren enkele openingen van exposities en borrels. Stripmaker en uitgever Jean-Marc van Tol (Fokke & Sukke) organiseerde een feestje alleen voor stripmakers in Café Studio: ‘Meestal zijn de stripmakers verdeeld over stands en uitgevers, ik wilde een feestje geven waar alle makers samen zijn.’ Opmerkelijk, en wellicht tot opluchting van de Haarlemmers op de Grote Markt, was er geen karaoke-set aanwezig, normaliter vaste prik op stripfeestjes.

Oostblok
Dat het beeldverhaal uit Oost-Europa een centrale positie inneemt kan de bezoeker van de Stripdagen niet ontgaan. Behalve exposities van tekenaars uit het voormalig Oostblok en muzikale optredens, hangen door Haarlem heen de affiches die illustrator Joost Veerkamp in neostalinistische stijl ontwierp. In dezelfde stijl heeft hij een reeks neppostzegels gemaakt. Speciale wachtposten rondom de kerk op de Grote markt, gekleed in Zwitsers uniform, wijzen belangstellenden de juiste kant op.

Er gebeurt zoveel tegelijkertijd op de Stripdagen dat er snoeiharde keuzes gemaakt moeten worden. Gaan we om twee uur naar de uitreiking van een webcomicprijs, naar een optreden van cabaretier Micha Wertheim bij Zone 5300, of blijven we in de Toneelschuur voor de tweede interviewronde op de Illustratie Biënnale?

De veelheid is juist een van de charmes van het evenement, vindt stripmaker Hanco Kolk. ‘Het grote verschil met andere stripfestivals is dat de hele stad meedoet. Je moet de hele tijd heen en weer lopen tussen allerlei locaties die in sfeer van elkaar verschillen. Dat, en de verschillende exposities maken dit tot een zeer veelzijdig festival.’ Rob van Bavel, uitgever van de Eppo en organisator van Stripbeurs Breda, vindt de Stripdagen een geslaagd evenement, maar dat de nadruk te veel op de tentoonstellingen en randactiviteiten ligt, waardoor de stripmakers wat ondergesneeuwd raken.

Grunberg spreekt autobio
Zaterdagmiddag houdt Arnon Grunberg, in een volle zaal in de Stadsbibliotheek, een lezing over de autobiografische strip. Een opmerkelijke keuze, want hoewel Kolk recent een artikel van de auteur verstripte voor Eisner#4, staat Grunberg niet bekend om zijn stripkennis. Desgevraagd geeft de auteur toe dat de uitnodiging van de Stripdagen hem ook verbaasde. ‘Ik sta hier als leek,’ zegt Grunberg. ‘Maar,’ voegt hij toe, ‘een leek die zijn best heeft gedaan zich enigszins te informeren.’

Grunberg door Kolk in Eisner #4.

Grunberg onderzoekt in zijn lezing hoe eerlijk de autobiografische strip kan zijn. De auteur beweert onder andere dat het getekende beeld de bekentenis van de autobiografie verzacht. Woorden maken in zijn optiek meer indruk dan beelden; hij blijft immers een schrijver. Na de lezing ontstaat een levendige discussie tussen Grunberg en zijn toehoorders, een publiek dat bestaat uit stripmakers en uit lezers die je normaliter bij een voordracht van de auteur zou verwachten. In dat opzicht zijn de organisatoren in hun plan geslaagd: door een bekend literair auteur te vragen iets te zeggen over het beeldverhaal, heeft een nieuw publiek kennisgemaakt met het medium.

Dit artikel stond maandag 7 juni in Het Parool.

Categorieën
Strips

Een eerste verkenning van de Oost-Europese strip

Dit weekend is Haarlem weer even striphoofdstad van Nederland: dan vinden voor de tiende maal de Stripdagen Haarlem plaats. Hoofdthema is de Oost-Europese strip.

Het tweejaarlijkse stripfestival heeft iedere editie aandacht voor een exotische stripcultuur. Eerder kwamen onder andere Brazilië, Indonesië en Noord-Afrika aan bod. More weird, more good: komiks from the other half, heet de hoofdtentoonstelling waarin het Oost-Europese beeldverhaal centraal staat. Er hangt werk van Dace Sietina (Litouwen), Edik Katychin (Rusland), Tomas Kucerovsky (Tsjechië), Roland Pilcz (Hongarije), Marzena Sowa (Polen) en Igor Hofbauer (Kroatië).

Database
Aan de expositie is een uitgebreide Engelstalige database gekoppeld die online te raadplegen is op EasternEuropeanComics.com. Op basis van ruim 330 websites uit 20 landen verschaft deze database informatie over Oost-Europese festivals, stripmakers, tijdschriften en organisaties. Deze informatie is broodnodig, want in de stripwereld is er eigenlijk maar weinig bekend over het Oost-Europese beeldverhaal. Hoog tijd voor een eerste verkenning.

De term Oost-Europese strip roept het clichébeeld op van somberheid en de teloorgang van het socialisme. Volgens Joost Pollmann, directeur van de Stripdagen en samensteller van de database, worden deze vooroordelen tegengesproken door de rijke stripcultuur die Oost-Europa heeft: ‘Het is een heel breed spectrum. Sommige strips in Macedonië zijn inderdaad erg depressief en donker van aard. Zij beantwoorden wel aan het clichébeeld. Maar in Hongarije en Tsjechië wordt meer luchtiger werk uitgegeven. Het Hongaarse Roham Magazine is gericht op de hippe jeugd.’

Censuur
Per land verschilt de stripscène. Waar men in Albanië geen woord voor het medium kent, omhelst Polen de grootste stripcultuur van Oost-Europa. Er resideren veel stripmakers, worden veel striptijdschriften uitgegeven en festivals georganiseerd.

Daarentegen is het volgens Pollmann droevig gesteld met het beeldverhaal in Rusland: ‘Er is daar een groot gebrek aan infrastructuur. Er zijn weinig uitgevers en weinig winkels om strips te kopen. Er zijn twee goede festivals, maar op een paar marginale blaadjes en internet na stelt de Russische stripscène niet veel voor. Daarbij voelt de gemiddelde Rus totale minachting voor het medium.’ Als stripmakers zich al aan het maken van beeldverhalen wagen krijgen ze te maken met censuur: ‘Russische tekenaars houden zich verre van politiek. Het is daar zo gewoon voor een kunstenaar dat er censuur is, iedereen weet dat en accepteert dat. Ik heb de indruk dat de Russische stripwereld vrij bang is en met reden,’ zegt Pollmann.

Aankloten
Ondanks de verschillen per land, zijn er wel enkele algemene kenmerken te noemen die de Oost-Europese strip typeren. Guido van Hengel is voorzitter van Spartak, een organisatie die zich bezighoudt met contacten tussen jongeren uit Oost- en West-Europa. Van Hengel noemt als belangrijk kenmerk de Slavische melancholie, een vorm van tragische humor. ‘De Servische cartoonist Aleksandar Zograf (pseudoniem van Sasa Rakezic, -red.) is daar een goed voorbeeld van. Hij maakt strips over wat er gebeurde tijdens de bombardementen in Servië. Verhalen over sancties, armoede en angst. Allemaal dingen waarvan je niet vermoedt dat dit een leuke strip kan opleveren. Toch zijn Zografs strips leuk om te lezen omdat hij de realiteit benadert vanuit een absurde invalshoek.’

Het ontbreken van een duidelijk canon vindt Van Hengel een ander belangrijk kenmerk: ‘Daardoor heerst er een doe-het-zelf mentaliteit. Er wordt veel geëxperimenteerd met de vorm. Je kunt aankloten wat je wilt. Men heeft een anticommerciële instelling: stripmakers denken dat hun boeken toch niet uitgegeven zullen worden, laat staan dat ze er geld mee verdienen. Dus print en kopieert men zijn eigen strips.’

Dat laatste kan de in Zagreb geboren stripmaker en illustrator Igor Hofbauer beamen: ‘Je kunt in Kroatië alleen leven van strips als je werkt voor grote bedrijven. Er zijn geen graphic novel-makers die iets zullen verkopen.’ Persoonlijke stripverhalen zijn daar überhaupt moeilijk te krijgen: ‘In de winkel vind je weinig auteurstrips. Met veel moeite kun je misschien iets vinden van Daniel Clowes of Charles Burns. Je moet hier diep graven om te ontdekken wat er allemaal gebeurt op stripgebied,’ zegt Hofbauer, wiens werk in de expositie te zien is. Zijn strip Prison Stories werd overigens ook in Portugal uitgegeven.

De Oost-Europese stripmarkt wordt gedomineerd door de grote bedrijven. Uitgaven van bijvoorbeeld Disney en vooral veel manga (Japanse strips) zijn er te koop. Pollmann: ‘Manga is niet weg te denken in Oost-Europa.’

Stripburger
Voor de stripmakers zijn tijdschriften een belangrijk podium om te laten zien wie ze zijn en wat ze kunnen. In veel Oost-Europese landen verschijnen stripbladen, waarvan het Sloveense Stripburger al bijna twee decennia het belangrijkste is. In Roemenië kent men het undergroundtijdschrift Hardcomics, vol met harde, provocerende stripverhalen. Ook vervult het internet tegenwoordig een belangrijke rol. Van Hengel:
‘In de jaren negentig verspreidde Serviërs bijvoorbeeld hun strips door ze te kopiëren en op te sturen. Internet heeft die functie overgenomen. Danilo Milosev (Wostok) heeft gewoon een Facebook-account waar hij zijn nieuwe comics in het Engels en in het Servisch op publiceert.’

Behalve de centrale expositie in Galerie 37 op Groot Heiligland 37, wordt in Haarlem op verschillende andere plekken aandacht besteed aan tekenkunst, animatie en popmuziek uit de andere helft van Europa. Voor meer informatie over de Stripdagen Haarlem zie: www.stripdagenhaarlem.nl.

Dit artikel is ook in VPRO Gids 23 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Dit weekend is Haarlem Stripstad van Nederland

Dit weekend is Haarlem weer even Stripstad van Nederland. Dat betekent natuurlijk ook speciale aandacht voor de VPRO Debuutprijs. In de refter in het stadhuis van Haarlem is een overzichtstentoonstelling van alle tekenaars die in het verleden de VPRO debuutprijs wonnen. Ook werk van Martijn van Santen, de winnaar van dit jaar, hangt ertussen.

De autobiografische stripmaker Floor de Goede won hem in 2006: ‘De uitreiking was tijdens Strips in Stereo. Er waren toen heel veel mensen in Paradiso. Ik had naast dat alles echt het idee dat het mijn avond was. Ik vond het fantastisch. Ik was er heel blij mee. Het was vette erkenning natuurlijk dat mijn werk goed gevonden werd, ook buiten de striplezers.’

Welke invloed had de debuutprijs op je ontwikkeling als stripmaker?
‘Het was in ieder geval een grote aanmoediging om lekker door te gaan. Al was ik ook doorgegaan als ik niets had gewonnen. Voor zover ik weet heeft het mijn herkenbaarheid niet vergroot, al word ik nu wel iedere keer genoemd als de nieuwe winnaar bekend wordt gemaakt.’

Floor maakte er indertijd de volgende strip over:

Andere gelukkige winnaars wiens werk te zien is in de refter in het stadhuis zijn: Randall.C (2008), Gerolf van de Perre (2004), Benno Vranken (2002), Mark Hendriks (1996), Matthias Giesen (1998) en Marcel Ruijters (1994).

En verder…
Oké, genoeg over de Debuutprijs. Er valt de komende dagen natuurlijk nog veel meer te beleven op stripgebied.
Aanstaande zaterdag staat er in Het Parool een groot interview dat ik met Ruijters hield naar aanleiding van zijn nieuwe boek Roadkill. Later deze week publiceer ik nog een artikel over de Oost-Europese strip, het grote thema van de Stripdagen dit jaar.

Wat er nog meer te doen is op de Stripdagen kun je natuurlijk lezen op hun site, (zie hier het programmaboekje) maar ook Jeroen Mirck, oud(?)-stripjournalist schreef een aardig overzicht met een persoonlijke insteek. Ook is er veel te doen met de Zone 5300, de uitgave van een nieuw nummer met Peter de Wit als gastredacteur en de Summer Sale.

Het korte interview met Floor de Goede stond ook in VPRO Gids #23.

Categorieën
Strips

Eerste Illustratie Biënnale tijdens Stripdagen Haarlem

Tijdens de Stripdagen Haarlem vindt in de Toneelschuur op zaterdag 5 juni de eerste Illustratie Biënnale plaats. Grafisch ontwerper Marlies Visser is initiatiefnemer.

Waarom een Illustratie Biënnale?
‘Omdat er heel veel mooi werk wordt gemaakt, dat alleen te zien is als je goed zoekt. Voorheen had je nog wel eens een overzichtstentoonstelling in het Stedelijk maar tegenwoordig zijn er nog maar weinig plekken waar je illustraties kunt bekijken. Een biënnale is een mooie vorm om het werk te presenteren en om een ontmoeting tussen makers en geïnteresseerden te organiseren.’

De ondertitel van de Biënnale is ‘het onzichtbare zichtbaar gemaakt’.
‘Onzichtbaarheid kan op twee manieren worden opgevat. Aan de ene kant maakt een illustratie de essentie van een tekst zichtbaar en aan de andere kant willen we de illustratoren zelf zichtbaar maken.’

Wat kunnen de mensen verwachten?
Joost Swarte opent de biënnale om 11.30. Leuk, want hij heeft ook de Toneelschuur ontworpen, wat dit theater eigenlijk tot een ruimtelijke illustratie maakt. In de grote zaal zal een uiteenlopend gezelschap van negen illustratoren hun werk presenteren. Per drie worden ze geïnterviewd door Jellie Brouwer van NPS Kunststof terwijl we ook een selectie van hun werk projecteren. Zo willen we de essentie van hun werk tonen. Speciale gast is Thé Tjong-Khing. Hij won dit jaar de Max Velthuijs-prijs, een Nederlandse oeuvreprijs voor illustratoren van kinderboeken.’

Waarom is er voor deze illustratoren gekozen?
‘Illustratie is een heel breed begrip; we willen zoveel mogelijk disciplines aan bod laten komen. Maartje Kunen maakt bijvoorbeeld medische illustraties, Paul Faassen humoristische illustraties en cartoons en Han Hoogerbrugge maakt onder andere webanimaties.’

En verder?

Illustratie: Julie Verhoeven

‘Het programma bestaat uit drie presentatierondes. Tussendoor kunnen mensen de digitale expositie in wandelen waar werk van circa 100 illustratoren op twaalf grote beeldschermen te zien is. Omdat de expositie van het ene scherm naar het andere reist, kun je bij één scherm gaan staan om alles te zien, of meelopen met een illustratie. In de foyer is een museumwinkel ingericht met in eigen beheer geproduceerd werk van de deelnemers. En er is een ‘wandelende tentoonstelling’ van bijzondere illustraties en ontwerpen op T-shirts.’

Wat is de belangrijkste ontwikkeling op het vlak van illustratie?
‘De mogelijkheid om je werk te presenteren op het internet. Door het web kunnen makers ook experimenteren met de manier waarop ze hun werk presenteren, bijvoorbeeld door animatie. Met een site vallen de landsgrenzen weg. Nederland is immers maar klein.’

Dit interview is ook in VPRO Gids 23 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Interview Martijn van Santen: Winnaar VPRO Debuutprijs

Stripmaker Martijn van Santen heeft dit jaar de VPRO debuutprijs gewonnen voor zijn album Werk in uitvoering. De geldprijs van 2500 euro krijgt hij overhandigd tijdens de opening van de Stripdagen Haarlem. Woensdag 2 juni werd de winnaar in de VPRO Gids bekendgemaakt.

De strip waarmee Martijn van Santen de tweejaarlijkse VPRO Debuutprijs heeft gewonnen, was een improvisatie-experiment, een webcomic die als feuilleton in 2007 op de site stortbak.net is gepubliceerd. Eind vorig jaar verscheen het verhaal in boekvorm. In Werk in uitvoering schetst Van Santen een wereld waarin mensen, pratende dieren, dinosauriërs en een ei druk debatteren over semantiek, ambitie en creativiteit.

Het juryrapport oordeelde dat Van Santen ‘met een sterk gevoel voor timing, intellectuele diepgang en grappige situaties tot één vloeiend geheel weet te smeden. Zo wordt een dialoog over ethiek in reclame feilloos versneden met een hilarische scène waarin Eitje het opneemt tegen een reus van een buffel.’

Waar gaat Werk in uitvoering over?
‘Medewerkers van een reclamebureau krijgen de onmogelijke opdacht om een campagne verzinnen voor een product waarvan ze niet weten wat het ding voorstelt. Tegelijkertijd vecht de directeur van het bureau met zijn innerlijke demonen, heeft een sigarenverkoper ruzie met al zijn klanten en worstelt een jonge webcomictekenaar met zijn eigen identiteit. Dat het centrale thema van de strip conflict is, viel me pas op toen ik het werk in één keer teruglas. Het verhaal is al tekenend ontstaan. Ik wilde wel eens proberen een lang verhaal te maken, want tot dan toe had ik alleen nog strips van een pagina gemaakt. Dat ik er zonder een idee van de plot aan ben begonnen, kun je vooral merken aan de eerste tien pagina’s. Daar ben ik nog aan het zoeken naar een richting en de personages aan het uitdenken.’

Je geeft ook duidelijk je visie over webcomics in de strip. Is die visie inmiddels veranderd?
‘Als fenomeen is het tegenwoordig minder zichtbaar ten opzichte van een paar jaar geleden. Veel mensen zijn ermee gestopt. Ik ben nog steeds van mening dat er veel troep tussen zit, toch kunnen er spannende dingen ontstaan als mensen zonder redactionele inmenging hun creativiteit kwijt kunnen. Ik vind strip een prachtig medium, waar je verschillende kanten mee opkunt. Film is al doorgeëvalueerd, maar bij strip staan we aan het begin van het medium. We zijn allemaal het wiel nog aan het uitvinden.’

Waarom heb je dit album in eigen beheer uitgegeven?
‘Oorspronkelijk zou Bee Dee de strip uitgeven. Ze toonden al interesse toen het verhaal nog in delen online verscheen. Toen Werk in uitvoering af was ging het financieel al slecht met ze. Later gingen ze failliet.’

Dus eigenlijk wel goed dat je het zelf hebt gedaan?
‘Achteraf wel ja. Van een aantal stripmakers ligt het werk nu bij de curator om per opbod verkocht te worden. Ik heb het overigens ook nog aan andere uitgevers aangeboden, maar die waren niet erg happig. Uiteindelijk wilde ik het gewoon zelf uitbrengen, zodat ik het op mijn eigenwijze manier kon doen.’

Hoe is dat bevallen?
‘Het was een gemengd genoegen. Aan de ene kant had ik het gevoel een professional te zijn omdat ik mijn strip eigenhandig in de boekwinkel heb gekregen. Aan de andere kant is het heel veel werk. De zakelijke kant is erg intensief waardoor er minder tijd overblijft om te tekenen. Distributie is voor een kleine uitgever onmogelijk. De tarieven van het Centraal Boekhuis zijn veel te hoog als je maar één uitgave hebt.’

Ga je er nog wel mee door?
‘Ik wil binnenkort nog wel twee kleine boekjes uitgeven met korte verhalen en stijlexperimenten. Die heb ik in de afgelopen twee jaar getekend.’

Heb je al veel exemplaren verkocht?
‘Ik heb 500 stuks laten drukken en moet er nog zo’n 350 kwijt. Ik merkte wel dat de verkoop toenam als er ergens een goede recensie geplaatst werd. Misschien dat de Debuutprijs helpt.’

Hoopte je dat je deze prijs zou winnen?
‘Ik heb er wel bij stilgestaan, maar had er niet echt op gehoopt. Aan het begin van het jaar heb ik het boekje wel naar verschillende mensen opgestuurd. Ook naar de VPRO. Ik heb toen zelfs nog gebeld met de boekenredactie, maar men wist niet of de prijs nog wel bestond. Maar ik ben er erg blij mee. Het is heel leuk als mensen hun waardering uitspreken. Je werkt er maandenlang aan. Je vrienden vinden het natuurlijk leuk, maar het is goed om te horen dat anderen het ook een goede strip vinden.’

Hoe ga je het vieren?
‘Nog geen idee. De avond van de uitreiking is er een groot feest waar veel stripmakers rondlopen.’

Bier en stripmakers gaan meestal goed samen. Dat wordt dus een rondje geven.
‘Euh, waarschijnlijk wel.’

Zelfportret van Martijn van Santen

Van Santen maakt herrie
Martijn van Santen (1977) studeerde in 2004 af aan de Willem de Kooning Academie. Zijn werk verscheen onder andere in Maxim, Myx stripmagazine en de Nederhorror stripbundel Bloeddorst. Ook is hij gitarist in het Rotterdamse noise-collectief Lokomitiv Panzerfaust. Van Santen: ‘Dat is een band die ik met drie vrienden van de kunstacademie heb opgericht. We zijn nog niet goed genoeg om gestructureerde liedjes te spelen, vandaar dat we het een noise-collectief noemen. We hebben één keer opgetreden tijdens een feestje in een kraakpand. Dat was een groot succes. Nou ja, het was wel om vijf uur ’s nachts, dus het publiek was toen niet echt objectief meer.’

Dit interview is ook in VPRO Gids 23 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Juryberaad VPRO Debuutprijs

Dit jaar ben ik een van de juryleden van de VPRO Debuutprijs. De prijs die tweejaarlijks wordt uitgereikt aan het meest veelbelovende stripdebuut. Woensdag heb ik samen met mijn collega’s vergaderd in café-restaurant De Pont aan ’t IJ.

Heel veel strips

Stripmakers Sandra de Haan en Floris Oudshoorn, stripgebruiker Stijn Schenk en ondergetekende stripjournalist maakten onder leiding van stripmaker Thomas Langedijk, ook wel bekend als Tommy A., een keuze uit de debuten van de afgelopen twee jaar.

Het was een zeer gezellige bijeenkomst kan ik je vertellen. Onder het genot van sterke koppen koffie (maagperforatie verzekerd) en met een flinke stapel strips in ons midden, discussieerden we met elkaar over de merites van de beeldverhalen. Een rustig en prettig debat waar menig politicus nog wat van kan leren.

Eigenlijk waren we het al snel unaniem eens wie de Debuutprijs 2010 in de wacht mocht slepen.

Jureren,  ik maak er geen gewoonte van, maar soms wil ik me voor de volle 100% voor een prijs inzetten.  In 2006 zat ik in de jury van de Clickies. Toen nog onder leiding van voorzitter Jeroen Mirck. Die prijs wordt dit jaar weer uitgereikt tijdens de Stripdagen, al is het fenomeen webcomic natuurlijk lang niet meer zo groot als een paar jaar geleden. Ben dan ook erg benieuwd met wie de Clickie-jury op de proppen komt.

Wie, oh wie
De winnaar van de VPRO Debuutprijs wordt aanstaande woensdag bekend gemaakt in de VPRO Gids met een interview met de winnaar van ondergetekende. De gelukkige debutant(e) mag vrijdag 4 juni de prijs, een geldbedrag van 2500, in ontvangst nemen tijdens de opening van de Stripdagen.

In de refter in het stadhuis van Haarlem wordt de jubileum-editie van de Stripdagen Haarlem gevierd met een overzichtstentoonstelling van alle tekenaars die in het verleden de VPRO debuutprijs c.q. aanmoedigingsprijs wonnen: Randall.C (2008), Floor de Goede (2006), Gerolf van de Perre (2004), Benno Vranken (2002), Mark Hendriks (1996), Matthias Giesen (1998) en Marcel Ruijters (1994).

Categorieën
Strips

Creatieve Marktplaats op de Stripdagen: Opdrachtenwedstrijd voor ambitieuze tekenaars

De stripdagen Haarlem staan voor de deur. Dit jaar wordt voor de tweede keer de Creatieve Marktplaats op het stripfestijn georganiseerd.

Op 4 juni wordt in Het Patronaat in Haarlem van 12.00 tot 16.00 de Creatieve Marktplaats georganiseerd De Creatieve Marktplaats is een plek waar beginnende tekenaars en professionals van bureau’s, agentschappen, bedrijven en instellingen elkaar kunnen ontmoeten.

Onderdeel van de Creatieve Marktplaats is de opdrachtenwedstrijd. Tekenaars kunnen proberen om een van de zes opdrachten binnen te halen. Onder meer een exclusieve expositie in de Sugar Factory, een poster voor Het Patronaat en een logo voor Hogeschool Inholland. De deadline is 1 juni aanstaande. De briefing kun je vinden via http://www.stripdagenhaarlem.nl/2010/opdrachtenwedstrijd/.

Meer weten over de Creatieve Marktplaats? Ik schreef er in 2008 dit verslag over.

Categorieën
Strips

Brecht Evens wint eerste Willy Vandersteenprijs

De jonge Vlaamse stripmaker Brecht Evens (1986) heeft met zijn album Ergens waar je niet wil zijn de allereerste Willy Vandersteenprijs gewonnen.

Deze nieuwe Vlaams-Nederlandse prijs bekroont het beste oorspronkelijk Nederlandstalige album van de voorbije twee jaar. De prijs is in het leven geroepen door Vlaams-Nederlands huis de Buren in Brussel, Stripdagen Haarlem en Strip Turnhout en wordt voortaan afwisselend uitgereikt op de stripfestivals van Haarlem en Turnhout. Er is een geldbedrag van 5.000 euro aan verbonden; bovendien wordt over het winnende album een tentoonstelling gemaakt die zowel in Vlaanderen als Nederland te zien zal zijn.

Het bekroonde boek, Ergens waar je niet wil zijn (uitgeverij Oogachtend, 2009), werd uit een 300-tal titels geselecteerd, en is ondertussen aan een internationale carrière begonnen. De Franse editie verscheen onlangs bij Actes Sud, en kreeg laaiend enthousiaste kritieken, volgende maand verschijnt de Engelstalige uitgave bij Drawn & Quarterly, de Amerikaans-Canadese graphic novel-uitgever.

Fragment uit Ergens waar je niet wilt zijn.

De jury had het volgende over de striproman van Evens te zeggen:

Ergens waar je niet wil zijn is een boek dat op zoek gaat naar nieuwe mogelijkheden voor het medium strip. Evens laat beproefde technieken als het gebruik van kaders en tekstballonnen achter zich, en werkt zijn tekeningen uit zonder (contour)lijnen. Zijn bijzonder dynamische manier van tekenen draait volledig op het al schilderend op de pagina plaatsen van verschillende kleurschakeringen. Een album lang laat hij decor en personages een subtiel spel met elkaar spelen, waarbij sobere en drukke pagina’s mekaar in een zeer variabele maar desondanks erg consistente beeldcompositie afwisselen. Toch staat deze zoektocht naar grafische vernieuwing, de drang om te experimenteren met alternatieve technieken, nergens de leesbaarheid in de weg.

Ergens waar je niet wil zijn is bijzonder goed verteld en kan bogen op erg sterke dialogen. De tekst heeft maturiteit, en spitst de aandacht toe op de zoektocht van de belangrijkste personages naar een beter leven.

Op vrijdag 4 juni bij de opening van Stripdagen Haarlem ontvangt Evens de prijs, die de naam draagt van Willy Vandersteen (1913-1990), de geestelijke vader van onder meer Suske en Wiske, uit handen van Leen Vandersteen, de dochter van de tekenaar. De Vlaams-Nederlandse jury voor de nieuwe prijs bestond uit Leen Vandersteen (niet-stemgerechtigd juryvoorzitter), Ineke Horst (uitbaatster stripwinkel Sjors Dordrecht) Noël Slangen (communicatiespecialist, stripliefhebber), Jan Smet (stichter Bronzen Adhemar, Stripgids en stripfestival Turnhout), Frank Van Leemput (advocaat, stripliefhebber) en Hein Van Putten (art director De Volkskrant, stripliefhebber).

Categorieën
Striprecensie Strips

Werk in uitvoering: Geslaagd experiment

In Werk in Uitvoering schetst stripmaker Martijn van Santen een wereld waar mens en dier door elkaar leven en waar de laatste soort het hoogste woord voert. De personages debatteren onderling heel wat af over carrièrekansen, risico’s nemen en over coherent samenleven.

Hoewel de gehele cast vol eenden, honden, pinguïns, dinosauriërs (!) en krokodillen zich kenmerkt door rake typeringen en originaliteit, steelt vooral het bijdehante Eitje de show. De scène waarin Eitje het met succes opneemt tegen een enorm rund, mag als een van de hilarische hoogtepunten uit deze strip worden beschouwd.

Van Santen verweeft de dagelijkse werkzaamheden van drie groepen met elkaar: een reclameteam probeert een onmogelijk product aan de man te brengen terwijl hun baas vecht met zijn innerlijke demonen en een webcomic-tekenaar het opneemt tegen een discriminerende middenstander.

Van Santen tekent aangename prenten met een fijne lijnvoering, al overheerst de tekst soms te veel over het beeld.

Nu al klassieke patstelling Eitje versus Rund.

Werk in uitvoering is een improvisatie-experiment, een webcomic die als feuilleton verscheen op de site stortbak.net. De stripmaker publiceerde een pagina zodra die af was, meestal drie per week. De strip dateert alweer uit 2007 en de vele knipoogjes naar het verschijnsel webcomics zijn wat achterhaald: de grote belofte die het medium indertijd leek te bieden is tot nog toe niet waargemaakt. Overigens won Van Santen met zijn comic indertijd een Clickie, de prijs voor webcomics die dit jaar weer uitgereikt zal worden op de Stripdagen Haarlem.

Los van de webcomicverwijzingen is Werk in uitvoering een interessant en gelaagd verhaal, dat ondanks de geïmproviseerde ontstaansgeschiedenis goed in elkaar steekt. Eind vorig jaar kwam de strip in eigen beheer uit: een veelbelovend albumdebuut.

Martijn van Santen – Werk in uitvoering
(Uitgeverij Stortbak)
€ 14,95

Deze recensie stond in Zone 5300#89.