Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Todd McFarlanes Spider-Man

Een van de tekenaars bij Marvel die altijd veel indruk op me heeft gemaakt is Todd McFarlane. Toen hij Amazing Spider-Man begon te tekenen bij nummer 298 (1988), leek het alsof hij uit het niets kwam, maar dat kwam vooral omdat ik de strips van The Incredible Hulk die hij daarvoor getekend had, nog niet kende.

webslingerend_mcfarlane
ASM #303. Illustratie: Todd McFarlane

McFarlanes benadering van Spider-Man was radicaal anders dan de tekenaars die hem voorgingen. De meeste van hen streven namelijk een zekere vorm van realiteit na, terwijl Todd gaat voor comic book expressionisme. Zijn stijl kent veel overdrijving en heeft soms karikaturistische trekjes. Spider-Man zag er daarvoor nog nooit zo spinachtig uit. En als McFarlane hem tekende schoot hij meters webdraden af. Vanuit een esthetisch oogpunt interessant, maar in de praktijk niet heel erg praktisch aangezien Parker nogal eens klaagt hoe duur het is om zijn webvloeistof te maken.

McFarlane zegt in een interview het volgende over zijn unieke benadering:

‘I felt we were now in the 1990s and it was time to update some of the characters that had originally been envisioned in the sixties or seventies. I looked at John Romita’s Spider-Man as a young fledging artist looks at Norman Rockwell. You can try to knock off Norman Rockwell, but you can’t win that fight. The best you can hope for is that people will compare you favourably with Rockwell. As much as I admired Romita, I didn’t want to be compared to him. A lot of artists tried to follow Romita when they did Spider-Man and they put a heavy emphasis on the word ‘man’. I decided to be different and focus on the word ‘Spider’. When Peter Parker put on his costume, I cheated on the anatomy and I cheated on the dynamics. I made the costume a little blacker and put a lot more webs on it, I drew the eyes a lot bigger. I wanted him to really look like a spider. On top of that, I also took Peter Parker and Mary Jane out of their 1968 wardrobes and into the kind of clothes people were actually wearing in the 1990s. It seemed more dramatic than it actually was, probably because up to that point everybody was loyal to the Romita look. No one was pushing the character forward because they were afraid of messing with an icon.’ Bron: Comics Creators on Spider-Man.

ASM #303. Illustratie: Todd McFarlane
ASM #303. Illustratie: Todd McFarlane

Een kwestie van speculeren

Spidey in een smoking. ASM #322.
Spidey in een smoking. ASM #322.

Het is interessant om McFarlane te horen vertellen over zijn tekenstijl, waarmee hij zichzelf mooi in de kaart speelde. McFarlanes Spidey was bijna meteen een fanfavoriet, waardoor hij een paar jaar na Amazing gedaan te hebben getekend (en geïnkt!) zijn eigen serie kreeg waarvoor hij ook zelf de verhalen mocht schrijven. Spider-Man #1 (1990) verkocht een gigantisch grote hoeveelheid, namelijk een kleine 3 miljoen exemplaren! Dat kwam niet alleen omdat iedereen zo dol was op McFarlane: beginjaren negentig had je de investeringsbubbel in comics. Verzamelaars lieten zich helemaal gek maken door het idee dat je veel geld kon verdienen met strips te sparen. (Iets waarvan Catawiki de kopers laatst ook van probeerde te overtuigen.) Uitgevers speelden hierop in door nieuwe series te beginnen zodat de speculanten nummers 1 konden kopen, ze brachten comics met speciale covers uit, verkochten strips in plastic zakjes… Het kon niet op. Verzamelaars kochten vaak meerdere exemplaren van dezelfde comic: eentje om te lezen en eentje om onaangeroerd te bewaren in de hoop deze later voor veel geld van de hand te kunnen doen. De verkoop steeg als in het begin als een tierelier om daarna als een kaartenhuis weer in elkaar te vallen. Want, ja, je kunt tegenwoordig 1 miljoen dollar krijgen voor een Action Comics #1 uit 1938 als deze in zeer goede staat verkeert, omdat die heel zeldzaam is. Probeer nu maar eens geld te verdienen aan jouw exemplaar van McFarlane’s Spider-Man #1 terwijl er nog 2.999.999 andere exemplaren in omloop zijn.

Dieptewerking
Maar ik dwaal af. McFarlane had een duidelijke reden om de dingen op zijn manier op papier te zetten. Neem bijvoorbeeld zijn manier van Spidey’s webdraden tekenen:

‘All I did was change the design of the webbing so that it was thicker and had more mass. I wanted to be able to wrap it around Spider-Man and create a foreground, a middle ground and a background. In comics, you’re dealing with a two-dimensional art form, and one of the things that John Romita taught me was that you create the illusion of depth by establishing as many different planes as you can. I’d put Spider-Man’s arm in front of his face to create depth, and then add another layer of depth by drawing the webbing in front of that. The traditional way of doing the webbing was drawing straight lines with these ‘X’s on it. The problem with that method was you couldn’t shoot the webbing out towards the reader because the ‘X’s just became bigger. All credibility went away. I changed the style of the webbing so that it worked when it was being shot directly into the reader’s face.’ Bron: Comics Creators on Spider-Man.

Wat Todd dus vooral probeerde te bewerkstellingen was dieptewerking in zijn tekeningen. En zijn methode werkt heel goed. Veel beter dan een 3D brilletje zou doen. Bekijk bijvoorbeeld de compositie van onderstaande plaatje maar eens goed. McFarlane maakt hier heel goed gebruik van dieptewerking en de standaard leesrichting om het verhaal te vertellen. Daarbij is aan het hoofd van the Tinkerer goed te zien dat Todd een voorkeur heeft voor expressionistische koppen.

ASM #310. Na jaren loopt Spidey the Tinkerer tegen het lijf.
ASM #310. Na jaren loopt Spidey the Tinkerer tegen het lijf.

McFarlanes stijl zal niet ieders smaak zijn, maar een ding is zeker: het was een compleet nieuwe manier om Spider-Man en zijn wereld te tekenen. Een stijl die veel navolging kreeg overigens. De stijl van Erik Larsen die Amazing Spider-Man van McFarlane overnam, is duidelijk schatplichtig aan die van McFarlane. Ook nam Larsen McFarlanes opvallende pagina-indeling over. Oudgediende Sal Buscema, op dat moment de tekenaar van Spectaculair Spider-Man, begon het Webhoofd in vergelijkbare poses als McFarlane te tekenen. Ook nam Buscema diens kostuumaanpassingen over en de meterslange webdraden.

Todd, die later met de strip Spawn goed geld zou verdienen, is ook belangrijk in het web van Spider-Man vanwege een andere creatie van zijn hand, namelijk: Venom. Maar daarover een andere keer meer.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Zonnende buurmeisjes

Net als de vorige aflevering van Spidey’s web blijven we nog even in zomerse sferen.

Deze grappige tekening is gemaakt door John Romita Sr. en stond in the Amazing Spider-Man annual #21 (1987). Precies, het nummer waarin Peter Parker en Mary Jane Watson met elkaar trouwen. Maar over dat huwelijk hebben we het een andere keer.

romita_spidey_mj

Gelukkig is deze illustratie niet kenmerkend voor het huwelijk dat Peter en Mary Jane hadden. Mocht jouw relatie er wel op lijken, dan heb ik medelijden met je.

Maar goed, over naar de orde van de dag. Deze post heet zonnende buurmeisjes, dus laten we het daar eens over hebben.

Lazen we de vorige keer over hoe Peters zonaanbidding verkeerd afliep, in de tijd dat Peter in het appartement aan 410 Chelsea Street woonde, heeft hij wel vaker last gehad van dit fenomeen, ware het niet dat dit vooral belichaamd werd door zijn drie buurmeisjes Randi, Candi en Bambi. Deze aantrekkelijke dames bruinden hun slanke lichamen graag op het dak van het pand. Een probleem voor Spider-Man, want die kwam zijn huis graag via het dakraam binnen. Dus wat te doen als de dames weer eens liggen te bakken terwijl Spidey naar binnen wil? Schrijver Tom DeFalco bedacht een aardige oplossing:

ASM-271-zonnebaden1

Toch waren Candi, Bambi en Randi volgens mij geen verkeerde buren om te hebben. Ze zijn in ieder geval een stuk vrolijker en leuker dan Peters hospita Mrs. Muggins. Meteen op de volgende bladzijde maakt DeFalco het contrast tussen hen duidelijk:

ASM-271-zonnebaden2

Je gaat je na deze scène toch afvragen Mrs. Muggins en J. Jonah Jameson geen familie van elkaar zijn.

Saillant detail: aan de indeling van de tweede pagina kun je goed zien dat Ron Frenz bij dit verhaal nog vasthoudt aan de stijl van Steve Ditko, met veel vertikale kaders op één pagina.

Amazing Spider-Man #271 (1985).Tekst: Tom DeFalco. Tekeningen: Ron Frenz. Inkt: Joe Rubinstein.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Een aangebrand webhoofd

Als ik uit mijn raam kijk zie ik de groene zone van het Westerpark vol liggen met meisjes in bikini en bezwete mannen in ontbloot bovenlijf. Een zomerse aflevering van Spidey’s web lijkt me daarom wel op zijn plaats.

Iedereen kent het Vrijheidsbeeld in New York wel, maar niet iedereen zal weten dat het een van Spidey’s favoriete plekken is om na te denken. Ook is het de plek waar hij en the Human Torch vaak afspreken.

Dat zien we niet veel: Peter Parker op het strand.
Dat zien we niet veel: Peter Parker op het strand.

WSM-028-parker-sunburnedIn Web of Spider-Man #28 (1987) blijkt dat Peter de neiging heeft om zijn kleding wel eens achter te laten in het bovenste gedeelte van de Toorts en als hij deze op een avond komt ophalen, wordt deze net weggevoerd door een helikopter. Een slechte zaak: want behalve zijn kleding en identiteitsbewijs had Peter dit keer ook een kapotte webschieter achtergelaten. Een beetje slimme snuiter legt het verband tussen Parker en Spider-Man. De Toorts wordt verscheept naar Pasadena in Californië om te schitteren in een parade. Dus reist Peter daar naartoe om er een fotoreportage voor The Daily Bugle over te maken en meteen zijn kleding op te halen. Californië is natuurlijk de staat vol filmsterren en lange stranden langs de oceaan. Omdat hij toch nog niet bij de Toorts terecht kan, bezoekt Peter het strand en al zonnend valt hij in diepe slaap. Als hij vijf uur later wakker gemaakt wordt, is hij heel naar verbrand.

Zo rood als een kreeft en vol met lichamelijk ongemak trekt hij zijn Spidey-pak aan en gaat naar de Toorts. Iedere beweging die hij maakt doet zeer. Je begrijpt dat Peters humeur er niet beter op wordt als blijkt dat een verveeld rijkeluigroepje de Toorts probeert te stelen om aandacht te vragen voor de slechte bestaansomstandigheden van de avocadokwekers. Iedere beweging doet hem pijn en dat beïnvloedt zijn behendigheid aanzienlijk.

WSM-028-spidey-in-action

De snoodaards zien kans de Toorts op een truck te laden en weg te rijden. Spidey volgt hen op het dak van een van hun auto’s. Hershel, de leider van het stelletje ongeregeld, veroorzaakt een verkeersongeluk waardoor de Toorts losraakt, gelanceerd wordt en op de auto terechtkomt waarop Spidey zit – die het zware geval maar net kan ontwijken.

Als Spidey de Toorts inspecteert, komt de auto, die niet op de handrem is gezet, plotseling in beweging. Door het gewicht van de Toorts rijdt deze met volle vaart recht op een stadsbus af.

WSM-028-spidey-in-action2

Met veel pijn en moeite weet Spidey een webnet te spannen over de straat waardoor de auto langzaam maar zeker snelheid verliest en een botsing voorkomen kan worden.

Uiteindelijk blijkt alle moeite voor niets te zijn: als Spidey zijn kleding uit de Toorts wil halen, blijkt dat dit niet de echte is. Zijn kleding zit er dus ook niet bij, want die zitten in de Toorts die gewoon voor restauratie zit te wachten in een loods in New York.

Natuurlijk is dit verhaal van Bob Layton vooral geschreven om de lachspieren te stimuleren. Het uitschakelen van de derderangs schurken zou normaliter geen probleem voor Spider-Man zijn. Ook hun motivatie om de toorts te stelen lijkt uit de lucht geplukt en dat is het ook: Hershel, de leider wil de toorts voor 7 miljoen aan een zakenman verkopen. Helemaal logisch is Laytons verhaal niet, want het is een raar idee dat Peter zijn burgerkleding in de Toorts zou achterlaten. Aangezien het Vrijheidsbeeld op Liberty Island staat en hij eerst de veerboot moet nemen om er te komen, is het helemaal niet logisch om zich daar om te kleden en zijn kleren achter te laten. Layton had daar iets beter over na kunnen denken. Het is overigens zijn tweede Spider-Man-verhaal waarin de mogelijke ontdekking van het Webhoofds geheime identiteit een rol speelt. (Zie: Het ware gezicht van Peter Parker?)

Wat kunnen we nu van dit Spider-Man avontuur leren? Altijd zonnebrand gebruiken als je in de zon gaat liggen, want doordat je het weet moet je met je verbande lijf een stelletje randdebielen tegenhouden die een monument willen stelen. En misschien kun je als spinnetje beter helemaal niet op het strand komen.

Web of Spider-Man #28 (1987)
Tekst: Bob Layton. Tekeningen: Steve Geiger. Inkt: Vince Colletta.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Peter Parker, de spectaculaire kleermaker

Aangezien de Amsterdam Fashion week weer bijna ten einde is en ik niets met mode heb, zoek ik ook deze week mijn heil in Spider-Man-comics. Hoewel Peter Parker nog nooit door iemand gezien is als mode-icoon, is het Spider-Man-kostuum dat hij draagt een fashion-statement op zich.

Sterker nog: toen Steve Ditko Spider-Man ontwierp op de tekentafel maakte hij een visueel in het oogspringend, mysterieus en tijdloos ontwerp. Het rood-blauwe Spider-Man-kostuum met het webmotief is een van de dingen die deze superheld zo aantrekkelijk maakt. Ik vind het dan ook een van de mooiste superheldenkostuums ooit ontworpen.

En dan te bedenken dat Peter Parker deze in één plaatje bedacht en in elkaar naaide in Amazing Fantasy #15 (zie deze aflevering van Spidey’s web.) Geniaal mannetje die Parker.

Een paar jaar later in Amazing Spider-Man #231 (Augustus 1982) tonen schrijver Roger Stern en tekenaar John Romita Jr. dat het wel wat meer moeite kost om zo’n kostuum te maken.

ASM-231-kleermaker1

ASM-231-kleermaker2

Wat ik in het bijzonder leuk vind aan deze scène is hoe trots Peter is op zijn noeste arbeid. En hoe Peter, al ware hij een model, zijn kostuum in de spiegel aan de wereld demonstreert. Eerlijk gezegd heb ik een dergelijke scène nog nooit bij andere superhelden gezien.

Goed, Iron Man ontwierp en maakte zijn eigen harnas. Da’s ook tof natuurlijk. En in het Marvel Universum is Melvin Potter de man om te bezoeken als je een kostuum nodig hebt. Maar Peter Parker, de renaissanceman met de spinnenkracht, naait gewoon zijn eigen kostuum in elkaar.

Mijn Spidey-kostuum
Ik kan me nog heel goed het moment herinneren dat ik deze comic kocht in de Nederlandse versie van De Spektakulaire Spiderman # 43 (1983). Ik moet een jaar of tien geweest zijn. Spider-Man kende ik al een paar jaar en wanneer ik weer wat zakgeld had gespaard, ging ik naar stripwinkel het Gele Teken in Hoorn om tweedehands Spidey-comics te kopen. De Nederlandse inderdaad, want eind jaren tachtig kon je nog bijna niet aan Amerikaanse comics komen. Voor één gulden vijftig kon je een exemplaar kopen. Veel zakgeld had ik niet, dus ik kocht altijd de strip die me op dat moment het meeste aantrok. Vaak was een bepaalde tekenaar of de schurk tegen wie Spider-Man het moest opnemen doorslaggevend. (Pas later sloeg de verzamelkoorts bij mij toe en wilde ik gewoon de hele reeks compleet hebben.)

michael_spidermankostuum2Omdat ik graag een Spider-Man-kostuum wilde hebben voor carnaval, kocht ik op een druilerige donderdagmiddag deze specifieke comic omdat ik vond dat je hierin goed kon zien hoe Peter zijn kostuum maakte en hoe het eruit zag. (De eerdere aangeschafte fotocover was eigenlijk een nog beter voorbeeld.) Mijn moeder en mijn vaders vriendin (voordat je gekke dingen gaat denken: mijn ouders waren toen al gescheiden) hebben samen aan dat kostuum gewerkt. Zij het dat ze allebei een deel van het maakproces voor hun rekening namen en niet in één ruimte samenwerkten.

Het resultaat is zoals je kunt zien echte huis-tuin-en-keukenkunstnijverheid: als basis gebruikten we een blauwe pyjama waar de rode stukken stof op werden genaaid. Het webpatroon hebben we er met een dikke zwarte stift op getekend. Voor het masker gebruikten we het uitgeknipte broekje van een maillot.

Ik geef toe dat het resultaat niet zo indrukwekkend was als het kostuum uit de strips, maar ik was er toen maar wat blij mee.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Mans grootste fan

ASM #248. Cover door John Romita Jr.
ASM #248. Cover door John Romita Jr.

De negenjarige Timothy Harrison is een enorme Spider-Man-fan.

In een oude hutkoffer onder zijn bed bewaart hij zijn verzameling memorabilia: plakboeken met krantenknipsels en filmfragmenten van Spidey’s vroege televisieoptredens. In een glazenpotje waar andere kinderen misschien insecten in bewaren, zitten vijf kogels die Timothy uit een muur van een bankgebouw in Forrest Hills heeft gehaald: deze werden door bankovervallers op het Webhoofd gelost toen hij ze tegenhield.

Als de jonge verzamelaar en zijn collectie ter sprake komen in de rubriek ‘Conover’s corner’ in the Daily Bugle, en Tim daarin uitroept dat hij niets liever in het leven wil dan Spider-Man eens te ontmoeten, besluit het Webhoofd zijn grootste fan een bezoekje te brengen. Op een avond maakt hij de jonge Harrison wakker. De roodharige jongen lacht blijverrast als hij zijn grote held van het plafond op de vloer ziet springen. Enthousiast haalt Tim zijn verzameling tevoorschijn om die aan Spidey te laten zien.

Natuurlijk wil de jongen weten hoe de superheld aan zijn krachten kwam. Spidey komt naast hem op bed zitten en vertelt dat hij zijn krachten per ongeluk heeft gekregen. (Hoe dat is gegaan is in een vorige Spidey’s web te lezen.)

ASM-248-spidersense

Ook wil Timothy weten waarom Spidey ervoor koos om zijn showbizz-carrière in te leveren voor die van de misdaadbestrijder. Peter vertelt hem over hoe zijn nalatigheid ervoor zorgde dat een inbreker die hij liet gaan, later ‘iemand die hem dicht naar het hart stond’ vermoordde. Natuurlijk vertelt hij er niet bij dat het slachtoffer zijn Oom Ben was om zijn geheime identiteit te beschermen, maar terugdenkend aan hoe hij zijn oom heeft gefaald verzucht Spidey dat Tim misschien beter iemand anders als held had kunnen kiezen, zegt de negenjarige vermanend dat Spider-Man niet zo hard voor zichzelf moet zijn. ‘I know you messed up, but at least you tried to make up for it.’

Ze praten nog wat meer en als later op het punt staat te vertrekken, stelt Tim de vraag die op zijn lippen brandt. Hij wil weten wie het Webhoofd onder het masker is. Spidey vertelt hem dat hij zijn geheime identiteit niet kan prijsgeven. Als mensen zouden weten wie hij werkelijk was, zouden zijn vrienden gevaarlopen.  ‘I know,’ begint Tim. ‘But I’d never tell another soul that I knew, long as I lived.. honest!’ Spider-Man staart uit het raam en neemt een beslissing. Hij onthult wie hij werkelijk is:

ASM-248-onthulling

Dat Peter jarenlang geld verdient met het verkopen van Spider-Man-foto’s aan J. Jonah Jameson, vindt Tim een goede grap, de hoofdredacteur en uitgever van the Daily Bugle haat Spider-Man met heel zijn hart en betaalt zijn vijand dus om foto’s van zichzelf te nemen. ‘Boy, that’s great! I wish we could tell him!’ Maar dat kan natuurlijk niet en Peter wijst hem er nogmaals op dat zijn identiteit geheim moet blijven. De jongen begrijpt het en als Peter hem bij het afscheid omhelst zegt hij dat ze vrienden zijn. ‘Buddies to the end!’ Peter moet hierdoor een traantje wegpinken en als hij door het raam naar buiten slingert en op de muur van de tuin landt, zien we waarom. Tim is patiënt in een kliniek voor kankerpatiënten. Hij lijdt aan leukemie en heeft nog maar een paar weken te leven. Dat is de reden waarom Spider-Man zijn fan bezocht, om de hartenwens van een stervend kind in vervulling te laten gaan en waarom hij het erop waagt om zijn ware gezicht te laten zien.

The Kid Who Collects Spider-Man! is een kort verhaal geschreven door Roger Stern en getekend door Ron Frenz. Het verhaal is in Amazing Spider-Man #248 (1984) gepubliceerd en staat bekend als een van de klassieke Spider-Man-verhalen. Opmerkelijk is natuurlijk dat het niet gaat om een gevecht tussen Spider-Man en een of andere schurk, het is een mooi, dramatisch verhaal over de passie die een kind kan hebben voor Spider-Man. Timothy Harrison is een echte Spider-Man-fan die de levenswandel van het Webhoofd nauwlettend in de gaten houdt. In dat opzicht staat Tim model voor alle lezers die met plezier (en bewondering?) de avonturen van het Webhoofd volgen. Ik herken mezelf daar ook in.

Daarnaast is The Kid Who Collects Spider-Man! ook een mooie introductie van deze stripheld: de lezer komt te weten wie Spider-Man is, wat zijn krachten zijn en waarom hij doet wat hij doet.

Frenz na Ditko
Tekenaar Ron Frenz (daar is ie weer) beschouwt dit verhaal, dat zijn eerste bijdrage aan Amazing Spider-Man was, een de hoogtepunten van zijn carrière. Heel bewust heeft hij in de stijl van Steve Ditko getekend. Ditko is de man die Spider-Man zijn fysieke vorm gaf en het kostuum ontwierp. ‘I remember I pulled out all my old Ditko reference because I somehow felt that the kid was talking about the classic Ditko Spider-Man.’

Zodra Frenz de vaste tekenaar werd van Amazing, hield hij erg vast aan de Ditko-stijl. Hij nam zelfs diens pagina layout over: Frenz tekende veel pagina’s met negen vertikale panels. Later tekende hij zijn Spidey-verhalen meer in een eigen stijl:

‘Whenever I start on a new character, I pull out everything that’s ever been done on him. Even though I was always more of a Romita than a Ditko fan, I went back and studied Ditko when I got on Spider-Man. Steve did a lot of nine-panel pages. It was something that helped establish te character so I thought I should try it. I wanted to bring Spider-Man back to his roots. If you look closely, you’ll see how the way I visually interpret the character evolves during the course of [the] run. By the end, I was doing my own style, which tends to be more like Romita and John Buscema.
(uit: Comic Creator’s on Spider-Man, Titan Books, 2004).

ASM_010_ditkoDat Frenz goed naar Ditko heeft gekeken is goed te zien als je bijvoorbeeld dit plaatje van Peter Parker uit Amazing Spider-Man #10 vergelijkt met het plaatje hierboven waarin Peter zijn masker afdoet.

Wat ik vooral grappig vind aan het feit dat Frenz Ditko imiteerde is dat ik als beginnend Spider-Man-lezer dol was op het werk van Frenz, maar toen ik een paar jaar later voor het eerst het werk van Ditko onder ogen kreeg, daar nog niet erg van onder de indruk was. Hoe dat precies zit, vertel ik je een volgende keer.

Categorieën
Bloggen

De verleiding van het witte canvas 4

Bloggen omdat je het leuk vindt. Zonder je zorgen te maken over de statistieken, zonder na te denken over ‘je’ doelgroep. Zonder je zorgen te maken of het wel binnen je thema past. Toffer kan het niet.

Allen Ginsberg.
Allen Ginsberg.

Bloggen over bloggen doe ik tegenwoordig zo min mogelijk. Voordat je het weet ben je als een marathonloper die de hele tijd praat over hardlopen, maar ondertussen geen stap meer vooruit zet. Als je al een tijd bezig bent met online publiceren, moet je er niet meer te veel over nadenken, bloggen moet je gewoon doen.

Omdat ik donderdag 11 juli op de School voor Journalistiek weer gastcollege bloggen geef, zit ik er deze week toch weer over na te denken. Als ik in een sombere bui ben, dan vraag ik me af waar ik eigelijk voor blog. Wie leest al die posts nu eigenlijk? Het is zomer dus de bezoekerscijfers lopen terug: mensen liggen liever op de spreekwoordelijke barbecue dan dat ze achter een monitor stukken zitten te lezen.

Tumblr
En Tumblr, wat heeft dat eigenlijk voor zin? Een beetje met z’n allen plaatjes van anderen herbloggen….

Tumblr heeft zin als je zelf visuele dingen maakt: foto’s, ontwerpen of tekeningen. Als je veel volgers hebt die je werk herbloggen, kun je potentieel een groot publiek bereiken. Of daar dan vervolgens opdrachten uit voortvloeien is een tweede, maar ondertussen ben je jezelf goed aan het promoten.

Een jaar geleden begon ik een Tumblr mijzelf aan internationale stripnetwerken te voegen. In het Engels bloggen, beeldmateriaal van stripmakers onder de aandacht brengen. Dat soort dingen.

In de praktijk blijkt al snel dat veel Tumblr-gebruikers niet verder kijken dan hun dashboard en dus niet direct je blog bezoeken. Daarom is het belangrijk dat je iets publiceert op het moment dat veel van de mensen in je netwerk online zijn, anders missen ze het. Een beetje zo onhandig als de tijdlijn van Facebook.

Ik schrijf geregeld Engelstalige recensies voor de site van de American Book Center. Die wilde ik oorspronkelijk alleen op mijn Tumblr zetten maar toen bedacht ik: waarom eigenlijk een aparte Tumblr daarvoor aanmaken, ik kan die teksten net zo goed op mijn hoofdblog MichaelMinneboo.nl plaatsen. Engelstalige googlers komen er dan vanzelf. Waarom zou je niet meertalig bloggen op één blog?

En na een paar maanden bloggen op Tumblr is dat platform naar mijn mening toch niet gericht op lange teksten, maar lijkt Tumblr vooral gericht op het doorgeven van beeldmateriaal en geinige video’s. Om elkaar te inspireren of om voor jezelf een digitaal archief bij te houden.

Doelgroepen
En mooi beeldmateriaal bloggen kan eigenlijk ook gewoon op MM.nl. (De Tumblr-manier van bloggen heeft me in dat opzicht wel weer nieuwe ideeën gegeven voor dit blog.) Je kunt natuurlijk voor allerlei dingen een nieuw blog in het leven roepen, en niemand houdt je tegen om dat te doen, maar je kunt ook gewoon alles op één plek knallen.

Al heeft thematisch bloggen zo zijn voordelen: mensen weten wat ze op je blog kunnen verwachten en je bindt op die manier een vast groep geïnteresseerden aan je publicatieplek.

Soms kost thematisch bloggen ook bezoekers: sinds ik mijn focus vooral op het beeldverhaal heb gelegd en nog maar weinig persoonlijk blog, ben ik wat lezers kwijtgeraakt. Maar daar zijn anderen voor in de plaats gekomen, namelijk stripliefhebbers.

Potéto, potato…

Fun, fun, fun!
spidey-met-krant_webWaarom heb ik vandaag weer een paar posts op Tumblr gezet? Omdat ik er zin in had. Geen rekeninghoudend met het feit dat het prachtig weer is en er dus weinig mensen online zullen zijn. En als er dan een plaatje van me geherblogd of geliket wordt, vind ik dat erg leuk. Zo niet, dan niet. De lol zit hem vooral in het indrukken van de publish-knop. Zo simpel is het eigenlijk.

Lol hebben in het bloggen, dat is tegenwoordig mijn grootste drijfveer. Daarom ben ik met Spidey’s web begonnen een paar weken geleden. Bloggen an sich trok me niet meer zo, todat ik mezelf de vraag stelde waar ik nu eens echt over zou willen schrijven. Spider-Man was het antwoord. Als ik nooit meer een ander stuk online zou publiceren (los van mijn opdrachtwerk voor de VPRO Gids etc.) dan zou ik nog altijd over Spider-Man willen blijven schrijven.

Er is een bekend schrijverscredo: write what you know. Helemaal waar. En voeg daaraan toe: write what you love. Bingo. Je zit nooit meer om een onderwerp verlegen en je houdt altijd zin om te bloggen.

 

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Man in Schotland

De Amerikaanse illustrator Charles Vess (Lynchburg, Virginia,1951) is gespecialiseerd in het tekenen van fantasy-verhalen, mythes en sprookjes. Striplezers kennen hem wellicht van het werk dat hij met schrijver Neil Gaiman maakte (de Sandman-reeks en Stardust). Toen Vess in september 1982 voor het eerst de hooglanden van Schotland bezocht ging er een belangrijke wens voor hem in vervulling. Dit was het landschap dat hij al jaren op papier bestudeerd had en nu wandelde hij er zelf door: een magisch landschap dat Vess in prachtige tekeningen zou vastleggen.

spirits_ot_earth_vess_4Wat heeft dit met Spider-Man te maken, vraag je je wellicht af. In de jaren tachtig heeft Vess een paar Spider-Man-verhalen getekend, ook illustreerde hij enkele covers van de verschillende Spider-Man-series én hij schreef en tekende de graphic novel Spirits of the Earth (1990). In dit verhaal bracht hij Spider-Man en zijn fascinatie voor de Schotse hooglanden samen.

Hellfire Club
In Spirits of the Earth reizen Peter Parker en zijn nieuwbakken vrouw Mary Jane af naar een klein dorpje in de Schotse Hooglanden. Mary Jane heeft van een tante namelijk een klein huisje geërfd en er moeten wat zaken worden afgehandeld. Al snel blijkt dat de kleine gemeenschap in rep en roer is vanwege een stel geestverschijningen. Deze verschijningen vallen niet toevallig samen met de plannen van een projectontwikkelaar die wil dat de bewoners hun grond verkopen.

In de herberg vernemen Peter en Mary Jane dat de kleinzoon van lord Hugh Munro is ontvoerd. Men denkt dat de feeën erachter zitten, want die willen de bewoners verdrijven. Mairi, de plaatselijke toverkol, beweert echter dat de feeën allang zijn vertrokken. Uiteraard gaat Spidey op onderzoek uit en hij komt inderdaad spoken tegen die de Schotse nacht onveilig maken. Uiteindelijk blijken dit geen ‘echte spoken’ te zijn maar hologrammen opwekt door leden van de Hellfire Club. Want in de grotten onder het kasteel van Sir Hugh blijkt een groot kristal te zitten, een krachtige bron die de Hellfire Club wil delven en inzetten om wapens van energie te voorzien die overal ter wereld ingezet kunnen worden.

spirits_ot_earth_vess_2

De ambitieuze neef van Sir Hugh, Angus, die eerder Mary Jane al probeerde aan te randen in de keuken van de herberg, heeft dit kristal ontdekt en hoopt met deze missie opgenomen te worden als lid van de huidige incarnatie van de Hellfire Club. In het verleden was een voorvader van Angus een van de oprichters van de oorspronkelijke Hellfire Club.

De grot onder het kasteel met het gigantische kirstal als het decor waarin Spider-Man het tegen de soldaten van de Hellfire Club opneemt doet heel James Bond aan. Voor het eerst sinds Spidey in Schotland is aangekomen is lijkt hij in zijn element, want eerder bleek dat hij eigenlijk niet thuishoort in de Hooglanden. Niet alleen valt dat rood-blauwe kostuum erg op in het groene landschap, met al die lage huisjes en kale heuvels kun je ook nergens lekker aan webslingeren. Je hebt daar dus weinig aan spinnenkrachten.

Frankenstein
Er is een prachtige scène waarin de dorpsbewoners de kerk uitkomen. Ze hebben zojuist vergaderd over het wel of niet verkopen van de grond aan projectontwikkelaars. Opeens verlicht een leger spookachtige ruiters de avondlucht, waardoor de bewoners Spider-Man op het dak van de kerk zien zitten. Ze denken, wat naïef wellicht maar goed, dat ze met een heuse demon te maken hebben. De bewoners jagen het Webhoofd op alsof hij het Monster van Frankenstein is. (De scène lijkt een hommage aan dit beroemde horrorverhaal te zijn, want daarin wordt het Monster ook verjaagd door een stel woedende dorpsbewoners, al dragen ze in Schotland geen brandende fakkels). Spidey springt van huis naar huis maar kan door de lage bebouwing en de lage bomen niet wegslingeren. Wanneer hij zachtjes over een kudde koeien probeert te stappen die op straat ligt te slapen, stapt hij per ongeluk op een staart. Door het geloei van dat beest weten zijn achtervolgers waar Spidey is. Onze opgejaagde held klimt in een boom waar de dorpsbewoners zich dreigend onder verzamelen om de demon te stenigen. Gelukkig weet wijze vrouw Mairi hen tot kalmte te bedaren.

spirits_ot_earth_vess_1

In Spirits of the Earth komen mijn passies voor Schotland en Spider-Man samen. Maar wat dit verhaal vooral interessant maakt is dat het Webhoofd niet in zijn natuurlijke habitat verkeert. Spider-Man hoort net zo goed bij New York als de gele taxi’s die daar het straatbeeld bepalen en functioneert anders wanneer hij geen wolkenkrabbers om zich heen heeft om aan te webslingeren of om op te muurkruipen. Dit illustreert Vess heel goed door het verhaal in de Big Apple te laten beginnen: Spidey slingert door New York en schakelt een paar tasjesdieven uit. Een clichématige scène die vooral het grote contrast tussen de twee locaties in het verhaal duidelijk moet maken, waarin Spidey dus op de ene plek thuishoort en op de andere zich als een vis uit het water voelt.

Er zijn wel meer verhalen in de loop der jaren geschreven waarin Spidey compleet uit zijn element is. Van avonturen met the Fantastic Four en Doctor Strange in andere dimensies als the Negative Zone, Spidey in space en Spidey in een voorstad van New York. Vaak zorgen deze misplaatsingen van het Webhoofd voor grappige momenten.

Overigens is Spirits of the Earth als verhaal niet geheel perfect. Je kunt op je vingers natellen dat de dorpsbewoners wel snappen dat de komst van Spider-Man en Peter Parker in het dorp geen toeval kan zijn. Ook duurt het relatief lang voordat Peter concludeert dat de spoken hologrammen zijn, vooral omdat zijn instinct hem bij de eerste confrontatie al niet waarschuwt voor gevaar. Maar goed, los daarvan is Spirits of the Earth zeker het lezen waard, alleen al vanwege de prachtige illustraties van Vess.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Het ware gezicht van Peter Parker?

Enkele Marvel Comics uit de jaren tachtig hebben geen illustratie maar een foto op de cover staan. Deze van Amazing Spider-Man #262 (maart 1985) is voor zover ik weet de enige fotocover van deze 700-nummers tellende reeks.

Op de foto zien we acteur/stuntman Scott Leva die poseert als Peter Parker die betrapt wordt door een fotograaf als hij zich aan het omkleden is.
amazingspider-man262

Leva trad in die tijd op als Spider-Man voor fotoshoots en openbare gelegenheden als stripbeurzen. Hij was ook een tijdje in de running om Peter Parker te spelen in een heuse Spider-Man-film die geproduceerd zou worden door Canon film. Er werden wat testfoto’s van Leva als Peter Parker gemaakt die zo grappig zijn dat ik ze je niet wil onthouden. Maar de film is er nooit gekomen.  Een weinigzeggende teaser is er nog van op YouTube te zien. (Meer over dit project kun je hier lezen.)

leva_spider-man1

De coverfoto is genomen door Eliot Brown, maar het idee kwam editor-in-chief Jim Shooter. Bob Layton, die de strip schreef en tekende, zegt hierover:

‘As far as the photo cover goes, I have to credit Jim Shooter for the original idea. Photo covers were a pet project for him and he approached Eliot and me about doing one for my fill-in project. By the way, I actually penciled a version of it, just in case the photo cover was a bust. Check out that unused art for the cover for #262 on the right.’

leva_spider-man2

In een Flits! ben je het haasje
In het verhaal Trade Secret in ASM #262 is Peter Parker op het vliegveld om foto’s te nemen van President Reagan voor the Daily Bugle. Louche fotograaf D.J. Jones heeft dezelfde opdracht. Dat hij niet zuiver op de graad is blijkt al in de introductiescène: Jones loopt per ongeluk tegen een vrouw op en terwijl hij heel behulpzaam de spullen die uit haar tas zijn gevallen opraapt, steekt hij haar portemonnee in zijn eigen zak. Als hij een bagage opslagkamer binnenloopt om het geld op te bergen ziet hij tot zijn verbazing Spider-Man half omgekleed staan. Parker is al een paar dagen op de been en heeft daarom zijn tintelende instinkt niet opgemerkt die hem waarschuwde voor deze ongenodigde gast. Instinctief schiet Jones een foto en vlucht weg.

ASM-262-betrapt

Hij weet te ontsnappen door een bagagekarretje richting een bus vol passagiers te laten rijden. Spider-Man kan de botsing voorkomen, maar ondertussen is de fotograaf al uit beeld.

De foto’s van Spider-Mans ware gezicht kunnen het Peter Parker erg moeilijk maken. Wat als Jones die foto verkoopt aan de krant? Er is vast iemand die Peter Parker zal herkennen. Zijn Tante May zou het niet overleven dat haar neefje die nare crimineel Spider-Man is.

Jones probeert zijn foto’s te verkopen aan de onderwereld en kondigt in een bar aan dat hij Spider-Mans ware identiteit kent en deze informatie voor één miljoen dollar graag deelt. De aanwezige criminelen geloven hem niet en gooien hem op straat. Daarna wordt hij door hen naar zijn huis gevolgd waar ze hem dreigen te vermoorden als hij de informatie niet aan ze geeft. Onze vriend Peter Parker heeft inmiddels achterhaald wie zijn foto heeft genomen en arriveert op dat moment net bij de woning van Jones.

Het is dus aan Spider-Man om Jones’ vege lijf te redden. Terwijl Parker met de onderwereldfiguren vecht, roept hij dat hij hierna wraak zal nemen op Jones om hem te straffen voor zijn nieuwsgierigheid.

Jones denkt dat Spidey hem gaat vermoorden en overhandigt hem uiteindelijk de negatieven. Parkers geheim is weer veilig, want de kans dat Jones hem ooit nog tegenkomt in een stad waarin meer dan acht miljoen mensen wonen is immers zeer gering.

ASM-262-bedreigd

Trade Secret van Bob Layton (die in de jaren tachtig veel Iron Man-strips maakte) is een aardig tussendoortje met een interessant uitgangspunt. Het is de fotocover die deze comic extra bijzonder maakt.

Spidey-kostuum
Ik kan me het moment dat ik de comic in de schappen van stripwinkel het Gele Teken vond nog goed herinneren. Ik was een jaar of elf en kocht zo nu en dan tweedehands Juniorpress comics die toen ruim voorradig waren. Een echte verzamelaar was ik nog niet: ik kocht een strip als die me interessant leek, ik was niet bezig de hele Spider-Man-serie compleet te krijgen. Daar begon ik later mee. Deze cover trok in het bijzonder mijn aandacht omdat ik graag een eigen Spider-Man-pak wilde hebben voor carnaval en hierop goed te zien was hoe die eruit moest komen te zien.

Zeldzaam
Fotocovers zijn overigens een zeldzaamheid in het Marvel universum. Behalve deze Spidey-cover heeft Marvel Team-up #128 (april 1983) er eentje met Spidey (gestalte gegeven door letteraar John Morelli) en Captain America (tekenaar Joe Jusko). Ook Spiderwoman #50, Dazzler #21 en nummers van The Marvel Fumetti Book kregen fotocovers. Tegenwoordig zie je ze wel eens voorbijkomen in preludes van de Marvel-films zoals Avengers, waarop foto’s uit de film staan.

Maar nog even terugblikkend op de foto van Amazing Spider-Man #262. Leva’s gezicht heeft wel iets weg van Peter Parker, maar of hij ook daadwerkelijk een goede vertolker zou zijn geweest van de sympathieke superheld valt nog te bezien. Aangezien het nog jaren zou duren voordat er een Spider-Manf-film zou komen en Toby Maguire daarin de hoofdrol vertolkte, zullen we nooit weten of Leva het ware gezicht van Peter Parker zou zijn geweest.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Hoe Peter Spider-Man werd

Sommige mensen doen er een heel leven over om volwassen te worden. De een groeit op met stuipen, de ander met grote sprongen of geleidelijk. In wezen groeit Peter Parker in 11 pagina’s op, namelijk de lengte van het verhaal waarin Spider-Man zijn debuut maakt. Voor Peter is één moment cruciaal in de reis naar volwassenwording, namelijk de dood van zijn Oom Ben.

Spider-Man zag in 1962 het levenslicht in de comic Amazing Fantasy #15 en is het geesteskind van schrijver Stan Lee en tekenaar Steve Ditko. Het verhaal verscheen als een afterthought van Lee. Hij wilde dit verhaal graag publiceren, maar zijn baas Martin Goodman zag het hele Spider-Man gedoe niet zo zitten. Lee heeft het toen stiekem in het laatste nummer van Amazing Fantasy gestopt, want een serie die ophoudt, kun je geen kwaad meer doen. Amazing Fantasy was een comicreeks waarin verschillende korte verhalen stonden, wat de geringe lengte van de origin story kan verklaren, die zoals gezegd slechts 11 pagina’s bevat. Maar met die 11 pagina’s schreven Lee en Ditko superheldengeschiedenis. Laten we er eens goed naar kijken.

Spider-Man is het verhaal van de wees Peter Parker, die liefdevol door zijn Oom Ben en Tante May wordt opgevoed totdat het leven een tragische wending neemt.

Lee vertelt het verhaal nogal schetsmatig: scènes duren slechts enkele plaatjes of zelfs één plaatje – alleen het nodige wordt verteld. Tegenwoordig is de vertelling in comics wel iets anders. Er worden minder plaatjes gebruikt per pagina, waardoor er per aflevering ook minder gebeurt.

amazing-fantasy-15-01

De eerste scènes zijn puur expositie, een introductie van het personage. In slechts vijf korte scènes wordt duidelijk dat Peter Parker gewaardeerd wordt door zijn oom, tante en leraren, maar dat hij een sociale outcast is als het gaat om zijn klasgenoten. Hij wordt door hen bestempeld als boekenwurm en ziet er ook zo uit: hij draagt een bril, een vestje en een das; dikwijls draagt hij studieboeken onder zijn arm.

Wanneer Peter een wetenschappelijke demonstratie bezoekt, komt er een klein spinnetje tussen de radioactieve straling terecht. Voordat deze sterft, spring hij op Peters hand en bijt hem. Peter voelt zich onwel en loopt verdwaasd naar buiten. Daar wordt hij bijna aangereden door een auto, maar de tiener weet net op tijd weg te springen. Uit pure reflex kruipt hij langs een muur omhoog. Als Peter het dak bereikt, grijpt hij zich vast aan een stalen pijp die hij met gemak verkreukelt door zijn nieuwverworven speciale kracht. Al snel legt Peter het verband tussen de spinnenbeet en deze krachten. Heel snel en kort legt Lee dus uit wat Peters nieuwe krachten zijn.

amazing-fantasy-15-03

Als Peter even later langs een worstelring loopt ziet hij dat er honderd dollar betaald wordt aan iedereen die het drie minuten in de ring tegen Crusher Hogan durft op te nemen. Dit lijkt Peter een mooie kans om zijn krachten te testen. Thuis kleedt hij zich om: hij draagt een masker voor het geval dat hij verslagen wordt, want hij wil niet langer worden uitgelachen. Peter springt in de ring en weet Crushers aanval te ontwijken. Hij pakt de worstelaar beet en neemt hem mee naar de nok van de tent. Het publiek is enthousiast en een televisieproducent belooft van hem een ster te maken. In de volgende scène naait Peter een kostuum in elkaar, ontwerpt hij webvloeistof met bijbehorende webschieters en bedenkt hij de naam Spider-Man. Dat dit allemaal heel makkelijk gaat, zien we gemakshalve maar even door de vingers. Bij de update van Brian Michael Bendis voor ultimate Spider-Man duurt het allemaal wat langer voordat Parker zijn nieuwe identiteit bedacht heeft. Het webvloeistof is bijvoorbeeld een uitvinding van zijn overleden vader en niet van zichzelf.

amazing-fantasy-15-06

Het feit dat Peter niet meteen de held uithangt nu hij speciale krachten heeft gekregen vind ik een frisse benadering van het genre: waarom zou je ook automatisch tot de conclusie komen dat je je superkrachten in moet zetten voor het goede in de wereld. Welnee, er zelf beter van proberen te worden is een veel natuurlijke reactie dan de held te spelen. Toch zal Peter er eentje worden, tegen wil en dank wellicht, maar daarvoor moet hij eerst een belangrijke levensles leren.

Na een optreden in een televisieshow staat Spider-Man in de gang van de kleedkamers. Een dief wordt achtervolgd door een agent, maar Peter is te druk met zichzelf bezig om de dief tegen te houden. De agent vraagt waarom hij de dief niet heeft doen struikelen, waarop Spider-Man antwoordt: ‘Sorry pal! That’s your job! I’m thru being pushed around – by anyone! From now on I just look out for number one – that means – me!’.

Wanneer hij op een avond thuiskomt van een optreden staat er een politieauto voor de deur. Een agent vertelt dat zijn oom een inbreker betrapte en door hem is doodgeschoten. Peter rent naar zijn kamer, trekt zijn Spider-Man-pak aan en slingert naar een pakhuis bij de haven, waar de schurk zich ophoudt.

amazing-fantasy-15-11

Spider-Man schakelt de dief uit met een harde vuistslag. Dan ziet hij tot zijn grote schrik dat de inbreker dezelfde dief is die hij enkele dagen geleden heeft laten gaan. De politie vindt de dief hangend aan een paal, terwijl Spider-Man even verderop door schuldgevoel overspoeld wordt. Als hij de dief had gestopt toen hij de kans had, dan was zijn oom nooit vermoord. Peter voelt zich verantwoordelijk voor de dood van zijn geliefde oom Ben. Stan Lee sluit zijn epos af met de volgende woorden:

And a lean, silent figure slowly fades into the gathering darkness, aware at last that in this world, with great power there must also come … great responsibility! And so a legend is born and a new name is added to the roster of those who make the world of fantasy the most exciting realm of all!

amazing-fantasy-15_revelatiIn dit korte verhaal maakt Peter Parker een verandering door: van een egoïstische tiener verandert hij in een superheld die zijn verantwoordelijkheid neemt. Door de dood van zijn oom leert hij dat grote krachten een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengen. Dat Peter zich schuldig voelt voor de dood van Ben, maakt hem alleen maar meer gedreven om van nu af aan zijn krachten voor het goede in te zetten.

De wijze les zal als een rode draad door de Spider-Man verhalen lopen. Maar de toepassing ervan zal niet van een leien dakje gaan. Peter moet namelijk nogal wat offers brengen om de held uit te hangen. Daarover later meer.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: De geboorte van Mary Jane Watson

Een van de belangrijkste vrouwen in het leven van Peter Parker is Mary Jane Watson. Zij is ook tevens een van mijn favoriete personages uit de supporting cast.

Ontwerpschetsen van Mary Jane Watson door John Romita Sr.
Ontwerpschetsen van Mary Jane Watson door John Romita Sr.

In eerste instantie werd Mary Jane gepresenteerd als feestbeest, een losbol waar je maar beter geen diepzinnige gesprekken mee moest voeren. Niet omdat ze dom zou zijn, allerminst, maar omdat ze mensen op afstand hield en de zaken graag luchtig. Gaandeweg is Mary Jane echter uitgegroeid tot een zeer gelaagd en interessant personage. En in tegenstelling tot een zekere Lois Lane, staat ze haar mannetje als ze gevaar loopt. Ik kan uren tikken over MJ, maar vandaag hou ik het bij de introductie van Mary Jane Watson, die zich later mevrouw Spider-Man mocht noemen.

Ann-Margret.
Ann-Margret.

Voor het eerst zagen we Miss Watson in Amazing Spider-Man #42 (november 1966). Al maanden probeerden Tante May en Anna Watson Peter aan Anna’s nichtje te koppelen, maar hij had daar geen zin in, bang dat ze een of andere hork was. Ook had Peter toen al stiekem een oogje op Gwen Stacy, het meisje met wie hij niet veel later zijn eerste grote romance zou beginnen. Maar dat is een ander verhaal.

Mary Jane was al een paar keer in de strip voorgekomen, maar iedere keer stond er iets tussen haar en de camera in, waardoor de lezer nooit haar gezicht zag. Zo hielden Stan Lee en Steve Ditko het spannend. En toen nam Ditko na ASM #38 ontslag. Lee regelde snel een vervangende tekenaar en dat werd John Romita Sr. Hij staat erom bekend dat hij mooie mensen kan tekenen terwijl Ditko’s vrouwen adequaat maar zeker niet schoonheden genoemd kunnen worden. Mazzel voor de mannenlezer dat we Mary Jane voor het eerst zien als ze door Romita wordt getekend en dat hij bedacht hoe ze eruit moest zien!

Zo herinnert Romita zich de geboorte van Mary Jane: ‘When we started to plot her first appearance in Amazing #42, Stan wasn’t sure if she should be beautiful or hideous. I was recently looking through the volume of Essential Spider-Man that reprinted some of Ditko’s issues and they referred to Mary Jane as beautiful. Stan has a terrible memory and obviously forgot. It’s a good thing we didn’t make her hideous, because we would have looked really foolish. Anyway, once we agreed on making her beautiful, we had the problem of trying to make her look really spectacular. Stan wanted her to look something like a go-go girl. I used Ann-Margret from the movie Bye Bye, Birdie as a guide, using her colouring, the shape of her face, her red hair and her form-fitting short skirts. I exaggerated her dimples and the cleft in her chin.’ (Uit: Comic creators on Spider-Man. Titan Books, 2004)

Echt kennismaking met Mary Jane deden de lezers overigens pas in ASM #43, in het vorige deel werd de ontmoeting slechts gebruikt als cliffhanger. In de comic erna maken Peter en MJ voor het eerst een praatje. Peter is duidelijk onder de indruk van haar. Ik voeg hier de hele scène even in, omdat je dan meteen een idee krijgt van het ‘hippe’ taalgebruik dat Stan Lee zijn personages liet spreken. Vergeet niet dat dit een strip is uit 1966 dus hipper dan dit werd het niet. Al maakt het de strip natuurlijk behoorlijk gedateerd.

ASM #43. Script Stan Lee, tekeningen John Romita Sr.
ASM #43. Script Stan Lee, tekeningen John Romita Sr.

Peter moet zijn kennismaking met MJ dus kort houden om achter the Rhino aan te gaan. Tot zijn verbazing stelt het meisje echter zelf voor om bij the Rhino te gaan kijken omdat haar dat wel interessant lijkt. Aangekomen op de plaatsdelict mag MJ op Peters brommer passen terwijl hij foto’s gaat maken voor The Bugle en een robbertje gaat knokken met zijn tegenstander. Het zou nog heel wat Spider-Man avonturen duren voordat Peter en MJ serieus iets met elkaar zouden krijgen.

Je begrijpt het al: binnenkort meer over Mary Jane Watson. Maar laat ik voor dit moment afsluiten met de eerste blik op de schone Mary Jane uit ASM #42 – het laatste plaatje waarin we MJ voor het eerst frontaal zien is inmiddels uitentreuren herhaald. Vooral de uitspraak ‘Face it Tiger, you just hit the jackpot!’ wordt zo vaak gebruikt in het Marvel universum dat het iets van zijn kracht verloren heeft.

maryjane_jackpot2

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Meeting Mr. Osborn

Je hebt klootzakken, enorme klootzakken en je hebt Norman Osborn. Hij is toch wel de grootste klootzak in Spider-Mans wereld.

De gewiekste zakenman en uitvinder is als the Green Goblin Spidey’s gevaarlijkste vijand: als eerste wist hij het Webhoofd te ontmaskeren (Amazing Spider-Man (AMS) #39-40) en met die kennis heeft hij geprobeerd systematisch het leven van Parker te verzieken. In 1973 vermoordde Osborn zelfs Peters grote eerste liefde Gwen Stacy door haar van de Brooklyn Bridge af te gooien.

Osborn is megalomaan, een sadist, meedogenloos en geestelijk gestoord. In dat opzicht staat de schaal van vernietiging die the Green Goblin aanricht in groot contrast met zijn carnavaleske uiterlijk: hij ziet eruit als een trol met puntmuts en puntschoenen en behalve energiestralen uit zijn vingers gooit hij lustig met pompoenbommen. Met zijn kostuum zou the Goblin zeker de hoofdprijs op een Halloweenfeestje winnen. Maar vergis je niet: achter dit groteske uiterlijk gaat een ziek, crimineel meesterbrein schuil.

De strijd tussen Spider-Man en the Green Goblin is een zeer persoonlijke oorlog. Osborn is de vader van Peters beste vriend Harry en toen Osborn stierf doordat hij gespietst werd door zijn eigen goblin glider (een vliegend apparaat in de vorm van een vleermuis), nam Harry de mantel van zijn vader over. Peter en Harry streden meerdere keren tegen elkaar voordat bleek dat Norman op miraculeuze wijze zijn verwondingen had overleefd. Oborn bleek zelfs het meesterbrein te zijn geweest achter de verschrikkelijke kloonsaga. Maar goed, daar hebben we het niet meer over.

Dat Osborn geniet van zijn wandaden blijkt uit deze scène uit Spider-Man’s Tangled Web #13. Enkele van Spidey’s vijanden komen samen in een kroeg voor superschurken: The Vulture, Kraven Jr. en Osborn. Iedereen schept op over wat hij de Muurkruiper allemaal heeft aangedaan, maar Norman Osborn, die wint dit potje wie het verste kan pissen met verve:

osborn_scheptop1web

osborn_scheptop2web
Tekst Ron Zimmerman. Tekeningen: Sean Phillips.


Eerste ontmoeting

Oorspronkelijk kreeg Spider-Man voor het eerst met the Green Goblin te maken in Amazing Spider-Man #14 (juli 1964). The Goblin wil baas van de New Yorkse onderwereld worden en denkt het meeste indruk te maken door Spider-Man te vernietigen. Hij lokt de muurkruiper in de val door zich voor te doen als een medewerker van een filmmaatschappij om Spidey uit te nodigen om in een film te spelen. Onze held ziet dat wel zitten, want met het geld dat hij ermee gaat verdienen kan hij tante May financieel uit de brand helpen. De filmlocatie is een afgelegen grot. Uiteraard zijn Spider-Mans tegenspelers geen acteurs maar de echte misdaadgroep The Enforcers en lopen zijn dromen van een filmcarrière uit op een robbertje knokken waardoor de Hulk, die toevallig in de grot uitrust, wakker wordt.Dit verhaal is dus niet alleen het debuut van the Goblin, ook ontmoetten Spidey en de Hulk elkaar voor het eerst.

Spider-Man en the Green Goblin ontmoeten elkaar voor het eerst. ASM #14. Illustratie: Steve Ditko.
Spider-Man en the Green Goblin ontmoeten elkaar voor het eerst. ASM #14. Illustratie: Steve Ditko.

Lange tijd was niet bij de lezer bekend wie achter het masker van the Green Goblin school. Uiteindelijk bleek dat dus de vader van Peters beste vriend te zijn. Hier hadden Stan Lee en tekenaar Steve Ditko onenigheid over. Lee wilde dat het een bekende van Peter zou zijn, Steve wilde dat het een willekeurig persoon was die we voor die tijd nog niet kenden. Achteraf blijkt natuurlijk dat Lee gelijk had: dat de strijd tussen Peter en Norman een persoonlijke is, maakt het allemaal veel interessanter.

Overigens werd in 1997 de geschiedenis van Peter en Norman aangepast. In een speciale event maand kwam er van de verschillende series van Marvel een speciale comic uit met een -1 nummering. Alle verhalen spelen zich af voor Fantastic Four #1, het officiële begin van het Marvel Universum. Zo kwam er ook van de serie Peter Parker: Spider-Man zo’n verhaal uit dat wat meer achtergrond geeft over industrieel Osborn. Let wel: dit verhaal speelt dus voordat Peter Parker gebeten wordt door de radio-actieve spin die hem zijn krachten geeft. Één scène springt er voor de Spider-Man-fans in het bijzonder uit. Hierin ontmoeten Norman Osborn en Peter Parker elkaar voor het eerst op een wetenschapsbeurs die door Osborn gesponsord wordt:

Tekst: Howard Mackie. Dan Fraga, tekeningen. Scott Hanna: Inkt.
Tekst: Howard Mackie. Dan Fraga, tekeningen. Scott Hanna: Inkt.

De scène werkt vooral goed omdat we weten wat er in de toekomst nog allemaal ligt te wachten op deze twee mannen die elkaar nu zo vriendelijk toespreken. Als Osborn knipoogt naar Peter met de uitspraak dat ze goede vrienden kunnen worden of felle rivalen, weten wij al waar het op uit zal draaien. Rivalen dekt de lading eigenlijk niet, aartsvijanden is een beter woord. Met dit verhaal, waar Peter Parker overigens nergens verder een rol speelt behalve deze scène, is er een klein beetje informatie toegevoegd aan de canon. Interessant aan dit soort toevoegingen is dat ze eigenlijk geen echt nieuwe informatie mogen bevatten die de personages in een heel ander daglicht stellen, want het moet wel allemaal netjes passen in de Spider-Man-geschiedenis zoals we die al kennen.

Over Norman Osborn kan ik nog veel meer vertellen en we zullen hem nog vaker in deze rubriek tegenkomen. Je bent dus gewaarschuwd.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Even webslingeren leidt tot problemen

ASM-255-zwartkostuum

Een prachtige illustratie afkomstig uit Amazing Spider-Man #255 (augustus 1984) gemaakt door Ron Frenz. In die tijd was Frenz de vaste tekenaar van de serie en samen met schrijver Tom DeFalco heeft hij een paar glanzende pareltjes afgeleverd, waaronder dit nummer. Het is een van de eerste Spider-Man-comics die ik als kind las. Frenz is altijd een van mijn favoriete Spidey-tekenaars gebleven.

Peter Parker heeft het zwaar: door vermoeidheid heeft hij een gat in de dag geslapen en als hij zijn tante belt om hun ruzie bij te leggen, ze is erg teleurgesteld omdat Peter met zijn studie is gestopt, wil ze niet aan de telefoon komen. Op zo’n moment is het fijn dat Peter de evenredige kracht en snelheid van een spin heeft, zodat hij op zijn unieke wijze even een luchtje kan scheppen. Wij moeten het doen met een wandeling in het park, Peter is in staat om door de betonnen jungle die New York heet te webslingeren.

Dat dit hem een opgelucht gevoel geeft maakt Frenz duidelijk door achter Spidey een donkere wolkformatie te tekenen: het webhoofd slingert precies op de plek waar de lucht vrij van de bewolking is, alsof de lucht boven New York en in Peters hoofd langzaam opklaart.

In die tijd was een ontspannend rondje webslingeren vaak een manier om Spidey op het pad der problemen te brengen en inderdaad, een bladzijde of wat later hoort hij de politiesirenes al gieren en komt hij op het spoor van the Black Fox die een juwelierszaak probeert te beroven. Dat doet The Fox met behulp van een stel getrainde apen van the Red Ghost die de inbreker dwingt voor hem te gaan stelen. The Red Ghost durft zelf namelijk niet meer zijn huis uit de angst superhelden tegen het lijf te lopen.

The Black Fox kan niet zomaar aan Spidey ontsnappen.
The Black Fox kan niet zomaar aan Spidey ontsnappen.

ASM-255_coverIn ASM #255 maakt the Black Fox zijn debuut. Fox is een inbreker op leeftijd die nog één grote slag wil slaan om met pensioen te kunnen. Rentenieren in de Franse Rivièra is zijn doel, maar natuurlijk lukt het hem nooit om die laatste grote klus te volbrengen. Opmerkelijk genoeg wordt er op de cover van de comic helemaal geen melding gemaakt van dit nieuwe personage. Dat is heel ongebruikelijk, want meestal staat dit met grote letters aangekondigd om de verkoop te stimuleren. Dat neemt niet weg dat het een spannende cover is.

Over Ron Frenz en Spidey’s zwarte kostuum later meer.

Amazing Spider-Man #255
Tekst: Tom DeFalco. Tekeningen: Ron Frenz. Inkt: Joe Rubinstein.