Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Man-schrijver Dan Slott spreekt!

Mijn vriendin ziet het meteen aan mijn gezicht. ‘Wat kijk je somber… Oh, heb je weer een nieuw nummer van Amazing Spider-Man zitten lezen?’

Dan Slott: © Luigi Novi / Wikimedia Commons
Dan Slott: © Luigi Novi / Wikimedia Commons

En dan heeft ze altijd gelijk: ik word enorm somber van de huidige reeks Amazing Spider-Man-comics. Ik kan er niets aan doen, maar het werk van Dan Slott, de huidige Spider-Man-schrijver, vind ik erg ondermaats. (Hij weet dat inmiddels, want hij heeft met geblocked van zijn twitteraccount, ontdek ik zojuist.)

Daar heb ik al eerder over geschreven, en in het kort komt die kritiek hier op neer: Slotts zet de personages zo naar zijn hand, dat ze in zijn plots passen in plaats van dat zijn verhaallijnen voortkomen uit wat de personages willen. Derhalve zijn Mary Jane Watson, Jameson en andere personages niet meer zoals ze mijns inziens horen te zijn. Zelfs Peter Parker ‘klopt’ niet meer. Daarbij: Slott kan heel aardig grote plotpunten en grote events bedenken, maar de uitvoering van die verhalen vallen altijd tegen. Dat geldt zowel voor Spider Verse als voor Superior Spider-Man. Het uitgangspunt van Superior Spider-Man – zien hoe de arrogante Doctor Octopus he ervan afbrengt als Spider-Man – klinkt best interessant, maar de uitvoering sloeg als een tang op een varken. Daar staat tegenover dat er ook veel lezers zijn die Slotts Spider-Man-verhalen wel kunnen waarderen.

Illustratie: Humberto Ramos.
Illustratie: Humberto Ramos.

Toen Slott nog een van de schrijvers was en onderdeel was van het schrijversteam dat Spider-Man-verhalen schreef, dat was in de tijd van Brand New Day, vond ik zijn verhalen beter. Hoe kan dat toch? heb ik me lang afgevraagd tot ik deze video van Florida Supercon tegenkwam. Een Q&A met Slott waarin hij het een en ander uitlegt.

Overigens ben ik niet de enige die Slotts schrijfwerk haat. De recensenten en reageerders van de site Spider-Man Crawlspace, hebben vaak ook kritiek op zijn werk en die kritiek is niet mals. Ik heb overigens geen hekel aan Slott zelf, de kritiek die ik heb gaat over zijn werk, niet over de man zelf. Ik ken Slott niet persoonlijk maar ik geloof echt wel dat zijn best doet. Maar uit de Q&A blijkt ook simpelweg dat hij de huidige druk niet goed aankan en dat hij door het huidige uitgeefbeleid de verhaallijnen niet in chronologische volgorde kan pennen, maar aan allerlei verhalen tegelijk werkt. Dat verklaart voor mij waarom ik zijn verhalen zo slecht vind. Het is geen excuus, maar wel een verklaring.

Vanaf 4:47 zegt Slott:

‘Life isn’t what you want, life’s what you get. All my life I wanted to write Spider-Man and with any wish you have, you always get the monkey’s paw. That’s the rule of life. Even when you get what you want, you don’t get it the way you want it and a big part of growing up is realising that’s cool. That’s okay. It’s hard to complain about writing Spider-Man when I could be moving boxes and digging ditches instead.

Writing Spider-Man is a great job. Yes, I’m very happy working on Spider-Man but I always wished I could just do one issue a month. Just one issue, finally tune it and take all the time in the world I want on it. I’m so happy with every issue on Silver Surfer because I got to tighten every screw… But with Spider-Man coming out three times a month, coming out two times a month, I’m always working on like three Spider-Man stories at the same time with three different art teams. I’m writing chapter one of this story with you, I’m writing chapter two of the second arc with you., I’m writing the first chapter of the third arc with you and I have to know how all the subplots go through all three issues. So I’m writing it like a giant puzzle at different times and different ways.

And when you’re working on a comic one a month, every month, organic things happen and you think: “that’s cool, I want to explore that!” But me, I’ve already written the next three stories at the same time at different stages… It would be nice to write Spider-Man linearly and write it once a month. So it’s this weird thing, normally you’re writing a comic and if something weird happens, and your train gets derailed you put it back on the rails. But we’re going, we commit and we jump off that cliff with Spider-Man because we HAVE to for the book to come out on time. We have to be a little more fearless and a little more faithful in what we’re doing and stay true to the course where on.

On some levels it works, like, with Amazing Spider-Man #600, by the time that issue was done, I’d commited myself to doing Superior Spider-Man. I’d committed myself to a long, slow burn with Doc Ock is dying and by the end of that he will switch brains with Spider-Man and then we’ll go into the Superior arc. I knew all that from the moment I finished issue 600 I knew what issue 700 was going to be.

Everyone goes “You planned it for a hundred issues, but no I didn’t because I did 600 while I was part of the Amazing Spider-Man Brand New Day Team, and this is getting back to the whole what you want and how you get it… I am not doing Spider-Man the way I would like to do Spider-Man, but I’m so happy I’m doing Spider-Man. And the flip side of it is that I know there’s no other way on earth I could have gotten to do Spider-Man than the way I’m doing it. Just fate and where I was going on the path is the only way I could have gotten there. So I’m really happy about that and the price I pay is that I have to write Spider-Man out of sequence, and I have to do it, you know, way more times a month than I’d like to. I like to just savor it and instead I’m like “here’s the next one, here’s the next one!” At times I can get frantic and scary. And there are times when I get so scary I call up Christos Cage and I go: “Go write some issues with me! Please! Help!”

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Man getekend door de Romitas

Op het web is veel mooi beeldmateriaal van Spider-Man te vinden: originele pagina’s, coverontwerpen, schetsen, en tekeningen die stripmakers voor fans hebben gemaakt. Onderstaande illustraties zijn gemaakt door John Romita Sr. en zijn zoon Jr. – twee van mijn favoriete Spider-Man-tekenaars.

Een prachtig portret van Mary Jane en Peter. MJ is getekend door Romita Sr. en Peter door Jr.
Een prachtig portret van Mary Jane en Peter. MJ is getekend door Romita Sr. en Peter door Jr. Zoals ik in een eerdere aflevering vertelde, heeft Sr. het uiterlijk van MJ bedacht. Overigens, de Mike waarnaar de twee tekenaars refereren, ben ik niet. Helaas.
greengoblin_jrjr_sr
Aan de tekenstijl te zien heeft Jr. deze getekend en is zijn werk geïnkt door zijn vader.
Een oude pin-up van Black Cat door John Romita Jr. Aan de tekenstijl te zien heeft hij deze ergens in de vroege jaren tachtig getekend.
Een oude pin-up van Black Cat door John Romita Jr. Aan de tekenstijl te zien heeft hij deze ergens in de vroege jaren tachtig getekend.
spidey_villains_jrjr_jrsr_w
Spider-Man en zijn vijanden Green Goblin, Kingpin en Doctor Octopus. Deze tekening is later gemaakt dan die van Black Cat: Romita Jr. begint hier al wat hoekiger te tekenen.
Spider-Man door John Romita Jr.
Spider-Man door John Romita Jr.
Categorieën
Fotoblog

Laundry day

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Verwaterde vriendschappen

Naarmate je ouder wordt, lijkt het steeds moeilijker om vriendschappen te onderhouden. Sommige vrienden raken in de vergetelheid. Dat ondervindt Peter Parker, de spectaculaire Spider-Man, ook.

Als een ongebruikt ziekenhuis in de fik vliegt, vermoedt Spider-Man dat de Molten Man wel eens de dader kan zijn. Daarom wil hij Harry en Liz Oborn waarschuwen, want Molten Man is de stiefbroer van Liz en die zou wel eens richting zijn zusje kunnen gaan om problemen te veroorzaken. Peter wil Harry bellen, maar beseft dat hij eigenlijk geen idee heeft waar zijn oude, voorheen beste vriend, tegenwoordig woont. Een telefoontje naar Flash Thompson benadrukt nog maar eens hoe de oude vriendengroep uit elkaar is gegroeid:

pp_63_11_vriendschap_strookDe scène deed me beseffen hoe weinig mensen ik tegenwoordig nog zie van mijn middelbareschooltijd. Ik heb daar één goede vriend aan over gehouden, terwijl de mensen met wie ik toentertijd omging en ik, onafscheidelijk leken. Hetzelfde geldt, weliswaar in mindere mate, voor mijn studietijd. Zelfs een van mijn beste vriendinnen uit die tijd zie ik tegenwoordig een stuk minder. Sterker nog: via een Facebookupdate kwam ik erachter dat ze inmiddels een derde dochtertje had gekregen. Ik wist niet eens dat ze zwanger was.

Natuurlijk mis ik haar, maar ik besef me ook dat onze levens heel anders zijn geworden sinds onze studietijd. Zij heeft een man en drie kinderen. En ik niet. Het leven van een stel met kinderen is significant anders dan een stel zonder. En agenda’s synchroon met elkaar krijgen is een echte uitdaging.

Naarmate je ouder wordt, lijkt het steeds moeilijker om vriendschappen te onderhouden. Sommige vrienden raken in de vergetelheid. Vaak komen daar weer andere mensen voor in de plaats.

Dat zie je ook in dit verhaal uit Peter Parker, The Spectacular Spider-Man #63. Molten Man blijkt inderdaad bij Harry en Liz te zijn. Als Spider-Man aanbelt ontstaat er een heftig gevecht tussen hem en de superschurk. Molten Mans lichaamtemparatuur is zo heet dat hij de omgeving in de fik steekt. Tijdens het gevecht brandt het huis van Liz en Harry tot op de grond af. De buren komen echter een handje helpen om Molten Man tegen te houden:

pp_63_buren_01Dit doet de temperatuur van het heethoofd iets dalen, waardoor Spider-Man kans ziet de schurk in het zwembad te slaan. Hierdoor koelt hij volledig af en is hij uitgeschakeld. Ondertussen is het huis van de Osborns afgebrand en oppert Harry dat ze opnieuw moeten beginnen. Dan volgt een hartverwarmend moment waarin de buren van de Osborns hen te hulp schieten:

pp_63_buren_02Inderdaad, beter goede buur dan een verre vriend. Sinds Harry en Liz naar New Jersey verhuisd zijn, hebben ze nieuwe sociale contacten gelegd en nieuwe vrienden gemaakt.

Peter Parker, The Spectacular Spider-Man #63 (1982). Verhaal: Bill Mantlo, tekeningen Greg Larocque. Inkt: Jim Mooney.

Categorieën
Film

Interview met editor Bob Murawski: ‘Ik hou van films die verrassen!’

Bob Murawski (Detroit, 1964) gaf vrijdagmiddag een zeergeslaagde masterclass editing op het Imagine Film Festival. Dit jaar is de Oscarwinnaar een van de speciale gasten op het filmfestival, dus laten we hem de stad niet verlaten zonder een uitgebreid interview.

Bob_Murawski‘Is dit interview voor jullie blad of online?,’ vraagt Murawski als ik bij hem aanschuif in het restaurant van Eye, anderhalf uur voor de openingsavond van Imagine. “Ik hou namelijk erg van filmbladen. Als kind las ik tijdschriften als Famous Monsters of Filmland en The Monster Times. Ik kocht Fangoria vanaf het eerste nummer. Ik geloof in print, niet in online” zegt Murawski. Ik moet hem teleurstellen, het interview is voor de site. “Misschien kan er een fragment toch in het blad staan?’
Gelukkig kan ik de editor vertellen dat er vier jaar geleden een uitgebreid interview met hem in Schokkend Nieuws #90 stond. Murawski distribueert met zijn bedrijf Grindhouse Releasing namelijk ook genrefilms en toentertijd had hij veel moeite gestoken in het monteren en uitbrengen van Gone with the Pope, een onvoltooide amateurproductie uit 1976 van Duke Mitchell.

‘Ik hou van lowbudgetfilms en exploitation films, want ik hou van dingen die anders zijn. Films die verrassen. Films met gore, bloed en gekke, ongewone dingen. Ik hou van het bizarre en onverwachte. Ik ben niet zo van de conventionele mainstream films,’ ligt Murawski zijn liefde voor de genrefilm toe.

Army of Darkness, de eerste (en beste) Spider-Man-trilogie, The Gift, Dracula Untold, The Hurt Locker en de Poltergeist remake, zo maar een handje vol films die Bob Murawski gemonteerd heeft. Opvallend veel titels van regisseur Sam Raimi inderdaad, de twee heren kunnen het dan ook goed met elkaar vinden. Een vriend van Murawski werkte mee aan Raimi’s Darkman en zo kon hij op de set van die film aan de slag als productie-assistent en later zelfs als assistant-editor. ‘Tijdens de productie van Darkman kreeg ik de kans om de editor te zijn van een lowbudgetfilm en die kans heb ik gegrepen. Danger Zone III had slechts een budget van 100.000 dollar. Een echte exploitation film a la Roger Corman dus én een bikermovie. Daar hou ik van!’

Hoe verliep je eerste echte klus als editor?
‘De producent en ster van de Danger Zone-serie is Jason Williams. Hij is bij cultfans vooral bekend als Flesh Gordon, de pornoparodie van Flash Gordon. Ik was assistent-editor geweest bij Danger Zone II: Reaper’s Revenge en daarna vroeg Williams me als editor voor zijn volgende film. Dat was een grote stap voorwaarts, maar ik had tijdens mijn studiejaren mijn eigen films gemonteerd, dus ik sprong in het diepe. Mijn gebrek aan ervaring compenseerde ik door heel lange dagen te maken. Ik werkte 16 uur per dag, de hele week door. Ik leefde praktisch in de montagekamer. Op het eindresultaat ben ik erg trots en ik vind de film erg vermakelijk. Toen ik die film had gemonteerd kon ik weer aan de slag bij Darkman, want daar waren ze toen nog steeds mee bezig. Ik denk dat Raimi en Robert Tapert, de producent van de film, onder de indruk waren van het feit dat ik mijn baan bij hun film van 20 miljoen dollar had opgezegd om aan een lowbudget film te werken en om als editor een stap verder te komen. Ik denk dat ze me daarom de kans gaven om aan Army of Darkness te werken. Dat vond ik fantastisch, want ik was een enorme fan van Evil Dead. Deel 2 vond ik te veel een comedy, maar ik was een fan van Sams werk.’

Screenshot van Army of Darkness
Screenshot van Army of Darkness

Heb je een standaardmanier van werken en een bepaalde manier waarop je met het filmmateriaal aan de slag gaat?
‘Mijn methode is eigenlijk heel grondig te werk gaan. Ik bekijk alle daily’s om de beste takes te vinden en maak aantekeningen. Sommige editors concentreren zich op één take en proberen van daaruit te werken. Ik probeer van ieder shot het beste stukje materiaal te vinden. Ik wil een zo goed mogelijke film maken, en dat geldt al voor de eerste gemonteerde versie. Die moet zo precies mogelijk zijn om het materiaal van dienst te zijn.’

Is je methode veranderd sinds je digitaal monteert?
‘Digitaal monteren is anders, maar vereist dezelfde discipline als analoog monteren. Je moet het materiaal heel goed kennen, geen stukje onbezien laten. Het grote verschil is dat als je filmmateriaal monteert, je de eerste poging al zo precies mogelijk wil maken. Als je op de verkeerde plek een cut maakt, dan moet je het stukje film weer langer maken en er een stuk tape opplakken. Dat soort littekens zie je altijd als de film geprojecteerd wordt. Met digitaal heb je dat probleem niet, dan blijft het materiaal er altijd netjes uitzien.’

Sam Raimi tijdens opnames van Spider-Man 3.
Sam Raimi tijdens opnames van Spider-Man 3.

Army of Darkness was je eerste echte montageklus voor Raimi.
Army of Darkness was de eerste studiofilm die digitaal is gemonteerd. Sam Raimi was overigens de co-editor. Hij werkte aan de tweede helft van Army of Darkness en ik aan de eerste. We begonnen met ouderwetse filmmontage, maar op een gegeven moment doemde een belangrijke screening met producent Dino De Laurentis op. We waren zo erg achter op schema dat we de gok waagden en overstapten op digitaal monteren. Dat stond toen nog echt in zijn kinderschoenen. Het AVID-systeem bestond nog niet. De resolutie van het beeld was niet best, het leek wel een videogame uit die tijd. De computers waren niet sterk genoeg en konden maar 12 frames per seconden afspelen, wat een nogal schokkerig beeld gaf. Toch konden we op deze manier snel werken en binnen de zes weken die we hadden voor de viewing een versie in elkaar zetten. Het was gekkenwerk, maar het lukte.”

Raimi laat soms twee editors te gelijk aan een film werken. Hoe gaat dat in zijn werking?
‘Dat werkt eigenlijk niet. Aan de twee films die Raimi na Army of Darkness maakte, The Quick and the Dead en For the Love of the Game, mocht ik van de studio’s niet meewerken als editor omdat ik nog niet genoeg credit had opgebouwd. Bij For the Love of the Game gebruikte Raimi twee editors, waarschijnlijk omdat ze weinig tijd hadden. In plaats van iedere editor een deel van de film te laten monteren, liet hij ze beiden de hele film apart in elkaar zetten. Verschrikkelijk! Toen Raimi The Gift ging maken was een van die twee editors niet beschikbaar dus vroegen ze mij erbij. Arthur Coburn en ik monteerden dus allebei de film en hadden uiteindelijk twee heel verschillende versies. Coburns benadering en stijl zijn anders dan hoe ik monteer. Beide versies bekeken we achter elkaar en de volgende dag begon het hermontageproces. We bekeken van beide versies iedere scène. Dus we begonnen met scène 1 van mijn versie gevolgd door die van Coburn. Sam koos dan bijvoorbeeld het eerste shot van mijn versie, het tweede shot van Coburn en daarna shot drie en vier van mijn versie. Soms koos hij in het geheel voor een gemonteerde scène van Arthur of mij. Maar zo simpel werkt het niet. Als je monteert, vormen shot 1,2 en 3 een geheel. Het ene shot volgt op het andere. Als je tussen shot 1 en 3 het tweede shot van de andere versie plakt, past dat niet. Alsof je een stukje uit een andere puzzel probeert te plaatsen. Het ritme is anders, soms matchen de shots niet omdat ze van een andere kant gedraaid zijn. Er zijn honderden redenen te bedenken waarom zo’n frankenstein-versie niet werkt. Ik vond het een ramp. We waren heel veel tijd kwijt om dit te laten werken. Ik wil niet arrogant overkomen, maar we hebben het opgelost door vooral mijn versies te gebruiken.’

Spider-Man 2
Spider-Man 2

Was er een bepaalde sequentie of scène uit de Spider-Man-films die moeilijk te monteren was maar weer je erg blij mee bent?
‘De metrosequentie uit Spider-Man 2 vond ik erg goed gelukt. Het was de eerste sequentie waar we mee begonnen, al in de preproductiefase. Het eerste wat we opnamen waren de plates, de achtergronden, in Chicago. Je hebt in New York namelijk geen metrotrein die verhoogd boven de straat loopt, maar wel in Chicago. Die sequentie was enorm gecompliceerd. Gedurende de hele productieperiode kwamen er stukjes materiaal binnen. Sam nam delen op met de acteurs, de second unit maakte opnames met de stuntmensen, sommige shots waren visuele effecten.’

Ik neem aan dat je vaak onafgewerkte beelden zit te monteren bij deze special-effectsfilms.
‘Klopt en dat werkt best gek. Vaak beginnen we met een storyboard, statische tekeningen die ik dan monteer om een idee van de scène te krijgen. De audio is dan van de acteurs die in een sessie bij elkaar zitten om het hele script door te nemen, de zogenoemde ‘Table Reading’. Ik zet die stukken dialoog dan op de juiste plek in deze storyboardfilms, en zet er geluidseffecten en tijdelijke muziek onder uit andere films. Op die manier heb je altijd een versie van de scène. De volgende fasen is een soort ruwe animatieversie. Dan laten ze elementen uit het storyboard bewegen in het programma After Effects. De scènes zijn dus constant in ontwikkeling. Daarna worden 3D effecten en de greenscreenopnames met de acteurs toegevoegd. Dat is allemaal heel veel werk, maar om ten alle tijden een scène te hebben waar je naar kunt kijken, is een enorme hulp. Je krijgt bij die storyboardfilms namelijk al een aardig idee van hoe een scène verloopt. Die metroscène waar ik het net over had, was ingeschat op een budget van 18 miljoen dollar, maar we hadden er maar 12 miljoen voor. Door de storyboardfilm konden we zien wat wel en niet werkte en wat we uit de sequentie konden halen om binnen budget te blijven.’

The Hurt Locker
The Hurt Locker

The Hurt Locker heb je samen met je vrouw Chris Innis gemonteerd. Hoe ging dat in zijn werking?
‘Na Spider-Man 3, waar er zoveel bemoeienis was en dingen zo ingewikkeld waren, was het erg verfrissend om The Hurt Locker te monteren. Een film vrijwel zonder special effects, en ik kon samenwerken met mijn vriendin en bondgenoot. Bij Raimi is de hele film van tevoren in storyboards uitgedacht, terwijl Regisseur Kathryn Bigelow weinig gebruikmaakt van storyboards. Ze repeteert met de acteurs en dan neemt ze de scène op met iets van vier camera’s die het geheel opnemen alsof het echt gebeurt, zoals in een documentaire. We hadden in totaal 200 uur materiaal om een film van 2 uur mee te maken. Het was echt een spelt in een hooiberg vinden. Normaal gesproken werk je met standaard setups. Van een scène schiet je een mastershot, daarna neem je de close-ups op, etcetera. Als ik een close-up nodig had waarin de acteur een bepaalde zin uitspreekt, moest ik uren materiaal doorspitten. Daarom was het fijn samenwerken met mijn vrouw, zo konden we allebei die kleine momenten vinden. Omdat we elkaar zo goed kennen, konden we gewoon ruzie maken, en waren er geen egoproblemen.”

‘Het draaien met meerdere camera’s tegelijk kan grote problemen geven. Bij de opnames van The Hurt Locker hebben de camera’s elkaar soms in beeld. Die shots kun je dan niet gebruiken. Veel materiaal was onbruikbaar omdat de shots over de 180-graden-as gingen. Als dat gebeurt rennen mensen opeens de verkeerde kant op ten opzichte van het shot ervoor. Soms moesten we daardoor de beelden spiegelen en dat gaf veel commentaar omdat de emblemen op de uniformen daardoor aan de verkeerde kant zitten. Mensen die veel van de militaire wereld weten, dachten dat onze kostuumontwerpers er een potje van hadden gemaakt terwijl het eigenlijk gespiegelde shots waren.’

Murawski en Innes.
Murawski en Innis.

Wat mij opviel is dat jullie het verhaal vertellen vanuit het perspectief van de drie hoofdrolspelers. Soms breken jullie daar echter mee en komt de camera dicht bij de vijand en kijken we met hen mee.
‘Daar kies je voor om suspense te creëren. Je moet iedere techniek gebruiken die het beste drama oplevert. We zagen Hurt Locker als een suspense film. Een andere benadering dan die van het script uitging. In het script kregen de drie hoofdpersonen evenveel aandacht, het was een karakterstudie van deze drie mannen in een oorlogssituatie. We hebben in de montage het perspectief verschoven naar één van hen, het personage dat door Jeremy Renner gespeeld wordt. De eerste versie van de film was vier uur lang, omdat het een wijd point of view had. We hadden geluk dat Bigelow open stond voor die veranderingen. Schrijver en producent Mark Boal gaf meer weerstand, maar ook hij zag op een gegeven moment in dat het beter was om op één personage te focussen. Het had uiteindelijk ook een film van drie uur kunnen zijn, maar volgens mij werkt hij beter als strakkere suspensevolle film.’

Is je leven door het winnen van Oscar veranderd?
‘Niet echt. Het winnen van een Oscar is nooit een doel van me geweest. Aangezien ik vooral geïnteresseerd ben in genrefilms en die nooit een Oscar krijgen, had ik nooit gedacht er eentje te winnen. Het is cool dat het me overkomen is en het is toch een soort erkenning voor je werk, maar ik had het leuker gevonden als ik hem gewonnen had voor Drag Me to Hell of een van die films. De Oscar heeft mijn carrière niet echt verder geholpen. Een maandje is het een big deal, daarna is iedereen het weer vergeten.’

Geschreven voor en gepubliceerd op SchokkendNieuws.nl.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Wanneer ben je te oud voor een Spider-Man-T-shirt?

Er waren vijf rijen voor de garderobe en ik koos natuurlijk de dame achter de balie die het traagste was. De rij rechts van mij schoot veel meer op, maar wellicht kwam dat omdat er een Joker luidruchtig stond te schreeuwen. Zelfs een imitator Joker kan er bedreigend uitzien. Een Joker tegenkomen, dat kun je op Dutch Comic Con verwachten. Of een Joker of twaalf. Ik keek naar opgemaakte jongen van, denk ik, in de twintig met zijn witte make-up en roodgestifte lippen. Jack Nicholson was hij niet, maar hij ging wel volledig in zijn rol op.

Tof dat mensen zo van bepaalde personages kunnen houden dat ze als die personages rondlopen. Daar heb ik bewondering voor. Comic Con is natuurlijk bij uitstek de plek om als cosplayer helemaal los te gaan. (Ik zie weinig cosplayers in de supermarkt cornflakes uitzoeken, om maar wat te noemen.) Ik zou het alleen zelf nooit doen.

spider-man zwart kostuumVoor de gelegenheid had ik wel mijn Spider-Man-T-shirt aangedaan. Na mijn afstuderen kreeg ik van Paul het zwarte T-shirt met daarop de witte spin van Spider-Mans zwarte kostuum,  of Venoms kostuum als je die prefereert. We zijn inmiddels 12 jaar verder maar door het ding voorzichtig met een wolwasprogramma te wassen, ziet hij er nog redelijk uit. Goed, het witte vlak bevat wat scheurtjes, maar dat heb je al snel bij dat soort T-shirts.

Spider-Man-lezing tijdens KLIK! 2014. Foto: Corneel de Wilde
Spider-Man-lezing tijdens KLIK! 2014. Foto: Corneel de Wilde

Al sinds ik 8 jaar oud ben, is Spider-Man mijn favoriete stripfiguur. Ik heb daarom ook een paar Spidey-shirts in de kast hangen. Ook van andere Marvel-helden trouwens, en enkele andere stripfiguren. Dat soort T-shirts draag ik vaak als op pad ga als stripjournalist. Het is een beetje mijn uniform. Tenminste, tot voorkort was dat zo. De laatste tijd draag ik steeds meer gewone overhemden als ik als stripjournalist op pad ga. Het zwarte Spider-Man-shirt draag ik wel altijd als ik een lezing over Spider-Man geef, dus Comic Con leek me een geschikt moment. Niet in de laatste plaats omdat Andrew Wildman, die ik vandaag ging interviewen, ook wat Spider-Man-comics heeft getekend.

Toen ik echter aan de beurt was bij de garderobebalie en mijn jas uitdeed, voelde ik me opeens heel zelfbewust. Een man van 37 in een Spider-Man-T-shirt. Natuurlijk kan dat nog wel, denk ik, zeker op een evenement als Comic Con waar je over de cosplayers en fanboys en –girls struikelt. Maar toch voelde het niet goed. Het dragen van het shirt voelde niet oprecht, alsof ik me voordeed als iemand die ik niet was.

Ik ben geen cosplayer en Comic Con is meer deels mijn scene: ik hou van comics, maar hoef niet zonodig (B)-acteurs en actrices te ontmoeten of een originele tekening van een stripmaker te hebben. Overigens kan ik er wel van genieten als ik anderen zo in die cultuur zie opgaan, vooral wat cosplayers betreft.

Hoewel, toen ik nog op de Stripdagen kwam, liep daar altijd een man in een gebreide Spider-Man trui rond. Die trui zag er uit als het rood-blauwe kostuum van Spider-Man. Ik heb altijd vermoed dat zijn moeder die voor hem heeft gebreid. Het zag er tof uit, maar naarmate de man ouder werd, leek die trui minder goed bij hem te passen.

Ik ben als professional met strips bezig en heb dus van een hobby werk gemaakt. Fijn werk. Ik vind het heerlijk om stripmakers en filmmakers te interviewen over hun kunst. Dit werk verrijkt mijn leven aanzienlijk en biedt me een kans om op plekken te komen waar maar een beperkt publiek wordt toegelaten. Maar dat hoeft natuurlijk niet in een strip-T-shirt.

Illustratie: Rich Butler. Uit: PPSSM #107.
Illustratie: Rich Butler. Uit: PPSSM #107.

Misschien ben ik veranderd? Nog steeds liefhebber, maar meer verborgen? In plaats van een T-shirt met stripfiguren te dragen, draag ik mijn liefhebberij onder mijn kleren, als een superheld die zijn kostuum onder zijn dagelijkse kloffie draagt? Je kunt je identiteit tonen door je kledingkeuze. Dat zie je heel duidelijk bij punks en goths. In Hoorn had je jarenlang een winkel die gothic-kleding verkocht. Ik heb het altijd grappig gevonden dat je in één winkel een nieuwe identiteit kon aanschaffen. Je gaat er als hipster in, je komt er als volledig gothic uit, als je wilt. Een uurtje shoppen maakt een wereld van verschil.

Misschien ben ik juist zelfverzekerder geworden in wie ik ben en wat ik doe, zodat ik niet meer de behoefte voel dit middels mijn kleding duidelijk te maken. Dat laatste lijkt me beter te passen. Mijn acties maken duidelijk wie en wat ik ben. Ik hou van strips, comics en ik zal altijd Spider-Man-fan zijn. Ik hoef daar geen uniform meer bij te dragen. Neemt niet weg dat een ieder die zich wel lekker voelt in dat soort T-shirts of in een gebreide Spider-Man-trui die dingen gewoon lekker moet blijven dragen natuurlijk.

Hoe dan ook. Een half uur later was ik druk met mijn werk bezig en vergeten wat ik überhaupt aan had getrokken die dag. Toen ik ’s avonds thuiskwam, trok ik mijn Spider-Man-shirt uit en gooide deze in de was. Wie weet wanneer en of ik hem nog aantrek. Misschien heeft hij na jaren trouwe dienst wel wat rust verdiend.

Categorieën
Juniorpress Strips

Stripliefde: Spider-Man en X-Men

In de rubriek stripliefde delen lezers hun liefde voor het beeldverhaal en vertellen over hun favoriete strip.

Een deel van Alex' stripverzameling. Hij had helaas geen foto waarop hij een comic aan het lezen is.
Een deel van Alex’ stripverzameling. Hij had helaas geen foto waarop hij een comic aan het lezen is.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Alex van der Steen, 29 jaar. Ik ben IT helpdeskmedewerker.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Zo’n beetje alles van Marvel. Ik heb niet echt één serie als favoriet, maar als ik naar mijn comicverzameling kijk dan heb ik toch het meeste van Spider-Man en X-Men. Mede natuurlijk door de Juniorpress-comics maar ook heb ik veel tradepaperbacks en hardcovers van de Amerikaanse Spidey’s en X-Men. Ook van het Ultimate universum trouwens.

Waarom zijn dit je favoriete strips? Wat vind je er zo goed aan?
Bij marvel heb je gewoon veel superhelden en het spreekt mij meer aan dan DC. Ik lees wel de nieuwe nederlandse RW/Lion comics, maar daar blijft het wel zo’n beetje bij.
Ik lees ook wel de Turtles, momenteel ook een top serie! Zowel die van Dark Dragon Books als de USA micro-series!
En ook dingen van Image als Clone, Luther Strode, Alex + Ada en Birthright. En van DC ook He-Man uit nostalgie. Bij Marvel gaat er bijna geen enkele serie voorbij of ik heb hem wel gelezen.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking?
Toen Telekids met de X-Men-tekenfilms begon, ging ik de X-Mannen avonturen lezen. Toen ik op weekmarkten en ook bij boekenwinkels strip-actiepakketten zag liggen was ik al snel verkocht!

X-Men
X-Men

[hr]

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Ed Hannigans Spider-Man

Ik ben blij dat ik recent begon met het (her)lezen van de serie Peter Parker, The Spectacular Spider-Man. Anders had ik nooit het werk van Ed Hannigan ontdekt.

Hannigan werkte als tekenaar, coverontwerper en schrijver voor zowel Marvel als DC. Zijn carrière loopt grofweg van de jaren zeventig tot in de jaren negentig. Tegenwoordig heeft hij multiple sclerose en tekent hij volgens mij helemaal niet meer. Dat is heel spijtig, want hij was erg goed.

Kijk maar eens naar deze openingspagina uit PPSS #64. Ik vind het drie prachtige platen onder elkaar met een goede, scherpe zwart-wit verdeling. Niet alleen het tweede plaatje, waarin we Spider-Man voorbij zien slingeren, is fantastisch, de onderste plaat is een mooie impressie van een straat in New York anno begin jaren tachtig,

PP_64_02Digitaal lezen
Het grafische werk komt het beste tot zijn recht als je het zo groot mogelijk bekijkt. Tegenwoordig lees ik veel comics digitaal en als de scan van hoge kwaliteit is, kun je lekker diep inzoomen. Dat verandert de relatie met het beeld. De stripplaatjes komen weliswaar meer op zichzelf te staan, maar je kunt wel details veel beter bekijken. Bovendien komen kleuren mooier uit op de monitor dan op het pulp-achtige papier waar comics toen op afgedrukt werden. Op dat papier vervaagden de kleuren zwartvlakken. Het is juist door dit inzoomen dat ik een herwaardering voor het werk van Hannigan kreeg, juist doordat ik de details beter kan bestuderen zo. Het inktwerk is trouwens van Jim Mooney.

Cloak & Dagger
Bovengenoemd nummer is extra speciaal, omdat het Cloak & Dagger introduceert. Schrijver Bill Mantlo en Hannigan creëerde dit tienerduo. Doordat de maffia hen gebruikte als proefkonijn om experimentele drugs uit te testen, kregen zij hun speciale krachten. Cloak kan mensen in een duistere dimensie opslokken en hun levensenergie afnemen. Ook kan hij teleporteren. Dagger schiet lichtdolken af die vol levensenergie zitten. Ze kunnen iemand verwonden, doden of juist zuiveren van het gif in hun lichaam. Geen idee hoe die drugs dat voor elkaar hebben gekregen overigens. De rest van de proefkonijnen, allemaal zwerfkinderen, overleefden de experimenten niet.

Om een idee te geven van hoe Cloak & Dagger er ook alweer uitzien, deze prachtige Hannigan-cover:

PP_64_coverDit vind ik ook een prachtige illustratie van Hannigan: Spider-Man slingert naar het dak van zijn ouderlijk huis. Let vooral op de daken achter Spider-Man die Hannigan in diapositief zette. Deed mij denken aan Frank Millers vroege Daredevil-werk en zijn Sin City-comics.

pp_69_07Tante May woont op dat moment in een verzorgingstehuis, maar wil haar oude huis verbouwen om er een pension voor ouderen van te maken. Daarom gaat ons webhoofd er weer een kijkje nemen. Getekend door Hannigan lijkt het welhaast een spookhuis, maar dat is ook niet zo gek: de inbreker die oom Ben ooit vermoorde heeft recent het hele huis van binnen gesloopt op zoek naar een oude schat die inmiddels vergaan was. Papiervisjes hadden de buit al opgegeten.

In deze video zien we Hannigan aan het woord over zijn werk en zijn ziekte:

Categorieën
Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Man tegen wil en dank

Vaak genoeg heeft Spider-Man geprobeerd te stoppen met de held te spelen en iedere keer mislukte dat. Ook tijdens de gangsteroorlog.

Vorige week had ik het over de twee covers voor het eerste deel van Gang War, een vijfdelig verhaal waarin verschillende partijen uit de onderwereld van New York vechten om de baas te worden nu Kingpin tijdelijk van het toneel is verdwenen. Onze arme held Spider-Man zit middenin deze gangsteroorlog en dat terwijl hij een tijdje terug heeft besloten om te stoppen met Spider-Man te zijn. Peter Parker wil namelijk een normaal leven leiden, maar omdat zijn goede vriend Flash Thompson ervan wordt verdacht the Hobgoblin te zijn en vermist wordt, heeft Parker besloten Spider-Man te blijven totdat de Thompson-zaak is opgelost.

Een scène die als jonge lezer indruk op me maakte was deze uit Amazing Spider-Man #284. Spider-Man is op weg naar huis waar Mary Jane op hem wacht. Onderweg ontdekt hij een schietpartij tussen twee gangs. Instinctmatig duikt Spider-Man er tussen om levens te redden, maar dan besluiten de gangsters hun oorlog even op te schorten om Spider-Man aan gort te schieten:

ASM-284-shootoutOngehoord: een held die het opgeeft! Spider-Man gaat naar huis in plaats van zich met de gangsters te bemoeien. Het is een scène die mij altijd is bijgebleven. Vaak als ik me op een plek bevind waar ik me niet thuis voel of als ik me voor een karretje gespannen voel, schieten Spidey’s woorden uit het laatste plaatje me te binnen. Overigens wel in de Nederlandse vertaling van Siebe Snoeren zoals de strip in Spektakulaire Spiderman #89 (1987) is verschenen:

gangsteroorlog_naarhuisAan de andere kant: je kunt het Spider-Man niet kwalijk nemen dat hij besluit dat die domme gangsters het zelf maar moeten uitzoeken. Als zij elkaar willen omleggen, waarom zou hij eigenlijk ingrijpen om ze te redden? Iedere keer als ik in het nieuws hoor dat in Amsterdam een misdadiger is omgekomen door een shoot-out met andere klootzakken, denk ik ook ‘opgeruimd staat netjes’, want iedere dode gangster is een stapje dichterbij een betere wereld. Laat ze elkaar maar lekker afschieten, zolang ze maar niet onschuldige voorbijgangers raken met hun kogels, want daar maak ik me wel zorgen over.

Maar goed, we hadden het over Spider-Man, niet het saaie leventje van the Amazing Spider-Mike. Als Peter thuiskomt, zit Mary Jane al op hem te wachten. Ze wil een gezellig avondje met z’n tweeën thuis doorbrengen en gaat naar de keuken om gehaktbrood te maken.

ASM-284-MJDan ziet Peter op de televisie dat er een aanslag is gepleegd op misdaadbaas Hammerhead. Die heeft het overleefd, maar niet zijn entourage. Bovendien zijn gewone burgers die in het restaurant aan het eten waren, wel zwaargewond geraakt. Peter beseft dat hij die mensen niet in de steek kan laten en dat hij zijn krachten moet inzetten om verder bloedvergieten te voorkomen:

Amazing Spiderman 284-19Ik vind het een krachtige scène omdat het laat zien dat Peter op dit moment in zijn leven, het Spider-Man-zijn meer als een vloek dan een zegen beschouwt. Hij wil zich niet mengen met de gangsteroorlog, maar zijn gevoel voor rechtvaardigheid dicteert dat hij wel als Spidey aan de slag moet. En dat gaat in dit geval ten koste van zijn avondje met Mary Jane – wat een exemplarisch voorbeeld is voor hoe het vaker ging in hun relatie. Spider-Man lijkt altijd in de weg te staan van Peters geluk. En dat van Mary Jane. Mijn hart huilt als ik in het laatste plaatje Mary Janes teleurstelling in haar lichaamshouding zie.

Categorieën
Strips

Dutch Comic Con komt eraan!

Wie van strips houdt in Nederland kan bijna ieder weekend wel ergens op een beurs terecht. Toch lijkt de Dutch Comic Con mij meer dan de gemiddelde beurs te gaan worden. Uiteraard ga ik daar een kijkje nemen.

In Eppo #6 staat een kort interview met organisator Ivan Lok. Het is zijn intentie dat Dutch Comic Con uitgroeit tot een evenement waar 100.000 bezoekers op af komen. Hij schat dat de eerste editie toch al 35.000 bezoekers zal trekken. ‘We doen iets unieks voor Nederland en alles en iedereen uit dit wereldje doet mee. Zelf hebben we veel beurzen bezocht, maar we waren er nooit tevreden over. Vandaar dat we naar de New York Comic Con zijn gegaan om te zien hoe het echt moet. Daar hebben wij nu een samenwerkingsverband mee. De Dutch Comic Con is precies hetzelfde van opzet, alleen kleiner,’ aldus Lok in Eppo. Dat belooft wat.

De aankondiging die ik van Dutch Comic Con binnenkreeg, is als volgt:

In het weekend van 28 en 29 maart wordt de Jaarbeurs Utrecht omgetoverd tot een waar popculture-paradijs voor liefhebbers van comics, films, games, stripboeken, boeken in het Young Adult-genre, cosplay, sciencefiction, fantasy, cartoons én alles wat daar afgelopen decennium uit is voortgekomen. Op Dutch Comic Con staat popcultuur in de breedste zin van het woord centraal.
Tijdens de beurs zijn er meet & greets met bekende acteurs, gerenommeerde tekenaars, beroemde cosplayers, de nieuwste films in een heuse bioscoop en mooie memorabilia zoals de originele General Lee uit The Dukes of Hazard, de DeLorean uit Back to the Future en de Batmobile uit 1966! Je kunt bovendien de laatste games uitproberen en er staat een enorme markt waar van alles te koop is van comics tot games en van figurines tot DVD’s.

Captain Holland.
Captain Holland.

Acteurs
Er komen diverse bekende film- en televisieacteurs naar Dutch Comic Con. De komst van acteurs, Giancarlo Esposito (Breaking Bad), Joseph Gatt (Game of Thrones), Osric Chau (Supernatural), Julian Glover (Game of Thrones), Michael Cudlitz (The Walking Dead), Costas Mandylor (Saw-films), Claudia Wells (Back to the Future), James Tolkan (Back to the Future) en Stanislav Janevski (Viktor Kruml in Harry Potter and The Goblet of Fire) zijn al bevestigd. Met alle acteurs kun je in Artist Alley op de foto en/of een handtekening laten zetten. Inmiddels heeft Ernie Hudson (Ghostbusters) laten weten dat hij niet naar Utrecht komt.

ghostbusters_poseren
Ghostbusters. Ernie Hudson (tweede van links).

Cosplay
Daarnaast komen ook bekende cosplayers van over de hele wereld naar Dutch Comic Con, zoals Elisa Lydia Mami, Enji Night, Giada Robin en Lux Briel. Op zowel zaterdag als zondag wordt een grote cosplaywedstrijd georganiseerd met een jury bestaande uit de nationale en internationale top van de cosplaywereld.

Tekenaars
Ook wereldberoemde strip- en comictekenaars zullen Dutch Comic Con met een bezoek sieren. Zo zijn o.a. Andrew Wildman en Joe Benitez aanwezig Verder zijn ook bekende tekenaars uit Nederland aanwezig. Bijvoorbeeld Romano Molenaar, tekenaar van Storm, The Darkness, Witchblade en Tomb Raider, is op Dutch Comic Con aanwezig om vragen te beantwoorden over zijn tekenkunst.

Eerder maakte ik deze video van Romano in actie tijdens de Batman-dag bij Henk vorig jaar:

Qua Nederlandse stripmakers zie ik op de site van Comic Con op dit moment vooral tekenaars uit de Eppo-stal staan.

Concerten
Zowel de horror- en hardcorepunkband Misfits als de band Cosmic Rays, met o.a. Engelse striptekenaar Charlie Adlard (The Walking Dead), zullen op zaterdagavond een spectaculair optreden verzorgen op de mainstage in de Jaarbeurs. Op zaterdag 28 maart sluit de beurs om 18:00 uur. Aansluitend vindt een avondvullend programma plaats op de mainstage tot 23:00 uur.

Tickets
Bezoekers kunnen kiezen uit een dagkaart of een weekendkaart. Met een weekendkaart heeft een bezoeker zowel op zaterdag als zondag toegang tot het terrein. Kinderen tot en met 6 jaar mogen gratis onder begeleiding van een volwassene mee.
In de voorverkoop gelden onderstaande prijzen:

Dutch Comic Con – Day ticket zaterdag (alleen geldig op zaterdag 28 maart 2015) – € 17,50 Dutch Comic Con – Day ticket zondag (alleen geldig op zondag 29 maart 2015) – € 17,50 Dutch Comic Con – Weekend ticket (Dit ticket is het hele weekend geldig) – € 30,-
Op 28 en 29 maart kost een dagkaart € 20,- en een weekendkaart € 35,-.

Openingstijden beurs:
Zaterdag 28 maart: 10:00 tot 18:00 uur. Het avondprogramma vindt plaats van 18:00 tot 23:00 uur. Zondag 29 maart: 10:00 tot 17:00 uur
Locatie: Jaarbeurs Utrecht

Check voor de laatste updates en het volledige programma de site van Dutch Comic Con.

En? Ga jij naar de Dutch Comic Con?

UPDATE Vrijdag 27 maart: Er is nogal wat gerommel in de programmering en sommige gasten komen niet meer. Check voor het laatste nieuws de facebookpagina van Dutch Comic Con.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Alternatieve cover voor de Gangsteroorlog

Het vijfdelige verhaal Gang War is mij als Spider-Man-fan altijd bijgebleven. Recent ontdekte ik dat er van het eerste deel een alternatieve cover bestaat.

In Gang War, of Gangsteroorlog zoals hij in de uitgave van Juniorpress werd genoemd, is de Kingpin (alias Wilson Fisk) tijdelijk van het toneel verdwenen. In de misdaadwereld van New York is daardoor een machtsvacuüm ontstaan. Verschillende partijen vechten met elkaar om de nieuwe misdaadbaas van New York te worden en Spider-Man zit er middenin. Dat laat de cover van Amazing Spider-Man #284 ook goed zien:

Bron:  www.romitaman.com
Bron: www.romitaman.com

Spider-Man ligt op de grond in zijn zwarte kostuum. Let wel: dit is een stoffen versie van dat kostuum en niet het buitenaardse symbiont. Om de neergeslagen held staan schurken Hammerhead (midden), The Rose (links) en Arranger (rechts). Arranger is de rechterhand van Kingpin en die neemt de zaken waar zolang deze ‘op vakantie is’. Achter the Rose staat Jack O’Lantern die in dienst van Arranger een aanslag pleegt op misdaadbaas Silvermane.

De cover is getekend door Tom Morgan en geïnkt door Joe Rubenstein, maar dat is niet het uiteindelijke omslag geworden van dit deeltje van Amazing Spider-Man. Het origineel werd in 2002 geveild op de site Heritage Auctions. De beschrijving is als volgt:

Tom Morgan and Joe Rubenstein – Unused Original Cover Art for The Amazing Spider-Man #284 (Marvel, 1987). An unused cover for ASM #284 (the final cover by Ron Frenz uses a similar layout, but different placement of figures) features Hammerhead, Jack-O-Lantern, and Spidey’s black costume. The strip of Marvel characters at the left is a stat, and the title stat is, obviously, not original. 11″ x 17″ on Marvel stock.

Uiteindelijk heeft de redactie van Marvel voor een tweede versie gekozen waarin the Hobgoblin prominent in beeld is. (Hobgoblin werd getekend door Ron Frenz). De andere personages zijn een beetje van plek veranderd om ruimte voor hem te maken en Spider-Man is volledig weggehaald. Ook Arranger valt nu buiten beeld, op een stukje van zijn arm rechts na.

ASM 284_coverEigenlijk is deze tweede cover beter, want in de eerste afbeelding lijkt het of de gangsters het op Spider-Man hebben voorzien, terwijl op de tweede veel duidelijker naar voren komt dat het gangsters versus gangsters betreft. Toch vind ik het heerlijk om die eerste cover te kunnen zien. Het is een strakke plaat met mooi inktwerk. En daarbij vind ik het altijd leuk om nieuwe details te ontdekken aan verhalen die ik nog van vroeger ken.

Ik vond beide afbeeldingen op het toffe blog Marvel Comics of the 1980s, maar de uitleg over de eerste cover (en een nog betere afbeelding ervan) op de site RomitaMan.com, een site waar origineel tekenwerk wordt verkocht.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Vergeet niet geregeld je moeder te bellen

Voorheen bezocht ik mijn moeder zeer regelmatig. Dat is tegenwoordig wat lastiger, want ik woon niet meer bij haar in de buurt, dus daarom bellen we elkaar geregeld. Ook dat heb ik geleerd van Spider-Man-strips.

Een interessant en warmhartig element in de Spider-Man-strips is de band tussen Peter en zijn Tante May. May is zijn surrogaat moeder en de twee familieleden drukken hun liefde voor elkaar vooral uit door zich heel veel zorgen over de ander te maken. May maakt zich altijd zorgen of Peter wel goed eet en of hij een warme trui aan heeft. Dat werkte in het begin van de Spider-Man-reeks als een aardige grap, want over Spider-Man hoef je je natuurlijk geen zorgen te maken.

Een terugkerend element in de verhalen zijn de telefoontjes tussen Peter en May. De oude vrouw wil graag weten dat alles goed gaat met haar neefje en vraagt hem om haar te bellen. Soms schiet dat er wel eens bij in, als Peter als Spider-Man met een of andere superschurk moet vechten. In Peter Parker The Spectacular Spider-Man #57 (1981) laat hij zich daar zelfs niet door tegenhouden om zijn tante even te bellen:

pp_57_tante_may_bellen_webGoed, schrijver Roger Stern gebruik dit element hier vooral als stukje slapstick. Saillant detail: de layouts van de tekeningen zijn gemaakt door Jim Shooter, toen al hoofdredacteur van Marvel Comics, maar altijd zeer streng als het om de visualisatie van de verhalen gaat. Ten alle tijden moest de tekenaar duidelijk laten zien wat er aan de hand is. Jim Mooney inkte de tekeningen.

Een emotioneler en dramatischer gebruik van bovengenoemd verhaalelement zien we in Amazing Spider-Man Vol. 2 #34 (#475 in de oude telling). Spider-Man neemt het op tegen Morlun, een vijand die onverslaanbaar lijkt. Al twaalf uur is Spider-Man tegen hem aan het vechten en het lukt Spidey maar niet om Morlun te verslaan. Peter vermoedt dat dit zijn laatste gevecht wordt en belt eerst met zijn vrouw Mary Jane, maar krijgt voicemail. Dan belt hij met Tante May:

ASM-v2-034-tantemaybellen_0 ASM-v2-034-tantemaybellen_2Schrijver J. Michael Straczynski trakteert ons op een prachtig dramatisch en emotioneel moment. Hij laat zien dat de Spider-Man-verhalen draaien om Peter Parker en de mensen in zijn leven, niet om de superheldenpraktijken daar omheen.

Dat Peter de moeite neemt om met May te bellen, laat zien dat hij om haar geeft en hoe serieus de confrontatie met Morlun is. Dit is niet een tien-in-een-dozijn gevecht tegen een superschurk maar een strijd op leven en dood.

Als we de dood in de ogen kijken beseffen we pas dat het leven draait om liefhebben en dat we niet vaak genoeg tegen onze naasten zeggen dat we van ze houden. Een wijze les.

Wanneer heb jij voor het laatst met je ouders gebeld?