Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Wonderbaarlijke Spinnemannen

Naar aanleiding van mijn oproep in de vorige twee afleveringen zijn een paar leuke inzendingen gekomen van Nederlandse tekenaars die Spider-Man op papier hebben gezet.

Dit groepsportret is gemaakt door Jasper Rietman. Hij tekende de superfilmhelden voor The New York Times Magazine bij het artikel ‘Hollywood’s Tanking Business Model’. In de illustratie zien we de grote filmhelden van 2014 en 2015 vechtend om een enkele dollar. Het kostuum van Spidey is duidelijk dat van The Amazing Spider-Man van Marc Webb. De reboot-reeks die iedere aflevering weer teleursteld. Stoer dat Rietman ook illustreert voor buitenlandse bladen trouwens.

NYTmag-Hollywood-jasper-rietman

Remco Polman stuurde me deze illustratie die hij jaren geleden maakte voor een scheurkalender van uitgeverij Loeb:

spider-man_remco_polman_webAls je denkt dat dit soort onderbroekenlol de mensen van Marvel te ver zou gaan, dan vergis je je. In het eerste nummer van de opnieuw opgestartte reeks Amazing Spider-Man wordt onze held aangevallen door een schurk die Skein heet en stoffen kan manipuleren. Hierdoor valt Spider-Mans kostuum uit elkaar, maar, oh, wat een mazzel, niet zijn masker. (Als je denkt: hoe dom is dat, besef dan dat Dan Slott dit verhaal heeft geschreven en dat dit soort dommigheden zijn handelsmerk zijn.) Spider-Man in zijn gewebde onderbroek wordt meteen door de menigte uitgelachen en die grap wordt uitentreuren opgevoerd in deze aflevering. Sterker nog: omdat Anna Maria, de vriendin van Peter Parker toen Doctor Octopus nog in zijn hoofd zat, de beelden op televisie ziet en drie moedervlekken onder Peters navel herkent, weet ze meteen dat Peter Spider-Man is.

Illustratie: Humberto Ramos.
Illustratie: Humberto Ramos.

Deze cartoon maakte Paul Stellingwerf voor de site IntermediairForward.nl waar ik toen de hoofdredacteur van was. Ik geloof dat we iedere week een nieuwe cartoon op de site van Paul plaatsten:

spider-man_intermediair_stellingwerfBeginnend stripmaker Ed van der Linden stuurde een illustratie van Spider-Girl en vertelt daar hetvolgende over: ‘Deze heb ik getekend voor de verjaardag van een vriendin die gek is op spinnen. Maybelle is mijn hoofdfiguurtje en daarom heb ik haar als spinnenvrouw getekend.’

spider-Woman-ed-vanderlindenTot slot een stripje van Rood Gras, dat Rob van Barneveld maakte nadat hij The Amazing Spider-Man 2 had gezien:

spider-man_roodgrasMet de titel van deze blogpost verwijs ik naar de Nederlandse uitgaven van Spider-Man waarin hij nog de Wonderbaarlijke Spinneman werd genoemd. Tegenwoordig zouden we Spinnenman zeggen vanwege die onhandige en niet te onthouden tussen-n regel die de taalmaffia van Nederland een paar jaar geleden bedacht heeft.

Dit is overigens de 52ste aflevering van de rubriek Spidey’s web, wat betekent dat ik nu een jaar lang elke week een stukje over mijn favoriete stripheld schrijf. Ik heb zojuist bijgetekend voor nog een jaar, want er valt nog veel meer moois uit het web van Spider-Man te laten zien.

Categorieën
Media

Grappige cartooneske voetballers

Freelance illustrator Paul Stellingwerf is de vaste tekenaar van mijn Schokkend Nieuwscolumn. Recent leverde hij dit knappe klusje af voor een café in Beverwijk dat alvast in de voetbalsferen wil komen.

Foto en illustratie: Paul Stellingwerf.
Foto en illustratie: Paul Stellingwerf.

Robin van Persie en Louis van Gaal, bij voetbalfans vast niet onbekend, staan centraal in de pakkende cartooneske voorstelling. Stellingwerf tekent in een zeer toegankelijke stijl en maakt illustraties, cartoons, strips, ontwerpt logo’s en mascottes. Op mijn site publiceer ik ook geregeld illustraties van zijn hand, waaronder de tekening in de header.

De bovenstaande plaat is 13,5 bij 6, 5 meter hoog en dus vanaf de weg niet te missen, zoals ook uit dit item van Telegraaf TV blijkt. Daar wordt Van Gaal overigens aangekondigd als ‘onze verlosser’. Van dat soort taalgebruik verbonden aan voetbal krijg ik altijd een beetje kotsneigingen, maar dat neemt niet weg dat Paul een tof kunstwerk heeft afgeleverd.

Categorieën
Film

Column: Earl Grey

Er komt een moment in het leven van een Trekkie dat hij zich afvraagt wie zijn favoriete Star Trek-Captain is.

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

The Next Generation was mijn eerste kennismaking met Star Trek. Nog steeds ben ik een groot fan van Captain Jean-Luc Picard en zou ik er geen bezwaar tegen hebben om eens een kopje thee met hem te drinken. Earl Grey is mijn favoriete smaak, dus dat hebben de Franse kapitein met de Shakespeariaanse tongval en ik alvast gemeen.

Toch, als ik moet kiezen, zou ik door de ruimte willen reizen met Captain Kirk en zijn crew, want ik denk dat Kirk en ik het prima met elkaar kunnen vinden. Kirk is een kerel van de actie die zonder met zijn ogen te knipperen het onbekende tegemoet treedt, iemand met het hart op de goede plek die, waar het hem uitkomt, de bevelen van zijn meerdere negeert. En is Kirk wel eens een buitenaards wezen van het vrouwelijk geslacht tegengekomen dat niet meteen voor zijn charmante hoofd viel? Vast wel, maar het zullen er niet veel zijn. Kortom, what’s not to like?

Toegegeven: Kirk is de man die ik zou willen zijn. Picard, de eeuwige bruggenbouwer en man van het compromis, is hoe ik werkelijk ben.
Als het om Kirks gaat, verkies ik Shatner boven zijn jongere versie uit de reboots. Shatner ís Kirk: hij zet hem op een nonchalante, welhaast natuurlijke wijze neer.

In 2011 kwam Shatner met de documentaire The Captains, waarin hij collega-acteurs interviewt over hun rol als Star Trek-Captain: Kate Mulgrew, Avery Brooks, Scott Bakula, Chris Pine en Stewart. Daarin blijkt Brooks een rare vogel die geestelijk nog niet op aarde is teruggekeerd: als antwoord op Shatners vragen speelt de beste man jazzy deuntjes op zijn piano. Wanneer Brooks wel zijn mond opendoet, klinkt hij zo vaag als een horoscooptekst.

Uit de documentaire blijkt dat het leven van een Captain erg zwaar is. Uiteindelijk zijn het niet de robbertjes knokken met the Borg of Klingons die de hem er bijna onder krijgen, maar de hoge werkdruk. Maanden, soms jarenlang staan de acteurs 16 tot 18 uur per dag op de set. Dat eist zijn tol in de privé-sfeer: Stewart bedwingt met moeite zijn tranen als hij vertelt dat het acteerwerk vóór zijn gezin gaat en dat die houding hem twee huwelijken heeft gekost. Dit ziet hij nog steeds als zijn grote falen: ‘Mijn schuldgevoel hierover is inmiddels verdwenen, maar ik heb daar nog steeds spijt van. Dat is een beetje een handicap voor me geworden. Ik ben twee keer gescheiden, ik weet niet of ik dat nog eens op kan brengen.’ Ik hoop dat iemand hem een kopje Earl Grey als troost heeft gegeven.

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

Gepubliceerd in Schokkend Nieuws #107.

Categorieën
Film

Column: Spoilers!

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

Toen ik nog kind was en geïnteresseerd in auto’s, was een spoiler een auto-onderdeel dat de grip en wegligging van het voertuig verbetert. Uiteraard bestaan die dingen nog steeds, maar tegenwoordig staat het woord spoiler toch vooral voor de waarschuwing die erop wijst dat belangrijke informatie over de plot van een verhaal onthuld gaat worden. Informatie die je liever niet weet en je lees/kijk/gameplezier zal verpesten. Maar goed, dat hoef ik trouwe Schokkend Nieuws-lezers niet uit te leggen.

We leven in het tijdperk van de spoilers. Wie de nieuwste aflevering van Sherlock later dan het uitzendtijdstip wil bekijken, kan tot dat moment maar beter zijn gezicht niet op Facebook, Tumblr of Twitter vertonen.

Ook als recensent heb ik te maken met het fenomeen spoiler. Toen ik vorig jaar de persvoorstelling van Skyfall bezocht, moest ik bij aanvang een contract tekenen waarin stond dat mijn recensie geen woord zou reppen over de dood van een belangrijk personage. Een belachelijke gang van zaken: een goede recensie geeft immers nooit de belangrijkste plotwendingen prijs. Het James Bond-contract is een mooi voorbeeld van hoe de publiciteitsafdelingen van filmmaatschappijen pogen media-uitingen te controleren. Werd eerst bij een persvoorstelling alleen je mobieltje ingenomen uit angst dat je de film integraal online zet. Nu teken je een overeenkomst waarin je plechtig belooft je beschouwing pas te publiceren op de dag dat de film uitkomt.

De angst voor spoilers is niet onzinnig. Vooraf teveel van de film weten verpest de ervaring en wekt verwachtingen die bijna altijd leiden tot teleurstelling. En als je bedenkt dat het huidige kijkvoer gedomineerd wordt door prequels, sequels en reboots is nog meer voorspelbaarheid wel het laatste wat je wilt.

Gek genoeg zijn de publiciteitsmedewerkers van de filmmaatschappijen zelf de grootste informatielekkers. Zij voeren de journalisten, magazineredacties en bloggers het ene minuscule ‘nieuws’ na het andere om aandacht voor hun product te genereren. Dat begint al een jaar of twee voordat de film uitkomt: castingnieuws, setfoto’s, potentiële plotbeschrijvingen, de aankondiging van een vervolg nog voordat er één shot van de film is gedraaid, etcetera. Veel bloggers en mediasites met een kleine en of luie redactie slikken dat alles voor zoete koek en serveren die koek vaak ongecorrigeerd op hun platforms ten einde de ingebeelde informatiehonger bij de bezoekers te stillen.

Het kan nog gekker: van tevoren aankondigen dat morgen de nieuwe trailer online komt. Aan de publicatie van de trailer voor Dawn of the Planet of the Apes ging zelfs een teaser van de trailer vooraf. Trailers zijn reclamespots voor films, nu wordt er dus reclame gemaakt voor reclame.

De spoiler als ultiem marketingmiddel doodt het laatste zuchtje kijkplezier.

Illustratie: De populaire Paul Stellingwerf
Illustratie: De populaire Paul Stellingwerf

Gepubliceerd in Schokkend Nieuws #106.

Categorieën
Media Strips

Column: Doodzonde

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

Wie comics leest, weet dat het verhaal nooit echt afloopt en eeuwig doorgaat. Comics zijn superheldensoaps: overleden personages komen terug en grote veranderingen worden – meestal – weer teruggedraaid.

Eind 2012 overleed Peter Parker in Amazing Spider-Man #700, het laatste nummer van de serie, en tegenwoordig zit superschurk Doctor Octopus in zijn lichaam om als ‘Inferieure’ Spider-Man het Marvel Universum onveilig te maken. Dat klinkt inderdaad net zo fout als de huidige verhalen die schrijver Dan Slott hierover uithoest. Verhalen van een lager niveau dan menig fan-fiction of Vijftig tinten grijs-achtige lectuur. Ik troost mij met de gedachte dat Slott ooit vervangen zal worden en dat Peter Parker dan wel weer terug zal keren, net als Superman, Batman en andere dode (super)helden die het eeuwige voor het tijdelijke inruilden. Want zo gaat dat in comics.

Die troost ontbreekt echter volledig bij televisieseries die ongelukkig eindigen.

Neem Dexter bijvoorbeeld. Acht jaar lang leefden we mee met een psychopaat die misdadigers omlegt. Langzaamaan zagen we hoe Dexter in een echt mens veranderde. De avonturen van deze sympathieke messentrekker zouden aan het eind van seizoen 8 tot een spannende conclusie komen. Helaas, in plaats daarvan presenteerden de schrijvers een verschrikkelijke cop-out: wat logisch leek gebeurde niet. Dexter werd niet ontmaskerd door zijn politiecollega’s van Miami Metro, noch leefde hij nog lang en gelukkig met zijn geliefde Hannah, de aantrekkelijke blonde seriemoordenaargroupie met een voorkeur voor giftige salades. De makers kozen voor een flauwe middenweg en niet voor een bevredigende climax. In 50-minuten werd acht jaar kijkgenot veranderd in een waste of time. Omdat tijd geld is, overweeg ik een fikse schadevergoeding van betaalzender Showtime te eisen om deze verloren tijd te compenseren.

Dexter is natuurlijk niet de enige serie die slap afloopt. Gelukkig heb Lost nooit gekeken, want naar het schijnt krijgt het merendeel van de fans nog steeds therapie bij dokter Sigmund om de grote teleurstelling van de laatste aflevering te verwerken. De frisse scifi-serie Fringe (met het sympathiekste trio uit de televisiegeschiedenis en meer onverwachte plot-twists dan menig kabinetsbeleid) had beter kunnen eindigen na de spannende climax van seizoen vier en niet met het halfbakken, clichématige invasieverhaaltje uit het slotseizoen.

Vroeger werden series niet afgerond. De omroep trok simpelweg de stekker eruit, waardoor er nooit echt een einde kwam aan de avonturen van de personages waarmee je een emotionele band had opgebouwd. Eigenlijk was dat beter, want je kon zelf fantaseren hoe het verhaaltje verderging. Nu rest ons niets anders dan het risico op teleurstelling te minimaliseren en de laatste aflevering van een geliefde serie niet te bekijken. Nog beter: laat de televisie uit en ga comics lezen. Maar uiteraard niet de huidige Spider-Man-reeks.

Illustratie: Paul Stellingwerf.
Illustratie: Paul Stellingwerf.

Gepubliceerd in Schokkend Nieuws #105.

Categorieën
Fotoblog

Toffe vissenkom

Paul weet wel hoe hij het gezellig moet maken voor z’n vissen…

Categorieën
Film Mike's notities

Column: Een veilig Halloween

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

Sinds enkele jaren kennen ze in Amerika ‘Trunk or Treat’. In deze variant van ‘Trick or Treat’ gaan de kinderen tijdens Halloween om snoep te scoren niet verkleed langs de huizen, maar lopen ze langs geparkeerde auto’s waarin lekkernijen liggen uitgestald in de versierde kofferbak. Bezorgde ouders hopen zo toezicht te kunnen houden op de kleintjes en te voorkomen dat ze slachtoffer zullen worden van pedofielen.

Waarom de ouders niet gewoon met de jonge kinderen meelopen als ze langs de huizen gaan, is me een raadsel. Kennelijk houden ze er gewoon van om zoveel mogelijk met hun auto te doen. De plaatselijke kerkgemeenschap is vaak de organisator van deze ‘Trunk or Treats’ en daarom vinden ze dikwijls op de parkeerplaats van een kerk plaats. Dat is toch wel ironisch gezien de reputatie van de kerk als pedofielenclub. Over de kat op het spek binden gesproken.

Verhalen waarin kinderen tijdens Halloween gevaarlopen doen al jaren de ronde. Iedereen kent de verhalen over vergiftigd snoep of fruit waar scheermesjes in verstopt zitten. Dit zijn meestal urban legends, behalve de anekdote over Ronald Clark O’Bryan die in 1974 zijn eigen zoon vergiftigde met Halloweensnoep om het geld van de levensverzekering op te kunnen strijken. Hij kreeg heel toepasselijk The Candy Man als bijnaam.

In de huidige commerciële variant van Halloween komt het gevaar dus niet meer van spoken, heksen of het feit dat de grens tussen onze wereld en het dodenrijk op de 31ste van oktober vervaagt, maar uit de hoek van pedo’s en niet-brave vaders die op een creatieve wijze de financiële crisis binnen het huishouden proberen te beslechten. Reallifehorror versus de sprookjesachtige, gothic-kitsch die mijn Halloweenbeleving bepaalt.

Dankzij mijn intolerantie voor suikergoed en liefde voor films als Sleepy Hollow en The Nightmare Before Christmas, draait Halloween voor mij om pompoenen snijden, horrorfilms kijken met vrienden en oude kerkhoven bezoeken. Dat laatste doe ik bij voorkeur in pittoreske steden als het Schotse Edinburgh. Daar worden de mythes rondom geestverschijningen levend gehouden door diverse ghost tours. Door ’s nachts op een middeleeuws kerkhof te lopen waar een miljoen pestslachtoffers onder je voeten begraven ligt, worden die geesten bijna tastbaar en is het makkelijk voor te stellen dat ieder moment een onthoofde ruiter tussen de graven door voorbijrijdt om vervolgens in de mist te verdwijnen. Nog een voordeel: de kans om een pedofiel tegen het lijf te lopen is nihil. En aangezien je als levende kerkhofbezoeker niet interessant bent voor bodysnatchers of necrofielen is zo’n prachtig kerkhof eigenlijk de veiligste plek om Halloween door te brengen. Je kunt er alleen moeilijk je auto kwijt.

Illustratie: Paul Stellingwerf.
Illustratie: Paul Stellingwerf.

Gepubliceerd in Schokkend Nieuws #104.

Categorieën
Strips

Rood Gras in Edinburgh

Het zal onderhand geen geheim zijn dat ik een fan ben van Rood Gras. Deze semi-autobiografische strip wordt beleefd en gemaakt door Rob van Barneveld. Recent bezocht Rob in zijn eentje de prachtige stad Edinburgh en daar maakte hij natuurlijk een stripje over.

Rob tekent deze strips direct in zijn dummy en eigenlijk alleen voor ‘persoonlijk gebruik’. Wat mij in zijn werk aanspreekt is de openhartige toon die Rob in zijn strips gebruikt. Daarbij komt hij vaak grappig uit de hoek. Recent maakte hij ook een aangenaam verslag over zijn bezoek aan Lowlands. Binnenkort brengt hij deze strips ook in een smallpress-boekje uit.

‘In het smallpresszine komen dingen uit mijn schetsboekjes, kleine ideetjes en stripjes. Een beetje zoals Prefab van Serge Baeken, denk ik, maar dan op zijn Robs,’ liet de tekenaar me via Facebook weten.

rob_edinburg1h rob_edinburgh2 rob_edinburgh3 rob_edinburgh4 rob_edinburgh5 rob_edinburgh6 rob_edinburgh7

Alleen op vakantie
Zelf ging ik voor het eerst in 2007 in mijn eentje naar Edinburgh en werd verliefd op de stad. Alleen op vakantie vond ik daarvoor vreemd, maar ik ontdekte dat het heel fijn kan zijn om met jezelf op vakantie te gaan, zoals Rob het in zijn stripje noemt. Net als Rob ben ik daar toen een verhaal over gaan maken. Ter plekke, als ik ergens aan de koffie zat, notitieboekje op tafel en schrijven maar. Zo voel je je ook minder alleen heb ik gemerkt. Je praat tegen een onzichtbare vriend. Later publiceerde ik die verhalen op mijn blog:

Deel 1: Girls, Ghosts and Warhols,
Deel 2: City of the Dead
,
Deel 3: Polen, Nieuw-zeelanders en Onzichtbare Vrienden,
Deel 4: Serpenten, tombes en Sherlock Holmes,
Deel 5: Andy Warhol & Harry Potter
,
Deel 6: Arthur, Dante, Rose en Bobby,
Deel 7: Edinburgh (slot).

Vorig jaar was ik samen met Paul Stellingwerf in Edinburgh. Daar maakte ik een reeks video’s over, waarvan dit reisverslag tot op zekere hoogte vergelijkbaar is met de dagboekstrip van Rob.

Ik ga van de week eens kijken wat ze tijdens Halloween allemaal voor leuks doen in Edinburgh. Ik heb zin om er weer heen te gaan.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Bunbun #2 – Oh no, not again

Oh no, not again heet het nieuwe Bunbun-album van Matt Baay en dit keer heeft hij ook zijn stripmaakvrienden ingeschakeld om een bijdrage te leveren. Maaike Hartjes, Paul Stellingwerf, Frodo De Decker, Rob van Barneveld, Boris Peeters, Aleks Deurloo, Sam Peeters, Jeroen Funke, Ruben Steeman en Aimée de Jongh tonen ieder hun eigen interpretatie van het witte konijn dat al zo negen jaar de pagina’s van strippend Nederland onveilig maakt.

Paul Stellingwerf weet met zijn gastbijdrage dicht op de sfeer van het origineel te blijven.
Paul Stellingwerf weet met zijn gastbijdrage thematisch dicht op de sfeer van het origineel te blijven.

Het is leuk om te zien hoe andere stripmakers omgaan met de terugkerende thema’s die het Bunbun-universum uitmaken: de zucht naar wortels, seks en grote pikken. Baay heeft er een handje van om eindeloos te variëren op deze thema’s. Zo nu en dan mixt hij er een sprookjes- of filmparodie doorheen. Soms doet hij dat door een visuele grap en een knipoog naar het medium, maar dikwijls doet hij dat ook lekker plat.

bunbun_tekent
Bunbun blijkt ook zijn eigen gasttekenaar.

Objectief kan ik niet over Bunbun oordelen, daarvoor ken ik de geestelijk vader en het konijn te goed. Ik ben al jaren fan van de strip. Toen ik redacteur was van de site IntermediairForward, een plek waar starters op de arbeidsmarkt terecht konden voor informatie over solliciteren en vacatures, wilde ik de site aantrekkelijk maken door ook iets met strips te doen. Ik heb toen Baay gevraagd om een reeks animaties te maken over Bunbun in een arbeidssituatie. Op een speelse manier konden we zo sollicitatietips kwijt. Bunbun vond het prima om te doen alsof hij solliciteerde, zolang het honorarium maar uit een flinke berg wortels en enkele bereidwillige groupies bestond. Verder niets te klagen over deze acteur.

Ravijn
Al snel schreven Matt en ik de serie samen. Met plezier denk ik terug aan onze plotsessies, die vaak plaatsvonden in een Utrechts restaurant. ‘Kunnen we niet een bus vol met marketeers een ravijn in laten rijden?’ vroeg ik Matt. Dat leek me wel passend aangezien marketeers mij het leven erg zuur maakten indertijd. ‘Natuurlijk kan dat!’ zei Matt opgewekt. En zo bedachten we dan een verhaaltje rondom deze scène dat ook nog eens Intermediair genoeg was om op de site gepubliceerd te worden.

Ik ben wat dat betreft Hille van der Kaa, die toen chef online was bij Intermediair, nog steeds dankbaar dat ook zij de humor van Baays konijn inzag.

Maar goed, ancient history.

Oh no, not again? Jazeker wel. Van Bunbun krijg ik nooit genoeg.

Een recent interview met Baay over dit nieuwe album staat op Stripelmagazine.

Matt Baay en anderen. Bunbun #2 – Oh no, not again
Uitgeverij Syndikaat, € 14,95

Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.

Categorieën
Film Strips

Column: Batman versus Dexter

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

Inmiddels ben ik weer bijgekomen van het slot van seizoen zeven van de prachtserie Dexter, maar dat heeft wel heel wat koude douches gekost. Het ging er dan ook heet aan toe: Dexter kreeg een bloedmooi vriendinnetje met een voorkeur voor giftige maaltijden, de sterke arm der wet zat hem erg dicht op de huid en zusje Debra werd steeds meer opgeslokt door de duistere schaduw van haar broer. Wat dit seizoen bovenal boeiend maakt, is het feit dat Dexter Morgan steeds meer dubieuzer gedrag vertoont. En dat zegt wat over een serie waarin een seriemoordenaar de hoofdrol speelt.

Dexter is een moordenaar in de goede zin des woords: hij vermoordt alleen maar misdadigers die hun straf weten te ontlopen. Verder is Dex tamelijk ongevaarlijk, want hij werkt volgens een code. Wanneer onomstotelijk vaststaat dat zijn beoogde snijtafelgast daadwerkelijk de misdaden heeft gepleegd waar hij of zij van verdacht wordt, slaat hij toe.

Wat dat betreft is Dexter vergelijkbaar met een moderne superheld als The Punisher. Sterker nog: in veel opzichten is Morgan een efficiëntere misdaadbestrijder dan bijvoorbeeld Batman. Net als Dexter zag Bruce Wayne op jonge leeftijd zijn ouders vermoord worden. Dit heeft Wayne voor het leven getekend: hij zal al zijn middelen inzetten om de misdaad te bestrijden, maar in tegenstelling tot Morgan doet Bats dit zonder bloedvergieten. Zo weigert hij al jaren zijn aartsvijand de Joker de nek om te draaien. Dat lijkt nobel, maar is het natuurlijk niet, want nadat Bats hem gearresteerd heeft, weet de eeuwig grijnzende psychopaat iedere keer weer uit het gekkenhuis te ontsnappen om tig nieuwe slachtoffers te maken. Kleeft het bloed dat de Joker vergiet daarom niet net zo goed aan de handschoenen van Batman? Is Bats niet medeplichtig aan de stapel lijken die de Joker creëert? Dexter zou voorgoed een einde maken aan deze eindeloze stroom slachtoffers.

In 'Return of the Dark Knight' draait de Joker uiteindelijk zijn eigen nek maar om. Illustratie: Frank Miller.
In ‘Return of the Dark Knight’ draait de Joker uiteindelijk zijn eigen nek maar om. Illustratie: Frank Miller.

Recent leerde Dexter dat hij zijn code helemaal niet nodig heeft om te moorden, dat deze een fictie is, bedacht door zijn vader om de hem in het gareel te houden. Alle kinderen zetten zich immers ooit af tegen pa en Dexter is daarin geen uitzondering. Nu kan Dex zijn bloeddorst lessen met wie hij maar wil. Dat kan een voordeel zijn, bijvoorbeeld als hij besluit wansmakelijkheid te bestraffen. In dat geval hoeven we in de toekomst nooit meer de vocale diarree van Jantje Smit aan te horen of te kijken naar Rutger Castricum – op hun eigen manier immers ook een soort jokers. Aan de andere kant maakt dit dat Dexter niet langer zindelijk is: als je hem in de supermarkt even verkeerd aankijkt kun je de volgende op zijn lijst zijn. Misschien is Batman uiteindelijk toch een veiliger oplossing.

Deze column is in Schokkend Nieuws #100 gepubliceerd.

Categorieën
Fotoblog

‘Volgens mij zijn we hier’

Ondanks het druppelende dak zijn we met de kerstdagen weg van huis geweest. Het bos in bij Schoorl, samen met honderden andere families die hetzelfde idee hadden. Felgekleurde jassen, keffende kinderen en hondjes verjoegen de konijnen, kabouters en andere bosbewoners. Het waande me in een station ident van RTL-4.

Toch was het lekker om een frisse neus te halen.

Schoorl is een apart dorp: de winkelstraat bestaat uit nieuwe laagbouw, boven iedere winkel is een woning. Twee meisjes op pony’s rijden langs de dichte winkels. En om de hoek kijk je plotseling tegen het klimduin aan. Een tot leven gekomen vakantiedorp.

 Robothandje.

Tweede Kerstdag bezocht ik met Linda moeders in Hoorn, daarna zaten we bij Paul, om samen met Matt, Sigrid en Rob de avond door te komen. Pannenkoeken, ‘Ein Kitten Für Hitler’ – ga dat zien mensen – Spongebob 3D X-mas special, South Park en ‘Gremlins’, een film die met zijn studiodecors en gestileerde acteerwerk, heel erg in de jaren tachtig is blijven hangen. Al zijn de niet te stuiten opdondertjes nog steeds zeer overtuigende poppen.

 Studiostad met geschilderde achtergrond in ‘Gremlins’.

Categorieën
Fotoblog

Een vrijdag cultuur snuiven

Zie: Salon-tentoonstelling van Gerrit van Dijk en Piet Zwaanswijk, die ik verder niet gezien heb omdat de deur kwart voor vijf reeds gesloten was.

Vrijdag was ik in Haarlem waar ik met Joubert Pignon afgesproken had op de Grote Markt. Al twee jaar heb ik drie trades van Fables van hem en ik wilde graag zijn debuutroman aanschaffen: ‘Er gebeurde o.a. niets’. We hebben nog Daily Webhead video opgenomen die binnenkort online komt.

Daarna was ik met Paul naar het Teylers museum voor de tentoonstelling over Rafaël. Mooie tekenpoot had hij. De schetsen die hij maakte zijn voortreffelijk; alleen jammer dat men in die tijd alleen Bijbelse verhalen verbeeldde.

In het Teylers museum zag ik ook dit prachtige schilderij hangen van Lodewijk Franciscus Hendrik Apol dat heel toepasselijk ‘Bos bij winter’ heet.

Een hamburger later waren Linda en ik ’s avonds in de Melkweg te Amsterdam voor weer een horrorcollege van Jan Doense. Hij had lekker veel fragmenten voor ons in petto. Dat was dus verschrikkelijk smullen.