Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Heinz van H tot Z, deel i

De afgelopen dagen las ik Heinz bij de lunch. Ik eet namelijk graag licht en luchtig en de humor van René Windig en Eddie de Jong past daar goed bij. En als de grappen wat te flauw worden, het stripduo heeft de neiging om situaties tot het uiterste uit te melken, staat het zoutvaatje in de buurt.


In 2009 is uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij begonnen met de integrale heruitgave van de Heinz-strips. In de serie Heinz van H tot Z zullen uiteindelijk vijf delen uitkomen. Deel drie, deeltje I, ligt vanaf november in de winkels. Net als zijn voorgangers is het een mooi uitgegeven boek. Dik met een harde kaft met noten achterin. Maar daar moet dan ook wel een flinke prijs voor worden betaald, namelijk 45 euro. Ik vermoed dat de uitgever voornamelijk de nostalgische lezer voor ogen heeft die alle Heinz-strips compleet wil hebben.

Leuk aan de geschiedenis van Heinz is dat deze kat zijn striploopbaan begon als bijfiguur in de strip Rocking Belly. De titelfiguur van deze strip was een bestaande punker en leadzanger van de Rockin’ Belly Bende, waar stripmaker Windig ook lid van was. De verhalen speelden zich deels af in een kraakpand waar de kat Heinz woont. Eerst verscheen de kat geregeld op de Goochem-pagina van Het Parool om later op de strippagina zijn eigen strip te krijgen. En niet alleen in Het Parool: jarenlang zijn de avonturen van Heinz in tientallen kranten, ook buiten de landsgrenzen, te lezen.


Deel i

Wat vooral opvalt als je de strookjes weer leest is hoe goed deze de tand des tijds hebben doorstaan. Het merendeel van de avonturen van deze stripkat zouden nu nog heel goed gepubliceerd kunnen worden. Niet zo gek dus dat forensenkrant Metro de strips opnieuw publiceert.

Waar de stripjes wel gedateerd zijn, bijvoorbeeld omdat ze refereren naar de Teenage Mutant Ninja Turtles of carpoolstroken, biedt het notenapparaat achter in het boek uitkomst. Sowieso worden daar de vele intertekstuele verwijzingen die de strip rijk is uit de doeken gedaan, wat de heruitgave in het bijzonder de moeite waard maakt.

Heinz op herhaling is prima te verteren. Het mag dan oude wijn in nieuwe zakken zijn, de wijn is goed geconserveerd.

Windig & De Jong. Heinz van H tot Z: Deel Drie (november 1992 – december 1994)
Oog & Blik/De Bezige Bij
ISBN 978 90 5492 327 5, € 45

Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.

Categorieën
Strips

Verkoopexpositie Larcenets Blast

Ter gelegenheid van het verschijnen van het derde deel van Blast, houdt Galerie Champaka te Brussel de tweede verkooptentoonstelling gewijd aan het werk van Manu Larcenet. De tentoonstelling brengt grafische elementen uit de drie albums van Blast, achttien onuitgegeven illustraties en originelen uit de drie boeken verschenen bij Les Rêveurs (de dromers), de uitgeverij die werd opgericht door Manu Larcenet en Nicolas Lebedel.


Blast
wordt in Nederland uitgegeven door Oog & Blik/De Bezige Bij. Ik hoop dat ze ook snel het derde deel uitbrengen, want zoals ik al eerder schreef, ik vind het een fantastische reeks.

De tentoonstelling loopt van 24 oktober tot en met 10 november.

Blast : De oorspronkelijke tekeningen
Om Blast te tekenen gebruikte Larcenet verschillende instrumenten om een
ongelooflijke duik te nemen in de zee van menselijke emoties. Hij geeft er zijn figuren de precieze houding om ze samen met de krachtige sfeer een betoverende verleiding te laten uitoefenen. Hij maakt verschillende tekeningen, kiest er een aantal uit die hij scant en componeert vervolgens op de computer een voor een de platen van het album. De originelen op papier combineren inspiratie en energie en getuigen van
een buitengewone vaardigheid.

De nachtelijke wandeling van Polza
Manu Larcenet bedacht voor de tentoonstelling achttien tekeningen op formaat 30 x 40 cm, een ongewoon groot formaat voor hem. De schakeringen van zwart-grijs-wit dienen een nachtelijke wandeling van Polza, het centrale personage van Blast.
We wisten al dat Larcenet gefascineerd was door de natuur. In dit ensemble knoopt hij aan met de geheimen van de romantiek. Zag Victor Hugo in de landschappen geen harmonie tussen het intellect van de ziel en dat van de natuur? Net als in zijn albums verwoesten de conflicten niet enkel de personages. Het duel tussen licht en schaduw gaat steeds door en de kunst van het zwart van de kunstenaar onthult net zoveel ondergrondse replica’s van regenbogen…

Galerie Champaka
Ernest Allard straat 27
B-1000 Brussel

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Ze heten allemaal Mohammed

Strip is een visueel medium. Een slecht geschreven verhaal kan door fenomenaal tekenwerk toch nog een plezierige leeservaring zijn. Een goed geschreven verhaal dat getekend is door iemand die niet weet wat hij doet, is vanaf de eerste bladzijde gedoemd te mislukken. Daar kom je als lezer niet doorheen. Ze heten allemaal Mohammed van Jérôme Ruillier is om die reden onleesbaar.

In deze graphic novel staan de getuigenissen opgetekend van de eerste en tweede generatie Marokkaanse migranten die in Frankrijk zijn gaan wonen om een beter bestaan op te bouwen. Aan bod komen bijvoorbeeld de onmogelijkheid om hogerop te komen in een autofabriek en de problemen van kinderen die opgroeien als tweede generatie arbeidsmigranten. Allemaal goed bedoeld en het is interessant om de verhalen van migranten te vernemen, maar het tekenwerk is van zulke matige kwaliteit dat ik er niet doorheen kom.

Ruillier geeft de sprekers dierkoppen (Beren? Katten?) in plaats van gewone hoofden, net als Art Spiegelman die in de klassieke graphic novel Maus het overlevingsverhaal van zijn Poolse vader optekende en daarmee een prachtige striproman maakte over de ontberingen die de joden tijdens de holocaust moesten doorstaan. Spiegelman gebruikte diersoorten om de verschillende afkomst van mensen aan te geven. Hij tekende de Joden als muizen, de Duitsers als katten, de Amerikanen als honden en de Polen als varkens.

Waarom ik Maus noem in het kader van Ze heten allemaal Mohammed? De Marokkaanse auteur Abdelkader Benali vergelijkt in zijn voorwoord het boek van Ruillier zonder blikken of blozen met Maus en noemt Ze heten allemaal Mohammed: ‘een vertelling die in ambitie en opzet veel weg heeft van het beroemde Maus van Spiegelman en die het wat mij betreft qua uitvoering en intensiteit naar de kroon steekt.’ Ik vraag me af of Benali Maus goed gelezen heeft, want waar Spiegelman een tekenaar is die weet hoe hij visueel een verhaal moet vertellen, tekent Ruillier voornamelijk talking heads in een naïeve stijl die wegheeft van een driejarige die met zijn ogen dicht Nijntje probeert na te tekenen. De vertelling in Ze heten allemaal Mohammed wordt gedragen door de handgeschreven tekst die in het boek overheerst, niet door de tekeningen.

Ik denk dat Benali goede intenties verwart met vakmanschap.

Ruillier baseerde zijn boek op het werk van filmregisseur en politica Yamina Benguigui die vele immigranten interviewde voor haar film Mémoires d’immigrés. Ook zij is vol lof over Ruillier in haar voorwoord: ‘Omdat ik de capaciteiten van de graphic novel volledig serieus neem ben ik ervan overtuigd dat dit boek een stap in de goede richting is om dit fundamentele aspect van de Franse samenleving, de allochtonen, op een nieuwe manier een plaats te geven in het Franse bewustzijn.’ Fijn dat Benguigui de capaciteiten van de graphic novel serieus neemt, jammer alleen dat ik in de pagina’s die volgen nergens iets zie wat op een goede graphic novel lijkt. Na alle lofuitingen van Benali en Benguigui zijn de verwachtingen hooggespannen, maar wacht de lezer alleen nog maar teleurstelling.

Iemand die wel heel goed de menselijke ervaring in erbarmelijke omstandigheden weet te visualiseren is Joe Sacco die een reeks journalistieke strips maakte over oorlogsgebieden als de Gazastrook, Bosnië en Irak. Ik raad de lezer die geïnteresseerd is in dit genre strips dan ook van harte de boeken van Sacco en Spiegelman aan. Laat het broddelwerk van Ruillier maar links liggen.

Oog & Blik/De Bezige Bij
ISBN: 978 90 549 2357 2
Prijs: €29,90

Categorieën
Daily Webhead Video

Video: Michiel van de Pol over Scherpschutters

Pauze van mijn werk of niet, natuurlijk heb ik wel de Stripdagen Haarlem bezocht dit weekend. Dit is immers het leukste stripfestival van de Lage Landen. Op de boekenbeurs liep ik Michiel van de Pol tegen het lijf. Van de Pol heeft net een nieuwe graphic novel uit: Scherpschutters.

Deze striproman werd 2 juni gespresenteerd, dus ik heb nog geen tijd heb gehad om hem te lezen, maar aangezien Terug naar Johan, Michiels vorige boek, een prachtig verhaal is, was ik erg benieuwd naar waar zijn nieuwe striproman over gaat. Dus dat heb ik even aan de sympathieke stripmaker gevraagd.

De muziek in deze Daily Webhead is weer als vanouds van Marco Raaphorst.

Categorieën
Strips

Michiel van de Pol presenteert Scherpschutters in Haarlem

Check ook Michiels nieuwe site die net online is gekomen.

Categorieën
Strips

Charles Burns: Puberen in de Twilight Zone

De Amerikaanse stripmaker Charles Burns werkt al jaren aan een somber, nachtmerrieachtig universum. Zijn werk schittert in een retrospectief in Leuven. ‘Ik probeer eerlijk te zijn en weer te geven wat ik zie, denk en voel.’

In de meesterlijke striproman Black Hole van Charles Burns (Washington, 1955) raken tieners besmet met een seksueel overdraagbare ziekte die lichamelijke afwijkingen veroorzaakt, zoals een mond in de nek, vergroeiingen in de rug of een staart. De meeste besmette tieners leven als verschoppelingen in het bos en proberen er het beste van te maken. Volgens Burns is de puberteit als een ziekte: de één groeit erover heen, de ander blijft er eeuwig in hangen. In de wereld van Burns kent deze periode daarom veel horrorachtige elementen, het is alsof je in de Twilight Zone pubert.

‘Misschien heb ik die tijd ook wel zo beleefd. Vrienden van mij hebben hetzelfde ondergaan als ik. Ze verkopen nu vastgoed en zijn gelukkig, dus misschien ligt het aan mij,’ zegt de stripmaker lachend. ‘Ik vind de puberteit een belangrijke periode. Ik word aangetrokken door de intensiteit van je emoties en van de transformaties die je fysiek en mentaal doormaakt.’

Fragment uit ‘Black Hole’


Opgroeien

Burns’ jeugd blijkt een eindeloze bron van inspiratie voor hem te zijn. De stripmaker groeit in zijn werk langzaam op, men zou bijna kunnen spreken van surrealistische memoires. ‘In de loop der jaren heb ik verschillende leeftijden behandeld in mijn strips. De verhalen over Big Baby, de bijnaam van het jongetje Tony wiens hoofd veel lijkt op dat van een ruimtewezen, gaan over opgroeien in de vroege jaren zestig. Black Hole neemt me de middelbare school in. Ik wilde de personages in de wereld plaatsen die ik kende van mijn jeugd in de vroege jaren zeventig, toen ik opgroeide in Seattle. De drie boeken waar ik nu aan werk beginnen in de late jaren zeventig en het punktijdperk. Ik maak altijd de grap dat ik tegen de tijd van mijn sterfbed aan het schrijven over mijn midlifecrisis toe ben.’

Sombere visie
Naast strips maakt Burns ook commercieel werk: al jaren tekent hij de omslagen voor het literaire tijdschrift The Believer, maakt hij illustraties, advertenties en platenhoezen. Hij brak begin jaren tachtig door met strips in het avant-gardistische striptijdschrift RAW. In Museum M te Leuven is nu een retrospectief van zijn tekeningen en illustraties te zien. ‘Veel mensen die de expositie zien realiseren zich dat mijn obsessies en visie, wat die ook mogen zijn, vanaf het begin al aanwezig waren. Er zitten geen radicale veranderingen in mijn werk, alleen subtiele. Over het algemeen is het allemaal heel herkenbaar.’

Het universum van Burns kenmerkt zich door een sombere visie op de mensheid. ‘Dat is deel van mijn DNA, deel van wie ik ben,’ bekent de stripmaker. ‘Ik probeer eerlijk te zijn en weer te geven wat ik zie, denk en voel. ‘Het is niet een compleet zwart beeld van de wereld, ik ervaar niet overal walging of afkeer bij, maar sommige van die dingen komen wel aan de oppervlakte als ik aan het werk ben.’

De beroemde platenhoes die Burns maakte voor Iggy Pop

Body horror
De strips van Burns zijn vaak gecompliceerde vertellingen vol symboliek, vertelt vanuit meerdere perspectieven. Ze kennen een ingewikkelde narratieve structuur met flashbacks en flashforwards. De verhalen roepen associaties op met het surrealisme in de films van David Lynch en de body horror van regisseur David Cronenberg: ‘Met hen word ik het vaakst vergeleken. Er zijn ook zeker overeenkomsten tussen hun werk en het mijne. Toch zijn ze geen inspiratiebronnen voor me, want Lynch en Cronenberg kende ik niet toen ik jong was. Invloeden zijn voor mij dingen waar ik als kind aandachtig naar keek, stripmakers wiens werk ik natekende en die ik probeerde te evenaren. Zoals Saul Steinberg die in complexe en fantastische lijnen cartoons voor The New Yorker tekende. Een directere invloed in verband met wat ik nu maak is Harvey Kurtzman. Toen ik nog erg jong was keek ik naar Kurtzmans Mad Comics, niet te verwarren met het latere magazine zoals dat nog steeds wordt uitgeven. Mad Comics kwamen oorspronkelijk uit als een comic in de jaren vijftig, mijn vader had er zwart-witte heruitgaven van.’

Zelfportret
Om de vooroordelen omtrent zijn inspiratiebronnen tegen te spreken, staat in de expositie een muur volgehangen met honderd boekomslagen. ‘Het zijn boeken uit mijn boekenkast. Op een bepaalde manier is het een soort van zelfportret. De algemene aanname is namelijk dat ik alleen maar Amerikaanse horrorcomics uit de jaren vijftig en zestig ken, en ik wilde laten zien dat de reikwijdte van waar ik mee ben opgegroeid veel groter is dan dat.’

Burns nieuwste project wordt een trilogie, waarvan het eerste deel in 2010 verscheen: X’ed Out. De titel refereert volgens Burns naar twee zaken in het verhaal. De tiener Doug, die gewond en ziek het bed houdt, probeert de inname van zijn medicijnen te minderen. Hij heeft een schema gemaakt van het aantal dagen dat hij nog moet slikken en streept deze door, als een gevangene die de dagen tot zijn vrijlating bijhoudt. De andere verwijzing is naar de punkcultuur: de punks sloten zichzelf buiten de maatschappij en zetten als het ware een kruis door hun participatie daaraan.

Kuifje
Een belangrijke inspiratiebron zijn de strips van Hergé, geestelijk vader van Kuifje en uitvinder van de ‘klare lijn’-stijl. ‘Een groot deel van mijn kindertijd moest ik mezelf vermaken en dat deed ik door te tekenen en strips te lezen. Nog voordat ik kon lezen kreeg ik Kuifje-albums van mijn vader en werd verliefd op ze. Ze maakten grote indruk op mij.’ In X’ed Out zijn de invloeden van Hergé duidelijk terug te zien in de tekeningen: hoofdpersoon Doug lijkt in zijn dromen op een popartversie van Hergés held maar dan met een zwart kuifje haar. ‘Uiteindelijk hebben het verhaal, de personages en wat ik wil vertellen niets te maken met de wereld van Kuifje of die van Hergé, maar de beeldtaal en misschien ook de sfeer die ik als kind tot me genomen heb, komen er nu op deze manier uit.’

Charles Burns: Zwart gat (oorspr. Black Hole en X (oorspr. X’ed Out)
Oog & Blik/De Bezige Bij

Charles Burns in Museum M in Leuven te zien tot en met 11 maart.

Dit artikel is in VPRO Gids #9 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Judith Vanistendael: ‘Ik ben niet zo van “de Grote Waarheid”‘

De Vlaamse stripmaker/illustrator Judith Vanistendael (Leuven, 1974) brak door met het semi-autobiografische tweeluik De maagd en de neger. Nu is er de striproman Toen David zijn stem verloor waarin het titelpersonage kanker krijgt. Op indringende wijze vertelt Vanistendael hoe David, zijn vrouw en twee dochters omgaan met deze slopende ziekte.

Waarom wilde je dit verhaal vertellen?
‘Ik wilde uitdrukken hoe mensen omgaan met een naderende dood en ik wilde een soort analyse maken van hoe mensen van verschillende leeftijden reageren als ze geconfronteerd worden met iets heftigs als kanker. Die thematiek ligt me zeer nauw aan het hart. Toen ik een verhaal zocht voor het nieuwe boek, was er in mijn naaste omgeving sprake van een soort kettingreactie van kanker. De directe aanleiding was het feit dat de vriend van mijn moeder overleed aan keelkanker, maar het verhaal is volledig bedacht en niet autobiografisch.’

Hoe heb je je ingelezen?
‘Een KNO-oncoloog in Brussel heeft me veel geholpen. Hij verschafte mij achtergrondmateriaal, legde het hele ziekteproces uit en de operaties. Bijvoorbeeld hoe een strottenhoofd operatief wordt verwijderd. Daarnaast heb ik veel op het internet opgezocht en heb ik tijdens mijn bezoeken in het ziekenhuis veel geobserveerd en geschetst.’

Je hebt als research ook een voetreis ondernomen naar Santiago de Compostela.
‘De oudste dochter Miriam maakt die pelgrimstocht, ik wilde ervaren hoe dat was. Uiteindelijk is het een minder groot element in het verhaal geworden dan gepland. De tocht was niet relevant voor hetgeen ik uiteindelijk wilde vertellen. Reizen is wel een belangrijk thema in het boek. De hele striproman is eigenlijk een grote reis naar de dood; daarnaast maakt ieder personage een bepaald soort reis. David maakt bijvoorbeeld alleen reizen in cirkels, die zeilt altijd op de meren van Berlijn. Zijn jongste dochter Tamar maakt een reis in haar fantasie.’

Judith Vanistendael door Judith Vanistendael.

Wederom heb je een verhaal gemaakt dat uit verschillende perspectieven verteld wordt.
‘Ik ben niet zo van “De Grote Waarheid”. Wat ik boeiend vind aan fictie is dat je verschillende waarheden kunt weergeven, verschillende realiteiten en visies. Ik denk dat het me daarom zo aanspreekt. Maar in het volgende boek doe ik dat niet meer, want het is heel veel werk.’

Waarom letter je de tekstballonnen zelf?
‘Omdat bij het beeldverhaal de tekst een integraal deel uitmaakt van de tekening. Ik vind dat je die twee niet los van elkaar kunt zien. Ik letter ook vaak de buitenlandse versies zelf. Dat vind ik heel belangrijk, omdat tekst bijna een soort tekening wordt. Daar kun je niet een willekeurig lettertype op smijten. Maar volgens mijn uitgever ben ik ook wel een controlefreak.’

Judith Vanistendael: Toen David zijn stem verloor, Oog & Blik/De Bezige Bij.

Dit artikel is in VPRO Gids #6 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Toonder, Toonder en nog eens Toonder!

Dit jaar is het honderd jaar geleden dat Marten Toonder werd geboren. En dat moet gevierd worden! Daarom is 2012 uitgeroepen tot Toonderjaar. Wat mag je de komende maanden allemaal verwachten? Even een overzichtje.

Zelf ben ik een groot fan van de strips en verhalen van Marten Toonder, de tekenaar, de taalvernieuwer en schrijver. Met plezier pak ik geregeld een avontuur van Bommel en Tom Poes uit de kast; indertijd verslond ik zijn autobiografie. Natuurlijk is het werk van Toonder en het succes dat hij had, mede te danken aan de tekenaars en andere creatieven in de Toonder Studio’s. Dat neemt niet weg dat Marten de drijvende kracht was en dat we zonder hem een hoop taalinnovaties hadden moeten missen. Om nog maar over het beroemde duo Olivier B. Bommel en Tom Poes te zwijgen.

Voor de Toonder Compagnie, die de artistieke nalatenschap van Toonder beheert, is dit jaar een prachtige aanleiding om Toonders levenswerk opnieuw volop onder de aandacht van het publiek te brengen. In 2012 wordt de veelzijdige kunstenaar dan ook geëerd in diverse tentoonstellingen, evenementen en uitgaven.

Zaterdag 21 januari ging de musical De Nieuwe IJstijd in première. Voor mij hoeft het niet hoor, zo’n musical. Zingende stripfiguren, ik moet er niet aan denken! Toonder moet je vooral lezen, maar goed, voor de kleintjes onder ons is het laagdrempelige vermaak wellicht aardig. Ter gelegenheid van de musical is onlangs een speciale heruitgave van De nieuwe ijstijd verschenen bij Uitgeverij De Bezige Bij.

7 februari tot 23 september – Tentoonstelling Belgisch Stripcentrum Brussel
Op dinsdag 7 februari 2012 opent het Stripcentrum België een tentoonstelling gewijd aan Marten Toonder en zijn werk. Vanwege het internationale succes, staan de reeksen Panda en Tom Poes hierin centraal.

Half februari – Lancering Heer van Stand verkiezing
In samenwerking met NRC Handelsblad organiseert Uitgeverij De Bezige Bij in het voorjaar van 2012 de Grote Heer van Stand-verkiezing. Wie treedt er in de voetsporen van Olivier B. Bommel? Wie leeft, spreekt, denkt en voelt zoals het lichtende voorbeeld dat doet? Via www.heervanstand.nl kan het publiek haar stem uitbrengen. Op 2 mei, de 100ste geboortedag van Marten Toonder, zal tijdens een feestelijke bijeenkomst in het DeLaMar Theater de winnaar bekend worden gemaakt. De Heer van Stand zal in oktober de expositie in het Letterkundig Museum in Den Haag openen.

10 en 11 maart – De Stripdagen in Gorinchem
De Stripdagen van het Stripschap zullen geheel in het teken staan van Marten Toonder. Zo is er een Toonder-expo te zien, wordt er een aantal Tom Poes-verrassingen gepresenteerd en zijn er kleur- en tekenwedstrijden in de regio Gorinchem.

Eind maart – vier speciale uitgaven bij De Bezige Bij
Op 5 april verschijnen bij Uitgeverij De Bezige Bij een speciale uitgave van Een mooie handel met daarin een verzameling in opdracht gemaakte Tom Poes-verhalen en drie nieuwe delen in de reeks Alle verhalen van Olivier B. Bommel en Tom Poes: Dat spreekt, Een heer van stand en Als u mij verschonen wil.

Begin mei – Tentoonstelling Nederlands Stripmuseum Groningen
Het Nederlands Stripmuseum in Groningen organiseert een tentoonstelling over het werk van Marten Toonder. Deze vindt plaats van begin mei tot in het najaar van 2012. Centraal staat de vraag: waarom is heer Bommel een beer en Tom Poes een kat?

26 t/m 28 mei – Bommelweekend in kasteel Doorwerth
In kasteel Doorwerth wordt van 26 t/m 28 mei een Bommelweekend gehouden. Een weekend vol lezingen, een Bommeltentoonstelling en diverse activiteiten zoals de Bommelbeurs op 26 mei en voorstellingen rondom de stripheld Olivier B. Bommel.

Begin oktober – Biografie Marten Toonder
Begin oktober verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij de biografie van Marten Toonder, geschreven door Wim Hazeu.

11 oktober 2012 t/m 31 januari 2013 – Expositie Letterkundig Museum Den Haag
Het Letterkundig Museum in Den Haag organiseert van 11 oktober 2012 tot en met 31 januari 2013 een grote overzichtstentoonstelling van Toonder, Marten Toonder, Een dubbel denkraam. De expositie toont het werk van de meesterverteller, maar onthult ook de man achter de befaamde verhalen. Bij de tentoonstelling brengt De Bezige Bij een Schrijversprentenboek uit met tal van niet eerder gepubliceerde foto’s en illustraties.
Zie voor nadere informatie ook: www.toonderjaar.nl

En jij, beste lezer, heb jij een speciale band met het werk van Marten Toonder?

Categorieën
Strips

Oog & Blik Classics trapt af met een Deken van sneeuw

Uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij begint met de serie Oog & Blik Classics. Deze reeks stripromans moet een antwoord geven op de vraag ‘Leuk die graphic novels, maar waar moet je beginnen?’

Nou ja, je kunt natuurlijk in de stripspeciaalzaak beginnen. Daar kan men je advies op maat geven. De verkopers in de reguliere boekhandel hebben wel graphic novels staan, maar ik heb in de laatste jaren een aantal van hen gesprekken gevoerd waarin ze ruimhartig toegeven dat ze niet precies weten wat er allemaal te koop is en hoe dit aan de man gebracht moet worden. Er is dan ook sprake van behoorlijke wildgroei als het om graphic novels gaat.

Stripromans
Graphic novel staat voor strips voor een volwassenen publiek, strips met meer ambitie dan de mainstream avonturenstrip. Het zijn gelaagde beeldverhalen, daarom noemen sommigen deze strips ook literair. (Waarmee ik natuurlijk niet wil zeggen dat ik neerkijk op de mainstream strip, wat wel eens door mensen gedacht wordt. Maar dat terzijde.)

Maar graphic novel is ook een modieus label dat lukraak op strips van uiteenlopende kwaliteit wordt geplakt. Over dat laatste heeft Tonio van Vugt, een van de hoofden van Zone 5300, zich ook beklaagd in een artikel en tijdens de Avond van de graphic novel in november 2010. Een avond georganiseerd door de SLAA (stichting Literaire Activiteiten Amsterdam). Graphic novel is immers ook een marketingterm. Een buzzword dat interesse trekt, en dus de verkoop van boeken kan stimuleren.

Volgens Gert Jan Pos, voormalig stripintendant, is de graphic novel: ‘Het serieuze stripboek, waarin mensen doodgaan.’ Tenminste, zo duidt hij de term in een interview met Van Vugt in Zone 5300 #95. Grapje natuurlijk. Ik ken Gert Jan goed genoeg om te weten dat we bij deze uitspraak een glimlach moeten denken, want als dit het criterium is voor wat een graphic novel is, dan moeten we een aflevering van Robbedoes en Kwabbernoot daar ook toerekenen als er iemand in doodgaat.

Zelf heb ik overigens een voorkeur voor de term striproman, omdat dit dichter in de buurt komt van wat er volgens mij mee bedoeld wordt.
Goed, ik dwaal af. Het beestje moet nu eenmaal een naam hebben en over de definitie daarvan kun je lekker met elkaar debatteren. Maar het is eigenlijk beter om die strips gewoon te lezen.

Canon?
Uitgeverij Oog & Blik, sind een tijd onderdeel van de Bezige Bij, geeft al jaren hoogstaande kwaliteitstrips uit. Oog & Blik Classics zal volgens de uitgever een serie zijn met graphic novels die iedereen gelezen moet hebben, voor een aantrekkelijke prijs. Een canon van de graphic novel dus. De serie trapt af met een Deken van sneeuw (oorspr. titel: Blankets) van Craig Thompson. In een Deken van sneeuw gaat het over verschillende soorten liefde: de broederliefde die Craig voelt voor zijn jongere broertje en de bijbehorende rivaliteit, en de ontluikende kalverliefde tussen Craig en zijn vriendinnetje.

Prachtig boek vind ik Een deken van sneeuw. Een striproman die me op persoonlijk vlak heeft geraakt. Wonderschoon getekend. Boeiend om te lezen. Daar gaat het mij om. Dan maakt het ook verder niet uit welke term je aan zo’n boek hangt.

De Oog & Blik Classics zullen verschijnen in een herkenbaar uiterlijk. Na Een deken van sneeuw volgt Maus van Art Spiegelman. Maus is waarschijnlijk de striproman waar de gemiddelde leek meteen aan denkt bij de term graphic novel. Het is dan ook een klassieker.

Ik ben benieuwd naar welke boeken er nog meer in deze reeks zullen verschijnen. En of daar ook nieuwe titels tussen zullen zitten of dat Oog & Blik alleen strips uit eigen fonds zullen heruitgeven in goedkopere edities. Dat geeft het label ‘Classics’ wel aan namelijk. Als dat laatste het geval is, dan is er natuurlijk geen sprake van een volledige canon van de graphic novel, maar je moet ergens beginnen.

Een deken van sneeuw verschijnt op 16 januari.

Categorieën
Strips

Michiel van de Pol: ‘Sommige dingen beleef je in eenzaamheid’

Zaterdag kreeg stripmaker Michiel van de Pol ((1965) de Willy Vandersteenprijs uitgereikt. Zijn striproman Terug naar Johan was volgens de jury het beste Nederlandstalige beeldverhaal van de afgelopen twee jaar.

Van de Pol kreeg de tweejaarlijkse Vandersteenprijs, vernoemd naar de geestelijk vader van Suske en Wiske, uitgereikt tijdens het Gala van de Vlaamse strip tijdens het Strip Turnhout festival. ‘Het was echt een enorme verrassing, ik wist niet eens dat mijn uitgever het boek had ingezonden. Zo’n prijs is een steuntje in de rug, het is altijd fijn als mensen waarderen wat je doet,’ vertelt de stripmaker die nu vijfduizend euro rijker is. Aan de Vlaams-Nederlandse stripprijs is ook een tentoonstelling over het winnende album verbonden die zowel in Vlaanderen als Nederland te zien zal zijn.

De Vandersteen-jury prees ‘de kwetsbare en humoristische manier waarop Van de Pol herkenbare en persoonlijke situaties neerzet. Met een schijnbaar nonchalante eenvoudige stijl creëert hij meerdimensionale personages van vlees en bloed.’

Autobiograaf
Van de Pol debuteerde in 1996 met de gagstrip Mol in het Sjors en Sjimmie Stripblad. Naar aanleiding van de geboorte van zijn eerste zoon startte hij een dagboekstrip die in 2000 gebundeld werd als Medicijnman: of het getekende leven van Michiel van de Pol. ‘Bij de geboorte van Kas ben ik eerst over hem strips gaan maken. Ik wilde een verslag maken van zijn ontwikkeling. Na een tijdje was dat niet meer genoeg als onderwerp en gingen die strips meer over mezelf.’

Vijf jaar geleden won de Nederlandse stripauteur met zijn humoristische autobiografische strip Cartoondiarree de Stripstrijd van Het Parool. De strip sierde twee jaar lang de krant. Kenmerkend aan zijn cartoons en strips is de groteske tekenstijl. Van de Pol: ‘Ik gebruik humor om de boel te relativeren, want ik vertel in wezen heel serieuze dingen.’

Hormonen
In Terug naar Johan uit 2010 verhaalt Van de Pol op ontroerende en humoristische wijze hoe hij en jeugdvriend Johan tijdens de puberteit langzaam uit elkaar groeien. Geleid door zijn hormonen begint Michiel zich steeds meer te interesseren voor meisjes en seks, terwijl Johan zich verdiept in insecten en het in elkaar zetten van elektronica. ‘Ik had indertijd het gevoel dat ik allerlei heftige gevoelens alleen doormaakte. Ik praatte daar nooit met mijn vrienden over,’ zegt Van de Pol. ‘Aan het einde van het boek kom ik erachter dat Johan hetzelfde doormaakte als ik, maar op dat moment is er al een onherstelbare breuk in onze vriendschap ontstaan. Die breuk was niet nodig geweest als we erover hadden gepraat. Sommige dingen beleef je in eenzaamheid.’

Van de Pol begon in zijn strips met het registeren van gebeurtenissen, maar gaandeweg is hij de dingen steeds meer naar zijn hand gaan zetten. De stripauteur noemt zijn striproman dan ook semi-autobiografisch: ‘Ik maak gebruik van autobiografische elementen, maar ik ga daar in grote vrijheid mee om. Ik ben altijd dicht bij de waarheid gebleven, maar vind het interessant om te zien hoe ver je kunt gaan in het verzinnen van dingen terwijl je toch het gevoel hebt dat het waarachtig blijft. Het personage Johan is bijvoorbeeld samengesteld uit verschillende personen. Er zit veel van mijn broer in Johan, onder andere dat hij een schrift vol met pornografische afbeeldingen bijhoudt. Ik vond dit bij Johans karakter passen en dat het een extra dimensie aan het verhaal gaf.’

Jeugdliefde
Hoe reageert Michiels directe omgeving op het autobiografische werk? ‘Ik heb er geen slechte ervaringen mee, maar ik vond het behoorlijk eng om het boek Michieltjes jongenshart door mijn vrouw te laten lezen. Dat ging namelijk over een vorige liefde waar ze niets van afwist. Uiteindelijk vond ze het heel mooi. Het is eigenlijk ook een soort van liefdesverklaring aan haar. ‘ Voor zover Van de Pol weet heeft Johan het album over hun vriendschap nooit gelezen.

Op dit moment werkt Van de Pol druk aan zijn volgende boek dat Scherpschutters zal heten. Hierin behandelt hij de relatie met zijn vader die 25 jaar geleden is overleden. ‘In een zin samengevat gaat het boek over het feit dat je meer op je vader lijkt dan je in eerste instantie zou willen. In het begin stonden we heel erg tegenover elkaar, we konden helemaal niet met elkaar opschieten. Ik zette me erg af tegen mijn vader. Hij had een hartkwaal en ik heb epilepsie. Onder invloed van onze beider kwalen komen we langzaam maar zeker nader tot elkaar.’

De nieuwe striproman komt juni volgend jaar uit bij Oog & Blik/De Bezige Bij.

Dit interview stond in Het Parool van donderdag 15 december.

Categorieën
Strips

Craig Thompson: ‘Je kunt in fictie meer over jezelf onthullen’

In de sprookjesachtige striproman Habibi behandelt Craig Thompson onderwerpen als vrouwenonderdrukking, seksualiteit en religie.

De Boekenbeurs in Antwerpen is voor Craig Thompson (1975) het voorlopige eindstation van een promotietour van twee maanden. Hij reisde door thuisland de Verenigde Staten en deed in de afgelopen weken Italië, Frankrijk en Duitsland aan om naar eigen zeggen honderden interviews te geven over zijn nieuwste striproman Habibi. ‘Het leukste aan zo’n tour zijn de ontmoetingen met de lezers, behalve als ze zich misdragen zoals daarnet,’ vertelt Thompson. Een fan werd opdringerig bij de signeersessie toen de lijn werd getrokken bij klant nummer vijftig en hij buiten de boot zou vallen. De rest van de sessie waakte een beveiliger over de stripmaker.
‘Het toeren is niet altijd plezierig. Het is erg vermoeiend, maar noodzakelijk en het hoort bij het proces van het strip maken. Het is net alsof je in een band zit. Je wordt bekend door op te treden, niet alleen door een album uit te brengen.’

Seksueel trauma
Dat nieuwe album is Habibi: een gelaagde striproman van ruim 670 pagina’s over de bijzondere liefdesrelatie tussen Dodola en Zem, twee weeskinderen die ontsnappen aan slavernij, samen opgroeien en vervolgens elkaar een tijdlang uit het oog verliezen. Als ze elkaar terugvinden is Dodola het favoriete haremmeisje van de sultan en gaat Zem door het leven als eunuch.

‘Nog voordat mijn eerste strip Good-bye, Chunky Rice (1999) uitkwam, wilde ik al een boek over seksueel trauma maken, maar ik bezat het gereedschap nog niet om dit verhaal te vertellen. Ik moest eerst een betere stripmaker worden en meer zelfvertrouwen krijgen voordat ik zo’n duister project kon aanpakken,’ vertelt Thompson. ‘Ik denk dat iedereen seksueel trauma ervaart. Verkrachting, molestatie en misbruik komen overal ter wereld voor. Daarnaast zijn er verschillende lagen van meer subtiele vormen van misbruik of trauma waar mensen mee te maken krijgen als ze opgroeien en zich seksueel ontwikkelen. In mijn jeugd is er iemand die dicht bij mij staat verkracht. Ook al was het een tweedehands trauma en is het mij niet direct overkomen, die gebeurtenis heeft echt mijn leven gevormd. Ik móest dat in een boek verwerken.’

Worsteling
Personages die op gespannen voet met hun seksualiteit leven is een terugkerend thema in het werk van Thompson. In het autobiografische Blankets (2003) verhaalt hij zijn worsteling met ontluikende seksualiteit en een streng christelijke opvoeding, terwijl hij zijn eerste grote liefde memoreert. In Habibi biedt Dodola haar lichaam aan om te overleven terwijl Zem zich zo erg voor zijn seksuele gevoelens schaamt dat hij zich laat castreren. ‘Ik denk dat mensen zich op verschillende momenten in hun seksuele leven, kunnen herkennen in de archetypes van de prostituee en de eunuch. Soms ben je de prostituee, dan ben je losbandig of je bent middels seks wanhopig op zoek naar een diepere betekenis. En dan zijn er momenten in je leven waarin je volledig bent afgesneden van je seksualiteit, zoals een eunuch of een celibatair priester.’

De stripmaker erkent dat zijn fascinatie met het onderwerp deels te maken heeft met zijn religieuze achtergrond: ‘Religieuze dogma’s kunnen je seksleven in de weg zitten, net zo goed als dat ze spiritualiteit in de weg zitten. Religie kan spiritueel castrerend zijn. Iedereen is spiritueel of men dat nu erkent of niet. Geloof kan een barrière vormen en mensen afsnijden van hun eigen idee van spiritualiteit.’

Goddelijkheid
Thompson beschouwt zich tegenwoordig agnost: ‘Ik geloof dat er iets is dat veel groter is dan mijzelf. Je moet leren om goddelijkheid in jezelf en alle mensen te herkennen. Dat is in essentie wat liefde is.’

Behalve seksueel trauma behandelt Thompson ook onderwerpen als milieuvervuiling en de grote verschillen tussen arm en rijk in het gelaagde Habibi. Met dit boek kon hij een persoonlijker verhaal vertellen dan met Blankets of zijn geïllustreerde reisdagboek Carnet de voyage: ‘In een autobiografie ben ik het enige personage waar ik echt voor kan instaan. De andere mensen in dat verhaal zijn eigenlijk verwaterde versies, het zijn mijn percepties van die personen. In fictie staat ieder personage voor een bepaald facet van de auteur. Ieder personage, zelfs de nare figuren, zijn een deel van je, dus onthul je meer van jezelf. Van het maken van Carnet de voyage heb ik geleerd dat je in memoires de meest pikante zaken achterwege laat. De beste dingen van het leven, de meest kwetsbare en rauwe dingen, zijn te privé om te onthullen. Anders doe je te veel mensen pijn. Je kunt dus meer onthullen in fictie.’

Craig Thompson. Foto: Michael Minneboo

Duizend-en-één-nacht
In Habibi verwijst Thompson veelvuldig naar verhalen uit de Bijbel en de Koran, en legt deze naast elkaar om de overeenkomsten te benadrukken. ‘Ik zie religie als een menselijke constructie die een barrière vormt tussen mensen en culturen. Je moet die grenzen opheffen, want er zijn veel meer verbindingen dan scheidingen. Religies die voortkomen uit Abraham – judaïsme, christendom en islam – zijn in de kern allemaal hetzelfde omdat ze voortvloeien uit dezelfde verhalen, terwijl mensen altijd de verschillen benadrukken.’

De sfeer en setting in het boek, de woestijnlandschappen, de harem van de sultan en de architectuur van het paleis en de steden, doen erg denken aan een romantisch beeld van het Midden-Oosten zoals we dat kennen uit verhalen als Duizend-en-één-nacht – een overduidelijke inspiratiebron voor Thompson. ‘In Habibi wilde ik aan de ene kant de stereotypen die we kennen uit oriëntalistische sprookjes als Duizend-en-één-nacht gebruiken terwijl ik tegelijkertijd de thema’s uit die verhalen op een dieper en reëel niveau wilde onderzoeken. Ik had veel plezier in het goochelen met die twee elementen.’

Vrouwen
De stripmaker toont een patriarchale maatschappij waarin de vrouw een ondergeschikte rol speelt. In de eerste scène wordt Dodola al op negenjarige leeftijd uitgehuwelijkt aan een oudere man. Geeft de stripmaker daarmee commentaar op Arabische cultuur? ‘Dit is niet specifiek voor de islamitische samenleving, maar een universeel verschijnsel. Het is 2011 en over de hele wereld is er geen sprake van echte gelijkwaardigheid tussen de seksen. Zelfs in zogenaamd beschaafde culturen als Amerika zijn er nog steeds minder kansen voor vrouwen.’

Erotiek
Nu Habibi na jaren arbeid af is, is de stripmaker nog niet klaar met het onderwerp seksualiteit. Een van zijn volgende projecten wordt een strip over seks. ‘Ik onderzoek de historie van erotiek en erotische kunst, want naar mijn mening is dat nog niet op de juiste manier in strips behandeld. En dat moet, want strip is een veel geraffineerder medium om erotiek te verbeelden dan bijvoorbeeld fotografie dat makkelijk pornografisch en uitbuitend kan zijn. Dat zit in de natuur van deze twee media. Fotografie steelt een beeld. Het neemt, terwijl tekenen juist geeft. Tekeningen kunnen veel menselijker zijn.’

Craig Thompson: Habibi
Een deken van sneeuw (Blankets)
(uitgeverij Oog & Blik/De bezige bij)

Dit artikel is in VPRO Gids #50 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Michiel van de Pol wint Willy Vandersteenprijs met Terug naar Johan

Michiel van de Pol. Bron: Oog & Blik.

De jury van de Willy Vandersteenprijs kent de prijs voor beste Nederlandstalig beeldverhaal 2010 -2011 toe aan de Nederlandse stripauteur Michiel van de Pol (1965) voor zijn album Terug naar Johan, uitgegeven bij Oog & Blik/De Bezige Bij. Van de Pol volgt daarmee Brecht Evens op die in 2009 de eerste editie van de prijs won met zijn graphic novel Ergens waar je niet wil zijn. Op zaterdag 10 december ontvangt Van de Pol op het Gala van de Vlaamse Strip tijdens het Strip Turnhout festival, de prijs die de naam draagt van Willy Vandersteen (1913-1990).

Zoals algemeen bekend was Vandersteen de geestelijke vader van Suske en Wiske.

Michiel van de Pol debuteerde in 1996 met de gagstrip Mol in het Sjors en Sjimmie Stripblad. Naar aanleiding van de geboorte van zijn eerste zoon startte Van de Pol een dagboekstrip dat in 2000 gebundeld werd door uitgeverij De Prom (De Medicijnman). Zes jaar later won de Nederlandse stripauteur met zijn autobiografische strip Cartoondiarree de Stripstrijd van Het Parool. De strip verscheen twee jaar lang in de Nederlandse krant. Michiel van de Pols werk verscheen o.a. in NRC Next, Eisner en Zone 5300. In 2010 verscheen bij uitgeverij Oog&Blik/De Bezige Bij Terug naar Johan, waarin de stripauteur terugkijkt naar zijn vervlogen jeugdjaren.

Uit het juryrapport: “In het boek maakt Van de Pol de lezer deelgenoot van zijn jeugdvriendschap met Johan en de impact van een ontluikende puberteit op die vriendschap. De jury prijst de kwetsbare en humoristische manier waarop Van de Pol herkenbare en persoonlijke situaties neer zet. Met een schijnbaar nonchalante eenvoudige stijl creëert Michiel van de Pol meerdimensionale personages van vlees en bloed. Het werk van Michiel van de Pol is een mooie vertegenwoordiger van de sterke aanwezigheid van de autobiografische graphic novel in Vlaanderen en Nederland. Bovendien prijst de jury van de Willy Vandersteenprijs auteur Michiel van de Pol als exponent van een stripgeneratie die koppig en met veel doorzettingsvermogen hun eigen ding blijft doen in financieel vaak weinig stimulerende omstandigheden.
Bijzondere appreciatie drukt de jury daarnaast uit voor twee albums die tot in de laatste fase mee in de running waren, met name het aangrijpende Van Istanbul naar Bagdad van auteurs Hanco Kolk en Arnon Grunberg en de heerlijk onderkoelde gagstrip Sigmund van Peter de Wit‘.

De Willy Vandersteenprijs werd in het leven geroepen door Vlaams-Nederlands huis deBuren in Brussel, Stripdagen Haarlem en Strip Turnhout en bekroont het beste oorspronkelijk Nederlandstalige album van de voorbije twee jaar. Er is een geldprijs van 5.000 euro aan verbonden en de laureaat krijgt een tentoonstelling over het winnende album die zowel in Vlaanderen als Nederland te zien zal zijn.

De Vlaams-Nederlandse jury voor de prijs bestond deze editie voor de tweede opeenvolgende en laatste keer uit Leen Vandersteen (niet-stemgerechtigd juryvoorzitter), Ineke Horst (uitbaatster stripwinkel Sjors Dordrecht), Noël Slangen (communicatiespecialist, stripliefhebber), Jan Smet (stichter Bronzen Adhemar, Stripgids en stripfestival Turnhout), Frank Van Leemput (advocaat, stripliefhebber) en Hein Van Putten (art director De Volkskrant, stripliefhebber).

Terug naar Johan
Persoonlijk kan ik me prima vinden in het oordeel van de jury. Ik vind Terug naar Johan een interessant en aansprekend boek, het beste wat Van de Pol tot nu toe heeft gemaakt.