Categorieën
Video

Mike’s Halloween videofestival 2011

Het einde van oktober is alweer in zicht. Dat betekent dat Halloween voor de deur staat. Wat mij betreft het mooiste jaargetijde en leukste feestje van het jaar. We kunnen weer onbeschaamd horrorfilms kijken, gekke bekken trekken en we mogen weer angstig onder het bed kijken naar wat voor gespuis daar weer onder ligt. Hieronder enkele Halloweenvideo’s die ik recent tegenkwam en je alvast in de stemming zullen brengen. Enjoy.

Deze eerste korte film stond vorig jaar al online maar ik vind hem erg sfeervol.

Zombies in Londen
Gezien de plunderingen die er een paar maanden geleden plaatsvonden in Engeland, krijgt deze video toch een vreemde nasmaak. Moest toch erg lachen om de verbaasde gezichten van de mensen in het restaurant die opeens een hele horde zombies voor het raam zien staan. Eet smakelijk.

World Zombie Day London from Grigorij Richters on Vimeo.

Bloeddorst is coming!
Zombies, je moet ze niet te eten vragen, want dan sta je hoogstwaarschijnlijk zelf op het menu. In de trailer voor de aankomende Bloeddorst app staat screamqueen Natasja van Loon op het menu van zombie Menno Kooistra, toch weet ze zich handig te verweren. Eindelijk een goede functie voor de iPad gevonden!

Bloeddorst #1 kwam een paar jaar geleden uit: een stripalbum vol met Nederhorror-verhalen. Een initiatief van Menno Kooistra, nu de drijvende kracht achter Bloeddorst #2, een magazine dat binnenkort op de iPad beschikbaar is.

Over zombies gesproken: vorig jaar maakte ik deze videoreportage van de Zombiewalk in Amsterdam.

Halloween Burka
Deze video was simpelweg te hilarisch om niet te embedden. Een pleidooi voor de Halloween Burka. Weer wat geleerd!

Halloween pep talk
Deze dame heeft geen burka nodig. Geen enkele vrouw trouwens, laten we dat voorop stellen. Ik heb de speech van Iamboycrazy met fascinatie bekeken. Altijd leuk als vrouwen ook opgewonden raken van Halloween.

Categorieën
Strips

Vrouwen aan de strip

Recent interviewde ik Natasja van Loon voor de VPRO Gids over haar plannen om strips onder de aandacht te brengen bij vrouwen. Een nobel streven. Of de redacteuren van de glossy Elle het stuk gelezen hebben, weet ik niet, maar in het september nummer prijzen ze maar liefst drie strips aan als geschikt leesvoer.

Verfrissend dat de dames het beestje gewoon bij zijn naam noemen en de strips niet aanduiden met het modewoord graphic novel. Dat zouden meer mensen eigenlijk moeten doen, maar ja, de term graphic novel is nog steeds goed voor media-aandacht.

Het zijn niet de minste titels. Het boekje van Barbara Stok lijkt het beste op de doelgroep aan te sluiten. Het prentenboek Over de levensgenieter die haar angst voor de dood wil verdrijven gaat over Stoks zoektocht naar een oplossing voor haar doodsangst. Ze onderzoekt en verwerpt verschillende ideeën over de dood en ze citeert een rijk arsenaal aan denkers.

De autobiografische strip van Michiel van de Pol is een interessante keuze. Het is een prachtige striproman over Van de Pols pubertijd, waarin hij vertelt over hoe hij en jeugdvriend Johan langzaam uit elkaar groeien. Of de hormonale platen en humor van de auteur alle vrouwen zullen bekoren, valt echter nog te bezien. Ik vrees dat het stereotype beeld van mannen als seksgedreven monsters wel enigszins bevestigd wordt.

Aan de andere kant is het ook wel interessant dat de Elle-redacteuren niet met voor de hand liggende titels op de proppen komen. Zou Van Loon ze de lijst hebben toegeschoven?

Met dank aan Wouter Gresnigt die me op de bladzijde in Elle wees.

Categorieën
Strips

Vrouwen moeten aan de strip

Natasja van Loon, auteur en oud-persvoorlichter, werkt in samenwerking met de Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers (BNS) aan een promotieplan om strips bij vrouwen populair te maken.

Hoe kwam je op het idee om strips bij vrouwen te promoten?
‘Toen ik op de lagere school zat wilde ik stripmaker of schrijver worden. Ik ben het laatste geworden, toch heeft de liefde voor strips mij nooit verlaten. Na een aantal jaren dartelen door de stripwereld moet ik concluderen dat er prachtige strips worden gemaakt die vrouwen ook zouden aanspreken, maar dat deze boeken hen niet bereiken. Dat vind ik frustrerend.’

Lezen zo weinig vrouwen strips dan?
‘Ja, veel te weinig. Bij de meeste vrouwen staan strips nog bekend als een medium dat voor kinderen en mannen is bedoeld. En dat beeld is onterecht.’

Uit een recent kwalitatief onderzoek van Intomart GfK naar lees-en aankoopgedrag blijkt dat vrouwen meer strips kopen dan mannen. Dat spreekt de algemene consensus in de stripwereld dat mannen meer strips lezen toch een beetje tegen.
‘Dat is op zich logisch, want ze kopen die boeken meestal voor hun vriendje of kinderen. Niet voor zichzelf.’

Waarom is het eigenlijk erg dat vrouwen weinig tot geen strips lezen?
‘Omdat ze zichzelf daarmee tekort doen. Ze ontzeggen zichzelf dan zoveel schoonheid. Ik heb het ook bij mijn eigen vriendinnen gemerkt: op het moment dat ze om waren ging er een wereld voor ze open. Uit het succes van S1ngle, de tv-serie gebaseerd op de gelijknamige strip, blijkt dat er strips zijn die vrouwen zullen aanspreken. De markt is er, de vraag moet nog gecreëerd worden. Vrouwen zijn de economische macht van de toekomst en je bent als producent gek als je die markt laat liggen.’

Wie is je doelgroep?
‘Hoogopgeleide vrouwen tussen de 20 en 45 jaar, die financieel zelfstandig zijn en in hun omgeving als trendsetter fungeren. Deze doelgroep is vergelijkbaar met die we destijds bij Net 5 wilden bereiken. Die casus toont dat als het je lukt dit type vrouw te binden, de trend makkelijk wordt opgepikt door een veel grotere doelgroep. We willen deze vrouwen vragen om zich te verdiepen in strips en hun interesse openlijk te belijden.’

Aan wie zit je dan te denken?
‘Iemand als Stine Jensen bijvoorbeeld, ze is filosoof en literair recensent bij de NRC. Haar zou ik ook graag in de denktank hebben. Andere mensen in de denktank zijn Mara Joustra van uitgeverij Oog&Blik en Oane Bijlsma van het CPNB. We zoeken nog iemand die op sales zit omdat de distributie in de stripwereld een knelpunt is.’

Hoe wil je vrouwen verder interesseren voor het medium?
‘Om te beginnen moet je ze bereiken via de podia die ze bezoeken: zoals vrouwenbladen, websites en vrouwenorganisaties, zoals Women Inc. We willen graag samen met Net 5 een groot exclusief feest organiseren om het nieuwe seizoen van S1ingle in te luiden. In dat kielzog hopen we ook negen andere boeken te promoten. Die zullen dan tijdens het feest te koop zijn.’

In die lijst staan titels als Persepolis van Marjane Satrapi, Ghost World van Daniel Clowes en de aankomende biografie over Vincent van Gogh door Barbara Stok. Wat maakt deze boeken aansprekend voor vrouwen?
‘Wat deze beeldverhalen gemeen hebben is dat ze genderoverschrijdend zijn en dat vrouwen zich kunnen identificeren met de personages. Vrouwen lezen primair op identificatie en herkenbaarheid en mannen lezen primair op spanning.’

Hoe zou je de I love/hate Paris-cyclus van Maarten van de Wiele & Peter Moerenhout uit de lijst aan je doelgroep aanbevelen?
‘Het is als Sex & The City maar dan in Parijs. Het zit op het snijvlak van graphic novel en soap.’

Het promotieplan behelst verder uiteenlopende ideeën, waaronder een Graphic novel maand vergelijkbaar met de Maand van het spannende boek, het publiceren van strips in damesbladen tot en met een workshop voor boekverkopers waarin ze leren hoe ze strips kunnen promoten en verkopen. Wat moet er allemaal gebeuren om dit plan te laten slagen?
‘Om te beginnen moet je zoveel mogelijk partijen in de stripwereld verenigen. Er moet een breed draagvlak binnen en buiten de stripwereld komen, want ook bij veel uitgeverijen en boekhandels heerst nog het beeld dat strips voor kinderen zijn. Op dit moment schrijven we verschillende culturele subsidieverleners aan voor de financiering.’

Over tien jaar alle vrouwen aan de strips?
‘Als het aan mij ligt wel. We zijn natuurlijk wel realistisch en zien in dat dit plan heel ambitieus is. Maar alles wat gerealiseerd kan worden is al meer dan er nu gerealiseerd wordt.’

Dit artikel stond in VPRO Gids # 32.

Categorieën
Film Strips

John Waters in de Zone 5300

Deze aankondiging is even op de plank blijven liggen door het bloggeweld dat Imagine veroorzaakte, maar dan toch bij deze: Het nieuwe nummer van Zone 5300 ligt in de winkels. Waarom moet je hem kopen? Nou dat zal ik je vertellen.

Allereerst staat er een uitgebreid interview met de meester van de trash-cinema in, namelijk John Waters. Over zijn samenwerking met Divine, inspiratie, zijn geen moment saaie carrière en zijn oprechte liefde voor film: ‘Ik vind het zelfs fantastisch als er witte ondertiteling zit in een film met sneeuw!’ Vorig jaar was John Waters in Nederland en deed ook Cinema de Melkweg aan. Ik was daar aanwezig tijdens de vertoning van Polyester en de Q&A erna. Dat leverde dit verslag op.

Het interview in de Zone 5300 werd uitgevoerd door Frank Schonewille. Het interview werd tot een artikel bewerkt door Eric van der Heijden.

Verder bevat deze versche Zone een bijzonder project van Natasja van Loon en stripmaker Merel Barends. In Jager/Prooi vetellen ze elk een kant van hetzelfde verhaal.

Muziek
Ook zit er muziek in deze Zone. Oftewel: je krijgt er een gratis cd’tje bij. We Are The Chosen is een verzamelaar met maar liefst 19 nummers van striptekenaars die in de vijftien jaar van Zone’s bestaan met het magazine hebben gewerkt of dat nog altijd doen. Striptekenaars spelen namelijk niet zelden in een bandje. Daar moet mijns inziens toch eens een sociologisch onderzoek naar gedaan worden, naar de connectie stripmaker-muzikant, maar dat terzijde.

Verder bevat deze Zone natuurlijk strips en recensies (ook een paar van mij) en kost dit kleinood je slechts 6,50.

Meer weten over deze Zone 5300, numero 89 alweer, klik dan even door naar de Zone-site. Daar kun je meteen wat audiosamples luisteren van We Are The Chosen en – als je helemaal in een gekke bui bent – lezen hoe je abonnee kunt worden.

Categorieën
Strips

Laatste eer Kees Kousemaker

De Nederlandse stripwereld en de stad Amsterdam hebben deze week wat kleur verloren. Dinsdag 27 april overleed stripkenner Kees Kousemaker op 68 jarige leeftijd. De Nederlandse stripgeschiedenis gaat haar tweede fase in: het post-Kees Kousemaker tijdperk.

Illustratie: Yiri T. Kohl

Kees Kousemaker opende in 1968 stripantiquariaat Lambiek aan de Kerkstraat in Amsterdam, de eerste stripwinkel van Europa. Hij schreef boeken over strips, waaronder Strip voor Strip (1970), Wordt Vervolgd (1980), en De wereld van de Nederlandse strip (2005).

Vanaf 1986 hield hij in Lambiek met grote regelmaat exposities, onder meer van het legendarische Amerikaanse tijdschrift Raw, Guust-tekenaar André Franquin en Chris Ware. Zijn inspanningen werden ook over de grenzen erkend, en in 1995 bekroond met de Will Eisner Retailers Award.

In 2006 werd hij voor zijn verdiensten voor het beeldverhaal geridderd in de Orde van Oranje-Nassau. De laatste elf jaar van zijn leven hield Kousemaker zich vooral bezig met de Comiclopedia (www.lambiek.net), inmiddels uitgegroeid tot ’s werelds grootste database over strips en stripmakers.

Place to be
Stripantiquariaat Lambiek noem ik wel eens gekscherend het clubhuis van de Nederlandse stripwereld. Behalve interessante exposities en andere events die daar plaatsvinden, is daar iedere vrijdag is de losse vrijdagmiddagborrel. Het is een prachtige samenscholingsplek voor tout stripmakend Nederland.

De stripliefhebber, voorzichtig geïnteresseerde en verdwaalde toerist zijn er ook goed op hun plek. Het personeel heeft verstand van strips. Het beeldverhaal mag dan tegenwoordig een prominentere plaats hebben in de boekhandel, kennis over het medium zul je niet snel bij de doorsnee boekenboer vinden. In Lambiek is dat anders. Sterker nog, toen de stripwinkel opende kon je bijna nergens nog gewoon een stripje kopen.

Tot mijn spijt heb ik Kees nooit goed gekend. Ik kom de laatste jaren veel in Lambiek, maar toen was de dagelijkse gang van zaken reeds overgenomen door zijn zoon Boris. Ik kan je dus geen leuke anekdotes vertellen over Kees.

Ik was afgelopen donderdag wel in Lambiek toen de kist in de galerie stond. Het hout van de kist was prachtig voorzien van allerlei illustraties van Nederlandse stripmakers. Een mooi eerbetoon.

Vandaag wordt Kousemaker de laatste eer bewezen in de Amstelkerk te Amsterdam.

In memoriam
Kousemaker wordt ook op het web geëerd: Collega stripjournalist Peter Breedveld schreef een hartverwarmend stuk over Kousemaker. Jeroen Mirck, oud-stripjournalist, sprak weleens met Kees tijdens zijn bezoeken aan de stripwinkel en memoreert Kousemakers erudiete toespraken bij exposities. Mijn collega van Zone 5300, Natasja van Loon, schreef tevens een raak In Memoriam:

Kees Kousemaker was een drijvende kracht, een inspiratiebron, een ware pionier en held voor iedereen die de stripwereld een warm hart toedraagt, en is van onschatbare waarde voor het Nederlandse beeldverhaal geweest.

AT5 sprak in 2008 met Kees in verband met het veertigjarige bestaan van de stripwinkel. Zie hier de video die zich niet laat embedden.

Dat Kousemaker wel in was voor een geintje bewijst hij in deze webvideo. Een parodie op het televisieprogramma Kunst & Kitsch waarin Kousemaker als expert een rol speelt.

Categorieën
Boeken

Schrijfblog: Schrijven op muziek

Dinsdagavond interviewde muziekkenner Leo Blokhuis thrillerschrijver Esther Verhoef tijdens de Avond van het Spannende boek. Ze hadden het over de invloed van muziek op Verhoefs schrijfwerk.Het interview vond plaats in de zaal The Max van de Melkweg, waar ter gelegenheid van het spannende boek een nieuwe editie van The Power of Plots plaatsvond.
Esther Verhoef, auteur van vele thrillerboeken, schreef Erken mij, het geschenkboek voor Juni – de Maand van het Spannende Boek. Eerder pende ze titels als Alles te verliezen, Close-up en Rendez-vous. Ook schrijft ze samen met haar man thrillers onder de naam Escober. Voordat ze als thrillerschrijver begon, schreef ze handleidingen zoals hoe je het beste katten kunt fokken. Het gesprek ging over de liedjes die Verhoef gebruikt bij het schrijven.

Verhoef met haar man Berry. (foto: Gerlinde de Geus/Bron: Power of Plots)

Nu lees ik zelf weinig thrillers. Laatst kwam ik voor het eerst sinds jaren weer met dit genre in aanraking en was ik blij verrast van het boek dat ik las. Ik ben niet erg bekend met het werk van Verhoef. Het is echter altijd interessant om schrijvers over hun vak te horen praten. Zeker als de schrijver in kwestie intensief gebruikt maakt van een soundtrack bij haar boek. Boeken met geluidsband
Verhoef selecteert bijvoorbeeld op voorhand bepaalde tracks die haar zullen helpen een personage uit te diepen. Als ze een nummer heeft gekozen die goed bij de sfeer van een scène past, gaat dit nummer telkens op repeat als ze met die betreffende scène bezig is. Verhoef is een schrijver die vaak teruggaat naar een tekst en deze herschrijft totdat ze er helemaal tevreden over is. Het nummer draaien die bij die scène hoort helpt haar om weer in de sfeer van het betreffende segment te komen.Welke muziek gebruikt ze dan zoal? Dat is heel uiteenlopend. Van Rammstein tot Frank Sinatra. Op haar website heeft ze playlists bij haar boeken staan. ‘Om mensen een idee te geven, maar je hoeft er niets mee te doen als je het niets vindt,’ vertelde ze dinsdagavond aan Blokhuis.(Blokhuis toonde zich een geïnteresseerd interviewer die heel handig de zaal bij het gesprek wist te betrekken door wat vragen aan het publiek te richten. Slim, want het geroezemoes vanuit de bar was oorverdovend en erg storend. Maar dat even terzijde.)Ook interessant vond ik het feit dat Verhoef zich helemaal ingraaft als ze met een boek bezig is. Tijdens het schrijven wil ze zich alleen op het boek concentreren en er zo min mogelijk buiten doen. Ook bezoekt ze locaties die in haar boek voorkomen. Zo heeft ze eens een middag in een hotelkamer in Parijs doorgebracht, luisterend naar de omgeving, de ruimte in zich opnemend. Die informatie kan ze dan maanden later oproepen en gebruiken om een zo nauwkeurig mogelijke sfeerbeschrijving te formuleren.Muziek gebruiken als inspiratiebron is erg herkenbaar. Vaak kom ik door het luisteren van muziek op verhaalideeën. En bij het monteren van een video kan een zorgvuldig gekozen nummer ook uitkomst bieden om snel een sfeer neer te zetten.Intuïtief
Wat ik ook nog bijzonder vond aan Verhoefs manier van schrijven, is het feit dat ze heel intuïtief te werk gaat. Ze schrijft bijvoorbeeld soms het laatste hoofdstuk eerst om daarna uit te vogelen hoe het verhaal precies in elkaar zit. Anders dan bijvoorbeeld schrijfster Natasja van Loon, waarvan ik weet dat ze de plot van tevoren helemaal schematisch uitwerkt voordat ze gaat schrijven. Van Loon gebruikt overigens ook muziek bij het schrijven van haar boeken. (Zie onder andere dit video-interview dat ik vorig jaar van haar maakte.) Ook Ronald Giphart, die tegenwoordig een videodagboek bijhoudt van zijn schrijfproces, plot eerst voordat hij aan de slag gaat. Over zijn muziekkeuze heeft hij het nog niet gehad.Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Vijf dagen in flashback

Het was een opmerkenswaardige week, met vage projecties, een literaire ‘ontdekking’, goede maaltijden en dansende schijnsims.
Maandag zat ik in de bioscoopzaal van Warner Bros waar ik de film X-Men Origins: Wolverine zag. Stiekem had ik best naar dit soloavontuur van Wolverine uitgekeken, want van alle X-Men is Logan mij het dierbaarst. Ik mag die opvliegende en getormenteerde rauwdouwer wel en heb dan ook erg genoten van Hugh Jackmans vertolking in de X-Men films. Jackman ging in de afgelopen weken de wereld over om de film, die hij ook produceerde, te promoten. Zijn lotgevallen waren te volgen op twitter. Ongetwijfeld begon de Australische acteur een account op dit hippe netwerk om de film extra onder de aandacht te brengen.Vage film
Maar wat een teleurstelling trof mij in de zaal van Warner. Geen diepgaand relaas over het verleden van Wolverine, maar een haastig en oppervlakkig verhaal dat schetsmatig de geschiedenis van deze X-Man aanstipte. Daarbij was de projectie tijdens de persvoorstelling meermalen onscherp. Dat mag de mening van een recensent natuurlijk niet vertekenen, maar het leidde wel af. Opvallend ook hoe de vertaler niet de moeite had genomen om zich in het bronmateriaal te verdiepen. Zo werd steevast het woordje ‘bub’, wat Logan altijd gebruikt in de strips, vertaald met ‘Bob’. Ook jammer dat Jackman niet zijn pruikje op had. De manen die het gelaat van Logan zo kenmerken zijn vervangen voor een nonchalante coupe. Het is betreurenswaardig dat de film zo kon mislukken ondanks alle goede bedoelingen van mensen als Jackman – dat hij het goed kan vinden met het personage mag na vier films duidelijk zijn. Ik koester een stille hoop dat hij zich met een volgende en boeiende aflevering revancheert.
Dinsdagochtend stond ik op met een zwaar gemoed: er moest nog een recensie over Wolverine aan het web worden toevertrouwd. De ochtend ging dan ook op aan het woordelijk uitdrukken van mijn particuliere mening. Eenmaal aan het schrijven, kwamen de woorden als vanzelf.
In de avond kreeg ik alvast een voorschot op mijn verjaardag, toen mijn ouders in Amsterdam waren en we met z’n vieren een naburig restaurant bezochten om bij te praten, te klinken en van een niet zo’n eenvoudige doch voedzame maaltijd te genieten.De houdgreep
Woensdag deed ik een interessante ontdekking in de boekenkast van L. Daarin stond een boek half uit de rij, alsof hij me stond op te wachten. Een zwoel kijkende jonge vrouw op het omslag maakte mij nieuwsgierig. De houdgreep van Joost Zwagerman, waar de auteur in 1986 mee debuteerde, gaat over Adriënne en Ingmar die samen hun eerste liefde beleven. Fijn dat Zwagerman ons daar ooit deelgenoot van maakte en deze liefde beschreef zoals alleen hij dat kan. Mooi verwoord, inleefbaar en levendig.Wat heerlijk om na zo’n lange tijd weer eens de zinnen te verzetten met een goed literair werk; om te proeven van de Nederlandse taal waarin de geestesbeelden van een ander op vakkundige wijze worden uitgedrukt.Prinsheerlijk
In de avond maakte Amsterdam zich op voor Koninginnedag. De stad gonsde van verwachting. Donderdag begon met de geur van versgebakken appeltaart die mijn neusgaten streelde. Ik kreeg niet veel mee van de dag van Bea, en bracht mijn verjaardag deels door op het balkon, las wat strips en dommelde halverwege de dag weg in een oppervlakkige, surrealistische ervaring en werd pas weer wakker bij het nieuws dat er een aanslag op het Koningshuis was gepoogd. Een nare gebeurtenis die mooi in woorden werd gevat door Nico Dijkshoorn:
(Wat kan ik daar nog over zeggen, wat al niet uitentreuren is gedaan? Treurige gebeurtenis die door de media in overdosis is herhaald. Telkens maar weer dezelfde beelden, alsof dat het begrip voor wat we zien vergroot. Alsof dat iets verandert aan wat er gebeurd is. Volgende week weer een nieuwe ramp en gaan we weer door met de dagelijkse beslommeringen.)
Die avond at ik samen met L in een restaurant waar tot mijn genoegen oude hits van Prince werden gedraaid. Het was een verfrissende herinnering aan oud plezier; ik verbaasde mezelf dat ik nog zoveel songteksten kon herinneren en betreurde het feit dat de vlam van deze geniale muzikant al jaren op een laag pitje brandde.Vrijdagmiddag balanceerde ik onwennig op een wippende stoel op het terras van De Molengang, waar de mannelijke bediening traag en allesbehalve klantvriendelijk was en waar ik samen met de Schone Schrijfster over het schrijven van fictie converseerde tot het tijd was om nog even Lambiek in de Kerkstraat te bezoeken, te bedrinken en te bedanken voor de gastvrijheid.Funky in het Frans
Vrijdagavond was ik met L en Jeroen in De Nieuwe Anita om de Jet Set Party bij te wonen en ons te verbazen over de funky Franse deuntjes van DJ Natasha en de uit Frankrijk ingevlogen deejay/remixer Minimatic. Terwijl Jeroen zijn toekomst in Tarottaal kreeg uitgelegd, keken L en ik naar de dansende jongens en meisjes op het feest. Anachronistische bewegingen, swingende heupen die niet zouden misstaan in een tienerfilm uit de jaren zestig. Hier en daar een houterige kantoorclerk die zijn best deed te mengen met de menigte. Van boven gezien deden deze ritmisch voortbewegende lijven me nog het meeste denken aan die van geautomatiseerd bewegende Sims.
Doch, dat de dames en heren hun dagelijkse zorgen even wegswingden op eigenaardige Franse muziek leek mij een toepasselijke daad aan het einde van deze markante week en een prachtig begin van de nieuwe maand.

Categorieën
Boeken Strips

Een middag Vers voor de Pers

Vandaag liep ik samen met andere journalisten die hopelijk van boeken houden, in de Passenger Terminal in Amsterdam, waar Vers voor de Pers plaatsvond. Stichting CPNB is de organisator van dit jaarlijkse boekenfestijn waar nieuwe titels en schrijvers worden voorgesteld aan de Vaderlandse pers. Uitgevers zetten hun mooiste en boeiendste pr-mensen neer in standjes om de pers te interesseren in de nieuwe uitgaven en catalogi. De stands hangen vol met grote posters van boekomslagen of portretten van schrijvers. De uitgever hoopt immers dat de recensent uit het grote aanbod zijn boeken beschrijft. Eigenlijk had de beurshal wel iets weg van een stijlvol aangeklede, rosse buurt waarin de aangeboden waar niet de belofte is van een vleselijk avontuur, maar van een geestelijke reis van soms literaire proporties. Ik schrijf bewust ‘soms’, want een groot deel van de boeken die uitkomt valt niet onder het predikaat literatuur. Denk aan thrillers of non-fictie boeken en treurige meuk die alleen door de drukpers lijkt te zijn gegaan omdat de schappen in de boekhandels vol moeten. Het aanbod van het gedrukte woord is overweldigend. Als ik gezellig wil struinen door de Scheltema zie ik in ieder geval door de boeken het bos niet meer.
No poking
Ik was er aanwezig om onder meer de site Eeuwig Weekend onder de aandacht te brengen van de uitgevers en om te zien wat voor boeiende boeken we kunnen behandelen op de site. Uitwisselen van visitekaartjes dus (op de ouderwetse manier, hier werd niet gepookt). En om bekenden uit de uitgeverswereld weer even aan te spreken, ofschoon ik er een paar dit weekend al had gesproken tijdens het Weerwoordfestival. (Daarover later meer.)
Natuurlijk heb je op Vers voor de Pers ook kans om schrijvers in het wild tegen te komen. Zelfs wat striptekenaars, al staan er niet echt stripuitgevers tussen. (Oog & Blik is daar een van de uitzonderingen van, die uitgeverij werd laatst opgenomen in de wereld van de Bezige Bij.) Zo kon de oplettende bezoeker Jean-Marc van Tol ontwaren. Maar goed, die is dan ook zelf uitgever. Van Tol vertelde mij dat hij inmiddels begonnen is aan de Jezus-strip waar ik hem laatst over interviewde. Sinds die video online staat wordt hij gebeld door religieuze omroepen als de KRO en EO om erover in een programma te praten.
Tussen de schuifelende pers trof ik schrijfster Natasja van Loon in een euforische stemming aan. Ze had die nacht de laatste hand gelegd aan het tiende hoofdstuk van Het mannenexperiment. Nog twee hoofdstukken te gaan en haar tweede boek kan naar de winkel. Stripmaker en illustrator Merel Barends, voor de vaste bezoekers van deze site en EeuwigWeekend.nl ook geen onbekende, vergezelde ons door de lange rijen met standjes.Barends had het storyboard van haar nieuwste stripproject mee. Van Loon bovenvermeld tiende hoofdstuk.

Barends (links) en Van Loon lezen elkaars werk.

Schaars geklede meid
Nu huren grote uitgevers natuurlijk meer meters stand dan de kleine, waardoor deze minder goed opvallen tussen de grote posters van bekende auteurs. Toch wist uitgeverij d’Jonge Hond dit voor mij te compenseren door een interessante foto op het omslag van hun catalogus te plaatsen. We zien de oudere schoenontwerper Jan Jansen in smoking. Op zijn schoot zit een schaars geklede dame met knal rode laarzen. Dan heb je mijn aandacht wel. d’Jonge Hond is vooral gespecialiseerd beeldende kunst, fotografie, mode en hieraan gerelateerde onderwerpen. Typisch boeken die interessant kunnen zijn voor Eeuwig Weekend. Ook zonder schaars geklede vrouw op de cover overigens. Veel van de boeken van d’Jonge Hond zijn gekoppeld aan exposities. Slim natuurlijk, want dan heeft het boek voor recensenten van naturen een actualiteitswaarde.Met een tas vol catalogi en andersoortig pr-materiaal reed ik later die middag weer naar huis. Dat wordt een avondje bladeren op de bank. Lees ook:

Categorieën
Boeken Daily Webhead Video

Video: Een gesprek met Natasja van Loon

Het debuut van Natasja van Loon, Bemint eer gij begint verscheen in 2004. Op dit moment schrijft ze haar tweede roman Het mannenexperiment. Waar gaat dit nieuwe boek over? Waar haalt ze haar inspiratie vandaan en wat heeft David Lynch met dit alles te maken? Bekijk het interview.

Lees ook:

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Verder

De Haarlemse stripdagen staan voor de deur. Daarom dit mooie essay van Natasja van Loon over Verder van Marc Legendre.Literatuur & stripsDe Libris Literatuurprijs ging begin mei 2008 niet naar Marc Legendres graphic novel Verder. Wat ook zeker niet onterecht te noemen valt.Maar ongeacht welke mening je erover bent toegedaan, of wat de (al dan niet) intrinsieke kwaliteit van het boek ook mag zijn: dat het genomineerd werd, is op zich al een historische gebeurtenis. Want nog niet eerder haalde een beeldverhaal de longlist van de Libris Literatuurprijs, laat staan dat het de shortlist haalde.
En dat is verdienste.11 maart 2006. De hoofdstedelijke poptempel Paradiso is het toneel van een uniek en eenmalig evenement in de Nederlandse cultuur: Strips in Stereo – waarin muziek, strips en stripboek op magistrale wijze samenkomen. Onder de aanwezigen bevinden zich minstens vier mensen die een agenda delen – ook al zijn ze zich daarvan nog niet bewust. Bij drie van hen is die agenda beroepsmatig, bij de vierde komt het voort uit een vurige passie voor strips. De drie zijn striptekenares Merel Barends, uitgever Hans Enters – die later verantwoordelijk zal worden voor het succes van Verder, en de organisator van Strips in Stereo: Jean-Marc van Tol – tevens een van de geestelijke vaders van Fokke & Sukke, natuurlijk. De vierde ben ik. Twee jaar later is die gemeenschappelijke agenda geformuleerd: om de muur tussen strip en de andere kunsten eindelijk naar beneden te halen. Barends, Enters en Van Tol dragen daar, ieder op hun eigen manier, een steentje aan bij – en met meer dan indrukwekkend resultaat, mag ik wel zeggen. En ik? Ik heb mijzelf gebombardeerd tot de chroniqueur van de stand van zaken.Verder
Het jaar 2008 brengt tal van spannende ontwikkelingen. Jean-Marc van Tol is inmiddels zijn eigen uitgeverij begonnen, en start komend najaar, in samenwerking met Uitgeverij Podium, het eerste literaire tijdschrift voor en over beeldverhalen; Eisner zal aanstormend striptalent een podium verschaffen. Atlas – de uitgeverij van Hans Enters, en altijd vooruitstrevend op het gebied van strips – heeft Merel Barends ingelijfd voor de Verbeelde Gedichten van J.J. Slauerhoff, dat komende zomer uitgebracht wordt en waarin jonge Nederlandse en Vlaamse tekenaars op geheel eigen wijze een interpretatie in stripvorm geven aan de mooiste gedichten van de enige poète maudit die Nederland rijk is. Naast Merel Barends: onder anderen Judith Vanistendael, Filip Leemans, Flos Vingerhoets en Marc Legendre.In het Singer Museum te Laren gaat op 7 februari de expositie Kunst & Strip in première – een geslaagd, en prikkelend voorbeeld van het neerhalen van de muur tussen strip en kunst. De overeenkomst tussen het werk van gerenommeerde kunstenaars als Dick Ket, Charley Toorop, James Ensor en Cobra, en dat van striptekenaars als Paul Bodoni, Marcel Ruijters, Rene Windig en Lamelos, is in een oogopslag duidelijk. Steeds meer uitgeverijen tonen bovendien interesse in de graphic novel; ook Podium – dat al eerder Kraut van Peter Pontiac publiceerde – zet een volgende stap met de presentatie van Exit Wounds van de Israëlische Rutu Modan op de Haarlemse Stripdagen.En dan is er Verder natuurlijk. God mag weten dat ik Verder dolgraag een goed boek wilde vinden. Niet alleen omdat het zo belangrijk is in de strijd tegen de barrière tussen literatuur en strip, maar ook vanwege mijn persoonlijke vriendschap met de uitgever ervan. Maar helaas. Ik las het drie keer, maar snapte het daarna nog steeds niet. Verder is – op zijn zachtst gezegd – een ontoegankelijk boek. Als ontoegankelijkheid een criterium is voor literair gewicht, ja, dan is Verder geslaagd. Maar in mijn ogen is dat geen literaire voorwaarde. Eerder het tegendeel. Want niets is zo moeilijk als eenvoud. Daarnaast is het verhaal niet dwingend – en nu zijn plotloze romans wel vaker een aanwinst voor de literatuur gebleken, maar Verder is ook geen boek dat character-driven is. Daarvoor blijven de personages te vreemd, te diffuus en te zeer op afstand. Bovendien is in de dialogen (het bestaat grotendeels uit dialoog) vaak onduidelijk wie de spreker is, wat de al moeizame identificatie met de personages nog meer belemmert. En ook de associatieve stijl draagt hier niet aan bij. En dat ik – zelf ook bepaald geen vreemde op het gebied van associatief denken – dat zeg, zegt misschien al genoeg.Hoewel ik het strikt genomen geen (strip)tekenen vind, spreekt de collagestijl waarvoor Marc Legendre heeft gekozen, me op zich wel aan. Het is in ieder geval in lijn met de associatieve verteltrant. Wel weer jammer is echter dat de plaatsing van de tekst het beeld veelal overstemt, en dat het ritme van de beelden dikwijls onrustig is. Er zit bovendien relatief weinig expressie in.Valt er dan verder echt niks goeds over Verder te zeggen? Ja. Het is prachtig uitgegeven, en het ruikt lekker. Maar dat het op de shortlist van de Libris Prijs kwam, is niet terecht. Al zeker niet omdat binnen het Nederlandse taalgebied recentelijk veel uitstekende graphic novels zijn uitgekomen die de eer veel meer toekomt, als Rampokan van Peter van Dongen, Inferno van Marcel Ruijters en De Maagd en de Neger van Judith Vanistendael. Dat van deze kandidaten juist Verder uitverkoren werd, is, mijns inziens, dan ook vooral te danken aan het lobbytalent van Marc Legendres uitgever: Hans Enters. En dat is (en dat zeg ik niet omdat ik hem ken. Maar omdat ik van strips houd) – in het licht van onze gemeenschappelijke agenda – een verdienste.
Een aanzienlijke. Natasja van Loon (aka De Schone Schrijfster)
Schrijfster en stripliefhebber.Verder: (Marc Legendre). Atlas 2007. ISBN: 978-90-45-00073-2.
Vermist: (Rutu Modan). Podium 2008. ISBN: 978-90-57-59281-2.
Verbeelde Gedichten van J.J. Slauerhoff: (Diverse auteurs). Atlas, verwacht juni 2008. ISBN: 978-90-45-00092-3.
Rampokan: (Peter van Dongen). Oog & Blik, 2004. ISBN: ISBN 978-90-5492-054-0.
Inferno: (Marcel Ruijters). Oog & Blik 2008. ISBN: 978-90-5492-232-2.
De maagd en de neger: (Judith Vanistendael). Oog & Blik 2007. ISBN: 978-90-5492-190-5.

Categorieën
Boeken Mike's notities

Schrijfblog: Schrijvers zijn asociaal

Terwijl ik de Schone Schrijfster door de lens van mijn camera aankeek en haar scherp stelde, zat zij op de bank in de woonkamer. Zo schreef ze altijd: zij op de bank, de laptop op de salontafel voor haar. Haar debuutroman Bemint eert gij begint was op die plek ook tot stand gekomen. Ik interviewde de Schone Schrijfster over haar nieuwe romanvoor een korte teaservideo op het web. (De video komt binnenkort online, red.)Ze vertelde dat een schrijver zich eigenlijk asociaal moet gedragen om aan het werk te kunnen. ‘Als ik een afspraak heb later op de dag, kom ik daarvoor nooit aan schrijven toe. Ik moet me volledig kunnen concentreren op de tekst. Daar mag niets tussenkomen. Heel slecht voor je sociale leven,’ zei ze. Daarom werkte ze vooral ’s nachts, in de rust en bescherming van de duisternis. Bouwstenen
Logisch dat er bijna niets meer dan korte blogteksten en artikelen uit mijn vingers waren gekomen in de afgelopen jaren. Sinds ik een 9 tot 5-functie vervulde als webredacteur, waren alle grote schrijfplannen blijven liggen. Recent besloot ik daar verandering in te brengen, door Project Manic uit de la te halen. (Zie het eerdere schrijfblog). Toch werkt het voor mij beter om een paar maanden aan een project te kunnen werken en mezelf figuurlijk onder te dompelen in de verhaalwereld die ik beschrijf. De dagelijkse wereld zit de fictie maar in de weg en biedt tegelijkertijd de bouwstenen voor die verhalen. Een paradoxale situatie, ware het niet dat je afzonderen van de wereld het juiste perspectief kan bieden om die bouwstenen op de goede plaats te krijgen en in de juiste vorm te gieten. Schrijvende kroegtijger
Dat geldt overigens niet voor alle schrijvers. Ilja Pfeiffer schrijft bijvoorbeeld in zijn stamkroeg. Daarbij werkt hij aan verschillende teksten tegelijk. Maar goed, hij is dan ook dichter, romancier, essayist, criticus en polemist. Soms vind ik het ook prettig om juist de drukte op te zoeken in een café of eetgelegenheid. Doordat het daar zo rumoerig is, word ik gedwongen mij extra te concentreren op de tekst. Dat kan soms heel goed uitpakken. Al ben ik het meest productief in afzondering, net als de Schone Schrijfster. Veel schrijvers schuilen overigens om aan hun oeuvre te werken. Afzondering gecombineerd met een gedisciplineerd leven. Schrijver Ian Fleming schreef zijn James Bond-boeken altijd volgens een vast stramien: in na het ontbijt schreef hij een paar uur, daarna ging hij snorkelen, lunchen en slapen. Na het middagdutje zat hij achter zijn typemachine tot het diner. Terwijl Fleming bezig was met de eerste versie las hij nooit iets terug. Dat deed hij pas als hij de laatste punt van die versie op papier had gezet. Fleming schreef wel in afzondering: in zijn vakantiehuis Goldeneye op Jamaica, om het koude Engelse winterweer te vermijden. Ieder zijn eigen plek om te schrijven. Ieder zijn eigen plek om te publiceren. In officiële uitgaven, smallpress of interpret. Maar voor het zover is, moeten er heel wat woorden op papier worden gezet. Laat ik de agenda daarom de komende tijd maar zo leeg mogelijk houden.

Vraag: Waar schrijf jij het liefst?
Lees ook het interview met Ilja Pfeiffer over zijn avonturen als vrouw op Second Life.

Meer Schone Schrijfster.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Baudelaire

Gastauteur Natasja van Loon – aka de Schone Schrijfster én groot stripliefhebber – geeft haar visie op het album Baudelaire van Noël Tuot & Daniel Casanave.De literatuurgeschiedenis heeft een vergissing gemaakt want Victor Hugo is eerder overleden dan Baudelaire en die is daar niet blij mee omdat hij het ultieme absoluut perfecte gedicht nog niet geschreven heeft. Daarom slaat hij op de vlucht, voor iedereen die hem op de begrafenis wil hebben – en dat zijn er nogal wat. Hemel, hel en aarde worden – letterlijk – bewogen. Aldus Baudelaire tenminste, van de Franse tekenaar Tuot en zijn scenarist Casanave. Hun succesvolle stripalbum is onlangs opnieuw vertaald en uitgebracht door uitgeverij Silvester – dat hiermee, naar mijn bescheiden mening, meteen een van de mooiste albums van het jaar op de markt heeft gebracht. Baudelaire staat bol van grappen en dialogen die van grote schoonheid en – als je er even over nadenkt – diepgang zijn. Zo brengt zijn vlucht voor zichzelf Baudelaire eerst naar de hemel: een desolaat landschap waarin het onafgebroken regent (en dat akelig veel aan ons eigen kikkerlandje doet denken) alwaar hij wordt opgewacht door Sint Pieter. Dat de hemel helemaal niet lollig is, constateert Baudelaire.‘Alles is voor altijd en eeuwig kalm’, antwoordt Sint Pieter onbewogen.Donkere wolkjes vormen zich boven het hoofd van Baudelaire. ‘Ik houd niet van kalm… Daardoor moet ik aan de provincie denken.’ En dan een woest springende Baudelaire. ‘Ik wil eeuwige onrust!’‘Alles is voor altijd en eeuwig beschouwing’, antwoordt Sint Pieter onverstoorbaar.Je begrijpt: Baudelaire houdt het hier niet lang uit (zou ik ook niet kunnen) en wil naar de hel. En de hel… is een skipiste. Baudelaire wordt er opgewacht door de zonde die eruitziet als een skileraar in dat archetypische rode pak omdat de duivel in zijn kantoor zit om het idee van het kwaad te overpeinzen. ‘Grotere eenzaamheid bestaat niet’, zegt de zonde – een grap die aan kracht wint als je je bedenkt dat het gedicht dat Baudelaire wereldfaam bezorgde Les Fleurs du Mal was: de Bloemen van het Kwaad.En dan komt Sartre langs die weliswaar in de hemel verblijft (‘ik heb zo vaak bewezen dat God niet bestaat dat deze dat wel leuk vond’) maar als groot filosoof het voorrecht heeft om af en toe een rondje hel te maken. Hij komt Baudelaire demonstreren wat de zonde is. En de zonde… is soep eten met een vork. En hoe langer je daarover nadenkt des te aannemelijker dat klinkt.Foto: Charles Baudelaire‘De zonde is niet lollig’, constateert Baudelaire en hij keert terug naar de aarde om alsnog naar de begrafenis van Victor Hugo te gaan. Overigens weet hij het ultieme absoluut perfecte gedicht aan het eind van het album wel te vinden – maar wat de kern ervan is, houd ik voor me omdat iedere geïnteresseerde lezer dat voor zichzelf moet lezen. Wel kan ik vertellen dat ik slap lag (lach) toen ik het las. Wat wellicht niet verbazingwekkend mag heten als je weet wat de strekking van mijn debuutroman is omdat de kern van dat gedicht daar min of meer aan verwant is. Alleen is Baudelaire een stuk moediger dan de hoofdpersoon van Bemint eer gij begint.Natuurlijk: Goscinny staat nog altijd op eenzame hoogte. Maar de absurdistische en tegelijk diepzinnige humor van Baudelaire komt dichtbij. Wat de grootmeester van de stripscenario’s met geschiedenis deed, doen Tuot en Casanave met literatuur en filosofie. In de Nederlandse vertaling is het album bovendien uitgebreid met handige historische achtergrondinformatie die fraai omschreven en prachtig geïllustreerd is. Kortom: een album dat uit louter redenen bestaat om het aan te schaffen. Want de zonde mag niet lollig zijn, Baudelaire is dat des te meer. Sterker: het is briljante humor. Naar mijn (niet zo) bescheiden mening dan tenminste.