Categorieën
Media

The Beatles: Love

Dat The Beatles een van de meest invloedrijke bands is in de popgeschiedenis zal iedereen wel weten. Oasis mag zichzelf graag beter dan The Beatles noemen, echt meer dan een vervangend placebo zijn de broertjes Gallagher toch niet. The Beatles gingen langgeleden uit elkaar en John Lennon en George Harrison zijn inmiddels overleden. Daarom is het des te verrassender dat er nu een nieuwe cd van het fabuleuze viertal uit is.Het is een cd met oud materiaal dat opnieuw is geïnterpreteerd en gemixt. George Harrison en Guy Laliberté, de oprichter van Cirque du Soleil, leek het een leuk idee om een nieuwe show te bedenken met de muziek van The Beatles als basis. George Martin en zijn zoon Giles werden gevraagd de nieuwe mix te maken.Het is bijzonder dat de oorspronkelijke producer van The Beatles aan de mix heeft gewerkt. Dit komt eigenlijk nooit voor bij dit soort projecten. Maar dit project gaat dan ook verder dan het opleuken van een paar vergeten Elvis-hits.
Martin is, naast de twee overgebleven Beatles, de enige aan wie een dergelijke klus toevertrouwd mag worden. Het is aan zijn harde werk te danken dat de cd klinkt alsof The Beatles zelf in de studio aan de slag zijn gegaan met hun oorspronkelijke mastertapes. Samen met zijn zoon heeft hij een eigentijdse cd gemaakt met oud materiaal. Ze leveren het bewijs dat de muziek van de beroemde band uit Liverpool tijdloos is.Kraakhelder
Op inventieve wijze worden verschillende songs door elkaar gemixt. Zo kan het dat het openingsakkoord van A hard day’s Night de drumsolo van The End voorgaat en gevolgd wordt door Get Back. Of dat Strawberry Fields subtiel overgaat van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band naar de pianosolo in A Day in the Life, een stukje Piggies meepikt en daarna weer in het koortje van Fool on the Hill eindigt. Het zijn deze creatieve interpretaties die de cd zijn bestaansrecht geven. Daarnaast klinkt alles kraakhelder. Letterlijk The Beatles zoals je ze nog nooit hebt gehoord. Het is alsof je in het grasland ligt te staren naar de Beatles-hemel. Alsof je langzaam ontspannen tussen de wolken wegdrijft en de muziek van The Beatles droomt. De mix klinkt als The Beatles in overdrive. Nou ja, je snapt wel wat ik bedoel… Met de Love-cd wordt het debacle van de heruitgave van Let it Be een paar jaar geleden (de gestripte versie met verschrikkelijk slechte ‘extra’s’) ruimschoots goedgemaakt. Wat mij betreft is The Beatles: Love een respectvolle viering van al het moois dat John, Paul, George en Ringo de wereld gebracht hebben. En daar hoef je de show van Cirque du Soleil niet eens voor gezien te hebben.

Categorieën
Mike's notities

Holiday blues?

Ik loop door de grote winkelstraat bij mij in de buurt en zie dat de sierverlichting weer boven de straat is opgehangen. Dan is het dus november. Nu ben ik niet iemand die last heeft van een najaarsdip: ik ben dol op de herfst. Maar het vooruitzicht van de tijd tot en met oud en nieuw stemt mij wel enigszins somber.De jaarlijkse commerciële climax is weer aangebroken. Sinterklaas, de Kerstman en een gedicteerd familiegevoel dwingen mensen om zich een hartaanval te stressen door de jacht naar cadeaus tijdens ingelaste koopavonden en overdrukke zaterdagen. Walgelijk. Dit gaat lang niet meer over de waarden waar Kerst oorspronkelijk voor bedacht is – al heb ik daar ook niet zo veel mee op.En dan de kerstdagen zelf. Ik ben in de loop der jaren allergisch geworden voor verplichte gezelligheid. Ik prijs me gelukkig dat ik niet op dag 1 met mijn familie en op dag 2 met schoonfamilie hoef door te brengen. Da’s mij allemaal te benauwd.Anderzijds kunnen de kerstdagen het beste worden doorgebracht met z’n tweeën – samen ontsnappen aan de gekte en verstikkende ‘gezelligheid’. Herinneringen aan vrolijke kerstdagen met voormalige vriendinnetjes schieten door mijn hoofd, terwijl ik de winkelstraat uit loop: veel betekenend in elkaars ogen kijken terwijl de kerst erna haar plek onder de kerstboom leeg blijft.En wat te doen met Oud & Nieuw? Hangen in een overvolle kroeg maakt het gebeuren tot niet meer dan een zaterdagavond. Misschien maar weer zoals vorig jaar: ik kwam toen ’s ochtends terug uit Tilburg waar een vriend mij langs zijn favoriete gelagkamers had meegenomen. De rest van de dag heb ik lekker gesuft op de bank, luisterend naar mijn favoriete muziek van dat moment. Beetje wegdromend in een wolk van slaaptekort, hoopvolle toekomstwensen en een vleugje zoete nostalgie. Hoe dan ook: het wordt weer doorbijten tot het ontwaken van het nieuwe jaar.Hoe breng jij december door? En heb jij ook last van holiday blues of juist helemaal niet?

Categorieën
Striprecensie Strips

Webcomic: Review Freddie and me

Mike Dawson, woonachtig in Brooklyn NY, ging begin jaren negentig in New Jersey naar de middelbare school. Op zich zijn dit geen opmerkelijke feiten, maar Mike wist zijn tijd op de middelbare school om te zetten in een boeiende webcomic.De comic – een voorpublicatie van de graphic novel Freddie and Me die volgend jaar zal uitkomen – gaat over zijn ervaringen met de dood van Queen-zanger Freddie Mercury. Mercury stierf, zoals iedereen zal weten, in 1991 aan Aids. Voor sommige muziekliefhebbers stierf hiermee een originele artiest en een van de beste zangers uit de popmuziek. Voor die mensen is de strip dan ook geknipt.Maar los daarvan heeft Dawsons comic een universele aantrekkingskracht. De pubertijd is bij uitstek het moment waarin je je verliest in de passie voor een artiest. Popmuziek is het perfecte middel om je in die onzekere tijd te profileren en een identiteit rondom op te bouwen. Wat Dawson heeft met Mercury had deze auteur onder andere met Prince (AKA de Kleine Geile Dwerg) en The Beatles. Op een bepaalde manier blijft de muziek uit die tijd je altijd bij.Almost famous
Muziek is een binding met het verleden. Wat en wie we aanhangen bepaalt voor een deel wie we zijn. En hoe anderen ons zien. Dat deze ervaring tot de verbeelding spreekt, bewees regisseur Cameron Crowe al met zijn Almost Famous, waarin zijn jongere alter ego voor Rolling Stone Magazine op stap mag met de band Stillwater. Ook de film Detroit Rock City van Adam Rifkin is hier een voorbeeld van. Een stel kids maken een odyssee door om een Kiss-concert bij te wonen. Coming of age is prima, maar dan wel graag met de juiste soundtrack.Tot zover de nostalgische gedachten die de comic losmaakt. Hoe zit het met de comic zelf?
Dawson heeft met Freddie and Me een persoonlijke strip gemaakt. Duidelijk komen zijn liefde voor de muziek naar voren, verbonden met scènes uit het leven van alledag. Hij heeft hiervoor het perspectief van een tiener gekozen – net als Crowe een jongere versie van zichzelf. Het is een autobiografische strip, al valt niet te zeggen wat werkelijk is gebeurd en wat niet. Dat is ook niet belangrijk, want de gebeurtenissen hebben een eigen authenticiteit die los staat van de werkelijkheid.Authentiek
De authenticiteit wordt versterkt door het feit dat Dawson schijnbaar dicht bij zichzelf is gebleven. We lezen zijn gedachten en meningen. De monolooginterieur van Mike is de leidraad in de comic. Zijn gedachten filteren soms letterlijk alle andere geluiden uit. Dit wordt zichtbaar gemaakt door zijn tekst over de andere tekstballons te plaatsen. Point-of-view shots versterken het idee in het hoofd te zitten van Dawson.In de tekstkaders springt Dawson soms over van de monoloog van de verteller naar de gedachten van het personage in de strip. Dit gebeurt erg organisch en wordt nergens onoverzichtelijk.Mike heeft in de comic zijn mening duidelijk klaar. Zijn vriendinnetje hangt bands aan als Nirvana, maar Mike gaat duidelijk voor de echte rock:

“I don’t like alternative music because I like to listen to singers that can actually sing.” (Kurt Kobain zou zich in zijn graf omdraaien.) En verderop: ‘That’s really why I only like classic Rock. Newer music just doesn’t take any talent. Nobody around today is as good as Freddy Mercury.’

Dit soort uitspraken versterken het idee van blinde adoratie voor Mercury. Hierdoor weet Dawson een typische tiener neer te zetten, vol met eigen vooroordelen en kortzichtigheden. Ook de ontwikkeling die Mike doormaakt wordt door de tekst duidelijk gemaakt. Is hij eerst nog een grote fan van de film Wayne’s World (toen Mike Meyers nog geen Austin Powers was) omdat het nummer Bohemian Rapsody daarin voorkomt, enkele weken later is zijn mening tegenovergesteld omdat iedereen het opeens een cool nummer vindt door de film. Als iedereen Queen cool vindt, dan mist de jonge Mike een kans om zich te onderscheiden van zijn klasgenoten. Bovendien is hun mening natuurlijk niet oprecht die van een fan en komt hun enthousiasme voor Queen puur vanuit Wayne’s World.
Dawson is een visueel verteller: afgezien van het eerder genoemde tekstvoorbeeld, deelt Dawson soms plaatjes op in verschillende kaders, waarna hij tussenliggende kaders gebruikt om de herinneringen van de personages weer te geven. In een scène ligt Mike op bed terwijl hij terugdenkt aan een afspraak. Door het visuele afwisselen van de stripplaatjes en het letterlijke overvloeien van tekst en gedachten is Freddie and Me een voortstuwende en vloeiende vertelling. (Zie onderstaande voorbeeld.)
Cartoonesk
De comic is rijkelijk geïllustreerd in een cartooneske stijl. Daar hou je van of niet. De helden van Queen zijn herkenbaar maar niet echt gelijkend. Overigens heeft de tekenaar van zichzelf ook een aardige karikatuur gemaakt.Qua vertelling springt Freddie and Me boven het maaiveld uit als we de comic vergelijken met bijvoorbeeld Misfit’s Journey van Ben Adams. Beide zijn autobiografische comics. Maar waar Adams slechts schetsmatige scènes schrijft die niet goed weten te engageren, weet Dawson de lezer dus wel bij het lot van zijn personages te betrekken. Ook zijn bij Dawson de dialogen goed, terwijl die van Adams toch vooral samenvattingen van meningen zijn. Kortom: als autobio-comic is Freddie and Me gewoon beter geslaagd.Op dit moment zijn er een kleine zeventig pagina’s gepubliceerd. Het verloop van het verhaal hangt nog in het midden – het is niet geheel duidelijk waar het nog naar toe gaat. In ieder geval is de strip een mooi voorbeeld van een striptekenaar die zijn eigen ervaringen op een beeldende manier weet vorm te geven. Een manifest over de liefde voor zijn held. En dat maakt de strip al het lezen waard. Of je nu van Queen houdt of niet. Daarnaast valt er een hoop te herkennen voor iedereen die als jonge tiener op de middelbare school op een of andere manier met muziek bezig was.

Categorieën
Film Mike's notities

Column: Soundtrack kleurt je dag

Soundtracks van films. De een heeft er niets mee, de ander verzamelt ze. Soms zijn ze schromelijke exploitatie om het succes van de film uit te melken terwijl de cd in kwestie weinig met de film zelf van doen heeft. Goede soundtracks bieden echter de kans om de filmervaring te verlengen en om je om te wentelen in de verhaalwereld.
Toen ik Filmwetenschap studeerde aan de UvA, moest ik regelmatig een paper over een film schrijven. Wat mij betreft was dat geen straf: behalve films kijken en maken is er niets leukers dan in een film te duiken en er een gedegen stuk over te schrijven.Iedere film heeft immers zijn eigen verhaalwereld en het is vaak heel prettig om een tijdje in die wereld te verkeren – het liefst langer dan de film duurt. Het schrijven van een paper biedt de kans om de verhaalwereld grondig te verkennen.Muziek is een belangrijke factor als het gaat om de sfeer van een film. Een van mijn trucjes om mij om te wentelen in de fictieve wereld van de film is dan ook door de soundtrack te luisteren tijdens het schrijven van het paper. De muziek roept scènes en emoties op die je tijdens de film hebt ervaren en is daarmee een handig hulpmiddel bij het herinneren en inleven van scènes. Op dit moment ben ik bezig met het schrijven van een tekst over de film Chasing Amy en hier levert de soundtrack wat problemen op. Officieel is deze namelijk nooit bij de film uitgebracht. Toen Kevin Smith de film aan het draaien was, werd hij benaderd door een lokale popartiest die zijn liedje graag ter beschikking wilde stellen. Vlak voordat de film uitkwam trok hij zijn werk terug omdat de soundtrack tegelijk met zijn eigen album zou uitkomen. De platenmaatschappij was bang dat dit de verkoop van zijn album ernstig zou schaden.
Dave Pirner (van Soul Asylum) heeft toen de score voor Smith gemaakt en de liedjes geselecteerd. Helaas gebeurde dit te dicht op de release van de film, waardoor geen enkele platenmaatschappij brood zag in de cd. Wie de soundtrack toch wil horen, kan terecht op de site van ViewAskew en Roger’s Basement. Daar is een lijst van de gebruikte nummers. Je hoeft deze alleen nog even te downloaden. Het construeren van deze soundtrack deed me realiseren dat we iedere dag de soundtrack van ons leven samenstellen. Soms heel terloops door gewoonweg de radio aan te zetten, soms heel bewust omdat we net zin hebben in dat ene cd’tje. Soms ook geheel buiten je eigen wens om als je buren weer eens doen alsof ze doof zijn.
Een mooi stukje score kan, net als bij de film, óók de klankkleur van je dag bepalen. Soms ben ik in de mood voor een stukje Danny Elfman. Meestal weet zijn muziek vol koortjes en zware kopertonen mijn dag te veranderen in een Burtonesk tafereel. Als ik wat somber ben, is een vrolijke soundtrack zoals die van About a Boy heel geschikt om de lucht te klaren. En als ik wil wegdromen naar vervlogen poptijden, is een soundtrack van een Cameron Crowe-film meestal precies goed. Bijvoorbeeld Almost Famous of de cd bij Elizabethtown.Wie bewust de muziek bij zijn dag kiest, is in staat deze de gewenste richting in te sturen, of in ieder geval van de gewenste klankkleur te voorzien.

Categorieën
Mike's notities

Column: De jacht

Afgelopen maand was het Lappendag in mijn woonplaats. Deze laatste dag van de kermis heeft traditioneel twee functies: 1) mensen struinen in marathontijd de markt af naar de leukste koopjes; 2) men zuipt zich een stuk in de kraag in de kroeg en probeert dit de hele dag vol te houden. Nu staan vrouwen over het algemeen bekend om hun kledingkoopjeszucht en mannen om hun drankzucht, maar als zorgvuldig observator van deze dag kan ik je vertellen dat beide seksen zich tegoed doen aan beide afwijkingen. Het is natuurlijk aangenaam dat hier speciaal een dag voor wordt aangesteld, maar eigenlijk is dat overbodig aangezien het bijna elke dag wel ergens in de wereld koopjesjacht is. Ik maak me er zelf ook schuldig aan, al beperkt mijn aanschafgedrag zich tot boeken, cd’s en strips.

Wat een heerlijk leven leiden we eigenlijk; een leven waarin de aanschaf van een nieuw product het hart vervult met een gelukzalig gevoel en waar de aanschaf van een nieuw kleinood de illusie weet op te wekken dat alles goed is in de wereld. Al duurt dit maar voor even, meestal tot het moment dat de aandacht getrokken wordt door een ander ‘onmisbaar’ product.

Lang heb ik mij afgevraagd waar deze verkoopzucht vandaan komt. Ik zou een heel verhaal kunnen vertellen over hoe mensen tegenwoordig niet meer worden opgevoed door hun ouders, dat kinderen spullen krijgen om het gebrek aan liefde en aandacht te compenseren. Dat zal ongetwijfeld voor een deel waar zijn, maar ik schrijf een column en geen woensdagavondfilm voor RTL-4. Nee, de echte oorzaak van koopzucht is een oerdrift die we al sinds mensenheugenis in ons dragen, namelijk: De Jacht. Omdat we nu niet meer op mammoeten, dodo’s of ander wildvlees hoeven en kunnen jagen, en vrouwen verslinden op de ouderwetse manier verboden is door alle overspannen feministen, moeten we onze pijlen richten op andere trofeeën.
Recentelijk werk ik gewezen op een album van de band The White Stripes. Op MTV passeerden enkele clips van deze band en ik vond ze goed en interessant klinken. Ik raakte geobsedeerd door de dwingende ritmes en de spaarzame orkestraties van de nummers. Dit frisse geluid mocht natuurlijk niet in mijn cd-collectie ontbreken.
Toch is daar altijd (kort) een voorzichtige afweging tussen inkomsten en uitgaven, waarbij de eerste categorie de grens van de tweede bepaalt en er duidelijke keuzen gemaakt moeten worden. Een nieuwe cd is belachelijk duur in Nederland, maar de echte muziekliefhebber wil toch een origineel in handen hebben en geen gedownload – door mp3-compressie vervormt – product. Een kort bezoek aan mijn favoriete cd-winkel maakte duidelijk dat de cd mij 16 euro ging kosten. Hm, misschien waren The White Stripes toch niet zo goed, bedacht ik. Hup, op naar de winkel die altijd tweedehands cd’s verkocht voor een aardige prijs. Helaas, de cd was er (nog) niet. Nu kan je altijd het internet opduiken en de cd misschien voor een lagere prijs vinden. Maar het is natuurlijk veel spannender om stad en land af te lopen om te zien of er ergens een goedkoop exemplaar te vinden is. De Jacht was dus nog niet over.
De Jacht: er is niets opwindender dan een maagdelijke bak met cd’s af te werken, waarbij ieder nieuw doosje de gezochte cd kan bevatten. Hartkloppingen van de oplopende spanning naarmate mijn vingers door de collectie van de winkel glijden. En dan het moment van grote euforie als de cd daadwerkelijk gevonden wordt, of het gevoel van spannend afwachten als dat niet het geval is. Om vervolgens het proces in een andere winkel te herhalen. Grappig genoeg is in veel gevallen de jacht op de cd interessanter dan het uiteindelijk hebben van de cd. Als ik The White Stripes in huis haal, dan luister ik in het begin steevast vaak naar de band, om ze vervolgens tussen de andere cd’s te zetten en af en toe – wanneer mijn hoofd ernaar staat – de cd weer op te zetten. Toch zal dan de euforie van de aanschaf en de lichtzinnige stress die ik voelde tijdens het zoeken naar de cd allang vergeten zijn. Zoals zoveel dingen in het leven is de-jacht-naar veel interessanter dan het uiteindelijke bereiken van het doel.
Nu rijst toch de vraag wat ik met mijn leven moet doen als ik eenmaal rijk ben en het niet meer uitmaakt hoeveel iets kost… Misschien moet ik dan maar heel veel bier gaan drinken.

Categorieën
Mike's notities Strips

Column: Verzamelwoede

Toen Boudewijn Büch op zaterdag 23 november 2002 stierf, bezat hij zo’n 100.000 boeken. De laatste jaren van zijn leven had hij voor een deel in afzondering geleefd. Hij bracht dagen door in zijn schatkamer vol boeken, als een bibliothecaris die constant dienst heeft.

Tussendoor reisde hij dan een tijdje, maar het schijnt dat hij ’t gelukkigst was als hij door zijn verzameling struinde. Büch had duidelijk last van Verzamelwoede. Waar hij ook in de wereld was, er moest in een boekwinkel gedoken worden en boeken worden gekocht. Altijd maar boeken kopen. Daarmee deed hij zijn achternaam eer aan. Waarschijnlijk was de aanschaf van een nieuw boek nog het enige dat hem (even) gelukkig maakte. Dit maakt Büch weliswaar tot een mooi voorbeeld van de bibliofiele excentriekeling, maar daar is nog niet alles mee gezegd. Büch staat namelijk lang niet alleen in zijn verzamelwoede.

Het lijkt wel of het leven alleen nog maar zin heeft als we dingen kopen. Waar je ook komt, er wordt altijd iets aangeprezen. Als je niet op straat komt, dan word je alsnog thuis gebeld door een of ander bedrijf dat je het een of ander probeert aan te smeren. We leven niet meer in een commerciële wereld, we worden geleefd door de commercie.

Je voelt je op het laatst geen mens meer, maar een potentiële klant. Iedereen lijkt wel wat van je te willen hebben. En ondertussen zijn we zo geprogrammeerd dat we ’t idee hebben alleen maar gelukkig te kunnen zijn als we dingen aanschaffen. Ik maak mij hier ook schuldig aan. Toen ik laatst mijn huis aan het opruimen was en wederom constateerde dat ik te weinig kastruimte had, begon het besef te dagen dat ik wel erg veel boeken, strips, videobanden en dvd’s & cd’s in mijn bezit heb. Ik koop al strips vanaf het moment dat ik plaatjes kan lezen, en per week komen daar nog wel een paar dvd’s of cd’s bij.

En het lijkt nooit genoeg. De aankoop van een nieuw product verschaft een gelukzalig gevoel. Snel naar huis en de muziek opzetten. Enkele dagen later zit er alweer een nieuwe cd in de speler. Nog veel erger als je muziek downloadt. Dat kost praktisch niets; na een weekje vakantie heb je een volledige plank gedownload. Er is niet eens genoeg tijd om alles goed te beluisteren.

De verzamelwoede is een voortdurende zoektocht naar nieuwe impulsen, waarbij het effect van iedere nieuwe impuls van kortere duur is dan het effect van de vorige. Toch verschaft het bezit van een grote verzameling mij veel genoegdoening. Er is niets leukers dan over iets te horen, of er ergens over te lezen, en in staat te zijn dat ding uit je eigen kast te kunnen pakken. Het geeft het gevoel iets moois te bezitten. Daarbij vult het een leegte in mij die ik op geen andere wijze weet te vullen.

Het probleem is wel dat de verzameling blijft groeien, en dat er dus steeds meer ruimte nodig is om deze een plaats te geven. Voordat je het weet zit je ingebouwd in je eigen spulletjes, en woon je in een tombe vol met boeken, cd’s, dvd’s en strips, die leven praktisch onmogelijk maakt. Wie wil er immers eindigen als Boudewijn Büch? Ach, een gewaarschuwd mens leest voor twee.

Categorieën
Mike's notities

Column: De Elvis-paradox

Elvis was The King of Rock-’n-Roll, maar werd later meer een Burger King toen hij vanwege zijn omvang steeds grotere jumpsuits nodig had om in op te treden. Van Jonge God tot Dikke Zanger – maar het paradoxale hiervan is dat de vrouwen bleven gillen zodra hij het podium op kwam. Ze bleven kusjes halen, sjaaltjes en zweetdoekjes scoren.

 

Elvis wordt jaren na zijn dood door velen nog steeds aanbeden. Tijdens zijn leven kon hij met een hoop wegkomen. In de privé-sfeer ging hij keer op keer vreemd met tegenspeelsters, groupies en wie nog meer op zijn pad kwam. En Pricilla maar thuis zitten sokken stoppen.
Elvis acteerde in zo’n dertig films, waarvan het merendeel niet de moeite van het kijken waard is. De meeste albums die bij de films horen zouden niet misstaan in de gemiddelde Disneyfilm, maar zijn niet geschikt voor thuis in de cd-speler.

In de laatste jaren van zijn leven vloekte en tierde hij regelmatig als hij – weer eens stijf van de peppillen – op het podium stond. Ook vond hij het vaak aangenamer om slap te lullen dan een goed nummer neer te zetten voor het publiek. Luister de platenreeks Having Fun With Elvis On Stage maar eens. De oudere Elvis was verveeld met het leven, verveeld met zijn repertoire. Eigenlijk was Elvis al dood voordat hij zich liet kisten.Toch valt er een hoop te genieten van Elvis in zijn nadagen. Vanaf zijn comeback in 1968 was hij op de top van zijn kunnen. Na jaren in Hollywood als een zak aardappelen op het scherm geschuifeld te hebben, had de King er weer zin in. Hij nam een paar goede albums op, toerde door het land en zette ‘Viva’ Las Vegas op zijn kop. Mooie tijden.

Elvis bereikte zijn dramatisch hoogtepunt op het moment dat hij te dik was. Er is bijna niets mooiers dan hem wankel op zijn knieën te zien – het zweet gutsend van zijn voorhoofd, het sjaaltje om zijn nek doorweekt, het pak dat hij aanheeft tot het maximale opgerekt – terwijl hij ondanks zijn dikke lijf een zuivere toon in de microfoon weet te brullen.
Dat is Elvis op zijn mooist en meest dramatisch. Dan is namelijk nog steeds de kracht en schoonheid van zijn stem te horen, terwijl de zanger zelf allang aan het aftakelen is. De passie in zijn woorden, de warmte in zijn stem. Dat is de reden waarom Elvis nog steeds wordt beschouwd als de koning van de rock-’n’-roll. Een vakman tot het einde die zijn publiek niet teleur wilde stellen.