Categorieën
Strips

Interview Mike Mignola: Hellboy, de goede duivel

De Amerikaanse stripmaker Mike Mignola gaat de geschiedenisboeken in als de schepper van Hellboy. Niet gek voor een tekenaar die zich ooit goed genoeg vond om andermans werk te inkten.

Met Hellboy schiep Mike Mignola (1960) niet alleen een markant stripfiguur maar ontsloot hij ook een magische wereld die bol staat van de folkloristische verwijzingen, bovennatuurlijke elementen en Shakespeare citerende schurken. In de Amerikaanse stripwereld, gedomineerd door superhelden, is Hellboy een vreemde eend in de bijt. Met een rode huid, hoeven als voeten, een rechterhand van steen en een tweetal hoorns die uit zijn voorhoofd groeien, maar die hij klein houdt om ‘op straat niet op te vallen’, doet het demonische uiterlijk van dit duivelskind zijn naam eer aan. Kwaadaardig is hij echter niet, in tegendeel: Hellboy bestrijdt in dienst van het Bureau for Paranormal Research and Defence bovennatuurlijke monsters en kwaadaardige krachten.

Rouwdouwer
De rode rouwdouwer is deels op Mignola’s vader gebaseerd: ‘Ik wilde dat Hellboy ouder en een stuk taaier zou zijn dan ik. Mijn vader was van de Tweede Wereldoorlog-generatie en werkte als timmerman. Hij kwam altijd thuis met schaafwonden en droog bloed op zijn gezicht. Als je vroeg wat er gebeurd was, reageerde hij heel laconiek “Oh ja, ik bleef aan een spijker hangen” of “Mijn hand bleef in een machine steken.” Als iets in Hellboys hand bijt loopt hij ook gewoon door.’

Daarentegen zijn Hellboys persoonlijkheid en manier van spreken een afgeleide van Mignola zelf: ‘Omdat het schrijven voor mij nieuw was wist ik niet hoe ik een stem voor een personage moest vinden, dus hield ik zijn tekst dicht bij wat ik zelf zou zeggen. In principe heersen er twee stemmen in de Hellboy-strips: De slechteriken spreken Bijbelse en Shakespeare-achtige teksten. Hellboy is het andere deel van mijn brein, dat zich schaamt voor die dramatische speeches. Er is een scène waarin een vampier maar blijft oreren en Hellboy hem onderbreekt: “Grote woorden voor een man die geen broek aan heeft”.’

Noodlot
Hoewel Hellboy in de wereld is gebracht om een beslissende rol te spelen in het einde der tijden, weigert hij deze rol uit te spelen. ‘Dat zou iedereen doen als dat je lot was, denk ik,’ zegt Mignola. In de eerste comics ontkende Hellboy zijn lotsbestemming maar inmiddels heeft hij zich ontwikkeld: ‘Hoe lang kun je je personage laten negeren wie en wat hij is? Als Hellboy dat na vijf jaar nog zou doen, was hij een zwak figuur. Nu is zijn houding: “Ik zie wel wat er gebeurt.”‘

In tegenstelling tot de meeste superheldenverhalen had Mignola de oorsprong van Hellboy niet helder voor ogen toen hij hem in 1993 bedacht. ‘Het was in eerste instantie niet de bedoeling om uit te leggen wie dit personage was, het leek me gewoon leuk dat de good guy eruit zag als de duivel. Dat Hellboy uiteindelijk Het Beest van de Apocalyps bleek te zijn heeft zich op organische wijze ontwikkeld. Soms kun je verhalen maar tot op zekere hoogte sturen, ze gaan hun eigen weg.’

Deze manier van werken is typerend voor Mignola die soms uit onvrede halverwege het tekenen van een verhaal weer helemaal opnieuw begint. Zo liet hij zijn held aan het slot van een verhaal groots uitroepen dat hij naar Afrika ging, maar toen research naar Afrikaanse folklore weinig opleverde, liet Mignola Hellboy het merendeel van het verhaal The Third Wish op de bodem van de oceaan doorbrengen en het tegen een zeemonster opnemen. Het mogen tekenen van monsters is immers de reden waarom Mignola ooit strips is gaan maken.

Mignola aan het werk tijdens de stripbeurs in Breda

Nazi’s
Zijn aanhoudende fascinatie met monsterlijke wezens, folklore en spook- en pulpverhalen begon toen Mignola op zijn dertiende Dracula van Bram Stoker las: ‘Ik dacht: “Dit is het! Dit ga ik vanaf nu lezen, dit zal ik gaan tekenen, ik ben thuis!” Dracula was mijn eerste kennismaking met Victoriaanse gotische literatuur en tot op zekere hoogte folklore, want vampiers maken daar onderdeel van uit,’ zegt de stripmaker. ‘Toen ik met Hellboy begon wist ik dat alle folklore en mythologieën van de wereld mijn speelgoedkist zouden zijn. Ze bevatten fantastische personages met fantastische namen, en ik heb een hekel aan namen verzinnen. Waarom zou ik een stel fantasiekarakters bedenken terwijl er al een miljoen van dit soort fascinerende personages bestaan? En het behoort allemaal tot het publieke domein.’

Behalve magische figuren spelen in Mignola’s eerste verhalen ook nazi’s een belangrijke rol: ‘Ik gebruik ze in mijn strips omdat ik die ouderwetse, pulpachtige, stripsfeer wil. Ik groeide op met Marvel Comics, en veel van de karakters in dat universum hebben hun wortels in de Tweede Wereldoorlog. Mijn favoriete Marvel-schurken, de Red Skull en Baron Zemo, waren dan ook nazi’s. Bovendien zijn nazi’s perfecte schurken. Je hoeft niet uit te leggen waarom ze doen wat ze doen. Het zijn nazi’s!’

Liefdewerk
De aantrekkingskracht van de Hellboy-verhalen ligt volgens Mignola in het feit dat hij een strip maakt over zaken die hemzelf fascineren. ‘Ik denk dat het publiek oppikt dat wat ik doe me echt aan het hart gaat, het is een labour of love. In Amerika worden zoveel strips gemaakt door mensen die alleen met hun werk bezig zijn.’ Een herkenbare situatie voor de stripmaker die ondanks het feit dat hij door zijn eigenzinnige stijl als Auteur bestempeld mag worden, een bescheiden indruk maakt. In 1983 begon Mignola als inkter bij Marvel Comics omdat hij zichzelf niet goed genoeg achtte als tekenaar. ‘Ik had toen nog niet genoeg zelfvertrouwen om te tekenen. Maar ik bleek een heel slechte inkter te zijn.’ Redacteur Al Milgrom zag potentie in de jonge stripmaker en koppelde hem aan schrijver Bill Mantlo. Mignola viel voor het eerst op met hun vierdelige strip Rocket Raccoon, daarna tekende hij kort andere superheldenstrips, ook voor DC Comics, maar gelukkig werd Mignola er niet van: ‘Superheldenverhalen passen gewoon niet bij me. Het was verschrikkelijk.’

Van Gogh
Striplegende Jack Kirby, die in jaren veertig tot en met zestig zijn stempel op het superheldengenre drukte, is volgens Mignola op visueel en narratief vlak van grote invloed geweest op zijn vroege werk. Later zijn Mignola’s tekeningen steeds abstracter geworden, met een nadruk op vorm, kleur- en licht-donkercontrasten. ‘Op visueel vlak probeerde ik jarenlang als anderen te tekenen. Twintig jaar geleden begon ik me gelukkig te richten op wie ikzelf wilde zijn in plaats van iemand anders na te doen. Ik heb in de loop der jaren veel dingen uitgevogeld en ik voel me heel comfortabel met de manier waarop ik nu teken.’

Inspiratie haalt hij ook uit de schilderkunst: ‘Ik weet niet of je dat ooit in mijn werk terugziet, maar kunstenaars die gericht zijn op vorm hebben op dit moment een grote invloed, zoals Van Gogh.’

Mignola werkte gedurende zijn carrière mee aan een aantal films, waaronder als illustrator bij Bram Stoker’s Dracula. Ook was hij visueel adviseur van de twee Hellboy-films geregisseerd door Guillermo del Toro en betrokken bij de drie Hellboy-animatiefilms. Mignola schreef het merendeel van de Hellboy-strips en de afgeleide stripserie B.P.R.D., waarin Hellboys collega’s van het Bureau for Paranormal Research and Defence de hoofdrol spelen.

Door alle projecten was Mignola te druk om Hellboy te tekenen en daarom gaf hij in 2007 het potlood door aan Duncan Fegredo: ‘Dat was de moeilijkste zakelijke beslissing die ik ooit heb genomen, want Hellboy is mijn kindje.’ Toch mist Mignola zijn creatie wel en hoopt hij binnen een jaar weer zelf Hellboy op het papier te zetten. ‘Ik heb met Hellboy iets goeds ontworpen, want ik heb er altijd plezier in als ik hem teken.’ Toch blijft de stripmaker bescheiden. ‘Ik denk dat mijn strips beter gaan worden. I’m trying!’

Recent kwamen de eerste twee Hellboy-albums, Kiem van het kwaad en De duivel ontwaakt, uit in een Nederlandse vertaling bij Uitgeverij De Vliegende Hollander.

Dit interview is in VPRO Gids #15 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Hellboy in de VPRO Gids

Vanaf vandaag ligt weer een kersverse VPRO Gids in de winkels en op de deurmat bij de abonnees. Een speciaal nummer, want stripmaker/illustrator Erik Kriek maakte het omslag en er staat een uitgebreid artikel in over het aankomende Imagine Filmfestival. Oh ja, mijn interview met Mike Mignola staat er ook in.

Ik sprak Mignola begin maart tijdens de Stripbeurs in Breda, op een vroege zaterdagmorgen. Mignola was al een paar dagen in Europa en had daardoor geen zichtbare last van jetlag. De avond ervoor was hij in Brussel geweest waar hij Gert Jan Pos te woord stond voor een publiekelijk interview.

Ons gesprek was gelukkig een-op-een, in de sportkantine van het racketcenter in Breda. Praten over Hellboy, folkloristische verhalen en de Amerikaanse stripindustrie terwijl op de achtergrond een stel kroketten werden gebakken. Meer glamour kan bijna niet. Dat mocht allemaal de pret niet drukken natuurlijk: het was een fijn gesprek.

De rest van de stripbeurs zat Mignola te signeren. Ook gaf hij nog wat interviews aan collega-journalisten.

Het interview is vanaf vandaag dus te lezen in de VPRO Gids #15.

Mignola signeert op de stripbeurs. Links in de hoek is zijn vrouw te zien, die met hem mee op reis is.

Categorieën
Strips

Meeting Mignola op Stripbeurs Breda

Aanstaande weekend, dus op 6 en 7 maart, wordt voor de tweede keer de Stripbeurs Breda georganiseerd in het Racketcentrum. Er zullen op deze beurs enkele interessante stripmakers rondlopen, waaronder Mike Mignola.

Stripmaker Mignola is de bedenker van Hellboy – het helrode duivelskind met de altijd brandende sigaar die het opneemt tegen bovennatuurlijke wezens. Er zijn inmiddels twee speelfilms en enkele animatiefilms over Hellboy gemaakt. Ook zijn er meerdere boeken over deze held verschenen. Ik ben een groot fan van de strips en Mignola’s tekenstijl. Daarom ben ik extra verheugd dat ik Mignola zaterdag interview voor een artikel in de VPRO Gids. Mike en Mike spreken elkaar zaterdagochtend vroeg, daarna wordt Mignola geacht de hele dag te signeren. Ik spreek hem dus voordat zijn handen lam zijn en hij de hele dag al vragen heeft moeten beantwoorden van zijn fans.

In Breda wordt ook de eerste Nederlandse editie van Hellboy gepresenteerd, uitgegeven door De Vliegende Hollander. Niet alleen de softcover is er te koop, maar ook twee oversized luxe collectors edities van de Nederlandse Hellboy-uitgaven. Deze zijn op groot formaat, in full color, genummerd en gesigneerd door Mike Mignola. Deze luxe edities worden in een gelimiteerde oplage van slechts 100 exemplaren gedrukt.

Andere stripmakers die hun komst hebben bevestigd zijn Achdé (Lucky Luke), Romano Molenaar en Jorg de Vos (Storm), Henk Kuijpers (Franka), Mark Schultz (Dinosaurs and Cadillacs), Martin Lodewijk (Agent 327), Adi Granov (Iron Man), Paul Geerts (Suske en Wiske), Paul Renaud (Red Sonja), Mark Retera (Dirkjan), Barry Kitson (Batman), Carry Brugman (De Partners), Minck Oosterveer (Ronson Inc.) en Eric Heuvel (January Jones). Al deze auteurs zijn twee dagen aanwezig en zullen daar hun nieuwste uitgaves signeren.

Uitgeverij Xtra, je weet wel van Pulpman, pakt aardig uit op deze stripbeurs. Fred de Heij (Pulpman), Aloys Oosterwijk (Op de huid), Petar Meseldzija (Bron van verbeelding), Argibald en Hallie Lama zullen aanwezig zijn. Daarnaast zullen Daniel Rosseels en Rudolf Kahl samen met Ben Vranken en Serge Baeken ook hun werk signeren. (Ik sprak Baeken uitgebreid op de stripbeurs in Houten vorig jaar.)

Uitgeverij Silvester zet onder andere stripmaker Reinhardt Kleist van het prachtige album Cash achter een tekentafel. Ook Marq van Broekhoven is aanwezig. Volgende week publiceer ik een interview met Van Broekhoven op deze site over zijn strip Jodocus de Barbaar.

Leuk aan deze beurs is dus het diverse gezelschap van stripmakers die er zullen komen en dat er tussen de lijst van aanwezigen ook een paar prominente buitenlandse stripmakers tussen zitten. Zie voor een volledige lijst van auteurs deze lijst.

Ook worden er tijdens de beurs nieuwe sripalbums gepresenteerd, zoals deel 25 van de serie Storm, deel 3 van Red Sonja en nieuwe delen uit de series De Partners en Ronson Inc. Tevens zal Het fotoboek Draw and Shoot – waarvoor meer dan 70 stripmakers uit Nederland zijn geportretteerd – te koop zijn.

Kinderpartijtje
Dat klinkt allemaal leuk, toch krijg ik koude rillingen als ik kijk naar het programma zoals het op de site van de stripbeurs wordt gepresenteerd. Er zitten weer verdacht veel kinderattracties bij. Strips niet voor kinderen? De organisatoren op stripbeurzen hebben dat nog niet begrepen. Of is het de bedoeling dat de kids worden afgeleid zodat pa Roodhaar in een sexy pose kan laten tekenen?

Categorieën
Striprecensie Strips

Spider-Man Noir: Spiderman is zichzelf niet meer

De limitedserie Spider-Man Noir toont een alternatieve versie van Spiderman. Maar deze versie van Peter Parker rijmt niet met zijn karakter en maakt hem een stuk minder sympathiek.

Het verhaal, zwaar overladen met film noir-invloeden en helden uit pulpverhalen uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, toont Amerika anno 1933. Iedere ambtenaar in de stad is corrupt en buigt voor misdaadbaas Norman Osborn, de economische crisis waait als een kille wind door de stad en het leven van haar bewoners. Peter Parker is de neef van May en wijlen Ben Parker, socialisten in hart en nieren.

De sfeer en toon van deze comic is duisterder dan die van het gemiddelde Spiderman-verhaal. In Spider-Man Noir krijgt de lezer een andere Peter Parker voorgeschoteld dan dat hij gewend is. Parker is een jongeman vol woede, wiens oom Ben is vermoord door handlangers van Osborn. Ben is levend opgepeuzeld door de Vulture, een van de circus freaks die onder Osborns commando’s opereert.

Schietgraag webhoofd
Natuurlijk is er niets optegen om eens met het idee van een alternatief Spiderman-verhaal te spelen. De Ultimate Spiderman-reeks van Brian Michael Bendis mag immers als geslaagd worden beschouwd, maar daar is Peter in de basis hetzelfde gebleven.
In tegenstelling tot de standaard-Peter Parker is de Noir-versie in staat mensen te vermoorden en loopt hij rond met het dienstwapen van Ben, zelfs al heeft hij op wonderbaarlijke wijze de evenredige krachten en snelheid van een spin gekregen na de beet van een magische achtpoter. Pas wanneer Parker in kostuum op zijn vingers wordt getikt door zijn tante, laat hij het doden van schurken voor wat het is.

Het is een vreemde twist om Peter Parker, toch meestal een aardige jongen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, zo te zien handelen. In het oorspronkelijke Spiderman-verhaal voelt Peter zich schuldig als zijn oom wordt vermoord door een inbreker die hij een paar dagen ervoor makkelijk had kunnen tegenhouden. De Peter uit de noir-wereld handelt uit wraak, niet uit schuld. Een geheel ander motief en dat maakt Spiderman minder sympathiek. Sterker nog: door in een tegenstander dood te schieten wordt het webhoofd precies de misdadiger die Jonah Jameson altijd al in hem zag.

Eigenlijk lijkt de wraakzuchtige versie van Spiderman wel wat op Batman, die in de eerste comics ook met een pistool rondliep totdat de makers vonden dat dit niet klopte met zijn oorsprong: Bruce Wayne zou door de moord op zijn ouders nooit in staat zijn een ander van het leven te beroven.

Politiek gekleurd
Ook heeft Parker een duidelijk rood tintje gekregen: ‘If those in power can’t be trusted, it’s the responsibility of the people to remove them.’ Da’s toch een beetje anders dan het credo: ‘With great power, must also come great resposibility’ – de kern van Peters Spiderman-schap.

Verwacht ook geen kleurrijk kostuum: in de sobere jaren van crisis draagt Spiderman een zwartmasker met een bril en een lange donkere overjas. Wederom verliest het webhoofd daardoor een deel van zijn charme.

Wat de vier delen van de limitedserie eruit doet springen is het strakke tekenwerk van Carmine Di Giandomenico en sfeervolle inkleuring die vooral uit aardkleuren bestaat en schaduwtinten. Het verhaal, geschreven door de Britse schrijver David Hine en Fransman Fabrice Sapolsky is adequaat maar niet heel erg opzienbarend.

Batman by gaslight
Marvel lanceerde eind 2008 naast Spiderman een paar andere Noir-titels van hun personages, waaronder Daredevil, Luke Cage, Punisher en X-Men. Op dit moment loopt het vervolg op Spiderman Noir: Eyes Without a Face.

Overigens zijn alternatieve versies van superhelden niet nieuw en Spidey’s Noir-avontuur doet dan ook sterk denken aan het Elseworld-verhaal Gotham by Gaslight, waarin Batman het in de negentiende eeuw opneemt tegen Jack the Ripper. Al was dat verhaal van schrijver Brian Augustyn en Mike Mignola aanmerkelijk beter, waarschijnlijk omdat er minder gesleuteld hoefde te worden aan het Batman-concept. Sterker nog: de legende van Jack the Ripper werd heel effeciënt in de oorsprong van Batman geschreven.

Categorieën
Strips

Dave Gibbons: ‘Strips hoeven niet per se verfilmd te worden’

De Engelse stripmaker Dave Gibbons is vooral bekend als de tekenaar van de strip Watchmen die dit jaar verfilmd werd. Toch heeft hij onder veel meer interessante projecten zijn handtekening gezet. Een gesprek met de stripmaker over nieuwe vertelvormen, het gebruik van digitale technieken bij het strip maken en zijn meest persoonlijke werk. En natuurlijk vertelt Gibbons (soort van) wat hij werkelijk van de verfilming van Zack Snyder vindt.

Stripmaker Dave Gibbons zit al ruim dertig jaar in het vak. Net als zoveel andere tekenaars begon zijn carrière met het tekenen voor fanzines en underground comics. Gibbons eerste professionele potloodlijnen waren voor uitgever DC Thomson. Bekend werd Gibbons met zijn tekenwerk voor het Britse sciencefiction magazine 2000 AD, waar hij strips als Dan Dare, Harlem Heroes en Rogue Trooper voor maakte.

In 1982 begon Gibbons te werken voor het Amerikaanse DC Comics, waar hij de sterstatus bereikte met de strip Watchmen die hij samen met schrijver Alan Moore produceerde. Ondanks de vele strips die hij voor DC maakte en zijn samenwerking met andere grootheden als Frank Miller en Mike Mignola, zal zijn naam toch het meeste met Watchmen geassocieerd blijven. Dit jaar kwam, zoals u ongetwijfeld weet, de verfilming uit van Watchmen. Professional die hij is zette Gibbons zich persoonlijk in voor de promotie van de film. In de afgelopen maanden beantwoordde de sympathieke tekenaar minstens duizend vragen over de verstripping en de graphic novel. Moore liet het zoals gewoonlijk afweten en was a priori tegen de verfilming van Watchmen. Recent verscheen de dvd op de Nederlandse markt.

Niet dat hij zich hoeft te schamen voor de graphic novel die in de tweede helft van de jaren tachtig een geheel nieuwe visie op het superheldengenre liet zien, allerminst zou ik zeggen, maar Gibbons heeft veel meer moois dan alleen Watchmen voortgebracht. Als tekenaar én schrijver. Hoog tijd om te vragen waar hij zich tussen alle promopraat door mee amuseert.

Waar bent u op dit moment mee bezig?
‘Er is een bundeling verschenen van alle verhalen over Martha Washington, getiteld The Life and Times of Martha Washington in the Twenty-First Century geschreven door Frank Miller, waar ik de tekeningen voor maakte. Een dik boek van 600 pagina’s. Verder schrijf ik een project voor DC en een animatiefilm met DC-karakters.’

Over welke personages van DC gaat die animatiefilm?
‘Ik weet niet of dat ik dat al mag zeggen. Laten we het erop houden dat het iets met de aankomende Green Lantern-film te maken heeft. Ik vind het ook fijn om na een jaar bezig te zijn geweest met Watchmen weer te tekenen. Ik doe wat tekenwerk voor computergames en begin binnenkort samen met Mark Millar, wellicht het beste bekend van de strip Wanted, aan een nieuw stripproject.’

Zelf aan de slag
Gibbons was een van de eerste stripmakers die digitale technieken omarmde. Dit jaar was hij een van de promotors van UK’s Digital Artist awards. Recent gaf hij nog een masterclass waarin hij demonstreerde hoe hij Photoshop en Manga Studio gebruikt.

Tijdens die masterclass sprak u de hoop uit dat elektronische media zullen leiden tot nieuwe vormen van verhalen vertellen. Kunt u dat nader toelichten?
‘Er is een motion comic van Watchmen gemaakt. Die zie ik als een soort prototype van een nieuwe vertelvorm. De grammatica van deze verteltechniek interesseert me. Je ziet online nu bijvoorbeeld heel veel (video) slideshows. Ik zie die als een krachtige vertelmanier. Door beelden naast elkaar te plaatsen kun je een dramatisch effect bereiken zonder dat je alles vloeiend hoeft te animeren. Bij animatie wordt het publiek als het ware voor de gek gehouden, je suggereert immers beweging door een reeks plaatjes in een snel tempo achter elkaar te plaatsen, terwijl bij de slideshows het publiek participeert in de vertelling. Dat geldt ook voor strips. Wat strips en slideshows dus met elkaar gemeen hebben is dat er een directe verbinding is tussen maker en publiek.’

‘Elektronische media hebben ook het voordeel dat ze makkelijk beschikbaar zijn voor mensen. Een film maak je niet zo maar, daar komt veel techniek bij kijken, maar net als bij striptekenen kun je in je eentje aan de slag met nieuwe media. Dat is ook wat mij in eerste instantie aantrok aan het medium strip: de directheid en simpelheid waarmee je aan de slag kunt. Je hebt alleen papier en een potlood nodig, het enige echte vereiste is talent. Een ander voordeel van elektronische media is het relatief makkelijke betaalmodel: je kunt afleveringen via bijvoorbeeld iTunes aanbieden voor kleine bedragen en zo inkomsten verwerven.’

Stripverfilmingen
Nu het woord film toch is gevallen, wat was uw eerste reactie toen u hoorde dat ze Watchmen wilde gaan verfilmen?
‘Ik was sceptisch toen producent Joel Silver er in een bepaald stadium mee aan de slag ging. Hij zag namelijk een actiefilm voor zich met Arnold Schwarzenegger in de hoofdrol. Volgens mij zou zo’n film de pointe van de strip volledig missen. Toen ik hoorde dat Zack Snyder de film zou maken, was ik zeker geïnteresseerd in wat hij ermee zou gaan doen. Ik vond wat hij met 300 (de verfilming van de strip van Frank Miller, red.) had gedaan erg goed. Bij de première van 300 heb ik mezelf aan hem voorgesteld en we hebben een halfuur met elkaar gepraat. Ik had er vertrouwen in dat hij er iets goeds van kon maken. Een goede verfilming is vooral een kwestie van de juiste man aan het roer.’

Wat had Snyder volgens u anders moeten doen, waar slaat hij de plank mis bij deze verfilming?
‘De film is niet perfect, maar dat is de strip ook niet. De film is Zacks interpretatie van de strip en gelukkig liet de studio hem zijn gang daarin gaan. Hij heeft er wat mij betreft meer goede dingen aan toegevoegd dan slechte elementen. Ik vond de openingssequentie erg mooi bijvoorbeeld. Volgens mij heb zo een antwoord gegeven dat politiek correct genoeg is. (lacht)’

Welke van uw andere strips acht u geschikt voor een verfilming?
‘Ik denk dat Martha Washington vanwege het verhaal goed verfilmd kan worden. Frank Millers manier van vertellen is in zichzelf namelijk al heel filmisch. Maar ik denk dat strips niet per se verfilmd moeten worden. Als je kijkt naar Watchmen dan is het ergste wat had kunnen gebeuren dat het een slechte film was geworden. Als Watchmen nooit was verfilmd, dan was dat niet erg geweest.’ Gibbons schrijft ook zelf comics en heeft als auteur samengewerkt met tekenaars als Mike Mignola, José Luis Garcia Lopez en Steve Rude. Het duurde relatief lang voordat hij een van zijn eigen verhalen ook zelf visualiseerde. Dat werd de graphic novel The Originals (2005). Deze strip speelt zich af in het Groot-Brittannië van de nabije toekomst, waarin de tienergroepen Originals en Dirt met elkaar in de clinch geraken. De iconografie van het verhaal leunt zwaar op de Mods en The Rockers zoals we die kennen uit de jaren zestig.

Hoe kwam u erop om The Originals te maken?
‘Ik teken heel veel strips op basis van scripts van anderen en schrijf aardig wat voor tekenaars. Ik vind het fijn om samen te werken en geniet van de interactie met andere stripmakers. Ooit moest het moment komen dat ik mijn eigen verhaal zou gaan tekenen. Ik wilde graag iets schrijven dat relevant voor mij zou zijn. Ik was zelf een Mod en ben erg door die tijd gevormd. Toen ik het idee van de strip aan Karen Berger voorlegde, de executive editor van Vertigo, vond ze dat ik die moest gaan maken. Het was voor mij een lange klus om te tekenen. Als je 18 maanden in je eentje aan iets werkt dan heb je soms last van een geloofscrisis, dan twijfel je of het wel goed wordt. Gelukkig heeft de strip een Eisner Award gekregen en zijn veel reacties lovend.’ Gibbons stelt dat het tekenwerk in dienst van het verhaal moet staan en niet de aandacht van de vertelling mag afleiden. Tekeningen moeten daarom vooral duidelijk zijn en de essentie weergeven, iets wat hij in zijn begin dagen bij DC Thomson leerde.

Wat maakt uw werk herkenbaar als een Dave Gibbons comic?
‘Goede vraag, geen idee. Ik vind een strip goed als deze duidelijk is, gedetailleerd en toch ook subtiel. Ik heb een voorkeur voor een economisch gebruik van lijn en plot. Nu ik ouder ben heb ik meer interesse in kunst die elegant is. Vroeger wilde ik zoveel mogelijk details zien, maar nu gaat mijn voorkeur uit naar het abstracte. Ik hoop dat mensen die mijn werk lezen deze zaken ervaren, dat ze kunnen zien dat ik toegewijd ben aan het werk en dat ik een fan ben van het medium.’

 

Nog geen genoeg van Watchmen? Lees hier de filmrecensie. Dit interview staat ook op de site van Zone 5300.

Categorieën
Strips

Mignola komt naar Breda

Het lijkt nog ver weg dat 2010, maar voordat je het weet is het weer maart en vindt de tweede editie van de Stripbeurs Breda plaats. De organisatie heeft alvast een paar namen bekend gemaakt van stripmakers die aanwezig zullen zijn. Zet ze alvast in je agenda.Allereerst is dat de nieuwe tekenaar van Lucky Luke, Achdé, die ook de festivalposter heeft getekend. Op scenario van Laurent Gerra voltooide Achdé onlangs een derde verhaal van Lucky Luke, De man van Washington.Hellboy
De tweede striplegende die heeft toegezegd naar Breda te komen is Mike Mignola, de tekenaar van Hellboy. Met zijn creatie Hellboy en zijn minimalistische tekenstijl heeft hij aan de Amerikaanse comic-scene een geheel nieuwe richting gegeven. Mignola heeft inmiddels 12 Eisner Awards op zijn naam staan en is naast striptekenaar en schrijver ook betrokken bij diverse filmprojecten zoals de film The Hobbit van Guillermo del Toro. Maar dat laatste zullen we hem maar niet kwalijk nemen. De Stripbeurs Breda zal plaatsvinden op 6 & 7 maart in het Racketcentrum in Breda. Maar eerst hebben we natuurlijk nog de Stripdagen in Houten waar de Zone 5300-redactie een feestje gaat bouwen in verband met het 15-jarig bestaan van het magazine, en op Strip Turnhout later dit jaar.Dit stukje staat ook op het stripblog van Zone 5300.