Categorieën
Strips

Eppo, Eisner en Pulpman: Passie voor de strip in al zijn facetten

Het Nederlandse striplandschap is recent verrijkt met drie stripbladen. Voor de liefhebber van literaire stripverhalen is er Eisner; voor prikkelende pulpstrips is er Pulpman, terwijl Eppo vooral de nostalgische lezer bedient.

Het stripblad Eisner is gewijd aan de grafische roman en bevat korte beeldverhalen met literaire ambities. Vorig jaar november verscheen het eerste nummer in 2500 exemplaren bij uitgeverij Podium. Het stripblad is vernoemd naar de Amerikaanse stripmaker Will Eisner die naar verluidt de term graphic novel introduceerde om uitgevers te interesseren voor zijn strip A Contract with God (1978). Grafische roman klinkt in de oren van een literaire uitgever immers beter dan strip, een medium dat in eerste instantie geassocieerd wordt met leesvoer voor kinderen. De redactie van Eisner hoopt dit beeld te veranderen en literatuurminnende lezers kennis te laten maken met strips voor volwassenen. Hoofdredacteur Erik Noomen, die recent het stokje overnam van Ward Wijndelts: ‘Een vorm die gebruikt wordt om een Asterixverhaal te vertellen kan ook worden ingezet voor het vertellen van een verhaal over het Midden-Oostenconflict.’ Bij de selectie van de strips gaat de redactie vaak uit van de stripmaker, laat Noomen weten. ‘De tekenaar moet iets eigens hebben en het verhaal visuele zeggingskracht.’De Eisner-redactie heeft een eclectische en uiteenlopende smaak: in de twee nummers die er tot nu toe zijn uitgebracht staan onder meer een sfeervolle stripbewerking van het horrorverhaal ‘The outsider’ van H.P. Lovecraft door Erik Kriek, twee sleutelscènes uit de roman Het Diner van Herman Koch verstript door getalenteerde nieuwkomer Merel Barends, een bijdrage van Michiel van der Pol waarin hij vol zelfspot jeugdherinneringen over zijn seksuele voorlichting verhaalt en ook gerenommeerd werk van internationale stripmakers als Daniel Clowes die in ‘Art School Confidential’ met bijtende humor het kunstonderwijs portretteert. Door die diversiteit is Eisner een aardige staalkaart van wat het beeldverhaal te bieden heeft. De geselecteerde voorpublicaties die ook in het blad staan vormen echter zelden een afgerond verhaal, wat een onbevredigende leeservaring oplevert.In de toekomst hoopt Noomen enkele bekende namen uit de literaire wereld aan het blad te verbinden. Arnon Grunberg heeft toegezegd een stripscenario te schrijven op basis van een van zijn reisreportages en Robert Vuijsje, winnaar van de Gouden Uil voor zijn debuut Alleen maar nette mensen, zal ook een script schrijven.

Pulpman: Pulp voor de liefhebber
Waar Eisner drie keer per jaar staat voor de literaire en poëtische strip, vertegenwoordigt Pulpman iedere zes weken de andere kant van het spectrum: vermakelijke pulpverhalen waarin op expliciete wijze en zonder schroom de duistere kanten, driften en zwakheden van de mens worden belicht. Vaak met de titelfiguur van het blad, een naargeestig mannetje met een clownesk gelaat, in de hoofdrol. Net als bij de andere stripbladen beoogt de redactie als keurmerk te fungeren. ‘Pulpman zoekt naar de parels van de pulp. […] Uitgangspunt voor een goede strip blijft vakmanschap: een tekenaar die kan tekenen, met swung en dynamiek, een verhaal vertellen, karakters neerzetten en een sterke lay-out,’ aldus het voorwoord in de eerste Pulpman die februari dit jaar in een bescheiden oplage van 800 stuks van de drukpers rolde. Vervang het woord ‘pulp’ voor ‘beeldverhaal’ en dezelfde introductie had ook in Eisner kunnen staan.Stripmaker, schilder en illustrator Fred de Heij en uitgever Ger van Wulften initieerden Pulpman uit eigen behoefte. De Heij: ‘Ik wilde altijd al een striptijdschrift hebben en ben uitgegaan van wat ik het allerleukste vind.’ Omdat De Heij het merendeel van de strips en achtergrondartikelen verzorgt drukt hij een duidelijke stempel op het blad. Zijn verhalen zijn over the top, eindigen geregeld met een onverwachte wending en zijn dikwijls pornografisch.

Net als Eisner bevat Pulpman originele verhalen en voorproefjes van nog uit te komen strips. Mede dankzij de korte introductie van de gasttekenaars geeft Pulpman een aardig, zij het wat willekeurig beeld van het begrip pulpstrip. De Heij en gastschrijvers als Peter Breedveld, striprecensent van Vrij Nederland, lichtten in de artikelen uiteenlopende onderwerpen uit. Hoewel De Heij zijn persoonlijke visie geeft komt de nieuwsgierige lezer veel te weten over bijvoorbeeld de geschiedenis van pulpstrips en de invloed van Joodse makers op de Amerikaanse stripindustrie. De toon van Pulpman is die van een dikke knipoog en een tikkeltje tegendraads. Het zal geen toeval zijn dat in het eerste nummer de Eisner wordt gerecenseerd. Zelfs over een op het eerste gezicht onschuldige en oubollige jongensstrip als Bob Evers (uit de Eppo) weet De Heij te vertellen dat deze zijn oorsprong heeft in een strip die in het nationaal-socialistische blad Jeugd werd gepubliceerd.

Gezien de toon en de verheerlijking van pulp ligt het voor de hand om het blad te zien als tegengeluid op de graphic novel. Toch stellen de makers duidelijk dat ze nergens tegenaan willen schoppen. Het plezier en de passie die de bladmakers voor pulpstrips hebben straalt Pulpman zeker uit en werkt aanstekelijk.Eppo, een nostalgisch stripblad
In het midden tussen Eisner en Pulpman bevindt zich de Eppo. Dit tweewekelijkse stripblad bevat voorpublicaties van mainstream strips, het soort waar je het eerste aan denkt als je het woord strip hoort: Storm, Agent 327, Franka en Dirkjan. Het gros bestaat uit onschuldige avonturen- en humorstrips die, net als sommige verhalen in Pulpman, in afleveringen verschijnen. In tegenstelling tot Eisner dient van deze bladen dus ieder nummer aangeschaft te worden om niets van de vervolgverhalen te missen.

Voorpublicaties zijn misschien vervelend voor de ongeduldige lezer, volgens Eppo-hoofdredacteur en initiatiefnemer Rob van Bavel zijn ze een belangrijke inkomstenbron voor stripmakers omdat de albumverkoop te laag is om van te leven. Daarbij wordt het ouderwetse Eppo-gevoel volgens sommigen juist gekenmerkt door het in spanning afwachten tot het nieuwe nummer weer op de deurmat valt.

Eppo werd in januari dit jaar nieuw leven in geblazen. Het stripblad verscheen oorspronkelijk van 1975 tot halverwege de jaren tachtig. Na talloze naamswijzigingen en samenstellingen verdween het in 1999 van de markt. De nieuwe Eppo lijkt voort te komen uit een drang naar nostalgie, want het merendeel van de strips stond ook in de eerste incarnatie van het blad. Volgens Van Bavel is Eppo ook niet voor kinderen bedoeld, maar voor de dertigplussers die het vroeger ook lazen: ‘Jongeren vanaf zes jaar lezen geen strips meer, die gaan liever gamen of online. Dat is ook de reden dat de oude Eppo uiteindelijk is verdwenen: ze hielden vast aan de jeugd als doelgroep.’ Toch hoopt hij dat de Eppo van papa ook wordt ingekeken door nieuwsgierige lezertjes.

Hoewel de interviews in het blad interessant leesvoer zijn en de achtergrond en methodiek van de stripmakers inzichtelijk maken, wekt de toon van de redactionele teksten niet de indruk dat volwassenen worden aangesproken. Desondanks lijkt Eppo een succes: met een oplage van 25.000 exemplaren is dit het grootste stripblad van Nederland.

Dit artikel verscheen eerder in VPRO Gids #34 onder de titel Nieuwe Avonturen.

Lees ook:

Categorieën
Strips

Comic Invasion: Tekenen in het wild

Het heeft iets anarchistisch: lekker op de muur tekenen en alles vol kladderen met stripfiguurtjes. Wat je als kind niet mocht, was dit weekend toegestaan in Sugar Factory Amsterdam. Tenminste, als je een van de uitgenodigde stripmakers was van Comic Invasion.Van donderdag 21 tot en met zondag 24 mei namen stripmakers de Sugar Factory over. Tijdens het reguliere programma werden muren vol getekend, lichaamsdelen van een krabbel voorzien en waren ook bierviltjes niet veilig. Op sommige avonden werden tijdens dj-sets tekeningen gemaakt en geprojecteerd.Cartoonjocken
Maar waarom eigenlijk? Stijn Schenk, officemanager bij Sugar Factory, legt uit: ‘We willen de strips uit de stripbeurs halen en op andere plekken brengen. Strips moeten meer in het straatbeeld zichtbaar zijn.’ Het idee ontstond toen Floor de Goede door een oom, een van de eigenaren van Sugar Factory, werd gevraagd om de flyer voor het programma van de maand mei te maken. Flo is samen met Tommy A en andere stripmakers cartoonjocker: terwijl een dj muziek draait of een band optreedt, maken de tekenaars in razendsnel tempo tekeningen. Het tekenen wordt vastgelegd door een camera en meteen geprojecteerd tijdens het optreden. Na de flyer opdracht vroeg de Sugar Factory de stripmakers om bij het programma deze maand iets met strips te gaan doen. Dat idee groeide uit tot Comic Invasion, waarbij de stripmakers ‘infiltreren’ in de Sugar Factory en met allerlei activiteiten op een ludieke manier aandacht vragen voor het beeldverhaal. Zaterdagavond waren stripmakers Jeroen Funke (Lamelos), Dio (John & John), Tommy A (Cutie magazine), Floris Oudshoorn (Swamp Thing) en Merel Barends (Zone 5300, Eisner) in Sugar Factory om daar hun tekenkunst te verspreiden. Tussendoor vertelde Barends waarom ze hieraan participeerde. ‘Het is een onconventionele manier om je werk onder de aandacht te brengen. Je bereikt er een heel ander publiek mee,’ liet de stripmaakster weten. Toch doet Barends vooral mee voor de gezelligheid: ‘Dit heeft natuurlijk een heel andere sfeer dan in je eentje thuis aan de slag gaan. Het is gezellig tekenen met een biertje erbij. Je bent als stripmaker onderdeel van het feest.’ Tommy A vertelde Comic Invasion vooral te zien als iets grappigs. ‘Dit heeft geen effect; mensen gaan er niet meer strips door kopen.’ De reactie van de bezoekers in de rookruimte, waar de muren zaterdagavond aardig vol zaten, was positief. Men vond de illustraties vooral ‘leuk en vrolijk’. Al kwamen de mensen in eerste instantie voor de muziek en was men niet op de hoogte van de aanwezige stripmakers. Interactie
Nu is een van de uitgangspunten van Comic Invasion dat er interactie ontstaat tussen de stripmakers en het publiek. Dat dit soms anders uitpakte dan gepland, bleek toen bezoekers op de eerste avonden zelf een stift ter hand namen en de wanden als kladblaadje gingen gebruiken. Dat was echter niet de bedoeling. Mooi illustreren moet je immers aan de professionals overlaten. Ook vielen twee kunststukjes aan de toiletmuur zo in de smaak dat ze door bezoekers werden gestolen. Toch smaakt Comic Invasion naar meer. ‘Dit is niet eenmalig, maar een work in progress,’ vertelt Schenk. ‘In de toekomst willen we vaker stripmakers uitnodigen.’Merel Barends tekende een beeldblogje naar aanleiding van Comic Invasion.
Dit verslag heb ik geschreven voor het stripblog van Zone 5300. Check het blog voor meer foto’s.

Categorieën
Film Strips

Imagine: Barends tekenblogt

Traditiegetrouw (nou ja, vorig jaar deed ze het ook) tekent Merel Barends over het Imagine filmfestival een stripcolumn voor Zone 5300. Hieronder de eerste.
Barends het festival is al eeuwen bezig, waarom ben je zo laat? Klik voor het antwoord op de stripstrook voor de grotere en leesbare versie.

Barends-zone-afff-09

 

Lees ook over het Imagine-AFFF:

Categorieën
Strips

Striprecensie: Pulpman versus Eisner

Pulpman is een stripmagazine uitgedacht door schilder en stripmaker Fred de Heij, en wordt gepubliceerd door uitgeverij Xtra. Het magazine wil vooral een tegengeluid zijn in de stripwereld waarin de term graphic novel de strip uit het verdomhoekje moet halen.Eigenlijk is Pulpman dus het stoute broertje van de Eisner (waar ik eerder deze recensie over schreef). Waar Eisner zich richt op literaire beeldverhalen en vooral een staalkaart wil zijn voor de graphic novel, heeft De Heij met zijn Pulpman een ander doel: ‘[D]e basis blijft het ambacht van de strip. Die is in pulp ontstaan en heeft grote tekenaars voortgebracht. Pulpman zoekt de pareltjes van de pulp.’Pulp belicht vaak het slijk der aarde. Met een scheut humor worden zonder pretenties de handelingen aangekaard die uit de duistere plekjes van de menselijke geest voortkomen. Pulpverhalen gaan over sukkels die ondanks hun goede bedoelingen in nare situaties terechtkomen, over mensen die door overmoed ten val komen en natuurlijk schurken die zich door hun driften laten leiden. Moordenaars, geile pastoors, incestbedrijvers, laffe sergeanten en valse eenden komen in het eerste nummer van Pulpman voorbij. Allen smakelijk verbeeldt door De Heij en geestverwanten.Erotische strip door Fred De Heij uit Pulpman #1.Persoonlijke toon
Als het gaat om pulp weet De Heij waar hij het over heeft. Als illustrator werkte hij voor bladen als Donald Duck en Tina, maar ook voor meer prikkelende bladen als Penthouse. Bij Divina, een subdivisie van Xtra, verscheen recent de pornografische strip ’n Net meisje. Pulpman bevat verder bijdragen van Gerard Leysen, Erwin Noordanus, Daniel Rosseels en Ben Vranken. Hierdoor is het magazine net geen onemanshow, al voert vooral De Heij de boventoon, want naast veel van zijn stripwerk bevat Pulpman ook artikelen van zijn hand over de geschiedenis van de pulp, oorlogstrips en dieren in de strip. Ook recenseert De Heij – niet toevallig natuurlijk – de eerste Eisner en kaart hij een boek en tentoonstelling aan over het werk van illustrator Waldemar Post. Deze teksten schrijft hij vanuit zijn perspectief. Ze hebben een persoonlijk en anekdotisch karakter. Toch kan de lezer tussen de alinea’s over De Heij’s carrière door aardig wat oppikken over het pulpgenre.Zo bevat het magazine een authentieke aflevering van de serie Sally the Sleuth die getekend en geschreven werd door Adolphe Barreaux. De serie wordt kort ingeleid: wie wil nu niet weten hoe de schrijvers het iedere keer weer voor elkaar kregen om penabele situaties te bedenken waar sexy speurneus Sally altijd in haar ondergoed uit gered moest worden?Omdat De Heij zo’n stempel op Pulpman drukt, zullen de mensen die zijn werk niet kunnen waarderen het blad laten liggen. Ik hou wel van de wat neurotische lijnen van De Heij en met zijn voorkeur voor het tekenen van mooie vrouwfiguren kan ik het goed vinden. Overigens zal niemand na het lezen van het magazine twijfelen aan zijn passie voor het genre.

‘Schuld’ door Daniel Rosseels & Gerard Leysen.


Eisner 2.0

In vergelijking met Pulpman is de Eisner een stuk objectiever, maar niet met minder passie voor de strip gemaakt. Het tweede nummer ligt sinds kort in de schappen en bevat prachtig grafisch werk dat, omdat de uitgever ditmaal gekozen heeft voor glad papier, er mooi gedrukt opstaat. Eisner #2 bevat een divers aanbod aan makers en stijlen en is in dat opzicht dus helemaal anders dan Pulpman dat vooral door één man gedreven wordt. Erik Kriek verstripte in zijn herkenbare krachtige tekenstijl een verhaal van HP Lovecraft – ook pulp toevallig. De leukste bijdrage is van Michiel van der Pol die vol zelfspot jeugdherinnering over zijn seksuele voorlichting verhaalt:Eveneens grappig en vooral mooi getekend is de bijdrage van Bob Wolkers, over een dierenverzorger die niet langer het pispaaltje van de beesten wenst te zijn. Merel Barends, geen onbekende voor vaste Mike’s Webs-lezers, verstripte een scène uit Herman Kochs Het Diner. Barends slaagt erin om in vier pagina’s het centrale conflict uit de roman te verbeelden. Twee stellen voeren een oppervlakkige conversatie aan de dinertafel. Onderwijl slagen ze er niet in om hun gedachten naar de verschrikkelijke daad die hun kinderen hebben begaan te verdrijven:Door de enkele voorpublicaties die erin staan, is Eisner#2 bij tijd en wijlen net zo fragmentarisch als Pulpman, dat enkele vervolgverhalen bevat. De voorpublicaties in Eisner leveren namelijk zelden een afgerond verhaal op en geven een onbevredigend leesgevoel.Met Eisner en Pulpman in je winkelmandje, ben je in het bezit van twee sympathieke publicaties die de twee uitersten van de stripwereld verkennen: die van de literaire strip en de pulp.Pulpman zal elke zes weken verschijnen. Eisner verschijnt driemaal per jaar.Pulpman
Uitgeverij Xtra
ISBN 978-90-77766-80-4

Eisner#2
Podium. ISBN 978-90-5759-378-9

Deze recensie verscheen ook op EeuwigWeekend.nl, die andere leuke site.

Bekijk de video over Eisner.

Categorieën
Boeken Strips

Een middag Vers voor de Pers

Vandaag liep ik samen met andere journalisten die hopelijk van boeken houden, in de Passenger Terminal in Amsterdam, waar Vers voor de Pers plaatsvond. Stichting CPNB is de organisator van dit jaarlijkse boekenfestijn waar nieuwe titels en schrijvers worden voorgesteld aan de Vaderlandse pers. Uitgevers zetten hun mooiste en boeiendste pr-mensen neer in standjes om de pers te interesseren in de nieuwe uitgaven en catalogi. De stands hangen vol met grote posters van boekomslagen of portretten van schrijvers. De uitgever hoopt immers dat de recensent uit het grote aanbod zijn boeken beschrijft. Eigenlijk had de beurshal wel iets weg van een stijlvol aangeklede, rosse buurt waarin de aangeboden waar niet de belofte is van een vleselijk avontuur, maar van een geestelijke reis van soms literaire proporties. Ik schrijf bewust ‘soms’, want een groot deel van de boeken die uitkomt valt niet onder het predikaat literatuur. Denk aan thrillers of non-fictie boeken en treurige meuk die alleen door de drukpers lijkt te zijn gegaan omdat de schappen in de boekhandels vol moeten. Het aanbod van het gedrukte woord is overweldigend. Als ik gezellig wil struinen door de Scheltema zie ik in ieder geval door de boeken het bos niet meer.
No poking
Ik was er aanwezig om onder meer de site Eeuwig Weekend onder de aandacht te brengen van de uitgevers en om te zien wat voor boeiende boeken we kunnen behandelen op de site. Uitwisselen van visitekaartjes dus (op de ouderwetse manier, hier werd niet gepookt). En om bekenden uit de uitgeverswereld weer even aan te spreken, ofschoon ik er een paar dit weekend al had gesproken tijdens het Weerwoordfestival. (Daarover later meer.)
Natuurlijk heb je op Vers voor de Pers ook kans om schrijvers in het wild tegen te komen. Zelfs wat striptekenaars, al staan er niet echt stripuitgevers tussen. (Oog & Blik is daar een van de uitzonderingen van, die uitgeverij werd laatst opgenomen in de wereld van de Bezige Bij.) Zo kon de oplettende bezoeker Jean-Marc van Tol ontwaren. Maar goed, die is dan ook zelf uitgever. Van Tol vertelde mij dat hij inmiddels begonnen is aan de Jezus-strip waar ik hem laatst over interviewde. Sinds die video online staat wordt hij gebeld door religieuze omroepen als de KRO en EO om erover in een programma te praten.
Tussen de schuifelende pers trof ik schrijfster Natasja van Loon in een euforische stemming aan. Ze had die nacht de laatste hand gelegd aan het tiende hoofdstuk van Het mannenexperiment. Nog twee hoofdstukken te gaan en haar tweede boek kan naar de winkel. Stripmaker en illustrator Merel Barends, voor de vaste bezoekers van deze site en EeuwigWeekend.nl ook geen onbekende, vergezelde ons door de lange rijen met standjes.Barends had het storyboard van haar nieuwste stripproject mee. Van Loon bovenvermeld tiende hoofdstuk.

Barends (links) en Van Loon lezen elkaars werk.

Schaars geklede meid
Nu huren grote uitgevers natuurlijk meer meters stand dan de kleine, waardoor deze minder goed opvallen tussen de grote posters van bekende auteurs. Toch wist uitgeverij d’Jonge Hond dit voor mij te compenseren door een interessante foto op het omslag van hun catalogus te plaatsen. We zien de oudere schoenontwerper Jan Jansen in smoking. Op zijn schoot zit een schaars geklede dame met knal rode laarzen. Dan heb je mijn aandacht wel. d’Jonge Hond is vooral gespecialiseerd beeldende kunst, fotografie, mode en hieraan gerelateerde onderwerpen. Typisch boeken die interessant kunnen zijn voor Eeuwig Weekend. Ook zonder schaars geklede vrouw op de cover overigens. Veel van de boeken van d’Jonge Hond zijn gekoppeld aan exposities. Slim natuurlijk, want dan heeft het boek voor recensenten van naturen een actualiteitswaarde.Met een tas vol catalogi en andersoortig pr-materiaal reed ik later die middag weer naar huis. Dat wordt een avondje bladeren op de bank. Lees ook:

Categorieën
Strips

Barends bekijkt het: Mijmeringen over 300 van Frank Miller

Laatst was ik op bezoek bij Merel Barends. Ze is illustrator en stripmaker, en dus beroepsmatig bezig met het beeldverhaal. We kwamen daarom, niet verwonderlijk, te spreken over strips. Barends vertelde me dat ze het werk van anderen minutieus bestudeert en daar aantekeningen van maakt. Een vluchtige lezing van een der verslagen maakte voor mij duidelijk dat deze uitvoerige analyses zeer geschikt waren voor online publicatie. De rubriek Barends Bekijkt ’t was geboren. In deze eerste aflevering een analytische blik op 300 van stripgod Frank Miller.
Het artwork
Het artwork is een ware lust voor het oog: Miller gebruikt uitsluitend spreads en splashpages die de linker en rechter pagina beslaan. Daarmee schept hij ruimte in de compositie – een verademing als je ‘t vergelijkt met de standaard comic-lay out, die naar mijn smaak, hoe vaardig de tekenaars en designers ook zijn, toch vaak te volgepropt zitten met informatie. De weldadige rust van uitgestrekte hemels en verre uitzichten in 300 werken sfeerverhogend, met name tijdens de veldtocht, en door het contrast worden de logischerwijs vollere actiescènes extra dynamisch.Schaduwen
Miller gebruikt inktzwarte, scherpe sjabloonschaduwen die dramatisch werken en bovendien door het clair-obscur de focus van de lezer onnadrukkelijk maar effectief dicteren.Verder is er veel oker en rood – een beter palet had ik voor dit verhaal niet kunnen verzinnen. Het is niet baanbrekend of wereldschokkend, maar het werkt als ‘n tiet. Daarbij is het vast geen toeval dat de Grieken zich in hun eígen beeldend werk hoofdzakelijk van karmozijn, oker, purper en zwart bedienden.Okertinten
Daarbij is de inkleuring niet met de botte (Spartaanse) bijl gebeurd: Lynn Varley hanteert het penseel niet alleen met een jaloersmakende virtuositeit, maar weet de inkleuring ook plottechnisch betekenis te geven. Zelfs per panel zitten er logica en lijn in het kleurgebruik. Ze houdt rekening met lichtval, sfeer, compositie…De okertinten suggereren zinderende hitte (aan het eind van een hete Griekse dag – eigenlijk lijkt de lichtval door praktisch het hele verhaal heen op de rand van zonsondergang, of zonsopgang) en de koperen flakkerende kampvuren. Vermiljoen is de – terecht gekozen – herkenningskleur van de Spartaanse mantels. Het benadrukt natuurlijk de bloeddorst en strijdlust van de dragers – en het bloed zelf. Scharlakenrood laat op strategisch gekozen plekken (zoals de cover) de lettering van het papier knallen. In contrast met de dappere Spartanen hullen de Perzen zich in luxe goudkleuren en doorwrochte stofdessins. O, o, o, how faggy! (zullen Leonidas & de zijnen wel weer gedacht hebben.)The great wave
Varley zet koelere tinten in voor nachtelijke schaduwen, slagregens en zee. Zo te zien vooral grijzen met wat blauw erdoor, hier en daar gemengd met ‘n toefje oker om een groen waas op te trekken (god, ik klink als Bob Ross).Overigens grappig om te zien dat de woeste golven van de zeestorm – zoals honderden woeste golven vóór Miller – zijn gebaseerd op Hokusais Golf aller Golven. Ik kan me in elk geval niet voorstellen dat de overeenkomst geen opzet is geweest – hoewel The Great Wave inmiddels wel in het collectief geheugen van alle beeldend kunstenaars zal zitten.

Übermacho
Wat het verhaal betreft… Veel recensenten schreven het al naar aanleiding van de film: 300 is een fascistoïde flick geworden, waar de Berlijnse bruinhemden voor in de rij hadden gelegen. Ik ervaar die sensatie in de comic minder nadrukkelijk, hoewel ze wel degelijk aanwezig is.De protagonisten zijn übermacho’s, vechtmachines die dolblij zijn als ze eindelijk een echte oorlog voor de kiezen krijgen maar tegelijkertijd, o paradox, klagen over de bruut verstoorde rust in hun stadstaat. Ze putten zich uit in militaire mantra’s over eer, trots en opoffering, maar lijken zich daar, o paradox, in de praktijk bijzonder weinig van aan te trekken. Dat begint al bij Xerxes’ boodschapper die – tegen alle ook nu nog heersende regels van fatsoen in – met delegatie en al wordt afgemaakt. En noem me een sentimentele softie, maar ik begrijp niet helemaal wat eer, trots en opoffering te maken hebben met het na afloop van de strijd mechanisch doodsteken van op de grond creperende tegenstanders (‘No mercy – no prisoners’).‘Vrijheid’
En dan nóg roepen dat de Spartaanse kerels de enige vrije mannen zijn die de wereld ooit gekend heeft, en dat de invasie vanuit Perzië een doodsbedreiging is voor vrijheid, beschaving en broederschap. Dat deze vrijheid letterlijk alleen is weggelegd voor de fysiek sterksten, wordt gemakshalve vergeten. Welke beschaafde samenleving smijt iets te zwakke zuigelingen van een rotspunt af? Welke beschaafde samenleving martelt kleine kinderen met honger en slaag? Athene – bakermat van de westerse wereld, toenmalig epicentrum van wetenschap, kunst en filosofie – wordt afgedaan als een stad vol homo’s en zwakkelingen.Strip versus film
De voordelen t.o.v. de film: gelukkig dragen ze in de comic niet van die stomme leren Tarzan-slipjes maar lopen ze, historisch correct, in hun blote piemel rond. En dat hele subplotje van de Spartaanse verrader en die akelige koningin (die met ‘r geplukte wenkbrauwen en anorectische botstructuur helemaaaaaal niet lijkt op ‘t stoere, keiharde wijf dat Miller naast Leonidas’ gezet heeft) is er door de filmmakers bij geduimzuigd. Om hitsige pubers te plezieren en/of om vrouwen naar de bioscoop lokken?As if.Ik snap nog net wel dat jongens ‘t aardig vinden om zich met opgepompte moordenaars te vereenzelvigen, maar wat moet ik in Zeus z’n naam sympathiek vinden aan zo’n pseudo-feministische tuttebel die op last van ‘r man vast en zeker al een stuk of vijf koters in het ravijn gepleurd heeft? Ik hoef geen kinderen, maar mocht ik toch onverhoopt een zoontje krijgen en mijn man stuurt dat op z’n tiende zonder enige aanleiding naar Glenn Mills, dan liggen toch echt de volgende morgen de scheidingspapieren op z’n nachtkastje. Keurig naast een kopje koffie met strychnine.Maar ik dwaal af.Bottom line is: 300 is een oogstrelend beeldverhaal. Tempo en techniek, expressie en kleurgebruik – alles is van het hoogste niveau. Ik voel zelfs verbondenheid met de personages, waar ik me aan de filmversies daarvan voornamelijk heb zitten ergeren.Meer Merel Barends?

Categorieën
Bloggen

Barends ontwerpt nieuwe header

Ik was er al een tijdje op uitgekeken. Die oude header moest vervangen worden. Maar zelf weer gaan aanrommelen met photoshop terwijl ik zoveel vakmensen ken, dat leek me geen goed idee. Daarom vroeg ik Merel Barends – illustrator en stripmaker – om een nieuwe header voor Mike’s Webs te maken. Ze maakte eerder een header voor het blog About:blank. Ik gaf Merel carte blanche. Nou ja, vrijwel carte blanche: natuurlijk moest de nieuwe header de titel van het blog bevatten. En een beetje spinnenweb was ook niet overbodig. Een verrassende header is het resultaat van Merels noeste arbeid.Barends zag het internet voor haar als een woeste zee. Ze verklaart: ‘Zie je jezelf daar staan, als kapitein van het spookschip, met je verrekijker speurend naar nieuwe onderwerpen om over te schrijven?? De uitkniplettertjes echoën het eclectisme van je onderwerpkeuze – van alles wat.’ Uiteindelijk is de verrekijker vervangen door een videocamera. Ik ben immers audiovisueel programmamaker, geen voyeur met een Jack Sparrow-obsessie. Ik ben erg blij met het resultaat. Daarom vanaf deze plaats: Merel, mijn eeuwige dank!Nog geen idee wie Merel is? Bekijk deze video dan eens.

Categorieën
Boeken Strips

Manuscripta 2008: Schrijvers, literatuur, graphic novels en Tuk Tuk

Manuscripta, de opening van het boekenseizoen, vond dit weekend plaats op het terrein van de Westergasfabriek te Amsterdam. In deze tweede editie speciale aandacht voor de graphic novel onder het mom van de literaire strip. Maar je kon er ook schrijvers in de keuken vinden en getuige zijn van andere fratsen.
Jakhals Frank van De Wereld Draait Door noemde het de huishoudbeurs voor literair Nederland. Een aardige omschrijving voor dit evenement. Manuscripta bestaat uit twee dagen boekenplezier waarin uitgevers hun uitgaven voor het komende jaar presenteren, lezers schrijvers kunnen ontmoeten en er allerlei korte lezingen en workshops plaatsvinden. Volgens de organisatie van Manuscripta kwamen op de eerste dag 5000 mensen kijken. Ondanks de flinke regen die geregeld met bakken uit de lucht kwam storten. De tweede dag was traditiegetrouw alleen voor mensen uit het boekenvak en de media. Tuk Tuk
Samen met mijn literaire buddy Mikki toog ik zondagochtend naar Amsterdam om deze opening mee te maken. Vanaf cs kregen we een lift met de Tuk Tuk van Manuscripta. We scheurden door de straten van Amsterdam en kwamen lekker wakkergeschud binnen mum van tijd op de plaats van bestemming aan. Altijd goed om serieuze zaken een beetje melig te beginnen. Promotie
Terwijl Mikki zich tegoed wilde doen aan alle freebees en boeken die werden uitgedeeld, was ik met een speciale missie naar Manuscripta gekomen. Namelijk het promoten van EeuwigWeekend.nl. Goede contacten met uitgevers kunnen immers geen kwaad voor een redactie die op serieuze wijze boekrecensies publiceert.
Verder is Manuscripta een goede gelegenheid om eens bij te praten met oude bekenden en met collega’s. Om ideeën op te doen voor artikelen en afspraken te maken voor interviews.

Dikkie Dik was er natuurlijk ook.

Interviews
Natuurlijk werden er over het hele terrein diverse auteurs van verschillende allure aan vragen onderworpen. Zoals bijvoorbeeld A.F.Th. van der Heijden en prominente gast Harry Mulisch. Zijn roman Twee vrouwen uit 1975 zal dit boekenseizoen in een oplage van 900.000 stuks gratis worden verspreid door de CPNB (Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek). Ook kwamen schrijvers in actie tijdens de twee dagen literairfeest. Jean-Marc van Tol (Fokke en Sukke) reed rond op een kar en las voor uit werk van zijn eigen uitgeverij Catullus. Ronald Giphart stond ergens te koken.
De verhalen van Mulisch kende ik wel. Ik was meer nieuwsgierig naar hoe de Illustere Merel Barends zich staande hield op het podium van de Stripfaculteit. Ze werd op beide dagen namelijk geïnterviewd over haar werk en in het bijzonder over de uitgave Verbeelde Gedichten waarin gedichten van J.J. Slauerhoff verstript zijn. Barends is een van de tekenaars die een bijdrage aan dit interessante project heeft geleverd. Ook tekende ze het omslag. De interviews verliepen zoals verwacht vlot. Ook vond er een presentatie plaats van het literaire stripblad Eisner. (Daarover binnenkort meer.)

Barends aan het woord.

Graphic novel
Tijdens Manuscripta was er veel aandacht voor het medium strip, want de graphic novel stond centraal dit jaar. Dit ontstemde echter wat stripuitgevers. Wat is het geval. Manuscripta wordt georganiseerd door de CPNB. Alleen uitgevers aangesloten bij het CPNB mogen op Manuscripta staan. Dat zijn niet de uitgevers die alleen maar strips uitgeven. Natuurlijk zijn er veel uitgevers die zowel literatuur als strips uitgeven, maar echte stripuitgeverijen werden dus buitengesloten. Een volledig overzicht van wat er op stripgebied uit gaat komen bood Manuscripta dus niet. Gelukkig zijn er eind september weer Stripdagen in Houten. Verleden van Nederland
Manuscripta gaat verder dan alleen literatuur. Zo vond de presentatie van Verleden van Nederland, een nieuwe achtdelige documentaireserie van NPS/VPRO, plaats in het Transformatorhuis. Er werden drie fragmenten getoond van de serie en enkele makers en redactieleden waren aanwezig, eindredacteur Ireen van Ditshuyzen (IDTV), presentator Charles Groenhuijsen, professor Piet de Rooy en René van Stipriaan. Zij schreven samen met o.a. Geert Mak het boek Verleden van Nederland.
Rondom het boek en tv-serie is een multimediale campagne opgezet. Er verschijnen speciale boeken, voor scholen worden Canonclips ontwikkeld, er is een serie korte films ‘Groeten uit Nederland’ voor inburgeraars en in iedere provincie organiseren culturele en historische organisaties activiteiten in het kader van Verleden van Nederland. De getoonde fragmenten zagen er interessant uit. In een van de fragmenten werd de Gouden Eeuw behandeld en dan vooral natuurlijk de handelsgeest van de Nederlanders. De VOC was als het ware ook de eerste multinational en zoals Max Westerman laatst ook aangaf met zijn Westermans Nieuwe Wereld, is New York Nederlandser dan we zouden vermoeden. Amerikaanse president
Charles Groenhuijsen, oud-correspondent in de Verenigde Staten voor het NOS Journaal, stond ook op Manuscripta om zijn eigen twee boeken te promoten. Van Hoera! Een nieuwe president en Amerikanen zijn niet gek zijn geactualiseerde uitgaven verschenen. Groenhijsen vertelde over de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Uit zijn verhaal kon je opmaken dat Barack Obama maar weinig kans maakt. Het merendeel van de Amerikanen is conservatief, dus republikeins. Die houden niet van verandering, zijn tegen het homohuwelijk en tegen abortus en tja, eerlijk gezegd zien die een zwarte president ook niet echt zitten. ‘Stel dat John McCain wint, dan worden de verkiezingen in 2012 pas echt interessant’, zei Groenhuijsen. ‘Dan is McCain rijp voor Avondlicht, wat dus betekent dat de vice-president Sarah Palin dan presidentskandidaat wordt voor de republikeinen. Als McCain nu wint, zal Obama in 2012 niet terugkeren, maar Hillary Clinton wél. Dat zou betekenen dat er twee vrouwen zullen strijden om het presidentschap.’ Groenhuijsen kan haast niet wachten tot de volgende verkiezingen, liet hij de toehoorders weten.Na twee dagen Manuscripta ging ik met nieuwe ideeën voor artikelen en een tas vol catalogi en visitekaartjes naar huis. Genoeg leeswerk voorlopig.
Lees ook:

Categorieën
Strips

Stripdagen Haarlem 2008: Blik op de eerste dag

Strips, stripmakers, stripverzamelaars, stripfiguren, warme bakken koffie in de zon, gezellige smallpressboekjes, portfolio’s, interviews en vooral veel gezelligheid. Dat was de oogst van de eerste dag Stripdagen Haarlem 2008. Een verslag met plaatjes.Zoals ik van tevoren al had gedacht, heb ik de eerste dag vooral bij de stand van Nieuw Gehoer gezeten. Het uitgestippelde programma van die dag was al snel vergeten.

It’s not that kind of party.

Bovenstaande poster was het eerste strip-element dat ik samen met vriend Paul aanschouwde bij binnenkomst in Haarlem. Zo ruig of kindy als Boudoir Bizarre zou de dag echter niet verlopen: er waren maar weinig mensen in fetisj leer. Niet zo gek want het was een zonnige dag.
Sexueel correct.
Stripmaker Merel Barends kreeg de stempel ‘Seksueel correct’ op haar arm gedrukt bij haar bezoek aan de expositie van het werk van Aloys Oosterwijk – bekend van onder andere Willems Wereld en de reeks over politie-inspecteur Cor Morelli.

Tekenaar Wouter Diesveld signeert.

Diesvelds debuut Muis Mollie Zet Bussen In werd vrijdag 6 juni gepresenteerd in een Haarlems café in typische uitgeverij Blauwe Bloem-stijl, dus vol absurdistisch bedoelde ongein. (Maar laat je dat niet weerhouden het humorvolle surrealistische werk van Diesveld aan te schaffen.) Bandirah, tevreden uitgever van de Blauwe Bloem, claimde dat er zaterdagmiddag al een kleine veertig exemplaren van Muis Molle verkocht waren.
Schuin achter Diesveld zat ‘grafisch huurling’ Serge Baeken te signeren. Baeken promootte op de stripdagen zijn nieuwe project: het grafisch magazine Paper Jam dat maandelijks zal verschijnen.

Stripmaker Floor de Goede en journalist Jeroen Mirck genieten goedgemutst van de zon en een verse bak koffie.
Kennelijk had Mirck Flo niet al te vervelende vragen gesteld tijdens het interview op het podium van de Philharmonie. Een interview waar ik net te laat voor de zaal binnenstapte. Gelukkig biedt Haarlem genoeg terrasjes om leuke gesprekken te voeren.
Voor de fans had Floor nog goed nieuws. Hij maakt samen met schrijver Edward van den Vendel het kinderstripgedichtenboek Opa laat zijn tenen zien. Het zal verschijnen in de Kinderboekenweek. Flo zal voor het boekje 22 gedichten van Van Vendel verstrippen. Ook verschijnt later dit jaar een bundel van de eerste zes Flo-boekjes. De werktitel luidt Dagelijks bij elkaar.Ondertussen bij Nieuw Gehoer
‘Dope’ lieden in de stand van Nieuw Gehoer.
Natuurlijk waren de nieuwe Hoeren ook aanwezig op de Stripdagen. Hier laten Paul Stellingwerf en Menno Kooistra zich van hun ‘dope’-kant zien tijdens een pauze in de signeersessie.
Stellingwerf verkocht op de beurs een mooi boekje met de beste cartoons van Ziekehond.nl. In het boekje staan twee cartoons per pagina. Tijdens produceren van het werkje kwam Stellingwerfs voorkeur voor maken van grapjes met lullen, homo’s en seks duidelijk naar voren: “Ik wilde niet dat er twee pagina’s naast elkaar een lul-grap bevatten. Dat bleek nog best lastig…” bekende de stripmaker met een glimlach. Tegenwoordig update Stellingwerf zijn site Ziekehond.nl niet meer wekelijks. Hij is druk bezig met een nieuw stripproject Frank en Stijn geheten. Horror met een glimlach.

Ziekehond in actie.

Gezien zijn recente ontdekking, zette Stellingwerf zijn hand aan een nieuw thema tijdens de signeersessie: zombie kabouters.

Tekenaar Hallie Lama signeert zich suf.

De boekjes van Hallie Lama liepen erg goed op zaterdag. Misschien kwam het omdat hij jarig was of omdat hij zijn lucky zonnebril op had.

Mattt Baay werkt knoestig door.

Mattt Baay had twee nieuwe uitgaven in de aanbieding en wist aan iedere verdwaasde voorbijganger daarop te attenderen. Kinderen, bejaarden en christenen waren niet veilig voor zijn sales pitch voor Zuper Violence, Zuper Sex and Zuper Bunbuns. Bunbun in kleur is natuurlijk ook een feit waar niemand omheen kan.
Stripmaker Nozzman deed een toer langs de verschillende stands die middag. Hij had een tas vol met zijn nieuwste boekje mee en deed goede zaken bij de verschillende collega’s en stripverkopers.

Bunbun in color. (‘nuff said.)

Jong talent vergelijkt.

Jonge stripmaakster Bo-Danique Blom en Emma Ringelberg bekijken elkaars portfolio. Ringelberg voegde zich later nog bij het gezelschap tijdens het diner bij de Mexicaan waar de meeste stripmakers die avond hun magen vulden.

Na de maaltijd werd er nog op een terrasje verder gepraat over strips. Een cutout van een opgewonden Baloe de Beer stond naast het tafeltje. Hij deed me eraan herinneren dat de Stripdagen natuurlijk veel meer zijn dan alleen de smallpress-markt. Misschien dat ik op zondag wel toe zou komen aan de expositie over storyboards, de interviews in de Philharmonie en de andere items die op mijn lijstje stonden. Voorlopig vond ik het prima om met stripvrienden en collega’s te duiken in het Haarlemse uitgaansleven.
Lees ook:

Categorieën
Strips Video

Filmpje: De Illustere Merel Barends

Vaste bezoekers van Mike’s Webs waren haar al een paar keer tegengekomen in verschillende posts. Nu kun je ook via video kennismaken met de Illustere Merel B. Ze vertelt over haar werk als stripmaker, over haar inspiratiebronnen en toekomstdromen.

Eerder verschenen filmpjes:

Binnenkort de video Nieuw Gehoer On Tour: over de stripmakers van Nieuw Gehoer in Turnhout.

Categorieën
Strips

Grafstemming: Vro-Lijk

Happy Halloween! ‘Grafstemming’ is een serie cartoons over dood en verderf. Concept: Michael Minneboo, tekening: Merel Barends.

Categorieën
Strips

Stripbeurs in Arnhem: De poster was beter

Omdat de stripbeurs in Rijswijk laatst een plezierig gebeuren was, keek ik al een paar dagen uit naar de stripbeurs in Arnhem die dit weekend plaatsvond. Geen van de verwachtingen werden echter ingelost: dit tafereel was de naam stripbeurs niet waardig.Het team van Nieuw Gehoer was aanwezig op de beurs. Ik had de snelweg gedeeld met Sjitske en Ziekehond, twee tekenaars die geregeld een bijdrage leveren aan de tekenbattle Nieuw Gehoer. Aangekomen in Arnhem viel het ons op dat het cultureelcentrum ‘De Coehoorn’ er van buiten wat aftands uitzag. Binnen was het niet veel beter: het pand had veel weg van een muf schoolgebouw en de deelnemers van ‘de beurs’ waren dan ook verspreid over verschillende lokaaltjes. Het was in een blik duidelijk: we zaten in de culturele rimboe. Toen de heren van Nieuw Gehoer vol goede moed hun spullen aan het uitstallen waren, had het geheel iets weg van zendelingen die cultuur kwamen brengen aan de massa. Helaas bleef die massa achterwege. Want dankzij de warmte, onbekendheid van de beurs en wellicht ook wel de locatie, was er de hele dag slechts sprake van binnendruppelend publiek. De meeste bezoekers bij de stands waren stripmakers die collega’s kwamen opzoeken. Van de frisse garde werden onder andere Aimée de Jongh, Stephan Brusche, Flo, Johan de Rooij, Rutger Ockhorst en Emma, Mrs. Falling Monkey, gesignaleerd.Het leek een lange dag te worden. Gelukkig werd de middag gered doordat ik samen met Mattt Baay een nieuw seizoen animaties Bunbun gaat Forward, voor de website IntermediairForward.nl, heb uitgestippeld. Een plezierige samenwerking die al een paar grappige animaties heeft opgeleverd. Ook maakte de aanwezigheid van stripmakers Jean-Paul Arends (Scribbly) en Merel Barends een hoop goed: interessante conversatiepartners met wie ik de namiddagzon deelde. De gesprekken over onder andere foute Hobbits (zijn er andere dan?), het tekenwerk van Sal Buscema en John Romita Jr., Batman Begins, Frank Millers 300 en het freelancerbestaan passeerden de revue. (Begon het toch nog een beetje op een stripbeurs te lijken.) Hallie Lama mixte daar nog interessante input bij over popmuziek, waardoor het toch een geheel onderhoudende middag werd. Zoals zo vaak bepaalt het gezelschap de sfeer, niet de locatie (Kerkhoven en gerechtsgebouwen uitgezonderd, uiteraard). Toen ik aan het einde van de dag samen met de mensen van Nieuw Gehoer het pand verliet om ergens wat te gaan eten, had ik geen enkele strip gekocht. Ik had niets kunnen vinden van het lijstje dat ik in mijn hoofd had. Een stripbeurs waar je met lege handen uitkomt, is eigenlijk zijn naam niet waardig. Volgend jaar kan Arnhem wat mij betreft dus worden overgeslagen.