Categorieën
Strips

Exposities: Het godvrrgeten eiland, Santenkraam en Jan Cleijne

Wie van strips houdt en van exposities heeft het goed de komende tijd.

In het Belgisch Stripcentrum is van 17 juni tot 31 augustus 2014 de expo over Het Godvrrgeten eiland #2 te zien, van stripmakers Sti en Luc Cromheecke. De samenwerking tussen Cromheecke en Sti levert één van de grappigste stripreeksen van het moment op. Met succesreeksen als Plunk en Tom Carbon bewees Luc Cromheecke in het verleden reeds dat hij een feeling heeft voor striphumor en voor Het Godvrrgeten eiland is dat zeker niet anders. Het is een erg grappige strip waarin de lezer de meest absurde situaties krijgt voorgeschoteld.

Meer info over het boek en de tentoonstelling kun je hier lezen.

santenkraamHeiligen in stripwinkel Beeldverhaal in Amsterdam
Matthias Giesen, Ben Vranken, Berend Vonk, Marcel Ruijters, Jean Gouders en Vlerk, allen Nederlandse stripmakers en illustratoren die hun sporen ruimschoots verdiend hebben, stortten zich voor de expositie Santenkraam op het thema heiligen. In de expo tonen ze tekeningen, originele strippagina’s, houtsneden en gicleeprints. De expo is van 20 juni tot 25 juli bij BEELDVERHAAL, Bilderdijkstraat 80 te Amsterdam.

Jan Cleijne exposeert in Lambiek

jancleijne_lambiekDeze expo begint op 27 juli.

Categorieën
Strips

Striptips: Claire, Plunk, Comixiade en Superhelden

Van de striptips ben ik een beetje afgestapt de laatste tijd, want er zijn al genoeg stripblogs die een agenda bijhouden. Deze week en snel daarna gebeuren er echter zoveel leuke dingen in stripland dat ik toch even dit overzichtje voor je in elkaar heb gezet. Mocht je zelf nog een blijde gebeurtenis te melden hebben (die met strips te maken heeft, zwangerschappen alsjeblieft bij de Viva melden) dan mag dat uiteraard in het commentformulier.

Plunk!
De Plastieken Plunk is een prijs voor het beste Nederlandstalige of woordenloze korte stripverhaal die jaarlijks wordt uitgereikt. Tot 23 november kun je stemmen voor de Plunk Publieksprijs. De shortlist is inmiddels bekend. Check die en stem hier.

claire_hartsgeheimen

Onthulling Claire’s hartsgeheimen
Zaterdag 2 november presenteert stripwinkel Dick Bos te Rotterdam een feestelijke middag ter gelegenheid van het nieuwe 24e stripalbum uit de serie Claire! Tekenaar Robert van der Kroft is ook aanwezig, hij signeert en tekent een persoonlijke noot in ieder album. Bovendien brengt de winkel ter gelegenheid van deze signeersessie een ex-libris uit in een beperkte oplage van 50 stuks.
Iedereen is van harte welkom van 13.00 tot 17.00 in Stripwinkel Dick Bos.
Burgemeester Baumannlaan 119 a, Rotterdam-Overschie.

Comixiade @ABC Treehouse: book presentation, panel discussion and comics jam
Comixiade is an international network of comic strip artists and scenarists. In 2011 and 2012, Platform Spartak, in cooperation with a number of comics organisations throughout Europe, organized a string of workshops (‘comics jams’) in which artists from all over Europe and beyond met, mingled, and created awesome comics artwork together.
Their themes included migration, alienation, the new island state of Europe and many others.

Comixiade: The Book is an anthology of this project, containing all the artwork created, essays on the ideas behind Comixiade, and photo impressions of the events themselves. The project was funded by the European Cultural Foundation, the Book’s crafty design is by Lukas Malak and Aneta Bendakova (Czech Republic).

Zondag 3 november vindt de boekpresentatie plaats in The ABC Treehouse te Amsterdam. Tevens een panelgesprek over buitenlandse strips met Marcel Ruijters, Canan Marasligil en Joost Pollmann. Zie hier voor meer info.

Superhelden expositie in Tilburg
Studio Moan en Uitgeverij Wuft organiseren in samenwerking met NS16 de tentoonstelling ‘Superschelden’, geïnspireerd op een groot aantal krachttermen van striphelden uit de jaren ’60.

Dit zijn slechts twee van de twaalf verwensingen uit de expositie ‘Superschelden’. Helden als Spinneman, Batman en de Groene Lantaarn foeterden deze woorden in de Nederlandse comicpagina’s uit de jaren ‘60. In deze periode, die gepaard ging met een algeheel gevoel van optimisme, maakten horror en duisternis plaats voor positieve heldhaftige stripverhalen. Deze ‘Silver Age’ werd gekenmerkt door zijn fantasie, optimisme en kneuterigheid. Dit is direct terug te zien in de vaak haast sullige “scheldwoorden”, zoals ‘sapperdekriek!’ en ‘alle konijnenvellen!’

Zeefdrukken
Deze blijkbaar heldhaftige manier van frustratie of verbazing uiten dient als inspiratiebron voor een super-serie van twaalf zeefdrukken, gemaakt door verschillende jonge illustratoren. Maarten Donders, Bobbi Oskam, Levi Jacobs, Rik Wielheesen, Merel Cremers, Robin Nas, Martijn Moedars, Lennard Kok, Yngwie Boley, Sjors Tomlow, Nik van Es en Jasmijn de Nood hebben deze scheldwoorden omgezet in een mieterse zeefdruk. Al deze zeefdrukken worden tentoongesteld in het weekend van 15, 16 en 17 november in culturele broedplaats NS16 in Tilburg, aangevuld met comics, tekeningen en superheldenfilms uit de sixties. Ook is er gelegenheid om één van de zeefdrukken aan te schaffen: alle werken worden te koop aangeboden in een oplage van tien.

Opening
Op vrijdag 15 november wordt de tentoonstelling om 17.30 feestelijk geopend met euvele drankjes en knallende melodieën. De rest van het programma en een overzicht van alle deelnemende illustratoren (en superhelden) is te vinden op www.superschelden.nl

Categorieën
Strips

Even snel wat stripnieuws!

Aangezien er aardig wat stripnieuws te melden valt, hier wat berichtjes op een rij.

Paul Teng krijgt de Stripschapprijs 2013
Het Stripschap is er vroeg bij dit keer om de winnaar van de Stripschapprijs bekend te maken. De reden hiervoor is het feit dat de organisatie 11 oktober precies 45 jaar geleden werd opgericht door P. Hans Frankfurther. Paul Teng krijgt op 9 maart 2013 tijdens de Stripdagen de prijs uitgereikt.

Paul Teng (Rotterdam, 1955) heeft zijn strepen verdiend in het binnen- en buitenland, vooral als maker van avonturenstrips. Hij begon zijn carrière in de jaren ’80 als schrijver en tekenaar van Delgadito, een avonturenstrip over een indiaan die wordt opgevoed door blanken. Daarna schreef en tekende hij Libertair intermezzo, dat zich afspeelt tijdens de Spaanse Burgeroorlog, gevolgd door De vrienden van Igor Steiner, over een Russische Jood ten tijde van de Russische Revolutie. In het begin van de jaren ’90 maakte hij twee stripromans over de geschiedenis van Rusland voor de Brusselse stripuitgeverij Lombard op scenario van de Russisch-Franse romanschrijver Vladimir Volkoff. Teng bleef lange tijd aan Lombard verbonden, waardoor zijn strips in een groot aantal Europese landen werden gepubliceerd.

De jury van de Stripschapprijs schrijft: ‘Hoewel Paul Teng veel avonturenstrips heeft getekend, was er in zijn werk altijd aandacht voor de menselijke kant van het verhaal.’ Dat je het even weet.

Meer over de prijs en de motivatie daarvoor lees op je de site van Het Stripschap.

De nieuwe Zone 5300 is uit. #99 alweer, met dit keer puik stripwerk van Marcel Ruijters, Tom Gauld, Joseph Lambert, Stijn Gisquière, Rik Buter en André Slob. Ook is Het ondernemersdilemma van VPRO Debuutprijs-winnaar Martijn van Santen, een rake satire op de consumptiemaatschappij in vier kleurrijke pagina’s, in dit nummer opgenomen. Meer over de inhoud en wat voorproefjes is te zien op de site van Zone 5300 (waar anders?)

24 Hour Comics Day in Amsterdam en Zwolle
In het weekend van 20/21 oktober vindt de jaarlijkse (wereldwijde) 24 Hour Comic Day plaats. In Amsterdam kunnen stripmakers bij animatiestudio Mooves terecht. Al is de inschrijflijst al vol volgens mij.

In Zwolle organiseert de afdeling Illustration Design van ArtEZ, het 24 Hour News Cartoon Event. Onder leiding van TRIK (Nieuwe Revu, Het Parool) en recente Inktspotprijswinnaar Siegfried Woldhek (Vrij Nederland, NRC Handelsblad) wordt door illustratiestudenten, professionals en andere geïnteresseerden 24 uur lang het nieuws in beeld gebracht.
Op de academie zal een nieuwsredactie worden ingericht van waaruit alles wordt gecoördineerd, tevens tekenzaal voor alle deelnemers. In deze 24 uurs marathon zal al tekenend direct worden gereageerd op het belangrijkste nieuws van het moment.
De beste cartoons worden onmiddellijk gepubliceerd op de site http://smilingpoliticians.com.

Nu maar hopen dat er dat weekend iets nieuwswaardigs gebeurt naast 24 Hour Comics Day zelf.

En nu we het toch over ArtEZ hebben: Het online ArtEZ finals 2012 magazine biedt een impressie van het eindexamenwerk van de lichting 2012 van alle disciplines van ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Meer dan 50 inmiddels oud-studenten hebben meegewerkt, van danser tot comic designer, van architect tot bassist. Met foto’s, interviews, filmpjes en onderzoeken. Het magazine werkt ook op tablet en smartphone.

Bekijk het werk van Amanda Majoor van de eerste lichting comic designers van Nederland, zij maakte een strip over de Swingjugend van Hamburg. Ook is een trailer te zien van de eindexamenfilm van Inge Meijer, zij won de Hendrik Valk prijs en de Young Art Korte Film Award. Check: www.finals2012magazine.artez.nl.

Categorieën
Strips

Ruijters en De Haan signeren in Lambiek

Ben je na het lezen van het interview met Marcel Ruijters nieuwsgierig geworden naar Roadkill, of naar de stripmaker zelf? Kom dan vrijdagmiddag tussen 15 en 18 uur naar stripwinkel Lambiek in Amsterdam. Zone-collega Sandra de Haan signeert er ook.

De Haan signeert haar stripalbum Hokjesdenken, wat eigenlijk haar eerste echte album van  is. Na vijf in eigen beheer uitgebrachte comics in de reeks TeeVee BlablaZee werd
het tijd voor een dikker boek. Hokjesdenken telt 104 pagina’s en bundelt Sandra’s beste strips van 2005 tot 2010. Een deel was al eerder te lezen op www.sandradehaan.nl en in Zone 5300.

Autobiografische scènes en dialogen vormen de hoofdmoot van Hokjesdenken, al betekent dat zeker niet dat alles waar gebeurd is. De werkelijkheid is namelijk
maar één van de ingrediënten die aan de tekentafel in de blender gegooid worden, samen met een scheut fantasie, betweterij, borrelpraat, wishful thinking en absurde wendingen.

Absurd mag je ook het thema van Roadkill noemen, waarin Marcel Ruijters seriemoordenaars en hun auto portretteert. Ik sprak hem hier recent uitgebreid over voor Het Parool. (Al mag je het thema natuurlijk ook grappig, apart of eigenzinnig noemen. Dat laat ik geheel aan je eigen smaak over.)

Wil je vrijdag 18 juni je favoriete seriemoordenaar laten signeren, kom dan langs bij stripwinkel Lambiek in de Kerkstraat 132 te Amsterdam, tussen 15 en 18 signeren de twee Zone-tekenaars hun strips.

Categorieën
Strips

Roadkill: Portretten van seriemoordenaars en hun auto

Ted Bundy, Ed Gein en zelfs Marc Dutroux hebben een plaatsje gekregen in het boekje Roadkill: een reeks karikaturale portretten van seriemoordenaars en hun auto’s, dat dit weekend op de Stripdagen Haarlem uitkomt. Stripmaker Ruijters: ‘Het is een heel zwart soort humor.’

Omdat stripmaker Marcel Ruijters (1966) in zeer uiteenlopende stijlen tekent, is hij niet makkelijk met één beeld te duiden. Hij maakte zowel opdrachtwerk voor Sesamstraat maandblad, als een eigenzinnige, humoristische stripbewerking van De goddelijke komedie van Dante Alighieri. Voor Inferno en Sine Qua Non, het album daarvoor, liet de stripmaker zich inspireren door de middeleeuwen en tekende in de stijl van houtsneden uit die periode.

Dansende geraamtes
‘Mijn tekeningen zijn meestal een combinatie van luguber en grappig,’ zegt Ruijters. ‘Ik ben gefascineerd door afbeeldingen van de dood. Ik hou erg van middeleeuwse plaatjes met dansende geraamtes. Ik word daar heel vrolijk en speels van. Dat heb ik al sinds mijn vroege jeugd, toen ik drie was tekende ik al geraamtes en draken.’ Het alternatieve stripwerk van Ruijters maakt dat sommigen een verkeerd beeld van de stripmaker hebben: ‘Mensen denken vaak dat ik een heel depressief iemand ben, maar ik denk dat de meesten die wat heftiger onderwerpen behandelen in hun muziek of strips, juist heel goed zijn in het uitbannen van hun demonen. Ze staan juist prettig in het leven.’

Ruijters begon zich in de jaren negentig al voor het onderwerp seriemoordenaars te interesseren. Het was toen een populair onderwerp: enkele prominente killers waren filmhelden en er kwamen veel true crime-boeken uit. ‘Ik heb indertijd wel een meter van die boekjes gelezen. Vaak zijn het quickies die uitkomen omdat er net een bepaalde rechtzaak in het nieuws is. Op een gegeven moment heb je daar wel een beetje genoeg van, want ze bestaan vooral uit feitelijke beschrijvingen van politierapporten, waar zelden intelligente conclusies uit worden getrokken.’

Cover van Road Kill met Ted Bundy en z'n Volkswagen.

Voorstudie
Ruijters publiceerde in die tijd een serie boekjes onder de naam Mandragoora, waarvan het laatste deel portretten van seriemoordenaars bevatte. Eigenlijk een voorstudie van zijjn nieuwe boek Roadkill.
Seriemoordenaars koppelen aan hun favoriete auto’s? Ruijters wijt het aan zijn zwarte gevoel voor humor. Iedere geportretteerde boosdoener wordt dan ook middels een introductie, doorspekt met relativerende opmerkingen, ingeleid.

Het uitgangspunt van Roadkill spreekt tot de verbeelding. ‘Ik ben altijd bezig met het maken van combinaties die prikkelen,’ zegt Ruijters. ‘Het is voor mij de sport zoiets helemaal uit te werken. Je kunt er één cartoon van maken en er dan klaar mee zijn, maar ik vind het interessant om te zien hoe ver je dingen kunt doordrijven.’

Volkswagen
Toch is de thematische combinatie tussen de plegers van meervoudige moorden en hun voertuigen zo gek nog niet: ‘Sommige killers hebben echt een fetisj voor hun auto. Ted Bundy was bijvoorbeeld erg van de Volkswagen. Een vrij ongewone keuze.’ Bundy’s collega-moordenaars zijn over het algemeen minder creatief wat hun autokeuze betreft. Het merk Ford is het populairst, aldus Ruijters. ‘Bundy had een geaffecteerd Brits accent. Hij was een ontzettende snob. Ik denk dat zijn keuze voor de Volkswagen daar mee te maken heeft. Hoe Europeser, hoe beschaafder, denken sommigen. Dat idee wilde hij volgens mij cultiveren.’

Bundy had zijn arm in het nep gips zitten en droeg een mitella. Hij lokte vrouwen naar zijn Kever door te doen alsof hij hulp nodig had met het inladen van de boodschappen. Vervolgens sloeg hij ze dood met een breekijzer en reed hij naar het bos om zijn necrofiele passie op hen te botvieren.

Amerikaanse droom
Het gedrag van meervoudige moordenaars is fascinerend, vindt Ruijters: ‘Het zijn mensen die zich op de meest radicale manier buiten de maatschappij plaatsen. Op sociaal vlak plegen ze zelfmoord. Als ze gepakt worden, belanden ze in het allerdiepste afvoerputje van de strengste gevangenis. Dat risico nemen is eigenlijk volslagen idioot. Men heeft altijd het antwoord gezocht op de grote vraag waarom ze het doen.’

Een sociologische verklaring voor dit afwijkende gedrag gaf Elliott Leyton in het boek Hunting Humans. ‘Leytons verhaal houdt nog steeds redelijk stand,’ zegt Ruijters. ‘Leyton keek naar sociale klasse. Over het algemeen maken seriemoordenaars deel uit van de sociale middenklasse. Als de Amerikaanse Droom een fabel blijkt, als iemand zijn baan verliest of er achterkomt dat hij op sociaal vlak niet verder kan stijgen, dàt is het moment dat men doordraait en gaat moorden. Daarnaast zijn er ook andere factoren die mee kunnen spelen, zoals misbruik in de jeugd of een klap tegen het hoofd waardoor mensen stoornissen ontwikkelen.’

Kemper
Van het gezelschap sociaal gestoorden in Roadkill is Edmund Emil Kemper III de favoriet van de stripmaker. Lachend: ‘En niet alleen vanwege zijn naam die natuurlijk mooi past in een boekje over auto’s. De meeste moordenaars genieten van hun werk en proberen het zo lang mogelijk vol te houden. Kemper is interessant omdat hij de enige is die er op een gegeven moment genoeg van had en zichzelf heeft aangegeven.

Kemper werkte voor het California Department of Highways. Hij had veel vrienden bij de politie en gaf ze vaak een rondje in het café. Toen Kemper de politie belde en vertelde dat hij zojuist zijn moeder had vermoord, geloofden ze hem niet. Hij moest echt even op ze inpraten. Kemper is ook interessant omdat hij heel erg intelligent is. Meestal wordt het intelligentiepeil van seriemoordenaars in films vreselijk overdreven. Kemper was zo intelligent om te concluderen dat het nergens naartoe ging.’

Edmund Emil Kemper III, de 'intelligente' seriemoordenaar.

Slordig rijgedrag
De meeste seriemoordenaars lopen uiteindelijk tegen de lamp, soms omdat ze slordig te werk gaan of door dom gedrag. Niet zelden heeft de aanhouding te maken met hun voertuig. ‘Ze worden vaak door een stommigheidje gepakt, bijvoorbeeld omdat ze in een auto rondrijden zonder nummerplaten. Dat is echt een klassieker. Of ze rijden gewoon heel erg slordig. Dan worden ze aangehouden en wil de agent ook even in de kofferbak kijken. En daar ligt dan een lijk in.’

Zelf heeft Ruijters het niet zo op auto’s. Net als veel stripmakers heeft hij niet eens een rijbewijs. Automerken interesseren hem ook niet. Ruijters: ‘Eigenlijk kon ik helemaal geen auto’s tekenen. Ik ben meer van de organische vormen, en mijn auto’s zien er eigenlijk altijd een beetje uit als Dinky Toys waar iemand op is gaan staan.’ Naast een interesse in het onderwerp, was de grafische uitdaging dus een tweede reden voor hem om Roadkill te maken. Ruijters: ‘Het zijn natuurlijk karikaturen, want dat is de enige manier waarop ik het kan tekenen. Een realistische stijl zal me nooit lukken.’

Naar eigen zeggen tekent Ruijters al vanaf zijn zevende jaar strips. Tekenen zit in de aard van het beestje: ‘Ik ben erfelijk behept. Mijn vader is creatief en mijn grootvader heeft ook geschilderd.’ Na het vroegtijdig verlaten van de kunstacademie in Maastricht begon hij eind jaren tachtig met het uitgeven van small-pressboekjes. Ruijters wordt nu nog steeds gezien als een van de pioniers uit die tijd. ‘Het in eigen beheer uitgeven kwam deels voort uit de punkbeweging. Ik was zelf niet van de punk, ik hield van Kraftwerk, maar de mentaliteit van zelf dingen maken vond ik wel helemaal goed.’ Hoewel zijn werk allang wordt uitgegeven door gerenommeerde uitgeverijen, breekt Ruijters nog graag een lans voor dat idee: ‘Je kunt natuurlijk schilderen en met een beetje geluk, twee of drie keer per jaar exposeren. Maar daar komt doorgaans geen hond naar kijken. Als je 200 boekjes maakt dan kunnen 200 mensen kennisnemen van je werk, ook over de grens.’

Nu Roadkill af is, keert Ruijters binnenkort weer terug naar de middeleeuwen. Hij gaat namelijk een striproman met de werktitel Alle heiligen tekenen: ‘Ik wil een reeks heiligenverhalen aaneenbreien, waarin ik heiligen koppel aan de pest.’ Ruijters kiest dus wederom voor een aparte, maar tot de verbeeldingsprekende combinatie.

Marcel Ruijters. Roadkill.
Uitgeverij Zone 5300

Dit interview stond in Het Parool van donderdag 3 juni.

Categorieën
Strips

Dit weekend is Haarlem Stripstad van Nederland

Dit weekend is Haarlem weer even Stripstad van Nederland. Dat betekent natuurlijk ook speciale aandacht voor de VPRO Debuutprijs. In de refter in het stadhuis van Haarlem is een overzichtstentoonstelling van alle tekenaars die in het verleden de VPRO debuutprijs wonnen. Ook werk van Martijn van Santen, de winnaar van dit jaar, hangt ertussen.

De autobiografische stripmaker Floor de Goede won hem in 2006: ‘De uitreiking was tijdens Strips in Stereo. Er waren toen heel veel mensen in Paradiso. Ik had naast dat alles echt het idee dat het mijn avond was. Ik vond het fantastisch. Ik was er heel blij mee. Het was vette erkenning natuurlijk dat mijn werk goed gevonden werd, ook buiten de striplezers.’

Welke invloed had de debuutprijs op je ontwikkeling als stripmaker?
‘Het was in ieder geval een grote aanmoediging om lekker door te gaan. Al was ik ook doorgegaan als ik niets had gewonnen. Voor zover ik weet heeft het mijn herkenbaarheid niet vergroot, al word ik nu wel iedere keer genoemd als de nieuwe winnaar bekend wordt gemaakt.’

Floor maakte er indertijd de volgende strip over:

Andere gelukkige winnaars wiens werk te zien is in de refter in het stadhuis zijn: Randall.C (2008), Gerolf van de Perre (2004), Benno Vranken (2002), Mark Hendriks (1996), Matthias Giesen (1998) en Marcel Ruijters (1994).

En verder…
Oké, genoeg over de Debuutprijs. Er valt de komende dagen natuurlijk nog veel meer te beleven op stripgebied.
Aanstaande zaterdag staat er in Het Parool een groot interview dat ik met Ruijters hield naar aanleiding van zijn nieuwe boek Roadkill. Later deze week publiceer ik nog een artikel over de Oost-Europese strip, het grote thema van de Stripdagen dit jaar.

Wat er nog meer te doen is op de Stripdagen kun je natuurlijk lezen op hun site, (zie hier het programmaboekje) maar ook Jeroen Mirck, oud(?)-stripjournalist schreef een aardig overzicht met een persoonlijke insteek. Ook is er veel te doen met de Zone 5300, de uitgave van een nieuw nummer met Peter de Wit als gastredacteur en de Summer Sale.

Het korte interview met Floor de Goede stond ook in VPRO Gids #23.

Categorieën
Strips

Graphic novel Logicomix krijgt lintje

Op Wereld Boeken Dag 2010 worden tien informatieve boeken bekroond met het Lintje van de Boekverkoper. De graphic novel Logicomix van Apostolos Doxiadis & Christos H. Papadimitriou is daar een van.

Dit is dinsdag door de Stichting CPNB, initiatiefnemer en organisator, bekendgemaakt. De jaarlijkse prijs voor kwalitatief en inhoudelijk hoogstaande non-fictie wordt toegekend door een vakjury van boekverkopers. ‘De tien boeken laten zien dat in Nederland op hoog niveau non-fictie wordt uitgegeven met een grote variatie,’ aldus het CPNB. Onder de laureaten bevinden zich kook-, kunst- en geschiedenisboeken. Er is voor een graphic novel gekozen omdat de vakjury de vorm waarin de informatie wordt gebracht interessant vindt. Vanwege de vernieuwing in boekvorm viel ook ‘de dwarsligger’, waarbij een boek op zijn kant is gedrukt zodat deze makkelijk met een hand gelezen kan worden, in de prijzen.

Marcel Ruijters gaf Logicomix, in het Nederlands uitgegeven door De Vliegende Hollander, een waardering van 5-sterren en schreef in Zone 5300 #87 het volgende over deze graphic novel: ‘Logicomix is een hippe biocomic over filosoof Bertrand Russell van het hier volslagen onbekend Griekse auteursteam Apostolos Doxiadis en Alecos Papadatos. Je verwacht een onverteerbare pil van 345 pagina’s over filosofie en hogere wiskunde, maar het is juist een heldere, meeslepende raamvertelling met veel relativerende humor, getekend in een opvallend dynamische klare lijn. Leidraad is de speech die de pacifist Russell gaf bij het uitbreken van WO II. Het ‘rare jongens, die filosofen’-effect duikt regelmatig op, maar het is bovenal leerzaam.’

Van de lintjes-winnende boeken zijn er zes oorspronkelijk Nederlands en vier zijn vertaald. Alle boeken verschenen in 2009. De Koninklijke Boekverkopersbond zal de Lintjes op vrijdag 23 april officieel opspelden. Zie hier een lijst van alle winnaars.

Dit bericht is ook gepubliceerd op het stripblog van Zone 5300.

Categorieën
Strips

Verslagje Kunststripbeurs Utrecht

De eerste Kunsstripbeurs is reeds geweest. Ik kon er wegens werkverplichtingen niet aanwezig zijn. Gelukkig heeft Michael van den Berg, van het edele blog Flugfruit, een verslagje op het digitale canvas geschreven. (Zie overigens ook de fotorepo van Kees Stravers en het blog van de organisatie voor meer updates.)
Ik kom nooit in een kerk, behalve dan als er wat te beleven valt. Zaterdag 7 november werd in de Utrechtse Janskerk de eerste Kunststripbeurs gehouden. Dit evenement is niet vergelijkbaar met de grote stripbeurzen, zoals de stripdagen in Houten en Breda. Daar zijn het vooral de grote uitgevers die het beeld bepalen. Het is je kans om een echte tekening van Franka of Storm te bemachtigen maar je moet wel een nummertje trekken. Als je goed zoekt in de hal met tweedehands boeken, vind je af en toe een verrassend creatief talent tussen de dozen met ‘drie voor een euro’. Mensen die experimentele, vernieuwende en vaak prachtige dingen maken waar veelal een kleine markt voor is.Deze laatste categorie komt op de Kunststripbeurs veel beter tot zijn recht. Ik vind er een mooie mix van werk dat een beetje underground is, veel stripauteurs / kunstenaars die binnen de wereld van kenners bekend zijn, en af en toe ineens een echt grote naam als Mark Retera (Dirkjan), Theo van den Boogaard (vooral bekend van Sjef van Oekel). De sfeer is er goed en er zijn bijzondere werkjes te zien. Hier kom je ook de echte liefhebbers tegen, die overigens vaak zelf ook kunstenaar / stripmaker blijken te zijn. Dat geld geen rol speelt, voert misschien wat ver, maar het is duidelijk een bijzaak. Wouter Gresnigt, kunstenaar/ illustrator/ stripmaker en tevens een vriend, legt uit hoe dat werkt: ‘Ik verdien nooit iets op dit soort dagen. Wat ik verdien, geef ik meestal meteen weer uit aan mooie dingetjes.’ Hij heeft zojuist weer een curieus boekje op de kop getikt waarin Afrikaanse spreekwoorden worden geïllustreerd. Marcel Ruijters, een bekende naam inmiddels, heeft het ook naar zijn zin tussen al dat moois. Als hij weer eens bij zijn eigen stand komt vang ik op ‘Je moet wel af en toe hier staan, iemand wil dit boek gesigneerd hebben en is al twee keer langs geweest!’

Han Hoogerbrugge. Foto: Kees Stravers.


Hallie Lama
hoopt aardig te verkopen, want hij wilde eigenlijk die prachtige nieuwe uitgave van Heinz meenemen. Ik had ook de kans om wat woorden te wisselen met Luc Cromheecke (Plunk) iemand die ik zeer bewonder en waarvoor je in Houten nummertjes moet trekken. Hij begint te begrijpen hoe dat werkt met geld verdienen. Luc heeft een stapel voorstudies en schetsen meegenomen, prachtig om te zien. ‘Vroeger gooide ik deze dingen altijd weg, totdat ik ontdekte dat liefhebbers er zo tien euro voor betalen.’ Wat nog een schijntje is natuurlijk.

Illustratie: Hallie Lama

Ach, laten we het niet over geld hebben. Ik hoop op een nieuwe Kunststripbeurs volgend jaar met weinig commercie en veel kunst en gezelligheid.Lees ook:

Categorieën
Strips

Interview met de stripintendant

De Nederlandse stripwereld heeft zijn eerste intendant. Hoe gaat Gert Jan Pos de strip een extra impuls geven?

Vorig jaar luidden stripmakers Hanco Kolk en Jean-Marc van Tol de noodklok in een ingezonden brief in NRC Handelsblad en gingen op bezoek bij minister Plasterk (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap). De Nederlandse strip verkeert in een neerwaartse spiraal: de ontwikkeling van nieuw talent stagneert door gebrek aan serieuze opleidingen, boekwinkels plaatsen het beeldverhaal in het verdomhoekje en de strip kampt met een groot imagoprobleem. Er werd actie ondernomen: in september begint ArtEZ Art & Design in Zwolle met de opleiding Comic design, er kwam een beroepsvereniging voor stripmakers. En sinds 1 mei heeft Nederland zijn eerste stripintendant.

Illustratie: Peter van Dongen.

Gert Jan Pos is door het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst (bkvb) als stripintendant aangesteld als reactie op de zorgen uit de sector. Pos, reeds jaren stripjournalist, vertaler en lobbyist, moet de Nederlandse stripcultuur een extra impuls gaan geven. ‘Het is mijn taak om het imago van strips te verbeteren en het beeldverhaal zichtbaarder te maken,’ legt hij uit. ‘En ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen strips gaan lezen.’ De komende twee jaar zal Pos in overleg met de branche onderzoeken wat de knelpunten zijn en op basis daarvan concrete projectvoorstellen doen om de Nederlandse stripwereld te stimuleren. Van het Fonds bkvb, dat al jaren subsidies verstrekt aan stripprojecten, krijgt Pos vijf ton om zijn plannen uit te voeren.

Gaat het echt zo slecht met de sector?
‘De teloorgang van de strip werd gevreesd. Dat pessimisme deel ik niet helemaal. Er is immers geen gebrek aan talent, maar goede tekenaars krijgen wel steeds minder stimulans omdat ze niet van hun werk kunnen rondkomen. Zelfs een gevestigde naam als Dick Matena moet hard werken om de kost te verdienen,’ zegt Pos. Stripmakers in Nederland hebben een economisch zwakke positie: er worden te weinig albums verkocht en de vraag naar origineel werk is klein. ‘Mensen verzamelen eerder oude boeken dan originele stripplaten.

Professionalisering is het sleutelwoord volgens Pos. ‘Uitgevers moeten op zoek naar hun lezer. Ze brengen nu boeken uit zonder dat ze bedenken wie het publiek daarvoor is.’ Ook zouden uitgevers meer met elkaar moeten samenwerken om de kosten te drukken. ‘Deelnemen aan boekenbeurzen kost voor een individuele uitgever te veel geld. Eén vertegenwoordiger die voor een uitgeefcollectief de boer op gaat zou bijvoorbeeld een oplossing kunnen zijn.’ Daarbij is de distributie van de albums een probleem en zijn de tarieven van het Centraal Boekhuis, dat de opslag en distributie van boeken in Nederland en Vlaanderen verzorgt, te hoog. Ook de stripmakers moeten professionaliseren. Strip maken moet een serieus vak worden dat op kunstacademies geleerd wordt. ‘Eén opleiding in Zwolle is natuurlijk niet genoeg. Daarbij moet ook goed naar het curriculum worden gekeken.’

Pos ziet stripmakers als ondernemers en denkt daarom ook aan workshops waarin ze de zakelijke kant leren. Recent is de Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers (bns) opgericht, dat lijkt een stap in de goede richting, maar deze organisatie moet van Pos ook beter zijn best gaan doen. ‘Ik ben bij ze langs geweest na de oprichtingsvergadering, maar toen wisten ze nóg niet wie de voorzitter was. Ook wat er allemaal besproken was, konden ze me niet precies zeggen en er valt zo ontzettend veel te doen! Niet treuzelen, maar actie ondernemen.’

Ambassadeur
Behalve professionalisering moeten er ook meer strips gekocht en gelezen worden. In het betoog van Pos komt geregeld naar voren dat je jong moet beginnen met het lezen van strips om zo een leestraditie op te bouwen. ‘Als je nog nooit een strip hebt gelezen, stap je niet zomaar in een graphic novel als Kiki de Montparnasse van Catel en Bocquet. Je begint met Suske en Wiske en als je ouder bent lees je Rampokan, een strip van Peter van Dongen over de politionele acties in Nederlands-Indië.’ De afzetmarkt kan ook groter, vindt Pos.Op dit moment is de Nederlandse strip, op een paar titels na, onbekend in het buitenland. Samen met Joost Pollmann heeft Pos ervoor gezorgd dat Nederland volgend jaar eregast is op het stripfestival Ficomic in Barcelona. ‘Er komen vijf thematische tentoonstellingen, waarbij we een wisselwerking willen tussen Spaanse en Nederlandse strips.’ Het eregastschap is een mooi moment om Spaanse uitgevers warm te maken voor het idee om Nederlandse strips uit te gaan geven. ‘Stel je voor: Barbara Stok in het Spaans. Dat zou toch fantastisch zijn?’

Het werk van de intendant als ambassadeur van het beeldverhaal is deels een kwestie van contacten leggen met de juiste mensen in de (internationale) stripwereld en hen te enthousiasmeren. Daarnaast heeft Pos al enkele concrete plannen om de stripwereld te stimuleren.‘Je moet met sprekende projecten komen om het beeldverhaal zichtbaar te maken en de aandacht van de media te trekken. Er is in de media genoeg belangstelling voor strips; daar moet je gebruik van maken.’

Zo wordt er een nieuwe oeuvreprijs in het leven geroepen die ieder jaar aan het begin van het boekenseizoen in maart wordt uitgereikt aan een Nederlandse stripmaker die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan de stripcultuur: in 2010 zal minister Plasterk de eerste Marten Toonder Prijs (een bedrag van 25.000 euro) uitreiken.

Een ander plan dat Pos heeft is het ontsluiten van het striperfgoed: klassiekers als Bulletje en Bonestaak, Bommel en Erik de Noorman moeten online toegankelijk zijn via de Koninklijke Bibliotheek of de digitale bibliotheek. Daarnaast wil Pos een boek uitgeven waarin vijftig hoogtepunten uit de Nederlandse en Vlaamse literatuur verstript worden. Iedere geselecteerde stripmaker krijgt dan één pagina om een klassieker te verstrippen. Het boek zal tevens als staalkaart van Nederlands tekentalent dienen.

Volwassen
De link tussen literatuur en het beeldverhaal wordt de laatste tijd vaker gelegd door de opkomst van de graphic novel, de strip met volwassen pretenties. Volgens Pos is de graphic novel niet de redding van de Nederlandse strip, noch moeten we te veel waarde hechten aan deze term: ‘Vroeger noemden ze op een gegeven moment punk new wave terwijl het nagenoeg dezelfde klereherrie was. We moeten ook niet te zwaar tillen aan de strip, het moet niet te pretentieus worden. Strips hebben altijd iets van spot, er wordt de draak met iets gestoken. Zo’n relativerende spiegel is precies wat de samenleving nodig heeft. Natuurlijk kunnen historische strips als Maus ook educatief zijn, maar ik zit toch altijd ook op de grap te wachten.’Pos doet het werk niet alleen. Hij krijgt advies en informatie van een stuurgroep die bestaat uit stripmakers Jean-Marc van Tol en Joost Swarte, marketingmanager Elsbeth Louis en Ann Jossart, promotor van een Vlaamse stripverspreider. ‘Ik overleg met iedereen die iets met strips te maken heeft. Journalisten, uitgevers en stripwinkels als Lambiek in Amsterdam en Mekaniek in Antwerpen. De Nederlandse stripwereld houdt immers niet op bij de grens.’

Hoeveel macht heeft de intendant?
‘Ik heb informatie en dat is macht. Weten wat er speelt en daardoor weten wie je bij elkaar moet brengen. Ik wil laten zien dat strips de moeite waard zijn en dwarsverbanden leggen tussen verschillende disciplines: strips, grafische vormgeving en illustratie. Stripmakers moeten niet alleen op stripbeurzen rondhangen, maar ook buiten hun gezicht laten zien.

Wanneer ben je tevreden als je over twee, mogelijk drie jaar klaar bent?
‘Als er meer strips worden gelezen en de sector levensvatbaarder is. Dat zijn natuurlijk heel grote ambities, maar er moeten wel een paar leuke dingen zijn neergezet. Bijvoorbeeld dat Nederlandse strips in het Frans, Spaans en Duits zijn vertaald. We moeten het allemaal nog gaan zien. “Wordt vervolgd” dus. Dat hoort immers ook bij strips.’

Leestips van de stripintendant
Vijf boeken die je niet mag laten liggen:

Barbara Stok: Dan maak je maar zin (Nijgh & Van Ditmar). Spiksplinternieuwe autobiografische overpeinzingen.

Hanco Kolk: Meccano: de ruwe gids (De Harmonie). Ongeëvenaard grafisch hoogtepunt in de Nederlandse strip.

Peter van Dongen: Rampokan (Oog & Blik/De Harmonie). Verbeelding van de politionele acties in Nederlands-Indië.

Marcel Ruijters: Inferno (Oog & Blik). Stripinterpretatie van het eerste boek van Dantes Goddelijke komedie.

Paul Bodoni: Terra Harmonica (Oog & Blik). Vertelling in zestig platen, duister en bijna uitverkocht.

Dit stuk is gepubliceerd in VPRO Gids #22 (2009).

Lees ook: