Categorieën
Bloggen Striprecensie Strips

Recensie: De kunst van Morris

Van sommige boeken kan ik heel blij worden, simpelweg omdat ze bestaan. De kunst van Morris is zo’n boek.

De kunst van Morris is een prachtig naslagwerk waarin het werk van Maurice De Bevere (1923-2001) aandachtig en grondig wordt bestudeerd en de geschiedenis van Lucky Luke uitvoerig uit de doeken wordt gedaan. In 1946 bedacht Morris de legendarische stripheld en tot aan zijn dood in 2001 tekende de Belgische stripmaker ruim zeventig albums over de cowboy. Alles samen zo’n 3000 pagina’s.

lucky-luke-kunst-morris-cov

Meesterlijke tekenaar
De kunst van Morris bevat veel mooie originele tekeningen van de meester en laat goed zien wat Morris nu zo’n geniaal stripmaker maakte. Morris leerde veel van zijn tijd in een animatiestudio en de animatie-invloeden zijn vooral in het begin van zijn stripcarrière goed terug te zien. De tekenaar verdeelde toen vaak één beweging over meerdere stripplaatjes. Iets wat toen vrijwel nog niet voorkwam in de Franco-Belgische strip. Hetzelfde geldt voor zijn gebruik van close-ups, vogelperspectief en het feit dat zijn stripplaatjes net iets hoger waren en meer van formaat varieerden dan het werk van collega’s als Franquin en Jijé. Die gebruikten namelijk veel een vast stramien van vier stroken met drie plaatjes op een pagina. Later kwam Franquin hier ook meer los van en begon vaker te experimenteren.

stripplaatje_luckylukeMorris leerde overigens veel van Jijé en zijn collega’s en liet zich ook beïnvloedden door de makers van MAD. De stripmaker woonde enkele jaren in de Verenigde Staten en pikte dus ook veel op van Amerikaanse stripmakers.

Morris combineerde vaak realistische tekeningen met meer schetsmatige weergaven. Alles stond in dienst van het verhaal wat hij zo duidelijk mogelijk wilde visualiseren. Ook kon hij meesterlijke karikaturen maken van bestaande Hollywoodacteurs. Gaandeweg verfijnde zijn stijl steeds meer en dat zie je ook aan de evolutie van Lucky Luke: die begon als een beetje bol tekenfilmachtig figuurtje vergelijkbaar met de stijl van Betty Boop, maar werd slanker en langer.

lucky-luke-kunst-morris-0270 jaar Lucky Luke
Eigenlijk is de Kunst van Morris een aanrader voor iedereen die van strips houdt en nader wil kijken naar tekentechnieken. En natuurlijk een heel geschikt boek voor de fans van Lucky Luke. Wereldwijd gingen er driehonderd miljoen albums over de toonbank. In 2016 is het ook zeventig jaar geleden dat Morris zijn westernheld voor het eerst op papier zette, dus dat dit dikke boek nu in de winkels ligt is geen toeval. In 1946 verscheen de eerste aflevering in het Franse stripblad Spirou en de Nederlandse versie Robbedoes.

Het is wel mazzel voor ons dat uitgeverij Dargaud brood zag in een Nederlandse uitgave van dit Franse boek. (Dat trouwens heel fijn vertaald is.) Ik ben ze daar dan ook dankbaar voor en schafte het boek direct aan zodra het bij Het Beeldverhaal te koop was. Niet alleen is Lucky Luke een van mijn favoriete striphelden, ook bewonder ik Morris al heel lang. Hij is een van mijn favoriete tekenaars.

Het toffe aan de reeks Lucky Luke is dat je de oude albums telkens weer opnieuw kunt lezen. Niet alleen zie je dan steeds meer nieuwe details in de tekeningen, ook vervelende verhalen nooit. Vooral niet de albums die door René Coscinny werden gepend. Deze albums zijn geniaal en tijdloos.

70-jaar-lucky-luke-tijdlijn

De kunst van Morris is gepubliceerd ter gelegenheid van de tentoonstelling L’Art de Morris, die werd geopend tijdens het 43ste Festival International de la bande dessinée en die van 28 januari tot 16 oktober 2016 te zien was in het Musée de la bande dessinée van Angoulême. De tentoonstelling was samengesteld door Stéphane Beaujean en Jean-Pierre Mercier. Gaëtan Akyüz en Vladimir Lecointre schreven het boek.

De komende vijf jaar wordt de originele reeks van Lucky Luke trouwens volledig heruitgegeven. De 73 originele albums verschijnen in een nieuwe, uniforme stijl: een nieuwe vertaling, nieuwe lettering, nieuwe covers en een opeenvolgende nummering.

Ravon, Borel /Lucky Comics / Hardcover / 312P / € 45  (Digitale versie: € 19,99)
ISBN: 9782884714266

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: De moordenaar van Lucky Luke

Vanaf het moment dat bekend werd gemaakt Matthieu Bonhomme een Lucky Luke-verhaal zou maken, keek ik al uit naar het album. De moordenaar van Lucky Luke stelt niet teleur.

Het was in eerste instantie vooral de cover die mijn interesse in het album De moordenaar van Lucky Luke wekte. Een sfeervolle illustratie van de bekende cowboy die in de stromende regen klaarstaat om zijn wapen te trekken. Achter hem doorbreekt een bliksemschicht de onweerslucht. Een onheilspellend beeld dat meteen duidelijk maakt dat dit album een andere toon zal hebben dan de oorspronkelijke albums van Morris en Goscinny, namelijk duisterder en een beetje realistischer.

bonhomme-lucky-luke-coverHet verhaal begint dan ook meteen lekker grimmig: een schot wordt gelost in een klein plaatsje dat we eerst van veraf zien. Langzaam zoomt de camera dichterbij naar de hoofdstraat. Daar staan de bewoners geschokt naar het lichaam te staren dat op zijn buik in de modder ligt: Lucky Luke is neergeschoten. Hoe dit heeft kunnen gebeuren is waar het verhaal De moordenaar van Lucky Luke om draait.

We zien hoe een bekende lonesome cowboy door de regen rijdt richting het plaatsje Foggy Town. Daar vindt hij een plek voor zijn paart Jolly Jumper en een plekje in de herberg.

Het is leuk om te zien hoe mensen reageren als ze ontdekken dat deze cowboy de beroemde en beruchte Lucky Luke is. Kinderen kijken vol bewondering naar de man die sneller schijnt te schieten dan zijn schaduw en zien in hem een beroemdheid. Volwassenen kijken vooral met ontzag en angst in de ogen naar deze snelschieter.

bonhomme-lucky-luke-strookGoud
Uiteraard is er in het plaatsje Foggy Town iets niet pluis: een week geleden is de postkoets overvallen en ging de overvaller er met het goud vandoor. Van de sheriff hoeft men niet veel te verwachten: dat is eigenlijk een onhandige, beetje achterlijke jongen die afhankelijk is van zijn twee grotere broers. Die liggen Lucky Luke vooral dwars als hij gevraagd wordt om de zaak uit te zoeken.

Het is een situatie die vaste Lucky Luke lezers bekend in de oren zal klinken, toch verloopt het verhaal iets anders dan je wellicht zou verwachten. Soms blijkt dat slechteriken een hoop leed hebben geleefd. En wie Lucky Luke nu heeft neergeschoten? Ja, dat ga ik natuurlijk niet vertellen.

Ik vind De moordenaar van Lucky Luke een zeer onderhoudend verhaal, dat weliswaar niet gespeend is van clichés maar toch verrassende wendingen bevat. Daarbij vind het bijzonder leuk om te aanschouwen hoe Matthieu Bonhommes interpretatie van dit universum eruit ziet. Zijn Lucky Luke is herkenbaar getekend, maar toch anders. Jolly Jumper kan in deze strip niet praten, maar zijn karakter is er niet minder eigenzinnig.

Oude held
Het is ook erg leuk om de doodgraver van Morris in de menigte te ontwaren en ook het inkleurschema lijkt te zijn overgenomen uit de oorspronkelijke reeks terwijl het album toch een eigen identiteit heeft gekregen. Een mooie hommage aan de eenzame cowboy die dit jaar zeventig is geworden.

Hoe oud hij ‘echt’ is? Dat weet Lucky Luke zelfs niet. Als Doc Wednesday hem daarnaar vraagt, zegt hij: ‘Geen idee, 30 misschien?’ Doc antwoordt verbaast: ‘Weet je dat niet? Perfect! De leeftijdsloze cowboy! Een levende legende!’ Een mooie knipoog naar het feit dat de meeste Europese striphelden bevroren in de tijd lijken te zijn en niet ouder worden.

bonhomme lucky luke 02No smoking
De leukste running gag is wel dat onze held gedurende het album telkens een rokertje probeert te scoren maar daar om verschillende wijzen niet in slaagt. Van verregende tabak tot en met een indiaan die geen vredespijp wil roken omdat de kruidenvoorraad net in de modder is weggespoeld. Hij mag dan geluk als voornaam hebben, het zit Lucky Luke in dit album behoorlijk tegen allemaal. Jammer voor hem, smullen voor ons.

Ik hoop dat we in de toekomst meer van dit soort alternatieve Lucky Luke-strips mogen verwachten.

Matthieu Bonhomme. De moordenaar van Lucky Luke
Uitgeverij Lucky Comics / Dargaud
Softcover 64 pagina’s. € 7,95
ISBN: 9782884713818

Categorieën
Mike's notities Strips

Stripavonturen in Brussel 2

Na de opening van de expositie Mes années 80 van de Taiwanese stripmaker Sean Chuang, liep ik richting mijn hotel. Het kostte me moeite om de juiste weg te vinden: wat dat betreft sporen Brussel en ik niet goed met elkaar.

Ik loop geregeld de verkeerde kant op en raak snel verdwaald in de kleine schuine straatjes die tussen de grote avenues lopen.
brussel_kathedraal
brussel_kathedraal_02 Onderweg kwam ik weinig eetbaars tegen. Ja, ik zag wel restaurants waar je voor 42 euro een maaltijd kon nuttigen, maar aangezien ik alleen was, hoopte ik meer op een snelle hamburger. Eenmaal in het hotel kon de receptioniste me wel vertellen waar ik een McDonald’s of iets dergelijks kon vinden. Dat pad leidde echter naar een wijk waar ik mezelf even in klein Afrika waande. Veel zwarte mensen op straat die allemaal Frans spraken. Sommige dames stonden op de straathoek rond te hangen en dat was niet omdat ze rookpauze hadden. Ik voelde me werkelijk een stranger in een strange land.

Sowieso bekruipt mij dat gevoel in Brussel. Dat komt omdat de meeste mensen daar keihard Frans tegen je blijven spreken, ook als je laat merken dat je Nederlander bent. In het hotel waar ik logeerde sprak het personeel ook alleen maar Frans. De mededelingen op de bordjes waren in het Frans en het Engels. Niet erg communicatief voor de hoofdstad van België, een land waar officieel Nederlands en Frans wordt gesproken. Aangezien ik op de middelbare school vier jaar lang oorlog had met mijn Franse lerares, is het niet een taal die ik goed beheers. Een enorme handicap in Brussel dus. Gelukkig spreek ik een aardig woordje Engels. Op een gegeven moment heb ik het ook maar opgegeven en benaderde ik iedereen maar meteen in het Engels.

Uiteindelijk vond ik een Pizza Hut met daarnaast een McDonald’s. Aangezien Pizza Hut rond deze tijd geen slices meer aanbood, toch maar een cheeseburger en frietjes bij McDonald’s besteld. Dat eten is echter gevaarlijker voor je gezondheid dan als toerist laat in de avond in deze wijk rondlopen. Maar goed, je moet wat als je maag knort.

De volgende dag ging ik vol goede moed richting het Belgisch Stripmuseum. Uiteraard liep ik om, maar daardoor vond ik onderweg dit kunstig bloot:

naakt-beeld-brussel
Eenmaal in het stripmuseum aangekomen, voelde ik me meteen een stuk beter. Hoewel het druk was – de Fransen hadden een week vakantie en kwamen massaal een bezoekje brengen – heerste er een rustige sfeer in het gebouw. Vanaf een van de bovenste verdiepingen andere bezoekers observeren heeft iets meditatiefs.

stripmuseum-brussel-doorkijIk vond de expositie over scenarist Jean van Hamme interessant: het geeft een goed overzicht van alle strips die hij heeft geschreven en wat biografische achtergrond. Ik wist niet dat Van Hamme zoveel gereisd had altijd. Hij haalt zijn inspiratie dus uit alle uithoeken van de wereld.

van-hamme-rosinski-stripmusWel jammer dat er geen voorbeelden van zijn scenario’s in de expositie hangen. Nou ja, er zaten gelukkig wel voorbeelden van scenario’s in het boek dat Van Hamme over zijn leven schreef en dat ter inzage open ligt. Niet dat ik Frans kan lezen, maar toch vond ik het leuk om de layout van zijn scriptpagina’s te kunnen bestuderen. Verder waren er veel originele platen van de strips die hij heeft geschreven, zoals De Chninkel, Thorgal, XIII, Largo Winch en Een avontuur zonder helden.
chinkel-stripmuseum

Soda. Illustratie: Bruno Gazzotti.
Soda. Illustratie: Bruno Gazzotti.

In de stripwinkel die onderdeel van het museum uit maakt, kocht een album van de reeks Soda om onderweg naar huis te lezen. Jaren geleden las ik wel eens een deel van deze serie, en ik had behoefte eens lekker nostalgisch een stripalbum open te slaan. Het viel me op dat er relatief weinig Nederlandstalige albums te koop zijn, maar dat lichtte Willem De Graeve toe, toen ik met hem lunchte. De Graeve is codirecteur en hoofd communicatie van het Belgisch stripmuseum. Hij vertelde me dat 47% van de bezoekers uit Fransen bestaat. Er komen slechts 4% Nederlanders naar het museum. Het is dus niet zo gek dat collectie in de winkel voor ongeveer 75% uit Franstalige strips bestaat. Ik zag trouwens ook nog wat Engelstalige uitgaven staan.

Vorig jaar heb ik De Graeve nog uitvoerig geïnterviewd toen het museum zijn vijfentwintigjarige bestaan vierde. Ook nu was het weer een fijn en gezellig gesprek – al liep dit keer mijn audioapparaatje natuurlijk niet mee. Het eten in brasserie is trouwens erg lekker en een groot contrast met de McDonald’s hamburger van de avond ervoor. Die middag zou Willem vliegen naar Tsjechië om later deze week op een stripfestival te spreken over de Belgische strip. Dat onderwerp is bij hem in goede handen, want Willems kennis over het beeldverhaal is groot.

Lucky_luke-stripmuseumOnderweg naar buiten liep ik nog even langs het beeld van Lucky Luke, nog altijd een van mijn favoriete stripfiguren. Het beeld is een recente aanwinst van het Belgisch Stripmuseum. Buiten liep ik zelfverzekerd richting het station, om er na een paar straten achter te komen dat ik wederom de verkeerde kant op liep. Toch maar snel een metro gepakt om op tijd de Thalys te halen. Terwijl we Brussel uitschoten, zat ik alweer met mijn neus in het eerste Soda album: Een engel gaat heen.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Princess Leia #1

Princes Leia en Evaan zijn op weg voor een clandestiene missie en worden tegengehouden door Luke Skywalker. Generaal Dodonna heeft namelijk liever niet dat Leia op pad gaat nu the Empire een prijs op haar hoofd heeft gezet. Die scène levert dit mooie plaatje op:

Princess-Leia-01In de oude versies van de Star Wars-films zou dit een shot zijn waarin live-action opnames met die van schaalmodellen zijn samengevoegd. En waarschijnlijk waren er dan duidelijke contourlijnen rondom de lichamen van de acteurs en het ruimtevlak achter hen te zien door de beperkingen van de special effects indertijd. In een special edition zou Lucas die lijntjes digitaal hebben weggewerkt. Maar goed, in een strip heb je daar natuurlijk geen last van.

Van de drie nieuwe Star Wars comicseries keek ik het meeste uit naar de miniserie rondom Princess Leia. Leia, in de vertolking van Carrie Fisher, blijft mijn favoriete personage uit de ruimtesaga. Toch vind ik het eerste deel, geschreven door Mark Waid en getekend door Terry Dodson, wat lauw. Het is leuk dat de comic meteen begint waar A New Hope eindigt, namelijk de ceremonie waarin het vernietigen van de Death Star gevierd wordt. Jammer vind ik wel dat Dodson met zijn character design niet veel rekening houdt met hoe de oorspronkelijke acteurs eruit zien. Dat vind ik in de reeks Star Wars, getekend door John Cassaday, beter gedaan. Kijk maar:

Star-Wars-leia-hanHet taalgebruik en de dialogen sluiten in die comic ook beter aan bij de films dan deze reeks over Leia.

Maar goed, het verhaal over Leia zal uiteindelijk uit vijf delen bestaan, dus wie weet hoe goed het nog wordt.

Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatje onder de loep: Dikke vrienden

Twee jaar geleden werd met veel succes een nieuw avontuur van Asterix uitgegeven, Asterix bij de Picten, gemaakt door scenarist Jean-Yves Ferri en tekenaar Didier Conrad. Een vermakelijk album. Toch gaat er wat mij betreft niets boven de klassieke verhalen van het oorspronkelijke creatieve team achter de reeks, Albert Uderzo en René Goscinny.

De geliefde Galliër en zijn dorpsgenoten debuteerden 29 oktober 1959 in het eerste nummer van het franse stripblad Pilote, opgericht door Albert Uderzo, René Goscinny en Jean-Michel Charlier (auteur van onder andere Blueberry). Dat Asterix een grote ster zou worden zit al in zijn naam: Aster is het Latijnse woord voor ‘ster’, de toevoeging rix is Keltisch voor ‘koning’. Hoewel, Uderzo (1927) heeft ooit gezegd dat als ze niet zelf een stripblad hadden gehad om Asterix in te introduceren, hij er waarschijnlijk nooit was gekomen. Veel uitgevers geloofden niet in Asterix als held omdat hij met zijn kleine voorkomen er niet uit ziet als een typische held. Die waren indertijd namelijk jong en aantrekkelijk. Misschien dat het nieuwe aan Asterix en Obelix er juist voor heeft gezorgd dat de striphelden opvielen.

Een andere belangrijke factor is waarschijnlijk de scherpe pen van René Goscinny (1926-1977), een geniaal stripauteur die naast Asterix onder andere ook de reeks Lucky Luke pende. Ook een strip die ik tegenwoordig nog graag herlees. Dat kan ook makkelijk want beide reeksen zijn door hun historische setting tijdloos, maar bovenal zijn ze goed geschreven en bevatten scherpe grappen.

Running gags
Goscinny schreef over de Galliërs avonturen vol woordspelingen en knipoogjes naar de geschiedenis en de actualiteit. Ook ging hij speels om met clichés, stereotypen en culturele referenties. Een van de sterke punten van de Asterix-strip is de herkenbaarheid die deels wordt veroorzaakt door herhaling en running gags. Goscinny laat in de verhalen bepaalde elementen telkens terugkomen waardoor deze een vaste waarde worden en door de herkenning juist een lach opwekken. Denk bijvoorbeeld aan de Bard die constant het zingen wordt ontzegd omdat hij geen toon kan houden, de arme Romeinen die iedere confrontatie het onderspit moeten delven en Obelix die nooit toverdrank mag drinken omdat hij als kind in de ketel is gevallen.
stripplaatje-asterix_geschenk v caesarVriendschap
Mijns inziens is het hart van de reeks de vriendschap tussen Asterix en Obelix. Hoewel de vrienden elkaar altijd bijstaan, hebben ze ook geregeld ruzie. Zoals in het album Het geschenk van Caesar, waar bovenstaande stripstrook uit afkomstig is.

Als de nieuwe dorpsbewoner Appendix, aangespoord door zijn vrouw Angina, campagne voert om dorpsleider te worden, raakt hij natuurlijk in conflict met Abraracourcix, de huidige leider van het dorp. Er barst een politieke strijd los tussen Appendix en Abraracourcix (die in de huidige vertaling Heroïx heet). Tijdens een maaltijd laat Asterix aan zijn vriend weten dat hij de vreemdelingen het liefste ziet vertrekken, want dat gezin leidt tot ruzie in het dorp. Obelix, die zojuist tot over zijn oren verliefd is geworden op de dochter van Appendix, is het daar niet mee eens en stormt boos Asterix’ huis uit.

asterix_coverIn de scène hierboven leggen de twee het weer bij, zoals ze dat altijd doen. Asterix zoekt Obelix op en vraagt of zijn vriend nog steeds boos is. Vervolgens gaat de kleine blonde Galliër naast Obelix zitten en prikt hij speels in diens zij. Dat amuseert zijn vriend. Uiteraard is Obelix veel sterker en als hij Asterix’ vriendschappelijke gebaar herhaalt, knalt hij hem meters ver weg.

Deze scène en lichte variaties daarop zien we door de hele reeks terugkomen. Een visueel cliché dat juist door de herkenbaarheid een vertrouwd gevoel geeft. Vergelijkbaar is het moment dat de twee heren ruzie krijgen en met de neuzen tegen elkaar gedrukt naar elkaar staan te schreeuwen. (Iets wat veelvuldig voorkomt in Asterix bij de Picten.)

Het bovenstaande strookje toont ook meteen de andere kracht van de strip Asterix, namelijk hoe goed Uderzo kan tekenen. De goed getroffen lichaamstaal van de personages spreekt boekdelen. De aantrekkelijke tekeningen en het humoristische vernuft maakt dat je avonturen van Asterix eindeloos kunt blijven lezen.

Gepubliceerd in Eppo #17 (2014).

Categorieën
Boeken Minneboo leest Strips

Minneboo leest: De jaren Pep

In De jaren Pep doet Ger Apeldoorn uitvoerig en gedegen verslag van de geschiedenis van stripblad Pep. Het boek is een prachtige ode aan de Pep geworden.

de_jaren_pep_apeldoornHet stripblad Pep zag in 1962 het licht en groeide al snel tot het meest invloedrijke stripblad van Nederland. Een hele generatie lezers leerde klassieke strips kennen als Lucky Luke, Roodbaard, Asterix en De generaal, en een hele generatie stripmakers debuteerde in Pep. In 1975 verdween Pep van de markt en in de plaats daarvan kwam Eppo: een samengaan van Pep en Sjors.

Zelf ken ik geen grotere liefhebber van Pep dan Apeldoorn en het met schrijven van het boek kwam een langgekoesterde wens uit. In het laatste nummer van Striprofiel schreef hij dat het misdadig was dat er nog nooit iemand de geschiedenis had geschreven van Pep. Een kwart eeuw later heeft Apeldoorn daar zelf voor gezorgd.

Zelf ben ik niet van ‘de generatie Pep’: toen ik in 1977 het levenslicht zag was Pep al Eppo geworden, en afgezien van een enkele Pep Parade Pocket heb ik het blad als kind nooit gezien. Een Eppo-lezer was ik vroeger trouwens ook niet, maar ik las wel vaak de albums die in het stripblad werden voorgepubliceerd. Tegenwoordig vind ik het erg leuk om artikelen voor de nieuwe Eppo te mogen schrijven en lees ik het blad graag, maar dat terzijde.

Apeldoorn sprak met veel mensen die vroeger bij de Pep betrokken waren en beschrijft op boeiende wijze de geschiedenis van het blad. Hier en daar plaatst hij ook een biografie van belangrijke medewerkers. De grote hoeveelheid illustraties maken het boek des te waardevoller. De jaren Pep staat vol met stripstroken, covers en ander materiaal uit het blad, die bij veel lezers toch een hoop leesherinneringen moeten oproepen. De oogstrelende opmaak van Rudy Vrooman nodigt uit om lekker door het boek te bladeren en te ontdekken.

Ik kan erg genieten van dit soort speciaal voor Pep gemaakte Lucky Luke covers door Morris himself:

de_jaren_pep_lucky_lukeGoede Nederlandse boeken over strips zijn een zeldzaamheid. De jaren Pep zet hopelijk een nieuwe trend.

Ger Apeldoorn. De jaren Pep.
Don Lawrence Collection, € 24,95.
ISBN 978-90-8886-143-7

Categorieën
Strips

Lucky Luke in Overveen

In het stripplaatje van deze week loopt Lucky Luke de saloon binnen van het plaatsje Titusville waar hij zojuist is benoemd tot Sheriff. Een beetje orde is hard nodig, want alle bewoners zijn als een malle naar petroleum aan het boren dat zojuist is ontdekt. Een olierush van jewelste dus, aldus het album In de schaduw der boortorens dat Morris schreef en tekende en oorspronkelijk in 1962 uitkwam. Vandaag las ik een exemplaar uit de late jaren zeventig.

lucky_Luke_saloon

Samen met Linda was ik gaan wandelen in Overveen en op de terugweg hebben we een kop koffie gedronken in Klein Centraal: een oud station dat tegenwoordig dienst doet als café. Het leuke aan deze tent is dat ze een tijdschriftenrek aan de muur hebben waar allerlei strips in zitten. Tijdloze klassiekers als Lucky Luke, Suske en Wiske en Kuifje kun je dus lezen terwijl je nog wat drinkt en op de volgende trein wacht. De meeste strips zagen er goed verlezen uit. Dit deed mijn striphartje natuurlijk goed, want zo’n rek is een mooie manier om strips bij mensen onder de aandacht te brengen.

Ik vind bovenstaand plaatje zeer sfeervol: Lucky Luke’s silhouet is meteen herkenbaar en het silhouet contrasteert mooi met de witte achtergrond. Lucky loopt een saloon binnen om wat te nuttigen, net zoals Linda en ik even ervoor hadden gedaan.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Saga en Calvin and Hobbes

In de rubriek stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip.

Hedwig leest 'Calvin and Hobbes' op de wc.
Hedwig leest ‘Calvin and Hobbes’ op de wc.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Ik ben Hedwig van Driel, 28, ik ben werkzaam als octrooigemachtigde in opleiding én redactielid van filmblad Schokkend Nieuws.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Ik heb lang geaarzeld wat ik hier zou antwoorden. Ik vind bijvoorbeeld de strip Saga van Brian K. Vaughn, getekend door Fiona Staples, ontzettend sterk: een mengsel van genres dat niet zou moeten werken maar dat toch doet. Het had zelfs een keer een cover als een stuiverromannetje! Ook de strips die ik als kind heel veel las, vooral Asterix en Obelix, Lucky Luke en Kuifje (ik ben deels in Frankrijk opgegroeid), heb ik overwogen. Maar uiteindelijk won de strip die ik nu al meer dan de helft van mijn leven regelmatig lees: Calvin and Hobbes van Bill Waterson.

Waarom is dit je favoriete strip? Wat vind je er zo goed aan?

Ik denk dat het hem vooral zit in de combinatie van heel flauwe humor en toch best wel intellectuele grapjes, én natuurlijk in de tekenstijl. Als je de paginagrote strip ziet waarin Calvin en Hobbes dansen, daar zit zo´n levenslust in en zo´n beweeglijkheid. De langere verhalen, zoals de saga met het petje, weten iets heel herkenbaars te vangen en dan toch elke strip grappig te zijn. Of gewoon een van de vele verhalen die een ode brengen aan de verbeeldingskracht. Als Calvin de transmogrifier maakt, bijvoorbeeld. En vervolgens van dezelfde kartonnen doos een duplicator.

En dan toch nog even over Saga. Wat ik daaraan zo knap vind is dat het een ongetwijfeld volwassen strip is (en dat zeg ik niet alleen om er naakt in voorkomt), maar zonder te vervallen in het standaard cynisme en duisterheid van, pakweg, een Frank Miller. Het is een strip die onbeschaamd over hoop gaat, over liefde. Eigenlijk is Calvin and Hobbes een kinderstrip met verbazingwekkend volwassen thematiek en Saga een volwassen strip met een kinderhart – letterlijk ook, gezien de verteller.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik kan me eigenlijk niet meer herinneren wanneer ik Calvin and Hobbes voor het eerst las. We hadden van die verzamelalbums – The Essential, The Authoritative en The Indispensable. Eigenlijk waren ze van mijn broertje die een nog grotere fan was. Toen heeft hij die prachtige hardcover complete editie een keer gekregen voor een verjaardag of sinterklaas, en toen mocht ik de verzamelalbums hebben. Tegen die tijd vielen ze al geheel uit elkaar, maar het voordeel daarvan is dat ik ze zonder schuldgevoel op de wc heb gelegd. Zo lees ik elke dag nog Calvin and Hobbes!

calvin_hobbes_dance

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Strips

Lucky Luke geëxposeerd

Cowboys, indianen, een pratend paard, een domme hond en een held die sneller schiet dan zijn… Nou ja, je snapt waar ik het over heb. Tijdens de laatste editie van het Stripgids festival, voorheen Strip Turnhout geheten, bezocht ik de expositie over Lucky Luke, samengesteld door freelance journalist Karl van den Broeck.

lucky_luke_pow
De tentoonstelling brengt hulde aan Morris (Maurice De Bevere, 1923-2001), de tekenaar en geestelijk vader van Lucky Luke. Uitgangspunt van de expositie is de vraag hoe een jonge tekenaar uit Vlaanderen in de jaren voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog gepassioneerd raakte door de Amerikaanse mythe van de Far West, met cowboys, outlaws, indianen, sheriffs en pokerspelers. In de tentoonstelling wordt getoond hoe Europa al aan het einde van de negentiende eeuw in de ban is van de Amerikaanse cultuur. Dat Lucky Luke een ‘Vlaamse’ zingende cowboy is, is dus geen toeval.

lucky_luke_expo

Geslaagde parodie
Morris creëerde Lucky Luke in de jaren veertig van de vorige eeuw als parodie op de klassieke John Ford-westerns waarin de outlaws burgerlijke trekjes krijgen. In zijn strips zijn de outlaws anti-helden. Ook de archetypische cowboy Lucky Luke wordt van zijn voetstuk gehaald door zijn paard. Door die parodiërende aanpak was Morris zijn tijd minstens tien jaar vooruit. Hij liet zich inspireren door andere cultuurvormen zoals films en betekende op zijn beurt een onuitwisbare invloed op het westerngenre en de beeldvorming daaromtrent.

lucky_luke_saloon

lucky_luke_billy

Wat ik vooral fijn vind aan dit soort tentoonstellingen zijn de uitvergrote afbeeldingen van stripplaten. Wanneer een stripplaatje los van de verhalende context wordt getoond, ga je er weer op een heel andere wijze naar kijken. Sommige plaatjes kunnen namelijk heel goed op zichzelf bestaan en vertellen een eigen verhaal. Hetzelfde probeer ik te bewerkstelligen met de Eppo-rubriek Stripplaatje onder de loep. Uitvergroot vallen bepaalde zaken ook extra goed op, zoals bijvoorbeeld de lijnvoering van de tekenaar. Morris hanteerde een opvallend losse lijn die vol leven zit. Kijk maar eens hoe hij hier de hond Rataplan heeft geïnkt.

lucky_luke_stad

Jammer aan de expositie vind ik dat alle teksten in de stripplaatjes in het Frans zijn. Een gemiste kans want de begeleidende teksten van de expositie zijn gewoon in het Nederlands. Leuk is de koets die midden in de ruimte staat met een heuse gier boven op het dak. Ook fijn: ik kreeg meteen weer zin om in de stripalbums over deze eenzame cowboy te duiken.

De tentoonstelling is een co-productie van Stripgids, het provinciale cultuurhuis de Warande in Turnhout en de erven Morris. Nog te zien tot 19 januari 2014 in de Warande in Turrnhout. Daarna zal Lucky Luke op reis gaan in België en omstreken.

120.000 post-its
Overigens hangt er nog een speciale afbeelding van Lucky Luke in Antwerpen, namelijk op de Antwerpse Rooseveltplaats waar het kantoor van Ballon Media huist: 120.000 post-its werden opgeplakt door de scholieren van het Koninklijk Atheneum Antwerpen en vormen het gezicht van Lucky Luke. Zie hier het resultaat.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Rork

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Daan leest Rork.
Daan leest Rork.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Daan Landwehr Johan, 36. Ik ben amateur striptekenaar en web-ontwikkelaar, op het moment werkzaam in de video on demand branche en geef een paar keer per jaar cursus striptekenen op de buitenschoolse opvang.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Bij mijn oma lagen hele stapels oude Suske en Wiske-boeken die ik grijs heb gelezen. Thuis hadden we ook nog Kuifje, Asterix, Lucky Luke, Sjors en Sjimmie en nog een hele hoop andere strips. De Suskes en Wiskes liggen deels achter in mijn auto voor de kinderen om te lezen. Zelf lees ik ze niet meer zoveel, de magie is er een beetje af.

En van Nul tot Nu, die lagen steevast bij mijn bed. Niet dat ik veel heb onthouden van de vaderlandse geschiedenis, mijn oudste dochter heeft die nu naast haar bed en leest ze met grote regelmaat van voor naar achter.

Andreas is een tekenaar waar ik nooit genoeg van krijg, zijn serie Rork is wel mijn favoriet. die ik nog wel eens lees/doorblader en ook de enige serie in huis die ik op deel 0 na nagenoeg compleet heb. Die staat op de lijst voor de eerstvolgende stripbeurs die ik ga bezoeken. Vorig jaar heb ik de twee delen van Maus op de kop getikt, die lees ik ook nog wel eens af en toe.

Waarom is dit je favoriete strip? Wat vind je er zo goed aan?
Andreas weet een wereld te creëren die het midden houdt tussen dromen en werkelijkheid. Zowel in zijn stijl van tekenen als in de verhalen. De verhalen gaan vaak over eenlingen: Rork is een oude tovenaar die meer van de wereld en alle dimensies weet dan menigeen. Dat alleen zijn is een thema wat mij wel aanspreekt. Ook dat er meer is tussen hemel en aarde zonder er direct een god bij te halen.
De tekenstijl is afwijkend van de meeste strips die ik tot dan toe had gelezen, dat is iets wat mij opviel en intrigeerde toen ik de strip voor het eerst las. Andreas gebruikt veel herhaling om kleine details in uitdrukkingen of bewegingen weer te geven. De strips bevatten grote platen met immense landschappen, interieurs en architectonische hoogstandjes. Ik wilde vroeger architect worden, maar alleen het vrij tekenen vond ik leuk genoeg en daar haalde ik het niet mee bij de opleiding bouwkunde.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik kwam vaak en graag in de bibliotheek, een groot gebouw waar het heerlijk rustig was. Ik las niet veel en nam ook liever strips mee dan gewone boeken. In de bieb was een klein hoekje met strips en daar kwam ik hem tegen. Gezien de beperkte collectie hadden ze achteraf gezien best opmerkelijk veel interessante strips en ook veel werk van Andreas. Andere bibliotheken waar ik later kwam hadden niet het aanbod wat ze bij ons in het dorp hadden.

Delen van Rork stonden in het stripblad Kuifje die mijn moeder van haar werk meenam als daar weer een nieuwe leesmap binnenkwam.

Het raakte me, ik was erg op mezelf en kon heerlijk wegdromen in de beelden die Andreas op papier had gezet, de karakters die hij ten tonele bracht, de fantasie die hij in zijn verhalen stopte en verweefde met de werkelijke wereld. Het inspireerde me, een mooie mix tussen de werelden die mij destijds boeiden, architectuur en strips. Zijn tijd en studiegenoot François Schuiten zit wat dat betreft in dezelfde hoek en is er een die ik zeker ook nog wel wil gaan lezen/bekijken.

rork

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

 

Categorieën
Strips

Stripliefde: Kuifje

Santiago neemt even pauze van zijn Facebookpagina en leest Kuifje.
Santiago neemt even pauze van zijn Facebookpagina en leest Kuifje.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Ik ben Santiago Martín (Granada, 1969) alias Santi. Ik ben werkzaam als docent Spaans aan de Faculteit Sociale Wetenschappen te Ljubljana, Slovenië. Daarnaast teken ik strips voor verschillende Sloveense uitgeverijen. Mijn stripwerk kun je volgen op Facebook.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Strips zoals Kuifje, Asterix en Obelix, Lucky Luke, Guust Flater en Paling & Ko zijn mijn favoriete strips en lees of bekijk ik ze weer om de zoveel tijd. De strip Cokes in Voorraad is een van de mooiste strips van Hergé.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Het werk van Hergé heeft mijn entrée tot de stripwereld bepaald en mij tegelijkertijd naar andere strips en stripauteurs geleid.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Met Kuifje kwam ik in aanraking toen ik ongeveer 8 of 9 jaar oud was. De eerste stripalbums die ik las waren De scepter van Ottokar en Cokes in Voorraad. Het waren twee in één. Ik werd meteen verliefd op de combinatie nauwkeurigheid, humor en avontuur.

kuifje_bobby

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

 

Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatje onder de loep: Bekende koppen in Lucky Luke

De Belgische stripmaker Morris (pseudoniem van Maurice de Bevere) is natuurlijk het meest bekend vanwege de strip Lucky Luke, over de sympathieke cowboy die altijd sneller schiet dan zijn schaduw en het opneemt tegen al dan niet historische schurken als Billy the Kid, Jesse James en de gebroeders Dalton.

stripplaatje_luckyluke
Deze parodie op de Amerikaanse westernfilm is een van de favoriete strips uit mijn jeugd. Zo nu en dan sla ik nog wel eens een album open om te genieten van het tekenwerk van Morris en de grappen van scenarist René Goscinny, die tot zijn dood in 1977 de meeste albums schreef.

De tekenstijl van Morris veranderde in de loop der jaren. Aan het begin van zijn carrière werkte hij in een Brusselse animatiestudio en was zijn stijl sterk beïnvloed door de animatiefilms uit die tijd. Later veranderde dat toen hij karikaturen en illustraties maakte voor de Belgische krant Het Laatste Nieuws en het weekblad Télémoustique. Lucky Luke debuteerde in 1946 en verscheen jarenlang in stripbladen Spirou en Robbedoes. Inmiddels zijn de albums in meer dan 23 talen verkrijgbaar – het is een van de meest succesvolle Europese strips ooit.

Filmsterren
Morris liet zich voor zijn strips inspireren door de cinema. Hij vond dat beide media veel met elkaar gemeen hebben omdat ze van dezelfde soort technieken gebruikmaken. Bovenstaande scène uit De premiejager is daar een mooi voorbeeld van: in de onderste strook zouden de eerste drie plaatjes één shot kunnen zijn uit een film, waarbij de camera in het derde plaatje inzoomt op het personage.

Niet alleen lijken sommige stripplaatjes rechtstreeks uit films te komen, oplettende lezers herkennen veel kopstukken uit de Amerikaanse en Franse filmwereld die een bij- of hoofdrol spelen: Alfred Hitchcock, David Niven, Boris Karloff, Mae West, Louis de Funès, Serge Gainsbourg, Lee Marvin en Groucho Marx kwamen allemaal wel eens voorbij.

Stond acteur Jack Palance nog model voor Phil IJzerdraad, in het verhaal De premiejager uit 1972 is de beeltenis van Lee van Cleef gebruikt voor het personage Elliot Belt. Van Cleef (January 9, 1925 – December 16, 1989) was een Amerikaanse filmacteur die we vooral kennen uit westerns. Vaak speelde hij de schurk, zoals in High Noon uit 1952 en de klassieke spaghettiwestern The Good, The Bad and The Ugly van Sergio Leone, waarin hij de hoofdrol naast Clint Eastwood vertolkt.

Lee van Cleef.
Lee van Cleef.

Boeventronie
Lee had met zijn puntige neus en priemende ogen aan een starre blik of een half woord genoeg om als bedreigende schurk over te komen. Morris heeft van zijn gezicht een prachtige karikatuur gemaakt, net zo goed als dat de rol van Elliot Belt een parodie is van de premiejager die Lee neerzette in de film For A Few Dollars More.
Belt is een opportunistische premiejager die zijn eigen moeder nog voor een beloning zou uitleveren. Wanneer de bijzondere dekhengst van paardenfokker Bronco Fortworth is gestolen, verdenkt Fortworth zijn stalknecht, de Cheyenne indiaan Tea Spoon, en zet een prijs van 100.000 dollar op zijn hoofd. Belt ruikt een buitenkans en probeert eerst samen te werken met Lucky Luke om de indiaan te vangen, maar wanneer Luke dat niet wil, trommelt Belt collega-premiejagers op. In bovenstaande scène probeert Luke Tea Spoon te beschermen tegen een lynchpartij waar Belt en Fortworth de aanstichters van zijn. Gelukkig maar, want even later blijkt dat de vrouw van Fortworth het paard heeft gestolen omdat ze te weinig aandacht van haar echtgenoot kreeg.

Morris stierf in 2001. Spijtig, want ik ben heel benieuwd hoe zijn karikaturen van hedendaagse sterren als George Clooney, Brad Pitt en Bruce Willis eruit hadden gezien.

Dit artikel is in Eppo #13 (2012) verschenen.