Categorieën
Strips

Cartoon: Slechtste openingszin ooit…

Want, laten we eerlijk zijn: het werd weer eens tijd voor een Jezus-cartoon.
Script: Michael Minneboo
Artwork: Hallie LamaDe christelijke goedheiligman is overigens weer vollop in het nieuws dankzij het nieuwe boek van filmregisseur Paul Verhoeven dat de ladingdekkende titel Jezus van Nazaret heeft gekregen. Verhoeven stelde al zijn theorieën over Jezus op papier, in samenwerking met zijn biograaf Rob van Scheers. Ik ben erg benieuwd naar dit boek. Het zal ongetwijfeld de tongen los maken in christelijke kringen. Het uitkomen van het boek was voor Menno Kooistra een mooie aanleiding om een top-tien samen te stellen van Jezus ‘blasfemieën/parodieën’.

Categorieën
Strips

Stripje: Kruisvader




Concept: Mike.
Tekeningen: Hallie Lama.
Voor nazorg surf naar stichting korrelatie.
Lees ook:

Binnenkort:

Categorieën
Strips

Goede Vrijdag?

Tekst: Mike & Tekening: Hallie Lama.Je gelooft het misschien niet, maar bovenstaand heilig boontje heeft tegenwoordig zijn eigen Hyvespagina. (Schande, schande!) Nou ja, het voordeel van grappen maken over deze goed heilig man is dat je niet meteen een fatwa over je heen krijgt uitgeroepen.
Anyway, alvast vrolijk Pasen!
Post in dezelfde categorie:

Categorieën
Film Filmrecensie

The Exorcist: The Beginning & Dominion

Twee keer dezelfde film, maar dan andersHet gebeurt niet vaak dat twee regisseurs met uiteenlopende stijlen hetzelfde script verfilmen. Dit is echter wel het geval met de prequels van The Exorcist. Dit biedt de unieke kans om Paul Schraders film Dominion: Prequel to the Exorcist te vergelijken met Exorcist: The beginning van Renny Harlin.Toen de horrorklassieker The Exorcist (1973) van William Friedkin in 2000 met succes werd uitgebracht als Director’s cut, kon een derde vervolg natuurlijk niet uitblijven. Er werd gekozen voor een prequel, een verhaal dat voor de oorspronkelijke film speelt. Hierin is Priester Merrin getraumatiseerd: de nazi’s lieten hem tien mensen kiezen die ter dood werden gebracht als represaille voor de moord op een Duitse soldaat. Van zijn geloof gevallen stort hij zich als archeoloog op het opgraven van een christelijke kerk uit de vijfde eeuw, verborgen in Oost-Afrika. Uiteindelijk komt hij hier oog en oog te staan met Het Kwaad zelf.

Regisseur Paul Schrader op de set.

Regisseur Paul Schrader werd ingehuurd om de film te verwezenlijken. Schrader heeft als schrijver van Taxi Driver (Scorsese, 1976) en regisseur van onder andere American Gigolo (1980) zijn strepen in Hollywood ruim verdiend. Toch was filmmaatschappij Morgan Creek niet tevreden met zijn interpretatie van het script. Renny Harlin werd ingehuurd om de film opnieuw te draaien als Exorcist: The beginning (2004).Psychologie versus actie
In grote lijnen is het bovenbeschreven verhaal gelijk gebleven. Schrader heeft er echter een psychologische film van gemaakt. Hij legt de nadruk op het schuldgevoel van Merrin en zijn reis terug tot het geloof. Schrader begint dan ook bij het voorval in WOII dat Merrins leven verandert. Harlin kiest ervoor deze gebeurtenis in stukken door de film te verweven. Het verschil is dat je bij Schrader weet dat alles wat Merrin doet voorkomt uit dit voorval. Bij Harlin is de onthulling het laatste stukje expositie dat uit de weg moet voordat de actie volledig de film overneemt.In Dominion is de horror incidenteel aanwezig. Schrader bedient zich van korte schrikmomenten en bouwt spanning op door middel van intercutting, door tussen de scènes te schakelen. Wanneer hij gebruik maakt van digitale effecten, worden de grenzen van het beperkte budget pijnlijk duidelijk. De digitale hyena’s overtuigen de kijker niet. Daar heeft Harlins versie veel minder last van. Harlin gebruikt meer standaard Hollywood horrortrucjes en leunt zwaar op effecten. Hij doet dit heel doeltreffend en in een hoog tempo, al is het allemaal wat voorspelbaar.Overdaad
Harlins stijl is minder fijnzinnig en in alles overdadiger. Dit maakt de eerste scène al duidelijk: een vliegend shot over een slachtveld na een heilige oorlog, waar honderden mensen omgekeerd gekruisigd zijn. Een interessant verschil is dat bij Schrader de Duivel veel verleidelijker wordt voorgesteld (hij biedt Merrin de kans om zijn geschiedenis te herschrijven). Daarentegen lijkt Harlins versie meer op het origineel, zeker wat de uitdrijving van de Duivel betreft. In het laatste shot loopt Merrin richting het Vaticaan. Hij lijkt met zijn zwarte jas, hoedje en koffertje, precies op de oudere versie uit de oorspronkelijke Exorcist.

Uit welke van de twee films zou deze foto komen?

Accentverschil
Bij Harlin is er sprake van een onemanshow: Merrin staat centraal in beide films, maar in The beginning zijn de overige personages meer bijfiguren. Hierin is de jonge priester Francis voornamelijk kanonnenvlees terwijl hij in Schraders versie uiteindelijk de man is die Merrin dwingt om het exorcisme uit te voeren. Een leuk detail is dat een deel van de cast in beide films hetzelfde is. Merrin wordt vertolkt door Stellan Skarsgård en ook Antonie Kamerling speelt in beide versies de nazi Kessel (al zet hij zijn Duits accent bij Harlin dikker aan). Het zou te makkelijk zijn Harlins versie volledig af te wijzen, want voor beide interpretaties valt een lans te breken. Wie wil griezelen kan bij Harlin terecht, wie meer subtiliteit en diepgang wil moet bij Schrader zijn. Overigens overtreft geen van de films het ijzersterke origineel.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: A contract with God (trilogie)

Geschiedschrijving in stripvorm

De A Contract with God-trilogie is een van de belangrijkste projecten van de in 2005 overleden tekenaar Will Eisner. De trilogie bevat A Contract with God, A Life Force en Dropsie Avenue – drie grafische romans over het leven van immigranten in Amerika. De trilogie verscheen eind januari dit jaar in paperbackvorm bij de Britse uitgeverij W.W. Norton & Company.Eisner is de bedenker van The Spirit en was aanwezig bij de geboorte van de Amerikaanse stripindustrie. Hij is tevens bedenker van de term graphic novel. (Voor een meer uitgebreidere introductie en recensie van A Contract with God, zie hier).De strips in de trilogie zijn in zekere zin biografisch: Eisner, geboren in 1917, groeide op in New York en verwerkte zijn herinneringen om tot pakkende fictieve vertellingen. ‘Call me, if you will, a graphic witness reporting on life, death, heartbreak and the never-ending struggle to prevail…or at least survive,’ schrijft Eisner dan ook in het voorwoord van A Contract with God. Eisner laat de Amerikaanse geschiedenis herleven in fictieve stripverhalen die echt gebeurd zouden kunnen zijn. De verhalen zijn ensemblestukken met een grote cast. Verbindende factor is Dropsie Avenue en het flatgebouw waar alle personages wonen.Het middelste deel, A Life Force, draait om de existentiële vraag naar de betekenis van het leven. En passant behandelt Eisner de beurskrach van 1929, de depressiejaren die erop volgden en de opkomst van het nazisme en communisme. In mindere handen zou het behandelen van deze veelvoud aan thema’s binnen het raamwerk van het beeldverhaal misschien als hoogdravend en pretentieus zijn geweest, maar Eisner toont zich de ware grootmeester van het medium. In semi-cartooneske stijl laat hij zijn personages meeslepend acteren en brengt hij menselijke taferelen die van alle tijden zijn, tot leven.Net als bij goede jazz, waar iedere noot precies op juiste plek staat, staat bij Eisner ook iedere lijn waar die hoort. Eisner hanteert consequent twee stijlen door elkaar: de achtergronden zijn meer schetsmatig getekend, terwijl de personages in dikkere lijnen zijn neergezet. Op die manier legt hij haarfijn de focus op wat belangrijk is. Daarbij heeft Eisner volledige controle over de pagina-indeling. Hij laat op speelse wijze plaatjes in elkaar overvloeien; laat de ene keer kaders achterwege terwijl hij de andere pagina streng vasthoudt aan meer conventionele kaderindeling. Daarbij combineert hij moeiteloos grote lappen tekst met grafische weergaven – extra benadrukkend dat het hier gaat om een ‘graphic novel’.Het werk van Eisner is een genot om te lezen voor iedereen die van strips houdt. Zijn boeken zijn het studeren waard en ondertussen proef je ook eens wat van de Amerikaanse immigrantengeschiedenis. Ik heb grote bewondering voor het werk dat deze stripmaker van het eerste uur heeft verzet. Wanneer ik zijn werk lees, weet ik weer waarom ik zo van dit medium houdt.Deze recensie is eerder verschenen op Comicbase.nl.Voor meer nieuws en recensies over strips surf naar Comicbase.

(Will Eisner.) Norton & Campany 2007. ISBN 978-0-393-32803/04/11-5/2/0.
A Contract with God, ISBN 978-0-393-32804-2.
A Life Force, ISBN 978-0-393-32803-5.
Dropsie Avenue, ISBN 978-0-393-32811-0

Categorieën
Mike's notities

Column: Koffie & Jezus

Over koffie doen verschillende geruchten de ronde – de een zegt dat het geen kwaad kan en een stimulerende werking heeft, de ander beweert dat je na een tijdje juist slaperig wordt van koffie. Ik heb het allemaal wel een keer gehoord en mijn eigen conclusies getrokken. Wanneer ik na vijf kwartier forensen eindelijk op mijn werk aan kom, ben ik, door al het lezen onderweg, weer behoorlijk duf geworden. Na het opstarten van mijn computer is de volgende stop de koffieautomaat om mezelf weer te verkwikken. Nou moet ik zeggen dat we alleen automatenkoffie tot onze beschikking hebben en dat ik in mijn leven wel beter heb geproefd. Toch, voor kantorenkoffie is het een redelijk bakkie. Ik heb een voorkeur voor cappuccino, maar drink anders mijn oppepper graag met melk en suiker. De zwarte koffie is niet op en top uit de automaat. Toch kan ik echt uitkijken naar die eerste kop in de ochtend; in het aroma ligt de belofte van een mooie dag verscholen.Na de eerste kop beginnen de radertjes in mijn hoofd weer te werken en ga ik aan de slag. In de loop van de dag wordt deze routine geregeld herhaald. Naast het beoogde effect heeft koffie ook een sociale functie. Ik ontmoet geregeld collega’s bij de automaat en soms komen daar gezellige en nuttige gesprekken uit voort. Daarbij is een rondje koffiehalen voor je collega’s een goede manier om een goede kant van jezelf te laten zien, of een goede kant te faken. Of de mythe van cafeïne nu waar is of niet, maakt eigenlijk niet zoveel uit. Als je gelooft dat iets werkt, dan werkt het negen van de tien keer ook. Het placebo-effect blijft niet beperkt tot nepmedicijnen, het geldt zowel voor koffie als voor de meeste religieuze levenshoudingen. Wat dat betreft is het vertrouwen in koffie en het geloof in Jezus gelijk aan elkaar. Als je er maar hard genoeg in gelooft, werkt alles.

Categorieën
Film Mike's notities

Column: Goddelijke ellende

Het wel of niet geloven in een hogere macht blijkt iedere keer weer een heet hangijzer te zijn en mensen snel in een voor of tegen kamp te brengen. Wat mij betreft hadden ze de idee God zo snel mogelijk mogen vergeten.‘God is a concept, by which we measure our pain’, zong John Lennon in het nummer The Dream is Over. De uitvinding van het concept God is wat mij betreft gevaarlijker dan de uitvinding van de atoombom. Hoewel de fall-out van een atoomexplosie voor decennia grote schade aanbrengt aan een relatief beperkt gebied, brengt het geloof in een God al millennia niet te berekenen schade aan over de gehele wereld. Op zich is het geloven in iets hogers dan jezelf niet slecht. Een individu kan er veel troost en kracht uit halen. Zolang deze overtuiging een individuele bezigheid blijft. Het gaat echter mis zodra er rondom een godsidee een collectief ontstaat en mensen voorwaarden aan je overtuiging gaan stellen – het zogenaamde dogmatisch denken komt immers altijd met geboden, beperkingen en uitsluitsels. Zodra iemand claimt de ware versie van de almachtige te kennen, betekent dit automatisch dat de andere versies fout zijn. En dan begint het gelazer. Onderdrukking, uitsluiting, zelfmoordaanslagen, oorlog – allemaal in de naam van het goddelijke gelijk.Dogma
Wat dat betreft had Kevin Smith het met zijn film Dogma naar mijn idee bij het juiste eind. Smith, zelf katholiek, wil met de film uitdragen dat het soms beter is om een vermoeden of een aardig idee te hebben van iets goddelijks, zonder dit gelijk te gieten in een geloofsstructuur. Dit wordt duidelijk gemaakt in de dialoog tussen Rufus (Chris Rock), de dertiende apostel, en Bethany (Linda Fiorentino), de laatste telg uit de Jezus-familie:

Rufus: He [God, red.] still digs humanity, but it bothers Him to see the shit that gets carried out in His name – wars, bigotry, televangelism. But especially the factioning of all the religions. He said humanity took a good idea and, like always, built a belief structure on it.

Bethany: Having beliefs isn’t good?

Rufus: I think it’s better to have ideas. You can change an idea. Changing a belief is trickier. Life should malleable and progressive; working from idea to idea permits that. Beliefs anchor you to certain points and limit growth; new ideas can’t generate. Life becomes stagnant.

Alanis
Natuurlijk ontkwam Smith niet aan het probleem dat op het moment dat God daadwerkelijk een personage werd in zijn Dogma, hij het concept vaste vormen moest laten aannemen. God moest gecast worden. De hele film wordt naar God verwezen als Hij en Zij, maar uiteindelijk neemt de goddelijke aanwezigheid de vorm aan van Alanis Morissette. Je zou je een slechtere casting kunnen voorstellen dan een getalenteerde zangeres uit Canada die bovendien een esthetisch verantwoorde uitstraling heeft. Ze zet een ontwapenende god neer die niet gespeend is van een flinke dosis humor, speelsheid en compassie. (Als God werkelijk Alanis zou zijn, had ik dit stukje natuurlijk niet hoeven schrijven en had ik me graag overgeleverd aan haar genade. ;))Veel christenen in de States vonden de film natuurlijk aanstootgevend, want er was iemand anders die zijn interpretatie op ‘hun’ collectieve idee losliet. Zodra God geclaimd wordt begint immers het gedonder. Daarom zou het goed zijn als iedereen zijn god lekker voor zichzelf houdt en voor de rest niemand lastig valt met zijn visie. Tenzij die visie een goede film oplevert natuurlijk.

Lees ook (of niet): GvD!

Categorieën
Striprecensie Strips

Webcomic: Review Nieuw gehoer

Wat krijg je als je een stel melige cartoonisten op een site stopt die op elkaars stripjes reageren? Precies: Nieuw Gehoer. Een samenwerkingsproject van Soff, Thijs, Mattt, Hallie Lama, Erwin, Roel Schuit, Zeke en Menno – allemaal geen onbekenden in het stripwereldje. Meligheid, strakke tekeningen en een soapachtige verhaallijn zijn de hoofdkenmerken van deze vreemde doch voedzame stripmaaltijd die onregelmatig wordt opgediend. De hoofdpersonages in deze strip zijn niet de minsten: God, de Duivel, Jezus (die altijd jeuk heeft aan zijn kruis), een Transformer, Sinterklaas en Trui. Het verhaal begon met het overlijden van Menno’s vaste figuurtje Trui, maar al snel nam de Duivel het roer over om aan wereld dominatie te werken. Ook schijnt hij op een bepaalde manier achter het broeikaseffect te zitten. Maar eigenlijk is dit ook maar een subplot: het verhaal is chaotisch en springt alle kanten op. Het valt niet samen te vatten tot een logisch geheel, hoewel Hallie Lama wel een poging heeft gedaan: Tekenbattle
Nieuw Gehoer is een zogenaamde tekenbattle. Omdat de ene tekenaar op de ander reageert, gaat het verhaal alle kanten op en blijft het ‘fris’. Wanneer Hallie een drol met een hoedje introduceert, wordt dit figuurtje gretig overgenomen door de anderen en geïntegreerd in het universum van Nieuw Gehoer. De grap escaleert echter al snel, wanneer de drol met een Jezus-masker van papier-maché de Goddelijke Vader wil bezoeken.Wie dit niet grappig vindt kan de website beter overslaan. Wie dit soort meligheid goed kan waarderen, zoals deze recensent, zit bij Nieuw Gehoer goed, want echt beter dan dit wordt het niet. De site sluit dus prima aan bij het werk van de individuele deelnemers, waar poep en plasgrappen en andere verstripte grofheden en meligheid regelmatig de revue passeren. (Het is altijd fijn als het cliché van de seksueel gefrustreerde 20+ striptekenaar in stand wordt gehouden met humoristisch werk.) Los van het hoge grapgehalte, is de site natuurlijk een mooie manier om kennis te maken met de verschillende tekenstijlen van de tekenaars die schijnbaar alles uit de kast halen om een zo goed mogelijk antwoord op de vorige grap te verzinnen. Daarbij is een battle een creatieve manier om met het democratisch beginsel, dat iedereen zijn stem kan laten horen op het internet, om te gaan. Al blijft het aantal comments van de bezoekers ver achter op de reacties van de makers zelf. Oud Gehoer
Nieuw Gehoer werd een tijd geleden gestart door Menno Kooistra en Erwin Steenbergen, onder de naam Oud Gehoer. Menno zegt hierover:

‘Het [project, red] bloedde dood en toen kwam Mattt Baay met het voorstel de boel nieuw leven in te blazen en er een soort van “tekentopic” van Clickburg van te maken. Zo geschiedde. Samen met die andere tekenheld, Hallie Lama, begonnen we de site die we op de Blogger-ruimte gooiden. We nodigden enkele tekenaars erbij uit, tot we kwamen op dit fijne clubje tekenaars. Binnenkort beginnen we weer met het aantrekken van nieuwe tekenaars. Want: hoe meer mensen, hoe leuker de tekenbattle.’

Het geheel is te bekijken op een blogspot-pagina en dat is eigenlijk het enige wat een beetje jammer is. Niet dat er voor elk gelegenheidsproject meteen een nieuwe website met een eigen url aangemaakt moet worden, maar omdat de nieuwste toevoeging altijd bovenaan staat, moet de archieflezer altijd eerst naar beneden scrollen om het verhaal te kunnen lezen. Afgezien daarvan geeft een blogpagina natuurlijk alle tekenaars de kans makkelijk hun werk te uploaden. Mijn goede voornemen voor dit jaar is om de site regelmatig te bezoeken om te zien welke gedachtekronkels het verhaal nog opgaat. Zie voor de laatste update http://nieuwgehoer.blogspot.com.Meer webcomicreviews op Clickburg.nl