Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Het godvrrgeten eiland

Een dikke doos vol met nieuwe uitgaven van Strip2000 werd laatst bij me afgeleverd. Daarin zat ook het eerste album van de reeks Het godvrrgeten eiland.

Zelf ben ik nog nooit schipbreukeling geweest en op een eiland aangespoeld, maar in de loop der jaren is dit het uitgangspunt geweest van zo verschrikkelijk veel boeken, films en strips, dat je de situatie in eerste instantie de verveelde gaap van het cliché oproept. Toch is Het godvrrgeten eiland, waar inderdaad een schipbreukeling en zijn hondje op terechtkomen, een plezier om te lezen. De situaties waarin de hoofdpersoon in verzeild raakt zijn vaak herkenbaar maar kennen ook een vreemde kronkel. Dat je op een eiland kannibalen en een verdwaalde piraat aantreft, a la, maar wat dacht je van pratende pinguïns die per ongeluk de verkeerde afslag hebben genomen, wrattenzwijnen die dankzij heel sterke rum zo slim worden dat ze een vliegtuig weten te ontwerpen en bouwen, en bezoekers uit de toekomst die flauwe woordgrappen maken terwijl ze hard hun best doen het tijd-ruimte continuüm niet te verstoren?

De verdwaalde pinguïns zien onze held aan voor de kerstman.
De verdwaalde pinguïns zien onze held aan voor de kerstman.

Het godvrrgeten eiland verschijnt in het Franse Spirou en in vertalingen in Stripgids en Eppo. Deze melige strip komt uit de pen van Sti (pseudoniem van Ronan Lefebvre) en Luc Cromheecke (Tom Carbon, Plunk). Een duo met wie een verblijf op een onbewoond, of godvrrgeten eiland, allesbehalve saai genoemd kan worden.

En nu we het toch over Cromheecke hebben: check zijn grappige blogproject Book of Silly Drawings. Collega journalist Kurt Morissens stelde Cromheecke enkele vragen over de strip, het resultaat staat op Stripelmagezine.be.

Sti & Luc Cromheecke. Het godvrrgeten eiland #1.
Strip2000, €8,95
isbn: 9789070060480

Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.

Categorieën
Film

Kevin Smith wil Clerks 3 maken

Foto © Kevin Smith
Foto © Kevin Smith

Fans van filmmaker en stripschrijver Kevin Smith herkennen zijn hoofd en het gebouwtje waar hij voor staat meteen: de Quick Stop convenience store waar hij jarenlang werkte en de eerste Clerks-film opnam. Bij de foto schreef Smith: ‘Doing some way, way-preliminary scouting at the little shop of pleasures that changed my life forever…’

Ja, fans, haters en alles er tussenin: Smith is een derde (!) Clerks-film aan het voorbereiden. Op zijn site zegt hij daar het volgende over:

In the very near future, I’ll be making Clerks III. It’s an epic l’il swan-song – my g’bye to film, meant to showcase everything I’ve learned in 20 years of making movies. Since The Weinstein Company was behind Clerks II, they got first shot at any potential sequel. My producer Shannon McIntosh and I spent months preparing the submission package for Bob Weinstein: the 120 page script, 3 separate budgets for shooting in 3 different states, a cast list, a cash-flow schedule, and sundry other items with which Bob Weinstein would decide whether or not he wanted to be involved in Clerks III. The deal gives him a month to decide.

Eigenlijk zou Smith met Clerks III stoppen met films maken. Tot hij opeens een heel vreemd idee voor een horrorfilm kreeg. Over een huiseigenaar die een kamer gratis verhuurd, zolang als de huurder maar af en toe een walruspak aantrekt. Gekkigheid? Ja en gebaseerd op een krantenartikel: ‘The story concerns a listing from GumTree.uk, a website that specializes in living situations and apartments to rent. In one memorable listing, a homeowner offers a living situation free of charge – the only caveat being the lodger would have to dress like a walrus from time to time,’ schrijft Smith.

Daar is hij nu druk meebezig. Ze gaan draaien in september om Tusk voor Sundance 2014 af te kunnen maken. Daarna gaat Smith dus waarschijnlijk Clerks III opnemen.

This doesn’t change the retirement thing at all: I’m still wrapping up my film career. I intend to close it with Clerks III – which we’re now aiming to shoot March of 2014 (more on that when I get the info).

Ik ben eigenlijk erg benieuwd naar deze nieuwe horrorflick van Smith. Red State was op zijn minst origineel te noemen en lapt de klassieke scenarioregels van Hollywood aan zijn laars. De film toont dat het echte gevaar bij je om de hoek kan wonen, want godsdienstgekkies zitten overal. En een nieuwe Clerks? Als het verhaal goed is, waarom niet? Clerks II is een van de beste films over mannenvriendschap ooit gemaakt en heeft een speciaal plekje in mijn filmhart veroverd.

Categorieën
Strips

Rob van Barnevelds aparte blik op de wereld

Rob van Barneveld maakt surrealistische strips met een vrolijke kronkel.

Stripmaker Rob van Barneveld (Utrecht, 1985) is een goed bewaard geheim van de Nederlandse strip. Hij heeft een bijzondere blik op de wereld en die deelt hij in de reeks Rood gras: surrealistische strips met een vrolijke kronkel. In zijn tweede album Vannacht is mijn vriendin in een ijsje veranderd belt een eenzame rotonde een datingbureau, verandert Robs vriendin daadwerkelijk in een ijsje en wordt zijn oma niet begraven maar vliegt ze de lucht in met een rode sportwagen. ‘Als je overlijdt word je begraven of gecremeerd. Ik zou het fijn vinden als er meer keuzes zijn, dat je bijvoorbeeld kunt eindigen als een theezakje omdat je altijd zo veel thee hebt gedronken,’ vertelt Van Barneveld.

roodgras_liefde
Bijna iedere werkdag publiceert hij een nieuwe aflevering op www.roodgras.nl. Inspiratie voor zijn verhalen haalt hij uit het dagelijks leven en vooral uit voorvallen die minder fijn zijn: ‘Nare dingen inspireren me meer. Als ik chagrijnig ben of niet helemaal lekker in mijn vel zit, krijg ik makkelijker inspiratie voor een vrolijk stripje, want op die manier vrolijk ik mezelf ook een beetje op. Als ik op een zaterdagmiddag met muziek op mijn hoofd door de regen loop, bedenk ik hoe het beter zou kunnen. In plaats van regen zou het leuker zijn als er boterhammen uit de wolken vallen.’

Die aparte blik op de wereld heeft Van Barneveld eigenlijk altijd gehad. Als kind wist hij zichzelf goed te vermaken door op zijn kamertje te tekenen of de stripcollectie van zijn vader door te lezen. ‘Volgens mij was ik wel een apart jongetje: ik praatte altijd in mezelf en had een onzichtbare vriend. Maar ik speelde ook wel buiten met andere vriendjes in de buurt, hoor.’

roodgras

Steunkleur
In het begin waren de stripjes zwart-wit en verwees de titel naar de rode steunkleur die Van Barneveld gebruikte. Rood was het verbindende element in een reeks die verder alle kanten op gaat: ‘Er kon van alles in de strip gebeuren, maar het gras is altijd rood. Dat was de enige restrictie die ik mezelf stelde.’

Van Barneveld hanteert een geheel eigen handschrift en tekent zijn strips passend in een eenvoudige, ietwat naïeve stijl. ‘Daar heb ik niet bewust voor gekozen, ik kan eerlijk gezegd niet anders tekenen. Mijn stijl is simpel en spontaan, en daar hou ik ook van.’

Schateiland
schatvansalami_coverRecent kwam bij uitgeverij Syndikaat De schat van Salami uit, een zeer vrije bewerking van het klassieke boek Schateiland. Van Barneveld voegde robots, waterreuzen en heksen aan het verhaal toe. In tegenstelling tot Rood gras, dat op verschillende niveaus werkt, is De schat van Salami vooral een album voor kinderen. ‘Ik wilde een ouderwetse, maar eigentijdse avonturenstrip maken. Het moest niet te pretentieus worden. De zoektocht naar de schat is geen metafoor voor opgroeien of puberteit,’ verzekert de stripmaker.

Autist
Naast striptekenen werkt Van Barneveld in de gehandicaptenzorg. Hij begeleidt kinderen met autisme, met een verstandelijke beperking of gedragsproblemen. ‘Voor een autistisch kind is een dag groot en heel onvoorspelbaar. We proberen de dag in stukjes te hakken en overzichtelijk te maken door onder andere pictogrammen te tekenen van de activiteiten die gedaan moeten worden. Ik vind het heel boeiend werk, want door die kinderen ga je op een andere manier naar de wereld kijken.’

Van Barneveld koestert plannen voor een strip over de gehandicaptenzorg om lezers meer inzicht te geven van wat men allemaal in de zorg doet. ‘Wat mij opvalt aan strips over gehandicapten is dat ze alles zo karikaturaal voorstellen,’ zegt Van Barneveld. ‘Een gek heeft wilde haren en draagt een dwangbuis en iemand met het syndroom van down ziet er ook heel overdreven als zodanig uit. Ik zou graag een meer genuanceerde strip maken, zoals Blankets van Craig Thompson. Daar zit iemand met een verstandelijke beperking in en dat doet Thompson heel mooi.’

Dit artikel is in VPRO Gids #28 (2013) gepubliceerd.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Bunbun #2 – Oh no, not again

Oh no, not again heet het nieuwe Bunbun-album van Matt Baay en dit keer heeft hij ook zijn stripmaakvrienden ingeschakeld om een bijdrage te leveren. Maaike Hartjes, Paul Stellingwerf, Frodo De Decker, Rob van Barneveld, Boris Peeters, Aleks Deurloo, Sam Peeters, Jeroen Funke, Ruben Steeman en Aimée de Jongh tonen ieder hun eigen interpretatie van het witte konijn dat al zo negen jaar de pagina’s van strippend Nederland onveilig maakt.

Paul Stellingwerf weet met zijn gastbijdrage dicht op de sfeer van het origineel te blijven.
Paul Stellingwerf weet met zijn gastbijdrage thematisch dicht op de sfeer van het origineel te blijven.

Het is leuk om te zien hoe andere stripmakers omgaan met de terugkerende thema’s die het Bunbun-universum uitmaken: de zucht naar wortels, seks en grote pikken. Baay heeft er een handje van om eindeloos te variëren op deze thema’s. Zo nu en dan mixt hij er een sprookjes- of filmparodie doorheen. Soms doet hij dat door een visuele grap en een knipoog naar het medium, maar dikwijls doet hij dat ook lekker plat.

bunbun_tekent
Bunbun blijkt ook zijn eigen gasttekenaar.

Objectief kan ik niet over Bunbun oordelen, daarvoor ken ik de geestelijk vader en het konijn te goed. Ik ben al jaren fan van de strip. Toen ik redacteur was van de site IntermediairForward, een plek waar starters op de arbeidsmarkt terecht konden voor informatie over solliciteren en vacatures, wilde ik de site aantrekkelijk maken door ook iets met strips te doen. Ik heb toen Baay gevraagd om een reeks animaties te maken over Bunbun in een arbeidssituatie. Op een speelse manier konden we zo sollicitatietips kwijt. Bunbun vond het prima om te doen alsof hij solliciteerde, zolang het honorarium maar uit een flinke berg wortels en enkele bereidwillige groupies bestond. Verder niets te klagen over deze acteur.

Ravijn
Al snel schreven Matt en ik de serie samen. Met plezier denk ik terug aan onze plotsessies, die vaak plaatsvonden in een Utrechts restaurant. ‘Kunnen we niet een bus vol met marketeers een ravijn in laten rijden?’ vroeg ik Matt. Dat leek me wel passend aangezien marketeers mij het leven erg zuur maakten indertijd. ‘Natuurlijk kan dat!’ zei Matt opgewekt. En zo bedachten we dan een verhaaltje rondom deze scène dat ook nog eens Intermediair genoeg was om op de site gepubliceerd te worden.

Ik ben wat dat betreft Hille van der Kaa, die toen chef online was bij Intermediair, nog steeds dankbaar dat ook zij de humor van Baays konijn inzag.

Maar goed, ancient history.

Oh no, not again? Jazeker wel. Van Bunbun krijg ik nooit genoeg.

Een recent interview met Baay over dit nieuwe album staat op Stripelmagazine.

Matt Baay en anderen. Bunbun #2 – Oh no, not again
Uitgeverij Syndikaat, € 14,95

Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.

Categorieën
Strips

Esther Verkest: Sexy dame in een donkere, absurde wereld

Kim Duchateau laat heldin Esther Verkest surrealistische en absurde avonturen beleven. ‘Het is godsgruwelijk moeilijk om mooie vrouwen te tekenen!’

Esther_verkest_octopusIn een nachtelijk bos wordt Esther achtervolgd door een levensgroot speelgoedkonijn met een opwindsleutel in zijn rug. Als het konijn uitgeput neervalt, rijgt de heldin hem aan het spit: ‘Met Duracell-batterijen is het normaal gezien nog spannender,’ zegt ze smikkelend. In een andere aflevering vindt ze na weken reizen dankzij een sjamaan midden in de woestijn een plek waar vrouwen met een plezierige uitdrukking op het gezicht samen komen: de legendarisch G-spot is gevonden. En de ideale man, die zet Esther zelf in elkaar met een ‘IKAE’-bouwpakket. Zoals we van de zelfbouwgigant mogen verwachten zit er net bij dit exemplaar een schroefje los.

Drie uiteenlopende voorbeelden uit de strip Esther Verkest, een van de opvallendste Belgische stripfiguren van de afgelopen jaren. De sexy, roodharige Esther beleeft allerlei surrealistische en absurdistische avonturen, gelardeerd met een flinke dosis seks en cartoongeweld. ‘Ik maak absurde, afwijkende strips,’ legt Kim Duchateau (Sint-Truiden, 1968) uit.
De Vlaamse stripmaker heeft het er druk mee: behalve Esther tekent hij dagelijks een cartoon voor De Morgen, cartoons voor P-Magazine, geeft hij tekenles aan de Provinciale Hogeschool Limburg en is DJ bij FM Brussel. Tussendoor treedt hij op als muzikant, werkt hij aan verschillende opdrachten en aan een graphic novel met Hanco Kolk.

Een heel weeshuis aan stripfiguren vloeide uit zijn pen, zoals Madelfried de onverschrikkelijke, een lui superkonijn, en Aldegonne: een zielig, moederloos meisje dat door iedereen gepest wordt. Duchateau: ‘Met de loser, of degene die altijd in een ongeluk terechtkomt, kun je gewoon veel doen. Personages die slecht of onsympathiek zijn, vind ik interessanter dan de brave held zoals je die wel hebt bij klassieke stripreeksen. Obelix is jaloers, te dik en ijdel. Daarbij vergeleken is Asterix saai.’ In tegenstelling tot Aldegonne delft Esther zelden het onderspit. In wezen zijn ze elkaars tegenpolen.

kim_Aldegonne-en-varkentje

Geen neukpop
Duchateau maakte drie jaar cartoons voor P-Magazine, de Belgische Panorama, toen men hem september 2000 vroeg ieder nummer een hele pagina te vullen. Binnen vier dagen moest hij met een concept op de proppen komen. Tot hun verbazing kwam Duchateau niet met cartoons maar met Esther Verkest: ‘Het was het idee van mijn vrouw om een sexy dame als hoofdpersonage te nemen, want P-Magazine vond ze toch een half naaktblad. In eerste instantie leek me dat niets, want ik moest meteen denken aan de reeks Rode Oortjes: strips vol belegen grappen waarin vrouwen als neukpop worden afgeschilderd. Toen kreeg ik het idee een wulpse, goed uitziende dame te verzinnen die dingen beleeft die haaks staan op haar uiterlijk. Ze ziet er heel populair, aantrekkelijk en sexy uit, maar ik laat haar in een donkere, afschuwelijke en absurde wereld toeven. Zo’n beetje Natasja (de stripstewardess) meets Kamagurka. Een dergelijk experiment was nooit eerder gedaan. Strips kennen wel sexy heldinnen maar vooral in avonturenverhalen, niet in humorstrips.’

Overigens was dit concept in het begin wel een uitdaging voor de stripmaker: ‘Het is godsgruwelijk moeilijk om mooie vrouwen te tekenen! Zodra je haar neus of haar oog maar een millimeter te veel naar links of rechts tekent, is ze al niet meer mooi. Als je de kont iets te dik of te plat tekent, zie je dat meteen. Dat heb je niet bij gewone stripfiguren of bij iemand die lelijk is.’ De strip ging met de maker op de loop, het sterke karakter van Esther ontstond gaandeweg: ‘Ik bedacht een grap en vroeg me af hoe ze daarop zou reageren. Vanaf dat moment was ze een personage. Het is nu al zo dat ik geen grappen kan bedenken waarin Esther de dupe is, want zo is ze niet.’

Esther-begrafenis

Onsterfelijk
‘Ik heb nooit een doelgroep voor ogen gehad. Esther is een opvallende figuur, de humor spreekt iedereen wel aan. Toch ben ik altijd verbaasd als ik op een boekenbeurs signeer en er veel volk staat. Het publiek is heel divers: zowel pubers als ouderen, van truckchauffeurs met een bierbuik die nog bij moeder wonen als een meer intellectueel publiek. Ik vind het leuk dat mensen er zo serieus mee omgaan: lezers vragen wel eens toestemming om een beeld van Esther te mogen maken; een bakker heeft ooit een taart van haar geboetseerd. Ik zit gewoon thuis in mijn luie stoel iets absurds te bedenken dat de mensen laat lachen, soms tien jaar later nog. Dat soort onsterfelijkheid vind ik fijn.’

Een selectie van de afleveringen uit P-Magazine wordt in het Nederlandse stripblad Eppo afgedrukt. ‘Daar staan vooral de bravere, niet heel kinky afleveringen in. Niet de heel sadistische, seksueel expliciete dingen. Je mag wel een blote tiet zien maar geen erectie in de broek.’

Over het randje
kim_spermadonorSoms komt Duchateau in zijn cartoons en Esther-strips grof uit de hoek. Onderwerpen als kindermisbruik door geestelijken en kindermishandeling thuis schuwt hij niet. In een reeks verhalen wordt de zus van Esther telkens in elkaar geslagen door haar man – een keer zelfs door een tekstballon. ‘Je zag Esthers ouders nooit, dus toen vroeg ik me af of ze een broer of zus zou hebben. Ik besloot dat haar zus Rebecca precies het tegenovergestelde is van Esther: een mietje dat zich door haar man in elkaar laat timmeren. Ik weet niet waar dat vandaan kwam. Het is een beetje pijnlijke humor. Lezers reageerden dat ze het grappig vonden maar wel over het randje. Als cartoonist moet je je grenzen aftasten, zien hoever je kunt gaan. De grap komt bij mij altijd op de eerste plaats: als ik hem goed vind, dan doe ik hem ook als hij over het randje is, maar ik wil mensen niet bewust shockeren.’

Soms laat Duchateau zijn heldin optreden in een pastiche van een bekende strip, zoals Jommeke (Kommeke) en de beroemde strip Peanuts (Esthernuts). Bekende stripfiguren spelen vaak een bijrol. ‘Ik ben erg geïnspireerd door tekenfilms en andere strips, dus vind ik het leuk om daar parodieën op te maken en die figuren op een andere manier te belichten. Door Esther soms in zo’n heel andere stijl te tekenen ga ik verveling tegen.’

Esther-acne

Een goede kennismaking met Esther is het album Roodheidswaanzin, een bundeling van tien jaar Verkest-strips, uitgegeven door Oogachtend.

Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #20 (2013).

Categorieën
Media

TV: My Name Is Earl

Mijn nieuwe dvd-verslaving heet My Name Is EarlNadat Earl door een auto is aangereden en daardoor een winnend kraslot is kwijtgeraakt, wijt hij de tegenspoed die hem treft aan zijn slechte karma. Earl besluit het tij te keren en maakt een lijst van alle wandaden die hij ooit heeft begaan. Een voor een probeert hij deze goed te maken. Karma’s bitch
Wat heeft de kruimeldief Earl dan zoal fout gedaan? Zijn wandaden lopen van het uitlachen van mensen met een accent tot en met het faken van zijn eigen dood om van een meisje af te komen. De premisse van My Name Is Earl lijkt een gimmick die snel gaat vervelen. Niets is minder waar. Iedere aflevering probeert Earl op ingenieuze wijze zijn fout goed te maken, maar wordt door de goede afloop dikwijls net zo verrast als de kijker. Wie karma aan zijn kant heeft en het goede doet, kan van alles verwachten. Wanneer Earl echter besluit zijn lijst even met rust te laten en iets anders te gaan doen, wordt hij hier door karma hardhandig aan herinnerd. Meteen is het ongeluk weer op zijn pad: hij wordt opvallend veel geraakt door rondvliegende frisbees en dartpijltjes en ook bijen vinden het leuk om hem te prikken. Pas wanneer Earl de ruim tweehonderd items op zijn lijst heeft weggestreept, heeft hij zijn leven gebeterd en volgens zijn theorie weer recht op wat geluk. Tot die tijd is Earl karma’s bitch.
Trailerpark
Earl is een sympathieke boef en is omringd met een cast aan heerlijke typetjes. Zijn broer Randy is een lief simpelhoofd met het hart op de goede plek; zijn ex-vrouw Joy is een schoonheid, maar een secreet van het type trailerpark trash. Als zij hoort dat Earl 100.000 dollar heeft gewonnen met een kraslot, is ze bereid om hem te vermoorden zolang ze haar deel van het geld maar krijgt. Ze is getrouwd met Crab Man – een vrolijke Afro American wiens karakteristieke haardracht per aflevering groter lijkt te worden. Last but not least in het rijtje van de cast: de oogverblindende (illegale) Mexicaanse kamermeid Catalina Aruca, die zo veel met de heren optrekt dat ze praktisch woont in de motelkamer die Earl en Randy op permanente basis huren. Luchtig
In tegenstelling tot die andere succesvolle hit sitcom, Californication, is de toon van My Name Is Earl luchtiger en ontbreekt het cynisme. De setting bestaat dan ook niet uit LA maar uit de achterstraatjes van de fictieve stad Camden County waar het white trash zich ophoudt. De afleveringen staan op zichzelf en bevatten een aantal running gags die altijd goed zijn voor een lach. Zo staat Earl bijvoorbeeld met zijn ogen dicht op iedere foto die er ooit van hem is gemaakt.
Ster van de serie is Jason Lee – geen onbekende voor wie de films van Kevin Smith heeft gezien. Lee maakte zijn acteerdebuut in diens Mallrats en schitterde in Chasing Amy, maar had ook een mooie rol in Almost Famous van Cameron Crowe. Lee heeft zichtbaar plezier in zijn rol als Earl en deze besnorde schavuit lijkt hem op het lijf geschreven te zijn. Randy wordt vertolkt door Ethan Suplee – ook geen onbekende in het View Askewniverse van Smith. Overigens is de humor van de serie weliswaar scherp, maar deze komt nergens in de buurt van de grofheid waar Smiths films om bekend zijn. Op dit moment loopt in de Verenigde Staten het derde seizoen. De serie is inmiddels bekroond met een Emmy. En ook al biedt een dergelijke prijs geen garantie voor kwaliteit: My Name Is Earl is een aanrader, ook voor mensen die niet in karma geloven.Lees ook: Californication en alles over Kevin Smith en Chasing Amy.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Burka Babes

De twee dames in zwarte boerka dragen steevast twee Dirk-tassen. Uit de ene tas steekt een stuk brood, uit de andere een prei. De twee dames debuteerden in de strip Sigmund, maar kregen al snel een eigen podium. Deze stripjes zijn nu door De Harmonie gebundeld in een mooi uitgevoerde hardcover, vormgegeven door Rudy Vrooman.

‘Zo’n boerka is geen gezicht’, moet Peter de Wit gedacht hebben. Misschien dat daarom de meeste grappen in zijn strip het uiterlijk van deze zwarte tenten als uitgangspunt hebben. Ook wordt het feit dat je niet kunt zien wie er onder de boerka schuilgaat – wat meteen het grootste bezwaar is tegen deze religieuze klederdracht – menigmaal aangehaald. De droge grappen hebben dus voornamelijk een visueel karakter. In de sobere stijl van De Wit steken de twee zwarte tampons op voeten mooi af tegen het hagelwitte papier.

De Wit schroomt niet om ook de politieke betekenis – het symbool voor de onderdrukking van de moslima – met humor aan de kaak te stellen. De boodschap van de stripmaker is daarin glashelder. Op het titelblad verkondigt een van de Burka Babes: ‘Fuck artikel 1 van de grondwet! Dit ding moet verboden worden!’
Ondanks het potentiële gevoelige onderwerp is Burka Babes geen politiek manifest. De grappen becommentariëren weliswaar boerka’s in het straatbeeld en stippen enkele vooraannames betreffende moslimfundamentalisme aan, toch zijn ze overwegend luchtig van aard. De Wit overschrijdt nergens een gevaarlijke grens. Gelukkig maar, voordat je het weet veroorzaakt je cartoon een rel.

Burka Babes (Peter de Wit) De Harmonie, 2007. ISBN 978 90 6169 833 3.


Categorieën
Video

Film: Hou van jezelf voor dummies

Liefde, liefde… wie smacht er niet naar? Maar van de ander houden, begint bij van jezelf houden. Daarom is de cursus Hou van jezelf voor dummies ontwikkeld.Making of
Nou ja, eigenlijk zit het zo: Martijn en ik hebben voor de lol het bovenstaande filmpje gemaakt. Hij wilde graag zijn bluescreen uitproberen. De tekst is op een zondagmiddag opgenomen voor dit blauwe scherm. Nadat de opnames op tape waren gezet, is de informatie van het blauwe scherm digitaal vervangen voor de wolkenlucht. Zoals je van ons gewend bent valt dit filmpje in de categorie melig.Desondanks: “All you need is love…”Mocht je niets zien, surf dan naar: http://video.google.nl/videoplay?docid=-8511517994299652065