Categorieën
Strips

Han Hoogerbrugge: ‘De grap zit soms heel erg in de verte’

David Lynch, Quentin Tarantino, Bob Ross en Han Hoogerbrugge zelf spelen de hoofdrol Pro Stress 2.0, de webcomic waarin de stripmaker en beeldend kunstenaar Hoogerbrugge op eigenzinnige wijze zijn visie met de wereld deelt. Zijn werk uit het eerste jaar is recent gebundeld.

Wie is Han Hoogerbrugge?
Mediakunstenaar Han Hoogerbrugge (Rotterdam, 1963) is één van de pioniers van internetanimatie. Hij studeerde van 1983 tot 1988 Schilderen aan de Academie van Beeldende Kunsten Rotterdam (nu Willem de Kooning Academie). In eerste instantie maakte hij na zijn studie vooral strips en illustraties. Door enkele uitspraken van Francisco van Jole in een televisie-interview, raakte Hoogerbrugge geïntrigeerd door het internet, dat toen nog in de kinderschoenen stond.

In 1998 begon hij op de site Modern Living/Neurotica te experimenteren met korte gifanimaties, getekend in de strakke klare lijn-stijl, zijn handelsmerk. In de animaties krijgt Hoogerbrugges evenbeeld te maken met de kleine zaken van het dagelijks leven en onderzoekt de animator zijn obsessies, neuroses en emoties. Kenmerkend voor de animaties is een onverwachte, absurdistische wending. Hoogerbrugge laat ook veelvuldig dezelfde elementen, figuren en patronen in zijn werk terugkomen. In het project Nails (2002-2006) lieten verbeterde technieken toe dat de verhaaltjes en animaties complexer werden. In het non-lineaire, crossmediale verhaal Hotel doet Dr. Doglin onderzoek naar ‘freak accidents’ en laat hij menig proefpersoon verdwijnen.

Hoogerbrugge werkt ook in opdracht als animator en illustrator, voor onder andere de Volkskrant, Vrij Nederland, Bright en bedrijven. Daarnaast regisseert hij videoclips. Onlangs opende de expositie La Grande Fête #2 in Galerie Le Cabinet in Parijs.

Han Hoogerbrugge begon twee jaar geleden met het project Pro Stress 2.0, een website waarop hij dagelijks een strip publiceert. In drie plaatjes aanschouwt de tekenaar, op eigen wijze, de wereld. De vorm is eenvoudig: een personage, vanaf de middel afgebeeld tegen een witte achtergrond, spreekt de lezer toe. Vaak gebruikt de tekenaar in de drie plaatjes dezelfde afbeelding, soms met kleine variaties. Zoals in eerder werk is Hoogerbrugge zelf een belangrijk personage in de reeks. Ook bekende koppen als David Lynch, Quentin Tarantino, Nick Cave, Dr. Phil, Bob Ross en Ross van de sitcom Friends komen geregeld voor. De afleveringen van het eerste jaar Pro Stress 2.0 zijn nu als album uitgegeven.

Waarom bent u in september 2008 met Pro Stress 2.0 begonnen?
‘Ik wilde weer iets maken op regelmatige basis. Voor de serie Modern Living maakte ik elke twee weken een animatie. Dat ritme vond ik erg prettig. Met Pro Stress wilde ik eigenlijk een krantenstrip op het internet maken, daarom heb ik het stramien van drie plaatjes aangehouden. De werkdagen zijn voor de strips, net als in de krant. In het weekend publiceerde ik tot voorkort een serie aquarellen onder de naam La Grande Fête.’

Zou u de strip ook graag in een krant willen zien?
‘Ja, heel graag.’

Welke krant zou dat moeten zijn?
‘Lachend: Het Parool. Dat is volgens mij een van de weinige kranten in Nederland die nog een strippagina hebben.’

Hoe maakt u een aflevering?
‘Het laatste halfjaar tot een jaar kijk ik vooral naar het nieuws voor inspiratie. Ik zoek dingen die op dit moment gebeuren. ’s Ochtends om half acht begin ik met het checken van internationale nieuwssites zoals CNN en de Huffington Post, om een onderwerp te vinden voor een aflevering. Het gaat me niet om grote gebeurtenissen zoals de oorlog in Irak of de olieramp van BP. Ik zoek naar persoonlijke dingen, zaken die een mens an sich aangaan. Iemand die aapjes een vliegtuig in smokkelt door ze om z’n middel te binden, bijvoorbeeld. Daarnaast zijn er Pro Stress-strips die niets met actualiteit te maken hebben. Die maak ik apart en zijn los inzetbaar.’

Kost het tekenen u veel tijd?
‘Ik ben heel lui, dus over het algemeen gebruik ik tekeningen die ik al heb. Die afbeeldingen van Tarantino en Lynch gebruik ik altijd. Tekeningen van mezelf haal ik uit een database. Ik zoek naar de expressies die bij het verhaal passen. Soms pas ik een oog of mondhoek aan. Wanneer ik een personage niet in de goede houding heb, teken ik hem opnieuw of zet ik een hoofd op een ander lichaam.’

Behalve uw evenbeeld kent de strip een rijke cast aan internationale beroemdheden.
‘Ik gebruik steeds meer beroemdheden in de strip. Ik ben ooit begonnen met filmregisseurs Quentin Tarantino en David Lynch. Die bespreken op maandag het afgelopen weekend. Ik kwam op dit idee omdat Lynch op zijn site altijd in een video het weerbericht geeft. Hij doet dat heel ongedwongen, maar het is vrij saai, want in LA is het vrijwel altijd hetzelfde weer. Op vrijdagen wenst hij de kijkers een prettig weekend. Daardoor vroeg ik me af wat hij in het weekend doet. In de strip wilde ik hem tegen iemand laten praten, dus heb Lynch tegenover een andere regisseur gezet die ik waardeer.’

Heeft een van hen wel eens gereageerd op uw strip?
‘Ik weet niet of ze het weten dat ze in mijn strip voorkomen, maar ze hebben er in ieder geval nog nooit op gereageerd. Ik ben wel van plan ermee door te gaan tot één van hen een reactie geeft.’

Dus al duurt het nog tien jaar voordat u iets hoort…
‘Elke maandag blijven Tarantino en Lynch het weekend bespreken. In ieder geval tot ik een keer een berichtje heb gehad.’ (lacht)

Hoogerbrugge_Chitchat9
(Klik op plaatje voor grotere versie.)

Recent liet u ook de paus een grap maken.
‘Ik gebruik altijd mensen omdat ze een bepaalde betekenis hebben. Ze staan voor iets en dat maakt het makkelijker om een wending aan een grap of verhaal te geven. Als ik de paus iets laat zeggen, komt dat heel anders over dan wanneer ik het zeg.’

Uw grappen zijn soms visueel, ironisch, soms pervers, flauw of blijven in het midden hangen. Hoe zou u de humor in de strip typeren?
‘Ik probeer niet echt een grap te maken zoals in bijvoorbeeld Sigmund (van Peter de Wit, red.) Daarin staan conventionele grappen. Bij mij hoeft het niet echt altijd een grap te zijn. Pro Stress is niet alleen voor de lach, maar mag ook stof tot nadenken geven. Bij Jiskefet waren soms ook van die vreemde filmpjes te zien die niet grappig zijn, maar die wel een soort boodschap overbrengen. De grap zit daar heel erg in de verte.’

Is het niet ironisch dat één van de Nederlandse pioniers van het internet zijn webcomic in albumvorm uitgeeft?
‘Pionier van het internet is wat andere mensen ervan maken. Voor bepaalde ideeën bleek het web een perfect medium te zijn, maar voor een strip blijft een boek gewoon heerlijk. De strips zijn vaak een vervolg op elkaar. Dat werkt in het boek prettiger dan online. Eerlijk gezegd vind ik het boek leuker dan de site.’

Het boek begint met een citaat van Hans Selye, de Canadees-Oostenrijkse arts en endocrinoloog die het wetenschappelijk concept van stress introduceerde: ‘Stress is the spice of life.’ Kunt u dat toelichten?
‘Stress wordt vaak gezien als iets negatiefs, maar voor mij heeft het ook een positieve klank. Het heeft te maken met een soort opgewondenheid die ik heel prettig vind. Pro Stress staat voor Professional Stress. De spanning die een artiest ervaart voordat hij opmoet, houdt hem scherp. Moeilijkheden en tegenslag kunnen ook een stimulans zijn. Daardoor haal je dingen uit jezelf die je er niet uit zou halen wanneer je volledig ontspannen bent. Filmmaker Orson Welles zei zoiets als: ‘Zwitserland heeft altijd vrede gekend en Italië is een land met een historie vol oorlog en heel veel moeilijkheden. Italië heeft Da Vinci, Michelangelo, de Renaissance en een geweldige keuken. Zwitserland heeft de koekoeksklok en chocolade.’

De serie aquarellen La Grande Fête bestaat grotendeels uit portretten van gezichten waar iets mee aan de hand is. Het zijn vaak verontrustende beelden, zoals een Ronald McDonald die gehurkt een arm zit te eten en met een betrapte blik naar de toeschouwer kijkt en een mens die met open gesperde mond schreeuwt van de pijn omdat zijn ogen zijn dichtgenaaid met paarse garen. Wat wilt u hiermee uitdrukken?
La Grande Fête gaat voornamelijk over decadentie, het laatste grote feest zoals in de film La grande bouffe. Een deel van de serie gaat over geweld ten opzichte van het gelaat. Mensen die in elkaar zijn geslagen, boksers of mensen die net een plastische chirurgische operatie hebben ondergaan, hebben allemaal een beschadigd gezicht, maar iedere keer is dat opgezette gelaat door iets anders veroorzaakt. Ik vind het moeilijk om precies uit te leggen waarom ik dingen doe en wat ik daarmee wil zeggen. Het is voor mij net zo goed een zoektocht als voor iemand die naar mijn werk kijkt. Het gaat mij om een gevoel dat ik wil overbrengen. Waarschijnlijk werk ik daarom altijd in series, want het zit niet in één animatie of strip. Je moet meerdere van die strips lezen om er dat gevoel bij te krijgen.’

Han Hoogerbrugge: Pro Stress
Bis publishers
ISBN: 978-90-6369-234-6

Dit artikel stond woensdag 29 september in Het Parool.

Categorieën
Film

Film A-Z: M

Het is vrijdag dus tijd voor mij tweewekelijkse Film A-Z. Vandaag de M, want het is nooit te warm om goede films te kijken. Enjoy.

Man on the Moon (Milos Forman, 1999)
Het levensverhaal van de eigenzinnige komiek Andy Kaufman met liefde verfilmd. Jim Carrey zet een zeer overtuigende Andy Kaufman neer. En een goede Tony Clifton, Kaufmans alter ego. Maar laten we ook acteur Paul Giamatti niet vergeten. Hij speelt Bob Zmuda, de compadre van Kaufman met wie hij snode grappen bedacht. Zmuda schreef ook een memoir over Kaufman. Wie dat boek uitleest, ziet de wereld opeens op een complete nieuwe manier. Dat overkwam mij in ieder geval. Lees het boek na de film, andersom merk je dat de makers van Man on the Moon veel hebben gesleuteld aan de werkelijkheid om er een kloppend verhaal van te maken. Maar ach, wat geeft dat eigenlijk. Het leverde een boeiende flick op, van een boeiende vent.

De band REM maakte nog een mooi liedje over Andy Kaufman.

The Matrix (Andy Wachowski, Lana Wachowski, 1999)
Toen de eerste Matrix-film uitkwam, was ik flabbergasted. Het was steevast de beste film van dat jaar. Goed uitgevoerd, vol met technisch hoogstaande filmsnufjes. Een boeiend verhaal over werkelijkheid en schijnwerkelijkheid. Over wat echt is en virtueel, maar reëler aanvoelt dan de werkelijkheid. Vooral vondsten als de verklaring voor déjà vu, wat dus komt omdat het computersysteem zich aanpast en er dus een kleine loop in het computerprogramma ontstaat, vond ik prachtig. En verder lekker semi-relieus geneuzel. Religie moeten we toch niet serieus nemen. Niet in deze wereld, noch in The Matrix.

Welke pil zou jij eigenlijk nemen? De rode, die je uit de illusies doet ontwaken, of de blauwe, die je de werkelijkheid doet vergeten? Ik vrees dat de meeste mensen voor de laatste pil zullen kiezen, al zullen ze dat natuurlijk nooit toegeven.

Het is zo jammer dat er een tweede en een derde deel moesten komen. Die halen toch een deel van de glans van The Matrix weg. Daarbij trek ik één film met houtenklaas Keanu Reeves nog wel, maar een hele trilogie? Dan nog liever drie films met hobbits!

Metropolis (Fritz Lang, 1927)
Het eerste wat ik ooit van deze scifi klassieker zag, waren beelden die gebruikt werden in de videoclip Radio Gaga van Queen. De beelden lieten me nooit meer los: ik ben erg dol op het gebruik van schaalmodellen in films en de futuristische stad in Metropolis wordt mede verbeeld door schaalmodellen. Verder bevat deze Duitse film uit 1927 prachtige beelden. Zoals de scène waarin de gouden vrouwenrobot tot leven wordt gewekt.

Metropolis, toen de duurste Duitse film ooit, is een dystopisch verhaal dat zich afspeelt in de toekomst. Het verhaaltje, dat geschreven werd door de vrouw van regisseur Fritz Lang, zit simpel in elkaar en de boodschap is duidelijk, maar naïef: de arbeiders en de elite (het hoofd) vinden elkaar in het hart.

Er zijn heel wat verschillende versies van deze film, maar ik geef de voorkeur aan de versie van Giorgio Moroder, die er een aardige Hollywoodachtige versie van wist te maken. Maar smaken verschillen natuurlijk.

Mulholland Drive (David Lynch, 2001)
Wat, alweer een film van David Lynch in mijn film A-Z? Jazeker. Dit is een van de meest toegankelijke films van meneer Lynch en wat een hartzeer laat hij ons zien. De geflopte actrice Diane Selwyn (Naomi Watts) voelt zich verraden door haar vriendinnetje en construeert een heel romantisch verhaal voordat alles in duigen valt en ze zelfmoord pleegt. Of zoiets, want net als bij het andere filmwerk van Lynch zijn er meerdere interpretaties van het verhaal mogelijk. Is dat erg? Nee, dat maakt het alleen maar voor de hand om de film nog eens te gaan zien. En dat is geen straf. Prachtig gefilmd, met twee prachtige hoofdrolspeelsters. Intrigerend ver voorbij het moment dat het laatste frame zichtbaar is.


De volgende Film A-Z is vrijdag 16 juli. Voel je vrij om tot die tijd jouw favoriete M-titels met ons te delen.

Categorieën
Film

Film A-Z: L

Het is vrijdag en dus tijd voor mijn tweewekelijkse Film A-Z. We zijn inmiddels bij de letter L beland.

Lethal Weapon (Richard Donner, 1987)
Ik zat er eerst nog even te twijfelen of ik Lethal Weapon op de lijst moest zetten. Dat heeft alles te maken met het feit dat ik in de afgelopen jaren anders ben aan gaan kijken tegen Mel Gibson. In de Lethal Weapon-reeks speelt hij de agent met het korte lontje Martin Riggs die op ieder moment tot een geflipte actie in staat is. Erg amusant die rare sprongen die Riggs maakt. Toch bekruipt me de laatste jaren het gevoel dat Gibson misschien niet echt acteerde: hij heeft een paar rare uitspraken gedaan en The Passion of the Christ noem ik geen gezond kijkvoer. Was het je trouwens al opgevallen dat Mel in bijna al zijn films wel een keer gemarteld wordt?

Maar dat even terzijde. Ik heb indertijd erg genoten van de Lethal Weapon quatrologie, waarin stevige actie en heerlijk mannenhumor hand in hand van het scherm afknallen. Indertijd was ik ook gecharmeerd van de soundtrack gecomponeerd door Michael Kamen en Eric Clapton. Je mag me wakker maken voor een deeltje uit de reeks. Doch niet te laat, want net als Mel heb ik mijn schoonheidsslaapjes nodig.



Let the Right One In (Tomas Alfredson, 2008)

Let the Right One In is een prachtige vampierenfilm, die heel subtiel gedraaid is en een mooi en ontroerend verhaal over een eenzame twaalfjarige jongen die gepest wordt op school. Hij sluit vriendschap met zijn nieuwe buurmeisje, dat hem bekent bloed te moeten drinken om in leven te blijven.

De film won eerder zowel de jury- als de publieksprijs op het 25e Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival. De jury stelde toen dat de Zweedse productie “het horrorgenre ver, ver ontsteeg en laat zien dat elke pispaaltje een vampier als vriendin zou moeten hebben”. Deze film werd terecht als beste buitenlandse film van 2009 gekozen door de Nederlandse filmpers.

Lost Highway (David Lynch, 1997)
In een film A-Z mag bij de letter L cineast David Lynch natuurlijk niet ongenoemd blijven. Ik ben een groot liefhebber van zijn werk, al geef ik graag toe dat ik zijn films ook niet altijd snap. Gelukkig zijn er bij de verhalen van Lynch altijd meerdere verklaringen mogelijk. Lost Highway vind ik nog steeds een van de meest verontrustende films die ik ooit zag.

Lynch kan als geen ander het alledaagse zo in beeld brengen, dat je al koude rillingen over je rug voelt gaan als hij een druppelende kraan laat zien. De complexiteit van de verhalen maakt dat je de films vaker kunt zien, om bij iedere kijkervaring nieuwe dingen te ontdekken of reeds bekende details in een ander licht te plaatsen. De cinema van Lynch is daarom eindeloos fascinerend. Zijn televisieserie Twin Peaks was dat ook, getuige de reeks artikelen die ik daar een tijd geleden over schreef.

Lost in translation (Sofia Coppola, 2003)
Ik wil niet te veel over deze film zeggen, want deze moet je gewoon gaan zien. Een prachtige rol van Bill Murray die Bob Harris speelt, een Amerikaanse acteur op zijn retour die een paar dagen in Tokio verblijft om een commercial op te nemen. Hij ontmoet Charlotte (Scarlett Johansson in haar meest ontwapenende rol ooit) in de bar van het hotel. Charlotte voelt zich net als hij verloren in een stad waar alles vreemd lijkt te zijn. Haar man is een werkverslaafde fotograaf die ze zelden ziet. De twee Amerikanen zijn op elkaar aangewezen en er ontstaat een verrassende vriendschap.

Regisseur Sofia Coppola houdt afstand tot Tokio en benadert de wereldstad vanuit de ogen van haar personages. Vol verwondering en vragen dwalen die door de metropool, soms dromend, soms verdwaald, maar nooit echt alleen omdat ze elkaar hebben leren kennen. Of zoiets. Nou ja, ik heb al te veel gezegd. Ga maar gewoon kijken.

De volgende film A-Z is er over twee weken, op 2 juli.

Categorieën
Film Media Strips

Het neurotische universum van Han Hoogerbrugge

In het oeuvre van tekenaar/animator Han Hoogerbrugge worstelt de kunstenaar zich met humor door het dagelijks leven en onderzoekt hij zijn eigen obsessies, neuroses en emoties.

Om in slaap te komen leest de Rotterdamse kunstenaar/animator/webpionier Han Hoogerbrugge oude stripalbums van Kuifje, Lucky Luke en Asterix & Obelix. ‘Dat doet mijn vader ook altijd. Maar wel alleen albums die hij al heeft gelezen. Nieuwe leest hij overdag, anders kan hij er niet van slapen.’
Hoogerbrugge die de slaap vat op het moment dat Lucky Luke van zijn netvlies vervaagt. Het is een beeld dat contrasteert met wat je verwacht bij iemand die een verwantschap voelt met kunstenaars als David Lynch, Matthew Barney, Damien Hirst en Chris Ware. ‘Met hen voel ik een verbondenheid in opvatting en houding. Zij stralen een soort coolness uit waar ik iets mee heb,’ zegt Hoogerbrugge. ‘Bij David Lynch heb ik het gevoel dat ik waarschijnlijk het bankstel dat hij heeft ook mooi vind.’

Punker
Het oeuvre van Hoogerbrugge omvat animaties, illustraties en installaties. In zijn werk schetst hij op toegankelijke wijze een nerveus tijdsbeeld, waarin de moderne mens zich door het dagelijks leven heen worstelt. Hoogerbrugge maakt vaak visuele grappen. ‘Humor is prettiger als hij terloops is, en niet als een grap wordt aangekondigd,’ vindt Hoogerbrugge. ‘Het beeld moet interessant zijn.’In wezen zat de kiem van Hoogerbrugges artistieke leven in zijn punkperiode, toen hij in een bandje gitaar speelde en collages maakte voor een punkblaadje. ‘De gedachte achter punk is dat je zelf iets kunt opzetten,’ zegt hij. ‘Tegelijkertijd kom je erachter dat je heel veel niet beheerst. Dat is frustrerend, dus wil je het leren.’ Hoogerbrugge studeerde schilderen aan de Academie voor Beeldende Kunsten Rotterdam (nu Willem de Kooning Academie) en maakte daarna vooral strips en illustraties tot in de jaren negentig het internet een bepalende rol in zijn carrière ging spelen. In de begindagen van het web was Hoogerbrugge al bezig met de eerste experimenten. ‘Eigenlijk vanuit de punkgedachte: het idee dat je voor heel weinig geld iets kunt publiceren voor een potentieel groot publiek.’

Het internet bood Hoogerbrugge een oneindige instant expositieruimte. ‘De techniek achter de sites leek eenvoudig en dat sprak mij aan. Ik kon het bijna niet geloven dat als ik iets had geüpload en daarna online ging, dat mijn site daar dan ook echt stond. Geweldig!’

Zelfportret
In 1998 begon Hoogerbrugge met de webanimatiereeks Modern Living/Neurotica. In feite was dit de virtuele voortzetting van een stripalbum dat hij in eigen beheer had uitgegeven. Dit autobiografische album was getekend in de klare lijn-stijl die Hoogerbrugge nu nog steeds gebruikt en behandelde dezelfde thema’s. ‘De Neurotica-reeks reflecteert mijn dromen, verwachtingen, conflicten, ervaringen en angsten,’ zegt Hoogerbrugge. Neurotica kreeg een vervolg in de site en animatiereeks Nails, waarin hetzelfde mannelijke hoofdpersonage afwisselend controle heeft over of overheerst wordt door zijn gevoelens, emoties en instincten. Het hoofdpersonage in het werk van Hoogerbrugge is gemodelleerd naar de kunstenaar zelf. ‘Het is niet zo dat ik hem gebruik om dingen te zeggen die ik zelf niet direct zou durven uit te spreken. Aan de andere kant doet hij wel dingen die ik niet snel zou doen, zoals z’n kop kaalscheren. Maar dat zijn meer visuele grappen.’ In werkelijkheid lijkt Hoogerbrugge slechts het uiterlijk met zijn avatar te delen: hij spreekt op zachte toon en denkt soms lang na voordat hij iets zegt. Zijn geanimeerde evenbeeld straalt daarentegen minder rust uit en baant zich op neurotische wijze een weg door de zin en onzin van alledag. In de loop der jaren is het evenbeeld ouder geworden. ‘In de stripwereld worden personages nooit ouder. Ik vond het interessant om een cartooneske tekenstijl met dat gegeven te combineren.’

Kenmerkend voor de animaties van Hoogerbrugge is het spelen met verwachtingspatronen en het combineren van contrasterende elementen. Vaak krijgen natuurgetrouwe verbeeldingen een onverwachte, absurdistische wending. Al praat de kunstenaar niet graag over de betekenis van zijn werk. ‘Nails gaat over mijn demonen. Ik kaart ze aan, zonder daar heel duidelijk in te zijn, terwijl je toch begrijpt wat ik bedoel. Een van de afleveringen van Nails heet ‘Senescence’: kort gezegd het verouderen van biologische cellen. Ik sla me in de animatie redelijk zelfverzekerd door een gordijn van botten heen. Het is een visualisering van het feit dat ik ouder word. De animatie geeft echter niet duidelijk aan of ik daar problemen mee heb. Het laat veel in het midden.’ Geanimeerde werkelijkheid
Al sinds de begindagen hanteert Hoogerbrugge dezelfde werkwijze. Hij maakt video’s van de mensen die in zijn studio voor een groen scherm de handelingen van een personage uitbeelden. Hij print de videoframes die hij nodig heeft uit en tekent deze op doorzichtig papier over. Nadat deze tekeningen digitaal zijn ingevoerd maakt Hoogerbrugge de animatie af in het programma Flash.Door deze methode kan Hoogerbrugge sneller werken dan wanneer hij alles zonder modellen zou moeten tekenen. Hij noemt zichzelf op het gebied van tekenen geen natuurtalent. ‘Je krijgt bewegingen alleen maar natuurlijk als je werkt met videomateriaal.’

Door animatie te gebruiken kan Hoogerbrugge dingen laten zien die in film absurd lijken, of te veel de nadruk leggen op de techniek. ‘Als ik iemand teken die zijn hoofd eraf trekt alsof zijn gezicht een masker is, dan benadruk je bij film het specialeffect, maar bij animatie is dat op zichzelf niet vreemd. Bij animatie gaat het dus meer om wat er gebeurt, niet hoe.’ De beperkte mogelijkheden van het internet hadden een duidelijke invloed op Hoogerbrugges stijl van animeren: ‘De eerste animaties moesten zo klein mogelijk zijn. Binnen 20 seconden moesten ze volledig draaien. Daarom maken ze een kort en krachtig statement, zonder intro’s.’ Hoogerbrugge liet de animaties herhalen in een oneindige loop, enerzijds omdat gifanimaties pas vloeiend lopen als ze één keer volledig zijn geladen, anderzijds omdat dit goed aansloot bij het concept van Neurotica: ‘Iets dat zich herhaalt wijst op een neurotische handeling.’Omdat Hoogerbrugge vaak dezelfde elementen en symbolen in zijn animaties gebruikt, krijgt hij wel eens het verwijt dat hij zichzelf herhaalt. ‘Stijl en persoonlijkheid horen bij elkaar. Als je voortdurend van stijl verandert, heb je geen eigen gezicht. Een herkenbaar handschrift is óók prettig. Als je voor een lange tijd iets doet, is het moeilijk eraan te ontsnappen. In dat opzicht is het ook een gevangenis.’ Toch schuwt Hoogerbrugge herhaling niet: ‘Over Gilbert & George wordt ook vaak gezegd dat ze hetzelfde trucje herhalen, maar ik geloof dat niet. Op visueel niveau gebeurt er weinig nieuws, maar thematisch is het heel gevarieerd. Je zult het in steeds subtielere dingen moeten gaan zoeken.’

Hotel
Voor SubmarineChannel maakte Hoogerbrugge van 2004 tot 2006 het multimedia project Hotel: een non-lineaire vertelling, een crossmediale webervaring waarin gebruikers naar eigen behoefte door de verschillende hoofdstukken kunnen klikken. Interactie met de gebruiker is altijd een erg belangrijk element in de animaties van Hoogerbrugge. Dat de bezoekers van de site zelf met muisklikken de animaties kunnen activeren was in de beginjaren van het internet uniek. Bij Hotel leidt dit streven naar interactie tot een verhaal zonder duidelijke spanningsboog of karakterontwikkeling. Hoogerbrugge noemt het project dan ook zijn beste mislukking: ‘Ik zou het zelf nooit volgen als verhaal. Je moet teveel zelf invullen om er wat van te maken. Het meest traditionele gedeelte, de strip over Dr. Goldin, is het beste aan het project. Dat roept de vraag op of ik er niet beter gewoon een strip van had kunnen maken.’

Geen stuiterende borsten
Hoogerbrugges eerste betaalde opdracht was voor de VPRO, een flashanimatie voor het Lifesavers-project. Daarna werkte hij onder andere voor MTV, Tros Triviant, en grote merken als Sony, ING en Diesel. Ook maakte hij videoclips voor onder meer de Belgische band Dead Man Ray. Recent vroegen de Pet Shop Boys hem een clip te maken bij de single ‘Love, etc’. ‘Afgezien van een stuiterende vrouwenborst gingen ze met alles akkoord,’ zegt Hoogerbrugge. Dat is wel eens anders geweest, zoals bij een opdracht voor Mercedes. Door de art directors werd het werk keer op keer teruggestuurd omdat men vond dat een uitgestoken wijsvinger te lang was. ‘De hele opdracht zat vol met dat soort dingen. Die mensen bekeken mijn werk beeldje voor beeldje. Daar word je op een gegeven moment helemaal gestoord van. Overigens hebben ze er uiteindelijk wel een prijs mee gewonnen,’ voegt de kunstenaar er glimlachend aan toe.

Pro Stress 2.0
Het huidige internetproject heet Pro Stress 2.0. Op deze site publiceert Hoogerbrugge iedere dag een strip of illustratie. De naam van het project verwijst naar Hoogerbrugges opvatting dat nare zaken ook hun goede kanten kunnen hebben. ‘Een soort van Cruyffiaans idee dat elk nadeel ook een voordeel kan hebben. Stress kan bijvoorbeeld heel lastig zijn, maar geeft aan de andere kant ook een kick,’ vertelt hij. ‘Veel dingen tegelijk doen creëert voor mij een werkbare work flow waarin het mij beter lukt eigen werk te maken. Ik heb dan meer ideeën.’
Het is vanwege deze opvatting dat Hoogerbrugge bepaalde zaken die doorgaans als slecht worden bestempeld niet in zijn animaties veroordeelt. In tegendeel: ‘Wat zouden de Stones zijn als Keith Richards alleen thee zou drinken?’ Oorlog, criminaliteit en drugsgebruik horen volgens Hoogerbrugge bij het leven. ‘Bij alles wat ik me bedenk, kan ik het tegendeel bedenken wat net zo goed waar is. Dit is niet verwarrend maar roept blijdschap op. Het betekent namelijk dat je in theorie niet hoeft te kiezen tussen goed of slecht. Niets is een harde waarheid, dat vind ik heel prettig.’

Op dit idee voortbordurend onderzoekt hij de ambiguïteit van beelden in een reeks aquarellen op Pro Stress 2.0. ‘Een deel van La grande fête gaat over geweld ten opzichte van het gelaat. Met tekeningen van mensen die in elkaar zijn geslagen, mensen die net een plastische chirurgische operatie hebben ondergaan en een bokser. Allen hebben ze een beschadigd gezicht, maar de ene keer zijn de wonden een bedoeld effect zoals bij de chirurgie, de andere keer een onbedoeld effect.’ Uiteindelijk moet deze zoektocht leiden tot een installatie die een combinatie zal zijn van bewegende en stilstaande beelden, film en animatie. De liefhebbers van Hoogerbrugges werk moeten dus binnenkort achter hun monitor vandaan komen en het museum in.

Hoogerbrugge highlights:

Modern Living / Neurotica (1998 – 2001)
Eerste interactieve webanimatiereeks bestaande uit korte loops. Hierin krijgt Hoogerbrugges evenbeeld te maken met de kleine zaken van het dagelijks leven en onderzoekt de animator zijn eigen obsessies, neuroses en emoties.

Nails (2002-2006)
Tweede reeks interactieve webanimaties die thematisch voortborduurt op Modern Living/Neurotica. Hoogerbrugges avatar reageert nu niet zo zeer op externe prikkels, maar worstelt met zijn innerlijke demonen in een zelfgecreëerde wereld.

Hotel (2004-2006)
Een non-lineair, crossmediaal 10-delig verhaal dat Hoogerbrugge maakt in opdracht van SubmarineChannel. Dr. Doglin doet onderzoek naar ‘freak accidents’ en laat menig proefpersoon verdwijnen.

Modern living: The graphic universe of Han Hoogerbrugge (2008)
Rijk geïllustreerd boek met dvd over het werk van de animator. Uitgave: Submarine Channel/ BIS publishers.

Prostress 2.0 (2008 – heden)
Huidig internet project waarin Hoogerbrugge dagelijks een strip of afbeelding publiceert en op eigen humoristische wijze de wereld aanschouwt.

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #19 (2009).

Lees ook: Video Pet Shop Boys gemaakt door Han Hoogerbrugge

Categorieën
Boeken Daily Webhead Video

Video: Een gesprek met Natasja van Loon

Het debuut van Natasja van Loon, Bemint eer gij begint verscheen in 2004. Op dit moment schrijft ze haar tweede roman Het mannenexperiment. Waar gaat dit nieuwe boek over? Waar haalt ze haar inspiratie vandaan en wat heeft David Lynch met dit alles te maken? Bekijk het interview.

Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (1): Street art, nazi’s en Hasselhoff

Zes uur op je kont zitten terwijl je met hoge snelheid door het landschap reist heeft iets onnatuurlijks. Samen met L. in een overvolle treincoupé met Nederlanders, Duitsers, Fransen, Belgen en andere nationaliteiten. Op weg naar Berlijn. Voor het eerst naar de hoofdstad van Germanië.L. is goed gezelschap en het laatste James Bond-boek Devil May Care valt niet tegen. Jengelende kinderen en de hitte negeer ik zoveel mogelijk. Aan het einde van de middag speelt een van de medereizigers een dvd af op zijn laptop. Een drama over racisme met Pierce Brosnan – zo te zien aan de Duitse filmtitels is de dvd nagesynchroniseerd. Vreemde gewoonte is dat, het inspreken van films in de eigen taal. Typisch iets wat ik associeer met Duitsland.

Of je wurst lust. Let op de sms-smiley boven het stalletje :-).

Vooroordelen
Je merkt dat je de grens over bent op het moment dat de conducteur alleen nog in het Duits de stations omroept. Tot aan de Nederlands-Duitse grens gebeurt dat in meerdere talen – service van de zaak. Hierin zie ik mijn tweede vooroordeel jegens de Duitsers bevestigd. Het eerste wat je over Germanië leert op de basisschool, tenminste in mijn tijd, is de holocaust. Een eerste indruk blijft je altijd bij, het is de basis waarop alle andere indrukken geplaatst worden. De associatie tussen Duitsers en nazi’s werd dus vroeg gelegd. Tijdens de studie filmwetenschap bestond Duitse cinema uit drie perioden: het expressionisme in de jaren twintig van de vorige eeuw, Weimar-films en – daar heb je ze weer – de nazi-propaganda van Leni Riefenstahl. En niet te vergeten de derderangs nazi-schurken uit de vele Hollywood-films.

No-nazi’s dus.

Euh, Saunahaus ‘ss’?!

Natuurlijk weet ik ook wel dat dergelijke stereotyperingen de waarheid niet benaderen; toch is het is moeilijk je blik niet te laten beïnvloeden door dat soort beeldvorming. David Hasselhoff als door zichzelf uitgeroepen nationale held van de Oosterburen helpt daar ook niet tegen. Hasselhoff
David Hasselhoff, wat heeft die nu weer met Berlijn te maken, vraag je je wellicht af. The Knight Rocker stond op 31 december 1989 op de restanten van de Berlijnse muur het nummer ‘Looking for Freedom’ te zingen. Sommige Amerikanen denken nog steeds dat de acteur/zanger verantwoordelijk was voor het omvallen van de muur. Muziek
De muur in Berlijn was het symbool van de Koude Oorlog , symbool voor de verdeling tussen Oost- en West-Duitsland. Berlijn is echter meer dan dat. In de dagen voor de reis heb ik naar Lou Reeds album Berlin geluisterd. Ook Low van David Bowie – het eerste van drie albums die de muzikale duizendpoot maakte in het Berlijn van de Muur – draaide menig rondje in de player. Twee grote muzikanten voelden zich geïnspireerd door deze stad en leverden albums af die tot hun beste werk gerekend kunnen worden. Gek genoeg spookt het mindere werk, namelijk het nummer ‘Looking For Freedom’, Hasselhoffs vertaling van het Duitse nummer ‘Auf Der Strasse Nach Suden’, door mijn hoofd als we aankomen op Hauptbahnhof.

Filmgrootheid David Lynch op een muurposter die toch wat doet denken aan het duistere Germaanse verleden.

Aankomst
Misschien heeft iedereen zijn eigen Berlijn. Hoe je de stad ziet is een keuze. Laat je je beïnvloeden door gegevens uit het verleden of stap je anno nu het hotel uit, de stad in. Ik streef naar het laatste. De ontdekking van ‘mijn’ Berlijn kan beginnen. Wordt vervolgd…Lees ook:

Categorieën
Film Mike's notities Strips

Mike’s Webs: A – Z

Persoonlijk jaaroverzicht 2007

Het is december en dus weer tijd voor lijstjes: de Top 100 Aller Tijden, de top-2000, de beste/slechtste films van het jaar… Arbitrair, vaag, maar wat kan het schelen? Dit keer op Mike’s Webs geen top-zoveel, maar een persoonlijk alfabet, waarin iedere letter een voor mij belangrijke betekenis meekrijgt. Schroom niet om je eigen lijstje als commentaar toe te voegen.

A – Andy Warhol: Kunstminnaars ontkwamen dit jaar niet aan het werk van Warhol die twintig jaar geleden overleed. Ikzelf was blij verrast toen ik in Edinburgh zijn schilderwerk ‘live’ kon zien. De expositie in het Stedelijk een paar maanden later, vol met zijn filmwerk, was daar een mooie aanvulling op. Voor een Warhol-fan als ik een ware dream come true.

B – Bloggen: Sinds augustus meer dan een jaar(!) Oké, dat is nog relatief kort vergeleken bij die-hard bloggers als Aukje en Frommel (die respectievelijk al ruim vier en drie jaar achter het toetsenbord kruipen) maar goed. Bloggen is de vrijheid om te publiceren wat je wilt; het is een creatieve manier om met anderen in contact te komen en hier en daar steek je nog iets op van andermans blog.

C – Californication: Een sitcom die ver boven het genre uitstijgt. Kon televisie maar altijd zo goed zijn…

D – Des Duivels: Dit jaar las ik Lucifer Rising van Gavin Baddeley. Een interessant boek over zonde, satanisme en rock-‘n-roll. Aansluitend The Satanic Bible van Anton Szandor LaVey, oprichter van The Church of Satan, gelezen. Een uniek zelfhulpboek dat niet mag ontbreken in de collectie van iedere zelfrespecterende satanist.

E – Edinburgh: Waar ik op spokenjacht ging en mijn hart verloor aan (een) lokale schoonheid.

F – Faces & Names: Het soloalbum van David Pirner. Ik liep stad en (buiten)land af op zoek naar deze cd, om hem uiteindelijk via het interpret in Oostenrijk aan te schaffen. Gelukkig was dit kleine meesterwerkje alle moeite van het bemachtigen waard.

Femme Fatale: Omdat je weet dat je je vingers gaat branden, maar je toch de drang om haar aan te raken niet kan weerstaan.

G – Gothic: In sommige gevallen is het wellicht een overheersing van style over matter, maar tóch blijven die door korsetten strakgetrokken meisjes met dikke lagen zwarte make-up en een bleke huid, het werk van Edgar Allan Poe en oude kerkhoven mij fascineren.

H – Halloween: Het leukste feestje van het jaar.

I – Inspiratiebronnen: Van die werken waardoor je gewoon zin krijgt om zelf iets te gaan maken. Dit jaar waren dat in ieder geval alle producten en makers die in deze lijst positief naar voren komen. De documentaire over de tot standkoming van de film Clerks II was tevens een bron van inspiratie – de lol van het is namelijk van Kevin Smith en zijn crew af te lezen. Als ik zie met hoeveel passie deze flick van Kevin Smith is gemaakt, en hoeveel lol de makers op de set hadden, krijg ik meteen zin zelf ook achter de camera te duiken.

J – Joker: Niet alleen een van de meest tot de verbeeldingsprekende stripschurken, ook de kleurrijke en psychotische tegenhanger van de Dark Knight. En de levendige pleitbezorger van de filosofie dat je maar beter lachend kunt sterven. Eigenlijk heb ik relatief weinig van de grijnzende psycho vernomen in 2007, maar dat zal volgend jaar ruimschoots worden gecompenseerd als The Dark Knight in de bioscoop te zien is. “I always envisioned myself as being a hero like Batman, but I turned out to be just another Joker.”

K- Kaufman, Andy.

L – Liveconcerten: Een paar memorabele optredens die ik heb gezien waren die van Ellen ten Damme tussen de uitverkoopbakken in Concerto en het optreden van Moke op het lokale poppodium.

M – Meccano: De Ruwe Gids. Een gestileerd meesterwerk van Hanco Kolk. Een van de beste graphic novels van het jaar.

N – Nine to Five: Omdat dit eigenlijk niet echt bij me past, maar ik me er toch al een jaar doorheen weet te slepen. Het staat voor het feit dat ik vond dat ik me op mijn dertigste maar eens volwassen moest gaan gedragen. Dus een vaste baan, vast inkomen en dagritme. Een paar maanden later besef ik dat dit allemaal niet echt nodig is. Volwassenheid is ook maar een pose. Weer wat geleerd.N – Nerds: Love ‘em!O – Onmogelijke liefde: You know who you are.

P – Prestige, The: Een van de beste films van het jaar. Een genot om keer op keer te bekijken.

Q – (altijd lastig in te vullen die ‘Q’) Queeste: De eeuwigdurende zoektocht naar zingeving en geluk.

R – Reed, Lou: Door de Warhol-expo en zijn eigen foto-expositie in Amsterdam was dit voor mij ook een beetje het jaar van Lou. Maar vooral om zijn muzikale erfenis en het werk van The Velvet Underground.

S – Spider-Man 3: De grootste teleurstelling van het jaar.S- Stripbeurzen: In totaal vijf stripbeurzen bezocht dit jaar. Rijswijk en Houten waren allebei memorabel om verschillende redenen. De recente stripbeurs in Turnhout fungeerde ik als pr-man van Studio Nieuw Gehoer, wat een geheel nieuwe ervaring met zich mee bracht. In alle gevallen in ieder geval veel lol gehad. De videoreportage over Nieuw Gehoer On Tour zal begin volgend jaar op de site te zien zijn. Andere stripevents als de Bloeddorst-borrel en 24hr Comics waren weliswaar geen hoogtepunten, maar wel erg gezellige bliksembezoeken.

T – Twin Peaks:
De gehele televisieserie weer gezien én beleefd. Nog steeds boeiend, unheimisch en van een onbeschrijfelijke schoonheid. David Lynch weet als geen ander hoe hij dagelijkse voorwerpen ‘eng’ moet maken. Ik las na het herzien van de serie Lynch on Lynch, een boek vol interviews met de excentrieke filmmaker. Wie met aandacht naar de films van Lynch kijkt, gaat de wereld door andere ogen beleven. Zelfs het alledaagse blijkt bijzonder. Angst zit in een klein hoekje.

U – Ultieme ervaringen: Dát gevoel van spanning, opwinding en verbazing dat je ervaart als je voor het eerst in aanraking komt met iets totaal nieuws, afwijkends of singuliers. Momenten die zeldzamer zijn dan we zouden willen, maar die wél voor een groot deel de kwaliteit van een leven bepalen. Uiteindelijk draait het wat mij betreft om dit soort momenten. (Maar ja, ik geloof dan ook niet in een leven na dit leven.)

V – (Daredevil) Visionaries: Frank Millers baanbrekende werk in de Daredevil-reeks is een paar jaar geleden opnieuw uitgegeven in drie dikke stripbundels. Recentelijk heb ik eindelijk het tweede deel gelezen. Hierin wordt onder andere het verhaal van Daredevils vriendin Elektra uit de doeken gedaan. Inclusief haar (tijdelijke) dood. Millers verhalen zijn tijdloos. Het artwork springt van iedere pagina. Inkter Klaus Janson zette de potloodschetsen van Miller om in een levendige lijn.

W – Wonder Boys:
Het boek én de film.

X – (zal altijd staan voor) X-Men: De buitenbeentjes in het Marvel Universum die als geen andere superheldengroep staan voor de ontwikkeling en vervreemding die pubers doormaken. Maar iedereen voelt zich wel eens buitengesloten. Het lukte de filmmakers van de X-Men-trilogie overigens wél om drie goede films af te leveren. Misschien had Sam Raimi Spider-Man 3 aan anderen moeten overlaten. Of hij had beter een deel van het derde deel in een volgende film kunnen stoppen.

Y – Yesterdays: In het jachtige jaar 2007 was voor mij weinig plaats voor gevoelens van nostalgische aard. De toekomst klopt al een tijdje op de deur, maar pas sinds kort zijn de contouren van haar gestalte zichtbaar. (Beetje vaag filosofisch geneuzel, ik weet het, maar het is dan ook erg lastig om de Y te vullen.. 😉

Z – Zondag: Perfect of niet
, toch fijn dat hij er is. En volgens sommigen nog steeds de eerste dag van de week.

Categorieën
Film Media

Laatste dagen in Twin Peaks

Eind goed, al goed? Niet in de wereld van David Lynch. In de slotaflevering van de serie Twin Peaks (aflevering 29 om precies te zijn, Diane) zien we hoe agent Cooper de strijd aan gaat tegen het kwaad in de Zwarte Loge. Wie een gewelddadig en actievol handgemeen als einde had verwacht wordt verrast. In de climax van de serie zien we Cooper vreemde conversaties voeren, van de ene ruimte naar de andere ruimte lopen en uiteindelijk met zichzelf op de vuist gaan – al gebeurt dit laatste in het donker waardoor we niet echt iets kunnen zien.Uiteindelijk komt Cooper weer tevoorschijn in het bos, waar sheriff Truman en deputy Andy op hem zitten te wachten. (De arm der wet is wederom machteloos tegen de kwade krachten in het bos.) Cooper is gewond, maar lijkt verder ongeschonden uit de strijd te zijn gekomen. Schijnbaar, want al snel blijkt dat hij het heeft verloren van BOB. Wanneer Cooper in de laatste scène zijn hoofd tegen de spiegel in de badkamer stoot en met een psychopathische grijns de vraag ‘How’s Annie?’ blijft herhalen, is duidelijk dat het kwade in hem gewonnen heeft.Dubbelganger
Hoewel, dat laatste is niet met honderd procent zekerheid te stellen. Aangezien Cooper zijn slechte dubbelganger is tegengekomen in de Loge, is het ook aannemelijk dat niet hij, maar zijn slechte spiegelbeeld de Loge heeft verlaten. Dat betekent dat de goede Cooper de komende 25 jaar zit opgesloten in de Loge. (De Zwarte en Witte Loges gaan slechts een keer per kwart eeuw open.) Maar hoe je het ook bekijkt: het kwaad wint in Twin Peaks.

Bad Cooper?

En dat is iets wat je niet zo snel verwacht van een televisieserie. Van kinds af aan wordt ons al bijgebracht dat het goede over het kwade wint. Duizenden Hollywood-films eindigen immers op die manier. John McClane, Dirty Harry, Angel, Buffy, Spiderman, Jack Bauer: ze bewijzen iedere keer opnieuw dat het goede uiteindelijk altijd wint. En dat terwijl in de echte wereld de uitkomst van de strijd tussen goed & kwaad lang niet altijd duidelijk in het voordeel van Het Goede wordt beslist. Final days
Lynch laat graag die andere kant van het verhaal zien. Twin Peaks: Fire Walk with Me, de prequel van de televisieserie Twin Peaks, beschrijft de laatste dagen van Laura Palmer. Deze all american cheerleader is ver heen: met haar neus vol coke geeft ze zich ’s avonds over aan allerlei seksuele perversiteiten. Toch kunnen we dat het meisje niet kwalijk nemen, want ze wordt al sinds haar twaalfde verkracht door haar vader Leland Palmer. Leland is op zijn beurt weer bezeten door BOB – de personificatie van het kwaad in ons allemaal. Uiteindelijk gaat Twin Peaks over incest, vernietigde onschuld en de strijd tegen BOB. Beschermengel
De films van Lynch eindigen, hoe kan het ook anders, vaak ambigue. Toch gloort er tegelijkertijd hoop aan de horizon: in Twin Peaks: Fire Walk with Me, wordt Laura Palmer aan het einde van de film vermoord door haar vader. Een onvermijdelijke uitkomst van het verhaal. De wereld van Lynch kent echter ook enkele beschermengelen. Laura ziet de hare als ze zit opgesloten in de Zwarte Loge. Er verschijnt een engel – het teken van hoop – alsof het uiteindelijk toch goed met Laura zal komen. Sailor (Nicholas Cage) krijgt bezoek van De Goede Fee aan het einde van Wild at Heart. Ze maakt hem duidelijk dat hij zijn liefde voor Lula (Laura Dern) niet mag opgeven. Uiteindelijk komt het gepassioneerde stel weer samen – liefde overwint alles.

De Goede Fee in Wild at Heart lijkt verdomd veel op Laura Palmer.

En is Cooper hopeloos verloren? Dat moet over 25 jaar blijken, als de goede Cooper een kans krijgt om de Zwarte Loge te verlaten.Lees ook (of niet): Verlangen naar Twin Peaks, Terug naar Twin Peaks, Verslaafd aan Twin Peaks en Dood in Twin Peaks.

Categorieën
Media

Onmogelijke televisie-uitzending

Waarom commerciële televisie het genieten van goede programma’s onmogelijk maakt.
Wie regelmatig op een commerciële omroep een televisieprogramma kijkt, zal het niet verbazen dat hij tussen de programma’s door steeds langere plaspauzes kan nemen, grotere potten koffie kan zetten of langer de hond kan gaan uitlaten. Ieder reclameblok lijkt een eeuwigheid en nog een beetje te duren.De meeste reclameblokken worden ingeleid met de boodschap: ‘Dit programma wordt medemogelijk gemaakt door X.’ Maar deze uitspraak klopt eigenlijk niet. Allereerst kunnen we stellen dat de uitzending van het betreffende programma medemogelijk gemaakt wordt door de sponsor en niet het programma zelf. De sponsor betaalt mee aan de aankoopkosten van het programma, ze produceert deze niet. Daarmee wordt niet de realisatie van de show, maar alleen aan de uitzending op die specifieke zender meebetaald.Maar eigenlijk klopt dat ook niet. Reclameblokken zijn immers verstorende elementen in een uitzending, en de boodschap van de sponsor doorbreekt, net als de rest van de commerciële content van het blok, de narratieve flow van het programma. Zit je net fijn mee te zwijmelen met een emotionele scène, of middenin een hartkloppingenveroorzakende actiescène en voordat je het weet krijg je maandverband, bier en deodorant door je neus geboord. Je wordt ruw uit het verhaal gerukt en pas na een heel lange tijd kom je weer terug in de verhaalwereld. Het is dan nog maar de vraag of je dan niet allang vergeten bent waarom je hartje zo snel ging kloppen. Dus eigenlijk moet de boodschap van de sponsor zijn: ‘De uitzending van dit programma wordt medeonmogelijk gemaakt door X’.Vernietiging van het kijkplezier
David Lynch heeft zijn gedachten hierover eens duidelijk weergegeven:

‘When you think about it, they [commercials, red.] break up the show, and people have got used to these little twelve-minute segments, then a commercial, a twelve-minute segment, then another commercial. And the commercials are very, very loud so people just “mute” them anyway. I would turn the whole set off! What are they doing to everything? They’re ruining everything with this! I don’t know how anything can work when they’re so destructive. But you’re like a voice in the wilderness.’ (Lynch on Lynch, edited by Chris Rodley, Faber and Faber 2005)

Het is geen geheim dat het commerciële omroepbonzen niet gaat om de programma’s zelf – deze zijn slechts opvulling om reclametijd te kunnen slijten. Het enige wat telt zijn kijkcijfers, want hoe hoger deze zijn, hoe beter de zendtijd verkocht wordt. Kijkers zijn consumenten en worden net zo respectloos behandeld als de programma’s zelf die telkens op andere tijden worden geprogrammeerd zodat je veel mist of iedere keer dezelfde herhaling ziet. Zelf ben ik regelmatig afgehaakt omdat het uitzendschema van een favoriete serie zodanig begon te irriteren, dat ik geen zin meer had om uit te vissen wanneer ik het vervolg van het verhaal zou kunnen volgen. Battlestar Galactica had in het midden van een seizoen een hiaat van zes maanden (!) voordat Veronica weer een paar episodes van de plank haalde. En wat te denken van Bones waar oude en nieuwe afleveringen lukraak door elkaar worden uitgezonden.

Plotseling waren Sam en Al uitgeleapt.

Onverwachts einde
In de States is al menig briljante serie gesneuveld omdat omroepbazen het beter dachten te weten dan de makers zelf. Aan Quantum Leap werd overhaast een einde gebreid toen het nieuwe seizoen plotseling niet door bleek te gaan. De narratieve koers van Twin Peaks werd aangepast toen de omroepgoden vonden dat de moordenaar van Laura Palmer bekend gemaakt moest worden. Lynch en Frost wilden deze McGuffin zo lang mogelijk laten voortduren. Ook werd na het einde van het tweede seizoen de stekker eruit getrokken, waardoor de liefhebbers geschokt moesten accepteren dat de slechte dubbelganger van Cooper de Zwarte Loge had verlaten. Aan de andere kant wordt het verhaal van andere series nodeloos opgerekt omdat kijkcijfers hoog blijven, zodat al het creatieve bloed allang is weggevloeid als het doek uiteindelijk valt: X-Files, Friends… en, tot op zekere hoogte, Buffy zijn hier het slachtoffer van geworden. Mogen zij allen rusten in vrede.Voor de liefhebber van goede televisieseries lijkt er daarom maar een uitweg: vergeet de televisie en kijk alles ongestoord op dvd. Probleem is alleen: voordat die worden uitgebracht, moeten de series eerst uitgezonden zijn op televisie…

Categorieën
Film Media

Terug naar Twin Peaks

Laura Palmer en de duistere kant van Twin PeaksArme Laura Palmer. Haar naakte jonge lichaam gewikkeld in plastic – dood aan het water in Twin Peaks. Vermoord. Maar door wie? Dit is de vraag die centraal staat in Twin Peaks; toch is deze serie meer dan een simpele ‘whodunit’. De hernieuwde kennismaking met Twin Peaks heeft me doen verbazen en bewonderen.In navolging van andere webloggers, waaronder Jeroen Mirck, wijd ik enkele woorden aan de cultserie Twin Peaks. Ik voel niet de pretentie om de surrealistische beelden en plotkwinkslagen die David Lynch en Mark Frost hebben bekokstoofd te verklaren – dit is al uitentreuren gedaan. Bovendien houdt Lynch er zelf ook niet van om zijn werk van een uitleg te voorzien; hij handelt voornamelijk intuïtief. Ik wil vooral de hernieuwde kennismaking met de serie beschrijven. Dat gezegd hebbende, volgen hier toch enkele observaties om mee te beginnen…
Laura Palmer
Vroeg in de ochtend wordt het stoffelijk overschot van Laura Palmer (Sheryl Lee) gevonden. Een typische Amerikaanse homecoming queen met wie iedereen in Twin Peaks wel op een bepaalde manier een band had. Achter het mooie gezichtje van deze tiener gaat een wereld vol duisternis schuil. Een duisternis die haar ziel heeft opgeslokt en waardoor ze zich te buiten ging aan allerlei excessen. Niets is wat het lijkt in het houthakkersdorpje Twin Peaks. Achter de façade van Amerikaans-christelijke waarden gaan veel geheimen schuil. Zo heeft niemand een gelukkig huwelijk en gaat bijna iedereen vreemd. Het leiden van een dubbelleven lijkt een voorwaarde om in dit dorpje te mogen wonen. Een schoolvoorbeeld van een slecht huwelijk is dat van Shelly en Leo Johnson. Leo mishandelt zijn Shelly (Madchen Amick) geregeld. Maar ook andere mannen in het dorp gedragen zich als bezitterige klootzakken. Bobby, met wie Shelly vreemdgaat, is eigenlijk niet anders – al slaat hij haar niet.De schoonheid van de bosrijke omgeving, gecombineerd met het aantrekkelijke uiterlijk van de meeste bewoners (Lynch heeft een goede neus voor het casten van mooie vrouwen), staat in schril contrast met wat zich onderhuids afspeelt. Laura Palmer is niet alleen het bewijs daarvan, haar moord is ook hetgeen dat de duisternis doet ontsluiten. Een gegeven waar FBI-agent Dale Cooper snel kennis van zal nemen. Ook hij zal geconfronteerd worden met Laura’s duisternis, net als de andere bewoners van Twin Peaks.Dale Cooper
FBI-agent Dale Cooper (Kyle MacLachlan) is een eindeloos sympathiek personage. Pienter, vriendelijk en in het bezit van enkele typerende maniertjes – een origineel karakter. Cooper is als een nieuwsgierig kind: onbevangen en vol enthousiasme. Wanneer hij richting Twin Peaks rijdt, verbaast hij zich over de grote bomen en is hij erop gebrand te achterhalen wat dit voor bomen zijn. Hij kan ook puur genieten van zijn kopje zwarte koffie en de daarbij behorende donut.In Cooper komen de figuren van Sherlock Holmes en De Ziener/Sjamaan samen. Hij is een FBI-agent die vertrouwt op logica en zich laat leiden door het onderbewuste. De meeste aanwijzingen krijgt hij immers via zijn dromen. MacLachlan heeft het personage ooit zo omschreven:

“I think Agent Cooper´s a bit like Sherlock Holmes, in the sense that he´s very intelligent and can pick up clues to the mystery very cleverly. But there´s another side to him as well. He has great sensitivity, he understands people and he cares about them. That´s a rare combination in a character, and I think people warm to that.” (Bron: Empire, 1991)

Qua kennis is Cooper superieur aan zijn collega’s uit Twin Peaks, maar Cooper toont respect voor het plaatselijke politiekorps (in tegenstelling tot zijn FBI-collega Albert Rosenfield die telkens zijn afkeer voor ‘boerenpummels’ laat blijken) . De scène waarin Cooper hen zijn onderzoeksmethode uitlegt (geïnspireerd door Dalai Lama) vind ik hilarisch. De agenten zitten als een klasje basisscholieren met grote ogen te kijken hoe leraar Dale, naast een landkaart, kort de geschiedenis van Tibet uiteenzet. Daarna probeert hij een flesje te raken dat verderop staat. Iedere keer als Sheriff Truman (Michael Ontkean) een naam roept, gooit Cooper een steen. Wanneer de steen het flesje raakt of breekt, betekent dit dat de genoemde persoon verdacht is. Een nogal onconventionele manier van onderzoek doen die door het korps van Twin Peaks wordt ontvangen alsof het de normaalste zaak in de wereld is.Through the looking glass
Onberispelijk is ook een woord dat me te binnen schiet als ik aan Cooper denk. Niet alleen gaat hij smetteloos gekleed, wanneer hij de prachtige Audrey Horne (Sherilyn Fenn) rillend in zijn bed vindt, duikt hij niet met haar tussen de lakens, maar biedt hij haar zijn vriendschap omdat hij ooit een eed heeft gezworen als FBI-agent. Menig man was bezweken voor deze seksueel prikkelende verschijning, maar niet Cooper. Omdat hij verleiding weet te weerstaan, is hij de aangewezen persoon om schoon schip te maken in Twin Peaks.Door Dale Cooper in de pilot het dorpje in te laten rijden, maken Frost en Lynch handig gebruik van een beproefd verhaalconcept: de buitenstaander die wordt geïntroduceerd in een vreemde verhaalwereld en daarmee als gids voor de kijker fungeert. (Een meer recentelijk voorbeeld: Wolverine in X-Men en John Myers in Hellboy.) Cooper betreedt een wondere wereld, Dale through the looking glass. De serie draait net zo goed om de ontwikkeling die het personage Cooper doormaakt in Twin Peaks, als de reis die de kijker maakt door de wereld van David Lynch & Mark Frost…Zie ook: Verlangen naar Twin Peaks.
Een aardige recensie van de Twin Peaks is te vinden op Digg.be.
Binnenkort: recensie Zodiac.

Categorieën
Media

Verlangen naar Twin Peaks

Veel series krijgen tegenwoordig te snel het predicaat cult. Een serie die dit label zeker heeft verdiend, is Twin Peaks van eigenzinnig kunstenaar David Lynch en schrijver/producer/regisseur Mark Frost. Gedraaid in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw en Nederland uitgezonden in mijn vroege tienerjaren (1991-92). De laatste tijd word ik overal aan Twin Peaks herinnerd. Toeval bestaat niet? Ik geloof niet in predestinatie; ik ben er wel van overtuigd dat als je je ergens mee bezighoudt, bewust of onbewust, dat je daar extra op gaat letten waardoor het lijkt alsof je datgene overal tegenkomt. Misschien is Twin Peaks er altijd al geweest. Alleen de laatste tijd word ik vaak aan dit interessante televisie-experiment herinnerd. Toen ik laatst vriend H. bezocht, vond ik het boek van FBI-agent Dale Cooper in zijn kast, naast een boekje vol essays over het geesteskindje van Lynch & Frost. Enkele dagen later sprak ik stripcompadre Jeroen Mirck. Hij vertelde dat hij die week het eerste seizoen aan het herzien was. Diezelfde dag zag ik de dvd van dit seizoen te koop staan, terwijl ik me herinnerde dat Frommel hier ook melding van had gemaakt vorige maand. Terugdenkend aan de serie, is het vooral de unheimische sfeer die als eerste uit de geheugenmist opdoemt. Elementen van film noir, soap, detectiveverhalen en een rariteitenkabinet aan karakters, een vleugje surrealisme en een soundtrack, van Angelo Badalamenti, die trillingen in de onderbuik veroorzaakt – het zijn de kernelementen van het dorpje Twin Peaks.Twin Peaks was mijn eerste verwarrende kennismaking met het werk van David Lynch. Een eigenzinnige filmauteur, fotograaf, schilder en schrijver. Zijn films roepen meer vragen op dan dat ze beantwoorden. Na afloop lijken ze een intrigerende droom waarvan de betekenis je telkens ontglipt op het moment dat je een bijna sluitende theorie hebt geformuleerd. Ze laten vooral sterke beelden, indrukken en emoties achter bij de kijker. Duidelijk een kwestie van cinema als ervaring buiten de gestelde kaders.Iedere keer als ik een acteur uit Twin Peaks in een andere televisieserie of film zie, moet ik toch weer denken aan de eerste keer dat ik hem in dat vreemde dorpje tegenkwam. Kyle MacLachlan blijf ik sympathiek vinden omdat ik hem nooit geheel los kan zien van het personage Dale Cooper. De eerste indrukken die Sherilyn Fenn maakte als teenage femme fatale heeft ze sindsdien nooit meer overtroffen. En die dwerg in dat rode pak, tja, die kom je eigenlijk vooral in andere films van Lynch tegen.Zoals gezegd geloof ik niet in predestinatie, wel in zelfbeschikking. Daarom ga ik zo snel mogelijk de dvd van het eerste seizoen kopen om de serie opnieuw te ervaren. Misschien kom ik er dan achter waarom ik Twin Peaks niet kan vergeten.

Lees ook Jeroen Mircks notities over de Twin Peaks Pilot en het eerste seizoen.