Categorieën
Film Filmrecensie

Kick-Ass: De film is goed, de strip is beter

De doorsnee tiener Dave Lizewski vraagt zich af waarom mensen in de echte wereld eigenlijk niet voor superheld spelen en besluit zelf misdaadbestrijder te worden. Kick-Ass is geboren.

Vrijwel ongetraind gaat hij, gekleed in een wetsuit en een masker, de straten op. Al snel blijkt waarom niemand ooit heeft geprobeerd een Batman te zijn, want Lizewski belandt na zijn eerste aanvaring met de misdaad al in het ziekenhuis. Dat houdt hem echter niet tegen, vooral niet als een video van zijn tweede gevecht op YouTube van hem een instant ster maakt.

Kick-Ass zet een trend en krijgt al snel te maken met concurrentie, zoals Big Daddy en zijn 10-jarige dochter Hit Girl die als echte superhelden de schurken van de stad letterlijk een kopje kleiner maken.

Ruig
De comic Kick-Ass is een creatie van schrijver Mark Millar en tekenaar John Romita Jr. De strip is een slimme satire op superheldenstrips en gemaakt voor een volwassen publiek: het geweldsniveau ligt hoger dan de gemiddelde Spiderman-comic en de personages zijn ook veel grofgebekter. De zeer vermakelijke filmversie, die vanaf 15 april in de bioscoop draait, is in dat opzicht een stuk milder.

Juist omdat regisseur Matthew Vaugh zich bedient van gestileerd geweld en zich
genoodzaakt voelt om Quentin Tarantino-achtige fratsen -inclusief Morricone soundtrack – uit te halen om de climax van de film te vergroten, komt het geweld op het witte doek minder hard aan dan de strak getekende lijnen van John Romita Jr. (Het heeft overigens wel iets ironisch dat Vaugh Tarantino citeert aangezien Tarantino’s oeuvre zelf  van filmcitaten samenhangt.)

Maar dat is niet het enige verschil. Het filmverhaal wijkt op sommige punten significant af van de strip, wat deels komt omdat de film al in productie was terwijl de comicserie nog gemaakt werd, maar deels ook is te wijten aan Hollywoodconventies.

De film volgt een andere narratieve structuur, waarbij de hoofdpersonages vlak achter elkaar worden geïntroduceerd en het verhaal van Kick-Ass en Hit Girl meer parallel aan elkaar lopen. Ook zitten sommige plotwendingen logischer in elkaar. Als Kick-Ass een onguur type in een drugshol aanspreekt op het feit dat hij zijn ex lastig valt, doet hij dit in de strip omdat de dame in kwestie een verzoek heeft gemaild naar zijn My Space pagina. In de film krijgt hij het verzoek van zijn vriendinnetje en is het een persoonlijke strijd die hij voert.

Modderfiguur
Andere aanpassingen zijn minder geslaagd: dat Lizeweski in de comic niet het meisje krijgt en zelfs wordt afgestraft voor het feit dat hij zich als homo voordeed om vriendjes met haar te kunnen worden, is een vele malen sterker statement dan de romantische afwikkeling in de filmversie. Ook het feit dat Big Daddy in de strip de oorsprong van zichzelf en Hit Girl bij elkaar heeft gelogen, maar dat deze geschiedenis in de film als de waarheid wordt gepresenteerd, maakt dat het thema van de strip zo goed als wegvalt: De strippersonages in Kick-Ass zijn normale mensen die geïnspireerd door strips de superheld proberen uit te hangen, maar die, een enkele uitzondering daargelaten, een modderfiguur slaan. De film eindigt dus nagenoeg toch weer als een standaard superheldenflick.

Dit maakt Kick-Ass overigens niet tot een slechte film. In tegendeel: Kick-Ass is een fijne satire op het superheldengenre die de gemiddelde bioscoopbezoeker twee uur vermaakt. De lezers moeten maar door de verschillen heen kijken.

Aaron Johnson, die recent een zeer overtuigende John Lennon neerzette in Nowhere Boy, is een verdienstelijke Lizewski. Ook Nicholas Cage, die als Big Daddy zijn dialogen op een net zo’n typische manier uitspreekt als Adam West in de Batman tv-serie, zorgt voor een gepaste glimlach.

Maar ster van de film is natuurlijk de 13-jarige Chloë Grace Moretz. Zij weet de kijker ervan te overtuigen dat een meisje van tien een samurai zwaard kan hanteren alsof ze ermee geboren is en in staat is om er een stel maffiosi mee in de pan te hakken. Moretz schopt echt kont.

Kick-Ass draait vanaf 15 april in de bioscoop.

Deze recensie is ook gepubliceerd op het Filmblog van Zone 5300.

Categorieën
Bloggen

Bloggen in optima forma

Een grote meerwaarde van het weblog is dat lezers kunnen reageren op de blogposts. Nu heeft mijn site een vast groepje lezers die geregeld reageren. Dat vind ik erg leuk en de reacties worden dan ook zeer gewaardeerd.

Vooral omdat het vaak om inhoudelijke reacties gaat. Die voegen immers echt iets toe aan de content van de site. Lezers haken in op de gedeponeerde stelling of voegen vanuit een onverwachte hoek iets toe. Een goed voorbeeld hiervan is mijn Film A-Z waarbij mensen zelf hun favoriete filmtitels opnoemen.

De discussie over mijn recensie van De gelukkige huisvrouw maakte in dat opzicht een interessant ontwikkeling door. Van een compliment over de tekst zelf (altijd goed natuurlijk), ging deze over naar het imago van Heleen van Royen om (vooralsnog) te eindigen bij een scène uit de film en het boek, waarin een zware bevalling beschreven wordt. Elsbeth reageerde met een interessante persoonlijke anekdote op deze scène. Een mooi voorbeeld van lezersparticipatie.

Prachtig vind ik dat.

Een blog wordt daardoor een levendige dialoog tussen blogger, lezers en andere bloggers. Een plek voor persoonlijke verhalen, bijzondere invalshoeken en onderhoudende gesprekken. Dat is voor mij bloggen in optima forma.

Kortom: bezoekers en lezers bedankt voor jullie participatie.

Categorieën
Film Filmrecensie

De gelukkige huisvrouw

Dankzij verschillende televisieoptredens komt Heleen van Royen op mij over als een elitair viswijf. Aangezien ik ook niet tot haar beoogde lezersgroep behoor, acht ik de kans zeer gering dat ik ooit een boek van La Royen zal lezen. Toch werd ik blij verrast door de verfilming van de bestseller De Gelukkige Huisvrouw.

Lea Meyer (Carice van Houten) is stewardess en leidt een schijnbaar gezellig leventje met haar man Harry (Waldemar Torenstra). Totdat hij besluit dat ze een kind willen.

Harry: ‘We zijn zes jaar samen. Dat moeten we vieren. Laten we een kind nemen!’

Lea: ‘Wat moet jij nou met een kind, je bent toch nooit thuis?’

Harry: ‘Nee, maar jij wel.’

Zo gaat dat kennelijk in de wereld van Van Royen – ik kan me daar niet zoveel bij voorstellen. Maar goed, Lea heeft geen bezwaar tegen een flinke sekspartij, integendeel, maar dat daar ook kindjes van kunnen komen lijkt voor haar van secundair belang. De bevalling is zwaar, kent veel pijnlijke momenten en duurt zo tergend lang in de film, dat ik zelden een effectievere reclamespot voor anticonceptiemiddelen heb gezien.

Na de bevalling krijgt Lea een postnatale psychose. Als ze haar pasgeboren zoontje probeert weg te stoppen in een verhuisdoos, wordt het tijd dat ze wordt opgenomen. Tijdens haar verblijf in een inrichting laat Lea langzaam haar schild van cynisme zakken en blijkt dat de moeilijke band met haar kind alles te maken heeft met de vroegtijdig verbroken relatie met haar vader.

Carice! Carice!
Bovenstaand plot had snel kunnen verzanden in gratuite emotioneel kijkvoer, maar Antoinette Beumer, die na een reeks tv-series met De Gelukkige Huisvrouw haar speelfilmdebuut maakt, wisselt ietwat botte humor en tragiek vakkundig met elkaar af en zal daarmee de doelgroep zeker aanspreken.

Toegegeven: de vriendinnen van Lea en de gekken in de inrichting hangen naar het clichématige en sommige sequenties hadden wat strakker geknipt mogen worden. Ook de seksscènes in het begin ontstijgen het typische Hollandse filmidee van erotiek niet: platte seksplaatjes zonder passie.

Toch zijn dat soort schoonheidsfoutjes snel vergeten door het krachtige spel van de cast, waarbij gezegd moet worden dat Van Houten bewijst dat ze de beste actrice van Nederland is. Haar spel ontroert.

Verder is het camerawerk van Bert Pot prima in orde en heeft Tom Holkenborg (Junkie XL) een zeer verdienstelijke soundtrack gecomponeerd.

Niet dat ik na het zien van deze film in de toekomst sneller een roman van Van Royen zal oppakken, maar nog een verfilming van dit kaliber zie ik graag tegemoet.

De Gelukkige Huisvrouw draait vanaf 15 april in de bioscoop.

Deze recensie stond ook op het filmblog van Zone 5300.

Categorieën
Film Filmrecensie

Dirty Diaries: Zelden opwindende femporn

Wie bij porno voor vrouwen denkt aan sekspartijen waar een nodeloos verhaal aan voorafgaat, zal de meeste korte feministische pornofilms van de dvd Dirty Diaries als een koude douche ervaren.

Dirty Diaries is een initiatief van de Zweedse documentairemaakster Mia Engberg. Engberg veroorzaakte veel ophef met de film Come Together, waarin het gelaat van vrouwen is te zien terwijl ze zichzelf vingeren en klaarkomen. Ze nodigde bevriende filmmaaksters uit hun visie op seksualiteit te tonen. Het resultaat is 12 korte videofilms van wisselende kwaliteit.

Bij de dvd zit een boekje met daarin per film een inleiding van de filmmaaksters. Op de site van Dirty Diaries staat een heus manifest waarin Engberg ten strijde trekt tegen de mannelijke overheersing van seksualiteit, tegen censuur en het schoonheidsideaal. In het manifest staat lettterlijk: ‘We are fed up with the cultural cliché that sexually active and independent women are either crazy or lesbian and therefore crazy.’

Prima, maar bijdragen als Flasher girl on tour, waarin de hoofdrolspeelster te onpas in Parijs in het openbaar masturbeert en nietsvermoedende voorbijgangers met haar kut confronteert, en Authority, waarin een betrapte graffitispuitster met een stereotiep pottenuiterlijk een agente vastbindt en sigarettenas in haar mond deponeert, zullen het clichébeeld van de enge mannenhatende, lesbische feministe dat Engberg in haar manifest wil tegenspreken, eerder bevestigen dan ontkrachten.

Nylonpakken
Wel mooi is Red Like Cherry, waarin door middel van close-ups en onscherpe silhouetten de roes van de opwinding wordt verbeeld. Ook is Skin een van de betere bijdragen. In Skin ontdoen een man en vrouw zich tijdens het vrijen langzaam van vleeskleurige nylonpakken. De twee geliefden geven zich langzaam aan elkaar bloot en transformeren van twee anonieme wezens in individuen. Toch roept de schaar waar de pakken langzaam mee opengeknipt worden juist weer wel het beeld op van de vrouw met penisnijd, maar die interpretatie moet wellicht op het conto van deze mannelijke recensent geschreven worden.

In de anusfilm Fruitcake, waarbij het woord anus als bijvoeglijk naamwoord of als zelfstandig naamwoord beschouwd kan worden, wisselt de filmmaakster onscherpe shots waarin de menselijke uitgang gevingerd wordt af met beelden waarin een vinger een onschuldige kiwi penetreert. Het zal wel avant-gardistisch bedoeld zijn, opwindend is het niet. En porno die niet opwindt is net zo nuttig als een condoom waneer je zwanger wilt raken.

Focus, people, focus!
Hoewel ik sympathie voel voor de doelen van Engberg – wie is er immers niet tegen censuur, het schoonheidsideaal waar geen mens aan kan voldoen en tegen de patriarchale overheersing van vrouwen in de porno-industrie? – is het vooral de uitvoering die teleurstelt. Bijna geen van de filmmaaksters weet haar onderwerp mooi – laat staan scherp – in beeld te brengen, wat het geheel een amateuristisch tintje geeft.

Sterker nog: tussen de grote hoeveelheid amateurporno op het internet zitten, vergeleken bij de ‘kunstenaars’ op deze dvd, de echte Paul Verhoevens van de porno. In dat opzicht is het opmerkelijk dat het Zweedse filminstituut dit project subsidieerde.

Een tip voor alle aspirant pornografen in Nederland: stuur vanaf nu uw onscherpe huisgemaakte porno naar het Filmfonds. Een verhaal, opwindende afloop of interessante seks zijn geen vereisten. Maar vergeet niet er een manifest bij te stoppen om uw werk te verantwoorden.

DIRTY DIARIES, Zweden 2009. Regie: Mia Engberg, e.a.
(Dutch filmworks)
Reeds op DVD verschenen.

Deze recensie is ook gepubliceerd in Zone 5300#89 en het filmblog van Zone 5300.

Categorieën
Strips

Stripmakers Linthout en Heuvel genomineerd voor Eisner Award

Deze week zijn de nominaties voor de Eisner Award, de belangrijkste internationale prijs in stripland, bekend gemaakt. Twee albums van Nederlandse origine zijn genomineerd.

De Vlaamse stripmaker Willy Linthout is met zijn striproman Jaren van de Olifant in twee categorieën genomineerd voor een Eisner Award. Zowel in de categorie ‘Beste buitenlandse werk’ en ‘Beste auteur non-fictie’ staat Years of the Elephant op de shortlist. De Graphic Novel vertelt het verhaal van Karel Germonprez die worstelt met zijn gevoelens na de zelfdoding van zijn zoon. Willy Linthout verwierf vooral bekendheid met zijn reeks Urbanus. Jaren van de Olifant is een autobiografische striproman, getekend in potlood.

Eric Heuvel is met de educatieve strip A Family Secret (in 2003 als De ontdekking uitgebracht door de Anne Frank Stichting) genomineerd in de categorie ‘Beste publicatie voor tieners’.

Tot zover de berichtgeving vanuit trots Nederlandstalig oogpunt. Andere interessante genomineerden zijn Robert Crumb met The book of Genesis in verschillende categorieën, waaronder ‘Beste nieuwe album’ en ‘Beste tekenaar’. Asterios Polyp van David Mazzucchelli is ook genomineerd voor ‘Beste nieuwe album’ en andere categorieën. Een opmerkelijke nominatie is de middelmatige anthologie Bob Dylan revisited, die vorig jaar in het Nederlands uitkwam bij Silvester.

Hier kun je de rest van de nominaties lezen.

De Eisner Awards zijn de Oscars onder de stripprijzen, vernoemd naar de Amerikaanse stripmaker Will Eisner (1917-2005). Net als de Oscar omvatten de Eisners te veel categorieën en worden ze jaarlijks uitgereikt.

Categorieën
Film

Film A-Z: H

Deze keer zes films: twee horrorflicks, twee muziekfilms, een docu en een stripverfilming. Enjoy.

Halloween (John Carpenter, 1978)
In dit film ABC mag natuurlijk een film van horrormeester John Carpenter niet ontbreken. Dus Halloween moet erin. Niet alleen omdat deze film je de stuipen op het lijf jaagt, maar ook gewoon omdat ik gek van het fenomeen Halloween ben. Scream queen Jamie Lee Curtis debuteert in deze film. Carpenter componeerde zelf het herkenbare muzikale thema van Halloween.

De plot is simpel: Michael Myers vermoordt op zesjarige leeftijd zijn zus Judith (Sandy Johnson) met een keukenmes. Hij wordt opgesloten in een inrichting, maar ontsnapt vijftien jaar later om jacht te maken op zijn jongere zusje (Curtis) en haar vrienden. Myers psychiater, Sam Loomis (Donald Pleasence), probeert hem te stoppen.

Rob Zombie maakte in 2007 een remake die eigenlijk zo slecht nog niet is. Hij voegde nog wat welkome backstory toe aan Mike Meyers. Maar het origineel blijft natuurlijk het beste.

Hard Candy (David Slade, 2005)

Ellen Page speelt de vroeg volwassen Hayley Stark die wraak neemt op een pedofiel (Patrick Wilson). De scène waarin ze hem ‘castreert’ zorgt er bij de mannelijke kijkers voor dat hun ballen pijn doen van afschuw. En dat puur door de kracht van de suggestie, want we zien natuurlijk niet echt hoe ze zijn scrotum toetakelt. Zo hoort horror te zijn.

Page had eigenlijk een Oscar moeten winnen voor deze rol. (Ze werd wel genomineerd voor haar rol in Juno). Ze zou in de echte wereld alle katholieke priesters doen sidderen van angst.

Erg goed gefilmd en spannend tot het einde. (En een prachtige poster trouwens.)

A Hard Day’s Night (Richard Lester, 1964)
De eerste Beatle-film gaat over een fictieve dag uit het leven van de fab four. Hip gefilmd, goede soundtrack en de Beatles kunnen heel verdienstelijk zichzelf acteren. Richard Lester gebruikte de cinema verité stijl om zijn mockumentary vorm te geven: zwart-wit, kleine camera’s en dicht op de actie. Bij vlagen is de film wel wat flauw, maar dat vergeef je dit bijzondere beeld van Beatlemania snel.

Hearts of Darkness (Fax Bahr en George Hickenlooper, 1991)


Films over hoe films gemaakt worden zijn soms nog fascinerender dan de films waar ze over gaan. Hoewel Apocalypse Now zeker een fascinerende film is, hij staat niet voor niets in de A van mijn Film ABC, is het bijna even zo interessant om te zien welke pijn en moeite het Coppola heeft gekost om deze film op het scherm te krijgen. Waanzin voor en achter de camera, gefilmd door Eleanor Coppola die de twee filmmakers Bahr en Hickenlooper jaren later dat filmmateriaal gaf. Ze draaiden er interviews met de cast en crew bij en het resultaat is een van de beste documentaires over film maken ooit.

Hellboy (Guillermo del Toro, 2004)

Lekker stel (uit Hellboy II: The Golden Army)

Van de week zat ik deze film weer eens te kijken en het verbaasde me weer hoeveel ik ervan vergeten was. Iedere keer als ik Hellboy kijk is het een frisse filmervaring. Hellboy is ook niet de beste stripverfilming die ooit gemaakt is, maar toch staat hij in mijn Film ABC. Ron Perlman zet een zeer sympathieke Hellboy neer en laat de dikke laag make-up niet in de weg staan van een goede acteerprestatie. De film bevat prachtige beelden en is zeer sfeervol.

De relatie tussen Hellboy en Liz Sherman werd door de regisseur zelf bedacht en zit niet in de strip, maar wordt op de juiste dramatische manier uitgebuit voor de film. De scène waarin Hellboy als een verliefde schooljongen Liz en John Myers bespioneert als ze samen uit zijn, is zeer aandoenlijk. Fijn dat de ietwat vreemde, maar daardoor juist intrigerende, actrice Selma Blair is gecast als Liz.

Let wel: ik verkies de strips van Mignola boven de verfilming, maar toch is de eerste Hellboy-verfilming zeer vermakelijk. Over de sequel was ik indertijd een stuk minder lovend.

High Fidelity (Stephen Frears, 2000)


Stephen Frears maakte een filmadaptatie van het klassieke boek van Nick Hornby. Hij verplaatste de setting van Londen naar Chicago in Amerika, maar verder voelt dit toch als een aardig getrouwe verfilming. John Cusack speelt de sterren van de hemel en ook bijspelers Jack Black en Todd Louiso zijn een schot in de roos.

Rob (Cusack) runt een snobistisch platenzaakje dat alleen wordt bezocht door de ware puristen. De dwalende dertiger blijkt een verwoed platenverzamelaar (op het ziekelijke af) en categoriseert alles consequent aan de hand van een top vijf, of het nou om muziek, vrouwen of break-ups gaat. Robs leven staat op het punt een grote verandering te ondergaan wanneer zijn vriendin Laura (Iben Hjejle) voor een ander kiest, namelijk voormalig buurman Ian ‘Ray’ Raymond – een koelbloedige maar irritante zweefteef, prachtig gestalte gegeven door Tim Robbins.

Een liefdesfilm voor mannen met een prima soundtrack die in het rijtje thuishoort waar mijn favoriete films Almost Famous (Cameron Crowe, 2000), Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) en (500) Days of Summer ook in staan.

In verband met het Imagine filmfestival, zal er de komende weken geen Film A-Z verschijnen. Ik ga deep undercover bij het festival en me voor de Zone 5300 sufbloggen over de films die ik daar zie. Natuurlijk zullen die blogposts ook op deze site gepubliceerd worden, dus zal het hier zeker niet filmloos zijn. Mijn Film ABC is weer terug op vrijdag 7 mei. Dan gaan we verder met de I. Imagine that!

(Liefhebbers van alfabetlijstjes kunnen in de tussentijd terecht bij Marco Raaphorst. Die raakte geïnspireerd door mijn Film ABC en maakte een persoonlijke en interessante Muziek A-Z.)

Categorieën
Strips

Hellboy in de VPRO Gids

Vanaf vandaag ligt weer een kersverse VPRO Gids in de winkels en op de deurmat bij de abonnees. Een speciaal nummer, want stripmaker/illustrator Erik Kriek maakte het omslag en er staat een uitgebreid artikel in over het aankomende Imagine Filmfestival. Oh ja, mijn interview met Mike Mignola staat er ook in.

Ik sprak Mignola begin maart tijdens de Stripbeurs in Breda, op een vroege zaterdagmorgen. Mignola was al een paar dagen in Europa en had daardoor geen zichtbare last van jetlag. De avond ervoor was hij in Brussel geweest waar hij Gert Jan Pos te woord stond voor een publiekelijk interview.

Ons gesprek was gelukkig een-op-een, in de sportkantine van het racketcenter in Breda. Praten over Hellboy, folkloristische verhalen en de Amerikaanse stripindustrie terwijl op de achtergrond een stel kroketten werden gebakken. Meer glamour kan bijna niet. Dat mocht allemaal de pret niet drukken natuurlijk: het was een fijn gesprek.

De rest van de stripbeurs zat Mignola te signeren. Ook gaf hij nog wat interviews aan collega-journalisten.

Het interview is vanaf vandaag dus te lezen in de VPRO Gids #15.

Mignola signeert op de stripbeurs. Links in de hoek is zijn vrouw te zien, die met hem mee op reis is.

Categorieën
Bloggen Mike's notities

Hart op straat

Bovenstaand plaatje is mijn bijdrage aan de website Hart op Straat. Een van die websites waar ik altijd een glimlach rond mijn mond van krijg.

Hart op Straat is een blog waar mensen gevonden harten kunnen achterlaten. Niet letterlijk natuurlijk want dat zou maar een smeerboel geven. Het gaat hier om symbolische harten gevonden in het wild. Als je goed om je heen kijkt kom je ze overal tegen: van getekende hartjes op straat zoals hierboven tot je gesneden paprika. Ook glazen harten, snoepharten en houten harten.

Karin Ramaker, initiatiefnemer van de site, legt het als volgt uit:

Hart op Straat is op zoek naar verbindingen en samenwerking. Hoe straal je positiviteit de wereld in en verbind je positiviteit met andere goede doelen? Ook zou het heel mooi zijn om een reizende expositie te realiseren.

Ook een hart gevonden? Mail dan naar: metkarin@gmail.com

Categorieën
Strips

Hallie Lama: ‘Ik ben fan van de DIY-mentaliteit’

Cartoonist en stripmaker Hallie Lama tekent lekker aan de weg. In september vorig jaar kwam zijn eerste boekje uit bij uitgeverij Xtra. Op dit moment is hij bezig met een tweede uitgave. Vorig jaar maakte ik een video-portret van hem. Het leek me leuk om de draad weer eens op te pakken. Hoe vergaat het Lama sinds zijn debuutbundel?


Met welke stripprojecten ben je op dit moment allemaal bezig?

‘Jeetje, even denken. Ik ben momenteel druk bezig mijn volgende boek samen te stellen en mijn hoofd aan het breken over een gepaste titel. Tevens doe ik een bijdrage aan een te verschijnen cartoon.blog-bundel. Dit staat allemaal voor de Stripdagen in Haarlem in de planning, waar ik rond die tijd ook werk heb hangen in de Vishal. Daar is dan de expositie De nieuwe generatie cartoonisten en die belooft erg leuk te worden. Niet zomaar een verzameling lijstjes in een hal, zeg maar. Verder teken ik nog steeds de kattenstrip Joop en Harrie voor kattenblad Majesteit en lever ik bijdrages aan Pulpman en Van Speijk.’

En je bent online ook veelvuldig aanwezig.
‘Op het internet ben ook nog steeds te vinden op mijn blog en op Eeuwig Weekend en Cartoon.blog.nl. Tevens wil ik ook nog wel eens opduiken op Frontaal Naakt. En dan zijn er nog twee ‘geheime’ (gag)stripprojectjes, maar die staan beide nog in de startblokken. Een goede reeks valt of staat met een goed doordacht concept en leuke, al dan niet sympathieke, personages.’

Natuurlijk ben ik nieuwsgierig naar die stripprojectjes. Wat kun je me er nu al over vertellen?
‘Eentje speelt zich af op een camping en die andere gaat over een cakebakker. Maar dat laatste wist je al want die maken we samen.’

Helemaal waar. Daar komen we later dus nog wel eens op terug. Vorig jaar september verscheen je eerste officiële boekje bij uitgeverij Xtra. Hoe gaat het daarmee, verkoop je een beetje?
‘Ik heb eerlijk gezegd de precieze cijfers niet gezien, maar volgens mij gaat het wel lekker. Heb er ook wel wat sympathieke dingen online over gelezen, dus ik mag niet klagen.’

Hoe was dat, om voor het eerst een echt boekje in de winkel te hebben liggen?
‘Te gek! Het begon al met een drukbezochte boekpresentatie in het altijd gezellige Lambiek. Leuk dat er zoveel mensen kwamen opdagen. Ook voor mijn signeersessie in de Hilversumse Boekhandel was heel wat belangstelling. Gelukkig vind ik signeren ook leuk. Vooral als men tevreden is met het resultaat natuurlijk.’

Wat is het gekste dat je tijdens een signeersessie hebt meegemaakt?
‘Dat was vast iets tijdens mijn signeersessie in mijn stamkroeg, maar daar weet ik niet zoveel meer van.’ Hallie lacht en vervolgt: ‘Zonder gekheid, wat ik wel vaker heb gehad is dat mensen niet eens doorhadden dat ik er een echt tekeningetje bij gezet had. Ze dachten dat het een gedrukt plaatje was waar ik alleen een handtekeningetje bij had gezet. Gelukkig kwamen de meeste kopers wel terug om me alsnog te bedanken.’

Stond je niet op de bestsellerslijst in Hilversum? Kun je daar nog rustig over straat zonder belaagd te worden door fans en cartoongroupies?
Walhallie was het afgelopen jaar het best verkochte stripboek bij de Hilversumse Boekhandel. Natuurlijk zal mijn signeersessie daar een aardige ‘boost’ aan gegeven hebben. Maar ik kan daar nog wel rustig over straat, hoor. Al weten mensen me wel te vinden voor een krabbeltje in hun boekje.’

Ik zag op de Stripbeurs Breda dat je een smallpress had gemaakt van je laatste 24 Hour Comic, Koning van de Uien. Waar gaat die strip over?
‘Haha, weet jij het? Het verhaal is inderdaad van origine een 24 Hour Comic, dus daar ben ik blanco aan begonnen. De plot schiet zodoende alle kanten op, met veel rare wendingen en flauwiteiten. Maar ik ben er wel tevreden mee, hij “leest lekker”. En er zitten veel uien in.’

Waarom heb je eigenlijk nog een smallpress uitgegeven, je hebt nu toch een echte uitgever?
‘Ik had online wat vragen over nieuw werk gehad naar aanleiding van mijn aanwezigheid in Breda. Toen heb ik dus maar besloten om voor de liefhebbers een limited versie van De koning van de uien te maken. Zie het maar als een bootleg. Ik vind smallpress boekjes sowieso wel rock-‘n-roll. Ik ben fan van de DIY-mentaliteit.’

‘Ook was dit de enige kans om De koning van de uien te presenteren zoals hij gemaakt is, in een kleine 20 uur. De koning van de uien zal in Pulpman verspreid over een paar nummers geplaatst worden. Daarom kleur ik het verhaal nu in grijstinten in. Ook zal ik hier en daar wat aan de tekst rommelen, vooral omdat mijn handschrift door het tempo waarin ik heb getekend ietwat onleesbaar uitvalt en dat is zonde.’

Wanneer komt je volgende boekje uit en wat gaat daar allemaal in staan?
‘Ik gok op de Stripdagen in Haarlem, dus in juni kan je weer een nieuw boekje verwachten. Uiteraard zitten er weer een hele bak cartoons in, maar deze keer iets meer dingen van 1 pagina of meer. Ik ben momenteel nog op zoek naar de juiste verhouding tussen strips en cartoons. Wel heb ik al een – veel te ruime – voorselectie gemaakt.’

Je maakt ook zoveel cartoons. Dat loopt dan aardig in de papieren. Ik heb het idee dat je je de laatste tijd wel meer concentreert op verhalende strips tekenen in plaats van cartoons. Hoe gaat dat?
‘Ik teken al jaren en deed eigenlijk altijd wel paginaatjes en verhaaltjes tussendoor. Alleen heb ik me de laatste jaren vooral op cartoons toegelegd, want ik maak graag snelle grappen. Sinds ik de afgelopen jaren aan de 24 Hour Comics Day meedoe is het me weer duidelijk geworden dat grappen maken ook makkelijk in langere verhalen kan. Ik zie een verhaallijntje dan ook als niet veel meer dan een goede kapstok voor grappen.’

Welke strips lees je zelf met veel plezier?
‘Wat strips betreft ben ik echt een alleseter. Ik lees net zo lief een goeie Spider-man als een Spekkie Big. In m’n boekenkast hebben boeken van Windig & De Jong, Kamagurka, Peter van Straaten en Luc Cromheecke wel de overhand.
Bij Kama is het vooral de humor die me aanspreekt en inspireert. Luc Cromheecke vind ik een toffe tekenaar die zonder woorden ook nog steeds erg grappig is.
Peter van Straaten is een vakman en een begenadigd tekenaar. En z’n werk is vaak pijnlijk herkenbaar. Humor is lijden en vice versa.’

En Windig en De Jong?
‘Dat vind ik gewoon geniaal, dat is cultureel erfgoed. Verder vind je in mijn kast de complete Asterix-reeks, al koop ik de latere albums eigenlijk alleen om de boel compleet te houden. De oude Asterix-albums vind ik zo sterk omdat ze daar het kapstokprincipe tot in de puntjes uitvoeren. Goscinny bouwt, met oog voor detail, een prachtige kapstok en hangt daar dan weer sublieme grappen aan. Dat vind ik mooi en dat kan ik dan ook keer op keer herlezen. En Uderzo is natuurlijk een heerlijk tekenaar. Ook heb ik een zwak voor de Peyo-albums van de Smurfen, maar daar speelt vast een stukje jeugdsentiment mee.’

Volg je nabije collega’s ook?
‘Uiteraard staan er ook veel cartoonboekjes en smallpressjes in de kast. Ik vind het altijd leuk om te kijken wat de nabije collega’s allemaal doen, dus ik heb ook veel Nederlands en Vlaams werk.’

Dit interview is ook gepubliceerd op het stripblog van Zone 5300.

Categorieën
Strips

Buffy krijgt negende seizoen

Tot mijn grote vreugde vernam ik vandaag via Fearnet.com dat Buffy the Vampire Season 8 vervolgt wordt in een negende seizoen. Ik heb het natuurlijk over de stripserie die de verhaallijn van de televisieserie, die na zeven bijzondere seizoenen ten einde kwam, voortzet.


Wanneer een populaire televisieserie afloopt, betekent dit nog niet dat het verhaal ook uit is. Joss Whedon, bedenker en creatieve geest achter de serie Buffy the Vampire Slayer, vond dat hij nog meer te vertellen had over de blonde uitverkorene die in de nachtelijke uurtjes op vampiers en demonen jaagt. Het verhaal van Buffy Summers werd daarom voortgezet in stripvorm: Buffy Season 8 wordt sinds 2007 door Dark Horse uitgegeven en is een verdomd boeiende stripserie.

Stripverfilmingen en strips over films zijn niets nieuws. Populaire films en televisieserie krijgen al jaren tie-ins als boeken, poppetjes en strips. (De tv-serie True Blood krijgt bijvoorbeeld nu ook een stripserie.) Toch is een goede stripadaptatie een zeldzaamheid. En dat de bedenker van de serie zelf de comics schrijft komt ook niet vaak voor. Toen ik als Buffy-adept hoorde dat Joss Whedon het achtste seizoen in stripvorm zou uitgeven, was ik tegelijkertijd nieuwsgierig en sceptisch. Een strip zou het toch nooit halen bij de kwaliteit van de serie? Uiteraard won de nieuwsgierigheid.

Waarheidsgetrouw
Mijn sceptische houding was na het lezen van de eerste trade paperbacks compleet verdwenen. De personages die we in zeven seizoenen hebben leren kennen, komen wederom tot leven in de strippagina’s. Niet alleen weet tekenaar Georges Jeanty de acteurs feilloos na te tekenen. De personages zijn gewoonweg niets veranderd. Veel is te danken aan de strakke dialogen van Whedon, die de dictie van iedere hoofdfiguur perfect op papier weet te zetten.

Het is merkbaar dat Whedon niet langer de censuurcommissie van de omroep tevreden hoeft te houden. De strips hebben door hun vele verwijzingen naar en woordgrapjes over seks een volwassener karakter. Hoewel de serie controversiële onderwerpen als homoseksualiteit niet uit de weg ging, komen dat soort thema’s in de strips meer naar voren.

De serie zou oorspronkelijk 25 comics beslaan, inmiddels is het verhaal in de planning uitgegroeid tot veertig delen. Joss Whedon schreef de eerst vier delen ‘The Long Way Home’ en pende tussendoor nog wat verhalen. Hij zal tevens dit seizoen afronden. Verder fungeert hij als executive producer van de serie, wat zoveel betekent als dat hij de productie nauwgezet overziet en het creatieve team van schrijvers en tekenaars aanstuurt. Een zelfde rol speelde hij in de televisieserie.

De comicserie wordt geschreven door niet de minste schrijvers. Brian K. Vaughan schreef de tweede verhaalboog die gaat over Faith, de andere slayer die een tijdje de darkside van de force bediende. Jeph Loeb (Batman: The Long Halloween, Smallville) pende aflevering twintig en Brad Meltzer heeft zojuist zijn voorlopig laatste nummer geschreven. Vaste schrijvers van de tv-serie, zoals Jane Espenson en Doug Petrie, schrijven ook mee aan de stripserie. Zij kennen de personages immers door en door.

Dit seizoen komt bijna ten einde. Dark Horse heeft aangekondigd dat er zes maanden na het einde van seizoen 8 met de negende begonnen wordt. Het verhaal zal compacter zijn en minder lang gaan duren.

Ik heb er in ieder geval zin in.

Categorieën
Film

Film A-Z: G

We zijn alweer bij de G van mijn Film ABC. De G van goede films, of in ieder geval: de films die ik goed vind en die mij op de juiste manier wisten te raken.

Ghostbusters (Ivan Rietman, 1984)

Ik ben zo gek op deze flick dat ik vorig jaar in New York speciaal de bibliotheek bezocht waar een van de scènes is opgenomen.

Ghostbusters is een origineel idee bedacht en opgeschreven door Harold Ramis en Dan Aykroyd, over een stel wetenschappers die hun brood proberen te verdienen met het vangen van spoken. Ze beginnen hun bedrijfje net op tijd, want Gozer de Gozerian staat op het punt om tot onze wereld toe te treden. En dat is niet best.

Het gevolg is een supergrappig script, voor die tijd indrukwekkende specialeffects en bij het opnieuw bekijken van Ghostbusters warme nostalgische gevoelens. Voor spoken ben ik nooit bang geweest, en samen met Peter Venkman, Ray Stantz, Egon Spengler en Winston Zeddmore kan ik hartelijk om hun doorzichtige verschijning lachen.

Daarbij bevat de film belangrijke datingtips, zoals deze:
‘There is no Dana, there is only zuul!’

Pas maar op, voordat je het weet blijkt je date bezeten te zijn door een of ander bovennatuurlijke poortwachter. Gij zijt gewaarschuwd.

The Good, The Bad and The Ugly (Sergio Leone, 1966)
De titel mag dan ook verwijzen naar de drie belangrijke hoofden van wijlen Balkenende IV, maar daar draait deze ultieme spaghettiwestern natuurlijk niet om. Al vindt regisseur Martin Koolhoven deze film van Sergio Leone niet exemplarisch voor de spaghettiwestern omdat:

Die films zijn niet representatief voor de 600 andere spaghettiwesterns die er zijn gemaakt. Meestal “kleine” films, gemaakt met beperkte budgetten. Django van Sergio Corbucci is archetypischer en is ook heel invloedrijk geweest. Het gaat er allemaal veel harder, gemener en smeriger aan toe. Het aantrekkelijke van de spaghettiwestern is dat die niet volgens de normale morele codes van Hollywood zijn gemaakt. (Zie dit artikel op Cinema.nl.)

Dat zal dan wel: ik vind The Good, The Bad and The Ugly gewelddadig genoeg, en een prachtig verhaal over een mysterieuze revolverheld – mooi ouderwets woord is dat trouwens – gespeeld door Clint Eastwood. Samen met twee vreemdelingen, de slechterik (Eli Wallach) en de lelijke (Lee van Cleef) probeert hij een fortuin aan gestolen goud op te sporen. Maar hoe betrouwbaar zijn dieven? Hun zoektocht leidt naar een van de beste climaxen uit het western genre.

www.youtube.com/v/13EUXqIwDkQ

Ghost World (Terry Zwigoff, 2001)


Toen ik de trailer van Ghost World voor het eerst zag, dacht ik dat de film geen bal aan zou zijn. Zo zie je maar hoe een slechte trailer kan bedriegen, want deze stripverfilming is het kijken meer dan waard. Dankzij een gevat script, interessante personages en prima vertolkingen van Thora Birch, Steve Buscemi en Scarlett Johansson voordat ze een echte seksbom werd. (Wordt dat woord nog wel eens gebruikt eigenlijk, ‘seksbom?’ Klinkt als een moslimterroriste in burkini.)

Het is vooral het einde dat deze film magisch maakt. Als Enid de stad verlaat en het verhaaltje uitrijdt in een bus die al jaren is opgeheven. Mooi statement over eigenheid en over je eigen weg in slaan. Overigens is de strip van Daniel Clowes waar de film op gebaseerd is, ook heel goed.

The Graduate (Mike Nichols, 1967)

Er zijn van die films die je altijd bijblijven en je keer op keer kunt zien. The Graduate is voor mij zo’n film. Deze flick van Mike Nichols was mijn eerste kennismaking met acteur Dustin Hoffman en de muziek van Simon & Garfunkel.

The Graduate is een boeiende klassieker die gaat over het verzet tegen de oudere generatie: Benjamin Braddock (Dustin Hoffman) valt na zijn studie in het spreekwoordelijke zwarte gat. Hij leeft in een vacuüm van verveling: dagenlang dobbert hij rond op een luchtbed in het zwembad, zoals hij doelloos door het leven drijft. Benjamins toekomstplannen zijn vaag: ‘Ik wil dat mijn toekomst ánders is’, vertrouwt hij zijn vader tijdens zijn afstudeerfeestje toe. Ondertussen verleidt Mrs. Robinson (Anne Bancroft), en krijgt hij een verhouding met deze oudere vrouw terwijl hij liever een relatie begint met haar dochter Elaine (Katharine Ross). Als hij een einde aan de affaire maakt is Mrs. Robinson het daar natuurlijk niet mee eens en ze zal er alles aan doen om de relatie tussen Benjamin en Elaine te stoppen.

De kinderen willen voor zichzelf een ander leven dan hun ouders die vast zitten in een standaardleven en ongelukkig huwelijk – gedoemd om tot het einde der tijden samen te blijven. Elaine trouwt met een ander, een jongen die wél door haar ouders als ideale schoonzoon wordt beschouwd, maar kiest na de huwelijksvoltrekking alsnog voor Ben.

Het venijn van The Graduate zit aan het einde, want het is nog maar de vraag of Benjamin en Elaine het lot van hun ouders kunnen ontlopen. Wanneer Benjamin Elaine voor het huwelijksaltaar heeft weggeroofd, rijden ze weg in de bus, hun toekomst tegemoet. Het is echter de vraag of ze de valkuilen waarin hun ouders zijn gestapt kunnen vermijden. Als de spanning van het moment uit hun lijven is weggeëbd, zwijgen ze, alsof ze elkaar niets meer te vertellen hebben. Het nummer ‘The Sound of Silence’ onderstreept dit idee.

Groundhog Day (Harold Ramis, 1993)
De tweede film met Harold Ramis en Bill Murray in deze aflevering van mijn film A-Z, dit keer ook geregisseerd door Ramis. Stel je eens voor dat je de ergste dag van je leven telkens overnieuw moet beleven. Bill Murray, die weerman Phil Connors speelt die voor het vierde achtereenvolgende jaar moet afreizen naar Punxsutawney, Pennsylvania, om te zien of de bosmarmot zijn gezicht laat zien of niet, maakt er maar het beste van, krijgt er op den duur lol in en verovert het hart van Andy MacDowell.

Het verhaal gaat natuurlijk over een man die langzaam zijn karakter moet aanpassen en soms zijn daar bovennatuurlijke narratieve middelen voor nodig. Bill Murray speelt perfect de cynische (weer)man die zich niets laat wijsmaken. Een rol die hem op het lijf geschreven is en doet denken aan personages als Frank Cross uit Scrooged. De laatste jaren is er een echte Murray revival, waarin hij tot mijn vreugde ook andere kanten van zijn acteertalent toont.

Groundhog Day won onder meer een BAFTA Award voor beste script, een British Comedy Award voor beste filmkomedie en een Saturn Award voor beste actrice (Andie MacDowell). In 2006 werd de film aan het Amerikaanse National Film Registry toegevoegd vanwege de culturele, historische en esthetische waarde van de film.

Hoewel de film dus over een herhalende dag gaat, is hij mij nog niet gaan vervelen.

Bekijk deze scènes maar eens:


Volgende week de filmtitels die met een H beginnen.  Maar eerst wil ik natuurlijk van jullie horen welke G-films jullie favorieten zijn en waarom.

Categorieën
Strips

1 april: Wilders wordt stripfiguur

Sommige mensen zullen Geert Wilders, met zijn geblondeerde coupe en ongenuanceerde uitspraken wellicht al een stripfiguur vinden. Ikzelf noem hem graag de Politieke Muppet. Scenarist Jaap den Havik zag er in ieder geval ook een stripfiguurtje in en pende een strip waarin de politicus achter Bin Laden aangaat.

In het komende nummer van Eppo zal Geert zijn intrede maken als stripfiguur. In zijn eerste avontuur, getiteld Geerts geheime missie verlaat Geert tijdelijk de politiek om de gevreesde terrorist Ben Laden te zoeken in Afghanistan waar deze staatsvijand zich al jaren schuilhoudt. In de traditie van James Bond zal hij trachten Ben Laden te overmeesteren en over te dragen aan de autoriteiten. Dat Geert meermalen in aanvaring komt met de cultuur en gewoontes van de Afghaanse bevolking zorgt volgens scenarist Jaap den Havik voor hilarische momenten. De strip wordt getekend door Dick Heins.

Tenminste, dat wilde de Eppo-redactie ons middel een persbericht doen geloven. Helaas voor de liefhebber van politieke satire moet ik mededelen dat het hier gaat om een originele 1 aprilgrap. De slimme stripliefhebber had deze grap kunnen doorzien: Jaap den Havik bestaat namelijk niet. Even googlen maakt dit al duidelijk.

Rob van Bavel, hoofdredacteur van de Eppo, liet via de telefoon weten vandaag al leuke reacties te hebben gehad van mensen die deze grap ook doorhadden. Anderen reageerden gepikeerd omdat ze in de maling waren genomen.

Toch leuk geprobeerd en eigenlijk jammer dat het bericht niet waar is: ik was wel benieuwd of het de strip Wilders zou lukken om Bin Laden in de kladden te krijgen.