Categorieën
Fotoblog

More street art @spuistraat

Categorieën
Media

Zone 5300 doet IMG LAB: Dirkjan, Kriek en Frits Jonker

Zone 5300 verzorgt de 8e IMG LAB avond in de Unie op maandag 16 mei. Het wordt een bonte avond met een aantal coryfeeën uit de stal van de Zone: Erik Kriek over H.P. Lovecraft, Frits Jonker over van alles, Robert van Raffe over zijn aanstaande graphic novel en de animaties van studio Mooves (Jantiene de Kroon, Remco Polman en Wilfred Ottenheijm).

Het Image Festival organiseert niet alleen het jaarlijks symposium en expositie festival over beeld en beeldmakers maar laat ook maandelijks van zich horen. Elke derde maandagavond van de maand toont het festival in samenwerking met collega’s als bijvoorbeeld de BNO, Playgrounds of Zone 5300 thema-avonden, uiteraard over beeld, vormgeving en ontwerp.

Wat kun je op de avond van Zone 5300 verwachten?

  • Mooves (Jantiene de Kroon, Remco Polman en Wilfred Ottenheijm) is een onafhankelijke producent van animatiefilms met studio’s in Amsterdam en Nijmegen. De studio is gespecialiseerd in zowel traditioneel getekende bioscoopfilms als geanimeerde webapplicaties; het bekendst zijn de Dirkjan-tekenfilms.
  • Erik Kriek is striptekenaar en illustrator. Hij is vooral bekend van zijn reeks Gutsman (sinds 1994). Hij werkt als illustrator voor o.a. Schokkend Nieuws, VPRO Gids, Volkskrant en Vrij Nederland. Zone 5300 #92 bracht een voorpublicatie uit zijn binnenkort te verschijnen bundel met H.P. Lovecraft-bewerkingen.
  • Robert van Raffe (aka Dandy Raffe) debuteerde in 2005 in Zone 5300 met de strip A conversation piece over de historische dandy’s Oscar Wilde en James Abbott McNeill Whistler. Hij publiceerde ook in o.a. Passionate, NRC Next, AD, The Daily Tiger en Eisner en bracht diverse boekjes uit in eigen beheer.
  • Frits Jonker is samen met Milan Hulsing verantwoordelijk voor de populaire rubriek Fool’s Gold in Zone 5300, waarin vreemde verzamelingen, Pakistaanse psychedelica en andere curiosa de boventoon voeren. Met Dolf Hell schreef hij het boek De muzikale verleiding, over reclamesingles.

Toegang: €5 – Kaartverkoop aan de deur.
Meer info:
http://www.image-festival.com/news/img-lab-8-16-mei-in-de-unie/

Categorieën
Fotoblog

Street art @spuistraat

Categorieën
Striprecensie Strips

Spider-Man: One moment in time

In 2008 zette Marvel Spidermans wereld op zijn kop door het huwelijk tussen Peter Parker en Mary Jane op magische wijze te ontbinden. Ze sloten een deal met Mephisto, Marvels versie van de duivel, om het leven van een dodelijk gewonde tante May te redden. De prijs was hun huwelijk. In het verhaal One moment in Time vertelt schrijver Joe Quesada hoe de duivel precies te werk is gegaan.

Na het verhaal One More Day, werd Peter Parker wakker in het huis van tante May terwijl ze het ontbijt aan het maken was. Van de een op de andere bladzijde was het huwelijk dus ongedaan gemaakt en zag Peters leven er weer uit als de jaren voor voordat hij getrouwd was. Terug naar de basis was nodig vond Marvel, omdat de jonge lezers zich niet zouden kunnen identificeren met een getrouwde Peter Parker.

In One Moment in Time (dat als acroniem heel slim OMIT spelt) wordt duidelijk dat er wel degelijk tijd is verstreken en hoe het huwelijk werd ontbonden.

Mislukte bruiloft
Peter Parker kwam nooit opdagen voor de ceremonie, want hij lag bewusteloos onder het lijf van een schurk die hij probeerde te redden toen die van het dak afviel. Een nogal klungelig handelende Spiderman wist op die manier de val van de man te breken, maar raakte zelf buiten bewustzijn. Dit is het zwakste punt uit het verhaal van Quesada, dat verder redelijk goed in elkaar steekt.

Wat ik er vooral goed aan vind is dat Quesada de gebruikelijke thema’s die bij Spiderman horen gebruikt om de grote veranderingen in het leven van Peter te motiveren, namelijk zijn verantwoordelijkheid jegens de mensheid en de prijs die hij daar op persoonlijk vlak voor moet betalen. Mary Jane wil eerst niets meer van Peter weten nadat hij niet op kwam dagen voor het huwelijk, maar besluit later dat ze toch met hem samen wil leven, ook al wil ze niet meer met hem trouwen. Ooit wilde ze kinderen, maar het ouderschap combineren met het gevaarlijke leven dat Peter leidt ziet ze niet zitten. Dat ze uiteindelijk toch een punt zet achter de relatie heeft alles met dat gevaarlijke leven te maken.

Ontmaskering
Tante May werd geraakt toen misdaadbaas Wilson Fisk opdracht gaf om Parker te vermoorden. Parker was zo dom om tijdens Civil War zijn identiteit aan de gehele natie te tonen. Vanaf dat moment zat iedere vijand achter hem aan. In OMIT is ook Mary Jane doelwit van een huurmoordenaar. Hoewel Peter haar weet te redden, beseft ze dat haar hele familie gevaar loopt omdat ze Spidermans liefje is. Het is een last die ze niet langer wenst te dragen. Daarom zet ze uiteindelijk een punt achter hun relatie – ook al heeft Doctor Strange er op magische wijze voor gezorgd dat niemand anders dan zij weet wie Spiderman is.

(Ook een slimme zet van Marvel, want hoewel de publieke ontmaskering van Spiderman enkele interessante verhalen in de persoonlijke sfeer opleverden, uiteindelijk bleek het een doodlopende weg te zijn.)

De ontbinding van Spidermans huwelijk ligt dus wat ingewikkelder dan één vingerknip van de duivel.

Het thema dat de geheime identiteit van de held een gevaar is voor zijn naasten is een rode draad in de verhalen van Spiderman. Quesada maakt hier goed gebruik van. Ook schrijft hij natuurgetrouwe dialogen. Het is fijn om te lezen dat Peter en Mary Jane hun koude oorlog hebben beslecht door de dialoog met elkaar aan te gaan en dat ze na dit verhaal weer op goede voet met elkaar staan. Dat biedt hoop voor de toekomst.

Hoewel ik als Spiderman-fan nog steeds niet echt blij ben met de redactionele veranderingen die er door Brand New Day zijn doorgevoerd, vind ik dat editor-in-chief Quesada zich hier goed heeft uit geschreven. Al is de algemene tendens van de fans anders, maar goed het merendeel kon zijn bloed toch al drinken sinds Brand New Day.

Wat minder goed werkt in OMIT zijn de verschillende tekenstijlen die door elkaar gebruikt worden. Marvel herprintte oude scènes uit Amazing Spider-Man annual #21 uit 1987 getekend door Paul Ryan en geschreven door David Michelinie. Dit zijn de scènes voorafgaand aan het huwelijk. Ze worden afgewisseld met de herschreven geschiedenis getekend door Paolo Rivera en Joe Quasada.

Quasada tekende de scènes die zich in het heden afspelen, waarin Mary Jane en Peter met elkaar praten over het misgaan van de huwelijksdag en de tijd erna. Rivera tekent de flashbackscènes. De drie stijlen mengen niet lekker met elkaar. Dat is prima zolang het om Ryans werk versus dat van Rivera gaat, want zo zijn de aanpassingen in Spidermans geschiedenis duidelijk zichtbaar. Maar waarom Rivera niet gewoon de rest heeft getekend is me niet duidelijk. Het was de homogeniteit zeker ten goede gekomen.

Spider-Man: One Moment in Time is een tradepaperback waarin Amazing Spider-Man #638 tot en met #641 gebundeld zijn.

Categorieën
Fotoblog

Don’t worry, it’s fake

At work we have these strange art works standing around. Don’t know what the VARA has in common with a polar bear or why they chose to place on in one of the main hallways. But at least it is house-trained.

Categorieën
Mike's notities

Herdenk op je eigen manier

Vandaag is het vier mei, dus om 20:00 uur wordt de Nederlandse burger (ook de buitenburger) geacht twee minuten in acht te nemen, te zwijgen en de helden en slachtoffers van voorgaande oorlogen te herdenken. En als niemand het op een schreeuwen zet op de Dam vanavond, zal de dodenherdenking als vanouds vredig verlopen.

Ik heb het niet zo op massale herdenkingen. Ik ben er niet tegen, hoor. Het lijkt me prima als een natie een moment afspreekt om dit te doen, zodat het in ieder geval gebeurt. Toch doe ik er niet aan mee. Ik zal me die twee minuten heus wel rustig houden, uit respect voor de slachtoffers en de mensen die wensen te herdenken. De radio gaat zacht; ik zal geen aria op het balkon ten gehore brengen.

Maar herdenken doe ik op mijn manier, op een tijdstip dat ik wenselijk acht. Ik hou niet van massahysterie noch van massahypnose. En als herdenken zo van hogerhand wordt opgelegd, lijkt het mijns inziens meer om een toneelstukje te gaan dan om de doden zelf.

Het kan als mens geen kwaad om zo nu en dan stil te staan bij de mensen die er niet meer zijn. Doden uit je eigen omgeving of slachtoffers van wandaden uit de geschiedenis. Sterfelijkheid is wat ons bindt.

Ik ben niet iemand die geregeld bij een graf staat. Ik geloof niet in een leven na de dood, dus het staat in mijn ogen nogal theatraal om bij een graf op bezoek te gaan waar eigenlijk niets meer te vinden valt. Maar ieder zijn methode.

Herdenkingen zijn dikwijls stille momenten die zich onverwachts aandienen. Zo’n moment dat je even voor je uit staart en aan je opa moet denken bijvoorbeeld. Soms heb ik dat bij een kopje Rooibos thee die hij altijd in huis had, omdat hij dacht dat dit de enige theesmaak is die ik lust. Soms komt hij ter sprake in een gesprek met mijn vader.

Vaker denk ik aan mensen die nog leven maar niet meer in mijn leven zijn. Dat is toch ook een beetje alsof ze dood zijn.

Categorieën
Fotoblog

Red creature

Not quite a Bunbun, but I still like it.

Categorieën
Strips

Pontiac krijgt ‘De Marten’

Gisteren schreef ik al dat Peter Pontiac dit jaar de Marten Toonderprijs, die ik graag ‘De Marten’ noem, krijgt. Ik schreef hierover ook een bericht voor Het Parool en sprak Pontiac daarvoor kort over de telefoon. Zoals beloofd hier het stuk dat vandaag in de krant verscheen.

Striptekenaar Peter Pontiac krijgt de Marten Toonderprijs 2011, tegenwoordig de belangrijkste Nederlandse oeuvreprijs voor stripmakers.

De Marten Toonderprijs van het Fonds BKVB is een oeuvreprijs die wordt uitgereikt aan een stripmaker die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan het beeldverhaal. De jury noemt Pontiacs werk vernieuwend: ‘Hij heeft een combinatie van schrijver- en kunstenaarschap toegevoegd aan de Nederlandse strip.’

‘Ik was stomverbaasd dat ik hem kreeg,’ zegt Pontiac. ‘Sommige mensen vinden misschien dat ik voor een stripprijs relatief weinig strips heb gemaakt. Volgend jaar komen er twee overzichtsboeken uit, eentje met het beste tekenwerk en eentje met alle strippagina’s. Dat zijn er toch wel 300. Maar goed, op veertig jaar tekenen is dat niet zo veel.’

De autodidactische tekenaar Pontiac (1951) publiceerde aan het begin van zijn internationale carrière in Nederlandse, Spaanse en Amerikaanse undergroundbladen. Later illustreerde hij voor Oor, NRC Handelsblad en het AD. Muziek, rock-‘n-roll, is altijd een belangrijk thema gebleven in zijn illustraties, strips en albumcovers. Pontiac maakte ook autobiografisch getinte strips over zijn drugsgebruik. Zijn belangrijkste wapenfeit is echter Kraut (2000), een graphic novel over zijn vader die tijdens WOII oorlogsverslaggever was voor de SS. De jury noemt dit de beste Nederlandse graphic novel.

‘Ik sta nog steeds vierkant achter Kraut en wilde het boek al jaren maken,’ vertelt Pontiac. ‘Ik heb ermee gewacht tot mijn moeder niet meer leefde, ze had het verhaal niet getrokken.’

Illustratie voor Kraut.

Op dit moment is Pontiac bezig met een grote prent over de Belgische zanger Guido Belcanto. Ook wil hij al jaren een boek over de dood maken, maar betaald opdrachtwerk houdt hem hiervan af.

Bij de Marten Toonderprijs – vernoemd naar de beroemde stripmaker van onder meer Olivier B. Bommel en Tom Poes – hoort een overzichtstentoonstelling en een geldbedrag van €25.000. Een welkome aanvulling op het stripmakersalaris. ‘Ik heb nog nooit zoveel geld gehad,’ zegt Pontiac. ‘Schraalhans is hier keukenmeester dus het is ontzettend fijn om nu eens een financieel buffertje te hebben.’

9 september krijgt Pontiac de prijs op het nieuwe Stripfestival Breda. Vorig jaar werd ‘de Marten’ voor het eerst aan Jan Kruis gegeven.

Categorieën
Fotoblog

Invasion?

Someone’s been busy because I saw this drawing on several places across town. Maybe it’s an invasion of cartoon creatures…

Categorieën
Strips

Peter Pontiac wint Marten Toonderprijs 2011

Peter Pontiac (1951) krijgt dit jaar de Marten Toonderprijs, een oeuvreprijs die wordt uitgereikt aan een stripmaker die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan het beeldverhaal.

Pontiac heeft met Kraut de beste Nederlandse graphic novel getekend én geschreven. Zijn werk is vernieuwend. Hij heeft iets aan de Nederlandse strip toegevoegd wat er nog niet was: een combinatie van schrijver- met kunstenaarschap – laat de jury via een persbericht weten.

Foto: Marco Bakker

Pontiac begon in undergroundbladen in Nederland en in Spanje en Amerika, zoals Modern Papier en Tante Leny Presenteert. In het blad Gummi publiceerde hij autobiografisch getinte strips over zijn drugsverslaving.

De prijs wordt uitgereikt tijdens Stripfestival Breda in september dit jaar. Behalve een geldbedrag van 25.000 euro hoort bij de prijs een overzichtstentoonstelling in het Graphic Design museum Breda. De tentoonstelling opent op 9 september, de dag van de prijsuitreiking, en duurt tot 27 november 2011.

De jury bestond uit Robbert Ammerlaan, directeur van de Bezige Bij, Emily Ansenk, directeur van de Kunsthal in Rotterdam en René Windig, tekenaar van Heinz. Voorzitter van de jury was Lex ter Braak, directeur van het van het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst (Fonds BKVB). Dit fonds heeft de prijs ook in het leven geroepen. Vorig jaar werd deze uitgereikt aan Jan Kruis.

Ik sprak Peter net aan de telefoon voor een kort artikel in het Parool morgen. Later dus meer over dit heugelijke nieuws.

Categorieën
Boeken

Zwagerman over kunst: Alles is gekleurd

Alles is gekleurd: omzwervingen in de kunst van Joost Zwagerman, is een verzameling essays, artikelen en recensies die reiken van de gelaagdheid van de schilderijen van Mark Rotkho tot de vraag wat Kate Moss tot levend kunstwerk maakt.

Een deel ervan verscheen eerder in andere vorm in bladen als Vrij Nederland, NRC Handelsblad, Hollands Diep en Passionate. Aangezien tijdschriften zich vooral met de actualiteit bezighouden is de arbitraire onderwerpkeuze veelal ingegeven door wat er in de afgelopen jaren werd geëxposeerd of is uitgebracht.

Tot mijn grote plezier besteedt Zwagerman een aantal artikelen aan Andy Warhol, waaronder een interview met Lou Reed, opgeschreven als een nukkige monoloog. Dat Reed een verschrikkelijke eikel tegen journalisten kan zijn is bekend, maar door zijn snauwende uitspraken nog eens woordelijk op te schrijven geeft Zwagerman de muzikant levensecht weer.
Middels ellenlange opsommingen van de vele soorten vrouwen, types schaamhaar en onmogelijke seksstandjes uit Ik, Jan Cremer 3 legt de auteur in een recensie haarfijn en met humor bloot dat deze roman niet meer is dan een opsomming bravourepraat van een man die zich een midlifecrisis uit schrijft.

Pulserende schilderijen
Zwagerman analyseert, zoals in het essay over de kleurvlakken in de schilderijen van Mark Rothko. Deze kleurvlakken ‘pulseren’, aldus de schrijver. Dat komt volgens Zwagerman omdat Rothko met ongewoon dunne verfoplossingen werkte die hij laag voor laag aanbracht. Tussen de verschillende kleurlagen bracht hij vernislagen aan. Zelfs de zwarte vlakken van de donkere doeken zijn levendig, wat komt doordat de schilder onder het zwart lagen lichtere kleuren aanbracht. Interessant om te lezen!

Zwagerman schrijft helder en toegankelijk, wat hem een van de beste essayisten van onze tijd maakt. De stem van de schrijver is altijd duidelijk aanwezig, alsof de lezer direct wordt aangesproken. Hij maakt ons deelgenoot van zijn visie, bewondering en verwondering, maar vooral ook van zijn persoonlijke ervaringen bij het aanschouwen van kunst.

Het is niet verwonderlijk dat Zwagerman in het tv-programma De Wereld Draait Door eens per maand een verhaal over kunst houdt, als ware hij de nieuwe Henk van Os. In hetzelfde programma gaf hij een verklaring voor de titel van zijn bundel, die verwijst naar een gedicht van K Schippers. Het is een aansporing om goed om je heen te blijven kijken: ‘Het hedendaagse, de elementen die we allemaal geneigd zijn te veronachtzamen zijn absoluut het bekijken waard.’

Dat de visie van de aanschouwer soms ook gekleurd kan raken behandelt Zwagerman in de laatste bijdrage in het boek, ‘Busje schept man’, dat verder niets met kunst te maken heeft. Hierin verhaalt de schrijver minutieus hoe hij door een asociale zwarte jongen van zijn fietst werd getrapt en hoe hij daarna de wereld door angstige ogen is gaan bekijken. Het is te hopen dat dit Zwagermans observatievermogen niet permanent heeft verkleurd.

Toch nog een kritische kanttekening bij de uitgave. Heel spijtig is het lage aantal illustraties. Zwagermans teksten maken nieuwsgierig naar de kunstwerken, maar de meeste ontbreken in het boek en zal de lezer via google tot zich moeten nemen.

Vier sterren!

Joost Zwagerman – Alles is gekleurd
(De arbeiderspers, € 24.95)

Deze recensie is in ingekorte vorm, gepubliceerd in Zone 5300 #93.

Categorieën
Fotoblog

Cheap clothes, low wages?

I guess it’s a fair question.