Het derde deel in de serie over de film Chasing Amy, en een tweede kijkje naar de thema’s van de film en hoe die zich verhouden tot de andere films van Kevin Smith. Naast het eerder genoemde thema van de relatie tussen man en vrouw (de Ware, de break-up en de make-up), zijn andere belangrijke Smith-thema’s: katholicisme (het beste voorbeeld is natuurlijk de film Dogma), homoseksualiteit en de onderdrukking van de zwarte medemens.Dit laatste wordt in Amy belichaamd door het personage Hooper X – prachtig gespeeld door Dwight Ewell. Deze zwarte striptekenaar heeft als imago de stripversie van de Black Panthers te zijn. In een grappige scène trekt hij zijn wapen tijdens een interview op een stripbeurs en lost hij twee schoten nadat Banky en Holden ‘schijnbaar’ de representatie van zwarten in Star Wars belachelijk hebben gemaakt. (De Star Wars-trilogie is overigens ook een terugkerend thema in de films.) Het is allemaal een act om de verkoop van zijn strip White Hating Coon te vergroten. In werkelijkheid is Hooper homo en allesbehalve militant. That’s sooooo gay
Het thema homoseksualiteit speelt natuurlijk een grote rol in Amy, maar omhelst meer dan het feit dat Alyssa lesbisch is. Het is een interessant gegeven dat Holden zich wel druk maakt over die ene heteroseksuele groepsuitspatting die Alyssa heeft gehad en dat hij niet wakker ligt van het feit dat ze met een reeks vrouwen het bed heeft gedeeld. Kennelijk vormen die vrouwen geen bedreiging voor zijn seksualiteit. Homofobie is ook een terugkerend thema in het universum van Kevin Smith. In Chasing Amy is het vooral Banky die homofoob reageert. Banky praat graag over Lul en komt naar vrouwen toe over als een chauvinistisch varken. Van de andere kant bekeken lijkt zijn fascinatie met het mannelijk geslachtsdeel juist te wijzen op de ontkenning van zijn seksuele geaardheid. Het moment dat Banky Hooper probeert te overtuigen dat het stripfiguur Archie absoluut niet gay is, staat voor het feit dat hij zichzelf probeert te overtuigen dat hij geen homo is. Ook zijn overdreven heterogedrag wijst hier op.Ware Vriendschap
In Amy wordt gehint naar Banky’s homoseksualiteit, wat zijn gevoelens naar Holden op zijn minst ambigue maakt. De eindscène waarin de twee vrienden elkaar na een jaar weer treffen op een stripbeurs is wat dat betreft erg tekenend. Holden en Banky communiceren met elkaar zonder te spreken, en kunnen met een enkele blik duidelijk maken wat ze bedoelen. De vriendschap is diepgeworteld en de twee mannen lijken daarmee een oud getrouwd stel. In dit opzicht spiegelt de relatie tussen de twee stripmakers de relatie tussen Holden en Alyssa – twee mensen die elkaar door en door kennen en snappen.Misschien is Vriendschap (met of zonder homo-erotische ondertoon) wel de Ware Relatie. Saillant detail: wanneer vrienden in Smiths films aan elkaar toegeven dat ze van elkaar houden, wordt daar altijd ‘op een heteroseksuele manier’ bij gezegd. Overigens is Banky niet het enige figuur in het Askewniverse waarvan de seksuele geaardheid niet helemaal duidelijk is. Jay lijkt net als Banky geobsedeerd door seks met vrouwen en mimiekt regelmatig pijpbewegingen met zijn mond en hand. Net als Banky heeft hij ook een obsessie met ‘The Cock’. (De ‘sexy’ dans die Jay in Clerks II tot twee keer uitvoert, heeft ook een sterke homo-erotische lading).Tot slot nog even een laatste thema uit Chasing Amy: comics! De algemene interesses van adolescente mannen vormen eigenlijk een rode draad in Kevin Smith’s films. Comics zijn een verbindende factor. In Amy zijn de hoofdrolspelers striptekenaars en Holden en Alyssa ontmoeten elkaar dan ook op een stripbeurs. Smith verwijst regelmatig naar popcultuur en dus ook naar strips. Je zou zelfs kunnen zeggen dat Jay & Silent Bob Strike Back een grote stripfilm is, maar daarover wellicht een andere keer.
Categorie: Strips
Spider-Man in de seventies
Sinds Stan Lee en Steve Ditko in 1962 de stripheld Spiderman bedachten is hij in verschillende gedaanten op televisie en film verschenen. Een van de meest curieuze verschijningen is de televisieserie The Amazing Spider-Man.
Voordat Tobey Maguire het strakke pak van Spiderman mocht aantrekken in de recente klassiekers geregisseerd door Sam Raimi, was Nicholas Hammond hem voor. Nicholas wie? vraag je je wellicht af. Hammond is een acteur die misschien wel het meest bekend is door zijn rol in The Sound of Music. Hij was een van de kinderen van vader Von Trapp. In de jaren zeventig speelde hij ook Peter Parker in de kortlopende televisieserie The Amazing Spider-Man.De serie bestond in totaal uit dertien afleveringen, waarvan de pilot in Europa in de bioscoop is vertoond. Hoewel de serie aardig genietbaar is, zijn de makers er niet in geslaagd een geloofwaardige Spider-Man te creëren. Kenmerkend aan de serie zijn de doorzichtige specialeffects en het hergebruik van eerder vertoonde opnames. In de pilot-aflevering doen de blue screeneffecten goedkoop aan. Wanneer Spiderman langs de muren kruipt, wordt de acteur zichtbaar aan kabels omhooggetrokken. Het ergste zijn de continuïteitsfouten door veelvuldig hergebruik van eerder vertoonde beelden. Zo komt het voor dat Spiderman in het ene shot een riem draagt en het volgende shot opeens niet.
Funky
Ook wisten de makers niet de juiste toon te zetten. Het is bewonderingwaardig dat het materiaal redelijk serieus benaderd werd. Tien jaar daarvoor durfden televisiemakers superhelden alleen maar met een flinke dosis camp op het scherm te brengen zoals in de serie Batman met Adam West. Toch ontkomt The Amazing Spiderman ook niet aan de nodige camp, al komt dat vooral doordat de serie nu gedateerd overkomt dankzij de jaren zeventig look. Daarbij bevat de soundtrack overdadig schallende trompetten en een vleugje discomuziek. Aan de andere kant geeft dit de serie juist een bepaalde curiositeitswaarde en een vleugje funk. Nicholas Hammond schiet duidelijk tekort als Peter Parker. In de meeste scènes speelt hij als een stijve hark. De charme waarmee Maguire van Peter een aandoenlijke nerd maakt, ontbreekt volledig in het spel van Hammond.
Vertaling met gebreken
Het grote manco van de serie is dat van het concept van de Spiderman-strip weinig is overgebleven. Peter is een student die zijn krachten krijgt tijdens wat labwerk. In de strip en in de film van Raimi wordt hij door de spin gebeten tijdens een schoolexcursie. Die setting is dramatischer en verhalender: Peter wordt eigenlijk bij toeval gebeten door de spin. In principe had het ook iemand anders kunnen zijn. In de televisieserie is Peter alleen als hij gebeten wordt.In de televisieserie komen weinig personages uit de comic voor: in de pilot speelt Tante May een rol en verder is J. Jonah Jameson een vaste speler die het leven van Peter zuur maakt.Omdat oom Ben is weggelaten ontbreekt een goede verklaring waarom Peter besluit met zijn krachten de wereld te helpen. In de serie wordt Ben immers niet vermoord door de moordenaar die Peter even daarvoor heeft laten gaan, omdat hij vond dat het niet zijn taak was om boeven te vangen. Het gegeven van ‘grote krachten geven grote verantwoordelijkheden’ wat zo centraal staat in de strips en in de films van Raimi ontbreekt daardoor volledig.
Doe maar gewoon…
In de serie vecht Spiderman tegen gewone mensen en niet tegen superschurken. Hier zijn enkele verklaringen voor te geven. In de eerste plaats wordt een televisieserie die op primetime wordt uitgezonden nooit alleen voor kinderen gemaakt. Volwassenen moeten er ook van kunnen genieten. Daarom probeert men de verhalen niet te fantastisch te maken. Door Spiderman het op te laten nemen tegen gewone schurken, blijft de verhaalwereld nog enigszins realistisch.In de tweede plaats is het budgettair niet erg aantrekkelijk om dure specialeffects te moeten gebruiken om de krachten van de schurken geloofwaardig te maken. Om dezelfde redenen hield men de serie The Incredible Hulk uit dezelfde tijd ook redelijk down to earth. De Hulk (Lou Ferrigno) is maar twee keer per aflevering te zien en dan niet erg lang. De meeste tijd is Bruce Banner (Bill Bixby) in zijn normale gedaante. Om volwassenen geïnteresseerd te houden werd de nadruk gelegd op human interest-verhalen en niet op het bovennatuurlijke.
Dat allemaal in het achterhoofd gehouden…. The Amazing Spider-Man is zeker de moeite waard om een keertje te bekijken. Goed, het pak zit slecht, het verteltempo is traag en deze Spiderman is niet altijd even handig: juist deze elementen (en de seventies uitstraling) maken dat de serie genoeg in zich heeft om een avondje even lekker te ‘genieten’. Probleem is echter dat de serie tot op heden niet officieel op dvd is uitgebracht. Gelukkig zwerven er op het internet nog enkele VHS versies. (En op YouTube zijn wat fragmenten te vinden, zie daarvoor ook de links in dit stuk.) Goed zoeken dus voor de liefhebber.
Sinds de jaren veertig is iedere generatie opgegroeid met een versie van Superman op het witte doek of op het kleine scherm. Je kunt je afvragen of al deze aandacht terecht is, want Superman is namelijk de meest ongeloofwaardige en saaie superheld die er is. Hoe zorg je dat het publiek met een onoverwinnelijke Superman meeleeft?
Superman is een saaie voorspelbare held. Clark Kent is het product van zijn opvoeding: groot geworden in de schoot van zijn liefhebbende adoptie-ouders, is hij vergiftigd met allerlei goede karaktereigenschappen. Superman representeert natuurlijk het goede in de mens. Aangezien hij goddelijke krachten bezit is dit een geruststellende gedachte – een kwaadwillende Superman zou over de gehele wereld kunnen heersen.
Bad guy
De eerste versie van Superman die Jerry Siegel en Joe Shuster bedachten, was dan ook een echte schurk. In het verhaal The Reign of the Superman, lijkt hij een voorloper van Lex Luthor: een glimmend kaal hoofd en gebrand op domineren van de wereld. Toen Siegel en Shuster uit commercieel oogpunt Superman in een held veranderden, was hij in het begin erg hard voor criminelen – al was zijn collega Batman meedogenlozer.
Na de Tweede Wereldoorlog stelde hoofdredacteur Whitney Elssworth enkele richtlijnen op voor alle helden van DC Comics, waarmee Superman werd gedegradeerd tot de vriendelijke padvinder zoals we hem nu kennen. Behalve dat hij door zijn rechtlijnigheid saai en voorspelbaar is, kampt Superman ook met een geloofwaardigheidsprobleem.
Hypnose
Omdat Superman geen masker draagt, is de scheiding tussen Clark Kent en zijn alter ego nogal doorzichtig. In de strip Superman #330 uit 1978 wordt een verklaring gegeven waarom een doortastende journalist als Lois Lane nog nooit de vermomming van Clark heeft doorzien. In het verhaal wordt uitgelegd dat Superman zijn superhypnose gebruikt om mensen een Clark Kent te laten zien die breekbaarder en kaler lijkt dan hij werkelijk is. Beide mannen lijken genoeg op elkaar om de gelijkenis enigszins verdacht te maken, maar door de hypnose lijken de verschillen te groot om ze één man te laten zijn. De brilglazen, gemaakt van de ramen van de raket waarin Superman naar de aarde gezonden is, versterken de hypnosekracht om de illusie in stand te houden. Helaas is in latere comics nooit meer gebruik gemaakt van deze creatieve oplossing.
Superman Returns biedt overigens ook geen bevredigend antwoord op deze kwestie. In de film wordt hier en daar wel een grapje gemaakt over de gelijkenis tussen Clark en Superman, maar meer dan een knipoog naar het publiek is het niet. Misschien kan geloofwaardigheidsprobleem in een volgend deel worden uitgewerkt.
Gezin
Wat Superman tot slot minder boeiend maakt dan zijn collega’s, is zijn onoverwinnelijke kracht. Het is moeilijk spanning in een verhaal te creëren als je held onverslaanbaar is. Eén oplossing hiervoor is om het conflict op het emotionele vlak te zoeken. In Superman Returns speelt de klassieke vraag hoe een superheld een normaal leven kan leiden, met plaats voor een gezin en kinderen, een belangrijke rol. Superman is eigenlijk het ex-vriendje dat met pijn in het hart moet toezien hoe zijn vriendinnetje geschaakt is door een ander. Lois heeft sinds het vertrek van Superman een ‘normaal’ leven, inclusief gezin. Is dat wel weggelegd voor iemand die Beschermer van de Mensheid als baan heeft? Spider-Man kampt met dezelfde vraag.
Om het probleem van onoverwinnelijkheid van Superman op te lossen, maken Singer en zijn schrijversteam gebruik van een beproefd concept: ze maken een kwetsbaar mens van hem. Wanneer Superman in de val wordt gelokt door Luthor, is hij ernstig verzwakt door het eiland van kryptoniet waar ze zich op bevinden. Superman wordt geschopt en geslagen door de handlangers van Luthor. De misdaadbaas zelf dient de genadesteek toe met een geïmproviseerd mes van kryptoniet. De rauwe scène doet denken aan de manier waarop in gevangenisfilms doorgaans met een tegenstander wordt afgerekend. Het is een indrukwekkend tafereel waarin Superman tot menselijke proporties wordt teruggebracht. Juist omdat Superman niet opgeeft op dit soort moeilijke momenten symboliseert hij het goede in ons.
Dit concept van een verzwakte Superman werd overigens ook in Superman II gebruikt. Nadat Clark zijn krachten vrijwillig opgaf om met Lois het bed te delen, wordt met hem de vloer aangeveegd door een asociale trucker.
Tijdelijk dood
Sinds zijn debuut in 1938 is er veel gesleuteld aan Superman, al is hij in grote lijnen hetzelfde gebleven. Een belangrijk moment in de stripgeschiedenis van Superman is de serie van John Byrne – Man of Steel uit 1986. Byrne actualiseerde de geschiedenis van Superman en zwakte enkele van zijn krachten af. Tijdreizen was er niet meer bij; zijn onkwetsbaarheid en supersterkte werden ook verminderd. Superman werd er menselijker door. Zo menselijk, dat hij in 1993 doodgeslagen kon worden door het monster Doomsday. Natuurlijk was deze ‘dood’ maar tijdelijk, en na een viertal Superman-imitators kwam uiteindelijk de enige echte weer terug.Superman representeert zoals alle superhelden de wensversie van onszelf. Graag zouden we buitengewone krachten bezitten om ons te onderscheiden van de normale mensen. Helaas zijn de meeste van ons een versie van Clark Kent – stuntelig, onopvallend en heel normaal.
Webcomic: Review Freddie and me
Mike Dawson, woonachtig in Brooklyn NY, ging begin jaren negentig in New Jersey naar de middelbare school. Op zich zijn dit geen opmerkelijke feiten, maar Mike wist zijn tijd op de middelbare school om te zetten in een boeiende webcomic.De comic – een voorpublicatie van de graphic novel Freddie and Me die volgend jaar zal uitkomen – gaat over zijn ervaringen met de dood van Queen-zanger Freddie Mercury. Mercury stierf, zoals iedereen zal weten, in 1991 aan Aids. Voor sommige muziekliefhebbers stierf hiermee een originele artiest en een van de beste zangers uit de popmuziek. Voor die mensen is de strip dan ook geknipt.Maar los daarvan heeft Dawsons comic een universele aantrekkingskracht. De pubertijd is bij uitstek het moment waarin je je verliest in de passie voor een artiest. Popmuziek is het perfecte middel om je in die onzekere tijd te profileren en een identiteit rondom op te bouwen. Wat Dawson heeft met Mercury had deze auteur onder andere met Prince (AKA de Kleine Geile Dwerg) en The Beatles. Op een bepaalde manier blijft de muziek uit die tijd je altijd bij.Almost famous
Muziek is een binding met het verleden. Wat en wie we aanhangen bepaalt voor een deel wie we zijn. En hoe anderen ons zien. Dat deze ervaring tot de verbeelding spreekt, bewees regisseur Cameron Crowe al met zijn Almost Famous, waarin zijn jongere alter ego voor Rolling Stone Magazine op stap mag met de band Stillwater. Ook de film Detroit Rock City van Adam Rifkin is hier een voorbeeld van. Een stel kids maken een odyssee door om een Kiss-concert bij te wonen. Coming of age is prima, maar dan wel graag met de juiste soundtrack.Tot zover de nostalgische gedachten die de comic losmaakt. Hoe zit het met de comic zelf?
Dawson heeft met Freddie and Me een persoonlijke strip gemaakt. Duidelijk komen zijn liefde voor de muziek naar voren, verbonden met scènes uit het leven van alledag. Hij heeft hiervoor het perspectief van een tiener gekozen – net als Crowe een jongere versie van zichzelf. Het is een autobiografische strip, al valt niet te zeggen wat werkelijk is gebeurd en wat niet. Dat is ook niet belangrijk, want de gebeurtenissen hebben een eigen authenticiteit die los staat van de werkelijkheid.Authentiek
De authenticiteit wordt versterkt door het feit dat Dawson schijnbaar dicht bij zichzelf is gebleven. We lezen zijn gedachten en meningen. De monolooginterieur van Mike is de leidraad in de comic. Zijn gedachten filteren soms letterlijk alle andere geluiden uit. Dit wordt zichtbaar gemaakt door zijn tekst over de andere tekstballons te plaatsen. Point-of-view shots versterken het idee in het hoofd te zitten van Dawson.In de tekstkaders springt Dawson soms over van de monoloog van de verteller naar de gedachten van het personage in de strip. Dit gebeurt erg organisch en wordt nergens onoverzichtelijk.Mike heeft in de comic zijn mening duidelijk klaar. Zijn vriendinnetje hangt bands aan als Nirvana, maar Mike gaat duidelijk voor de echte rock:
“I don’t like alternative music because I like to listen to singers that can actually sing.” (Kurt Kobain zou zich in zijn graf omdraaien.) En verderop: ‘That’s really why I only like classic Rock. Newer music just doesn’t take any talent. Nobody around today is as good as Freddy Mercury.’
Dit soort uitspraken versterken het idee van blinde adoratie voor Mercury. Hierdoor weet Dawson een typische tiener neer te zetten, vol met eigen vooroordelen en kortzichtigheden. Ook de ontwikkeling die Mike doormaakt wordt door de tekst duidelijk gemaakt. Is hij eerst nog een grote fan van de film Wayne’s World (toen Mike Meyers nog geen Austin Powers was) omdat het nummer Bohemian Rapsody daarin voorkomt, enkele weken later is zijn mening tegenovergesteld omdat iedereen het opeens een cool nummer vindt door de film. Als iedereen Queen cool vindt, dan mist de jonge Mike een kans om zich te onderscheiden van zijn klasgenoten. Bovendien is hun mening natuurlijk niet oprecht die van een fan en komt hun enthousiasme voor Queen puur vanuit Wayne’s World.
Dawson is een visueel verteller: afgezien van het eerder genoemde tekstvoorbeeld, deelt Dawson soms plaatjes op in verschillende kaders, waarna hij tussenliggende kaders gebruikt om de herinneringen van de personages weer te geven. In een scène ligt Mike op bed terwijl hij terugdenkt aan een afspraak. Door het visuele afwisselen van de stripplaatjes en het letterlijke overvloeien van tekst en gedachten is Freddie and Me een voortstuwende en vloeiende vertelling. (Zie onderstaande voorbeeld.)
Cartoonesk
De comic is rijkelijk geïllustreerd in een cartooneske stijl. Daar hou je van of niet. De helden van Queen zijn herkenbaar maar niet echt gelijkend. Overigens heeft de tekenaar van zichzelf ook een aardige karikatuur gemaakt.Qua vertelling springt Freddie and Me boven het maaiveld uit als we de comic vergelijken met bijvoorbeeld Misfit’s Journey van Ben Adams. Beide zijn autobiografische comics. Maar waar Adams slechts schetsmatige scènes schrijft die niet goed weten te engageren, weet Dawson de lezer dus wel bij het lot van zijn personages te betrekken. Ook zijn bij Dawson de dialogen goed, terwijl die van Adams toch vooral samenvattingen van meningen zijn. Kortom: als autobio-comic is Freddie and Me gewoon beter geslaagd.Op dit moment zijn er een kleine zeventig pagina’s gepubliceerd. Het verloop van het verhaal hangt nog in het midden – het is niet geheel duidelijk waar het nog naar toe gaat. In ieder geval is de strip een mooi voorbeeld van een striptekenaar die zijn eigen ervaringen op een beeldende manier weet vorm te geven. Een manifest over de liefde voor zijn held. En dat maakt de strip al het lezen waard. Of je nu van Queen houdt of niet. Daarnaast valt er een hoop te herkennen voor iedereen die als jonge tiener op de middelbare school op een of andere manier met muziek bezig was.
Film: Superman returns
Bryan Singer heeft voor zijn Superman Returns goed naar zijn voorbeelden gekeken en een eigentijdse remix gemaakt. Begin december komt de film uit op DVD.
Als een god zweeft Superman boven de aarde, badend in het licht van de gele zon die zijn krachten voedt. Op deze hoogte kan de Redder van de Mensheid alles horen wat er op de aarde gebeurt en is hij in staat bij ieder onheil in te grijpen. Het is een bekend beeld van de stripheld – alleen is het in Superman Returns de vraag of de wereld nog wel op haar redder zit te wachten. Na een mysterieuze afwezigheid van vijf jaar keert Superman terug op aarde. Inmiddels is iedereen gewend geraakt aan een leven zonder hem, zelfs ex-geliefde Lois Lane. Ze is verloofd en heeft een zoon. Met het artikel ‘Waarom de wereld geen Superman nodig heeft’, nam ze afscheid van haar jeugdige crush. Wanneer Lex Luthor vrijkomt uit de gevangenis, blijkt dat de wereld helemaal niet zonder Superman kan. En Lois uiteindelijk ook niet trouwens.
Spiritueel vervolg
Regisseur Bryan Singer, bekend van de eerste twee X-Men-films, wilde geen nieuwe versie van Superman maken, maar hem slechts updaten:
‘Ik denk dat de Superman-legende niet zo zeer draait om verandering als wel om evolutie. Natuurlijk, hij heeft het opgenomen tegen verschillende schurken en zijn kostuum is in de loop der jaren ontelbare keren aangepast. Zeker in deze film krijgt hij te maken met grote veranderingen nu hij vijf jaar is weggeweest. En toch blijft er een ding constant … zijn inherente eigenschap zijn speciale krachten te gebruiken om een leidend voorbeeld te zijn en door goed te doen in de wereld.’
Superman Returns is het spirituele vervolg op Superman: the Movie van Richard Donner en Superman II van Richard Lester. Singer heeft zich duidelijk door deze films laten inspireren, Superman Returns zit vol met verwijzingen naar Donners film. Veel situaties zijn rechtstreeks afgeleid van Superman: The Movie. In die film ontmoetten Superman (Christopher Reeve) en Lois elkaar voor het eerst toen hij haar redde uit een neerstortende helikopter. Nu redt hij haar uit een neerstortend vliegtuig. In beide films maakt hij de opmerking dat vliegen statistisch gezien nog steeds de veiligste manier van reizen is. En Superman Returns bevat meer dialogen die als een echo de eerste films oproepen. De personages lijken op het eerste gezicht dan ook niet veel aangepast te zijn. Hoewel Kate Bosworth met haar 23 jaar eigenlijk te jong is voor de rol van Lois Lane, heeft haar Lois nog steeds moeite met spellen. “Schrijf je catastrofe met dubbel ‘f’?”, vraagt ze net als Margot Kidder die eerder de rol speelde.
Christopher Reeve
Acteur Brandon Routh lijkt qua uiterlijk wel wat op Christopher Reeve en de manier waarop Routh Superman en Clark gestalte geeft, lijkt in ieder geval geïnspireerd te zijn op het acteerwerk van Reeve. Overigens waren beide acteurs onbekenden voordat ze het tenue van de Man van Staal aantrokken. Donner en Singer kozen opzettelijk voor een opkomend talent, zodat het publiek niet afgeleid zou worden door rollen die ze eerder hadden gespeeld. De rol van Superman is dus niet weggelegd voor grote Hollywoodsterren.Superman Returns kent meer overeenkomsten met zijn voorgangers. Decors zoals Supermans ijsfort (the Fortress of Solitude) en de boerderij van de familie Kent zijn weliswaar iets aangepast, maar nog steeds goed herkenbaar als de ontwerpen van John Barry uit de eerste film. De muzikale score is een exacte kopie van de thema’s die John Williams componeerde. Dit samplen is ook doorgevoerd in de rolbezetting: Superman Returns bevat opnames van Marlon Brando – de inmiddels overleden acteur die Supermans vader Jor-El in de eerste film speelde. Dankzij deze beeld- en audiosamples geeft Jor-El vanuit het graf van Brando nog steeds wijze raad aan zijn zoon Kal-El/Superman.
Eigen verhaal
Het resultaat van deze overeenkomsten is dat Superman Returns een eigentijdse hommage aan de eerdere films is geworden. Singer probeert echter ietwat krampachtig een gevoel van déjà vu te creëren. Als hij dit streven halverwege de film loslaat, wanneer de sfeer en personages zijn verankerd, voelt Singer zich zeker genoeg om zijn eigen verhaal te vertellen. Op dat moment worden de verschillen tussen beide films duidelijk en is er werkelijk sprake van evolutie en een eigentijdse versie.Singer en Donner vertellen beiden een episch verhaal, waarin de romance tussen Superman en Lois een belangrijke factor is. In Donners film zitten echter slapstick en campelementen die het superheldenverhaal relativeren. Singers versie is daarentegen veel serieuzer en integer van toon. Wanneer hij humor toepast, is dat voornamelijk in de vorm van oneliners. Een zelfde stijl herkennen we in de X-Men-films. Brandon Routh zet een ietwat verlegen en gevoelige Clark neer. Heel anders dan de onhandige sukkel van Reeve. Clark heeft nu meer diepgang en dit vergroot het inlevingsvermogen van de kijker. De Lex Luthor van Kevin Spacey is minder cartoonesk dan Gene Hackmans versie. Al heeft Luthor zijn voorliefde voor grondbezit en het uiten van vermakelijke oneliners niet verloren, toch zet Spacey met zichtbaar plezier een dreigendere Luthor neer dan Hackman. Ondanks overbluffende specialeffecten en de kleine nuanceverschillen die Singer toevoegt, is dit vijfde deel nog het beste te omschrijven als een remix van de beproefde formule. Daarmee heeft Singer in feite een Superman-film gemaakt die perfect thuishoort in dit tijdperk van samplen en hergebruik van oud materiaal.
Chasing Amy 2: Thema’s in Amy
In Chasing Amy worden enkele interessante thema’s uitgewerkt die als typische Kevin Smith-onderwerpen bestempeld kunnen worden. Dat maakt Kevin Smith dan ook tot een auteur. In de wereld van de cinema wordt met ‘auteur’ een filmmaker bedoeld die een herkenbare stijl heeft en/of aan terugkerende thema’s te herkennen is. De term ‘auteurisme’ is bedacht door André Bazin (filmrecensent en filmwetenschapper) in het artikel ‘La politique des Auteurs’, geschreven in 1957. De jonge honden van de Franse Nouvelle Vague namen de term ter harte en bestempelden zichzelf aan het begin van hun filmcarrière ook meteen als auteur, maar dat even terzijde. Tegenwoordig zou je bijvoorbeeld Tim Burton een auteur mogen noemen. En wat mij betreft Kevin Smith ook.Liefdesperikelen
Het belangrijkste thema van Amy is de relatie tussen mannen en vrouwen. Bij Smith gaat ’t vaak om de Ware, de break-up en de make-up. Dante uit Clerks twijfelt of zijn huidige vriendin wel de ware is nu zijn ex weer contact met hem zoekt. Mallrats draait om de vraag of de twee vrienden T.S. Quint en Bruce Brodie hun twee ex-vriendinnetjes kunnen terugveroveren. In Amy wordt Holden verliefd op Alyssa, maar raakt hij haar kwijt door zijn eigen onzekerheid. Jay & Silent Bob Striken niet alleen Back, maar Jay scoort onderweg ook nog eens een leuk vriendinnetje dat volgens hem de Ware is. (En daar bedoel ik niet de aap mee waar hij en Bob aan het einde van de film mee weglopen.) En in Jersey Girl ontdekt Ollie (wederom Ben Affleck) dat de girl next door misschien wel de ware voor hem kan zijn.De relatie tussen man en vrouw verloopt alles behalve makkelijk in het universum van Smith en levert dus genoeg stof op voor hilarische dialogen en situaties. In Clerks II is het nog maar de vraag of Dante op tijd het licht ziet en Becky Scott (Rosario Dawson) als de zijne kiest. Hij moet uiteindelijk kiezen voor wat hij zelf belangrijk vindt en niet wat hij denkt dat hij in de ogen van anderen zou moeten doen. (Overigens zien we bij Smith wel een verschuiving plaatsvinden: zowel in Clerks II als in Jersey Girl speelt behalve het thema de liefde ook de keuze voor het gezin een belangrijke rol. Dit heeft alles te maken met het feit dat Smith zelf een paar jaar geleden vader is geworden.) De ultieme relatie
De relatieproblematiek komt echter het beste naar voren in Chasing Amy. Vooralsnog is Amy de enige film van Smith waarin de liefdesrelatie tussen de personages onherstelbaar beschadigd raakt door de foute keuzes die de man maakt. Dit maakt het dan ook tot een schrijnend mooie film. Holden en Alyssa hebben de ultieme relatie: ze begrijpen elkaar en vullen elkaar perfect aan. Ze hebben het soort relatie dat je slechts een enkele keer meemaakt in je leven – de Ware Liefde. Dat Holden deze liefde uiteindelijk verliest, maakt zijn situatie herkenbaar. De meeste mensen hebben ongetwijfeld die ene grote liefde gekend die ze uiteindelijk zijn kwijtgeraakt. En hoewel ze daar ongetwijfeld veel van hebben geleerd en er een beter mens door geworden zijn, blijft er ergens in hun hart een klein leeg plekje over dat hun geliefde eigenlijk had moeten opvullen. Happy end?
Uiteindelijk gaat Amy dus over het volwassen worden van Holden en over het feit dat hij door zijn fouten een wijzer mens is geworden. (Het cliché dicteert immers dat we van onze fouten moeten leren.) Scott Mosier, de vaste producent van Smith, vindt dat de film vanuit dit thema gezien een positieve boodschap uitdraagt:
‘Ultimately, if you look at the film from my perspective, it has a happy ending because it comes from a place of learning. Holden is a better person for being through that experience. That’s what the end of that movie represents: that he’s stronger and better and touched because of his relationship with Alyssa.Then, because of that, he’s in a position to go out in the world and not make the same mistake. While it’s emotionally sad to see that stupid mistakes made it impossible for Holden and Alyssa to be together, in the end the fact that he has grown through the experience is very positive. At the end of the movie you feel Holden gets it. He’s going to be okay. I think it’s a film about a guy who’s trying to grow up and become a man. And he finally does.’ (Mosier geciteerd in An Askew View van J.K. Muir.)
Aan het eind van de film komen Alyssa en Holden elkaar weer tegen op een stripbeurs (de cirkel is rond, want daar hebben ze elkaar ook ontmoet). Holden hoopt op nieuw contact met Alyssa, maar na een korte conversatie blijkt dat er niet meer in te zitten. Alyssa heeft inmiddels ook een nieuw vriendinnetje. Wel wordt duidelijk dat ze allebei nog veel om elkaar geven, maar dat de schade onherstelbaar is. Uit de strip die hij over de ervaring heeft gemaakt is duidelijk dat Holden inderdaad geleerd heeft van zijn fouten. In het laatste shot van de film keert hij het verleden dan ook letterlijk de rug toe.De volgende keer een kijkje naar de thema’s homoseksualiteit en vriendschap in Amy en het werk van Smith.
Zie ook: De oorsprong van Amy en de recensie van Clerks II.
Film: X-men 3
Begin december komt X-Men: The last stand eindelijk uit op DVD. Met dit derde deel neemt regisseur Brett Ratner het werk over van Bryan Singer die ervoor koos om zijn Superman Returns te maken.
De tiener Warren Worthington III probeert koortsachtig de vergroeiing op zijn rug af te knippen terwijl zijn vader de afgesloten badkamer binnenstormt. Schaamte en pijn zijn van het gezicht van de jongen af te lezen. De veranderingen die zijn lichaam ondergaat tijdens de puberteit zijn geen pretje, zeker niet als er engelachtige vleugels op je rug blijken te groeien. Het lukt vader Worthington om een geneesmiddel te ontwikkelen die alle vergelijkbare mutanten uit de X-men-strip- en filmreeks in staat stelt voorgoed van hun aangeboren gaven, afwijkingen en rariteiten af te komen.
Eigenheid
In de X-Men-reeks staan mutanten model voor de universele Ander die, bestookt met vooroordelen en onwetendheid, niet geaccepteerd wordt door de maatschappij. Centraal in X-Men: The last stand staat de vraag of mensen alleen geaccepteerd kunnen worden als zij zich aan de standaarden van die maatschappij conformeren. Gaan mutanten voor ‘genezing’ om opgenomen te worden door de massa, of behouden ze hun individualiteit? De mutant Rogue belichaamt dit vraagstuk het beste. Ze is niet in staat lichamelijk contact met iemand te hebben zonder diens levensenergie te absorberen. In de eerste film ontdekte Rogue haar krachten toen ze haar vriendje tot een coma zoende. In X-Men 2 kreeg ze een onmogelijke relatie met Bobby (Iceman) en in dit deel moet ze machteloos toezien hoe hij en nieuweling Kitty Pryde/Shadowcat naar elkaar toe groeien. Het geneesmiddel lijkt het einde van haar vloek te beloven.
Stripplaatjes
Bryan Singer bracht met de eerste twee X-Men-films de combinatie van menselijkheid en superheldenactie uit de strips op meeslepende wijze naar het witte doek. Regisseur Brett Ratner zet die lijn gelukkig voort. Dankzij de eerder gelegde basis van sterke verhaallijnen en uitgediepte personages weet hij het voorgaande bevredigend af te ronden. Enige voorkennis van de eerste delen verrijkt de kijkervaring wel, hoewel de belangrijkste personages tussen de actie door net genoeg ruimte krijgen om tot hun recht te komen. Dit laatste is vooral te danken aan de krachtige beeldtaal die de innerlijke conflicten van de personages visualiseert. In strips wordt altijd het sleutelmoment van een handeling getoond. Net als in stripplaatjes gebruikt Ratner iconografische shots die de tijd even doen stilstaan. Bijvoorbeeld wanneer Kitty tijdens het schaatsen struikelt en Bobby haar in zijn armen opvangt in een klassiek-romantische pose.
Een ander voorbeeld is het moment waarop Wolverine met grote inspanning stapje voor stapje richting Jean Grey loopt, terwijl haar goddelijke kracht zijn lichaam langzaam uiteenrukt. Het is een beeld dat op het netvlies gegrift blijft en dat zo uit de strips had kunnen komen. Deze visuele metafoor verbeeldt de keuze die Wolverine innerlijk verscheurt: hij houdt van haar, maar is de enige die de losgeslagen Jean kan tegenhouden. Dit soort aansprekende dilemma’s raakt net niet ondergesneeuwd door de actiescènes. Ratner rondt daarmee vakkundig af wat Singer begon.
Webcomic: Review Questionable content
De webcomic Questionable Content van J. Jacques is een van mijn favoriete strips van dit moment. Lekker geneuzel over indie muziek, het afkraken van wannabee’s en een jongen en meisje die zich tot elkaar aangetrokken voelen, maar eeuwig om elkaar heen blijven draaien.
Een jongen en meisje die stiekem iets voor elkaar voelen, maar om elkaar heen blijven draaien zonder dat ze voor hun gevoelens uit durven komen. De romantische comedy is er groot mee geworden. Maar dat geldt ook voor prime-time televisie in het algemeen. Lois & Clark, Mulder & Scully, Dawson en Joey, Gordon en Joling… etc. Eigenlijk zijn er maar weinig man-vrouw partnerships op televisie te bedenken waar niet een zekere vorm van seksuele aantrekkingskracht een (onderhuidse) rol speelt. (Oké, Will & Grace is één uitzondering.) Het levert bevredigende kijkstof op: stiekem smachten om een onbeantwoorde liefde.Voor de meeste gevallen geldt dat als de twee personages eindelijk toegeven aan hun geheime verlangens, gelijk alle spanning uit de serie verdwijnt. Dit geldt voor de tv-serie Lois & Clark (zodra de toch wat lompe Dean Cain Teri Hatcher tussen de lakens zijn superkunsjes mag tonen, is de hele raison d’être van de serie omzeep geholpen). Zodra de X-Files meer draait om wat Mulder & Scully met elkaar ín het bed doen, dan de monsters die ónder het bed schuilen, is er geen ruimte meer voor enige vorm van geloofwaardige samenzwering.De vraag is: geldt dit ook voor de webcomic Questionable Content? Een strip die al meer dan zevenhonderd (!) episodes bevat, en die in beginsel draaide om de vraag: wanneer krijgt Marten zijn goede vriendin Faye eindelijk eens tussen de lakens?
Intelligent
Het antwoord is vooralsnog een dikke nee. Goed, Marten en Faye draaien echt stroken lang om elkaar heen. Marten voelt duidelijk iets voor Faye – maar zij blijft de boot afhouden. Questionable zit echter intelligenter in elkaar dan de gemiddelde romcom. Het verhaal dat Jeph Jacques hij vertelt is uiteindelijk meeromvattend dan alleen bovenstaande kwestie. “Questionable Content is a webcomic about indie rock, romance, and anthropomorphic computers,’ aldus Jacques. (Bron: http://comixpedia.net/index.php?name=Se … amp;page=1. Jacques geïnterviewd door Yolanda Yvonne Janiga.)De scènes beslaan meerdere pagina’s waarbij de schrijver ook nog af en toe tussen verschillende scènes schakelt. Hierdoor weet hij verscheidene verhaallijnen tegelijk levend te houden, als een jongleur die een paar ballen tegelijk in de lucht houdt. Mensen die de strip ieder dag lezen (de updates zijn van maandag t/m vrijdag) hebben dit wellicht niet zo door, maar wie het gehele archief in een keer doorspit (zoals deze reviewer heeft gedaan) merkt dat Jacques zijn strip het juiste tempo weet te geven. Jeph Jacques voert een aardige schare vaste personages op die de aandacht van de hoofdplot afleiden. De cast zorgt dus voor voldoende afwisseling en ontwikkelingen. De vriendschappen onderling zorgen ervoor dat de plotlijnen verbonden zijn.
Neurotisch
In sommige gevallen melkt Jacques de zaken echter wel erg lang uit, voordat hij met wat actie op de proppen komt. Faye heeft duidelijk een geheim en haar karakter is een vat vol neuroses. Ze slaat Marten graag als iets haar niet zint en heeft duidelijk moeite met seks. Daar wordt regelmatig naar gehint, maar pas rond aflevering 500 (!) wordt het een en ander uit de doeken gedaan. Voor mensen die snelle antwoorden willen, is Questionable niet de strip. Wie meer van een langdradige soapstructuur houdt is wel op het goede adres. Duidelijk is dat het bij Jacques niet om de plot gaat, maar om het spel tussen de personages. Hun guitige opmerkingen en reactie op de situatie van alledag, maakt de strip tot wat hij is. Het gaat dus niet zo zeer om wat de personages doen, maar om de oneliners die ze weten te verzinnen.Het verhaal krijgt meer diepgang op momenten dat er eindelijk eens grote ontwikkelingen gebeuren. Dit geeft de personages een kans te excelleren en een andere kant van zichzelf te laten zien. Het duurt echter een tijdje voordat Jacques het zover laat komen. In tussen houdt hij de lezer geboeid met aardige dialogen en voorvallen, maar wanneer de relatie tussen Faye en Marten eindelijk escaleert, weet hij de lezer pas echt goed vast te houden. Dat zijn de momenten waarin hij zijn kwaliteiten als verhalenverteller laat gelden.Toch zou het best kunnen dat het kabbelende tempo waar de serie soms in terugvalt, er juist voor zorgt dat mensen terugblijven komen. Als je de site elke dag even bezoekt, is het net of je een kort gesprekje voert met een stel vrienden van je. Bovendien is er eigenlijk geen enkel personage dat tegen de borst stuit. Jacques houdt het wat dat betreft veilig.
Jacques zei zelf het volgende over het verteltempo van de strip:
‘I’ve found that a good gauge of whether I’m pacing the story properly is to simply pay attention to how it makes me feel when I’m thinking about it — if I feel excited and find myself looking forward to a certain event or plot point, I’m probably moving along at the right pace. If I find myself getting bored or stressed out, it means I should probably change things up a bit. My readers tend to get very invested in the plot, and a certain percentage of them have always wanted me to hurry it up and move faster than I intended. I just ignore them and the strip doesn’t appear to have suffered for it thus far, so I guess I’m doing an okay job.” (Bron:http://www.comixpedia.com/node/7276. Jacques geïnterviewd door George Curtis.)
De tekenstijl is in die zeshonderd plus episodes wel ten goede veranderd. Begon de strip nog met simpele tekeningen waarin vooral de dialoog de belangrijkste ster vormde, en waarin alle meisjes op hun kapsel en kleding na hetzelfde gezicht hadden, tegenwoordig kent het werk van Jacques meer plasticiteit en kleurrijkere composities. Dit vooral dankzij de shading-tool van Photoshop. Al lijken de meiden nog steeds een beetje op elkaar, een vooruitgang is het wel. De shots zijn minder vlak en Jacques kiest regelmatig camerahoeken met een interessant perspectief. Daarentegen is er weinig actie op de achtergrond als het gaat om straatscènes. Kennelijk wonen er geen andere bewoners in de stripstad dan de personages die nodig zijn voor het verhaal.Sitcom
Desondanks gaat het bij Questionable niet zo zeer om het artwork. In dat opzicht heeft de strip veel weg van een Amerikaanse sitcom: om de zin komt een grap, het camerawerk is redelijk vlak, en alles draait om de guitige reacties van de personages op de situatie waarin ze zitten. Jacques weet altijd in vier plaatjes zijn punt te maken. (Op een paar uitzonderingen na bestaat iedere aflevering uit precies vier plaatjes die onder elkaar een verticale strook vormen.)
Jacques geeft zelf toe dat het artwork constant aan verandering onderhevig is:
‘The art is constantly changing, as anybody who reads the comic for more than two weeks could probably tell you. I’m always trying different things with the artwork- it’s been a goal from day one to continually improve my drawing ability, and I think it’s finally beginning to get to the point where I’m halfway decent at it. It’s basically survival of the fittest- changes that I think fit in with the overall look I’m going for stick around and get refined, and changes that don’t fit in get phased out, sometimes in the course of three or four strips, sometimes over a much longer span of time. I’m trying to get better at using different “camera angles” in each panel and doing more involved backgrounds, both of which are really just a matter of being patient and taking my time with the artwork. There’s still tons of room for improvement, and always will be, but I think I’m at least making progress.”
(Bron:http://www.comixpedia.com/node/7276. Jacques geïnterviewd door George Curtis.)
Wie interesse heeft in een making of van Questionable, verwijs ik graag door naar Jephs tutorial over hoe hij de strip maakt. Informatief – en hij kan het veel beter uitleggen dan ondergetekende.
Indie-bandjes
Jacques is dol op verwijzingen naar Amerikaanse subcultuur en indie-bandjes. Hij heeft zelfs een hele webpagina gewijd aan indie-bandjes en cd’s. Een lijst van muziek waar je naar zou moeten luisteren volgens Jacques.”Hey, Goth kids gotta sulk, emo gotta cry, Dorra gotta ask herself ‘why,why,why?'”volgens Faye in Questionable. Soms wordt het gezeur van Jacques over typetjes als de goths vs de emo-kids net iets te veel van het goede. Typeringen zijn een centraal thema in de strip, waarbij de bijpersonages nogal eens van stijl veranderen, wat natuurlijk staat voor het zoeken naar identiteit. Daar is op zich niets mis mee, maar Jacques komt niet verder dan het belachelijk maken van stereotypen zonder dat hij hier dieper op ingaat. Dat maakt de strip weer erg oppervlakkig. Enige kennis van
Amerikaanse subcultuur en de daarbij horende obscure bandjes is handig, maar niet onoverkomelijk. Zelfs voor wie niet bekend is de zanger van een bepaald bandje kan zich nog vermaken met de grap die over hem gemaakt wordt. Uit de context wordt genoeg duidelijk. Bovendien zijn dergelijke bandjes en fandom van alle tijden en universeel.Gelukkig houdt hij het niet alleen bij typeringen uit de jeugdcultuur, maar moeten countryliefhebbers en andere rednecks het ook ontgelden. Ook is Jacques niet vies van verwijzingen naar schilders als Jeroen Bosch. Kortom, eigenlijk is Questionable Content een pamflet voor alles waar de stripmaker een mening over heeft, maar daarin staat hij natuurlijk niet alleen. Veel webcomics lijken in het leven geroepen opdat de maker zijn mening kan spuien over alles wat hem/haar niet zint, maar gebruikt daar dan zijn personages voor om die mening te geven.Jacques is op dit moment fulltime met de online comic bezig en kan er schijnbaar ‘van leven’. Dankzij het zakelijk instinct van zijn vriendin zoals hij zelf toegeeft. Op handige wijze lopen de personages telkens rond in T-shirts die ook via de site te bestellen zijn. Behalve Questionable maakt Jacques ook nog Indie Tits, een webcomic waarin twee vogels hun gal spuien over indie-rock. http://indietits.com/.
Check it out.
Eind november brengt Warner Bros. een hele reeks dvd’s uit over de Man van Staal. De oude filmreeks wordt gevierd met special editions en van Superman II komt zelfs de beruchte Richard Donner-versie uit.
Toen de producers Iliya en Alexander Salkind in de jaren zeventig de filmrechten verkregen van Superman wilden ze Superman I + II tegelijkertijd opnemen om productiekosten te besparen. Hetzelfde hadden ze gedaan bij hun films rond de Drie Musketiers. Richard Donner werd aangesteld dit monsterproject tot een goed einde te regisseren. Halverwege het opnemen werd besloten dat de eerste film snel afgemaakt moest worden, de opnames van deel II werden toen gestaakt. Toen Donner in de loop van de productie grote mot kreeg met zijn opdrachtgevers, werd hij ontslagen/heeft hij ontslag genomen. Donner had toen al een groot deel van Suup II gedraaid.
Regisseur Richard Lester (die furore maakte met A Hard Day’s Night – de eerste Beatles-film) werd ingeroepen om de film af te maken. Lester voegde wat slapstick toe en nam enkele scènes opnieuw op. Kortom: Superman II werd een heel andere film dan zoals Donner hem graag had gezien. In 2001 kreeg Donner de kans om zijn director’s cut te maken. Er werden opnames gerestaureerd en toegevoegd aan de film. Naar verluid ziet de film er heel anders uit dan de oorspronkelijke versie.
Wie er benieuwd naar is, kan alvast een voorproefje bekijken op de Warner Bros.-site.
Binnenkort op Mike’s Webs meer over de Superman-films en Superman Returns in het bijzonder.
Serie Chasing Amy:
Vandaag op Mike’s Webs het eerste deel van een reeks essays over de film Chasing Amy. Mallrats van Kevin Smith was het niet het grote succes waar de filmmakers op hoopten. Smith had 6 miljoen dollar tot zijn beschikking, maar het publiek bleef weg en de critici vonden het allemaal maar niets. De filmmaker gaf het niet op en besloot terug tot de oorsprong van zijn filmkunst te gaan: net als bij Clerks ging hij aan de slag met een klein budget ($ 250.000) en zijn oude vertrouwde clubje filmvrienden. Het resultaat was Chasing Amy. Een film met een persoonlijk verhaal van Smith; een schrijnend mooie film over relaties en een van mijn favoriete films aller tijden. (Overigens is het met Mallrats wel goed gekomen. De film werd een culthit op video en dvd.) Het script van Amy heeft enkele herschrijvingen ondergaan. Zo kan het dat een film die in het verlengde zou liggen van Mallrats en waarin Jay (Jason Mewes) & Silent Bob hun leven zouden leiden al waren ze superhelden, uiteindelijk een persoonlijk relaas zou worden over een striptekenaar die verliefd wordt op een lesbienne. Finger cuffs
Als Holden McNeil (Ben Affleck) op een stripbeurs de oogverblindende en spunky striptekenares Alyssa Jones (Joey Lauren Adams) ontmoet, is hij meteen verliefd op haar. Wanneer Alyssa lesbisch blijkt te zijn, moet hij zijn verliefde gevoelens opzij zetten en zijn standaardideeën over liefde en relaties aanpassen. Holden en Alyssa worden goede vrienden, wat Banky Edwards (Jason Lee) mateloos irriteert. Banky deelt een huis met Holden en samen maken ze succesvolle strip Bluntman & Chronic. Wanneer de vriendschap tussen Holden en Alyssa verandert in een liefdesrelatie, ontdekt Banky een duister geheim uit Alyssa’s verleden. Ooit heeft ze met twee mannen tegelijk seks bedreven, waardoor ze de bijnaam Finger Cuffs kreeg. Alyssa heeft klaarblijkelijk meer ervaring tussen de lakens dan Holden en dit knaagt aan zijn zelfvertrouwen. Ondanks goede raad van Hooper X (Dwight Ewell), verbreekt Holden de relatie. Wijze raad komt ook van Silent Bob (zoals bekend gespeeld door Smith zelf). Bob vertelt Holden dat hij in hetzelfde schuitje heeft gezeten: een vriendin met meer ervaring en ook hij verdreef haar uit angst niet goed genoeg te zijn. Helaas trekt Holden de verkeerde conclusie uit Bobs verhaal. Hij nodigt Alyssa en Banky uit om de zaken uit te praten. Omdat hij vermoedt dat de gevoelens van Banky verdergaan dan alleen vriendschap, stelt hij een trio voor. Op deze manier is hij op seksueel vlak net zo ver als Alyssa en zij was erbij om de ervaring te delen, zoals Holden dat zo mooi voorstelt. Helaas zorgt dit voorstel ervoor dat zowel de vriendschap tussen de striptekenaars en de relatie tussen Holden en Alyssa voorgoed tot een eind komt. Een persoonlijk verhaal
Op zijn site spreekt Smith openhartig over de oorsprong van Chasing Amy, namelijk zijn relatie met Joey Lauren Adams. Juist, de actrice die Alyssa gestalte geeft in de film. De twee ontmoetten elkaar tijdens de casting van Mallrats. En zoals het zo vaak gebeurt in Hollywood, castte de regisseur zijn vriendinnetje in zijn volgende film. Maar dit keer ook omdat het script op hun relatie was gebaseerd. Smith vertelt dat Joey en hij eigenlijk twee tegenovergestelde zielen waren. Hoewel Joey zelf geen lesbienne is, was ’t voor Smith lastig te verwerken dat haar seksuele verleden wel wat meer scharkeringen kende dan het zijne.
It’s no secret that the origins of ‘Amy’ reside in my relationship with Joey. Granted, she’s not gay, and I’ve never fallen in love with a lesbian, but the movie did grow out of my temporary inability to deal with Joey’s past (not that it was anything like Alyssa’s; I don’t want ya’ll running around thinking Joey’s nickname was ‘Finger Cuffs’ or anything).
Smith vertelt even verderop dat de personages ieder een deel van zijn persoonlijkheid representeren:
The character of Holden is the closest to me I’ve ever written (casting Ben was aesthetically wishful thinking perhaps), and Alyssa is actually my voice of reason that I’d never listen to (I knew what I was doing/feeling was immature, but you just can’t fight city hall, sometimes). Banky bares the marks of my feelings about allegiance (oh, I hated the kind of friends who’d start dating someone and suddenly disappeared – balance, I’d say; constant sex, they’d say), while Hooper voices my thoughts about the politics of the gay community (particularly in the record store scene). The Jay and Silent Bob scene is always a little eerie to watch, in that it’s very much me having a conversation with my creations (a’la Grant Morrison’s brilliant ‘Animal Man’ issue where Buddy met his creator). This flick, more than the other two, is me on a slab, laid out for the world to see.
De overeenkomst tussen Holden en Smith is evident. Holden maakt de fictieve versie mee van wat Smith doormaakte met Joey; ook hebben beide kunstenaars de wens een persoonlijk verhaal te vertellen. Beide heren doen dit in een werk met de naam Chasing Amy: Holden maakt er een strip over, Smith de film.
Roddelpers
Er gaan echter ook andere verhalen de ronde over de oorsprong van Amy. Schrijver John Kenneth Muir haalt in zijn boek An Askew View: The Films of Kevin Smith, een artikel aan uit Entertainment Weekly. Dit artikel, geschreven door Allison Gaines, verhaalt dat Smith en Scott Mosier (de vaste producent van Smiths films) vrienden werden met de regisseuses Rose Troche en Guinevere Turner (beiden lesbisch) tijdens hun verblijf op het Sundance Festival in 1994. Volgens het artikel was Smith of Mosier verliefd Guinevere. Mosier wilde indertijd geen details geven aan Muir, maar hield vol dat de informatie in het artikel van Entertainment Weekly klopte.
Persoonlijk ben ik eerder geneigd om Smith op zijn eigen woord te geloven dan een artikel dat toch een beetje riekt naar roddelpraktijken. Bovendien heeft het iets romantisch dat Smith Amy baseerde op zijn relatie met Joey. Natuurlijk kan het het heel goed dat de vriendschap met Guinevere Turner en het feit dat ze lesbisch is, bepalend is geweest voor het lebisch zijn van Alyssa in de film. In dat geval zijn beide verhalen dus ‘waar’.
Nadat de film klaar was, bleek de relatie tussen Smith en Joey ook voorbij, al zijn de twee nog steeds goede vrienden. Iets wat we niet kunnen zeggen over Holden en Alyssa. Maar daarover de volgende keer meer.Meer weten over de soundtrack van Chasing Amy? Zie de Column: Soundtrack kleurt je dag.
Meer weten over Kevin Smith? Zie de recensie over Clerks II.
Serie Chasing Amy:
Webcomics: Review A lesson is learned
A Lesson is Learned. – But the damage is irreversible
Zo’n tien jaar geleden ontmoetten Dale Beran en David Hellman elkaar op school. Het resultaat van die vriendschap is de webcomic A Lesson Is Learned die in juli 2004 het licht zag. Als de strip enige indicatie is van zijn makers, dan hebben de heren nog niets van hun melige tienerstreken verloren. Al stoppen ze hun energie nu gelukkig in een online comic waar de hele wereld van kan meegenieten.
Op het eerste gezicht had A Lesson is Learned niet perse een webcomic hoeven zijn. De een pagina lange afleveringen hadden net zo goed op papier kunnen verschijnen. De statische pagina doet niets met het medium. Toch is dit niet helemaal waar. Wie goed kijkt naar de compositie van de strippagina, ziet dat deze vaak verticaal is. Dit geeft het scrollen een belevingsfunctie, zoals bij meer webcomics het geval is. Een mooi voorbeeld hiervan is strip nummer 18, waarin de narratieve lijn van het stromende water nog eens onderstreept wordt door de neerwaartse scrollbeweging.
Kleurrijk
Daarbij moet gezegd dat kleurrijkheid van de strips het maximale van je grafische kaart lijkt te vergen. De kleuren worden op een kunstige wijze toegepast, waarbij de afbeeldingen worden onderverdeeld in kleurvlakken. Ook dit is geen nieuwe techniek en toch werkt deze wel bij de haast surrealistische inhoud van de strip. David heeft niets voor niets de Web Cartoonist’s Choice Award gewonnen voor de bijzondere layout en kleurgebruik. De strip is alleen vanwege dit kleurgebruik al een genot om naar te kijken.
Het tekenwerk is wel van wisselende kwaliteit, zoals deze twee opeenvolgende afleveringen aantonen. In de eerste aflevering zijn de lijnen wat strakker, terwijl David duidelijk haast had om het tweede deel af te krijgen. Dat de heren af en toe een uitstapje nodig hebben van hun stripalterego’s bewijzen afleveringen als A Day At The Office, waarin andere karakters de hoofdrolspelen, neergezet in een iets andere tekenstijl en een meer conservatievere inkleuring. In de tweede serie, die maart 2006 is begonnen, slaan de heren een geheel andere weg in. Ging de eerste serie nog voornamelijk over David en Dale zelf (maar niet in een autobiografische zin), de tweede serie handelt over een nieuwe groep karakters: een psychiater en zijn gezin, de dubbelganger van hun dochter en een stel wolken die naar het aardse leven verlangen.
Fox Mulder
De verhalen lenen elementen uit sciencefictionverhalen, magische verhalen en sprookjes.
David en Dale zijn niet vies van verplaatsing naar andere dimensies, wondermiddelen, tijdreizen, etc. Ook kun je gastoptredens van mythische figuren als de yeti verwachten. De strips zitten vol met uiteenzettingen waarvan de een nog verdergezocht is dan de andere en die magische en bovennatuurlijke dingen neerzetten alsof ze de normaalste zaak in de wereld zijn. Dit doet een beetje denken aan technische onzinpraat uit Star Trek, of aan de uitspraken van Fox Mulder wanneer hij met een strak gezicht een nieuw vergezochte buitenaardse samenzwering verklaart. Omdat deze ‘technische’ informatie zo feitelijk wordt weergegeven, wordt het weer grappig en enigszins camp. Op mij komen de surrealistische elementen uit A Lesson Is Learned dan ook als melig over. Hier wordt duidelijk de draak gestoken met bovennatuurlijke zaken – zij het dan op subtiele wijze.
Tussen de verklarende dialoog zitten af en toe rake grappen die ook op zichzelf zouden kunnen staan als gagstrip. Een voorbeeld dat enigszins doet denken aan de humor in South Park:
De verhalen hebben lang niet altijd een duidelijke conclusie. Zoals deze waarin Dale meerdere malen in dezelfde situatie terechtkomt (gedroomd of in het echt, dat laten de stripmakers in het midden) om uiteindelijk te concluderen dat zijn dochter een andere kleur ogen heeft dan hij dacht. Het een en ander lijkt niet met elkaar verbonden te zijn. Alhoewel Dale iedere keer een boek van een bekende filosoof ter hand wil nemen zoals Plato en Aristoteles. Het reiken naar wijsheid bezorgt hem letterlijk hoofdpijn, en de hersenschudding die hij daaraan overhoudt doet hem uiteindelijk inzien welke kleur de ogen van zijn dochter hebben. Een simpel besef, dat wellicht belangrijker is dan welke filosofische gedachte ook.
Opzet
Grafisch gezien is dit voorbeeld van de strip knap werk. Het patroon van het vallende boek wordt consequent doorgezet en zet een denkbeeldige verticale lijn in het beeldvlak neer. Dat de bladeren aan de bomen onder aan het kader dezelfde kleur hebben is niet willekeurig: de vallende bladeren staan op het visuele vlak gelijk aan het vallende boek. Ook vormen de verticale vlakken op de pagina zelf een stedelijke skyline die terugkomt in het grote kader onderaan. Dat dit allemaal niet per ongeluk is geeft David in zijn eigen editorial aan. Menigmaal voegt de tekst van de makers begrip toe aan de strip, soms gaan ze hier wel erg ver in en lijken ze alles te willen uitleggen waardoor iets van het mysterie van het werk verloren gaat. Een kunstenaar hoeft immers niet alles te verklaren; het werk moet voor zich spreken.
Toch kan commentaar verhelderend zijn, zoals David met het volgende stukje bewijst:
‘I’ve probably mentioned this, but for a while Dale and I have been talking about making comics like poems. By this, we mean (in part) that the reader feels compelled to reread the comic, and that it unfolds with continued attention. The last panel shouldn’t kick the reader out the back door, but entreat her, “please, stay for just a bit longer.”‘
Of het duo in zijn opzet slaagt, mag iedere lezer zelf uitmaken.
Dale en David verfraaien hun site met de nodige hyperlinks en hebben zelfs een podcast geplaatst. Geheel in de stijl van hun comic: bij vlagen melig en onzinnig. Eigenlijk klinkt het duo als nerds die te veel tijd over hebben en allerlei wetenschappelijke items bespreken, zonder dat daar echt een lijn in te vinden is, wat overigens een hoop zegt over hun strip en de bronnen van hun verhalen…
Of de grafische stijl en de verhalen van A Lesson is Learned je nu aanspreken of niet – deze webcomic is in ieder geval het proberen waard. A Lesson is Learned is een originele comic waarbij beproefde grafische stijlen en surrealistische verhaalelementen samenkomen. Daarbij is het, ondanks de hoge pretenties die soms uitgesproken worden in hun editorials, verfrissend dat de stripmakers zichzelf en hun werk niet al te serieus nemen en weten te relativeren. Misschien is dat laatste nog wel de belangrijkste les die geleerd kan worden van deze webcomic.
Meer webcomicreviews op Clickburg.nl
Webcomic: Review Alien loves Predator
Een strip waarin Alien en Predator samen een appartementje in New York delen klinkt als een hilarische situatie. Gelukkig maakt de strip in veel opzichten de verwachtingen die deze premisse oproept ook waar. Niet-politiekcorrecte humor in een fotografisch jasje.De webcomic Alien Loves Predator (ALP), van stripmaker Bernie Hou is een mooi voorbeeld van een goede fotostrip. Persoonlijk heb ik de algemene aversie tegen fotostrips nooit goed begrepen. Niemand heeft ooit gezegd dat strips getekend moeten zijn. Strips zijn wat Will Eisner sequential art noemde, en de visuele kunstvorm kan net zo goed uit een serie foto’s bestaan. Speelgoed
Voor ALP worden allerlei speelgoedfiguurtjes gebruikt. Niet alleen voor de twee hoofdrolspelers, ook veel bijfiguren worden door speelgoed uitgebeeld, waaronder Barbiepoppetjes. Hou verandert de lichaamshouding en de gezichtsexpressie van de figuurtjes en zet ze met zorg en aandacht in de mise-en-scène. Op het vlak van expressiviteit doet de strip dus niet onder voor een getekende strip. Soms worden ook foto’s van mensen gebruikt. Tot slot maakt Hou gebruik van focusverlegging om de plaatjes diepte mee te geven. De collage van verschillend bronmateriaal wordt tot één geheel gesmeed en dikwijls zijn de plaatjes een feest voor het oog. Het fotomateriaal opent de deur voor vele visuele grappen. Een meerwaarde zijn de vaak realistische New Yorkse decors die een herkenbaarheid aan de strip geven en de vreemde fictieve wezens in de echte wereld plaatsen. Door de speelgoedfiguurtjes in een foto te plaatsen ontstaat een vreemd soort tegenstelling die vaak op de lachspieren werkt, zoals hier en hier. Het feit dat de strip uit foto’s bestaat geeft het geheel dus een meerwaarde. Naar mijn mening was de strip ook niet zo leuk geweest als alles ‘gewoon’ getekend was. Stedelingen
Dat het hier om Alien (Abe) en Predator (Preston) gaat, is volgens striprecensent Gary Tyrell (Fleen) bijzaak. Tyrell merkt in zijn review over ALP op dat de comic in wezen gaat over het leven in New York City. (En daar lopen nu eenmaal wel vaker vreemde types rond, dus waarom niet een paar ‘allochtonen’ van buiten onze melkweg?) Abe en Preston zijn gewoon twee huisgenoten die een appartement delen in de Big Apple. De bekende problemen van de grote stad, verdwaalde taxichauffeurs, huizenjacht, discriminatie, frustratie in het openbaar vervoer, worden gemixt met tekenen van deze tijd, zoals speeddating, het leven van een (Amerikaanse) consument, de dreiging van terrorisme en ruzie met voicemail.
Sitcom
Ondanks hun opmerkelijke verschijning komen Alien en Predator dus in normale situaties terecht. Als Prestons ogen achteruitgaan moet hij op een gegeven moment een bril aanschaffen. Dit gegeven zou belachelijk zijn in de originele Predator-context, maar is heel passend in deze strip waarin het moordlustige monster is teruggebracht tot bijna menselijke proporties. ALP doet een beetje denken aan een sitcom rondom twee huisgenoten in een herkenbare Amerikaanse stad. Beide hoofdrolspelers hebben, zoals dat hoort bij komische duo’s, een tegenovergesteld karakter: de ene is tamelijk dom, de ander iets slimmer. Zo nu en dan komen er beroemde gasten voorbij om de afleveringen op te leuken. Gastrollen van Jezus als nieuwe slagman voor de New York Yankees, de King of Flop, Bill Clinton en Eliza Dushku. Ook hier speelt het fotoaspect een grote rol. De strip waarin Bill Clinton vreemdgaat met de ex van Preston, werkt op visueel vlak juist zo goed omdat Clinton hier geplaatst wordt tussen speelgoedpoppetjes. Los van de situatie waarin de twee heren verkeren, komt een deel van de humor voort uit het feit dat het hier gaat om (speelgoedversies) van Alien en Predator. Hou maakt dan ook regelmatig grappen die gaan over het uiterlijk van de twee filmmonsters. In tegenstelling tot wat Tyrell beweert gaat de strip dus niet alleen over het leven in New York. Dat het hier gaat om Alien en Predator is maakt de strip bijzonder – de hoofdrolspelers zijn niet inwisselbaar voor andere personages. Al heeft Tyrell natuurlijk wel gelijk dat de locatie een belangrijke rol speelt in het verhaal. Na alle lof toch nog een puntje van kritiek. De humor van Alien Loves Predator is ietwat puberaal en is soms behoorlijk ‘fout’ (en wat mij betreft daardoor leuk), en zal daarom niet ieders ding zijn. In principe doen Abe en Preston als het gaat om tits and fart jokes niet onder voor bijvoorbeeld Dante en Randal uit Clerks (I+II), al moet gezegd worden dat de grappen en dialogen uit ALP nooit het niveau van Kevin Smiths werk halen. Daarvoor zijn ze veelal te flauw en missen ze een verbredende context die ruimte biedt voor een diepere laag, wat bij Smits werk wel vaak het geval is. Ook is er in de 200+ afleveringen nergens sprake van karakterontwikkeling. Dat kan lang goed gaan zolang de maker nieuwe interessante (bij)figuren introduceert. Maar op een gegeven moment gaat de lol er toch wel wat van af. Gelukkig kunnen we dan nog altijd genieten van de mooie plaatjes. Voor veel meer webcomic reviews zie: Clickburg.nl