Categorieën
Strips

Interview met omstreden Deense cartoonist Westergaard

De Deense cartoonrellen. Ik kan daar nog steeds woedend van worden. Je tekent een cartoon met de profeet Mohammed in de hoofdrol en je zit de rest van je leven binnen. Je moet vrezen voor je leven omdat een stelletje idioten vindt dat je hun profeet hebt beledigd.

Omdat er ergens in een boekje staat geschreven dat het betreffende personage nooit afgebeeld mag worden. En daarom ga je de tekenaar maar met de dood bedreigen. Kleinzielige geesten met veel te lange tenen zijn die moslim fundamentalisten. Hun geloof in de islam moet wel heel wankel zijn, want bij ieder kritisch wissewasje beginnen ze moord en brand te schreeuwen, vlaggen te verbranden en mensen te bedreigen.

Bron: NRC Next.

Dinsdag was op het actualiteitenprogramma EénVandaag een interview te zien met cartoonist Kurt Westergaard die de beruchte cartoon tekende. Een held van het vrije woord. Politiek cartoonisten hebben de taak om zaken aan de kaak te stellen. Het is hun werk. En die taak moeten ze gewoon kunnen uitvoeren.
‘Met mijn cartoon wilde ik aantonen, dat terroristen de islam gebruiken als spirituele munitie,’ vertelt hij in een van de vele tv-interviews die hij na de publicatie van de cartoon gaf.

Westergaard is een paar maanden geleden gestopt met zijn werk, omdat hij vreesde voor de veiligheid van zijn collega’s bij de krant. Jarenlang heeft hij zich echter verweerd tegen de geuite bedreigingen van moslim fundi’s. Hij overleefde zelfs een aanslag in zijn huis van een Somalische moslimextremist die met een bijl liep te zwaaien. Het klinkt als het verhaal van een spannende film, maar is de droeve werkelijkheid waarin we leven. Westergaard wordt dag en nacht beveiligd door de geheime dienst. In de afgelopen vier jaar heeft hij minstens tien huizen bewoond, vaak op afgelegen plekken. Een halfje wit halen in de supermarkt is er niet meer bij.

Het gevolg van al dat angstsaaien is zelfcensuur. En dat is, zegt ook Westergaard in het interview, de ergste vorm van censuur die er is. De cartoonist geeft in het interview aan dat hij nog steeds woedend is. En terecht. We zouden allemaal nog steeds woedend moeten zijn op deze inperking van vrije meningsuiting.

Je moet alles kunnen zeggen wat je wilt. Je moet als kunstenaar alles kunnen maken wat je wilt. En je moet ieder onderwerp kunnen aanspreken: sprookjesfiguren uit religieuze boeken, politieke kopstukken, trendsetters, modeverschijnselen, gigantische economische missers, het weer, wat dan ook. Alles zou bespreekbaar moeten zijn. Zo simpel zou de wereld in elkaar moeten zitten.

Saillant detail: later dit jaar publiceert Westergaard zijn autobiografie. Op de voorkant staat – vooralsnog – de gewraakte cartoon gepland. Ik hoop van harte dat we die omslag in alle schappen van alle boekwinkels mogen zien liggen.

Hieronder het interview uit de aflevering van EénVandaag.
sitestat

Categorieën
Strips

Vrouwen moeten aan de strip

Natasja van Loon, auteur en oud-persvoorlichter, werkt in samenwerking met de Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers (BNS) aan een promotieplan om strips bij vrouwen populair te maken.

Hoe kwam je op het idee om strips bij vrouwen te promoten?
‘Toen ik op de lagere school zat wilde ik stripmaker of schrijver worden. Ik ben het laatste geworden, toch heeft de liefde voor strips mij nooit verlaten. Na een aantal jaren dartelen door de stripwereld moet ik concluderen dat er prachtige strips worden gemaakt die vrouwen ook zouden aanspreken, maar dat deze boeken hen niet bereiken. Dat vind ik frustrerend.’

Lezen zo weinig vrouwen strips dan?
‘Ja, veel te weinig. Bij de meeste vrouwen staan strips nog bekend als een medium dat voor kinderen en mannen is bedoeld. En dat beeld is onterecht.’

Uit een recent kwalitatief onderzoek van Intomart GfK naar lees-en aankoopgedrag blijkt dat vrouwen meer strips kopen dan mannen. Dat spreekt de algemene consensus in de stripwereld dat mannen meer strips lezen toch een beetje tegen.
‘Dat is op zich logisch, want ze kopen die boeken meestal voor hun vriendje of kinderen. Niet voor zichzelf.’

Waarom is het eigenlijk erg dat vrouwen weinig tot geen strips lezen?
‘Omdat ze zichzelf daarmee tekort doen. Ze ontzeggen zichzelf dan zoveel schoonheid. Ik heb het ook bij mijn eigen vriendinnen gemerkt: op het moment dat ze om waren ging er een wereld voor ze open. Uit het succes van S1ngle, de tv-serie gebaseerd op de gelijknamige strip, blijkt dat er strips zijn die vrouwen zullen aanspreken. De markt is er, de vraag moet nog gecreëerd worden. Vrouwen zijn de economische macht van de toekomst en je bent als producent gek als je die markt laat liggen.’

Wie is je doelgroep?
‘Hoogopgeleide vrouwen tussen de 20 en 45 jaar, die financieel zelfstandig zijn en in hun omgeving als trendsetter fungeren. Deze doelgroep is vergelijkbaar met die we destijds bij Net 5 wilden bereiken. Die casus toont dat als het je lukt dit type vrouw te binden, de trend makkelijk wordt opgepikt door een veel grotere doelgroep. We willen deze vrouwen vragen om zich te verdiepen in strips en hun interesse openlijk te belijden.’

Aan wie zit je dan te denken?
‘Iemand als Stine Jensen bijvoorbeeld, ze is filosoof en literair recensent bij de NRC. Haar zou ik ook graag in de denktank hebben. Andere mensen in de denktank zijn Mara Joustra van uitgeverij Oog&Blik en Oane Bijlsma van het CPNB. We zoeken nog iemand die op sales zit omdat de distributie in de stripwereld een knelpunt is.’

Hoe wil je vrouwen verder interesseren voor het medium?
‘Om te beginnen moet je ze bereiken via de podia die ze bezoeken: zoals vrouwenbladen, websites en vrouwenorganisaties, zoals Women Inc. We willen graag samen met Net 5 een groot exclusief feest organiseren om het nieuwe seizoen van S1ingle in te luiden. In dat kielzog hopen we ook negen andere boeken te promoten. Die zullen dan tijdens het feest te koop zijn.’

In die lijst staan titels als Persepolis van Marjane Satrapi, Ghost World van Daniel Clowes en de aankomende biografie over Vincent van Gogh door Barbara Stok. Wat maakt deze boeken aansprekend voor vrouwen?
‘Wat deze beeldverhalen gemeen hebben is dat ze genderoverschrijdend zijn en dat vrouwen zich kunnen identificeren met de personages. Vrouwen lezen primair op identificatie en herkenbaarheid en mannen lezen primair op spanning.’

Hoe zou je de I love/hate Paris-cyclus van Maarten van de Wiele & Peter Moerenhout uit de lijst aan je doelgroep aanbevelen?
‘Het is als Sex & The City maar dan in Parijs. Het zit op het snijvlak van graphic novel en soap.’

Het promotieplan behelst verder uiteenlopende ideeën, waaronder een Graphic novel maand vergelijkbaar met de Maand van het spannende boek, het publiceren van strips in damesbladen tot en met een workshop voor boekverkopers waarin ze leren hoe ze strips kunnen promoten en verkopen. Wat moet er allemaal gebeuren om dit plan te laten slagen?
‘Om te beginnen moet je zoveel mogelijk partijen in de stripwereld verenigen. Er moet een breed draagvlak binnen en buiten de stripwereld komen, want ook bij veel uitgeverijen en boekhandels heerst nog het beeld dat strips voor kinderen zijn. Op dit moment schrijven we verschillende culturele subsidieverleners aan voor de financiering.’

Over tien jaar alle vrouwen aan de strips?
‘Als het aan mij ligt wel. We zijn natuurlijk wel realistisch en zien in dat dit plan heel ambitieus is. Maar alles wat gerealiseerd kan worden is al meer dan er nu gerealiseerd wordt.’

Dit artikel stond in VPRO Gids # 32.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Van Oekel slaat weer toe: Een interview met Theo van den Boogaard

Sjef van Oekel keert terug in de stripwereld. Niet alleen worden de zeven Van Oekel-albums opnieuw uitgebracht, maar ook zullen beide makers, Theo van den Boogaard en Wim T. Schippers, hun samenwerking hervatten.

Eind augustus verschijnt Ik word niet goed gepland, een bundeling van de eerste drie stripalbums met bonusmateriaal over het opgewonden standje in smoking dat van ontregelen zijn beroep heeft gemaakt. Volgend jaar staat een bundel met de resterende vier albums gepland. Op 5 juni verscheen Van den Boogaards Streken van een serial tekenaar: een diverse bloemlezing van nieuw materiaal en ongepubliceerd werk.

Van den Boogaard ontvangt in zijn atelier aan de Herengracht in Amsterdam. De muren hangen vol met zijn werk, van gedetailleerde tekeningen van stations die hij in opdracht van de NS maakte, tot originele pagina’s uit de Van Oekel-strips. De atelierruimte is als een portfolio waar je doorheen kunt lopen. ‘Zo is het ook bedoeld’, laat de tekenaar weten.

Telefoon!
Van den Boogaard lardeert zijn antwoorden enthousiast met autobiografische anekdotes en scènes uit de Van Oekel-strips: ‘Wim en ik zaten eens in Keyzer toen er een ober naar ons toekwam met een telefoon in zijn hand: “Meneer Schippers, telefoon.” “Ja, dat is een telefoon,” speelde Wim quasi gestoord. “En dit is een tafel en dat is een lamp.” Ik lag dubbel en riep: “Daar maak ik een Sjef-grap van. Alleen heeft de mop zijn climax aan het begin. Thuis verzon ik de oplossing: Sjef zegt tegen die ober: “Leg onmiddellijk de hoorn op de haak. Er kan namelijk ieder moment voor me gebeld worden, ziet u.” Dat was een van de meest volmaakte samenwerkingen tussen ons,’ vertelt de stripmaker met zichtbaar plezier.

Schippers en Van den Boogaard brainstormden vaak samen over een Van Oekel-verhaal. ‘In het begin zat ik geduldig af te wachten wat er kwam. Later opperde ik zelf ook dingen, al zat ik er wel eens naast, want Wim houdt er een specifieke gedachtegang op na.’ In principe schreef Schippers een toneelmatig script dat bestond uit korte beschrijvingen en dialogen. Van den Boogaard vulde dat scenario visueel in. Zo tekende hij in het verhaal waarin Sjef wordt aangesproken door een godsdienstwaanzinnige allerlei bijbelse verwijzingen. ‘Ik begon in de onderwereld, de metro dus, en dan komt Van Oekel bovengronds, in het licht. Ik kleedde dat dan verder helemaal aan met verwijzing naar de Ark van Noach, water in wijn veranderen, et cetera. Zo liet ik de decors er een heel verhaal omheen vertellen, al tastte ik het hoofdverhaal van Wim niet aan. Zijn teksten zijn namelijk heel uitgewogen.’

Tegenslag
Het idee om de oude Van Oekel-albums weer op de Nederlandse stripmarkt uit te brengen is gekomen door Franse en Spaanse heruitgaven vorig jaar. ‘Ik heb De Vliegende Hollander benaderd. We wachten al jaren op antwoord van de Bezige Bij, maar die vond het opnieuw uitgeven te riskant.’ Volgend jaar staat een bundel met de resterende vier albums gepland.

Aan de albums over Sjef kwam in 1994 een einde, midden in een reisverhaal: ‘Er gingen toen allemaal dingen tegen zitten. Veel mensen denken dat we vanwege het proces met Dolf Brouwers zijn gestopt, maar dat is niet zo.’ Brouwers, die Van Oekel op televisie gestalte gaf en wiens evenbeeld in de strips gebruikt wordt, klaagde de stripmakers aan vanwege vermeende royalty’s en omdat hij niet meer in obscene scènes afgebeeld wilde worden. De kwestie is toen geschikt zegt Van den Boogaard: ‘We kunnen op wat voor manier ook doorgaan met die strip.’ Toch kwam de klad erin. De Franse uitgeverij wilde meer seks terwijl de stripmakers het op dat moment leuker vonden om Van Oekel in restaurants te laten zitten en hotelmoppen te maken. Een animatiefilm ging niet door.

Assistentie
Ook sloegen assistenten van Van den Boogaard hun eigen vleugels uit en liet een volgende assistent op zich wachten. Van den Boogaard staat bekend om zijn gedetailleerde tekeningen van herkenbare straattaferelen in klare lijn-stijl. De achtergronden laat hij door assistenten tekenen op basis van een schetsopzet, waar hij zelf dan weer de personages in tekent. ‘Het is anders teveel werk voor één man, tenminste, zoals ik het wil maken.’

Van Oekel komt het beste tot zijn recht in een realistisch decor, vindt de tekenaar: ‘Die geniale grappen van Wim worden sterker als ze zich in een reële wereld afspelen. Dan krijg je het gevoel dat het jezelf ook kan overkomen.’ Maakt de realistische tekenstijl de oude verhalen nu niet visueel gedateerd? Van den Boogaard: ‘Ik heb altijd precies de mode gevolgd. Ik was er trots op dat ik als eerste die witte sokjes met de hoogwaterbroeken en die veelkleurige jasjes uit de jaren tachtig had getekend. Dat werkt nu misschien tegen me. Aan de andere kant kijken mensen nog steeds naar Laurel & Hardy-films. Ik geef dus gewoon een tijdsbeeld.’

Schippers en Van den Boogaard wilden al jaren weer een nieuw Van Oekel-album maken. ‘Wim zou het liefste het lange verhaal waar we toen mee bezig waren voortzetten maar ik wil liever met iets anders beginnen. Dat moeten we nog even overleggen.’ De stripmaker heeft een assistent op het oog waarmee de plannen gerealiseerd zouden kunnen worden.

Streken
Streken van een serial tekenaar, de onlangs verschenen nieuwe solobundel van de stripmaker, is een diverse bloemlezing van nieuw materiaal en werk dat niet eerder werd gepubliceerd. Nieuwe cartoons met Witje, het meisje dat steevast naakt rondloopt zonder dat iemand dit opmerkt, staan er ook in. Van den Boogaard tekende de strip Witje vanaf 1967 voor Hitweek. ‘Met Witje kan ik veel kanten op. Ik kan allerlei flauwekul ideeën, actueel of niet, aan haar ophangen.’ In de bundel zitten ook pastiches op de Rijdende rechter. ‘Die wilde ik tekenen in de stijl van Hein de Kort, maar dat bleek toch te moeilijk. Ik ging weer te veel preciseren,’ zegt de stripmaker.

Van den Boogaard heeft zijn werklust weer hervonden: ‘Mijn vriend overleed in 2000 en bovendien was ik maanden bezig met ingewikkelde posters voor het bedrijfsleven.’ Van den Boogaard raakte in een depressie, maar heeft zich er uiteindelijk uit getekend: ‘Meestal teken ik uit herinnering of foto’s, maar toen ben ik de molen gaan tekenen waar een vriendin van mij woont en die door Mondriaan tig keer is geschilderd. Daardoor ervoer ik een contemplatieve rust. Ik moet tekenen om een beetje rechtop in het leven te blijven. Zien dat er iets uit mijn poten komt. Als ik goed heb zitten tekenen ga ik met een ontzettend goed humeur de deur uit.’

Dit artikel stond in VPRO Gids #31.

Categorieën
Strips

Strip voor 14.000 euro in de aanbieding

Schreef ik recent nog een artikel waarin ik ageer tegen het beleggen in strips, krijg ik een persbericht binnen over ‘de zeldzaamste Nederlandse strip die voor 14.000 europegels te koop is’.

Het persbericht is afkomstig van de mensen van Catawiki, een website voor verzamelaars waar ze hun kleinoden op kunnen neerzetten en kunnen verhandelen. De strip De vrolijke avonturen van Doris Dobbel wordt op de site voor 14.000 euro te koop aangeboden.

Saillant detail: de strip werd door de aanbieder enkele weken geleden bij toeval ontdekt in een tweedehands winkel voor de prijs van één euro. Doris Dobbel is een strip van de Vlaamse auteur Marc Sleen, bekend van de stripreeks Nero. Het album verscheen in 1952 en was alleen te winnen als prijs bij een wedstrijd. Vermoedelijk zijn er honderd stuks gedrukt. Daarvan zijn nog slechts zes complete exemplaren bekend, inclusief het nu gevonden album dat in bijzonder mooie conditie verkeert. Aldus het bericht.

Ongetwijfeld zal Doris Dobbel binnenkort van eigenaar verwisselen en verdwijnt de strip in een kluis, daar iedere leesbeurt de waarde doet verminderen. Die laat je dus niet even aan je kind lezen. Toch jammer.

Deze blogpost staat ook op het stripblog van Zone 5300.

Categorieën
Strips

Fred de Heij portretteert Yvon Jaspers

Stripmaker en schilder Fred de Heij heeft meegedaan met het programma Sterren op het doek. Hij portretteerde het blonde lachebekje Yvon Jaspers.

Jaspers kennen we natuurlijk van het populaire Boer zoekt vrouw. Een programma dat nog jaren door kan gaan daar er plenty boeren zijn die een vrouw nodig hebben. Daar hoeven we het verder niet over te hebben. De Heij is een zeer actief kunstenaar: hij produceert iedere editie van Pulpman een paar strips, zoals de satirische dierenstrip ’t Landje. Deze is recent nog in bundel verschenen bij uitgeverij Xtra trouwens, evenals het artboek Vintage. Ook tekent De Heij de oorlogstrip Haas voor de Eppo naar een scenario van Rob van Bavel. Daarnaast schildert hij portretten en stillevens.

In Sterren op het Doek geven bekende Nederlanders zich over aan de doorgrondende blikken van drie kunstenaars en de prikkelende vragen van presentatrice Hanneke Groenteman. De ster mag één van de schilderijen kiezen en mee naar huis. De overige schilderijen worden na iedere aflevering geveild voor het goede doel.

Categorieën
Strips

Een fijne leeservaring blijft je bij

Waar, wanneer en hoe we iets lezen, de leeservaring, raakt verbonden met wat we lezen. Onze persoonlijke ervaringen geven een extra dimensie aan de boeken en strips die we lezen. Een unieke context. Maar geldt dat ook voor e-readers?

Een van de fijnste leeservaringen van vorig jaar die mij is bijgebleven was het lezen van Amazing Spiderman #600. Iedere keer als ik die strip zie liggen of even in mijn handen houdt, moet ik er weer aan denken.

Normaliter lees ik zelden losse Spider-Man comics. Ik ben meer van de tradepaperbacks. Maar nummer 600 van Amazing Spider-Man was een heel bijzonder – en dik nummer, geschreven door Dan Slott en getekend door mijn favoriete tekenaar John Romita Jr. Bovendien zou deze comic niet in een bundeling verschijnen vertelde Marvel. Daar hebben ze zich overigens niet aan gehouden, maar dat terzijde.


Mini odyssee
Ik dus naar de stripwinkel waar ze losse comics verkopen. Het was een mooie, warme dag. Een vrijdag, ergens aan het einde van de zomer. Ik liep naar Vendal Com-x, op de Rozengracht. Inmiddels bestaat die winkel alleen nog online. De kosten van het pand werden te duur. Aangezien het merendeel van de klanten het leesvoer online kocht en de winkel vooral kijkers trok, is Vendal nu een webwinkel met een pick-up point. Maar dat terzijde.

Bij Vendal hadden ze de comic niet meer. Ze konden hem wel bestellen, maar het zou een paar weken duren (!) voordat het kleinood in mijn handen kon houden. Onacceptabel. Ik wilde de strip nu lezen.

Ik ging op weg naar de Nieuwmarkt. Langs hordes toeristen. Stalen rossen, die op ramkoers leken te rijden, ontwijkend. De zon brandde in mijn nek, zweetdruppels probeerden mijn lijf koel te houden. De odyssee ging verder.

Licht oververhit stapte ik stripwinkel Henk binnen. Daar zag ik in eerste instantie Amazing Spider-Man #600 niet staan. Een hele wand vol met maandelijkse comics en trades, maar nergens de strip waar ik zo naar verlangde. Met gebogen hoofd liep ik naar de kassa, waar mijn humeur meteen een stuk beter werd. Ja, de dame achter de balie zag er leuk uit, maar dat even terzijde. Mijn aandacht ging toch uit naar ASM 600 die op me lag te wachten.

Vol verwachting klopte mijn hart. Op weg naar huis keek ik niet in de comic. Die wilde ik straks voor het eerst openslaan op mijn favoriete plek op de bank. Eindelijk thuisgekomen bleek ik mijn sleutels vergeten te zijn. En mijn vriendin was nog op haar werk. Het zou nog wel even duren voordat ze thuis kwam.
Dan maar geen bank. Ik ben toen bij een koffietentje bij mij in de buurt gaan zitten en bestelde een cappuccino. Ik heb in de schaduw Amazing Spider-Man #600 gelezen. Heerlijk.

Daar op het terras, lekker in de schaduw, leek het leven even perfect. Ik was een tevreden mens. En iedere keer wanneer ik die strip dus in de kast zie staan of wanneer ik hem weer opensla, moet ik aan dat moment denken.

Context
De leeservaring raakt verbonden met het boekwerk en verbindt een persoonlijk verhaal aan de tekst. Je eigen herinneringen raken vervlochten met het geschreven verhaal. Tenminste, dat ervaar ik bij dit soort bijzondere strips en bepaalde boeken. Bij fysieke voorwerpen met eigen dimensies die uit tig bladzijden bestaan. Voorwerpen waarvan je het gewicht kunt voelen, waarvan je de bladzijden om kunt slaan.

E-reader
Zou hetzelfde gelden voor lezen op een e-reader? Of op zo’n – godbetert – lichtgevend, weerspiegeld dienblad, ook wel iPad genoemd? Ik weet het niet. Is de herinnering alleen verbonden aan het verhaal of ook aan het fysieke voorwerp waarin dit verhaal besloten ligt? Een boek of een strip is namelijk een uniek voorwerp, maar alles wat je op een e-reader leest, heeft dezelfde vorm. Namelijk die van je e-reader…

Een inhoudelijke recensie over Amazing Spider-Man #600 vind je hier.

Categorieën
Strips

Strips zijn niet om in te beleggen

Laatst werd me gevraagd of ik Amazing Spider-Man #1 zou kopen als ik heel rijk zou zijn. Nee, was het antwoord. Want wie een originele druk kan betalen, koopt die als investering en niet om te lezen. En strips zijn gemaakt om te lezen. Punt.


Vandaag staat er een artikel in dagblad De Pers met de kop: Een strip? Da’s dan $ 1.500.000. Het stuk gaat in eerste instantie over originele pagina’s en covers die voor grote bedragen van hand tot hand gaan. Maar ook voor gave exemplaren van oude strips is een rijke markt te vinden.

Niet alleen de originele tekeningen, ook gave exemplaren van oude strips worden steeds kostbaarder. Dat maakt strips een bijzonder goede belegging: het aantal liefhebbers is groot, het aanbod van onbeschadigd oud werk beperkt. Er is dan ook een levendige handel in wat vroeger toch vooral kinderlectuur was. Wie op internet gaat kijken, komt talloze sites tegen waarop stripboeken geveild worden.

In maart werd het eerste stripoptreden van Superman in Action Comics #1 nog geveild voor 1,5 miljoen dollar. Nummer 27 van Detective Comics uit mei 1939, waarin Batman voor het eerst werd geïntroduceerd, bracht 1.075.000 dollar op. Maar denk maar niet dat de kopers de strips ook maar lezen. Die blijven veilig ingeseald, zodat er geen zuurstof bij kan, of hoe ze die dingen ook opbergen. Dat beaamt stripuitgever Hans Matla, die rijkelijk geciteerd wordt in het stuk in De Pers, ook: ‘Je ziet dan ook dat sommige strips niet meer van kinderhand naar kinderhand gaan, maar alleen nog van kluis naar kluis. Ergens is dat natuurlijk zonde, zo krijgt bijna niemand ze te zien.’

Investeringsgekte
Begin jaren negentig werd menig stripliefhebber gek gemaakt om comics te kopen als investering. Van het eerste nummer van bijvoorbeeld de nieuwe X-men-serie kwamen verschillende covervarianten op de markt. Ik heb toen ook menig zakgeld geïnvesteerd in twee exemplaren van een eerste deel. Een strip om te lezen, de ander om veilig weg te stoppen in de kast. Als ‘investering’ voor later. Onzin. Er verscheen bijna een miljoen exemplaren van een eerste nummer. Sterker nog: van X-men vol 2, #1 werden volgens de wikipagina 8 miljoen exemplaren verkocht(!). Niet vergelijkbaar met het schaarse aantal van wat er nu nog van Batman #1 te krijgen is. De investeringsbubbel spatte toen ook snel uit elkaar.

Daarbij: strips moet je gewoon lezen. Daar zijn ze voor gemaakt. Niet om te fungeren als betaalmiddel of als pensioenfonds.

Meesterwerken
Natuurlijk heb ik Amazing Spider-Man #1 wel gewoon in de kast staan. Je bent Spiderman-kenner of niet, maar wel gewoon in een bundel met herdrukken. Het is erg fijn dat uitgeverij Marvel een paar jaar geleden begon met de Essential-serie. Dikke herdrukken in zwart-wit van alle oude comics, zodat je de verhalen ook nu nog tot je kunt nemen. Ik was er indertijd erg blij mee omdat ik de strips nodig had voor mijn scriptie over stripverfilmingen. Sinds 1987 kun je ze ook in kleuren hardcover en softcover krijgen in de Marvel Masterworks-serie. Sinds 2009 is Marvel begonnen met heruitgaven van deze heruitgaven.

Natuurlijk beschouw ik mezelf wel als een stripverzamelaar, maar wel eentje die zijn verzameling leest.

Categorieën
Strips

Even Concerto: Strips in de platenzaak

Vandaag was een fijne lazy sunday. Laat wakker worden, kopje koffie en een bezoekje aan Concerto.

Dat is toch wel een van mijn favoriete platenzaken in Nederland, Concerto in de Utrechtse straat. Een van de laatste onafhankelijke muziekverstrekkers met een ruime collectie cd’s, curieuze albums, muziekboeken en films. Tegenwoordig verkopen ze er ook (een bescheiden collectie) strips én de Zone 5300. En goede strips ook trouwens. Met nadruk op de grote namen uit de alternatieve comicsscene zoals Robert Crumb en Daniel Clowes, maar ook Europese klassiekers als Kluifje en Sigmund.

Een goede zaak, dat je in zo’n winkel als Concerto ook strips kunt kopen. Een deel van het publiek dat gaat voor goede muziek, zou best ook interesse kunnen hebben in interessante beeldverhalen. Het valt allemaal onder de noemer populaire cultuur en past dus prima onder het dak van een platenzaak.

Concerto geeft trouwens zelf ook een muziekblad uit: Mania. Met daarin nieuws en recensies van nieuwe releases en interviews. Natuurlijk is Mania ook bedoeld om het product onder de aandacht van de consument te brengen, maar desondanks vind ik de interviews en recensies informatief. De korte stukken lazen in ieder geval lekker weg toen ik na mijn bezoekje, in de schaduw op een terrasje, van een koffie verkeerd aan het genieten was.

De gekochte strip Pussey van Daniel Clowes – een cynische parodie op de Amerikaanse stripwereld – bewaarde ik voor thuis. Lekker leesvoer bij  Exhile on Main Street, de Stones-cd die eigenlijk de reden was voor mijn bezoek aan de Utrechtse straat.

Categorieën
Striprecensie Strips

Polderburka’s

Fijn, ze zijn weer terug: de zwarte tampons met voetjes. Ik heb het natuurlijk over de Burka Babes van Peter de Wit. Wederom legt de stripmaker de vinger op de gevoelige plek. Niets nieuws onder de zon, maar nog steeds steengoed.

De dames doken voor het eerst op in de strip Sigmund en komen nog regelmatig langs in de populaire gagstrip. Het bundelen van de strookjes met de moslima’s in hoofdrol heeft uitgeverij de Harmonie geen windeieren gelegd. Van het eerste deel Burka Babes, dat ook in een internationale editie verscheen, werden meer dan 20.000 exemplaren verkocht. Ook over de grens leest men de zwarte humor van De Wit graag. De Spaanse editie werd gepresenteerd tijdens het Ficomic Festival in Barcelona, dat tussen 6 en 9 mei plaats vond. De Franse editie verscheen in mei onder de titel Burqa fashionista.


Doodswens
Polderburka’s is net als het eerste deel uit 2007 uitgegeven in een horizontaal hardcover boekje. Wederom gaat De Wit op speelse wijze om met de uitwassen van de islam. De Wit houdt het op het eerste gezicht luchtig. Grapjes over een burka die in de zon ligt om bruin te worden, een fles sunfactor 0 staat naast haar. Een cartoon waarin twee dames poseren voor de Eiffeltoren, terwijl de fotografe hen vraagt om te glimlachen – alsof je door die dunne kijkspleet van de burka ooit een mond zou kunnen zien. Maar vergis je niet: er is duidelijk een kritische noot in De Wits grollen te vinden. Het is voor de dametjes in zwart geen pretje om er als levensgrote tampon door het leven te moeten. ‘Ik wou dat ik dood was!’ schreeuwt het meisje Nilgüm het uit, als haar gevraagd wordt hoe haar eerste dag in burka bevalt. Ook de moslimman komt er niet goed van af: een paar cartoons refereren naar de ondergeschikte positie van de vrouw en mishandeling binnen het moslimhuwelijk. Het is te hopen dat fundamentalisten ook de humor van de burka babes inzien.

Niemand
Dat de burka symbool staat voor onderdrukking, wordt nog eens in de laatste strook door de stripmaker onderstreept, wanneer een burka babe op aanraden van Sigmund zich van haar alles bedekkende gevangenis moet ontdoen, blijkt eronder de burka toch nog een onzichtbare vrouw schuil te gaan. Een wezen zonder identiteit. ‘Ja, dat is de kracht van de onderdrukking,’ verzucht Sigmund. 
Best schrijnend als je erover nadenkt.

Peter de Wit – Polderburka’s
De Harmonie, € 9,90
ISBN: 9789061699422

Categorieën
Strips

Hartjes en Westervoorde signeren in Lambiek

Maaike Hartjes en Ben Westervoorde komen op vrijdag 9 juli, vanaf 16.00 uur, hun nieuwe stripboek, respectievelijk Donker en Siglo XXV, signeren in Galerie Lambiek.

Leuk detail: Maaike heeft meegeschreven aan Siglo XXV verhaaltjes en Ben heeft Maaike destijds een beetje op sleeptouw genomen in Afrika. In Donker brengt Hartjes brengt met haar eigen kijk op de wereld onderwerpen uit het dagelijkse Zuid-Afrikaanse leven in beeld. Het boekje is een persoonlijk reisverslag in een land vol extremen.

In Siglo XXV verlaten Toby en zijn familie de drukbevolkte aardkloot om te emigreren naar een ruimtestation tussen Saturnus en Uranus. Op dit station wonen aliens uit het hele universum. Toby houdt zijn vrienden op aarde op de hoogte via intergalactic e-mail. Deze ervaringen worden verteld in 1-pagina verhaaltjes.

Galerie Lambiek
Kerkstraat 132
1017 GP Amsterdam

Categorieën
Strips

Zo verkoop je strips

Foto: Roos Manintveld

Kijk ze nou toch gezellig zitten, stripmakers Fred de Heij en Hallie Lama. Tussen hen in zit hun uitgever Ger van Wulften (uitgeverij Xtra). De heren zaten afgelopen zaterdag hun boeken te signeren tegenover de Hilversumse boekhandel. Tijdens Hilversum Alive – een driedaags festival in de binnenstad.

De twee stripmakers waren goed bezig. Lama verkocht 36 exemplaren van zijn Moeilijke Tweede. De Heij slechts een tiende daarvan, maar goed, het was voor zijn collega ook een thuiswedstrijd. Hallie had vorig jaar het best verkochte stripboek in de Hilversumse Boekhandel.

Foto: Roos Manintveld

Het is goed om als stripmaker de boer op te gaan en je werk te tonen aan voorbijgangers. En niet alleen op stripbeurzen, maar juist op braderieën, (pop)festivals, gamebeurzen en andere ludieke plaatsen. Juist daar, want op een stripbeurs kom je meestal toch mensen tegen die je werk al kennen. Wil je als stripmaker nieuw publiek interesseren voor het medium strip en je eigen waar in het bijzonder, dan moet je de boer op.

Zendelingenwerk
Dat lijkt misschien een beetje op zendelingenwerk, en dat is het ook wel. Er is nog een groot publiek dat helemaal niet weet dat ze strips leuk vinden of weten wat er allemaal te koop is. Mensen die nooit in een stripwinkel komen en het striphoekje in de boekhandel (als die er al is) straal voorbijlopen. En die mensen moeten opgezocht worden. Niet langs de deuren, dat zou te ver gaan. Maar in hun looproute gaan zitten op een braderie kan zeker helpen om op te vallen.

Je kunt natuurlijk je boekje uitbrengen, in de winkel neerliggen en afwachten, maar daar red je het meestal niet mee. Tenzij je Fokke & Sukke strips maakt. Maar zelfs Reid, Geleijnse en Van Tol zaten vorig jaar gewoon te signeren in Selexyz Scheltema. Ze hadden ook Floor de Goede en Ype + Willem meegenomen (die ook bij Catullus worden uitgegeven.) Al ging de meeste aandacht naar het drietal achter Fokke & Sukke, toch is het slim om een grote publiekstrekker te koppelen aan jong talent en samen aan een tafeltje te zitten.

Lijkt het je ook wel wat, om zo stripmakers in het wild tegen te komen?
Zondag 4 juli staat de Dordtse Boekenmarkt in het teken van strips. Er vindt een stripfestijn plaats waar de nadruk ligt op de graphic novel, striproman of beeldroman, of hoe men de strips voor een volwassen publiek ook mag aanduiden tegenwoordig. Onder andere uitgeverij Bries, Xtra, Tsunacon, De Zingende Zaag, Dark Dragon Books, De Bezige Bij/ Oog & Blik en Sherpa hebben stripmakers die signeren. Alvast een paar stripmakers: Olivier Schrauwen, Jeroen Janssen, Jan Vriends, Minck Oosterveer, Ckoe, Sandra de Haan, Robert van Raffe, Marcel Ruijters, George Moorman en Carry Brugman. En dus ook weer Hallie Lama en Fred de Heij.

Meer foto’s van Roos Manintveld vind je op haar blog.

Categorieën
Strips

Erik de Graaf: ‘Het thema verlies raakt me’

Van grafisch vormgever en stripmaker Erik de Graaf verscheen recent Scherven, een grafische roman over verlies. De geliefden Victor en Esther verliezen elkaar aan het begin van de Tweede Wereldoorlog uit het oog en ontmoeten elkaar weer in mei 1946. De oorlog heeft hen onherroepelijk veranderd. De Graaf baseerde zijn verhaal deels op oorlogsherinneringen van zijn oom, die voor en tijdens de eerste dagen van de oorlog als soldaat van de 4e Batterij Luchtdoelartillerie op de boerderij van de grootouders van de auteur verbleef.

De Graaf debuteerde op zijn veertigste met de semi-autobiografische strip Verbleekte herinneringen. Daarna volgden nog twee delen, allen inmiddels gebundeld in het album Verzamelde Herinneringen. Na het verstrippen van zijn eigen jeugdherinneringen wilde De Graaf een grafische roman over de Tweede Wereldoorlog maken, een onderwerp dat hem in zijn jeugd al fascineerde.

Later raakte hij ook geïnteresseerd in de oorlog in voormalig Joegoslavië. De Graaf: ‘Ik las bijvoorbeeld dat buren waarvan de een moslim was en de ander christen, altijd fantastisch met elkaar om waren gegaan, maar in de oorlog toch voor zichzelf en hun geloof kozen. Ik vroeg me af hoe dat mogelijk was. Werkt het inderdaad zo dat, als het erop aankomt, je voor jezelf kiest en bij wijze van spreken je beste vrienden in de steek laat?’ De Graaf is geboeid door wat oorlog met gewone mensen doet: ‘Mensen die jong waren aan het begin van de oorlog zijn in feite vijf jaar van hun jeugd kwijt, de tijd waarin je je persoonlijkheid vormt. Het lijkt me verschrikkelijk als je door oorlog familieleden, geliefden en ook je toekomstdromen kwijtraakt. Het thema verlies raakt me.’

Oom Gijs
Het verhaal kreeg een persoonlijke insteek toen de stripmaker Gijs van Dam bezocht, een van de soldaten die tijdens de mobilisatie in de oorlogsdagen bij De Graafs grootouders verbleef en die als soldaat van de 4e Batterij Luchtdoelartillerie de taak had het vliegveld Waalhaven bij Rotterdam te verdedigen. De Graaf: ‘Gijs heeft altijd contact met mijn opa en oma gehouden en na de oorlog goed voor ze gezorgd. Toen ik jong was heeft hij me gestimuleerd iets met mijn tekentalent te gaan doen.’

Toen De Graaf bij Gijs langs ging om zijn eerste stripboeken te laten zien en vertelde dat hij een verhaal over de Tweede Wereldoorlog wilde maken, kwam de oud-soldaat met allerlei spullen uit de oorlogsdagen op de proppen: een dagboekje, foto’s en documenten. ‘Eigenlijk heel bijzonder, want tot dan toe praatte oom Gijs bijna nooit over de oorlog,’ vertelt De Graaf die dankbaar deze gegevens in zijn verhaal verwerkte.

Gijs overleed voordat Scherven af was. Naar wat hij van het boek gevonden zou hebben kan De Graaf alleen raden:
‘Ik denk dat hij zou vinden dat ik de sfeer van die tijd goed heb neergezet. Al komen de soldaten er in mijn verhaal natuurlijk niet heel goed van af. Ze zijn bang en ze kunnen niet veel doen als de Duitsers eenmaal binnenvallen. Uiteindelijk heeft Gijs in Vlaardingen ook alleen maar gevangenen kunnen bewaken. Ik weet niet of hij die kant van het verhaal prettig had gevonden.’ De stripmaker legt uit dat hoofdpersoon Victor ook iets wegheeft van oom Cor, de soldaat die later met de zus van De Graafs vader trouwde. ‘Cor heeft later wel een aantal dingen in het verzet gedaan. Van oom Gijs weet ik dat niet.’

Daarmee hint De Graaf naar het tweede deel van Scherven waar hij nu aan werkt. ‘Tijdens de meidagen is Victor vrij passief. Daarin zit ook iets van mezelf,’ bekent de stripmaker. ‘In verloop van tijd wordt hij steeds kwader en voelt Victor dat hij iets moet doen tegen alle verschrikkingen om hem heen.’


Dieselmotor
De stripmaker herkent zichzelf wel in Victor: ‘Ik ben ook een laatbloeier, zeker als het om strips maken gaat. Ik zie mezelf als een dieselmotor, ik moest op gang komen voordat ik meer mezelf durfde te laten zien. Dat was vroeger wel anders. Toen was ik behoorlijk verlegen en vermeed ik conflicten.’ Door zijn conflictontwijkend gedrag en de stress van het werk raakte De Graaf in een depressie: ‘Ik ontdekte toen dat ik mijn werk belangrijk vind, maar dat ik daarnaast iets nodig heb waar ik me echt in kan verliezen. Iets wat een tegenwicht biedt aan het constant werken met deadlines en het werken in opdracht.’

De Graaf, die altijd een groot liefhebber is geweest van het beeldverhaal, ging strips maken: ‘Ik vond het moeilijk om een onderwerp te kiezen, dus toen ben ik korte verhaaltjes over mijn jeugd gaan maken. Niets bijzonders: klein leed, klein geluk.’ Al snel bleek dat uitgeverij Oog & Blik interesse had. Inmiddels is een Franstalige versie van Uitgeverij La Pastèque onderweg.

Grafische insteek
In de afgelopen vijf jaar werkte De Graaf in de avonduren en in het weekend aan Scherven, naast zijn werk als creatief directeur bij een designbureau. Het resultaat is een zeer gestileerde vertelling in de atoomstijl (een afgeleide van de Klare Lijn-stijl) waar je zijn achtergrond als grafisch ontwerper duidelijk kunt afzien: ‘Het ontwerpen van verpakkingen heeft me getraind om de essentie van een boodschap in een beeld te vatten. Mijn eerste boeken kregen vaak de kritiek dat ik teveel close-ups gebruikte. Dat heb ik nu wat meer gedoceerd. Soms kies ik ook juist een uitsnede die minder voor de hand ligt. Dat kunnen twee handen zijn die elkaar loslaten of aan een broek zitten te friemelen. Op die manier wil ik de lezer laten ervaren hoe de persoon zich op dat moment voelt.’

De Graaf gebruikt in Scherven ook veelvuldig flashbacks. Soms herhaalt hij een bepaalde gebeurtenis, maar visualiseert deze de tweede keer anders:
‘Ik heb geprobeerd te laten zien dat je hetgeen er is gebeurd vaak ook anders kunt bekijken. Als Victor aan Esther vertelt hoe Chris is neergeschoten, suggereert Victor eerst dat hij er alles aan gedaan heeft om Chris tegen te houden. Later laat ik zien dat Victor toen meteen wegrende en voor zichzelf koos. Al vraag ik me af of ik daarin niet te subtiel ben geweest en lezers dat wel opvalt.’

Titel: Vrijdagavond. Bron: Lambiek.net.

Zie voor een uitgebreide making of van Scherven www.erikdegraafcomics.blogspot.com en http://www.stripspeciaalzaak.be/Commentator.php#ErikdeGraaf01.

Scherven van Erik de Graaf is verschenen bij uitgeverij Oog & Blik | De Bezige Bij
(ISBN 978 90 5292 281 0, € 22,90).

Dit interview is gepubliceerd in Stripgids #20.