Categorieën
Film Strips

Komt er een Joop Klepzeiker-film?

Het gebeurt wel vaker dat er een filmproject wordt aangekondigd dat uiteindelijk niet doorgaat, zeker als scenarist en regisseur nog niet bekend zijn, maar dit bericht vind ik wel interessant om te vermelden. Een film met Joop Klepzeiker in de hoofdrol. Stel je voor! Wie zou volgens jou Klepzeiker moeten spelen?

NL Film heeft getekend voor de filmrechten van Joop Klepzeiker, de populaire stripfiguur die bekend werd in de jaren tachtig. Klepzeiker werd bedacht door de Nederlandse striptekenaar Eric Schreurs. De verfilming rondom deze klassieke stripheld staat gepland voor 2013. Dit maakte producent Alain de Levita van NL Film vandaag bekend.

NL Film producent Alain de Levita: “De heerlijke grove, over the top, humor van Nederlands meest aantrekkelijke loser leent zich perfect voor een hilarische en spraakmakende verfilming waarbij het gaspedaal flink zal worden ingetrapt”.

Striptekenaar Eric Schreurs: “Arme Joop, al die rampspoed in reprise…wat zeg je tegen zo’n geesteskind? Ah joh, het is maar een film?”

Het personage Joop Klepzeiker werd bedacht door striptekenaar Eric Schreurs ( 1958, Leiden). De strips van Joop Klepzeiker waren vooral in de jaren 80 zeer populair en werden gedurende twee decennia (1980-2000) wekelijks gepubliceerd in Nieuwe Revu. In 1985 verscheen het eerste Joop Klepzeiker album. Er volgden er later nog 19. De Joop Klepzeiker agenda werd aan het eind van de jaren tachtig op Christelijke scholen verboden. In 2002 ontving Schreurs de Stripschapsprijs voor zijn gehele oeuvre.

De film zal geproduceerd worden door NL Film (DE STORM, TAPED, ALLE TIJD). Scenarist en regisseur zijn nog niet bekend.

Geestelijke vaders
In tegenstelling tot wat men in het persbericht van NL Film beweert, is Eric Schreurs niet de enige die aan de wieg heeft gestaan van Joop Klepzeiker. Stripmaker Toon van Driel (FC Knudde) heeft het personage bedacht en heeft samen met Schreurs het eerste album geschreven. ‘Joop Klepzeiker is niet door Eric Schreurs bedacht maar door mij. Album 1 [eerste druk] is gesigneerd onder anagram S.Treurschoon ofwel Toon en Schreurs. Ik ben er als tekstschrijver voor Nieuwe Revu na een jaar mee gestopt. Ik ging naar Panorama en liet Eric de strip na,’ laat Van Driel me via een mail weten.

Categorieën
Strips

Verse KunstStripbeurs in Utrecht

Zaterdag 31 maart vindt de vierde editie van de KunstStripbeurs plaats in de Janskerk in Utrecht. Ongeveer zeventig (strip)tekenaars en illustratoren verkopen hun prints, originelen, boeken, T-shirts en buttons. Op de beurs mag alleen eigen werk verkocht worden. De beurs wordt georganiseerd in samenwerking met het Holland Animation Film Festival dat deze week plaastvindt in de binnenstad van Utrecht.

De Janskerk is gratis toegankelijk voor publiek van 10 tot 17 uur.

Tijdens de KunstStripbeurs wordt ook het omstreden boek Filmfanfare gepresenteerd. Een bundeling waarvoor 51 striptekenaars een klassieker uit de Nederlandse filmgeschiedenis verstripten. De tekenaars, jonge talenten als Jolein Kirpestein en Tim Enthoven en gelauwerde veteranen als Hanco Kolk en Paul Bodoni, hadden ook nu slechts één pagina om de film samen te vatten. (Net als het boek Mooi is dat! waarin literaire klassiekers werden verstript. Precies: niet een erg origineel idee dat Filmfanfare.) Naast hun strippagina maakten de stripmakers ook een affiche van hun film. Dana Linssen, filmcriticus en hoofdredacteur van De Filmkrant, schreef de teksten waarin de films geintroduceerd en geduid worden.

Filmfanfare kwam een paar maanden geleden in het nieuws omdat initiatiefnemer Gert Jan Pos vergeten was toestemming van de filmmakers te vragen voor deze bewerkingen. Een paar van hen, waaronder Dick Maas, waren not amused. De stripmakers reageerden daar toen weer op.

De Kunststripbeurs is ook de locatie voor jurering en uitreiking van de StripGrafiekPrijs.

Maar goed, het gaat natuurlijk om de stripmakers en hun waar. Ik kan me van de vorige editie in Utrecht herinneren dat het een zeer geslaagde beurs was.

Tijdens de tweede editie ging het er ongeveer zo aan toe:

Over het Holland Animation Film Festival bericht ik later deze week meer.

Categorieën
Strips

Sam Peeters in Kunsthal met Kaïn en Abel

Voor de vierde editie van Kunsthal Light is de Nederlandse kunstenaar Sam Peeters (1976), een van de leden van het stripcollectief Lamelos, uitgenodigd. Hij tekent het klassieke Bijbelse verhaal van de broers Kaïn en Abel.

Dit eeuwenoude verhaal is in de kunstgeschiedenis al vaak verbeeld. Peeters creëert een hedendaagse stripvariant van het drama dat zich tussen de eerste twee zonen van Adam en Eva afspeelt – van offers, jaloezie en moord tot verraad en verbanning. Wat dat betreft is die Bijbel een heel ouderwetse soap.

De muur vullende strip van Peeters is van buitenaf te zien in de etalage langs de hellingbaan van de Kunsthal. Vanaf 22 maart is Peeters voor iedereen zichtbaar aan het werk. Van 30 maart t/m 10 juni 2012 is de muurstrip te zien.

Eerder maakte Peeters solo al indruk met de striproman In de schaduw van mijn lul. In deze absurdistische vertelling brengt Peeters in duidelijke platen zonder tekst het leven in beeld van een stadje dat in de schaduw van zijn geslacht ligt. In deze estafette-achtige vertelling, maken God en ander buitenaards volk hun opwachting, maar blijkt de stripmaker zelf een goddelijke schepper. Ook een werk met een soort van Bijbelse invalshoek. Moet Sam toch maar eens vragen hoe dat zit en wat hem daar zo aan fascineert.

Kunsthal Rotterdam
Museumpark, Westzeedijk 341
3015 AA Rotterdam

Categorieën
Strips

Tim Enthoven: ‘Ik ben curator van mijn jeugd’

In het televisieprogramma De Canvasconnectie vertelt grafisch kunstenaar Tim Enthoven over werk van hemzelf en anderen.

De Nederlandse illustrator Tim Enthoven (Den Haag, 1985) studeerde in 2009 cum laude af aan de Design Academy Eindhoven met Binnenskamers, een striproman waarin hij speelt met de narratieve conventies. In het semi-autobiografische verhaal leeft de licht autistische student Tim als kluizenaar in zijn kamer waar hij zich onderwerpt aan een streng leef- en werkpatroon. Totdat de buitenwereld zich opdringt en hij op een feestje een meisje ontmoet: gebeurtenissen waardoor Tim in de war raakt.

Enthoven: ‘Die periode heb ik zeker zo gekend. Bepaalde eigenschappen deel ik ook met het personage, ik ga er nu alleen beter mee om. Die strikte werkethiek heb ik nog steeds, ook heb ik een voorkeur voor orde, maar het is allemaal niet zo extreem als in het boek.’

Slagveld
In De Canvasconnectie, waar iedere aflevering een kunstenaar of vormgever centraal staat die nieuw werk aan het voorbereiden is, toont Enthoven een serie etsen die tijdens de grafische kunstbeurs Pick me up in het Londense Somerset House te zien zijn (tot 1 april, red.) Deze etsen maakte Enthoven als tiener, waaronder een reeks van legerformaties uit het begin van de Gouden Eeuw gecombineerd met thema feest. ‘Ik heb indertijd een vertaling gemaakt van alle elementen die volgens mij op een discovloer aanwezig zijn en alle elementen die je op een slagveld vindt. Voor mij was dat toen strategisch gereedschap om inzicht te krijgen in zaken als feestjes en uitgaan, wat ik eigenlijk nooit deed.’

De prints zullen ook te zien zijn op de solotentoonstelling in MU te Eindhoven die eind mei opent, waar verschillende projecten die Enthoven als jongere maakte worden vertoond in nagebouwde ruimtes uit zijn verleden. ‘Ik ben de afgelopen maanden vooral bezig als curator van mijn jeugd,’ zegt de nog jonge illustrator. Toch is het thema van zijn verleden en het genre autobiografie, dat duidelijk in zijn beeldverhalen en de exposities naar voren komt, geen leidraad in zijn werk, vindt hij zelf. ‘Het onderwerp interesseert me wel, maar er zit geen uitgestippeld plan achter. Ook in werk van anderen vind ik het verhaalelement dat niet verteld wordt maar dat wordt gesuggereerd door de schijn van autobiografie, fascinerend. Ik speel met verhaalvormen en de vrijheden die je je daarbinnen kunt permitteren. Dat doe ik ook in mijn illustratiewerk, waarin ik bijvoorbeeld graag een mening verkondig die haaks staat op die van het artikel waar de afbeelding bij hoort.’

Enthovens illustraties staan onder andere in New York Times Magazine, Vice en de VPRO Gids.

De Canvasconnectie,
Canvas, zondag 25 maart 20.15 – 20.45

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #12 (2012).

 

Categorieën
Strips

Erik Kriek: Het onzienbare getekend

Striptekenaar en illustrator Erik Kriek bewerkte vijf verhalen van de klassieke horrorschrijver H.P. Lovecraft in stripvorm. ‘Er valt ook wat te lachen, het is wel Lovecraft-light.’

‘De verhalen van Lovecraft raken slechts aan het topje van de ijsberg. Ik houd ervan als een auteur doet alsof hij op een berg van kennis zit, maar voor jou alleen maar een klein raampje opendoet. Dat doen andere fantasy-auteurs als Tolkien ook. Lovecraft vertelt over wezens die miljoenen jaren geleden op aarde leefden. Over oude culturen en rare, kosmische beschavingen,’ zegt Erik Kriek. De stripmaker vertelt enthousiast over het werk van H.P. Lovecraft, waarvan hij vijf verhalen in stripvorm heeft bewerkt. Zijn striproman Het onzienbare en andere verhalen van H.P. Lovecraft ligt vanaf half maart in de winkels.

‘Wat mij ook aanspreekt is dat er geen moraal in zijn verhalen zit. Lovecraft ziet geen goed of kwaad. Hij ziet alleen maar de ontoereikendheid van het menselijk verstand. De grote horror van Lovecraft is het besef dat je als mens niet de geestelijke vermogens bezit om te bevatten wat de kosmos inhoudt. Dat raakt aan de fundamentele vraag waarom we hier überhaupt op aarde zijn. Het idee dat we op kosmisch niveau minder zijn dan een molecuul vind ik heel louterend.’

Kriek is een veelgevraagd illustrator in binnen- en buitenland. Geregeld tekent hij ook de cover van de VPRO Gids. Zijn bekendste strip is Gutsman: een op het eerste gezicht tekstloze parodie op het superheldengenre, maar eigenlijk een strip die vooral over Kriek zelf gaat. ‘Het begon als parodie, maar superheldenverhalen zijn van zichzelf al heel erg camp, dus dat is snel niet meer interessant. Gutsman werd steeds meer een poëtische soap en ging over mezelf, over hoe ik toen in het leven stond. Nu ben ik een burgerman met een hypotheek en een auto, toen was ik een alleenstaande striptekenaar met een rock-‘n-roll-leven die altijd in de kroeg zat,’ zegt Kriek luid lachend.

God-monsters
Gutsman is verleden tijd, nu zijn er de vijf Lovecraft-verhalen die een Kriek-bewerking hebben gekregen. De stripmaker koos deze vertellingen uit om zo in grote lijnen de verschillende soorten verhalen uit het oeuvre te representeren. Zo selecteerde hij het pure sciencefiction verhaal ‘De kleur uit de ruimte’, waarin een meteoriet een boerengezin en het land vergiftigd en bijzondere eigenschappen geeft. In ‘Het onzienbare’ (Engelse titel ‘From beyond’) speelt angst voor techniek en wetenschap een grote rol: een wetenschapper bouwt een machine waardoor monsterlijke wezens die ons constant omringen zichtbaar worden voor het blote oog. De verhalen ‘Dagon’ en ‘Schaduwen boven Innsmouth’ zijn onderdeel van de Cthulhu-cyclus, een serie losjes samenhangende vertellingen rondom het idee dat de wereld vroeger bevolkt werd door god-monsters. Deze voormalige heersers van het heelal zitten nu gevangen in andere dimensies of houden zich schuil op de diepste plekken van de oceaan, wachtend op het moment dat ze los kunnen breken om de boel weer over te nemen. En tot slot ‘De buitenstaander’, een pastiche op de verhalen van Edgar Allen Poe, een auteur die Lovecraft inspireerde.

Angst
‘Ik denk dat Lovecrafts wereldbeeld expliciet dystopisch is. Er is geen humor, er is geen hoop en er is geen uitzicht,’ vertelt Kriek. ‘Zijn belangrijkste thema is het verlies van controle. Volgens mij was het een ontzettend bange man, een fobisch iemand. Hij durfde de deur niet uit. Ook was hij een xenofoob, op het racistische af. Tijdens zijn huwelijk, dat maar vier jaar duurde, heeft hij in New York gewoond. Ze waren arm en moesten daarom in Brooklyn wonen, tussen allemaal buitenlanders. Lovecraft beschrijft in een verhaal dat hij daar over straat loopt en allemaal enge mensen ziet. Met grote neuzen en grote oren. Volgens mij was Lovecraft ook absoluut fobisch voor de vrouw en voor seksualiteit. Er komt geen seks in zijn verhalen voor en als vrouwen er al een rol in spelen, zijn het behekste oude gekken. De vrouw heb ik in mijn verhalen wat meer airtime gegeven.’

Volgens de stripmaker is Lovecrafts werk nog steeds relevant: ‘Er is veel rumoer in de wereld. We leven in onzekere, bange tijden. Ik denk dat Lovecraft juist dan soelaas biedt, want zijn werk verergerd die angstige gevoelens. Daardoor werkt het als een soort catharsis. Horror zet iets uit fase, maakt dingen absurd en daardoor kun je ermee omgaan.’

Ironie
Door het spelen van roleplaying games kwam de stripmaker als adolescent in aanraking met het werk van Lovecraft. ‘Op het regelboek van het spel The Call of Cthulhu stond dat het gebaseerd was op het werk van ene H.P. Lovecraft. Daar had ik nog nooit van gehoord, maar ik vond het een geweldig spel, dus toen heb ik de hele rits boeken uit de bibliotheek meegenomen en ben me daar doorheen gaan worstelen. Ik was meteen verkocht.’
Het onzienbare is voor Kriek een labour of love: ‘Ik wilde er al heel lang iets mee doen omdat ik het al zo lang dicht bij me draag. Verhalen en goede boeken draag ik altijd dicht bij mijn hart. Daar mag eigenlijk niemand aankomen, dat is van jou. Maar als verhalend striptekenaar is het toch leuk om daar een strip van te maken. Om te kijken wat je ermee kunt doen.’

Toch stuitte de stripmaker wel op een aantal vertalingsproblemen bij het bewerken van Lovecrafts werk. Zijn teksten zijn vaak slecht gestructureerd en de langere vertellingen ontberen een echte spanningsboog. We leren nooit zijn personages of hun achtergrond kennen. Ook zijn Lovecrafts beschrijvingen erg abstract. Maar dat is volgens Kriek juist een voordeel: ‘Het leuke en makkelijke aan Lovecraft is juist dat hij dingen niet goed beschrijft. Dan heb je de vrijheid om je eigen nachtmerries erop los te laten. Zijn taal werkt bij mij altijd heel visueel, ik krijg er meteen beelden bij. Aanvankelijk mocht ik van mezelf niet aan de tekst komen, het zijn immers zijn teksten. Maar gaandeweg stopte ik er steeds meer van mezelf in en herschreef ik meer. Ik legde de oorspronkelijke verhalen ook weg en hield me aan mijn eigen interpretatie. Ik wilde ook dat het een Kriek-boek werd en niet een slaafse adaptatie. Het is echt een bewerking.’

Wat verstaat de stripmaker eigenlijk onder een Kriek-boek? ‘Dat er ook wat te lachen valt. Op de een of andere manier weet ik altijd een ironische toon te vinden, hoe serieus een onderwerp ook is. Ook in mijn illustratiewerk, trouwens. Het is mijn algemene visie op het leven. Je kunt toch niet alles serieus nemen? Dat is onmogelijk. Zo zou ik niet kunnen leven. Door er humor in te stoppen is het boek wel Lovecraft-light geworden. Ik denk ook dat heel veel hardcore fans het niet zullen accepteren. Die vinden het te licht, denk ik.’

Verstrippingen
Sinds Dick Matena een paar jaar geleden literaire klassiekers van Gerard Reeve en Jan Wolkers verstripte, zijn dergelijke stripadaptaties een trend geworden waar Krieks Lovecraft-project perfect in past. Los van zijn passie voor de Amerikaanse pulpauteur was de keuze voor Lovecraft ook ingegeven door commerciële motieven: ‘Ik had ook een obscure Slowaakse auteur kunnen kiezen. Of Ambrose Bierce, maar die kent helemaal niemand. Lovecraft heeft een grote cult following, dat maakt het voor een uitgever interessant. En ja, literatuurverstrippingen liggen goed in de markt. Ik zal toch verdomme niet twintig jaar lopen sappelen met mijn strips en dan nu niet op die wagen springen? Ik wil ook zo’n kloek, mooi boek. Ik wil ook wel eens iets maken wat goed verkoopt en goede recensies krijgt. Overigens vind ik verstripping een rotwoord. Dat klinkt altijd alsof je iets verscheurt, ik heb het altijd liever over bewerking tot strip.’

Het grote verschil tussen Krieks aanpak en die van Matena is wel, dat de laatste de tekst van de roman integraal in zijn werk opnam. Hierdoor vertellen beeld en tekst precies hetzelfde en worden de visuele aspecten van het medium genegeerd. ‘Voor Matena is de tekst heilig, maar waarom zou je er dan een strip van maken? Die bewerking van De avonden, daar is niet doorheen te komen. Eigenlijk heeft Matena het voor ons allemaal verpest, want hij heeft met zijn stripadaptaties een soort standaard gezet waar je aan moet voldoen om strips salonfähig te maken.’

Erik Kriek: Het onzienbare en andere verhalen H.P. Lovecraft
Oog & Blik/De Bezige Bij

Howard Phillips Lovecraft
De Amerikaanse schrijver Howard Phillips Lovecraft (1890 – 1937) leefde bijna zijn hele leven in Providence, Rhode Island. Een zonderlinge figuur en amateur-astroloog, die in zijn korte leven meer dan honderd macabere verhalen en enkele novelles schreef. Ook was hij een verwoed briefschrijver. Zijn werk verscheen in eerste instantie in pulp- en sciencefictiontijdschriften zoals Weird Tales, en kreeg vooral postuum bekendheid. Auteurs als Stephen King en Neil Gaiman lieten zich door Lovecraft inspireren. Ook liggen zijn verhalen aan de basis van veel strip- en filmbewerkingen. Toen Lovecraft twee jaar oud was, verloor zijn vader tijdens een acute paniekaanval zijn verstand en bracht de rest van zijn leven in een gesticht door. Lovecraft was atheïst en geloofde in de wetenschap. Misschien dat zijn verhalen daarom vooral lezen als wetenschappelijke verslagen vol bizarre voorvallen: wetenschappers zijn getuige van monsterlijkheden waardoor ze beseffen dat de wereld heel anders in elkaar steekt dan dat ze tot nu toe hadden gedacht.

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #12 (2012).

Zaterdag 24 maart signeert Erik in Lambiek vanaf 15.00 uur.

Categorieën
Strips

Colonel Baxter in Lambiek

Op vrijdag 23 maart vindt vanaf 17.30 in Galerie Lambiek de boekpresentatie plaats van Colonel Baxter’s Dutch Safari. Wim de Bie zal het eerste exemplaar uitreiken aan Baxter zelf.

Glen Baxter debuteerde in Nederland, bijna veertig jaar geleden bij uitgeverij De Harmonie, met de bundel Atlas. Inmiddels wordt zijn werk geëxposeerd in San Francisco, New York, Tokyo, Londen en Parijs, maar Nederland is altijd een favoriet onderwerp voor Baxter gebleven. Van tulpen tot haring en Rietveld tot Mondriaan, alle oer-Hollandse onderwerpen zijn te vinden in zijn absurdistische tekeningen, gebundeld in Colonel Baxter’s Dutch Safari.

Wim de Bie, die het voorwoord schreef voor Colonel Baxter’s Dutch Safari, zal het eerste exemplaar uitreiken aan Glen Baxter. Ook wordt voor deze gelegenheid een zeer gelimiteerd, door Colonel Baxter gesigneerd en genummerd prentje gepresenteerd, dat alleen te koop zal zijn op deze avond.

Interview
Recent interviewde ik Baxter
over zijn werk voor de VPRO Gids omdat er ook enkele van zijn tekeningen te zien waren tijdens de expositie A perfect day.

Lambiek, Kerkstraat 132, 1017 GP Amsterdam

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Lekker nerden in Edinburgh

Illustratie: Paul Stellingwerf

Een paar weken geleden verbleef ik samen met Paul in Edinburgh, haunted capital of the world. We waren daar om held Kevin Smith te bezoeken, maar ook om gewoon een paar dagen lekker de nerd uit te hangen. Aangezien Edinburgh vol ligt met kerkhoven en twee stripwinkels bezit, kwam dat wel goed.

Meer Edinburgh vind je hier.

De volgende aflevering van Daily Webhead staat gepland voor zondag 1 april en gaat waarschijnlijk Duivengebroed heten.

Categorieën
Striprecensie Strips

Expositie en smakelijke themabundel van Peter van Straaten

In samenwerking met het Persmuseum, Amsterdam, laat de tentoonstelling Peter van Straaten & Jo Spier: Virtuoze Tekenaars van het Nederlandse Leven werk zien van de bekende tekenaars Peter van Straaten (1935) en Jo Spier (1900-1978). Deze tentoonstelling is van 17 maart tot en met 17 juni 2012 te zien in het Stedelijk Museum Zutphen. Ook kwam er recent een nieuw album van Van Straaten uit: Heeft het gesmaakt?

31 maart zal er in Het Parool voor het laatst een cartoon staan van Peter van Straaten. Na 54 jaar houdt hij het voor gezien. Zijn eerst tekening stond op 26 juli 1958 in deze krant. Hij gaf in die krant aan de dagelijkse druk niet meer aan te kunnen. Niet zo gek natuurlijk, de cartoonist is inmiddels 76 jaar oud. Wel blijft hij voorlopig nog een stukje per week schrijven voor NRC Handelsblad. Voor Vrij Nederland maakt hij nog een politieke prent.

Expositie
Wie het werk van Peter eens van dicht bij wil bekijken, moet binnenkort naar Zutphen. Van Straaten heeft er nooit een geheim van gemaakt dat de, van oorsprong Zutphense, tekenaar/illustrator Jo Spier een van zijn grote voorbeelden is. In de tentoonstelling Peter van Straaten & Jo Spier: Virtuoze tekenaars van het Nederlandse leven zal een persoonlijke keuze van Van Straaten uit het werk van Spier te zien zijn, met daar tegenover vergelijkbaar werk van hemzelf. Zo zal ook het publiek kunnen constateren dat er een duidelijke verwantschap bestaat tussen de beide kunstenaars.

Portretten, politiek, maatschappij, kunst en cultuur, stad en platteland zijn thema’s die beide kunstenaars tot inspiratie hebben gediend. Ook vrij werk en uniek en veelal onbekend jeugdwerk van beide tekenaars zal in de tentoonstelling te zien zijn. Bij de tentoonstelling komt er een kleine publicatie over Peter van Straaten en Jo Spier en is te koop voor € 5,00 in de museumwinkel. De tentoonstelling zal in de zomer van 2012 ook in het Persmuseum te zien zijn.

Stedelijk Museum Zutphen
Rozengracht 3
Openingstijden: dinsdag t/m zondag: 11.00 – 17.00 uur

Heeft het gesmaakt? is de pakkende titel van alweer het zesde deel uit de serie themaboeken van Peter van Straaten. De bundel bevat een interessante selectie cartoons over de gevaren en de geneugten van het uit eten gaan. De restaurants van Van Straaten worden getypeerd door grofgebekte obers, dubieuze maaltijden en kieskeurige eters.

Van Straaten is een cartoonist die bij uitstek de menselijke aard weet weer te geven. In zijn universum zijn de opmerkingen die aan tafel worden uitgesproken, vaak net zo scherp als de messen die erop liggen. Wat dat betreft leren we de mens, en onze partners en vrienden, pas goed kennen tijdens het avondmaal.

Van Straaten tekent zoals altijd trefzeker: van het verschrikte gezicht van een oudere man die vanachter de menukaart vandaan komt en wanhopig aan zijn vrouw vraagt: ‘Hoe is jouw Frans?’ tot en met de wat stevige echtgenoot die verwijtend tegen zijn veel te magere vrouw zegt: ‘Jij zeker weer eeen héél klein voorgerechtje?’.

De beste cartoon uit de bundel vind ik die van de ober die een bord eten dicht bij zijn neus houdt terwijl de twee gasten hem boos aankijken. De ober: ‘Nou bedorven…, bedorven… Overdrijven we niet een beetje?’ In dat restaurant hebben we allemaal wel eens gegeten.

Overigens heeft Van Straaten, net als in eerdere bundels, de neiging om zo nu en dan te varieren op dezelfde soort grappen: anorexia-vrouwen, vies eten en onbeschofte obers komen dan ook veelvuldig voorbij. Wat dat betreft had de samensteller wat meer variatie in het menu mogen brengen.

Een smakelijke bundel cartoons om kado te doen of zelf plezierig van te peuzelen.

Peter van Straaten – Heeft het gesmaakt?
De Harmonie, € 14,90

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Laat die bassen beuken, Bruno!

De Franse stripmaker Baru (pseudoniem van Hervé Barulea) heeft wederom een zeer amusante strip vol vaart afgeleverd.

Laat die bassen beuken, Bruno! begint in een klein Afrikaans dorp waar de jonge voetballer Slimane droomt van een profcarrière. Hij reist illegaal naar Frankrijk waar hij van het ene zwarte baantje in het andere terechtkomt totdat zijn leven verstrikt raakt met die van een stel gangsters op leeftijd. De drie bevriende oude knarren willen nog één keer een grote slag slaan en laten zich in met Zizou. Deze jonge, ambitieuze misdadiger is natuurlijk niet te vertrouwen en probeert de heren te belazeren.

Zizou is een naar ventje dat zonder met zijn ogen te knipperen familieleden omlegt als het moet.

Baru staat bekend om de maatschappijkritiek in zijn strips. Dat is in deze strip van ondergeschikt belang, maar speelt wel een rol in het leven van de jonge Afrikaanse voetballer.

Als vakkundig stripmaker heeft Baru de acteursregie perfect in de vingers. Ik heb vooral genoten van de mooie karakterkoppen die hij tekent: ze zijn een tikje karikaturaal, maar zeer sprekend.

Slapstick
Dat karikaturale slaat namelijk ook op de stereotype gangsters die de stripmaker gecast heeft: de handlangers van Zizou zijn stuk voor stuk uit dom hout gesneden, wat natuurlijk menig grappig moment oplevert. Door hun domheid wordt een op zich simpel klusje, namelijk het terugstelen van de buit uit de handen van een paar bejaarde gangsters, een opeenstapeling van slapstickachtige taferelen.

Door de slapstick heb je als lezer niet het gevoel dat er werkelijk iets op het spel staat, noch dat er echt gevaar uitgaat van deze boeven. Hierdoor wordt het nergens echt spannend, maar door de vakkundige vertelling in een welhaast een gemoedelijke toon, heeft Baru met Laat die bassen beuken, Bruno, vooral een vermakelijk misdaadverhaal afgeleverd. Een smakelijk tussendoortje.

Mooie karakterkoppen.

Baru – Laat die bassen beuken, Bruno!
Sherpa, € 24,95. Eerder verscheen bij Sherpa van Baru Vluchtweg naar de zon.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Op de tekentafel van Erik Kriek

Van stripmaker/illustrator Erik Kriek komt half maart een striproman uit waarin vijf bewerkingen van H.P. Lovecraft verhalen staan. Het onzienbare, en andere verhalen van H.P. Lovecraft heet het boek dat bij Oog & Blik/De Bezige Bij zal verschijnen. Ik interviewde Kriek recent voor de VPRO Gids hierover. Ook nam ik deze video op waarin Kriek vertelt hoe hij een strippagina maakt en waarom strips maken significant moeilijker is dan illustreren.

Daily Webhead
Dit gesprek met Kriek is de eerste aflevering van een nieuwe reeks Daily Webhead-video’s. Een serie korte webvideo’s over verschillende onderwerpen: interviews met stripmakers, bloggers en andere creatieven. Maar ook episodes met meer persoonlijke verhalen. Zo was ik recent in Edinburgh samen met Paul, dus daar komt nog een videoverslag van vergelijkbaar met Lekker nerden in Londen.

De planning is nu dat de video’s om de week op zondag online komen, dus verwacht de volgende op 18 maart. De muziek is wederom gecomponeerd door blogwonder Marco Raaphorst.

Kriek
Het gesprek met Erik Kriek verliep heel informeel. Nadat ‘het echte werk’ er op zat, het interview voor de VPRO Gids, pakte ik mijn camera en stelde Erik voor de vuist weg enkele vragen. Ik vind het zelf altijd erg boeiend om te horen hoe creatievelingen hun dingen maken en stripmakers in het bijzonder.

Overigens keert Kriek binnenkort nog terug in een nieuwe aflevering, dan vertelt hij over zijn creatie Gutsman.

Categorieën
Strips

Charles Burns: Puberen in de Twilight Zone

De Amerikaanse stripmaker Charles Burns werkt al jaren aan een somber, nachtmerrieachtig universum. Zijn werk schittert in een retrospectief in Leuven. ‘Ik probeer eerlijk te zijn en weer te geven wat ik zie, denk en voel.’

In de meesterlijke striproman Black Hole van Charles Burns (Washington, 1955) raken tieners besmet met een seksueel overdraagbare ziekte die lichamelijke afwijkingen veroorzaakt, zoals een mond in de nek, vergroeiingen in de rug of een staart. De meeste besmette tieners leven als verschoppelingen in het bos en proberen er het beste van te maken. Volgens Burns is de puberteit als een ziekte: de één groeit erover heen, de ander blijft er eeuwig in hangen. In de wereld van Burns kent deze periode daarom veel horrorachtige elementen, het is alsof je in de Twilight Zone pubert.

‘Misschien heb ik die tijd ook wel zo beleefd. Vrienden van mij hebben hetzelfde ondergaan als ik. Ze verkopen nu vastgoed en zijn gelukkig, dus misschien ligt het aan mij,’ zegt de stripmaker lachend. ‘Ik vind de puberteit een belangrijke periode. Ik word aangetrokken door de intensiteit van je emoties en van de transformaties die je fysiek en mentaal doormaakt.’

Fragment uit ‘Black Hole’


Opgroeien

Burns’ jeugd blijkt een eindeloze bron van inspiratie voor hem te zijn. De stripmaker groeit in zijn werk langzaam op, men zou bijna kunnen spreken van surrealistische memoires. ‘In de loop der jaren heb ik verschillende leeftijden behandeld in mijn strips. De verhalen over Big Baby, de bijnaam van het jongetje Tony wiens hoofd veel lijkt op dat van een ruimtewezen, gaan over opgroeien in de vroege jaren zestig. Black Hole neemt me de middelbare school in. Ik wilde de personages in de wereld plaatsen die ik kende van mijn jeugd in de vroege jaren zeventig, toen ik opgroeide in Seattle. De drie boeken waar ik nu aan werk beginnen in de late jaren zeventig en het punktijdperk. Ik maak altijd de grap dat ik tegen de tijd van mijn sterfbed aan het schrijven over mijn midlifecrisis toe ben.’

Sombere visie
Naast strips maakt Burns ook commercieel werk: al jaren tekent hij de omslagen voor het literaire tijdschrift The Believer, maakt hij illustraties, advertenties en platenhoezen. Hij brak begin jaren tachtig door met strips in het avant-gardistische striptijdschrift RAW. In Museum M te Leuven is nu een retrospectief van zijn tekeningen en illustraties te zien. ‘Veel mensen die de expositie zien realiseren zich dat mijn obsessies en visie, wat die ook mogen zijn, vanaf het begin al aanwezig waren. Er zitten geen radicale veranderingen in mijn werk, alleen subtiele. Over het algemeen is het allemaal heel herkenbaar.’

Het universum van Burns kenmerkt zich door een sombere visie op de mensheid. ‘Dat is deel van mijn DNA, deel van wie ik ben,’ bekent de stripmaker. ‘Ik probeer eerlijk te zijn en weer te geven wat ik zie, denk en voel. ‘Het is niet een compleet zwart beeld van de wereld, ik ervaar niet overal walging of afkeer bij, maar sommige van die dingen komen wel aan de oppervlakte als ik aan het werk ben.’

De beroemde platenhoes die Burns maakte voor Iggy Pop

Body horror
De strips van Burns zijn vaak gecompliceerde vertellingen vol symboliek, vertelt vanuit meerdere perspectieven. Ze kennen een ingewikkelde narratieve structuur met flashbacks en flashforwards. De verhalen roepen associaties op met het surrealisme in de films van David Lynch en de body horror van regisseur David Cronenberg: ‘Met hen word ik het vaakst vergeleken. Er zijn ook zeker overeenkomsten tussen hun werk en het mijne. Toch zijn ze geen inspiratiebronnen voor me, want Lynch en Cronenberg kende ik niet toen ik jong was. Invloeden zijn voor mij dingen waar ik als kind aandachtig naar keek, stripmakers wiens werk ik natekende en die ik probeerde te evenaren. Zoals Saul Steinberg die in complexe en fantastische lijnen cartoons voor The New Yorker tekende. Een directere invloed in verband met wat ik nu maak is Harvey Kurtzman. Toen ik nog erg jong was keek ik naar Kurtzmans Mad Comics, niet te verwarren met het latere magazine zoals dat nog steeds wordt uitgeven. Mad Comics kwamen oorspronkelijk uit als een comic in de jaren vijftig, mijn vader had er zwart-witte heruitgaven van.’

Zelfportret
Om de vooroordelen omtrent zijn inspiratiebronnen tegen te spreken, staat in de expositie een muur volgehangen met honderd boekomslagen. ‘Het zijn boeken uit mijn boekenkast. Op een bepaalde manier is het een soort van zelfportret. De algemene aanname is namelijk dat ik alleen maar Amerikaanse horrorcomics uit de jaren vijftig en zestig ken, en ik wilde laten zien dat de reikwijdte van waar ik mee ben opgegroeid veel groter is dan dat.’

Burns nieuwste project wordt een trilogie, waarvan het eerste deel in 2010 verscheen: X’ed Out. De titel refereert volgens Burns naar twee zaken in het verhaal. De tiener Doug, die gewond en ziek het bed houdt, probeert de inname van zijn medicijnen te minderen. Hij heeft een schema gemaakt van het aantal dagen dat hij nog moet slikken en streept deze door, als een gevangene die de dagen tot zijn vrijlating bijhoudt. De andere verwijzing is naar de punkcultuur: de punks sloten zichzelf buiten de maatschappij en zetten als het ware een kruis door hun participatie daaraan.

Kuifje
Een belangrijke inspiratiebron zijn de strips van Hergé, geestelijk vader van Kuifje en uitvinder van de ‘klare lijn’-stijl. ‘Een groot deel van mijn kindertijd moest ik mezelf vermaken en dat deed ik door te tekenen en strips te lezen. Nog voordat ik kon lezen kreeg ik Kuifje-albums van mijn vader en werd verliefd op ze. Ze maakten grote indruk op mij.’ In X’ed Out zijn de invloeden van Hergé duidelijk terug te zien in de tekeningen: hoofdpersoon Doug lijkt in zijn dromen op een popartversie van Hergés held maar dan met een zwart kuifje haar. ‘Uiteindelijk hebben het verhaal, de personages en wat ik wil vertellen niets te maken met de wereld van Kuifje of die van Hergé, maar de beeldtaal en misschien ook de sfeer die ik als kind tot me genomen heb, komen er nu op deze manier uit.’

Charles Burns: Zwart gat (oorspr. Black Hole en X (oorspr. X’ed Out)
Oog & Blik/De Bezige Bij

Charles Burns in Museum M in Leuven te zien tot en met 11 maart.

Dit artikel is in VPRO Gids #9 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Fokke & Sukke bundelen juridische grappen

Fokke & Sukke aan de balie ligt vanaf 1 maart in de winkels. Het is het tweede deel van de luxe reeks van Fokke & Sukke, waarin cartoons rond een thema zijn gebundeld. In deze bundel staan de beste cartoons die iets met juridische kwesties te maken hebben.

‘Geschikt voor iedereen met enige belangstelling voor juridische kwesties. Zelfs advocaten,’ aldus Uitgeverij Catullus.

En nu ik toch reclame aan het maken ben voor Fokke & Sukke: De scheurkalender 2013 ligt eind augustus in de winkel. Maar dat duurt dus nog wel even. Voorlopig moet je het dus doen met de bundel Aan de balie. Je kunt natuurlijk ook de oude bundels van het duo weer eens uit de kast pakken… of het prachtige album Prelude over de geschiedenis van dit komische stripduo.