Categorieën
Film Strips

De toekomst volgens Moebius in de Melkweg

In de maand september brengt Melkweg Cinema een hommage aan striplegende Jean Giraud alias Moebius, die maart dit jaar overleed.

De invloed van stripmakers reikt soms verder dan het witte papier. Dat geldt zeker voor de eigenzinnige Franse stripmaker en kunstenaar Jean Giraud die niet alleen collega’s inspireerde, maar wiens unieke grafische werk vol exorbitante universa en futuristische decors ook filmmakers beïnvloedde.

Onder het pseudoniem Moebius tekende hij surreële en inventieve sciencefictionstrips als De Incal en Arzach, waarin het heldere kleurgebruik, de rijke verbeelding en het gevoel voor humor en relativering opvallen. Deze strips maakten indruk op filmmakers, waardoor Giraud vaak gevraagd werd als decorontwerper en storyboardtekenaar.

Samen met onder andere H.R. Giger was hij verantwoordelijk voor de look van de klassieker Alien van Ridley Scott: uit Girauds pen vloeiden ondermeer de afwijkende en logge ruimtepakken. Ook in de bizarre cyberwereld van Tron en met name in de uitbundige vormgeving van The Fifth Element herkennen we zijn hand. Moebius en geestverwant Jean-Claude Mézières werkten als artdirectors aan de sciencefictionfilm van Luc Besson waarin een kleurrijke visie van toekomstig New York te zien is, met taxi’s die tussen eindeloos hoge gebouwen vliegen en waar op verschillende niveaus trottoirs als bruggen de bouwwerken verbinden.

Als Moebius hanteerde Giraud een surrealistische, expressieve stijl, maar onder zijn eigen naam tekende hij realistisch. In 1963 brak hij internationaal door als tekenaar van de naturalistische westernreeks Blueberry. De titelheld evolueerde van held naar antiheld, een non-conformistische cowboy die zich uiteindelijk zou scharen bij de Indianen. In 2004 maakte Jan Kounen een atypische verfilming van de strip, een mengsel van western en drugsfilm.


In maart dit jaar stierf Giraud op 73-jarige leeftijd aan kanker, daarom brengt Melkweg Cinema van 8 tot 26 september hommage aan de striplegende door bovenstaande films en documentaires over zijn leven en werk te vertonen. Ook zijn er twee producties van filosoof en filmmaker Alejandro Jodorowski waarmee Giraud veel samenwerkte te zien en Thru the Moebius strip, een intergalactische versie van het sprookje van Jaap en de bonenstaak, gebaseerd op de waanzinnige striptekeningen van Giraud. Sommige films van In Focus: Jean ‘Moebius’ Giraud worden ingeleid door stripmakers, waaronder Typex, Jan Cleijne en Tonio van Vugt.

Voor het volledige programma zie: melkweg.nl.

Dit artikel is in NRC Handelsblad van 6 september gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Dit weekend: Stripfestival Breda


Dit weekend vindt er weer een editie plaats van Stripfestival Breda, in – je raadt het al – Breda. Wat je er allemaal kunt doen, welke stripmakers er komen en wat Joost Swarte er doet, kun je allemaal op de site van het festival lezen.

Een tipje van de sluier: er zijn een paar buitenlandse stripmakers aanwezig in Breda, onder andere Eisner Award-winnaar Cameron Stewart en Dan Brereton. (Zie hier de lijst voor alle aanwezige stripmakers en uitgeverijen.) Ook vindt er weer een kunstripbeurs plaats en op zaterdagavond presenteert Zone 5300 i.s.m. Stichting IDFX (BUT Film Festival) en Electron een But-Zone-Graphic AND-feest.

Categorieën
Strips

50 jaar Spider-Man: De evolutie van een Webhoofd

Al vijftig jaar geniet Spider-Man een enorme populariteit die verder reikt dan het stripminnend publiek. Hoe hebben de schrijvers van Marvel Comics hem al die jaren bij de tijd en relevant gehouden? En konden ze zelf de échte held nog van zijn klonen onderscheiden?

Begin juli kwam The Amazing Spider-Man van Marc Webb uit in de bioscoop, een hervertelling van de oorsprong van Spider-Man. Het filmverhaal is grotendeels gebaseerd op de ‘Ultimate’ comics-lijn: in 2000 besloot uitgeverij Marvel Comics het webhoofd een nieuwe start te geven en het ingewikkelde web van jarenlange continuïteit door te snijden. Een verse, moderne versie van Peter Parker werd bedacht en geschreven door Brian Michael Bendis en voor het merendeel getekend door Mark Bagley. Ultimate Spider-Man luidde een alternatieve versie van het Marvel universum in en is een geslaagde poging van de uitgever om het webhoofd een frisse start te geven en om jonge lezers aan te spreken. Dat valt namelijk niet altijd mee als je decennia lang verhalen over dezelfde held vertelt die langzaam ouder wordt.

In principe kennen de verhalen in het Marvel universum een doorlopende continuïteit: wat in de jaren zestig gebeurde, is onderdeel van Spider-Mans geschiedenis anno nu.
Alle voorgaande strips vormen de achtergrond voor huidige ontwikkelingen. Lastig voor de schrijvers die daar rekening mee moeten houden. En de lezer heeft bijna encyclopedische kennis nodig om alle verhaallijnen bij te houden.

Geboorte van Spider-Man
Spider-Man zag in 1962 het licht in de comic Amazing Fantasy #15 en is het geesteskind van striplegende Stan Lee en tekenaar Steve Ditko. In dit korte verhaal van 11 pagina’s maken we voor het eerst kennis met Peter Parker. Een slimme jongen die niet populair is bij zijn klasgenoten en dikwijls wordt gepest door Flash Thompson. Peter is wees en wordt liefdevol opgevoed door zijn oom Ben en tante May. Wanneer de tiener wordt gebeten door een radioactieve spin verandert zijn leven voorgoed: hij bezit de evenredige kracht en snelheid van het achtpotige beestje, kan aan muren kleven en heeft een instinct dat hem waarschuwt voor gevaar. Peter besluit zijn superkrachten te gebruiken om er zelf beter van te worden. Hij bedenkt de identiteit Spider-Man en ontwikkelt zijn eigen webvloeistof en bijbehorende webschieters.

Al snel is Spider-Man een succes in de showbizzwereld. Na een van zijn televisieoptredens wordt een dief achtervolgd door een bewaker. De schurk rent rakelings langs Spider-Man, maar die steekt geen poot uit en laat hem ontsnappen. Een televisiester heeft immers wat anders aan zijn hoofd dan het vangen van boeven. Wanneer Peter een paar weken later thuiskomt, blijkt dat een inbreker oom Ben heeft vermoord. Peter trekt zijn kostuum aan om de schurk in te rekenen en ontdekt dat de inbreker dezelfde dief is die hij eerder had kunnen tegenhouden. Als Peter toen iets minder egoïstisch was geweest, had zijn oom nog geleefd. Onze held heeft een zeer wijze levensles geleerd: het bezit van grote kracht gaat gepaard met grote verantwoordelijkheden. Vanaf nu zal Spider-Man die verantwoordelijkheid serieus nemen.

Schuldgevoel
Deze ogenschijnlijke simpele moraal is al vijftig jaar de ruggengraat van het Spider-Man-concept. Iedere keer als Parker de brui wil geven aan zijn heldenactiviteiten, wordt hij op de een of andere manier weer aan dit credo en zijn dode oom herinnert. Het schuldgevoel blijft zwaar wegen bij Parker, het maakt hem een meer menselijke held.

Spider-Man is daarom het beste voorbeeld van de nieuwe soort superheld die schrijver Stan Lee begin jaren zestig introduceerde. De helden van het Marvel universum zijn feilbaar en soms tragisch. Het zijn personages die zowel de strijd aan gaan met superschurken als met hun innerlijke demonen, helden die geplaagd worden door alledaagse problemen en wier superkrachten niet per se een zegen hoeft te zijn. Lee introduceerde dus een meer menselijke superheld. De teamleden van de Fantastic Four lagen bijvoorbeeld in het begin vaak met elkaar overhoop; Iron Man kampt al jaren met een drankprobleem; de Hulk is een onbegrepen monster.

Ook Peter Parkers leven gaat niet over rozen: aan superkrachten heb je niet zo veel om de huur te betalen, tenzij je banken gaat beroven natuurlijk. Zijn liefdesleven is dankzij Spider-Man vaak een puinhoop en in het begin van zijn carrière moest hij nog wel eens een gevecht voortijdig afbreken om zijn zieke tante haar medicijnen te bezorgen. In de verhalen gaat het dan ook niet om wie er deze aflevering een kopje kleiner gemaakt moet worden, de persoonlijke perikelen van de hoofdrolspelers staan centraal.

Fris aan het Spider-Man verhaal was het idee dat een tiener ook de held kon zijn en niet alleen de rol van sidekick hoefde te spelen. Parker was zelf de hoofdrolspeler in de strip en niet veel ouder dan de beoogde lezer die veel herkent in de sociale outcast, de boekenwurm die er naar verlangt geaccepteerd te worden. Interessant is dat Spider-Man in dit opzicht met dezelfde problemen worstelt als Peter, want het webhoofd is een buitenstaander die wordt gewantrouwd door het grote publiek.

Overigens blijven het natuurlijk wel fantastische avonturenverhalen met kleurrijke personages en schurken. Het hebben van spinnenkrachten zal een wensdroom zijn voor menig lezer. En met het ontwerp van Spider-Mans outfit sloeg tekenaar Steve Ditko de spijker op zijn kop. Ook dat verklaart deels het succes van Spidey.

Vrienden en familie

J. Jonah Jameson

Juist omdat het in de Spidey-verhalen meer gaat om de man achter het masker en er dus eigenlijk sprake is van soapverhalen, speelt de supporting cast een belangrijke rol. Vanaf het eerste uur waren daar J. Jonah Jameson, de sigarenkauwende hoofdredacteur en uitgever van de Daily Bugle die het webhoofd haat en Spider-Man foto’s koopt van Peter; zijn secretaresse Betty Brant die Peters eerste vriendinnetje zou worden; tante May en schoolgenoten als pestkop Flash Thompson en de mooie Liz Allan. Al snel kwamen daar nieuwe personages bij: Gwen Stacy, Peters eerste grote liefde die door de Green Goblin vermoord zou worden; Harry Osborn, zoon van de Goblin en later Peters beste vriend. En natuurlijk de prachtige Mary Jane Watson, feestbeest en ooit mevrouw Spider-Man.

In tegenstelling tot veel andere stripfiguren worden de Marvel-personages langzaam ouder. Peter haalde in Amazing Spider-Man #28 zijn middelbareschooldiploma en ging studeren. Hij verliet het ouderlijk huis en werd kamergenoot van Harry Osborn. Dat had te maken met het feit dat een deel van de lezers niet kinderen maar studenten bleken te zijn. Stan Lee wilde dat zijn held zoveel mogelijk aansloot bij de beoogde lezersgroep.

'De onthulling' van Mary Jane

Huwelijk
In de loop der jaren heeft Peter meerdere relaties gehad. Toch bleven Mary Jane en hij altijd een beetje om elkaar heen draaien. In de jaren tachtig bekende MJ dat ze al vanaf het begin wist dat Peter Spider-Man was, hierdoor ging hun relatie een diepere fase in. In 1987 leek het een logische stap om hen te laten trouwen. Dat gebeurde in Amazing Spider-Man Annual #21.

Een langzaam ouder wordende Peter Parker creëert een interessant spanningsveld: het spreekt de lezers aan die met Peter meegroeien, maar een te oude Spider-Man vervreemdt zich van de jonge lezers. Dat de personages zich ontwikkelen is noodzakelijk om nieuwe verhalen te kunnen bedenken en de reeks nieuwe impulsen te geven. Tante May is tegenwoordig getrouwd met de vader van J. Jonah Jameson en een stuk minder hulpbehoevend dan de versie uit de jaren zestig. De voormalige uitgever van de Bugle is nu de burgemeester van New York, maar zijn haat voor Spider-Man is er niet minder om geworden.

Toch mogen Peter, de supporting cast en hun omstandigheden niet te veel veranderen, om zo hun herkenbaarheid te behouden. In de basis moet het concept in tact blijven.
Dit dilemma heeft er voor gezorgd dat de mensen van Marvel op sommige momenten hebben geprobeerd om Peter weer terug naar zijn wortels te brengen. Vaak met rampzalige gevolgen.

Kloonfestijn
Hoewel Spider-Man meerdere kleine updates heeft gehad, zoals een nieuwe baan, nieuwe vriendin en een uitbreiding van zijn superkrachten, zijn er twee belangrijke grote veranderingen die bijzondere aandacht verdienen.

De Spider-Man-kloon Ben Reilly. Al bleek dat later toch weer gewoon Peter Parker te zijn. En toch weer niet.

In de jaren negentig vond de toenmalige hoofdredacteur van de Spider-Man-titels, Danny Fingeroth, dat Peter te veel was afgeweken van zijn wortels. Zijn huwelijk met Mary Jane zou hem te oud maken voor de beoogde jonge doelgroep. Ook was Peter niet meer de pechvogel die hij eerst was. Daarbij voelde de lange geschiedenis van Peter als een last voor de schrijvers. Ze wilden Spider-Man weer terugbrengen naar de versie uit de eerste verhalen gepubliceerd in de jaren zestig tot midden jaren zeventig, waarvan de meeste uit de pen kwamen van Stan Lee. Ze wilden terug naar de Peter Parker die altijd pech had, de Peter met een getroebleerd liefdesleven en geldproblemen en die minder ervaren was als superheld. De redacteuren van Marvel besloten om Parkers leven volledig op zijn kop te zetten en bedachten het volgende scenario.

Een doodgewaande kloon (uit een verhaal uit 1975) van Peter Parker kwam terug naar New York omdat tante May ernstig ziek was. Hij noemde zichzelf Ben Reilly en had jaren rondgezworven door Amerika. Niet veel later bleek dat Reilly eigenlijk Peter Parker was en dat de getrouwde held die we sinds midden jaren zeventig kenden een kopie bleek te zijn. Mary Jane was zwanger en samen met de kloon van Peter verhuisde ze naar Oregon om een nieuw leven te beginnen. Reilly zou als Spider-Man New York beschermen.

Marvel dacht Spider-Man zo een frisse start te geven, maar had geen rekening gehouden met het feit dat de meeste lezers waren begonnen te lezen na de verhalen van Stan Lee. Nu bleek opeens dat de Peter Parker die ze al twintig jaar volgden, niet de echte Spider-Man was. Daar waren ze niet blij mee. Daarom besloot Marvel de boel later weer om te draaien en te onthullen dat Ben Reilly toch de kloon was, en de in Portland wonende Peter Parker het enige echte webhoofd. Achter het bedrog zat niemand minder dan Norman Osborn, als de Green Goblin de belangrijkste vijand van Spider-Man.

De Green Goblin (Norman Osborn).

Osborns dood in de jaren zeventig (hij stierf vlak nadat hij Peters geliefde Gwen Stacy had vermoord) bleek toch niet zo permanent te zijn als verwacht. Een deus ex machina die zijn weerga in het Marvel universum niet kent en een noodzakelijke twist om de volledig ontspoorde Kloonsaga weer in goede banen te leiden. Osborn vermoordde Ben Reilly en Peter Parker werd weer Spider-Man. Mary Jane kreeg een miskraam. Tenminste dat liet Osborn haar denken, dus kon Peters leven weer doorgaan als voorheen. Maar niet voor lang.

Rumoerige scheiding
In de meest controversiële verhaallijnen tot nu toe, One More Day en Brand New Day, werd wederom een poging gedaan om Spider-Man te verjongen. In 2007 vond men bij Marvel dat Peter door zijn huwelijk te ver afstond van de lezers en claimden dat ze alle mogelijke verhalen wel hadden verteld over de getrouwde held.

Nadat Peter zich publiekelijk ontmaskerd had in de verhaallijn Civil War, kende iedere schurk de geheime identiteit van Spider-Man. Een kogel bedoeld voor Peter raakte tante May. Niemand in het Marvel universum kon haar leven redden. Daarom sluiten Peter en Mary Jane in Amazing Spider-Man # 545 een deal met de duivel Mephisto. In ruil voor het leven van tante May zou Mephisto op magische wijze het huwelijk tussen Peter en Mary Jane tenietdoen. De trouwerij had nooit plaatsgevonden.

Hierdoor was Peter Parker ongeveer teruggebracht tot het basisconcept: een vrijgezelle nerd met een leven vol problemen. Hij woonde zelfs weer even bij tante May in huis. Ook handig: de magische spreuk van Mephisto maakte Peters publieke ontmaskering ongedaan en bracht Harry Osborn terug uit de dood. Logisch, want Harry is bijna net zo belangrijk in de wereld van Peter Parker als tante May.
Uiteraard waren de fans niet blij met Parkers scheiding. Op YouTube zijn filmpjes te zien waarin fans hun ongezouten mening laten horen, mensen hun achterwerk afvegen met de betreffende strip en Joe Quesada, toen editor-in-chief en een van de breinen achter de veranderingen, uitschelden. Er werden zelfs comics in brand gestoken!

De gepassioneerde reacties van de fans is fascinerend, maar ook logisch: lezers leven jarenlang mee met hun held. Spider-Man en zijn supporting cast zijn als het ware oude bekenden. Je blijft de strips lezen omdat je nieuwsgierig bent naar hoe het met hen gaat.

We zijn inmiddels een paar jaar verder. Brand New Day gaf het leven van Spider-Man een nieuwe impuls. Er werden nieuwe schurken en personages geïntroduceerd. Al moet gezegd worden dat veel oude schurken tegenwoordig weer de boventoon voeren. Ook Mary Jane is inmiddels terug in Peters leven, hoewel niet als zijn geliefde. En ook nu zal Peter Parker weer ouder worden. Zolang Marvel zowel jonge, nieuwe lezers als de oudere fans wil blijven bedienen, zullen verjongingskuren in de toekomst noodzakelijk blijven, en op veel kritiek kunnen rekenen.

Dit artikel is gepubliceerd in Stripgids #30.

Categorieën
Bloggen Strips

Stripblog: Steun voor stripvrouwen

Twee jaar geleden sprak ik met Natasja van Loon over haar plannen om stripslezen onder vrouwen te promoten. Volgens Van Loon lezen veel te weinig vrouwen strips. Ik zal haar binnenkort eens vragen hoe het gaat met de campagne, ondertussen kwam ik vandaag op een tumblr-blog die de seksistische verbeelding van vrouwen in comics tegen wil gaan en zijn steun wil betuigen voor de strippersonages die het stereotype beeld van de rondborstige heldin, tegenspreekt.

Men reading women in comics blogden het volgende statement:

This Tumblr aims to debunk the myth that men aren’t interested in reading strong, diverse and interesting women in comics – either as characters or creators.

The Big Two (Marvel Comics en DC, MM) want you to believe that all we’re interested in are inflatable tits,talking ass, and seeing those things on the same body. At the same timeFacing in the same direction.

They also seem to think that when we’re not drooling over the impossibly alarming anatomy prevalent among our flagship heroines, we like nothing more than a right old sausage fest of chest-beating and willy-waving from both our testosterone-fuelled heroes and the men who write them.

Forgive them, they don’t seem to have checked us out in the last, I don’t know, 50 years or so.

Ook zouden de mannen graag meer vrouwen in de industrie aan het werk zien.

Hoe gaan ze actievoeren? Vandaag dinsdag 28 augustus is het Read Comics in Public Day en dus vragen de bloggers om jezelf op de foto te laten zetten terwijl je een van je favoriete stripheldinnen leest. Die foto’s worden dan weer op het blog gepost. Ook mag je erover twitteren of vloggen.

Nu ben ik het niet helemaal met de bloggers eens: Marvel en DC hebben in hun stal ook goed uitgewerkte en interessante vrouwenpersonages. Ik geef toe dat de meeste daarvan playboyproporties hebben, dat wel. Maar hetzelfde geldt ook voor de mannelijke personages: gespierde en overdreven geproportioneerde lichamen horen nu eenmaal bij het genre van de superheldencomic. Desalniettemin ben ik de beroerdste niet en ga ik ook graag op de foto met een van mijn favoriete heldinnen:

Ik ben immers voor boeiende strippersonages met psychologische diepgang, ongeacht hun geslacht.

Overigens had ik ook een strip als Spider-Girl kunnen lezen, of werk van Maaike Hartjes, Barbara Stok of Judith Vanistendael in mijn hand kunnen houden, maar die kennen onze Amerikaanse vrienden waarschijnlijk niet.

Check: Men reading women in comics.

 

Dit is de tweede aflevering van de nieuwe reeks Stripblog, waarin ik interessante blogs over strips onder de aandacht breng. Lees hier aflevering 1.

Categorieën
Mike's notities Strips

Hoe ik van mijn hobby mijn werk maakte

‘Wat in jouw persoonlijke leven heeft je werkveld beïnvloed en wat heeft het je gebracht?’ vraagt Karin Ramaker op haar blog. Haar post is een mooie gelegenheid om wat zaken voor mezelf op een rijtje te zetten.

Foto: Roos Manintveld

Mijn persoonlijke interesse in strips en beeldcultuur heeft mijn werkveld bepaald. Ik schrijf over strips, beeldcultuur en film, interview stripmakers en kunstenaars en maak video’s over hen. Maar dat ik daar uiteindelijk voor gekozen heb, lag niet voor de hand. Ooit wilde ik filmmaker worden. Ik heb audiovisuele media gestudeerd aan de HKU en filmwetenschap aan de UvA, met als bijstudie journalistiek. Op de HKU heb ik filmtechnieken geleerd; bij filmwetenschap heb ik geleerd de ziel en constructie van een film te analyseren. (En nog wat andere dingen, maar dat terzijde.) Allemaal kennis die ik ook toepas bij het analyseren van strips.

Na een jaar lesgeven aan de UvA ben ik gaan freelancen. Stukken schrijven voor verschillende media en later een tijdje in vaste dienst voor Intermediair – schrijven over arbeid en werk, een heel ander onderwerp dan waar mijn hart lag, maar een goede manier om mijn pen te oefenen. Toen ik uiteindelijk weer ging freelancen besloot ik me te richten op een specifiek thema om mezelf te onderscheiden van mijn collega’s. De keuze was toen snel gemaakt. Over welk onderwerp raak ik nooit uitgepraat, wat blijft me eindeloos fascineren en inspireren en wat lees ik het liefste? Kortom, waar hou ik me graag me bezig en wil ik alles over weten? Strips en beeldcultuur dus.

Mensen associëren mij nu met het beeldverhaal, of herkennen mij nu in ieder geval als ‘die gast die over strips schrijft’. En dat is handig.

Nu schreef ik naast mijn werk voor Intermediair al geregeld over strips voor stripbladen en websites, maar toen ik me daarop ben gaan concentreren, werd niet alleen de frequentie groter, maar kreeg mijn identiteit als journalist ook een duidelijker vorm. Ik ben stripjournalist, zoals Dione de Graaff sportjournalist is. Mensen associëren mij nu met het beeldverhaal, of herkennen mij nu in ieder geval als ‘die gast die over strips schrijft’. En dat is handig.

Schoenmaker…
Nederland kent niet veel stripjournalisten. Goed, er zijn genoeg boekrecensenten die er af en toe een graphic novel bij doen, maar dat is net zo iets als een theaterrecensent een voetbalwedstrijd laten verslaan. Dat moet je niet willen.

Ook het bloggen heeft een grote invloed op mijn werkveld uitgeoefend. Ik heb het bloggen ontdekt in 2006. Daarvoor schreef ik al voor sites, maar af en toe een stukje inleveren of zelf bijna dagelijks een website runnen is heel andere koek. De kennis die ik vergaarde door het bloggen heb ik kunnen toepassen in mijn werk voor Intermediair, waar ik twee maanden na de geboorte van mijn blog begon te werken. Om de site IntermediairForward.nl te bestieren kwam kwam al die html- en SEO-kennis goed van pas.

In de loop der tijd is het bloggen heel belangrijk geworden voor mijn werk, mijn creativiteit en mijn persoonlijk leven. Ik heb veel nieuwe mensen ontmoet door het bloggen en daar zijn een paar dierbare vriendschappen uit ontstaan. Mensen die ik zonder het web en onze activiteiten daarop nooit had ontmoet waarschijnlijk.

Werkhobby
Mijn persoonlijke interesses zijn dus bepalend geweest voor mijn werkveld. Daarmee prijs ik mij gelukkig, want er is bijna niets leukers dan te mogen schrijven over zaken die je echt interesseren.

Al heeft dit natuurlijk ook een schaduwzijde: wie van zijn hobby zijn werk maakt, heeft geen hobby meer. Met andere woorden: alles wat ik te weten kom over strips, alles wat ik verneem uit de stripwereld, ieder bezoekje aan de stripwinkel, ieder beeldverhaal dat ik onder ogen krijg, is werk. Kan ik er iets mee? En zo ja, wie bied ik dit artikel aan? Zelfs als ik strips voor de lol lees, zoals de bundel Fantastic Four-verhalen van John Byrne in de Marvel Visionaries-reeks die ik nu aan het lezen ben, zit mijn brein te pruttelen op een artikel of blogpost hierover. Mijn werkveld heeft dus ook mijn persoonlijk leven sterk beïnvloed.

Toch, dat nadeel weegt niet op tegen de voordelen van schrijven over je passie en interesses. Het is een kwestie van doseren en op gepaste tijden de werkknop even uitdraaien.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Hallie Lama en de toekomst

Het tweede deel van het interview met Hallie Lama. Hallie praat over zijn toekomstplannen, hoe hij zichzelf blijft vernieuwen als cartoonist en hoe het zit met de vrouwen in zijn universum. Met een gastoptreden van The Beatles. Nuff Said.

De muziek in deze Daily Webhead is weer als vanouds van Marco Raaphorst.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Filmrecensie: The Amazing Spider-Man

Regisseur Marc Webb biedt een frisse kijk op de mythe van Spider-Man, maar dit avontuur steekt niet overal even perfect in elkaar.


Als je dan toch na vijf jaar al een filmreeks gaat rebooten en je ook weer de oorsprong van Spider-Man uit de doeken doet, moet je het radicaal anders aanpakken dan je voorganger. Niemand zit immers te wachten op een herhalingsoefening. Die boodschap moet regisseur Marc Webb in zijn achterhoofd hebben gehouden toen hij aan The Amazing Spider-Man begon. Zijn Spider-Man is duisterder dan die van Sam Raimi: geen sprookjesachtige shots van New York tijdens magic hour, nee, nachtscènes waarin het Webhoofd letterlijk in de schijnwerpers van de politie staat die jacht op hem maakt. Het is allemaal wat ruiger: Peter Parker wordt op het schoolplein hard in elkaar geschopt door Flash Thompson, de politie weet het Webhoofd met scherp te raken en behalve oom Ben valt er nog een ander dodelijk slachtoffer in de privé-sfeer.

Webb houdt een aardige balans tussen de emoties, actie en humor, waardoor de film ondanks de zware emotionele lading, niet te veel de emo kant op gaat.

In The Amazing Spider-Man treffen we een nerdy en geniale Peter Parker aan die in het laboratorium net zo op zijn plek is als op een skateboard. Hij is het buitenbeentje van de school, het favoriete slachtoffer van pestkop Flash Thompson. Maar zijn leven is niet volledig kommer en kwel: hij krijgt een relatie met de beeldschone klasgenoot Gwen Stacy die niet voor hem onderdoet qua intelligentie.

Jaren geleden is Peter bij zijn oom Ben en tante May gaan wonen. Zijn ouders waren hun leven niet meer zeker door het geheime project waar ze aan werkten. Wanneer Peter een mysterieuze koffer ontdekt die van zijn vader was, gaat hij op zoek naar de reden van de verdwijning van zijn ouders. Zo maakt hij kennis met Dr. Curt Conners, de voormalige partner van zijn vader die hun werk bij Oscorp heeft voortgezet. Daar wordt Peter ook gebeten door een bijzondere spin waardoor hij spinnenkrachten verwerft. Wanneer Conners door een van zijn experimenten verandert in een levensgrote hagedis, is het aan Peter Parker om hem tegen te houden.

Meer Ultimate dan Amazing
Meer zal ik niet van de plot verklappen, maar favoriete personages als J. Jonah Jameson, Mary Jane Watson of Harry Osborn, die allen prominent aanwezig waren in de trilogie van Raimi, ontbreken. Webb tapt uit een ander vaatje. Op de titelrol staat dan wel dat de film gebaseerd is op de Marvel comic Amazing Spider-Man door Stan Lee en Steve Ditko, Webb haalde de meeste mosterd uit de serie Ultimate Spider-Man van Brian Michael Bendis, die in 2000 moderne verhalen rondom de muurkruiper begon te vertellen. Sommige scènes zijn duidelijk geïnspireerd door die Ultimate-verhalen, ook wat betreft de sfeer van de film en het uiterlijk van Peter Parker moet ik bij The Amazing Spider-Man meer denken aan het schrijfwerk van Bendis dan dat van Lee. Niet zo gek ook, want zoals gezegd moesten ze het wel anders aanpakken om de reboot bestaansrecht te geven en waarom dan niet gebruik maken van de geüpdate versie van 12 jaar geleden? Maar los van het bronmateriaal hebben Marc Webb en de scenaristen hun eigen draai aan de wereld van Peter Parker gegeven en flink lopen sleutelen aan zijn oorsprong om er een goedlopend filmverhaal van te maken.

Verbetering
Het grote probleem van het oorspronkelijke Spider-Man-verhaal in Amazing Fantasy #15 (1962) is altijd de dood van oom Ben geweest. Doordat Peter een overvaller laat gaan omdat hij vindt dat dit niet zijn werk is, en die schurk later zijn geliefde oom vermoordt, leert hij dat het hebben van grote krachten gepaard gaat met een grote verantwoordelijkheid. Ik heb het echter altijd erg toevallig gevonden dat een schurk die eerst een televisiestudio overvalt een paar weken later inbreekt in het huis van de Parkers en daar Ben vermoordt. De scenaristen van de film hebben de dood van Ben en de overval op een meer logische wijze samengebracht.

De familie Parker.

The right men for the job
De casting van Andrew Garfield is voortreffelijk: hij zet een ontwapenende, eigentijdse Peter Parker neer. In tegenstelling tot Tobey Maguire weet hij overtuigend te huilen en aangezien het emogehalte van deze film behoorlijk hoog is, komt dat goed uit. Webb besteedt namelijk veel tijd aan de relatie tussen Peter en Gwen en de persoonlijke perikelen in het leven van Peter Parker. Niet onterecht natuurlijk, want daar draaien de Spider-Man verhalen doorgaans om.

Ook de casting van Martin Sheen als oom Ben is een schot in de roos. Juist omdat Ben relatief weinig screentijd heeft, is het fijn dat acteerveteraan Sheen met weinig een boeiend en warmhartig personage kan neerzetten. Ook over Emma Stone als beeldschone en slimme Gwen Stacy zal je mij niet horen klagen. En ook Dennis Leary is als inspecteur Stacy goed gecast en maakt indruk, al had ik graag wat meer van hem gezien.

Monsterlijk
De film gaat mank bij de schurk in het verhaal: Rhys Ifans zet een zeer menselijke Curt Conners neer. Ooit verloor hij deze wetenwschapper zijn rechter arm en hij hoopt deze terug te laten groeien door zijn genetische structuur met die van een hagedis te mengen waardoor hij in The Lizard veranderd. Deze monsterlijke verschijning weet niet te overtuigen en slaat een modder figuur. Daarbij ziet zijn kop, een vreemde mengeling van een hagedis en een menselijk gezicht, er niet uit. The Lizard kan niet tippen aan vorige schurken als Doctor Octopus, prachtig gestalte gegeven door Alfred Molina, noch aan Willem Dafoe die overtuigend de gespleten persoonlijkheid van Norman Osborn wist uit te drukken.

The Lizard in strip- en filmversie.

 

Slecht ontwerp
Webb heeft op sommige momenten in de film te veel haast: Peter steelt zijn web simpelweg van Oscorp, al ontwerpt hij de schieters wel zelf. Op een slapstickscène in de badkamer na, waarin Peter uit onwennigheid te veel kracht gebruikt en de kraan kapot trekt en de deurkruk al snel van de deur haalt, heeft Spidey wonderbaarlijk weinig moeite om een geoliede vechtmachine te worden. Iets meer oefening had de overgang van doorsnee nerd naar superheld geloofwaardiger gemaakt. Ook het Spider-Man-pak ziet er uit alsof men een ondoordachte, vlugge schets van de ontwerper heeft gebruikt. Waarom gaan rommelen aan een ontwerp dat al vijftig jaar prima dienst doet in de strips?

Aangezien het verhaal dat gesponnen is in deze film nogal wat losse eindjes bevat – de geschiedenis van Peters ouders is niet volledig uit de doeken gedaan, ook de moordenaar van oom Ben loopt nog vrij rond – mag een vervolg niet uitblijven.

Eindoordeel: The Amazing Spider-Man is een onderhoudende film die op de emotionele momenten meeslepend is, bevolkt wordt door een goede cast en strakke actiesequenties bevat. Helaas is de schurk minder boeiend en is het scenario op sommige punten wat slordig.

Te zien vanaf 28 juni in 3D en Imax 3D.

Voor de liefhebber: hier alvast een scène uit de film, waarin Spidey’s bijdehante humor goed naar voren komt:

Categorieën
Strips

50 jaar Spider-Man in Stripgids 30

Dat Spider-Man dit jaar Abraham ziet zal de vaste lezers van dit blog niet zijn ontgaan. Om de verjaardag van Peter Parker te vieren, mocht ik voor Stripgids een essay schrijven over mijn favoriete webhoofd. Hoe hebben de schrijvers en redacteuren van Marvel Spidey al die jaren relevant en bij de tijd gehouden? En waar ging het faliekant mis? Daar gaat mijn stuk over.

Maar het dertigste nummer van Stripgids bevat nog meer moois. Zoals uitgebreide interviews zijn er met onder meer Cyril Pedrosa (auteur van het bekroonde Portugal) en François Schuiten. Stripgids sprak ook met Matt Madden (auteur van Stijloefeningen) en laat Sam De Graeve aan het woord over strips en televisie. De cover is van Joost Swarte die dit jaar ook de Marten Toonderprijs in zijn handen krijgt gedrukt.

Cover door Joost Swarte.

Stripgids 30 luidt ook de start in van de nieuwe strip van Luc Cromheecke en Sti: Het Godvrrgeten Eiland. Stripwerk is er verder van Charlotte Dumortier, die in 2011 debuteerde met Murphy’s miserable space adventures. Meer nieuw bloed werd uitgenodigd aan ‘De tekentafel’: daar tonen Criva en Verhast hun work-in-progress voor het tweede deel van Jorikus Magnus.

In opdracht van het provinciaal bibliotheekcentrum Vrieselhof maakt Strip Turnhout het tweemaandelijkse gratis stripmagazine Stripgids, dat je vijf keer per jaar (tweemaandelijks, de zomermaanden uitgezonderd) verschijnt.

Nog geen abonnement? Dat is gelukkig snel te regelen. Het blad is in principe gratis verkrijgbaar op verschillende plekken in België, alleen striplezers in de Lage Landen betalen een klein bedrag aan verzendkosten. Zie hier voor meer informatie.

(Overigens is de site van Strip Turnhout een prima plek om het laatste stripnieuws mee te pakken.)

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Ze heten allemaal Mohammed

Strip is een visueel medium. Een slecht geschreven verhaal kan door fenomenaal tekenwerk toch nog een plezierige leeservaring zijn. Een goed geschreven verhaal dat getekend is door iemand die niet weet wat hij doet, is vanaf de eerste bladzijde gedoemd te mislukken. Daar kom je als lezer niet doorheen. Ze heten allemaal Mohammed van Jérôme Ruillier is om die reden onleesbaar.

In deze graphic novel staan de getuigenissen opgetekend van de eerste en tweede generatie Marokkaanse migranten die in Frankrijk zijn gaan wonen om een beter bestaan op te bouwen. Aan bod komen bijvoorbeeld de onmogelijkheid om hogerop te komen in een autofabriek en de problemen van kinderen die opgroeien als tweede generatie arbeidsmigranten. Allemaal goed bedoeld en het is interessant om de verhalen van migranten te vernemen, maar het tekenwerk is van zulke matige kwaliteit dat ik er niet doorheen kom.

Ruillier geeft de sprekers dierkoppen (Beren? Katten?) in plaats van gewone hoofden, net als Art Spiegelman die in de klassieke graphic novel Maus het overlevingsverhaal van zijn Poolse vader optekende en daarmee een prachtige striproman maakte over de ontberingen die de joden tijdens de holocaust moesten doorstaan. Spiegelman gebruikte diersoorten om de verschillende afkomst van mensen aan te geven. Hij tekende de Joden als muizen, de Duitsers als katten, de Amerikanen als honden en de Polen als varkens.

Waarom ik Maus noem in het kader van Ze heten allemaal Mohammed? De Marokkaanse auteur Abdelkader Benali vergelijkt in zijn voorwoord het boek van Ruillier zonder blikken of blozen met Maus en noemt Ze heten allemaal Mohammed: ‘een vertelling die in ambitie en opzet veel weg heeft van het beroemde Maus van Spiegelman en die het wat mij betreft qua uitvoering en intensiteit naar de kroon steekt.’ Ik vraag me af of Benali Maus goed gelezen heeft, want waar Spiegelman een tekenaar is die weet hoe hij visueel een verhaal moet vertellen, tekent Ruillier voornamelijk talking heads in een naïeve stijl die wegheeft van een driejarige die met zijn ogen dicht Nijntje probeert na te tekenen. De vertelling in Ze heten allemaal Mohammed wordt gedragen door de handgeschreven tekst die in het boek overheerst, niet door de tekeningen.

Ik denk dat Benali goede intenties verwart met vakmanschap.

Ruillier baseerde zijn boek op het werk van filmregisseur en politica Yamina Benguigui die vele immigranten interviewde voor haar film Mémoires d’immigrés. Ook zij is vol lof over Ruillier in haar voorwoord: ‘Omdat ik de capaciteiten van de graphic novel volledig serieus neem ben ik ervan overtuigd dat dit boek een stap in de goede richting is om dit fundamentele aspect van de Franse samenleving, de allochtonen, op een nieuwe manier een plaats te geven in het Franse bewustzijn.’ Fijn dat Benguigui de capaciteiten van de graphic novel serieus neemt, jammer alleen dat ik in de pagina’s die volgen nergens iets zie wat op een goede graphic novel lijkt. Na alle lofuitingen van Benali en Benguigui zijn de verwachtingen hooggespannen, maar wacht de lezer alleen nog maar teleurstelling.

Iemand die wel heel goed de menselijke ervaring in erbarmelijke omstandigheden weet te visualiseren is Joe Sacco die een reeks journalistieke strips maakte over oorlogsgebieden als de Gazastrook, Bosnië en Irak. Ik raad de lezer die geïnteresseerd is in dit genre strips dan ook van harte de boeken van Sacco en Spiegelman aan. Laat het broddelwerk van Ruillier maar links liggen.

Oog & Blik/De Bezige Bij
ISBN: 978 90 549 2357 2
Prijs: €29,90

Categorieën
Bloggen Strips

Stripblog: Alleen maar Daredevil

De liefde van mensen voor een bepaald strippersonage gaat soms ver, al levert dat anderen weer fijn leesvoer op. Zoals het blog van ene Robert die zichzelf heeft voorgenomen om de 500+ comics over Daredevil te lezen en over ieder deeltje te bloggen. Een echt waagstukje als je het mij vraagt.

Daredevil. Illustratie: David Mazzucchelli

Daredevil is een van de superhelden bedacht door Stan Lee (met medewerking van stripmaker Bill Everett). In het Marvel Universum is deze durfal een vreemde eend in de bijt: een blinde superheld wiens overige zintuigen extra versterkt zijn nadat hij een onbekende radioactieve lading over zich heen kreeg. Matt Murdock is overdag advocaat en ’s avonds vecht hij tegen de misdaad als de vigilante Daredevil. Tenminste, zo is het ooit begonnen. In de bijna vijftig jaar na zijn debuut heeft Murdock van alles meegemaakt.

Wil je precies weten wat? Dan is het blog van Robert de aangewezen plek om kennis te maken met ieder avontuur van deze held. In ieder geval tot nummer 338 dat hij als laatste beschreven heeft. Deze gedreven blogger heeft er dus nog heel wat te gaan.

Check The Matt Murdock Chronicles.

Categorieën
Strips

Wat wil jij in de honderdste Zone 5300 zien?

Tijdens de stripdagen Haarlem verscheen het nieuwste nummer van Zone 5300 met daarin speciale aandacht voor zes Turkse stripmakers. In december verschijnt echter het HONDERDSTE NUMMER van dit tijdschrift gewijd aan strips, cultuur en curiosa.

Op de Facebookpagina van de Zone 5300 wordt aan de liefhebbers gevraagd wat zij graag in dit honderdste nummer zouden willen zien.

Alles is vooralsnog mogelijk, dus hou u niet in (alleen dat interview met Elvis zal wat moeilijk worden). Reageren maar!

De niet-faceboekers kunnen ook een mailtje naar de redactie sturen: info[at]zone5300.nl.

Geen idee wat Zone 5300 is of heb je zin in wat achtergrond? In 2009 interviewde ik Tonio van Vugt, mede-initiatiefnemer en co-hoofdredacteur, tijdens het 15-jarig bestaan van het blad.

Categorieën
Strips

Joost Swarte krijgt Marten Toonderprijs 2012

Dit bericht kreeg ik net binnen. Gefeliciteerd, Joost!

Striptekenaar (illustrator, architect en vormgever) Joost Swarte wint de Marten Toonderprijs 2012, de belangrijkste Nederlandse stripprijs. Swarte is de derde winnaar; de eerste winnaar, in 2010, was Jan Kruis, de tweede Peter Pontiac. De Marten Toonderprijs is een oeuvreprijs die wordt uitgereikt aan een striptekenaar die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan het beeldverhaal.

Er is niemand in Nederland die nog nooit een tekening van Joost Swarte heeft gezien. Hij gaf vorm aan postzegels, affiches, horloges, huizen, glas-in-loodramen en telefoonkaarten, voortdurend gebruikmakend van een zeer uitgesproken stripidioom. Hij combineert een grote inhoudelijke vrijheid met een traditionele en sterk grafische tekenstijl.

Joost Swarte muntte in 1976 de term ‘klare lijn’: een definitie die van toepassing is op zijn eigen opgeruimde stijl, maar die met terugwerkende kracht ook van toepassing bleek op Kuifje. De klare lijn is een internationaal begrip met Joost Swarte als een van zijn belangrijkste vertegenwoordigers. Swarte heeft in bijna heel Europa geëxposeerd – van Barcelona tot Groningen; van Angoulême tot Boedapest – , is gelauwerd en geridderd voor zijn oeuvre. Swarte (1947) studeerde industriële vormgeving in Eindhoven en begon zijn eigen blad Modern Papier. Hij tekende strips als Jopo de Pojo, Katoen + Pinbal en Anton Makassar. In januari 2012 verscheen de lang verwachte verzamelbundel Bijna Compleet.

Voor Vrij Nederland maakte hij de serie ‘Niet zo, maar zo’: tekeningen die een bedriegelijke logica hebben. De klare lijn leent zich ook uitzonderlijk goed voor illustraties. Swarte illustreerde Nescio’s drie novellen De uitvreter, Titaantjes en Dichtertje. Hij levert, onder andere, geregeld illustraties aan het prestigieuze weekblad The New Yorker. Voor datzelfde blad maakt hij de strip ‘We’ll Make It’. Hij was ook betrokken bij de opzet en inrichting van het Musée Hergé in Louvain-la-Neuve, was de initiatiefnemer van de Stripdagen Haarlem en medeoprichter van stripuitgeverij Oog & Blik. Eind 2012 verschijnt zijn nieuwe boek Niet zo, maar zo! Een handleiding voor eigentijds leven.

De jury van de Marten Toonderprijs bestond uit Vic van de Reijt, uitgever bij Nijgh en Van Ditmar, Mieke Gerritzen, directeur van het MOTI in Breda en striptekenaar Wasco, voorzitter van de jury was Gert Jan Pos, voormalig intendant strips van het Fonds BKVB dat inmiddels is gefuseerd tot Mondriaan Fonds. De prijs van €25.000 wordt beschikbaar gesteld door het Mondriaan Fonds en wordt op zaterdag 8 september uitgereikt in Breda tijdens het Stripfestival Breda. De prijs draagt bij aan de erkenning van de strip in Nederland.