Categorieën
Strips

Stripliefde: The Authority

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Tussen het lezen van The Authority door snijdt Luuk halloweenpompoenen .
Tussen het lezen van The Authority door snijdt Luuk halloweenpompoenen .

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Mijn naam is Luuk van Huët, ik ben 34 jaar oud en ik werk als schrijver, redacteur, vertaler en ik ben één van de oprichters en organisatoren van het KLIK! Amsterdam Animatie Festival: (obligate zelfpromotielink): http://www.klikamsterdam.nl/

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Er zijn belachelijk veel uitermate getalenteerde auteurs werkzaam in de stripwereld, maar als ik moet kiezen, dan valt de keuze op The Authority, een superheldenteam gecreëerd door Warren Ellis en Bryan Hitch. Naast Ellis hebben Mark Millar, Grant Morrison en Garth Ennis zich ook tegen The Authority aan bemoeid.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
The Authority is een titel waarin het superheldengenre tot een logische conclusie wordt gebracht: zeven mensen met superkrachten besluiten de wereld te verbeteren op zeer proactieve wijze: ze beginnen met het verslaan van maniakale superschurken, een invasie van buitenaardse wezens uit een parallel universum en God (een buitenaardse piramide die het zonnestelsel heeft geschapen en na een sabbatical van een paar miljard jaar de aarde wil zuiveren van ongedierte). Maar al snel krijgen ze het aan de stok met regeringen en plegen ze een coup: ze zetten de regering van de VS af en nemen de macht over.

The Authority schopt kont op meerdere niveaus: de personages zijn interessante variaties op bekende helden die daardoor een heel nieuwe kant verkennen: Apollo en the Midnighter zijn Superman en Batman, maar een stuk mededogenlozer en ze zijn ook nog eens een setje! The Engineer is een dame die haar bloed heeft ingeruild voor nanobots, een soort Iron Man met Extremis krachten. Jeroen Thornedike is The Doctor, een super-shamaan en tevens de enige Nederlandse superheld die je serieus kan nemen (al is hij een heroïne-junk).

Naast interessante personages is de thematiek van The Authority erg boeiend: alle goede bedoelingen in de wereld voorkomen niet dat wanneer de ambities verder reiken dan het beschermen van de aarde tegen superschurken en aliens, The Authority verworden tot een soort fascistoïde club die soldaten die tegen hun in de strijd worden gegooid ziet als collatoral damage. With great power comes great responsibility, en The Authority kan zoveel verantwoordelijkheid uiteindelijk niet aan. En passant veroorzaakt The Authority een soort Tea Party-reactie en worden ze tijdelijk vervangen door een door de G7 aangestelde groep superhelden die wel naar de pijpen van de macht willen dansen. En in The Authority zijn superhelden celebrities, wat ook nog de nodige complicaties met zich meebrengt, zoals wanneer The Doctor trouwt met een popster en daardoor in een lastige scheiding terecht komt.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Na Transmetropolitan was ik benieuwd naar ander werk van Ellis en na de eerste vier comics was ik verkocht. De eerste superschurk waar The Authority tegen vechten is Kaizen Gamorra, een Mandarin-achtige dictator met een eigen eilandstaat. The Midnighter weet het gevecht te beëindigen door het transdimensionale ruimteschip van The Authority bovenop het eiland en Kaizen te parkeren. The Authority is een soort intelligente blockbuster in comicvorm, vol met what-the-fuck momenten en met grootse ambities. Jammer genoeg is de titel inmiddels een beetje doodgebloed, maar de eerste drie volumes zijn zeker de moeite van het lezen waard.

The-Authority

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Strips

Elsje #7: Anatomie van een cover

Het bijdehante meisje Elsje is al jaren een graag geziene gast in stripblad Eppo en inmiddels kennen mensen het stripfiguurtje van Eric Hercules en Gerben Valkema ook over de grens, want Elsje is reeds vertaald in het Duits, Zweeds, Noors, Deens, Engels, Spaans en Catalaans. Er zijn zelfs Brabantse en Groningse edities van de strip.

In het Engels heet Elsje overigens Lizzy en in het Brabants Elske. De reguliere Elsje-albums komen uit bij Don Lawrence Collection, de speciale albums bij Complot, de eigen uitgeverij van Hercules en Valkema.

In november komt het zevende album uit getiteld: Gelukkig is nadenken iets voor als je later groot bent. Hieronder de ontstaansgeschiedenis van de cover van dit album getekend door Valkema:

elsje_schets1 elsje_schets2

elsje_schets3
elsje_lijnschets_3half

Valkema: ‘Hier werd het even spannend. Ik kleur de cover (ook al is ie nog in potlood) vaak halverwege even vlug in, om te zien of het kleurschema werkt. Eric en ik waren het allang eens over het beeld van Elsje met de vuurpijlen (leuk in combinatie met de titel), maar daar hoorde ook een doel bij: de maan. En een maan staat aan de hemel wanneer het donker is. We wilden echter ook weer eens een simpeler cover, met eventueel een wit font, maar dat ging dus niet lukken met een donkere lucht. Bovendien kwam de uitgever met de vraag of ie lekker fris mocht. Tja, daar sta je dan. Wit font, frisse kleuren, donkere lucht. Combineer dat maar eens. Tijdens een telefoongesprek met Eric viel ineens het kwartje. Bliksemsnel de hoorn op de haak gegooid en met photoshop een snelle edit gedaan: twee losse figuren met een verloopje. Het is kinderlijk eenvoudig, maar ineens klikte de cover. Ook vormgever Rudy Vrooman was meteen overtuigd, dus het was vanaf dat moment alleen nog maar uitwerken en op kleine dingetjes letten.’

elsje_schets4

elsje_schets5

elsje_schets6
Zie het subtiele verschil tussen het handje van GaitJan in de vorige versie.

Elsje-cover-inkt

Elsje-7-omslag
Het eindresultaat van alle noeste arbeid.

Hoe lang werkt Valkema eigenlijk aan zo’n cover. Met andere woorden: hoeveel kopjes koffie drinkt Gerben  voordat zo’n cover klaar is? ‘Ik heb niet zo opgelet, het gaat allemaal tussen de bedrijven door. Aan de documentdata te zien heb ik er twee weken aan gewerkt, maar bij elkaar is het denk ik anderhalve dag geweest. Valt mee, dat ging wel eens veel en veel langer…Euh, dus 5 kopjes per dag, dus dat is 7,5 kopje per cover.’

Valkema houdt zich in zijn vrije tijd bezig met Elsje te plaatsen in klassieke stripverhalen als Asterix. Heeft de stripmaker stiekem ambitie om de strip over de Galliërs in de toekomst over te gaan nemen? ‘Nee, die tekeningen hebben geen andere reden dan spielerij: de druk van de tekenketel halen door vreemde dingetjes te doen en oefenen met tekenen. Voor mijn eigen plezier, met als leuke bijwerking dat mensen het erg leuk vinden. Jaja, ik weet het, idioot veel werk om als hobby tussendoor te doen, maar ik ben nu eenmaal niet wijzer.’

Elsje en Asterix
Dit album zou ik graag eens lezen

Lees hier over de ontstaansgeschiedenis van Elsje.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Franka

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Rob met Franka.
Rob met Franka.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Mijn naam is Rob Lamping, 51 jaar uit Oudkarspel.
Ik werk met verstandelijk gehandicapten bij een grote instelling in Heerhugowaard. Ook heb ik een klein reisburo voor verstandelijk gehandicapten.
Rob Reizen, het logo is ooit gemaakt door Gerard Leever.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Ik ben een groot verzamelaar van het werk van Henk Kuijpers en Franka in het bijzonder. Ik probeer echt al zijn werk te verzamelen en soms kom je weer een heel
leuke item tegen. Zo kwam ik laatst drie Franka-boekjes tegen op rijstpapier uit China. Alle tekeningen in deze boekjes zijn over getrokken en soms is er wat extra bijgetekend. Waarschijnlijk vreselijk illegaal, maar erg leuk voor een verzamelaar.

Verzamelen gaat soms heel ver, zo heb ik alle Deense, Franse, Duitse, Spaanse, Catelaanse, Noorse, Zweedse strips die verschenen zijn. Ik heb er zelfs een Franka site gemaakt, waarop je kan zien wat Henk allemaal gemaakt heeft: Franka Place. Zelfs Henk Kuijpers gebruikt deze site als naslagwerk, wat natuurlijk erg
leuk was om te horen.

Waarom is dit je favoriete strip? Wat vind je er zo goed aan?
Franka-verhalen zijn altijd spannend, leuk en de tekeningen zijn zoooooo mooi. Het is prachtig om te zien hoeveel werk Henk er van maakt om de tekeningen zo realistisch over te laten komen. De luxe edities geven daarvan altijd een goed overzicht.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Franka-verhalen lezen deed ik al vanaf de eerste strip uit 1976 Het misdaadmuseum. Echt alles ervan verzamelen ben ik vanaf 1985 gaan doen.
De verhalen werden steeds beter. Mijn favoriete verhalen zijn De tanden van de draak en De ondergang van de donderdraak.

Franka in 't Chinees.
Franka in ’t Chinees.

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Opgesloten in de gekkenzaal

cover_spec_spider_133

Bovenstaande cover van Peter Parker, the Spectacular Spider-Man #133 is gemaakt door Bill Sienkiewicz. Voor de tekening heeft hij zich laten inspireren door het werk van de Oostenrijkse expressionistische schilder Egon Schiele (1890-1918). Het is een van de grafisch meest afwijkende en opvallende Spider-Man-covers die ik ken.

Nu ben ik niet zo’n Schiele-kenner, daar niet van, maar een rondje Google image search maakt de gelijkenis tussen de tekenstijl en lijnvoering tussen Schieles kunst en de tekening van Sienkiwicz is duidelijk. Sienkiewicz mag ook gezien worden als kunstzinnige striptekenaar, hij maakt zeer opvallend werk.

WEB_OF_SPIDER_MAN_033-coverDe cover past goed bij het verhaal dat er in dit deel van Peter Parker verteld wordt. Het is het laatste deel van een driedelig verhaal waarin Spider-Man wordt opgesloten in een gekkenzaal. Nee, onze held is niet opeens volledig doorgedraaid, al zou je je dat met zijn drukke leven en de slechte reputatie die hij in die tijd had, wel kunnen vermoeden. Daar zou ieder mens op een gegeven moment onder bezwijken. Maar dus niet Peter Parker.

De gekkenzaal is een psychiatrisch ziekenhuis waar misdaadkoning Kingpin mensen laat opsluiten als ze een gevaar voor zijn organisatie vormen maar hij ze voor de een of andere reden niet makkelijk kan laten omleggen. Als de echtgenote van een van Kinpings gangsters dreigt te gaan praten met de autoriteiten wordt ze op de gekkenzaal opgesloten. Terwijl ze wordt weggereden met de ambulance, rennen haar zoon en dochter de wagen achterna en lopen ze tegen Peter Parker op. Ze vertellen hem dat hun moeder wordt opgesloten in Pleasant Valley om haar het zwijgen op te leggen. Spidey gaat later die avond op onderzoek uit en vindt de twee kinderen op het dak van de inrichting, waar de kids samen met vader een poging doen in te breken. Dat loopt uit de hand als de bewaking de kinderen bedreigt. Spidey weet de kinderen te redden maar wordt door een kogel geraakt en raakt buiten bewustzijn.

Als Peter wakker wordt is hij geopereerd en volgespoten met kalmerende drugs een nieuwe bewoner van de gekkenzaal. J. Jonah Jameson zou meteen zeggen dat Spidey daar thuishoort, maar wij weten wel beter. Uiteraard is de baas van de afdeling een enge dokter die de meest agressieve patiënten met een radicale therapie klaarmaakt om als huurmoordenaar te fungeren voor Kingpin. (De dokter is afgebeeld in de Peter Parker cover: het is dat enge mannetje met de bril.) Tijdens zijn verblijf wordt Peter vrienden met Zero, een patiënt die denkt dat hij een superheld is. Mary, een van de nieuwe verzorgers, kan het leed dat het personeel en de dokter de patiënten aandoet, niet aanzien. Als Zero de volgende wordt die een malafide operatie van de dokter zal ondergaan, besluit ze in te grijpen en zorgt ze ervoor dat Peter en zijn medeslachtoffers even geen medicijnen krijgen. Nu kan onze held in actie komen. Hij moet het opnemen tegen de getrainde psychopaat van de dokter. Dat levert de volgende actieplaatjes van Spider-Man in zijn pyama op:

Spectacular-Spiderman-133-1Spec-Spiderman-133-14kill

ASM-295-coverOndertussen stormt de gangster wiens vrouw gevangen wordt genomen het pand binnen om haar te redden. Spidey saves the day en hoewel de media op de hoogte komen van de nare praktijken in de gekkenzaal en de dokter gearresteerd wordt, is de hele zaak schoongeveegd voordat de autoriteiten Kingpin kunnen aanpakken.

Het driedelige verhaal werd geschreven door Ann Nocenti, getekend door Syndy Martin. Het verscheen in Web of Spider-Man #33, Amazing Spider-Man #295 en Peter Parker, the Spectacular Spider-Man #133 (allen 1988). Het is een goed voorbeeld van hoe in de tweede helft van de jaren tachtig grimmige verhalen de boventoon voerden in de superheldenverhalen van Marvel en DC. Alle drie de bijhorende covers werden getekend door Sienkiewicz.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Het godvrrgeten eiland

Een dikke doos vol met nieuwe uitgaven van Strip2000 werd laatst bij me afgeleverd. Daarin zat ook het eerste album van de reeks Het godvrrgeten eiland.

Zelf ben ik nog nooit schipbreukeling geweest en op een eiland aangespoeld, maar in de loop der jaren is dit het uitgangspunt geweest van zo verschrikkelijk veel boeken, films en strips, dat je de situatie in eerste instantie de verveelde gaap van het cliché oproept. Toch is Het godvrrgeten eiland, waar inderdaad een schipbreukeling en zijn hondje op terechtkomen, een plezier om te lezen. De situaties waarin de hoofdpersoon in verzeild raakt zijn vaak herkenbaar maar kennen ook een vreemde kronkel. Dat je op een eiland kannibalen en een verdwaalde piraat aantreft, a la, maar wat dacht je van pratende pinguïns die per ongeluk de verkeerde afslag hebben genomen, wrattenzwijnen die dankzij heel sterke rum zo slim worden dat ze een vliegtuig weten te ontwerpen en bouwen, en bezoekers uit de toekomst die flauwe woordgrappen maken terwijl ze hard hun best doen het tijd-ruimte continuüm niet te verstoren?

De verdwaalde pinguïns zien onze held aan voor de kerstman.
De verdwaalde pinguïns zien onze held aan voor de kerstman.

Het godvrrgeten eiland verschijnt in het Franse Spirou en in vertalingen in Stripgids en Eppo. Deze melige strip komt uit de pen van Sti (pseudoniem van Ronan Lefebvre) en Luc Cromheecke (Tom Carbon, Plunk). Een duo met wie een verblijf op een onbewoond, of godvrrgeten eiland, allesbehalve saai genoemd kan worden.

En nu we het toch over Cromheecke hebben: check zijn grappige blogproject Book of Silly Drawings. Collega journalist Kurt Morissens stelde Cromheecke enkele vragen over de strip, het resultaat staat op Stripelmagezine.be.

Sti & Luc Cromheecke. Het godvrrgeten eiland #1.
Strip2000, €8,95
isbn: 9789070060480

Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Kuifje, Donald Duck, Robbedoes, Michel Vaillant en Buck Danny

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Richard met Robbedoes: 'Vandaag in Luik Jijé 1945/ 1947 gekocht (€5).'
Richard met Robbedoes: ‘Vandaag in Luik Jijé 1945/ 1947 gekocht (€5).’

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Richard Reiman, 60, gepensioneerd/ Het Stripschap

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Kuifje, Donald Duck, Robbedoes, Michel Vaillant en Buck Danny.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Allemaal al meer dan 50 jaar geweldig!

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Donald Duck in December 1954. Ik was toen 2 jaar en 3 maanden, het is één van mijn eerste herinneringen. Ik ben geboren in de maand van de eerste nederlandse Duck! Kuifje: Het gebroken Oor in 1957 voor mijn verjaardag. Robbedoes en Buck Danny stonden in het kerstnummer (1958) van  Robbedoes weekblad. (Ook de Smurfen ontdekte ik toen). Michel Vaillant in 1960 bij mijn vriendje Rob Vlek.
donald_duck

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Munch

Soms lees je een strip die een paar dagen lang in je hoofd blijft gonzen. Munch van Steffen Kverneland, over de beroemde Noorse schilder, is zo’n strip.

munch-coverHoewel, strip? Nou ja, graphic novel moet ik het boek eigenlijk noemen volgens de marketingmensen. En dat is prima, want een grafisch overdonderend boek is het zeker. Kverneland hanteert namelijk uiteenlopende stijlen om het verhaal van Edvard Munch vertellen en varieert van cartooneske karikaturen naar rake realistische portretten. Tussendoor mengt hij nog wat fotostripstroken. Dat laatste heeft een functie als Kverneland de twee locaties wil laten zien die Munch in zijn meesterwerk De Schreeuw heeft gebruikt. Wanneer Munch zelf spreekt, tekent Kverneland hem als oude man in een realistische stijl. Maar los van deze voorbeelden is mij eerlijk gezegd de logica achter het gebruik van de verschillende stijlen, ontgaan. Dat neemt niet weg dat Munch op visueel vlak een lust is voor het oog. Misschien is dat reden genoeg.

Het boek is sowieso een zeer gelaagde vertelling: de stripmaker legde zich de regel op dat alle tekst afkomstig moest zijn uit authentieke citaten van mensen die Munch gekend hebben. Hij mocht niets in deze teksten veranderen. Schilder Munch wordt getoond door de ogen van zijn tijdgenoten en middels zijn eigen aantekeningen tot leven gebracht door de stripmaker. Een gelaagd subjectief portret van ruim 270 pagina’s is het resultaat.

Munch omringt door zijn werk.
Munch omringt door zijn werk.

Metavertelling
Kverneland en zijn collega Lars Fiske spelen allebei ook een rol in de roman. Ze bespreken geregeld de vorderingen van Kverneland bij het maken van de strip. Heel meta allemaal.

De Noorse schilder Edvard Munch (1863-1944) is wereldberoemd door zijn schilderij De schreeuw, maar heeft nog veel meer intrigerend werk op zijn naam staan. Samen met andere revolutionaire kunstenaars schudde hij de ingeslapen, burgerlijke kunstwereld wakker op het hoogtepunt van de belle époque. Munch schilderde vooral vanuit eigen herinnering en gebruikte modellen uit zijn naaste omgeving. Vaak schilderde hij ’s nachts als hij laat was thuisgekomen om een bepaalde indruk vast te houden. Bijna alles wat hij maakte is op een bepaalde manier autobiografisch.

Stripmaker
Saillant detail: Al heel vroeg in zijn carrière werkte Munch aan een plan om beeld en tekst te integreren. Hij maakte rond 1880 een soort van autobiografische strip. Zo leer je nog eens wat. (Voor wie het na wil lezen, zie blz. 94 van Munch en Edvard Munch: Het levensfries van schilderij tot grafiek van Arne Eggum.)

Munch werkt aan 'De schreeuw'.
Munch werkt aan ‘De schreeuw’.

Munch is een fascinerend kunstwerk geworden, al valt er hier en daar dus wel wat op aan te merken. Behalve het eerder genoemde mixen van de verschillende tekenstijlen, voert Kverneland in het begin zo veel personages op, dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Daarnaast komt hij meermalen terug op Munchs levensfries, maar legt hij pas later in het boek uit wat daarmee wordt bedoeld. Gek, want van ieder personage wordt middels een voetnoot meteen verteld wie het is. In de tweede helft van verhaal focust de stripmaker zich meer op Munch zelf zonder telkens citaten van anderen erbij te betrekken of te veel over anderen uit te weiden. Dat gedeelte is daarom een stuk overzichtelijker en leesbaarder. Dankzij Kvernelands boek heb ik erg veel zin gekregen om het werk van Munch nader te aanschouwen en me in de schilder te verdiepen.

Steffen Kverneland. Munch.
Oog & Blik/ De Bezige Bij, €34,90
ISBN: 978 90 549 2384 8

Categorieën
Strips

Stripliefde: Suske en Wiske, Nero en De Rode Ridder

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Koen met Suske en Wiske.
Koen met Suske en Wiske.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Mijn naam is Koen Hanssens, 31 jaar en ben heftruckchauffeur.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Mijn favoriete strips zijn Suske en Wiske, Nero en De Rode Ridder.

Waarom is dit je favoriete strip? Wat vind je er zo goed aan?
Mijn eerste kennismaking met een strip was met Suske en Wiske, toen ik nog een klein manneke was ongeveer 6 jaar, door mijn twee oudere zussen. Telkens als zij goede schoolresultaten behaalden kregen ze een nieuw Sus en Wis-album. Die ik dan telkens van voor naar achter en van achter naar voor kapot las.
Eigenlijk ben ik met Sus en Wis groot geworden en in het bijzonder met de verhalen van Paul Geerts de peetvader van dit duo.

Het is moeilijk om een favoriet hieruit te kiezen, Paul Geerts heeft namelijk zoveel knappe leuke spannende verhalen gemaakt.
Als ik een paar van mijn favorieten moet noemen zijn dit ‘De scherpe schorpioen’, ‘De tootootjes, ‘Het laatste dwaallicht’, ‘De olijke olifan’t, ‘De komieke coco’, ‘Robotcop’, ‘Angst op de Amsterdam’. En deze laatste in het bijzonder grijp ik regelmatig naar terug. Dit album heeft alles: spanning, Jerom wordt uitgeschakeld, mysterie nl stemmen uit een schatkist op de bodem van de zee, magie de witte raaf. En ook humor: Lambik bekvechtend met de vlam. Dit album behoort tot mijn favorieten van Paul Geerts.

Waarom ik dit zo graag lees heeft te maken met de humor, de spanning, de schitterende verhalen en knappe tekenstijl. Alles komt er in voor, zoals spoken, tovenaars, heksen, draken, duivels maar ook kun je iets van deze strip leren. Ik denk dan aan ‘Het spaanse spook’ dat eigenlijk gaat over de 80-jarige oorlog, het album ‘De hellegathonden’ dat gaat over kinderarbeid. In ‘De sinistere site’ en ‘De kaduke klonen’ komen respectievelijk de gevaren van het internet en de kloontechniek aan bod. Ook de koningskwestie kwam in een paar albums aan bod, namelijk ‘Lambiorix’ en ‘De stalen bloempot’. Tevens komen er ook tal van legendes in voor ik denk dan ‘Knokken in knossos’ en ‘De bokkerijders’

De eerst maal dat ik Paul Geerts ontmoette was te Middelkerke op het jaarlijks stripfestival. Ik moet een jaar of 12 zijn geweest. Het was een helse drukte om een tekening in een album te bemachtigen. Toen het eindelijk aan mij was, stootte ik per ongeluk zijn drank omver over een luxe album die hij juist had gesigneerd. Vriendelijk zoals Paul is had hij hier begrip voor en tekende hij voor mij een Lambik met een omstotend glas met de tekst ‘Voor Koen de vandaal!!’ Die heb ik nog altijd en heeft veel waarde voor mij. (Zie foto) JA PAUL IS EIGENLIJK MIJN STRIPHELD!
Tot op de dag van vandaag koop en verzamel ik nog altijd Sus en Wis; en doet het nieuwe team Luc Morjeau en Peter van Gucht naar mijn mening het ook schitterend. ‘De kaperkoters‘ vind ik tot nu toe hun beste album.

Op latere leeftijd heb ik Nero ontdekt, die ook mijn held is. Marc Sleen maakt van simpele verhalen altijd spannende verhalen en nu ben ik bezig de hele collectie te verzamelen en alles wat met Nero te maken heeft. Sleen is een knap tekenaar in mijn ogen. Als je er goed op let zie je dat bijna alle hoofdpersonages geen hals hebben wat het toch moeilijk maakt om bepaalde houdingen te tekenen, denk ik. Een favoriet heb ik eigenlijk niet, want ik hou van alle Nero’s en de figuur Tuizentfloot, en mijnheer pheip.
suske-en-wiske

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Familierelaties ontmaskerd

ASM_39_coverToen de identiteit van the Green Goblin werd onthuld in Amazing Spider-Man #39 was dat een big deal.

Spidey’s grootste vijand bleek niemand minder dan Norman Osborn te zijn: de vader van een van Peters studiegenoten Harry. Harry zou later Peters beste vriend worden. Maar de grootste schok in dit nummer is dat de Goblin eerst Spider-Man zelf ontmaskerd. Het mooie aan dit verhaal is echter dat het ook over twee uiteenlopende families gaat. Stan Lee zet de liefdevolle relatie tussen Peter met zijn Tante May tegenover de koude verhoudingen tussen Osborn en zijn zoon.

De twee deeltjes #39 en #40 zijn slim geconstrueerd door schrijver Stan Lee en tekenaar John Romita Sr, die zijn Spider-Man debuut maakt. Peter Parker heeft last van een koudje en gaat daarom langs bij dokter Bromwell. Die vertelt hem dat Tante May na haar operatie nog erg zwak is. Ze mag vooral niet onverwachts schrikken of spannende dingen meemaken. Daarna gaat Peter met een kop vol zorgen over zijn tante naar college. Daar praat hij voor het eerst eens goed met Harry Osborn. Tot nu toe zaten die twee vooral op elkaar te fitten maar nu Harry zich zorgen maakt over zijn vader en daar openlijk over praat, hebben de twee mannen een klik. Dit is een belangrijk verhaalelement omdat een paar bladzijden later blijkt dat Harry’s vader Peters grootste vijand is.

Ondertussen is Osborn vastbesloten om te ontdekken wie Spider-Man nu eigenlijk echt is. Hij lokt onze held in de val door een stel kruimeldieven een overval op het dak van het Empire State Building te laten plegen. Als Spidey de mannen in een gevecht tegenhoudt slagen ze erin een gasbom naar zijn hoofd te gooien. De explosie van de bom lijkt in eerste instantie onschadelijk, maar het gas schakelt Peters spinneninstinkt uit. Dit huidige zintuig waarschuwt hem voor gevaar. Nu zijn interne alarmsysteem is uitgeschakeld, kan de Green Goblin Spider-Man van een afstandje volgen. Zodra Spidey zijn burgerkloffie aantrekt ziet Norman Osborn dat zijn tegenstander een jonge tiener is. Peter bezoekt The Daily Bugle en omdat Osborn buiten het gesprek afluistert weet hij ook dat Spider-Man Peter Parker heet.

De Goblin confronteert Peter vlak voor het huis van Tante May.
De Goblin confronteert Peter vlak voor het huis van Tante May.

Hij volgt Peter naar huis en valt hem vlak voor de deur aan. Let wel: Peter woonde toen nog bij Tante May, dus als zij uit het raam zou kijken en ziet dat haar neefje aangevallen wordt door the Green Goblin, zou dat een schok zijn waar ze niet meer overheen komt. (Denk nog maar even terug aan de waarschuwing van dokter Bromwell.) Gelukkig zorgt de dikke rook van de Goblin Glider ervoor dat May niets dan rook ziet als ze uit het raam kijkt om te horen wat het kabaal allemaal is.

The Goblin schakelt Peter uit en neemt hem mee naar zijn schuilplaats. Daar onthult hij aan Peter zijn ware gezicht en vertelt hij zijn levensgeschiedenis (zo hoort dat in comics en Bond-films), want hij zal hierna toch zijn vijand voor eeuwig het zwijgen opleggen.

De grote onthulling.
De grote onthulling.

Omdat ik de beroerdste niet ben, (en geen zin heb om alles uit te tikken), presenteer ik hier de ontstaansgeschiedenis van the Green Goblin uit ASM #40. (Klik vooral op de plaatjes voor grotere versies om de tekst goed te kunnen lezen.)

ASM-40_03 ASM-40_04 ASM-40_05

Een enorme klootzak
Wat ik vooral interessant aan het verhaal van Osborn vind is dat hij weliswaar gek werd door de explosie, maar dat duidelijk wordt dat hij daarvoor al een enorme klootzak was. ‘After all.. I had a business to take care of! Money was the most important thing of all! I had to get rich! I needed wealth… for that was the key to power!’, aldus Osborn. Hij klinkt hier overigens niet anders dan hoe die bankiers en andere geldwolven die de crisis hebben veroorzaakt zouden klinken.

Osborns obsessie met geld en macht maakt hem blind voor de behoeften van zijn zoon. De familieperikelen van de Osborns staan in schril contrast met die van de Parkers. Osborn koopt zijn schuldgevoel jegens Harry af door hem te overladen met cadeaus terwijl de Parkers het niet ruim hebben, maar wel zo goed mogelijke ouders voor hun neefje Peter proberen te zijn.

Ondertussen maakt Tante May zich erge zorgen over Peter die nog steeds niet thuis is. Niet dat Peter er iets aan kan doen: die arme jongen zit stevig geboeid aan een stoel naar het geratel van The Goblin te luisteren. In een moment van overmoed bevrijdt de Goblin zijn vijand voor een laatste gevecht. Dat gevecht eindigt als Spidey Osborn tegen chemicaliën trapt waar spanning op staat. Door de schok is the Goblin bewusteloos. Als hij bij kennis komt, kan hij zich niets meer herinneren van zijn Goblin-verleden noch dat Peter Parker Spider-Man is. Voorlopig lijkt zijn identiteit veilig gesteld. Al zal dat natuurlijk niet al te lang duren.

Als Peter thuiskomt blijkt dat Tante May van onrust bijna bezweken is. De dokter spreekt Peter dan ook vermanend toe: hij had toch gewaarschuwd dat May het rustig aan moest doen? Wat een onverantwoorde tiener is die Peter eigenlijk? Wij weten wel beter natuurlijk. Als May bijkomt maakt ze zich karakteristiek meer zorgen over haar neefje dan haar eigen gezondheid. in het laatste plaatje dient ze dan ook een soepje op terwijl Peter van haar rust in bed moet houden. Ondertussen staat Harry Osborn bij het ziektebed van zijn vader die zich niets kan herinneren van de afgelopen jaren. Vanaf nu zal het allemaal beter gaan, denken ze.

ASM-40_20

Familierelaties
Wat dit verhaal een klassiek Spidey-verhaal maakt is de balans die Lee weet te vinden tussen het avontuurlijke leven van Spidey en de zorgen die dat leven oplevert in Peter Parkers omgeving. De zorg van Tante May spreekt boekdelen en Peter, die toch eigenlijk ook maar gewoon zijn best doet, weet haar toch telkens weer ongerust te maken. Uiteindelijk gaat het verhaal over twee tieners en de relatie met hun ouders. Die van Peter en May is een liefdevolle relatie van twee mensen die voor elkaar willen zorgen, terwijl de relatie tussen Osborn en zijn zoon behoorlijk mank loopt. Osborn denkt eigenlijk alleen aan zichzelf en ziet Harry als een zwakkeling die hem van zijn werk afhoudt. De herstellende Osborn belooft aan het einde van het verhaal beterschap, maar die belofte zal hij snel weer verbreken.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Mao’s mussen

Dirk-Jan Hoek is grafisch ontwerper, redacteur bij de Speld en stripmaker. Ook is hij vogelliefhebber, daarom maakte hij Mao’s mussen.

maos-mussenAls de Chinese dictator Mao het bevel geeft alle mussen uit te roeien omdat ze de oogst zouden opeten, wil leraar Dong Tjong daar niets van weten. Hij is namelijk een groot vogelliefhebber en besluit zoveel mogelijk mussen te redden. Zijn leerlingen laat hij dan ook geen katapulten maken om de vogels te doden en dat valt de partij natuurlijk op. Dong brengt hiermee zichzelf en zijn vrouw in groot gevaar. Dong wordt dan ook gevangen genomen voor zijn ongehoorzaamheid. Uiteindelijk bleek het plan van Mao nogal dom te zijn: door de mussen nagenoeg uit te roeien waren de sprinkhanen hun natuurlijke vijand kwijt en hadden vrij spel. Dit leidde tot hongersnood in China. Mao was dus duidelijk blij met een dooie mus.

Tijdens een fietsvakantie kwam Hoek op het idee voor zijn strip, zo vertelt hij aan The Post Online:

Mijn vriendin en ik waren op reis door China en mijn vriendin die ook van vogels houdt zocht op internet naar het antwoord op de vraag waarom er zo weinig vogels in China zijn. Ze vond een artikel in The Economist waarin een Chinees vertelt hoe zijn buurt vier dagen lang de mussen moest opjagen tot ze dood neervielen. Dit plan keerde zich tegen de Chinezen: het resulteerde in een sprinkhanenplaag waardoor er pas echt veel graan verloren ging. Ik vond het wel een mooie, zij het trieste fabel en het leek me heel geschikt om iets mee te doen.’

In een schetsachtige stijl die verder niet bijzonder opmerkelijk is, vertelt Hoek op adequate wijze zijn verhaal. Persoonlijk vond ik de vignetten op de hoofdstukpagina’s mooier getekend dan de rest van de strip. Al is een hoofdstukindeling bij een dergelijk dun boekje eigenlijk overbodig.

Hoek heeft de neiging om voice-overs te laten zeggen wat je eigenlijk ook al in de plaatjes kunt zien. Als in de introductiescène Dong diep gebogen in zijn vogelencyclopedie zit gebogen horen we zijn vrouw Choyu zeggen: ‘Maar eigenlijk was mijn man getrouwd met de vogelenencyclopedie.’ Mocht het al niet duidelijk zijn in wat voor boek Dong zit te lezen, dan wordt dat heel duidelijk gezegd in de dialoog die volgt. Hetzelfde gaat op voor de scène waarin als Choyu zonder veel moeite de mussen op zolder vangt omdat deze te zwak zijn. Ook daarin spreken de beelden voor zich en is de voice-over overbodig. Tegenover deze scenes staan de momenten waarin Hoek met leuke visuele vondsten komt, bijvoorbeeld als Choyu de zak met mussen van de brug in het water wil gooien en deze zak metaforisch verandert in haar man:

maos-mussen-pagina

Als ze de mussen doodt, doodt ze hetgeen waar hij het meeste van houdt. Door de mussen te redden houdt ze de hoop levend haar man ooit nog terug te zien. (Er wordt waarschijnlijk niet mee bedoeld dat ze haar man een zak vindt, ook al heeft Dong meer oog voor de vogeltjes in de bomen dan voor het vogeltje waar hij mee getrouwd is.)

Mao’s mussen is een aardig tussendoortje.

Dirk-Jan Hoek. Mao’s mussen
Oog & Blik/De Bezige Bij
ISBN 978 905492 4081 € 17,90. (ebook= €12,99)

Categorieën
Strips

Stripliefde: Jacques Tardi, Nero, Kobe de Koe, Tezuka, Hergé

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip. Dit keer een eningzins afwijkende aflevering boordevol met leesttips.

Micheline met een filmaffiche: 'een illustratie van Tardi of course'.
Micheline met een filmaffiche: ‘een illustratie van Tardi of course’.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Micheline uit Vlaanderen, 66 jaar, gepensioneerd medisch secretaresse.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Goh, favoriete strips … een moeilijke keuze. Er is zoveel dat mij kan boeien.
Als 7-jarige kwam ik voor het eerst in aanraking met strips via Andy en Bessy (Vandersteen). Mijn oma knipte de stroken uit de krant La Libre Belgique, kleefde die op A4-tjes en bond die dan samen tot een album. Vond ik fijn om te bekijken, ik las die niet, want ‘t was in ‘t Frans, en deze mooie taal beheerste ik toen nog niet.

In mijn heel jonge jeugd (eind jaren ’50-begin ’60) was een oom van mij werkzaam bij drukkerij Het Volk, waar de Nero-albums werd gedrukt. De drukproeven kregen wij, mijn neef en nicht en ikzelf, dus van heel jong al te lezen. Van de oude Nero’s ben ik nog steeds wild. De humor, het feit dat de verhalen vaak verwijzen naar Gent, mijn geboortestad, en de politiek van die tijd konden ons zeer bekoren en ook de vele woordspelingen. Dat laatste als we al wat ouder waren, natuurlijk. Erg moeilijk om hier een favoriet uit te puren.

Sinds 1968 ongeveer verlegde mijn interesse zich naar Suske & Wiske. De daaropvolgende jaren alle albums gekocht en gelezen die op de markt kwamen. Tot de verhalen mij te prekerig werden en de moraal van het verhaal er naar mijn gevoelen te dik oplag. Niet meer subtiel genoeg. Bij een verhuis erfde mijn oudste zoon die anderhalve meter albums. Ondertussen is mijn kleinzoon van 9 ook verslingerd geraakt aan de avonturen van Sus & Wis.

Uiteraard heb ik ook alle Kuifjes in mijn bezit, en meermaals herlezen in de loop der jaren. Hergé is een grootmeester, zonder twijfel, maar toch kan ik uit het beperkt aantal albums geen echte favoriet aanduiden.

Begin jaren ’80 maakte ik via Wordt Vervolgd kennis met tal van grootheden uit de stripwereld: Tardi, Pratt, Loustal, Bilal, Schuiten … Van die tijd dateert mijn onvoorwaardelijke Tardifilie, die begon met de antiheldin Adèle Blancsec. Nadien abonneerde ik mij op A Suivre (in mijn ogen het beste striptijdschrift ooit) tot het jammer genoeg ter ziele ging. En sindsdien is het niet meer gestopt. Ook van die tijd dateert de ontdekking van Taniguchi en Johan De Moor met de fantastische avonturen van Pi La Vache (Kobe de Koe, de ganse reeks). Zo geestig.

Van generatiegenoot Tardi heb ik werkelijk alles, althans alle albums die in de loop der jaren van hem zijn verschenen, in ‘t Frans én in ‘t Nederlands, een enkele keer in ‘t Duits of in ‘t Engels. Ge zijt fan, of ge zijt het niet hé. Omdat de vertaling naar het Nederlands niet altijd synchroon loopt met het verschijnen van een nieuw album, koop en lees ik die altijd eerst in ‘t Frans. Voorwaar geen sinecure! De Larousse frans/nederlands komt hier goed van pas. Bij Tardi hou ik vooral van zijn tekenstijl in prachtig en contrastvol zwart-wit. En nog het meest van al hou ik van de sociaalbewogen ondertoon die in al zijn verhalen is terug te vinden (De Verloedering bvb.,‘t ligt er heerlijk dik op).

Om mij toch aan een concreet doch aartsmoeilijk lijstje van favoriete albums te wagen (de volgorde is niet van belang).
– TARDI – Loopgravenoorlog (prachtig getekend, beklijvend onderwerp. Als geen ander verbeeldt
hij hier de gruwel van de (elke) oorlog). Herlees ik elk jaar wel eens, rond 11 november.
– TARDI – Ici Même
-TARDI – Burma: Sluiers over de Pont de Tolbiac
– TARDI – De Stem van het Volk (4 delen). Onlangs nog herlezen, topreeksje! – STASSEN – de kinderen (over ons koloniaal verleden en de impact ervan op kinderen)
– COMES – Eva (heb in de psychiatrie gewerkt waardoor de thema’s die hij aankaart mij bijzonder
boeien, hier schizofrenie)
– COMES – Silence (De Dorpsgek van Schoonvergeten) – zie hierboven
– TANIGUCHI – Quartier Lointain (omwille van de poëtische evocatie van het dagelijks leven en de
complexiteit van relaties). Is ondertussen ook verfilmd
– TANIGUCHI – l’Orme du Caucase (idem vorige)
– TEZUKA – Boeddha
– PRADO Miguelanxo – Ardalèn (toch een recent album in mijn lijstje – prachtige evocatie van hoe
herinneringen met iemand aan de loop gaan)
– LOUSTAL – Besame Mucho (de misdaad- en muziekwereld met een flinke scheut melancholie,
boeiend!)
– BARU – l’Autoroute du soleil (twee jongeren en een roadtrip, niet mijn wereld maar toch,
fantastisch album)
– DAVID B. – l’ascension du haut mal (of hoe het leven met een epileptische broer zijn impact heeft
op een gezin, heel herkenbaar en schitterend vorm gegeven)
– RABATE Pascal – Ibicus
– GÖTTING Jean-Claude – La malle Sanderson (niet erg bekende auteur. Een strip die zich situeert in de wereld van de magie)
– GUIBERT / LEFEVRE / LEMERCIER – De fotograaf (3 delen) (ook weer een oorlogsstrip,
blijkbaar een favoriet genre van mij)
– SATRAPI Marjane – Persepolis (komt in alle lijstjes terug, denk ik, om evidente redenen want een
schitterend coming-of-age verhaal op een historische achtergrond)
– SETH – Het leven is een geschenk maar je krijgt het niet cado (de titel alleen al zegt genoeg)
– SFAR – Kleine vampier (3 albums over een schattig vampiertje en zijn pogingen tot integratie in de grote mensenwereld, allemaal even ontroerend)
– SFAR – Le petit prince (uit jeugdsentiment, eveneens zeer mooi en menselijk verhaal)
– TIRABOSCO Tom – Kongo (recent en nog niet vertaald verhaal over ons koloniaal verleden)
– SLEEN – Nero- Het rattenkasteel – De hoed van Geerard de Duivel – De kille man Jaro
– VANDERSTEEN Willy – Suske & Wiske – De zwarte madam – De spokenjagers – De Tuf-Tuf club – …
– DE MOOR Johan – La vache: Le silence des animaux (erg geestig, zoals de ganse reeks trouwens)

Dit lijstje zou ik nog oneindig veel langer kunnen maken. Laat ik het maar hierbij houden. Ik vergeet nog tal van auteurs die ongetwijfeld een plaatsje verdienen in mijn lijstje. Je zult merken dat hier weinig reeksen aan bod komen. Doe ik eigenlijk niet zo aan, met hier en daar een uitzondering. En ja hoor, ik herlees regelmatig wel één en ander.

Ongeveer een vierde van mijn stripbibliotheek is in ‘t Frans. Naast Tardifiel ben ik namelijk ook nog francofiel. En tot slot, voor wat het waard is: op Catawiki.nl is mijn hele zeer diverse verzameling terug te vinden en te consulteren (user: michkepee).

Tardi: Loopgravenoorlog
Tardi: Loopgravenoorlog

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Video: Op de tekentafel van Gerrit de Jager

De eerste vier albums van De familie Doorzon worden gebundeld uitgegeven door Oog & Blik/De Bezige Bij. Dat zijn de albums die Wim Stevenhagen en Gerrit de Jager begin jaren tachtig samen hebben gemaakt. Daarnaast komt van De Jager een dikke graphic memoir uit over de roerige ontstaansjaren van de strip. 10 oktober kun je gaan zien hoe die er in de winkel uitziet. Voor de VPRO Gids interviewde ik de stripmaker vorige week over zijn boek,  daarom deze exclusieve blik op zijn tekentafel en preview van Door zonder familie.

De muziek in deze Daily Webhead is natuurlijk van Marco Raaphorst.

De vroege incarnatie van De Familie Doorzon.
De vroege incarnatie van De Familie Doorzon.