Categorieën
Strips Video

Willy Lohmann overleden

5 oktober is stripmaker en cartoonist Willy Lohmann (1936-2013) overleden. Dat maakte uitgeverij Stripstift deze week bekend. Lohmann werd 77 jaar.

Op vakantie in Turkije is tijdens het zwemmen geheel onverwacht de bekende stripmaker en cartoonist Willy Lohmann overleden.

Willy Lohmann is beroemd geworden door zijn dagbladstrip Kraaienhove in Het Parool en zijn talrijke bijdragen aan de Nederlandse editie van het tijdschrift Mad. Voor Marten Toonder werkte hij enige tijd aan de strips rond Heer Bommel en Tom Poes.

Lohmann groeide op in Utrecht. Na zijn schooltijd werkte hij eerst op de reclame-afdeling van Douwe Egberts en naderhand voor het reclamebureau De La Mar in Amsterdam. In zijn vrije tijd begon hij strips te tekenen. In 1960 vestigde hij zich als freelance tekenaar.

Van 1962 tot 1972 maakte hij zo’n 50 verhalen van de serie Kraaienhove in dagblad Het Parool. Later zou hij deze strip voorzetten in de bladen Pep en De Vrije Balloen. Voor Nieuwe Revu maakte hij geruime tijd de strip Liselore. Daarnaast schreef en tekende hij veel strips, illustraties en omslagen voor tijdschriften als Mad, De Vrije Balloen en Pep. Voor dagblad Leeuwarder Courant maakte hij in de periode 1984-1988 zeventien verhalen over de paleontoloog/criminoloog Marco Silvester.
Tot aan het einde van zijn leven was Willy Lohmann zeer productief; zo publiceerde hij cartoons in diverse bladen en werkte hij aan enkele nieuwe stripprojecten.

Hij maakte cartoons die ook in het buitenland werden gepubliceerd en won hiermee meerdere internationale prijzen. Het Stripschap kende hem in 2006 de Bulletje en Boonestaak Schaal toe, als stripmaker die aan de wieg van het Nederlandse beeldverhaal heeft gestaan.

Als één van de eersten binnen het gilde stripmakers maakte hij zich sterk voor een beroepsvereniging.
Verder was hij op allerlei gebied zeer actief binnen Haarlemmerliede & Spaarnwoude, zoals onlangs tijdens het 150-jarig bestaan van deze gemeente.

Willy Lohmann wordt woensdag 16 oktober om 14.15 uur gecremeerd op Begraafplaats & Crematorium Westerveld in Driehuis.

Bron: Stripschap.nl
Bron: Stripschap.nl

Beknopte lijst met boekuitgaven

1974-heden – Kraaienhove (11 delen)
1975 – Lex Leider
1978 – Frank en Ewoud en de gestolen tankauto
1983 – Liselore (2 delen)
1985 – Paraat per prent
1985 – Alle gaar
1989 – De vreugde van het vaderschap
1990 – Het vrolijke moederwoordenboek
1990 – Het vrolijke vaderwoordenboek
1992 – Blij met een jaartje erbij
1993 – Pep Spotter
2005 – Govert Edelwijs
2006-heden – Marco Silvester (3 delen)
2007 – Familie Spokeling

Daarnaast verschenen er nog vele strips en cartoons in kranten en tijdschriften die (nog) niet in boekvorm zijn gepubliceerd.

In een recente Eppo stond nog een informatief profielartikel over Lohmann door Robin Schouten. Daarna dacht ik binnenkort bij Lambiek weer eens van wat van Lohmanns werk aan te gaan schaffen, want de afbeeldingen bij dat artikel smaakten naar meer. Lohmann had een mooie tekenstijl en maakte sfeervolle illustraties.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Stam & Pilou

Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Pierre met Stam & Pilou.
Pierre met Stam & Pilou.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Pierre Boschmans , geboren  5/6/1949, gepensioneerd.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Mijn favoriete strips zijn Stam & Pilou van Studio Max!.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Het zijn leuke verhalen en ze zijn gezellig getekend.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Acht jaar geleden. Ik vond het direct een aangename strip. Ik heb vroeger Vandersteen verzameld maar dit werd mij te veel (er kwam teveel van op de markt) en het werd onbetaalbaar. Het verzamelen moet nog plezant blijven. De strip Stam & Pilou heb ik ontdekt toen ik op de boekenbeurs was te Antwerpen. Als je lid werd van de stampilou-club kreeg je een map met mooie documentatie in van stam en pilou. En deze is nog betaalbaar, alhoewel: ik heb onlangs een strip gekocht met een originele tekening erin voor 50 euro.

Zelf ben ik overigens ook striptekenaar. Ik heb de strip Het Broze Barakske gemaakt. Daar is een tentoonstelling van geweest tijdens de jaarmarkt in het districthuis te Wilrijk. Voor ik met pensioen ging heb ik een frituur uitgebaat. Daarvoor heb ik prijsborden gemaakt van klei met de figuren van Marc Sleen en nieuwjaarskaarten voor de klanten heb ik ook getekend. Die staan nu allemaal in het frietmuseum te Brugge. Op dit moment ben ik met een tweede strip bezig op verzoek van Eddy Van Belle, de conservator van het frietmuseum.
stam-en-pilou

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Mans zelfportretten

Een van de meest fascinerende aspecten aan Peter Parker alias Spider-Man vind ik het feit dat hij als freelance fotojournalist zijn brood verdient en dan in het bijzonder omdat hij foto’s van zichzelf als Spider-Man aan de krant verkoopt.

Peter bewondert zijn fotowerk. Uit: ASM #238. Tekening: John Romita Jr. Inkt: John Romita Sr.
Peter bewondert zijn fotowerk. Uit: ASM #238. Tekening: John Romita Jr. Inkt: John Romita Sr.

Inmiddels is doet Peter dit werk niet meer. Sterker nog: in de huidige verhaallijnen is Peter Parker dood en heeft Doctor Octopus zijn plaats ingenomen. Daar gaan we het nu niet over hebben.

Jarenlang verkocht Peter zijn foto’s aan J. Jonah Jameson en Robbie Robertson van The Daily Bugle. Met een automatische camera maakte hij foto’s van zichzelf in actie als Spider-Man. Die camera webde hij op een strategische plek aan de muur en deze maakte met intervallen een foto waarop dan te zien was hoe Spidey met een superschurk vocht of een stel straatschoffies inrekende. Zoals dit prachtige plaatje van Spider-Man in Londen uit Amazing Spider-Man #96 (1971):

Art: Gil Kane, Inkt: John Romita Sr.
Art: Gil Kane, Inkt: John Romita Sr.

Peter Parker, architectuurfotograaf
Toch roept Peters modus operandi enkele vragen op die de dispension of disbelieve bemoeilijken. Aangezien Spider-Man heel snel beweegt en die actie niet statisch op een plek plaatsvond, kun je je voorstellen dat het toestel vaak misschoot. We spreken hier nog van het analoge tijdperk, waarbij de rolletjes maximaal 36 opnames bevatten. Ik denk dat het merendeel van die rolletjes dus volstaan met de straten, steegjes en het interieur van loodsen waar de gevechten plaatsvonden zonder dat er verder iets noemenswaardig op staat. Pas halverwege de jaren tachtig bedenkt Peter dat het misschien slim is om een zendertje in zijn riem te stoppen. Die geeft een signaal af waar de camera op reageert: zodra Spidey voor de lens van de camera komt, wordt er pas een foto gemaakt en dus niet automatisch om de zoveel seconden.

ASM-222-camera1
ASM #222. Script: Bill Mantlo. Tekeningen: Bob Hall. Inkt: Jim Mooney.

Je kunt je ook voorstellen dat een reeks foto’s van dezelfde gebeurtenis maar weinig variatie bevatten, want die camera hangt immers maar op één plek. Peter heeft geen tijd om tijdens het gevecht zijn camera even anders in te stellen. Dat is iets waar Kate Cushing, de chef-stad van the Bugle, eens een scherpe opmerking over maakte. Kate was sowieso nooit een fan van Parkers fotowerk, maar als hij een keer handgemaakte foto’s meebrengt van een op professionele wijze vermoord echtpaar dat een winkeltje runt, is ze vol lof. ‘De foto’s zijn geweldig, Peter! Wie heeft ze genomen?’ zegt Cushing bits als ze Parkers werk bekijkt. ‘Ongelofelijk. Meestal zien je foto’s eruit alsof je ergens een automatische camera vastplakt! Was je altijd maar zo goed.’ Peters dag wordt hierna nog erger als hij in opdracht van Jameson samen met Ned Leeds naar Oost-Berlijn wordt gestuurd. Het vermoorde echtpaar was namelijk in dienst van de KGB en de laatste dagen zijn er meer KGB-agenten omgelegd. Leeds en Parker moeten naar Oost-Berlijn om de vermoedelijke dader op te sporen en daar een stuk over schrijven. (Dat is te lezen in Spider-Man versus Wolverine #1, geschreven door James C. Owsley, getekend door Mark Bright. In Nederland uitgegeven als Superhelden #35 (1987).

Behalve dat de scène met Cushing erg grappig is op een cynische manier, is het verhaal wederom een mooi voorbeeld van hoe Peters werk als journalist vaak een aanjager is voor Spider-Mans avonturen, want in Oost-Berlijn moet onze held het uiteindelijk opnemen tegen niemand minder dan Wolverine die de huurmoordenaar die Leeds en Parker zoeken, in bescherming neemt.

ASM #256. Tekeningen Ron Frenz. Script: Tom DeFalco.
Black Cat neemt dit keer de foto’s. ASM #256. Tekeningen Ron Frenz. Script: Tom DeFalco.

Het is makkelijk voor te stellen dat Parker in het begin van zijn carrière goed zijn brood kon verdienen met het maken van Spider-Man foto’s. De spectaculaire actiefoto’s van Spider-Man door Peter Parker deden de oplage van de krant geen kwaad en waren lang nieuwswaardig. En dankzij de foto’s had Jonah Jameson altijd illustratiemateriaal voor bij zijn giftige redactionele stukjes tegen de muurkruiper.
Voor lange tijd was Peter ervan verzekerd dat de krant zijn foto’s zou afnemen. Toch maakte Robbie Robertson op een gegeven moment wel de opmerking dat Peter ook eens met andere onderwerpen op de proppen mocht komen en dat Spider-Man als subject sleets begon te raken.

Een andere baan?
In Amazing Spider-Man #256 (1984) neemt Robertson schoorvoetend een reeks nieuwe foto’s in ontvangst omdat Spider-Man daarin een nieuw pak draagt. Dat maakte ze nog enigszins nieuwswaardig. Maar ook dat is maar van korte duur, waarschuwt Robbie. Het is ook sneu dat Robbie wel een opmerking maakt over het feit dat Peters fotowerk de laatste tijd vooruitgaat. Dat is eigenlijk geen compliment voor Peter, maar voor zijn vriendin the Black Cat die de foto’s heeft gemaakt. Je kunt je voorstellen dat haar handwerk veel beter is dan wat die automatische camera schiet.

ASM 256. Art: Ron Frenz, Script Tom DeFalco.
ASM 256. Art: Ron Frenz, Script Tom DeFalco.

In Amazing Spider-Man #297  (1988) maakt Robertson wederom een opmerking dat het voor Peter misschien tijd is om een andere baan te zoeken: ‘I had an idea a while back, one that might help your recurring financial problems. But I never knew how to tell you. Guess the best way is to just blurt it out. Peter, you seem to have a chronic difficulty making a living as a freelance photographer. So maybe… Well, maybe you should consider some OTHER line of work.’ Peter reageert geschrokken. Robbie vervolgt: ‘I hope you understand that I’m just trying to help. Consider it fatherly advice. I have to go put the afternoon edition to bed now, but think it over okay?’

De relatie tussen Peter en Robbie is altijd heel hartelijk geweest, waarbij Robertson de rol van een vaderfiguur of goede vriend met de juiste adviezen speelt. In hoeverre Robertson, die toch ook een pientere journalist is, door heeft dat Peter en Spidey dezelfde zijn, is een kwestie die ik later graag aansnijdt.

Peter Parker, modefotograaf?
Goed bedoeld of niet, de woorden van Robbie komen hard aan bij onze favoriete freelance fotograaf. En bij deze freelance journalist trouwens. Aangezien het tegenwoordig steeds moeilijker is om een redelijk inkomen te vergaren als freelance journalist, is de raad van Robbie ook aan mensen als ik besteed.

Peter neemt de raad ook serieus. In Amazing Spider-Man #300 oefent hij met zijn vrouw Mary Jane, die op dat moment fotomodel is, hoe het is om in de modefotografie aan de slag te gaan.

asm_300_13_web

asm_300_14_web
ASM #300. Art: Todd McFarlane. Script: David Michelinie. Druk op plaatje voor grotere versie.

Natuurlijk blijft hij gewoon nieuwsfoto’s maken. Gelukkig maar ook, want anders zouden Spider-Mans avonturen zich vanaf dat moment alleen nog maar in de kitscherige fashionwereld hebben afgespeeld.

Het laatste woord over Peter Parker als fotograaf is nog lang niet getypt. Wordt vervolgd dus…

Categorieën
Strips

Stripliefde: Jommeke, Buck Danny, Jean-Claude Servais

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

edleest_Jommeke
Ed leest ‘Jommeke’.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Ed Solie, 55 jaar. Leraar Techniek/Informatica en webmaster van de website www.stripheld.net over Jommeke.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Uiteraard Jommeke, maar daarnaast is ook een hele schare andere reeksen via het stripverzamelvirus in mijn stripbibliotheek terecht gekomen. Bijzondere aandacht gaat toch wel naar Piet Pienter en Bert Bibber, Buck Danny, Suske en Wiske en het magistrale werk van Jean-Claude Servais.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Jommeke
omwille van de zo specifiek klare-lijn-stijl van Jef Nys zaliger en het was de stripreeks die ik als eerste onder ogen kreeg.
Piet Pienter en Bert Bibber zijn ook zo feilloos met klare lijn getekend en van een geweldige en spitsvondige humor voorzien.
Buck Danny is een reeks waarbij je in exotische, maar even goed in lugubere situaties komt. Daarnaast de vele technische aspecten rond luchtvaart die op een eenvoudige en niet het verhaal storende manier meegepikt kunnen worden.
Suske en Wiske omwille van de geweldige Lambik-taferelen.
Het werk van de Ardense stripauteur Jean-Claude Servais heeft zo’n uitmuntend mooie tekeningen en meeslepende verhaallijnen.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Jommeke is de stripreeks waar mee het ooit allemaal begon. De ooievaar van Begonia gekregen als eerste stripverhaal op vijfjarige leeftijd. De wereld ging echt open een goed jaar later wanneer we ook het lezen onder de knie probeerden te krijgen en al die woordjes samen met de prentjes een fantastisch verhaal vertelden.

Jommeke ben ik nooit meer kwijt geraakt. Het is zowat een broer geworden.

Door mijn lesopdracht informatica was er nood aan een experimenteerlabo rond websiteontwikkeling. Jommeke was de uitgelezen figuur om programmatechnisch allerlei dingen mee uit te proberen. Dit laatste heeft tot gevolg gehad dat wat onschuldig geëxperimenteer een volwaardige, en de grootste, Vlaamse archiefwebsite rond de stripheld is geworden en die bovendien zeer gewaardeerd wordt door de huidige ploeg achter Jommeke.

jommeke-cast

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Omdat de meeste inzendingen van Stripliefde inmiddels zijn gepubliceerd schroef ik vanaf volgende week de frequentie terug naar één aflevering per week. Vanaf dan dus iedere vrijdag een nieuwe dosis Stripliefde.

Categorieën
Strips Video

Video: Shamisa Debroey over haar debuut Verdwaald

verdwaald_coverVerdwaald is een semi-autobiografisch verhaal over een gebroken familie. Een jong meisje groeit op bij haar grootouders omdat haar moeder een veeleisende baan heeft waarvoor ze vaak naar Afrika gaat. Ze heeft daarom geen tijd om haar kinderen te zien. De vader van het jonge meisje is voor haar een onbekende die haar elke verjaardag een levende vis stuurt. Als jonge vrouw wacht ze in een café op een bezoeker die nooit zal komen, daar blikt ze terug op haar verleden en kijkt ze vooruit in de toekomst.

Verdwaald is het stripdebuut van de Belgische Shamisa Debroey die haar afstudeerproject uitgegeven zag worden door uitgeverij Oog & Blik. Aan Sint-Lucas in Brussel leerde Shamisa tekenaar Randall C. kennen, onder andere bekend van zijn graphic novel Slaapkoppen. Ze drong aan om bij hem stage te mogen lopen en Randall gaf na een tijdje toe. Onder zijn vleugels maakte Shamisa haar eindwerk dat uiteindelijk resulteerde in Verdwaald.

In deze video van Cobra.be komen Shamisa en Randall aan het woord over deze stripnovelle.

In de bonusvideo legt Debroey uit waarom zoveel personages zonder gezicht in de strip voorkomen:

Shamisa Debroey. Verdwaald
Oog & Blik/De Bezige Bij, €24,90
978 90 549 2418 0

Categorieën
Strips

Stripliefde: Murena-reeks, S1ngle, Calvin & Hobbes

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Zelfportret. Joke leest 'Murena'.
Zelfportret. Joke leest ‘Murena’.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Joke Eikenaar, 49, illustrator.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
De Murena-reeks, Franka, Casper en Hobbes, S1ngle.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Murena van Jean Dufaux en Philippe Delaby vanwege de geschiedkundige authenticiteit en de prachtige platen, sfeerbeelden. Als Rome brandt, dan voel je dat ook bij het kijken naar de tekeningen. Bovendien is het verhaal sterk.
Franka heeft leuke plots en een sensueel hoofdpersoon, maar bovenal geweldige architectuur. De decors zijn super mooi en gedetailleerd. Soms verzonnen architectuur, maar vanuit alle hoeken overtuigend en kloppend.
Casper en Hobbes juist weer vanwege de simpelheid. De zwart-wit strips zijn het mooist. De emoties die in Casper voorbij komen; de gelaatsuitdrukkingen en de fantasie zijn geweldig. Natuurlijk doet de tekst ook veel, maar de tekeningen zijn fenomenaal in humor en dynamiek.
S1ngle: Hanco Kolk en Peter de Wit hebben zich goed ingeleefd in ‘de vrouw’. Geweldige, humoristische typetjes, die in uiterlijk super goed naar voren komen. in on-ogelijke vormen eigenlijk. Vloeiende lijnen die in realiteit nooit door kunnen lopen. Een haarlok loopt door in de huid; een contravorm vult zich optisch. Stella is de enige die echt sexy is vormgegeven. Nienke is werkelijk seksloos. Fatima heeft een buitenaards voorkomen, maar als je de strip langer volgt, snap je haar uiterlijk. Knap en origineel getekend.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Mijn ouders kochten de Kuifje-reeks. Kuifje in Tibet en eigenlijk alle albums na De zwarte rotsen vond ik geweldig. Ik was een jaar of zeven en tekende al vreselijk veel. De humor die in de Kuifjes zaten, vond ik niet bij Suske en Wiske. Die vond ik vreselijk flauw en slecht getekend. Later snapte ik de humor van Astrix ook steeds beter. Strips waren geworteld. Murena lees ik sinds een jaar of zeven. Een vriend van me kwam er mee. Franka ken ik al van af het eerste album, wat ik destijds niet best vond. Een meisje met een veel te groot hoofd en houterig getekend. Maar dat heeft Henk Kuipers inmiddels helemaal goed gemaakt. 😉

delaby_murena8

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Waarom Peter Parker nooit een Chippendale zal zijn

Kun je je de Chippendales nog herinneren? Gespierde mannelijke strippers die vrouwenharten sneller doen kloppen. Ze kwamen op in de jaren tachtig en schijnen tegenwoordig nog steeds Las Vegas onveilig te maken.

Ik heb er niet veel mee, met die Chippendales. Vrouwen mogen dan terecht klagen dat ze niet aan het ideaalbeeld kunnen voldoen dat door de media en de modewereld gepropagandeerd wordt, hetzelfde geldt net zo goed voor de ideaalbeelden die van mannen in onze wereld overheersen. Daar kan 99% van de mannelijke bevolking ook niet aan kan voldoen. Er zijn maar weinig mannen die met de lichamen van de Chippendales kunnen concurreren. Superhelden natuurlijk wel.

Peter Parker mag dan het gespierde lichaam van een Chippendale hebben, hij is te preuts om ooit als mannelijke stripper zijn geld te verdienen. Die ene keer dat hij zich door de Chippendales liet ‘inspireren’ liep zijn ‘act’ met een sisser af:

ASM-298-07-web
Zie linksonder de cover van People Magazine met een feature over die Chippendales.

ASM-298-08-web

Spectaculaire_Spiderman_104In deze scène probeert Peter extra romantisch te zijn voor zijn kersverse vrouw Mary Jane. Pech voor hem dat haar make-updame een hapje komt mee-eten die dag. De scène is afkomstig uit Amazing Spider-Man #298. Het is de eerste Spidey-comic getekend door Todd McFarlane. Dat niet alleen: de Nederlandse editie is ook de eerste Spidey-comic die ik kocht om te beginnen met verzamelen. Hij kwam hier uit juli 1988, toen zat ik nog op de basisschool. Al een paar jaar kocht ik zo nu en dan comics bij ’t Gele Teken in Hoorn, maar vanaf De spektakulaire Spiderman #104 kocht ik iedere maand alle series rondom Peter Parker. Al snel via een abonnement bij Juniorpress, want dat was wel zo makkelijk. Het verhaal waarin Spidey het opneemt tegen de huurmoordenaar Chance, is een mooi begin van een verzameling. Chance gokt graag op de goede afloop van de klussen die hij aanneemt met als inzet zijn honoranium. Een echte gokker dus, die zich prima zal thuisvoelen in Las Vegas. Al betwijfel ik of hij de show van de Chippendales zou bezoeken.

Tekst: David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane. Inkt: Bob McCleod.

Categorieën
Juniorpress Strips

Stripliefde: The Filth & From Hell

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Peter doet een impressie van een personage uit From Hell.
Peter doet een impressie van een personage uit From Hell.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Peter Moerenhout, 31 jaar. Hoofdredacteur van Stroke, striprecensent, schrijver, muzikant in The Red Rum Orchestra en medewerker in een nachtopvang voor daklozen.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Kiezen is verliezen. Er zijn zoveel verschillende soorten strips dat het quasi onmogelijk is om 99,9999999% van alle strips te elimineren, maar kom…
Mijn absolute favorieten zijn The Filth van Grant Morisson, Chris Weston and Gary Erskine en From Hell van Alan Moore en Eddie Campbell.

Verder staan deze titels momenteel in de top van mijn leeslijst:

Revival – Tim Seeley & Mike Norton – Image
Saga – Brian K. Vaughn & Fiona Staples – Image
The Manhattan Projects – Jonathan Hickman & Nick Pitarra – Image
The Walking Dead – Robert Kirkman & Charlie Adlard – Image
Fables – Bill Willingham, Mark Buckingham & Steve Leialoha – Vertigo
Trillium – Jeff Lemire – Vertigo
Crossed – Wish You Were Here – Simon Spurrier & Fernando Melek – Avatar
Locke & Key – Joe Hill & Gabriel Rodriguez – IDW
-Nog een hele hoop meer…

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Van de symbiose tekst en tekeningen vind ik vooral de tekst belangrijk. Natuurlijk moet een strip een beetje treffelijk getekend zijn en droom ik weg bij prachtige tableaus, maar als het verhaal niet meeslepend is dan verveel ik me al gauw.
Ik lees vooral comics. Ik vermoed dat dat komt omdat de auteurs van comics, door de veel grotere verschijningsfrequentie, meer plaats hebben om de personages te ontwikkelen. Ze kunnen ook meer met clifhangers werken, wat de lust tot lezen uiteraard vergroot.
Ongeveer 264 pagina’s per jaar voor een comicreeks tegenover 46 per jaar voor een Europese strip. Tel uit de winst.
Ik heb ook de indruk dat men, bij goede comics, uitgaat van een plot of een zogenaamd ‘High concept’. Eerst wordt een meeslepend verhaal bedacht. Het genre komt pas nadien. Bij te veel Europese strips heb ik de indruk dat de makers eerst een genre kiezen en dat vervolgens invullen: ‘Wat zal ik nu eens maken? Iets met draken of Vikings?’
Ik lees graag superhelden, maar mijn voorkeur gaat toch uit naar de comics voor volwassenen van uitgeverijen zoals Vertigo, Image en Dark Horse.

The Filth is een absolute favoriet omdat het verhaal gaat over realiteit en hoe we die beleven. Via zeer originele verhaallijnen en compleet van de pot gerukte ideeën wrikt Morisson je hersenpan open. Na het lezen van deze strip kijk je anders tegen de wereld aan.

From Hell is een favoriet omdat het boek je op cerebraal niveau omver blaast. Hoewel Alan Moore volhoudt dat het een werk van fictie is, is deze strip waarschijnlijk het meest geresearchte werk rond Jack The Ripper.
Moore verzamelde alle harde feiten en bewijzen rond deze seriemoordenaar en poneert niet alleen een zeer waarschijnlijke stelling rond de identiteit van de seriemoordenaar, maar slaagt er bovendien in om bijna alle andere theorieën in het verhaal te verwerken. Of toch hoe ze zijn kunnen ontstaan. Verbluffend.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Zoals zoveel Belgische en Nederlandse lezers ervoer ik mijn eerste aanraking met comics dankzij een uitgave van Juniorpress. Mijn moeder bracht op een dag De Spektakulaire Spiderman #119 en een comic van De Vergelders (The Avengers) voor mij mee. Die Vergelders konden me min of meer gestolen worden, maar die Spider-Man comic, getekend door Todd McFarlane, met één van de eerste verschijningen van Venom erin deed mijn wereld op zijn grondvesten trillen. Fuck de Smurfen en Jommeke, Suske & Wiske kunnen mijn zak opblazen, Spider-Man was mijn nieuwe held…
Mijn moeder had natuurlijk nooit verwacht hoeveel schade ze aan mijn portefeuille en aan de ruimtelijke ordening in mijn huis zou aanrichten. Die twee comics ontketenden een ongeziene verzamelwoede. Al snel ging mijn zuurverdiende zakgeld of loon van weekend- en vakantiewerk naar de aankoop van alles wat Juniorpress te bieden had. Wanneer ik op een rommelmarkt rondliep en een doos vol beduimelde Juniorpress comics zag, dook ik er halsoverkop in. Het gevolg daarvan is dat ik veruit alles dat Juniorpress uitbracht rond Spider-Man en de X-Men (of liever, de X-Mannen) in de kast heb staan.

In 1996 bracht Juniorpress ook de eerste vertaalde Image-comics uit. De halfnaakte vrouwen en het overdreven geweld in deze publicaties werkten op mijn puberale hormonenhuishouding in als een lamp op een mot. Die Image-comics werden dus zonder dralen toegevoegd aan mijn snel groeiende verzameling.
Na enkele jaren begon me te dagen dat Juniorpress af en toe eens een nummer van een reeks durfde over te slaan en het niet vertaalde. De anaal gefixeerde verzamelaar in mij kon de gedachte dat ik iets zou missen absoluut niet verdragen en stapte over op de Amerikaanse trade paperbacks. Plots bleek het hek helemaal van de dam. Ik kwam in contact met een hele hoop kwalitatieve comics: The Sandman, Transmetropolitan, Preacher, Hellblazer, enzovoort.
En vanaf dan is mijn liefde voor strips en comics blijven uitdijen. Elke nieuwe uitgave, elke nieuwe reeks is opnieuw een potentiële favoriet.

The Filth.
The Filth.

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Lang zal ze leven!

Het is feest in Groningen want stripmaker Barbara Stok zit (bijna) twintig jaar in het vak. Dat zijn dus twintig jaar levendige en schaamteloze zelfportretten in stripvorm. Dit wordt gevierd met een verzamelalbum en een overzichtstentoonstelling.

barbarastok_20jaarStripliefhebbers weten natuurlijk allang al wie Barbara Stok is en dat ze autobiografisch getinte strips maakt. Vorig jaar kwam van haar een prachtige psychologische striproman over Vincent van Gogh uit. (Daarover en over haar carrière tot zover heb ik haar toen uitvoerig geïnterviewd voor Stripgids.)

Expo
Naar aanleiding van haar twintigjarig jubileum als stripmaker is in het Centrum Beeldende Kunst Groningen (CBK Groningen) van 14 september t/m 11 januari 2014 een grote overzichtstentoonstelling te bezichtigen. Te zien is hoe haar strips ontstaan en hoe deze zich in twintig jaar hebben ontwikkeld. Het CBK presenteert ook een wandschildering en talloze tekeningen uit haar nieuwste boek Lang zal ze leven! zijn ook in de expositie opgenomen. Evenals het ontstaansproces van een strip die Stok recent maakte voor op de Grote Markt, waarin markante Groningers stilstaan bij recente stadsontwikkelingen.

Stok schrijft in het voorwoord van het boek Lang zal ze leven! dat ze in 1994 serieus aan de slag ging met het tekenen van strips. Dus eigenlijk zit ze bijna twintig jaar in het vak. Nou ja, tegen de tijd dat de expo weer wordt opgeruimd is het januari 2014, dus dan klopt het allemaal weer. In 1995 kwam Stoks eerste smallpressboekje Barbaraal uit met een vinyl single van de Groningse band Captain Nemo. Uitgever Vic van de Reijt vond Barbara’s smallpressboekjes zo leuk dat hij een eerste bundel wilde uitbrengen. Barbaraal tot op het bot (1998) werd Stoks eerste officiële stripboek, uitgegeven door Nijgh en van Ditmar. En nu is er Lang zal ze leven!: een bundeling van hoogtepunten uit zes autobiografisch getinte boeken die de uitgever tot nu toe heeft uitgebracht. De bundel bevat ook twee bonusstrips: het verhaal waarin Barbara en Ricky verkering krijgen en ‘Stripschapprijs 2009’, want die kreeg Stok toen als eerste stripmaakster.

Inspirerend
Ik vind het nog steeds een inspirerend verhaal: Stok begon strips te tekenen omdat ze daar zin in had en verwerkte haar eigen leven in boeiende verhalen die ze zelf bij stripwinkels door heel Nederland afleverde. Wie zijn eigen weg volgt en kwaliteit levert, wordt vroeg of laat ontdekt.

Wie deze strips voor het eerst leest, of herleest, zal opvallen hoe openhartig en schaamteloos eerlijk Stoks verhalen zijn. In het verhaal ‘Pieter’ vertelt ze niet alleen dat ze op haar eenentwintigste nog nooit een orgasme heeft beleefd, maar is de lezer in een van de scènes getuige van haar eerste hoogtepunt onder douche. Euh, getuige van haar eerste hoogtepunt in stripvorm natuurlijk, want zoals bij alle autobiografische verhalen manipuleert de verteller de gebeurtenissen om een goed geconstrueerd verhaal te maken. Enige dichterlijke vrijheid speelt daarbij altijd een rol.

Sowieso zit Stoks tekenstijl vol humor waardoor ook intieme scènes nergens een ongemakkelijk gevoel bij de lezer teweegbrengen. De interessante paradox van die ogenschijnlijke eenvoudige en humoristische tekenstijl is juist dat ze afstand schept zonder dat dit ten kosten gaat van de herkenbaarheid van de situaties die Stok ons voorschotelt. Overigens zijn dat lang niet altijd grote dingen als een nieuwe liefde of het winnen van de Stripschapprijs. Barbara maakt bijvoorbeeld ook strips van één plaatje over wat haar gelukkig maakt, zoals toch nog een eitje in de koelkast vinden als je denkt dat ze op waren.

Kapstok
lang_zal_ze_leven_barbara_stokIn haar autobiografische strips geeft Stok met humor en relativering haar visie op de wereld. Vorig jaar vertelde ze me: ‘Ik ben de hoofdpersoon maar ik ben niet het onderwerp van mijn verhalen. Die verhalen gaan over werk, geluk, liefde, twijfel, angst – dat soort dingen. Ik gebruik mijn leven als kapstok om de verhalen te vertellen die ik wil vertellen. De rode draad in mijn werk is dat ik opzoek ben naar wat nou eigenlijk echt belangrijk is in het leven. Ik probeer anders tegen vaststaande waarden aan te kijken.’

Aangezien Stok zichzelf als stripfiguurtje tekent, maakt ze eigenlijk al twintig jaar een levendig en schaamteloos zelfportret.

Een kleine kanttekening heb ik wel bij de bundel Lang zal ze leven! want hierin is ook een fragment opgenomen uit Stoks prentenboek Over de levensgenieter die haar angst voor de dood wil verdrijven. De potloodtekeningen worden nu slechts in zwart-wit weergegeven terwijl ze in het oorspronkelijke boek waren ingekleurd. Zonder die kleurvlakken ziet de potloodlijn er zwak uit en komen de beelden minder goed uit de verf. Jammer dat ervoor gekozen is om de kosten te drukken en niet om deze pagina’s in kleur op te nemen.

De tentoonstelling Lang zal ze leven! is vrij toegankelijk en geopend van wo t/m vr van 9 tot 17 en za en zo 13 – 17 uur. Locatie: Trompsingel 27, Groningen.

Barbara Stok. Lang zal ze leven!
Nijgh & Van Ditmar. €19,95
ISBN 978 90 388 9686 1

Categorieën
Strips

24HCD 2013

Op 5 en 6 oktober vindt wereldwijd weer de 24 Hour Comics Day plaats. In Nederland gebeurt dat op verschillende locaties. Dit jaar voor het eerst in Utrecht. Én Lambiek is weer van de partij.

Stripliefhebbers zullen allang bekend zijn met het idee achter 24HCD, maar voor de newbees even in het kort: stripmakers laten zich een etmaal lang opsluiten met andere stripmakers om ieder binnen 24 uur net zoveel pagina’s af te leveren. Van te voren mogen ze het verhaal niet bedenken. Al lopen veel stripmakers wel al vaak met een idee de ruimte binnen. Het brein achter deze zelfopgelegde beproeving is de Amerikaanse stripmaker Scott McCloud. Sinds de eerste editie op 24 april 2004 wordt het evenement elk jaar gehouden.

Stripmaker Rob van Barneveld en uitgeverij van Wuft zitten achter de editie in Utrecht. Van Barneveld ‘Ik vond het tijd voor een Utrechtse editie! En leek me gaaf te tekenen in een werfkelder aan de Oudegracht. De groep van ongeveer 15 tekenaars, waaronder de Utrechtse tekenaar Albo Helm, gaat in Utrecht werken in de Jansbrugkelder aan de Oudegracht. De Jansbrugkelder is onderdeel van Cultdealerenzo.nl, een niet-gesubsidieerd platform en creatief netwerk voor samenwerking.’ Naast Helm en Van Barneveld, die zelf natuurlijk ook meedoet, doen onder meer Matt Baay, Pepijn Schermer, Nicole Volbema en Johan de Rooij mee. De Rooij is scenarist en zal zoals voorgaande jaren weer aan een scenario werken in plaats van een strip tekenen.

Aankondiging getekend door Rob van Barneveld.
Aankondiging getekend door Rob van Barneveld.

De dag begint zaterdagmorgen om 11 uur en eindigt ook zondagmorgen om 11 uur.
Updates van de voortgang van de tekenaars en sfeerimpressies worden die dag geplaatst op de Tumblr-website 24hcd-utrecht.tumblr.com. Daarop zijn nu al introducties van de participerende stripmakers te zien.

Van Barneveld laat weten dat steun van bezoekers gewaardeerd wordt maar: ‘Door de kleine locatie en de arbeidsintensieve aard van het evenement is de Jansbrugkelder beperkt publiek toegankelijk. Het wordt op prijs gesteld als van tevoren een afspraak wordt gemaakt om langs te komen.’

De studenten van de opleiding Comic Design van ArtEZ in Zwolle organiseren dit jaar voor de derde keer hun eigen 24HCD. Ze pakken het wel een beetje anders aan dan McCloud heeft voorgesteld. Elke afdeling heeft zijn eigen opdracht: striptekenaars maken 24 pagina’s, animatoren 24 seconden, illustratoren verslaan 24 uur lang het actuele nieuws en in de grafiekwerkplaats worden vier werken gemaakt onder het thema DAGLICHT/NACHTLICHT. De updates van de makers zijn via Facebook te volgen.

Lambiek is terug
Vorig jaar vond het evenement in Amsterdam plaats bij animatiestudio Mooves. Daarvoor in Studio/K. Jarenlang was stripwinkel Lambiek de thuisbasis, en dit jaar doet de stripwinkel weer voor het eerst mee. Omdat de galerie is opgeslokt door de voorraad van de webwinkel is er bij Lambiek zelf geen plaats meer voor het evenement. Men zal het feestje op de lange leidsedwarsstraat 206 gaan organiseren. ‘We hebben er weer zin in!’ roept Klaas Knol over de telefoon. ‘We zijn Lambiek aan het verbouwen en konden het daarom niet in de winkel door laten gaan, maar we van het zonde om nog een jaar niet mee te doen.’

Dat is ook nog leuk nieuws om te melden: Lambiek gaat namelijk toch weer ruimte maken voor een galerie. Deze wordt wel kleiner dan de vorige, maar toch.

Mocht je nog meer 24 Hour Comics Day evenementen weten: laat van je horen in het commentformulier.

Twee videoverslagen die ik in het verleden van dit evenement maakte:

Categorieën
Strips

Stripliefde: Kabouter Wesley

Iedere dinsdag en vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Wouter heeft het Grote Kabouter Wesley Boek op schoot met op de achtergrond zijn stripkast.
Wouter heeft het Grote Kabouter Wesley Boek op schoot met op de achtergrond zijn stripkast.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Mijn naam is Wouter Adriaensen, ik ben 27 jaar, pas afgestudeerd als (radio)journalist en dus nog volop op zoek naar werk. Ondertussen schrijf ik af en toe een recensie voor Stripgids, het gratis Vlaamse striptijdschrift.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
In mijn stripkast staan vooral de klassieke werken, van Bone en De Chninkel over Kuifje en Asterix tot Thorgal en De kleine Robbe. Ik lees vooral graag het werk van realistische auteurs zoals Hermann, Marvano, Frank Miller… Maar ik zou toch graag mijn stripliefde delen voor Het Grote Kabouter Wesley Boek van Jonas Geirnaert.

Waarom is dit je favoriete strip? Wat vind je er zo goed aan?
Volgens mij maken strips deel uit van de jeugd van elke Vlaming – en bij sommigen blijven ze hangen, zoals in mijn geval dus. Voor je het weet ben je aan het verzamelen en mede dankzij het internet is het hek dan van de dam natuurlijk. Kabouter Wesley ben ik voor het eerst tegen gekomen in het weekblad Humo, waarin de tamelijk absurde en gewelddadige strips van één pagina voor het eerst werden gepubliceerd. Ik vond zowel de vorm als de inhoud heerlijk: kinderlijk naïef maar tegelijk vaak ontzettend grof, schijnbaar in beeld gebracht door een kinderhand maar met een (non)plot net bedacht door een lid van Monty Python. Ik kan nog altijd luidop lachen als ik de strip herlees. En hoe kun je nu niet houden van een boek over kabouters dat een halve meter hoog is?

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Tim Sales Spider-Man

Tim Sale heeft maar een echt Spider-Man-verhaal getekend, maar zijn unieke stijl is dermate oogstrelend, dat ik er toch even een stukje over wil schrijven.

Samen met schrijver Jeph Loeb maakte Sale een reeks superheldenverhalen die een geheel eigen sfeer hebben. Ze maakten boeiende Batman-verhalen als The Long Halloween en het vervolg Dark Victory die zijn doordrenkt met nostalgie en tegelijkertijd heel eigentijds aanvoelen. Sales tekenstijl voelt retro aan. Wie zijn tekeningen goed bestudeert, herkent hierin de hand van een meesterlijk verteller.

Klik op plaatje voor grotere afbeelding.
Klik op plaatje voor grotere afbeelding.

Loeb en Sale maakten samen de zesdelige miniserie Spider-Man: Blue die in 2002 en 2003 in losse comics verscheen en later als trade. In dit verhaal is Peter Parker zelf de verteller. Hij spreekt in een reeks van cassettetapes het verhaal in van hoe Gwen Stacy en hij met elkaar verkering kregen. Dat ging allemaal niet zo makkelijk, want hoewel zowel Gwen als Mary Jane interesse in de niet onaantrekkelijke boekenwurm toonden, stonden Spider-Mans gevechten met verschillende schurken in de weg van het liefdesgeluk. In eerste instantie is The Green Goblin de vijand, maar die loopt tijdens een gevecht met Spidey geheugenverlies op. (Dat heb je kunnen lezen in deze aflevering van Spidey’s web.) Ondertussen worden Peter en Harry Osborn, de zoon van de goblin, steeds betere vrienden en gaan een appartement in de stad delen.

Spider-Man: Blue grijpt terug naar de late tienerjaren van Peter Parker die oorspronkelijk verteld werden door Stan Lee, Steve Ditko en John Romita Sr. Dankzij de voice-over van Peter krijgen deze oude verhalen een nieuwe dimensie. En dankzij het prachtige tekenwerk van Sale wordt deze oude geschiedenis gepresenteerd alsof ze vandaag de dag plaatsvindt terwijl er tevens een retrosfeertje omheen hangt.

Ieder deeltje toont na de openingspagina van de comic, de splashpage, een spread: een plaatje dat twee pagina’s bestrijkt. Deze spreads zijn van een ongekende schoonheid. De bovenste afbeelding in deze blogpost is de spread van #2. Hoewel gedetailleerd, kennen de illustraties van Sale ook grote kleurvlakken waardoor het oog gemakkelijk de informatie tot zich neemt.

Check de grote versie voor de tekst door op de afb. te klikken.
Check de grote versie voor de tekst door op de afb. te klikken.

Ook kent het werk van Sale mooi gebruik van diepteperspectief wat de tekeningen dynamisch maakt. Vooral bij de actiesequenties komt dat goed uit de verf:

Spidey vs. Kraven met Harry Osborn op de achtergrond.
Spidey vs. Kraven met Harry Osborn op de achtergrond.

In deeltje #4 vecht Spidey tegen een gangster die het pak van The Vulture gestolen heeft. Sale toont het gevecht waarin ons Webhoofd het onderspit delft door een reeks platen waarin onze held opbokst tegen de grote vleugels. Keer op keer krijgt Spidey klappen van ze totdat hij tegen een grote kerkklok aangeknald wordt. Pas daarna zien we de nieuwe Vulture van top tot teen. Een knap staaltje visuele vertelling waarbij goed duidelijk gemaakt wordt hoe hard die enorme vleugels eigenlijk aankomen als je erdoor geraakt wordt. Je moet niet vergeten dat de vaste Spider-Man-lezers the Vulture al jaren kennen en dat hij net als schurken als Kraven of Doctor Octopus eigenlijk een beetje sleets is geworden. Door de kracht van de vleugels te benadrukken op een visuele wijze is Sale in staat om de sleetse schurk weer opnieuw dreigend over te laten komen.

Wat ook opvalt is dat Sale relatief grote platen gebruikt om zijn verhaal te vertellen. Zijn stripplaatjes zijn vaak paginabreed. Dat geeft zijn werk een ‘cinematografishe’ kwaliteit. Hij kiest ook de juiste keyframes om zijn verhaal in relatief weinig afbeeldingen te maken. Toch heb je het gevoel dat je niets mist van de vertelling.

Gwen en MJ in de Sale-versie.
Gwen en MJ in de Sale-versie.

Het enige minpuntje aan Sales interpretatie van Spider-Man vind ik dat hij de held iets te gespierd tekent. Spidey hoort een slanker te zijn en niet het lijf te hebben als bijvoorbeeld Captain America of Thor.

Toch zijn zoals gezegd de gevechten voornamelijk een afleiding van de rode draad in het verhaal, namelijk hoe Peter en Gwen eindelijk bij elkaar komen. Spider-Man: Blue eindigt dan ook op het moment dat ze elkaar voor het eerst kussen en hun relatie begint. Een korte epiloog, waarbij we Peter op de zolder van het huis van Tante May zien terwijl hij zijn laatste tapeje aan Gwen inspreekt en waarin blijkt dat Mary Jane al een tijdje meeluistert, maakt het verhaal af. Peter sprak de tapes dus in als een soort liefdesbrief aan zijn verloren liefde Gwen. En ook al heeft hij op dat moment in Mary Jane de liefde van zijn leven gevonden, Gwen zal altijd een speciale plek in zijn hart houden.

Loeb en Sale hebben een hele reeks van dit soort mini-series gemaakt, allemaal getiteld naar een bepaalde kleur: Daredevil: Yellow (2002), Hulk: Grey (2004) en Captain America: White (2008).