Categorieën
Minneboo leest Strips

Expositie Asterix en de Belgen

Van het prachtige stripalbum Asterix en de Belgen is nu een tentoonstelling in het Stripmuseum in Brussel.

Nieuwsgierig nam ik laatst een kijkje, want Asterix is een van mijn favoriete stripfiguren. Het zijn albums die je telkens opnieuw kunt lezen vanwege de scherpe grappen van van scenarist René Goscinny (1926 – 1977) en de prachtige illustraties van Albert Uderzo (1927).

Bange Romeinen heten ons welkom.

Aan het begin van de tentoonstelling worden we dan ook terecht aan beide heren voorgesteld. Goscinny stierf helaas al op 51-jarige leeftijd. Een van de grootste stripscenaristen van de Europese strip stierf in mijn geboortejaar. Ik hou van de humoristische tekeningen van Uderzo, die zijn hand niet omdraaide om rake karikaturen van bestaande personen op papier te zetten.

André Coscinny.

Even terzijde: veel van mijn striphelden beginnen echt op leeftijd te raken. Uderzo is 90 jaar oud en met pensioen, Stan Lee is 94, ook John Romita Sr. is inmiddels 87. Zijn zoon, mijn favoriete Spider-Man-tekenaar is al 60. Bijna net zo oud als mijn vader. Enkele andere helden zijn al reeds overleden, behalve Coscinny bijvoorbeeld ook André Franquin, die in 1997 stierf. Dat maakt mij niet alleen duidelijk dat veel van de stripmakers die ik bewonder niet hedendaags zijn. En dat we binnenkort afscheid van hen moeten gaan nemen.

Er zijn overigens wel stripmakers van nu die ik bewonder, maar daarover een andere keer meer.

Spelelementen
De tentoonstelling richt zich dus op één album van de reeks Asterix. Asterix en de Belgen verscheen oorspronkelijk in 1979. Het is het laatste album waar Goscinny aan meewerkte.

De expositie bevat enkele actieve onderdelen. Zo kun je op een bewegend plateau gaan staan om met je voeten een rubber balletje te manoeuvreren tussen de personages van de strip. Ook is er een groot bord waarop je de personages en hun vaste props bij elkaar moet raden. Druk tegelijk de knoppen in bij het personage en de prop. Als je het juist hebt, gaat er een groen lampje branden. Het Stripmuseum heeft dus een expositie willen maken die gezinsvriendelijk is.

Zoals ik al schreef in eerdere verslagen, is het Stripmuseum in Brussel geen stoffig instituut waarin je alleen originele pagina’s aan de muur kunt bewonderen. De tentoonstellingen worden op een ludieke wijze en sfeervol vormgegeven. Vaak zit er ook een interactief element in. Dit keer ligt dus meer de nadruk op het spelelement, zonder dat het geheel een circus wordt. Toen ik door de expositie liep, was er een schoolklas aanwezig. De leerlingen waren lekker in de weer met de spelelementen.

Herdrukken
Er zijn ook mooie zwart-wit pagina’s uit de strip te zien voor de liefhebbers van Uderzo’s illustraties. Dit zijn geen originelen maar facsimiles. Willem de Graeve, codirecteur en hoofd communicatie, vertelde me dat het te kostbaar zou zijn geweest om de originelen op te hangen. Die worden namelijk voor het grootste deel bewaard in de Bibliothèque Nationale de France.

Je zou origineel en facsimile eigenlijk naast elkaar moeten leggen om het zeker te weten, maar als het er niet bij had gestaan dat het hier fotografische herdrukken betreft, had ik het verschil niet gezien. Natuurlijk hebben originele tekeningen en strippagina’s een soort van aura vanwege hun uniekheid, maar voor de inhoud van de expositie maakt het eigenlijk niet uit dat de platen geen originelen zijn. Je kunt nog steeds het vakmanschap bestuderen zonder dat de originele platen kunnen verkleuren of tijdens vervoer gevaar lopen.

Parodie
Coscinny zei in 1976: ‘Ik parodieer graag. Ik beschrijf de dingen zoals ze zijn, maar met een lichte kwinkslag, waardoor ze grappig worden. Die kwinkslagen zijn de bouwstenen van wat stap voor stap een parodie wordt.’ In de reeks Asterix worden culturele stereotypen op een humoristische wijze uitvergroot. Waar de dappere Galliërs ook komen. Dat maakt de reeks juist zo aantrekkelijk, omdat we om onszelf en anderen kunnen lachen.

In de tentoonstelling komt goed naar voren hoe de stripauteurs jongleren met een handvol Belgische symbolen, die soms meer aan de mythologie dan aan de realiteit zijn ontleend. Toch maken ze niemand belachelijk, maar is het album eerder een ode aan België en een teken van vriendschap.

Rare jongens die… euh, laat maar. Een cameo van een bekend stripduo.

Belgische helden
In het album Asterix en de Belgen komen meerdere Belgische helden en beroemdheden voorbij. De bode die de naburige stammen pijlsnel waarschuwt, is een karikatuur van Eddy Merckx, de legendarische wielerkampioen uit het Brusselse, vijf keer winnaar van de Ronde van Frankrijk. Als koerier geeft hij blijk van een uitzonderlijke snelheid. Nicotine, de vrouw van stamhoofd Vandendomme, is een karikatuur van de Belgische actrice en zangeres Annie Cordy, die eind de jaren 1970 bijzonder populair was in Frankrijk.

De Belgische zanger Jacques Brel (1929-1978), die zijn liefde voor België bezong in onder meer Bruxelles of Marieke, komt in het album aan bod met enkele woorden uit zijn beroemdste lied, Mijn Vlakke Land. Uiteraard wordt in de expostie aandacht besteed aan deze beroemdheden en verteld wie ze zijn. Niet iedereen zal ze immers nog kunnen herinneren, vooral de jonge bezoekers niet. Die hebben hun eigen contemporaine helden. En natuurlijk ontbreekt er geen knipoogje naar Manneken pis.

De tentoonstelling Asterix en de Belgen is samengesteld door Mélanie Andrieu en bevat teksten van Andrieu en Jean Auquier. De expositie niet al te groot, maar was dan ook eigenlijk een soort tussendoortje. Een opstap naar de grotere expositie over de Belgische strip die in het najaar te zien zal zijn. Van Asterix kun je genieten tot en met 3 september 2017.

Categorieën
Minneboo leest Strips

De Kennedy’s verstript

De stripmakers achter Agent Orange duiken in de geschiedenis van de Kennedy’s. Het eerste album gaat over Joseph P. Kennedy, de vader van John F. Kennedy. ‘Hij was een gewetenloze schurk.’

29 mei was de 100ste geboortedag van John F. Kennedy. Hebben stripmakers Erik Varekamp en Mick Peet nog iets speciaals gedaan? ‘Nee, zulke fans zijn we nu ook weer niet, maar JFK is natuurlijk wel een heel interessante historische figuur,’ zegt Varekamp.

Het eerste deel van De Kennedy Files heeft hij echter maar een kleine rol. Het verhaal draait om Joseph P. Kennedy, JFK’s vader.
In 1938 wil deze self made miljonair president van Amerika worden. Daarom stuurt president Roosevelt hem zo ver mogelijk weg, en benoemt hem tot ambassadeur in Londen. Terwijl Hitler Oostenrijk inlijft en Tsjecho-Slowakije bedreigt, probeert Kennedy Roosevelt ervan te overtuigen zich niet te mengen in het Europese conflict. Aldus kort de uitgangssituatie van De Kennedy Files 1: De man die president wilde worden. Een nieuwe reeks stripalbums van Erik Varekamp en Mick Peet. Eerder maakten ze onder de titel Agent Orange vijf opzienbarende verhalen over prins Bernhard.

Mick Peet en Erik Varekamp. Foto: Michael Minneboo.

Wereldheerschappij
We spreken de stripmakers op de redactie van uitgeverij Scratch Books in Amsterdam. ‘Onze vorige uitgever wilde na vijf boeken Prins Bernhard eens een strip over een Amerikaans onderwerp hebben. Hij wilde de wereld veroveren en wij eigenlijk ook wel,’ zegt Varekamp. ‘In Nederland verdien je zo weinig geld met die boeken, dat je het wel internationaal moet aanpakken. Dan kom je al snel uit op de Amerikaanse koninklijke familie: de Kennedy’s. Het eerste boek dat ik over ze las was The Dark Side of Camelot van Seymour M. Hersh, een absolute aanrader. Je houdt niet voor mogelijk wat erin staat. Het is prins Bernhard in het kwadraat! Ons viel vooral Joseph P. Kennedy op, omdat we daar niets van wisten. Hij was een gewetenloze schurk en dat is voor een verhaal natuurlijk prachtig.’

‘Door de zoon van Roosevelt wordt Joseph omschreven als de gemeenste en laagste vorm van leven die hij ooit heeft gezien,’ zegt Peet. ‘Het toeval maakte ons verhaal actueel. We schreven De Kennedy Files vlak voordat Trump president werd. Kennedy en Trump zijn beide zakenmannen die, niet gehinderd door enige kennis van politieke of diplomatieke zaken, president wilden worden. Het verhaal van de Kennedy’s is een immigrantentragedie. Een arme familie vlucht van de honger in Ierland weg naar het nieuwe Amerika. In Boston worden ze niet geaccepteerd door het WASP-establishment. Kennedy bouwt op slinkse wijze een imperium. Door allerlei dirty tricks komt hij als een van de weinigen extreem rijk uit de Wall Street crash van 1929. Zijn twee oudste zoons dingen allebei naar de goedkeuring van hun vader. De oudste zoon Joe, wil president worden maar sneuvelt in 1944. De tweede, JFK, heeft die ambitie niet, en ontpopt zich desondanks als een van de beste presidenten ooit.’

Onnozel
In De man die president wilde worden wordt Joseph Kennedy afgeschilderd als een egoïst, vrouwenverslinder en een antisemiet die het gevaar van de nazi’s volledig onderschat. Op politiek vlak lijkt hij nogal onnozel. ‘JFK heeft zijn hele leven moeten knokken tegen de erfenis van de onnozelheid van zijn vader,’ zegt Peet. ‘Er zijn overeenkomsten tussen Kennedy en Bernhard. Ze waren enorm ambitieus. Bernhard had de ambitie om rijk te blijven, daarom deed hij ook dingen die niet mochten. Zoals de Lockheed-affaire. Je kunt ze inderdaad als schurken zien, maar ze zijn vooral kleurrijke personages die zich bevonden op keerpunten in de geschiedenis. Ze hadden contact met sleutelfiguren. Dat maakt hun verhaal zo fascinerend. Uiteindelijk maken wij dit soort beeldverhalen uit pure nieuwsgierigheid: door je te concentreren op een personage of groep personages zoals de Kennedy’s, krijg je een heel ander zicht op de geschiedenis dan dat je die tot dan toe kent. Je krijg inzicht in hoe de dingen werkelijk in elkaar steken. Al was Kennedy uiteindelijk veel belangrijker voor de geschiedenis dan de prins. Kennedy liep maar in één sloot tegelijk, namelijk die hij zelf had gegraven. Bernhard in alle zeven.’

Varekamp: ‘Ik moet wel zeggen dat ik Bernhard een beter stripfiguur vind dan Joe Kennedy. Bernhard droeg allerlei malle uniformen, smokings en safaripakken. En hij had meer bloopers. Hij stortte met vliegtuigen neer en reed tegen bomen aan. Kennedy was toch meer een zakenman en ambassadeur. Saaier dus eigenlijk. God zij dank had hij heel veel kinderen die gekke dingen deden.’
Peet: ‘Die kinderen hadden inderdaad ook bloopers, maar vooral van de fatale soort. En daar moet je in een strip als deze een beetje mee uitkijken. Dat mag niet te leuk worden. Het is een serieus verhaal.’

Disclaimer
De stripmakers probeerden hun vertelling historisch zo accuraat mogelijk te maken en kregen daarbij hulp van Nigel Hamilton, auteur van JFK: Reckless Youth. Ook lazen ze ‘meters boeken’ waaronder de intensieve correspondentie die papa Kennedy met zijn kinderen onderhield. Desalniettemin begint het boek met een disclaimer dat het verhaal een satire is. ‘Ik ben geen fan van die disclaimer. Laat de Kennedy’s maar procederen. Bij ons valt niets te halen,’ zegt Varekamp.

‘Het materiaal is behoorlijk explosief omdat we dingen zeggen die mensen vaak niet welgevallen zijn. Zeker de fans niet. Dat was bij Bernhard het geval en dadelijk bij de Kennedy’s vast ook,’ licht Peet toe. ‘Je moet daarom heel nauwkeurig en precies je verhaal vertellen. Je kan niet te veel overdrijven. Wij waren er niet bij, dus soms moet je zaken zelf invullen.’

Bernhard heulde graag met de duivel. Fragment uit Agent Orange. Illustratie: Erik Varekamp.

Soms gaan dingen een eigen leven leiden. In Agent Orange vertellen de makers dat Bernhard zijn SS-uniform liet maken door Hugo Boss. ‘Dat was fantasie!’ roept Varekamp. ‘Hugo Boss was inderdaad in de jaren dertig een kleermaker, waar je ook uniformen voor de Hitlerjugend en SS kon halen. Dus hebben we ervan gemaakt dat Bernhard daar ook zijn uniformen liet maken. Het hád namelijk gekund. Het leuke is dat Annejet van der Zijl in haar boek over Bernhard deze grap als feit vermeldt.’

Omdat ze zich richten op de internationale markt, werken ze de strips uit in het Engels. De Nederlandse editie is dus een vertaling. Peet: ‘Door in het Engels te werken, blijven we dichter bij het bronmateriaal. Engels is niet onze eerste taal, dus zijn we meer afhankelijk van de dialogen zoals we ze vinden en dat is eigenlijk objectiever dan wanneer wij ze zelf verzinnen.’ Het veroveren van de wereld laat echter nog op zich wachten, al zal de reeks wel uitgegeven worden in Frankrijk en is er vanuit Duitsland en Tsjechië interesse getoond. De Amerikanen wachten af tot er meer delen uit zijn.

Bordje
Peet is in het dagelijks leven artdirector bij het Financieel Dagblad. Varekamp illustrator voor onder andere de VPRO Gids. Hoewel Varekamp de strip tekent, werken ze allebei intensief aan het scenario. In het café komen ze geregeld samen om de scenario’s te bespreken en Varekamp maakt dan ter plekke schetsen: ‘Na drie biertjes wordt het moeilijk.’
Peet: ‘Dan komt er ook een bordje tussen ons in. Op beide kanten staat er: “Niet te moeilijk doen.” Daar is Erik mee begonnen.’ Varekamp haalt het bordje uit zijn tas en zet het op tafel. Een mooie filosofie om het gesprek mee af te sluiten.

Mick Peet en Erik Varekamp. De Kennedy Files 1: De man die president wilde worden.
Scratch Books.

Geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #21 (2017).

Categorieën
Minneboo leest Strips

Ik, moordenaar

De openingsscène uit Ik, moordenaar hakt er meteen goed in:

De tekeningen in Ik, moordenaar zijn, net als de ziel van hoofdpersoon Enrique Rodríguez Ramírez, inkt en inktzwart. Ze passen dus goed bij zijn belevingswereld en visie op leven en dood.

Ramírez doceert kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Baskenland. Op 53-jarige leeftijd is hij op het hoogtepunt van zijn carrière. Hij staat op het punt hoofd te worden van zijn afdeling, maar hij valt ten prooi aan academische rivaliteit. Zijn studiegroep getiteld ‘Lichamelijk geweld in de westerse schilderskunst’ onderzoekt het werk van Bruegel, Grünewald, Goya, Rops, Dix, Grosz, Ensor, Munch en Bacon. Maar zijn echte passie is radicaler: Ramírez verheft moord tot een van de Schone Kunsten. Tenminste, dat vindt hijzelf.

In tegenstelling tot fictieve seriemoordenaars als Dexter, die zijn moordlust gebruikt om de wereld te ontdoen van misdadigers, roept Ramírez echter geen enkele sympathie op bij de lezer.

Ramírez heeft enkele basisregels waaraan de kunst van het moorden moet voldoen. Een van die regels is dat de moord hem geen persoonlijk gewin mag opleveren. Dat zou hem immers ook makkelijk verdacht maken. Zijn meest creatieve moord, als je het zo wilt noemen, is de zogenaamde puzzelmoord: hij hakt zijn slachtoffer in stukken stuurt deze onderdelen naar verschillende adressen op.

Uiteindelijk zal ook deze ‘kunstenaar’ moeten lijden voor zijn kunst. Hoe dat precies uitpakt, lees je dus in Ik, moordenaar van Antonio Altarriba & Keko.

Winnaar van de Grand Prix de la Critique ACBD 2015 en de Prix BD Polar 2015.

Antonio Altarriba & Keko. Ik, moordenaar
Scratch Books, € 24,90

[hr]

Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een interview, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Boeken Minneboo leest Strips

Baekens Fingerfood & Ladies F1rst

Twee nieuwe dikke bundelingen van het werk van Serge Baeken verschenen recent bij uitgeverij Xtra. Fingerfood en Ladies F1rst.

Fingerfood bevat het vrije en opdrachtwerk van Serge Baeken gemaakt tussen 2014 en 2016. Ladies F1rst is een bundeling van zijn modeltekeningen.

Ze zijn beiden om je vingers bij af te likken. Tenminste, als je van dikke boeken vol met schetsen, illustraties en naaktportretten gemaakt door Serge Baeken houdt, natuurlijk. Toevallig ben ik zo iemand.

Grafisch huurling Serge Baeken (Turnhout, 1967) studeerde beeldende kunsten en vrije grafiek, ontving de debuutprijs Strip Turnhout en werd er aangesteld als stadstekenaar. Hij heeft verschillende internationale boekuitgaven op zijn naam staan, waarmee hij veel bijval en enkele prijzen oogstte. De albums Sugar en Het verdriet van Turnhout zijn recente stripprojecten die meer dan de moeite waard zijn.

In het verleden heb ik al vaker over Baeken geschreven en hem geïnterviewd. Ik volg zijn carrière met veel interesse en mag de tekenaar persoonlijk ook erg graag. Ik hoop nog een keer zijn atelier te bezoeken om samen met Serge een video te maken. Ik weet dat hij graag in de avond en ’s nachts werkt, dus dat worden dan waarschijnlijk nachtelijke opnames van de kunstenaar aan het werk achter zijn tekentafel.

International poertry day Rotterdam.

Snel en treffend
Een van de leukste gesprekken was een paar jaar geleden vlak voor de opening van zijn expositie bij Lambiek, toen nog in de Kerkstraat in Amsterdam gevestigd. Terwijl ik Serge vragen stelde voor mijn video, tekende hij ter plekke mijn portret. Niet alleen konden de kijkers zien hoe snel Baeken zoiets doet, maar ook hoe mooi het resultaat is ondanks die snelheid.

Hetzelfde gaat op voor de naaktportretten in Ladies F1rst. Sinds 2014 woont de tekenaar sessies modeltekenen bij georganiseerd door Jan Bosschaert. Eerst moest hij daarvoor wat moed verzamelen, want de laatste keer dat hij aan serieus modeltekenen deed was jaren geleden. Al snel kreeg Baeken zo de smaak te pakken dat hij nu zelf ook dit soort sessies organiseert.

Verkortingen en bochten
Baeken heeft een voorkeur voor originele, minder voor de hand liggende poses. Die dwingen hem zich te echt te concentreren op wat hij ziet. Het is namelijk moeilijk om verkortingen en bochten goed weer te geven.

Wat ik sterk vind aan Serge’s modeltekeningen is niet alleen hoe natuurgetrouw hij de lichamen op het papier heeft gezet, maar juist ook hoe goed hij de gezichten tekent. Het zijn met recht portretten. De uitdrukkingen op de gezichten van de modellen zijn heel treffend en hun expressies laten je raden naar hun gedachten. Soms zijn ze in gedachten verzonken, soms kijken ze verleidelijk, soms verveeld. Iedere tekening vertelt zo een verhaal, of prikkelt de fantasie van de toeschouwer om dat verhaal te achterhalen.

In Fingerfood zijn ook wat van dit soort portretten opgenomen, al komen daar ook de mannen aan bod. ‘Ik teken mannen even graag als vrouwen. Maar ik bekijk vrouwen liever dan mannen. Ik denk dat dat doorsijpelt in de tekeningen,’ schrijft Baeken in zijn inleiding voor Ladies F1rst.

Voor wie zijn deze boeken eigenlijk?
Iedereen die zelf ambities heeft op het vlak van illustratie, zoals stripmakers. Er valt namelijk een hoop te leren van de tekeningen. Daarnaast fans van vrouwelijk schoon, maar ook gewoon liefhebbers van goed, levendig en opmerkelijk tekenwerk.

Serge Baeken. Fingerfood & Ladies F1rst
Uitgeverij Xtra,  € 29,00

Categorieën
Minneboo leest Strips

Incubator

De dikke bundel Incubator presenteert een selectie van korte stripverhalen van kunstacademiestudenten uit verschillende landen. Daarnaast bevat het boek informatie over de geslecteerde academies en hun docenten.

Incubator is een project van Hans Lijklema, grafisch ontwerper, fervent stripliefhebber en auteur van verschillende boeken over grafische vormgeving en illustratie, zoals de succesvolle Free Font Index-serie en Design for Music. Lijklema selecteerde de beeldverhalen.

Het is natuurlijk fijn voor de studenten dat hun werk op deze manier openbaar wordt gemaakt. Zelf heb ik niet zo veel met dit soort compilatieboeken. Het is lastig te beoordelen wat de doelgroep van zo’n werk moet zijn.

Wie van korte verhalen houdt en het niet erg vindt om veel verschillende tekenstijlen te lezen, is Incubator een geschikte uitgave, vermoed ik. Ook voor uitgevers die op zoek zijn naar nieuw talent of mensen die willen weten wat er zoal op de stripopleidingen geproduceerd wordt.

Alle strips zijn het Engels, dus het is duidelijk dat men een internationaal publiek beoogd. Niet zo gek ook, want de geselecteerde strips komen uit verschillende windstreken.

Van studenten van de volgende academies is werk opgenomen. Uit Duitsland, Kunsthochschule Kassel en Folkwang Universität der Künste. Uit Nederland Academie Minerva en ArtEZ. L’École européenne supérieure de l’image uit Frankrijk, Sint-Lukas Brussels in België en The Center for Cartoon Studies in de VS.

In Incubator is ook werk opgenomen van oud-studenten die inmiddels hun sporen in het stripvak verdient hebben, zoals Sam Peeters (Kaasheld & Poephoofd en Iedereen op Claudia), Aischa Franz (Alien en Shit is Real), Sophie Goldstein (The Oven en House of Women) en Markus Färber (Reprobus). Ook is het boek een uitgebreide interview met James Sturm opgenomen. De gerenommeerd striptekenaar is medeoprichter van The Center for Cartoon Studies.

Incubator is uitgegeven door uitgeverij Palmslag.

ISBN: 978 94 917 7358 7,
€24,95. Hardcover. 

Categorieën
Minneboo leest Strips

Van deserteur tot staatsburger

De Deense stripmaker Halfdan Pisket maakte een indrukwekkende trilogie over het leven van zijn vader.

De Deense stripmaker en videomaker Halfdan Pisket (1986) zit ontspannen in zijn stoel in een kamer van een Brussels hotel. Hij is uitgenodigd door het literaire festival Passa Porta om een beeldverslag van de programmaonderdelen te maken. Veel luchtiger werk dan de indrukwekkende en duistere striptrilogie die hij in de afgelopen jaren maakte, en waarvan in het Nederlands recent het tweede deel Kakkerlak is verschenen bij de jonge stripuitgeverij SubQ. Het derde deel, Staatsburger, kunnen we dit najaar verwachten.

Halfdan Pisket. Foto: Michael Minneboo

In de graphic novel Deserteur vertelt Pisket het levensverhaal van zijn vader die opgroeide in een welvarende familie in een klein dorpje in het grensgebied tussen Turkije en Armenië. Zijn beste vriend wordt gedood door het Turkse leger, zijn broer tijdens een demonstratie in Istanboel. De hoofdpersoon deserteert uit het Turkse leger en als hij zijn gevangenisstraf heeft uitgezeten emigreert hij naar Denemarken om te werken als gastarbeider, want ‘op de foto’s waren de Deense meisjes het knapst’. Kakkerlak en Staatsburger vertellen hoe hij langzaam afglijdt in een crimineel bestaan en uiteindelijk probeert zijn leven te beteren door een Deens staatsburger te worden.

Fragment uit Deserteur.

‘De graphic novels zijn op dezelfde manier gebaseerd op de geschiedenis van mijn vader als dat de film Titanic gebaseerd is op de geschiedenis van de Titanic. De strip heeft zeker de realiteit als basis, maar om een dergelijk project te doen, moet je dingen aanpassen. Ik wilde de feiten wel zo goed mogelijk hebben. Bijvoorbeeld, als mensen in Turkije gevangen worden genomen, is er dan een grote kans dat ze gemarteld worden, of was wat mijn vader overkwam een incident? Als het laatste het geval was geweest had ik het niet in het verhaal verwerkt. Mijn vader heeft gedeeltes gelezen. Ik denk dat sommige dingen te pijnlijk voor hem zijn.’

Pisket verwijst naar historische gebeurtenissen en beziet deze vooral vanuit een individuele beleving. In een flashback komt bijvoorbeeld de Armeense genocide aan de orde, waar Piskets grootvader getuige van was. ‘Ik vond dat ik het eerste verhaal niet kon vertellen zonder het hierover te hebben. Het verhaal speelt zich immers af in het conflictgebied en het was belangrijk dat het personage daar een standpunt over inneemt.’

Stripplaatje uit Staatsburger.

Gangster
Het project moest in eerste instantie een ode worden aan zijn vaders criminele daden. ‘Ik groeide op met rapmuziek. Mijn vrienden en ik keken op tegen grote criminele machomannen zoals Scarface en de dealers uit de Pusher-trilogie van Nicolas Winding Refn. Maar al snel zag ik dat het verhaal van mijn vader zou eindigen in de gevangenis of met zijn moord. Dat verhaal wilde ik niet vertellen. De strips moesten nu allereerst gaan over immigratie naar Europa. Door het huidige politieke klimaat in Denemarken voelde ik me genoodzaakt mijn kennis over dit onderwerp te gebruiken. Ik wil aan mensen van de Deense Volkspartij en zoals die Geert Wilders bij jullie laten zien dat hun ‘vijand’, namelijk de immigrant, eigenlijk over hetzelfde droomt als zij: een vast inkomen, familie en zekerheid. Na 11 september 2001 begon ik veel over de rol van immigranten in Denemarken na te denken. Toen veranderde de perceptie van de mensen. Ze waren echt bang. Daarvoor had ik nooit expliciet racisme meegemaakt; daarna wel. Ik woonde al drie jaar in mijn appartement, en op een dag haastte ik me naar de voordeur die al openstond. Een man die binnen stond probeerde de deur dicht te duwen om mij buiten te houden. Ik duwde mijn voet tussen de deur en deurpost en toen zei hij: “We willen jouw soort niet in ons huis.” Als dit soort dingen je overkomen, denk je altijd dat je de volgende keer erop bent voorbereid, maar iedere keer overvalt het je en raak je soort van verlamd.’

In Staatsburger zien we onder andere hoe het hoofdpersonage na 11 september wantrouwend wordt aangestaard in de supermarkt.

Tatoeage
Voor research wilde Pisket zijn vader intensief interviewen, maar dat ging niet zo makkelijk. ‘Mijn vader is iets van dertig jaar crimineel geweest, dus zodra je een recorder op tafel legt, slaat hij dicht. Als je heel gericht naar dingen vraag, heeft hij het idee dat hij weer door de politie ondervraagd wordt. Toen mijn vader echter tekenen van dementie begon te vertonen besloot ik hem dingen te vragen voordat het te laat was. In plaats van mij te focussen op de misdaden, wilde ik zijn geschiedenis weten vanaf zijn vroegste herinnering. Drie keer per week kwam ik bij hem om te eten.’

Weer thuis schreef Pisket alles op van wat er die avond besproken was en verwerkte ook veel van zijn eigen ervaringen in de boeken. ‘Als er een belangrijke gebeurtenis plaatsvindt in de strip zoek ik iets vergelijkbaars dat ik zelf heb ervaren en dan kijk ik of mijn vader op dezelfde manier zou reageren.’
Op Piskets vingers staat ‘livs træt’ getatoeëerd, wat ‘levensmoe’ betekent. Pisket liet dit plaatsen nadat zijn beste vriend zelfmoord pleegde. Dit trauma verwerkte hij in de strip. ‘Door de dood van mijn vriend was ik zo gechoqueerd dat ik niets meer kon. Ik was 20, hij 21. Toen begonnen mijn vader en ik te praten over hoe hij zijn beste vriend en broer verloor. Op dat moment zag ik voor het eerst dezelfde duisternis bij hem die ik in mezelf ook ervaar. Eigenlijk is voor mij het belangrijkste aan dit project dat mijn vader van een goede vriend veranderde in mijn beste vriend.’

Halfdan Pisket: Deserteur en Kakkerlak.
Uitgeverij SubQ

Geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #17.

Categorieën
Minneboo leest Strips

De kaart

Een sfeervol stripplaatje uit De kaart van Fred de Heij:

Mooi hoe De Heij het huis heeft getekend, met het vervallen hek op de voorgrond. De illustratie spreekt tot de verbeelding en zou een mooi begin zijn van een thriller of een horrorverhaal. De kaart is echter geen van beide en valt eerder onder de categorie luchtige avonturenstrip.

De kaart is recent in een album uitgegeven door Don Lawrence Collection. Het stond eerder in afleveringen in Eppo.

In het verhaal weet Isa eerst een gijzeling tot een goed einde te brengen. Daarna vaart ze samen met Paul Stark een boot naar een ver gelegen eiland. Eenmaal op zee zien ze na een aantal weken een bootje dobberen met daarin een jonge vrouw. Volgens de wetten van de zee redden ze de schipbreukeling, maar daarmee beginnen ook de problemen, want er zitten een aantal schurken achter haar aan, die maar één ding willen: De kaart.

Fred de Heij. De kaart.
Don Lawrence Collection. Hardcover €16,95

[hr]

Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een interview, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

 

Categorieën
Minneboo leest Strips

Iron Man in de aanbieding

Sinds zaterdag ben ik weer een stapeltje Iron Man-comics rijker…

De mooiste covers uit het stapeltje op een rij.

Zaterdagmiddag waren Linda en ik de hele dag op pad geweest in Amsterdam Noord. Niet mijn favoriete wijk overigens, maar ik vind de NDSM-werf wel leuk om te bezoeken.

Op de weg terug waren we in de buurt van Henk Comics & Manga Store, dus besloten we even een kijkje te nemen. Ik hoopte er de laatste twee delen van de Complete Ben Reilly Epic tegen te komen voor een leuke prijs. Helaas stonden ze er alleen voor de volle prijs en dat vind ik die verhalen nu weer niet waard. Nog even doorzoeken tot ik die als leuke aanbieding ergens tegenkom, zoals de eerste vier bundels.

Nu had Henk wel een paar kratten vol aanbiedingen dus begon ik geestdriftig te zoeken. Er waren geen Ben Reilly-avonturen die ik nog niet had, maar wel een hele stapel Iron Man paperbacks die mijn aandacht trokken.

Iron Man-comics lees ik graag. Het liefste uit de jaren tachtig trouwens, toen David Michelinie ze schreef en John Romita Jr. en Bob Layton ze tekenden. Armor Wars I+II bijvoorbeeld. Henk had wat comics uit recentere tijden geschreven door Matt Fraction en getekend door Salvador Larroca. Ook niet verkeerd.

Ik vroeg me nog wel af of ik deze nu al had of niet. Misschien word ik een dagje ouder, maar soms weet ik gewoon niet meer welke deeltjes ik wel en niet al heb. Dat komt deels ook omdat Marvel om de haverklap een serie weer bij nummer 1 begint. Als er dan achterop de trade staat welke nummers er in zijn opgenomen, zegt dat dus lang niet altijd iets.

De laatste tijd probeer ik het inkopen van comics wat te matigen, want de kasten beginnen vol te raken. En een deel van wat er in die kasten staat, moet ik nog lezen. Toch is het voor een stripliefhebber als ik moeilijk om interessante koopjes te negeren.

Voordat ik het wist had ik dus The Invincible Iron Man vol 4 t/m 10 in mijn handen. Helaas was vol 8 wat beschadigd. Normaliter laat ik beschadigde comics liggen – ik wil alles immers in zo’n goed mogelijke staat aanschaffen. Maar er was geen tweede exemplaar en het zou zonde zijn om een gat in het verhaal te hebben.

Gelukkig was de verkoper bereid wat korting te geven op de beschadigde comic. Dat maakt die beschadiging toch minder erg. Mocht het verhaal heel goed zijn, dan is het minder erg om later een tweede exemplaar van vol. 8 te kopen om de beschadigde te vervangen.

Zo ging ik met een tas vol Iron Man en Hellboy in Hell vol 2 naar huis (maar dat wordt een verhaal voor een andere keer), en zonder Ben Reilly. Die vinden we nog wel eens.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Deserteur en Kakkerlak van Halfdan Pisket

Het tweede deel van Halfdan Piskets trilogie over het leven van zijn vader is uit. Ik vond het eerste deel erg indrukwekkend, al is het geen licht leesvoer.

In Deserteur gaat over de jeugd van de vader van Halfdan Pisket. Die groeit op in een welvarende familie in een klein dorpje in het grensgebied tussen Turkije en Armenië. Zijn vader, een fervent aanhanger van Atatürk, is Turks, zijn moeder is Armeens. Het dorpje lijkt onberoerd door de conflicten tussen Turken en Armeniërs. Toch liggen er nog steeds skeletten langs de wegen uit oude oorlogen. Het Turkse leger bewaakt de nabijgelegen grens, die zich voortdurend verplaatst. Piskets vader dient korte tijd in het Turkse leger. Uiteindelijk deserteert hij en dat heeft fatale gevolgen.

Plaatje uit Desterteur. Een situatie die waarschijnlijk herkenbaar voor iedere man die tiener en maagd geweest is.

Het tweede deel, Kakkerlak, ligt op mijn bureau te wachten om gelezen te worden.

Kakkerlak begint als Piskets vader uit de Turkse gevangenis ontslagen wordt. Hij besluit zijn bloedige verleden achter zich te laten en opnieuw te beginnen. Hij gaat aan het werk als gastarbeider in het Denemarken van de jaren zeventig. Maar hij kan er niet aarden, wordt tig keer ontslagen en vervalt van de ene lege relatie in de andere. Langzaam glijdt hij af naar een leven vol criminaliteit en geweld. Maar hij ontdekt ook de liefde, vriendschappen en hij krijgt kinderen die het waard zijn om voor te vechten.

Stripauteur Halfdan Pisket (1986) studeerde in 2009 af aan de Royal Danish Academy of Fine Arts. Hij is de eerste striptekenaar die de prestigieuze beurs voor auteurs ontving van de Danish Arts Council. Check hier trouwens zijn interessante Instagramfeed.

De trilogie van Pisket wordt uitgegeven door SubQ, de uitgeverij waar binnenkort ook mijn debuut uit zal komen. Ze geven niet heel veel strips per jaar uit, maar zijn er daarom erg op gebrand om kwaliteitstrips op de markt te brengen. Er zijn immers al genoeg middelmatige beeldverhalen die de schappen vullen.

De Nederlandse versie van Economix kwam in de herfst van 2016 uit bij SubQ. Ik schreef voor de American Book Center ooit deze recensie van dat boek.


Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een interview, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Minneboo leest Spidey's web Strips

Ben Reilly

Om de problemen van de buitenwereld weer even te negeren, besloot ik deze week een stapel oude Spider-Man comics te kopen, namelijk de eerste vier trade paperbacks van The Complete Ben Reilly Epic.

Misschien weet je al dat halverwege de jaren negentig Peter Parker een tijdje werd vervangen door Ben Reilly. Reilly leek eerst Peters kloon te zijn, daarna bleek Peter juist Reilly’s kloon te zijn. Hij verhuisde met Mary Jane naar Portland in Oregon om zijn carrière in de wetenschap voort te zetten. MJ was toen zwanger van Peter en ze waren van plan om hun gezinnetje te stichten en een normaal leven te leiden. Omdat Peter toen ook zijn spinnenkrachten kwijt was, ging dat ook makkelijker.

Wie nu hoofdpijn begint te krijgen, heeft de Clone Saga destijds waarschijnlijk gelezen. Het was niet een beste tijd voor Spider-Man, maar omdat ik de Clone Saga kort in mijn boek Mijn vriend Spider-Man behandel, kan het geen kwaad om mij nu wat meer in het leven van Ben Reilly te verdiepen. Dat ga ik de komende dagen dus doen door lekker op de bank te zitten en deze dikke bundels te lezen. (Ja, ja, schrijven is offers brengen, hoor ik mijn uitgever al denken!)

Overigens ben ik me ervan bewust dat Reilly tegenwoordig weer terug is in het leven van Peter Parker, maar omdat die comics nog steeds door Dan Slott worden geschreven. lees ik die niet.

Categorieën
Juniorpress Minneboo leest Strips

X-Mannen

Afgelopen zomer kreeg ik een hele berg oude Juniorpress comics. Ben nu X-Men uit de jaren negentig aan het lezen.

x mannen special juniorpressRond deze special had Peter de Bruin het stokje overgenomen van Ger Apeldoorn, die toen zo’n veertien jaar vertaler was van X-Men. Of: De X-Mannen zoals de serie in het Nederlands heet.

Ik ben altijd erg blij geweest met het feit dat een Nederlandse uitgeverij de moeite nam om Marvel Comics in het Nederlands uit te brengen. De comics van Juniopress waren mijn introductie tot de wereld van Marvel. En een klein beetje tot het universum van DC Comics.

In mijn locale stripwinkel waren namelijk niet zo heel veel Amerikaanse comics te koop. Bovendien is het onder de tien jaar fijn als je superheldenstrips in je eigen taal kunt lezen. Als tiener begin je echter al snel nieuwsgierig te worden naar de oorspronkelijke uitgaven. Tenminste, zo verging het mij wel. Tegen de tijd dat De X-Mannen Special #22 uitkwam, in 1997, was ik de interesse in X-Men al kwijt. Toch heb ik nog steeds warme, nostalgische gevoelens bij de Juniorpress-uitgaven. Niet in de laatste plaats door de redactionele teksten waar de strips mee begonnen. En de brievenpagina natuurlijk.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Kuifje in het land van de Sovjets

Kuifje-fans kunnen deze week weer naar de stripwinkel, want het allereerste album is nu voor het eerst in kleur uitgebracht.

De toen 21-jarige Hergé tekende Kuifje in het land van de Sovjets in 1929 voor de krant Le XXe Siècle, later werd het in albumvorm uitgebracht. Zwart-wit weliswaar, want de druktechnieken waren toen nog niet goed genoeg voor kleur. Bovendien was in kleur drukken toen nog erg kostbaar vanwege de vlakdruktechniek lithografie die toen gehanteerd werd.

Het is sowieso heel duidelijk te zien dat het Hergés eersteling is, gaandeweg het album worden de tekeningen namelijk beter en krijgt hij Kuifje steeds steviger in zijn vingers. Kijk maar eens naar deze strook:

© Hergé/Moulisart
© Hergé/Moulisart

en vergelijk die met deze:

© Hergé/Moulisart
© Hergé/Moulisart

Je ziet dat Kuifje al een betere vorm begint te krijgen en dat de compositie van de twee strook al sterker is. Kennelijk had autodidact Hergé een aangeboren talent voor beeldcompositie want hoewel we hier een vroege versie zien van zijn later zo bekende klare-lijn-stijl, zijn de stripplaatjes al vaak raak vormgegeven. Ik vind vooral het rechter plaatje op de tweede strook erg sterk.

Dat maakt dit album wat mij betreft vooral leuk om te lezen, want het verhaal zelf is nogal kolderiek en episodisch. In interviews gaf de stripmaker later ook toe dat hij de plot voornamelijk improviseerde.

kuifje-sovjets-cover
© Hergé/Moulisart

Karikatuur
Dat Hergé een karikatuur van de Sovjet-Unie neerzet is niet zo gek, want ‘Hergé vertoefde toen immers in katholieke middens en in die periode was het land van de Sovjets zowat de hel op aarde. Dus ja, het is een karikatuur, maar het kolderieke primeert,’ aldus zijn biograaf Philippe Goddin. In een scène wordt bijvoorbeeld een stel socialistische Engelse journalisten door het regime in het ootje genomen doordat de goed draaiende fabriek die ze van buiten zien, niets anders blijkt te zijn dan een façade.

De inkleuring is aan de hand van Michel Bareau. Het gehele project nam ongeveer anderhalf jaar in beslag. Vooraf zijn er flink wat testen uitgevoerd om tot de juiste kleursamenstelling te komen. Mocht je een Hergé-fan zijn en de voorkeur hebben voor de zwart-witversie, geen probleem, want die blijft gewoon beschikbaar.

Hergé. Kuifje in het land van de Sovjets
Éditions moulinsart/ Casterman