Categorieën
Mike's notities

Column: Natte vingerwerk

Soms lijkt het leven net een telsell-commercial.Al een week of twee loop ik met een of ander halfgaar virus onder de leden. Geen idee wat het is, maar er last van heb ik wel. Kilo’s fruit, een – voor mijn doen – opvallend gezond dieet en veel rust mochten geen soelaas bieden. Mijn huisarts had me telefonisch een homeopathisch middel voorgeschreven, dus ging ik vol goede hoop naar het Zorgcentrum bij mij om de hoek. Het medicijn hadden ze echter niet op voorraad. Gelukkig hadden ze wel een hoop andere goedjes die ik zou kunnen slikken om beter te worden, verzekerde de verkoopster mij. In de winkel werd een nieuwe diagnose als volgt gesteld. Ik moest de duim en wijsvinger van mijn rechterhand met kracht tegen elkaar aandrukken. De verkoopster legde in mijn linkerhand een verpakt medicijn en begon aan mijn duim en wijsvinger te trekken. Wanneer het haar lukte mijn duim en wijsvinger van elkaar te scheiden, betekende dit dat mijn lichaam aangaf dat ik het betreffende medicijn niet nodig had: mijn lijf had er geen behoefte aan. Wanneer mijn vingers stijf op elkaar bleven, betekende dit dat ik het medicijn wél nodig had om beter te worden. Toen dit bij een weerstandversterkend middel het geval was, riep de verkoopster hardop de dosering; corresponderend met de uitkomst van de vingeroefening werd ook deze moeiteloos vastgesteld. Dit was het middel wat me zeker beter zou maken. Of ik even 45 euro wilde neertellen – effect gegarandeerd. Ook een collega van de verkoopster, een aantrekkelijke jongedame die er allesbehalve ziek uitzag, vertelde me met een stralend gezicht dat ze toevallig die ochtend hetzelfde middel had ingenomen toen ze zich niet zo lekker voelde. En kijk nu, ze voelde zich weer helemaal top. En dat slechts in een paar uur. Nu had ik last van koorts en voelde het misschien daardoor alsof ik in een foute telsell-commercial was beland. Noem me sceptisch, maar ik vind het moeilijk te geloven dat de bovenbeschreven vingeroefening op vakkundige wijze kan aangeven wat je lijf wel of niet nodig heeft. Natuurlijk geeft het lichaam een hoop aan en kan het geen kwaad om goed naar ons eigen biosysteem te luisteren, maar het moet wel reëel blijven: anders kun je net zo goed een Biostabiel om je nek hangen. Toen ik even later de winkel verdwaasd verliet, had ik dan ook niets gekocht. Toch maar gewoon fruit eten en goed uitrusten bedacht ik me.

Categorieën
Mike's notities

Het wordt tijd…

Het is een beetje alsof ik langzaam ontwaak en de slaap uit mijn ogen wrijf. The Fat Lady is nog niet aan het zingen, maar staat wel ergens in de coulissen te drentelen en verwarmt haar stem met toonladders. Het gaat niet lang meer duren… nog even. Van de week was ik in Utrecht om Hester te interviewen. De jonge journalisten die ik in de videoserie Starters in Beeld portretteer. De week ervoor had ik haar op Schiphol op video vastgelegd terwijl ze de werkdag van een verkeersleider versloeg. Nu zou ik haar op haar beurt interviewen over haar werk, studie en leven. Ze woont nog nét in het centrum van de Domstad. Hoewel ik tijdens ons gesprek bezig was met camerawerk én op het geluid moest letten, is het allemaal aardig gegaan. Het is dan ook makkelijk spreken met Hester. Het feit dat we drie maanden tegenover elkaar zaten op de redactie van Intermediair, zal daar ook iets mee te maken hebben. Na het interview liepen we door het centrum van Utrecht waar ik nog wat tussenshots van haar heb gedraaid. We kwamen geregeld ‘Te Huur’ borden tegen op de verschillende voorgevels. Wat mij betreft aansprekende borden; de laatste tijd besef ik maar al te goed dat het tijd wordt voor de wind der verandering. Mijn appartement verkeerd in de staat van opknappen of kappen. En aangezien ik het wel heb gezien in mijn locale Tinseltown, is de tijd aangebroken om verhuisdozen te vullen. Ik heb een tijdje nagedacht over de stad waar ik in zou willen wonen. New York schoot te binnen, maar dat is niet heel realistisch op de korte termijn. Bovendien wil ik niet het risico lopen dat ik Arnon Grunberg als buurman krijg… Stel je voor dat hij in het echt wél aardig blijkt te zijn. Je moet er niet aan denken. Maar Utrecht zou wellicht kunnen. Midden in Nederland – middenin het deel dat er toe doet tenminste – en een stad met een dorpse uitstraling. Ik kom er al sinds mijn studie aan de Hogeschool voor de Kunsten en eigenlijk overkomt me altijd wel iets leuks daar. Vorige week nog met enkele striptekenaars gezellig een terrasje bevolkt in de mooie zomeravond. Én de stad heeft een paar aardige bioscopen. Dat kan ik helaas niet zeggen voor het gat waar ik nu woon. De bioscopen die er waren zijn afgebrand of gesloten en de megabioscoop die tien jaar geleden beloofd werd moet nog steeds worden gebouwd. En een filmwetenschapper heeft niet genoeg aan een filmhuis dat zes maanden oude films draait. Kortom, let’s blow this town. Wie dus een aardige woning weet in de Domstad (en er zelf niet wil/kan wonen) mag me mailen. Dan kan The Fat Lady ook weer eens uit haar dak gaan… Ongetwijfeld to be continued…Lees ook: Multimediaal droste-effect en Nog niet dood.

Categorieën
Media Mike's notities

Column: Multimediaal droste-effect

Half negen ’s ochtends. Ik sta op Schiphol Plaza voor mijn afspraak met Hester. Ze is journalist en loopt voor de rubriek ‘De Werkdag Van’ in Intermediair een dagje mee met Hans-Peter Spies, luchtverkeersleider op Schiphol. En ik loop een dagje mee met Hester. Ze is het onderwerp van een nieuwe aflevering van Starters in Beeld. (Vorige week afgestudeerd, zelden vind je zulke verse starters). Dat is een videoserie op IntermediairForward.nl waarin starters worden geportretteerd.Terwijl ik Hester terloops wat vragen stel, haar met één hand probeer scherp te houden in de cameralens en met de andere hand een slok van mijn cappuccino drink, lopen we richting de bus die net voor onze neus wegrijdt. Gelukkig is het bijna droog vandaag.Aangekomen bij de luchtverkeersleiding worden we vriendelijk ontvangen door Marjolein Wenting die de PR regelt. Al snel ontmoeten we ook het onderwerp van Hesters artikel. Hans-Peter spreekt enthousiast over zijn vak en weet in korte tijd uit te leggen wat zijn werk precies inhoudt. Het klinkt als een spannende baan met veel verantwoordelijkheid. Terwijl Hester nauwkeurig noteert, schiet ik af en toe een totaalshotje van hen tweeën, gevolgd door een close-up. Covershots voor later. De zendermicrofoon die Hester omheeft, geeft mooi geluid waarop ook Hans-Peter goed te horen is. Hoewel we het geluid in de uiteindelijke film waarschijnlijk niet nodig hebben omdat Hesters voice-over te horen zal zijn, is het altijd goed om het oorspronkelijke geluid iets zachter op de achtergrond te hebben. Dat verhoogt de realiteitszin van de beelden. Het NOS-journaal werkt ook zo. Als je nieuwsbeelden zonder geluid zou zien, krijgt het geheel iets artificieels. Nieuws wordt dan minder écht.Na het gesprek gaan we naar de ruimte waar hét allemaal gebeurt: het controlecentrum. Hier zitten veel mensen achter grote monitoren de verschillende vluchten in goede luchtbanen te leiden. Het plafond is golvend voor de juiste akoestiek – stemmen klinken zacht op de achtergrond. De plafondverlichting staat laag, wat de ruimte een rustgevende uitstraling geeft. Ik ben er zelf niet zo blij mee, want het is altijd lastig videofilmen als er weinig licht is.Op een gegeven moment verschijnt een fotograaf van het bedrijf in mijn gezichtsveld. Hij wil graag vastleggen hoe ik Hester vastleg die op haar beurt weer de werkdag van Hans-Peter verslaat. Als niet veel later ook nog de fotografe van Intermediair de werkvloer op loopt, is het plaatje compleet. Media registreren andere media. Een live uitvoering van het droste-effect. Eigenlijk is er van een echte werkdag geen sprake: Hans-Peter geeft eerder een demonstratie van zijn werk dan dat hij het uitvoert. Ook een typisch verschijnsel van media en film: om de werkelijkheid vast te leggen wordt ze geënsceneerd. Handelingen worden overgedaan totdat het shot goed is. Uiteindelijk is alles immers een kwestie van interpretatie en selectie. Mij zal je nooit horen zeggen dat we de werkelijkheid weergeven. Alleen dat we een impressie ervan maken die deze hopelijk benadert.Tegen lunchtijd pak ik mijn camera weer in. Ik heb genoeg materiaal verzameld voor de geplande scène in de reportage. Hester zal de rest van de dag nog meelopen met Hans-Peter – uiteindelijk zullen ze nog de verkeerstoren op de luchthaven bezoeken. Voor haar is het immers wel een echte werkdag. Working on top of the World. Volgende week staat het video-interview met deze verse reporter gepland. En daarna duiken we de montageruimte in om het filmpje zodanig vorm te geven dat het een goede impressie geeft van haar werk.

Categorieën
Media Mike's notities

Column: Onwennig

Sinds mijn eigen pc de geest heeft gegeven, zit ik soms een avondje zonder laptop van de zaak. Normaliter is dat niet zo’n probleem, maar afgelopen maandag werd ik ongedurig van de ontwenningsverschijnselen. Geen computer, geen internet. Dus niet even mijn favoriete weblogs afstruinen, niet even mijn mail checken of zelf een stukje posten. What’s a man to do?De televisie bood geen soelaas: als een zombie heb ik een aflevering van Grey’s Anatomy uitgezeten. Een vrouwenserie over de verwikkelingen in een ziekenhuis, waar de perikelen tussen het personeel centraal staan en patiënten en ziekten slechts decorstukken lijken. Geen onaardige serie, maar zo langzamerhand word ik een beetje moe van al die televisieprogramma’s waarin een voice-over het verhaaltje moet rondbreien. Bovendien duren reclameblokken tegenwoordig zo lang, dat ik de interesse in het programma voor het einde van het eerste blok al ben kwijtgeraakt. In lezen had ik geen zin: de hele dag al allerlei stukken doorgenomen. Om toch bezig te blijven heb ik eerst de afwas gedaan, twee wassen gedraaid en opgehangen. Misschien schuilt er een Mr. Hyde in mij die vergelijkbaar is met Truus de Mier? Een enge gedachte. Uiteindelijk een telefoontje gepleegd met de Schone Schrijfster. Een gezellig gesprek dat allerlei ideeën voor nieuwe posts opleverde. Wat restte mij om mijn ontwenningskoorts te blussen? Koud douchen? Een wandeling langs het water? Nee hoor, gewoon vrolijk mijn bed ingedoken. Ik had immers iets om naar uit te kijken de volgende avond als ik de laptop weer thuis had.

Categorieën
Media Mike's notities

Pragmatisch contact

Van de ene (hyper)link naar de andere…

‘In de privésfeer zien we vooral bij jongeren dat zij sneller (en vaker) van partner wisselen en de idee van ‘eeuwige’ trouw weliswaar een mooi ideaal vinden, maar tegelijkertijd afhankelijk maken van een invulling van egocentrische eisen en behoeften. Het is leuk om verschillende vriendjes of vriendinnetjes even uit te proberen, maar niet als het moet uitdraaien op een langdurige en zuurverdiende vertrouwensrelatie – dat kost alleen maar tijd en moeite en leidt af van de instantvervulling van puberverlangens.’

Aldus Henk Blanken en Mark Deuze op blz 98 van PopUp: De botsing tussen oude en nieuwe media.

Ik lees het en herken mezelf hier (voor een deel) in. Ik zie het ook in mijn omgeving: flitsrelaties van een paar weken en dan snel weer door naar een volgende. Alsof je van de ene hyperlink naar de andere doorklikt, totdat ook de laatste webpagina je weer verveelt. Ik bemerk het in mijn eigen houding naar relaties toe… Naast een vast groepje vrienden, ontmoet ik geregeld mensen met wie ik een tijdje vriendschappelijk omga, om ze daarna weer uit het oog te verliezen. Een kwestie van tijd
Misschien is het een kwestie van hoe het leven van een volwassene in elkaar steekt. Een leven waarin door de drukte van werk en andere verplichtingen, de spaarzame vrije tijd goed moet worden ingedeeld. Je merkt in de loop der tijd dat bepaalde mensen je agenda gewoonweg niet meer halen. Contacten verwateren, bewust of per ongeluk. Mensen settelen met een gezinnetje en gaan een nieuwe levensfase in. Anderen verdwijnen in een wolk van onverschilligheid. Net als met alles, blijven alleen de mensen die je boeien hangen – de rest is ruis op de achtergrond.
Is dit een natuurlijke gang van zaken, of is het een teken van de tijd?

Categorieën
Film Mike's notities

Column: Grote verwachtingen

Ik sta te twijfelen tussen twee Bob Dylans: Blonde on Blonde is een klassieker, wordt mij altijd verteld, maar Time Out of Mind bevat ‘Not Dark Yet’, de track uit de film Wonder Boys die ik zo goed vind. Ik besluit ze allebei te kopen, zonder maar een nummer voor te luisteren – daarvoor is het op zaterdag veel te druk.Thuis zet ik vol verwachting de klassieker op en snap bij ieder nummer waarom dit hét definiërende album van Dylan wordt genoemd. Maar Time Out of Mind klinkt verschrikkelijk. Een grote miskoop, denk ik. De volgende ochtend is het echter de eerste cd die ik opzet. Opeens klinkt de vreemde sound van dit album al interessanter, spannend bijna. Niet alleen dat, de songteksten komen door de wat kale arrangementen goed tot hun recht. Na drie keer draaien is dit een van mijn favoriete cd’s van het moment.Onbevangen een product aanschaffen kan tot grote verrassingen leiden. Je hebt geen idee wat je kunt verwachten en dat levert meestal ongekende schoonheid op. Te veel voorkennis kan soms funest zijn. De hoge verwachtingen van de laatste Sam Raimi-film bijvoorbeeld – het derde deel in de Spider-Man-serie inmiddels – maakte de film niet waar. Daarentegen bleek Donnie Darko ooit een openbaring toen ik op een verloren dinsdagavond een willekeurige film uitkoos om de tijd te doden. Soms moeten dingen groeien: muziek die je eerst vreemd in de oren klonk, wordt bij iedere luistersessie beter en beter. Nu heb ik net een graphic novel van Alan Moore aangeschaft die al jaren de lieveling is van vele stripkenners. Ik heb er veel over gehoord en gelezen. Durf er eigenlijk niet aan te beginnen: stel je voor dat ie tegenvalt.

Een versie van deze tekst is gepubliceerd in de rubriek ‘Van die dingen’ in Intermediair #21.

Zie ook: Spider-Man 3 stelt teleur en de recensie van Wonder Boys.
Next: Terug naar Twin Peaks.

Categorieën
Media Mike's notities

Column: Niet voor tere zieltjes

Toen ik van de week het nieuwe album van Avril Lavigne kocht, stond mij een onaangename verrassing te wachten. Bij de eerste keer draaien van dit album vol vrolijk klinkende popliedjes, leek mijn cd-speler af en toe te haperen. Ik draaide het betreffende nummer nog een keer en ontdekte dat bepaalde woorden van de tekst waren weggepoetst.

‘Wat zullen we nu krijgen?’, dacht ik. Verdomd als het niet waar was: diezelfde woorden waren ook in het booklet gecensureerd. Avril gecensureerd?! What the fuck! Een rondje googlen leerde mij dat er inderdaad twee versies van The Best Damn Thing op de markt waren gebracht: een ‘expliciete’ versie en de ‘clean’ versie. ‘Wat nou clean versie?’, dacht ik nog. Avril zingt in een liedje het woordje shit zo nu en dan, en in ‘Girlfriend’ gebruikt ze de term ‘motherfucking princess’ – op mijn exemplaar dus motherf_ing princess, en dat klonk werkelijk nergens naar.Ik hou niet van censuur. Als een artiest bepaalde uitdrukkingen wenst te gebruiken, dan moet hij of zij dat doen. Als een kunstenaar bepaalde symboliek wil gebruiken om een argument kracht bij te zetten, dan is het aan de kunstenaar om die keuze te maken.

Nu begrijp ik best dat puriteins Amerika kleine kinderzieltjes wil beschermen, en dat er dus een gecensureerde versie wordt uitgebracht om het K 3-publiek tegemoet te komen. Maar zet dat gvd dan ook gewoon op de verpakking. Een nietsvermoedende consument die niet op de hoogte is van het feit dat het werk van Avril gemutileerd is uitgebracht, weet dan dat hij een aangetaste versie mee naar huis neemt. Er wordt immers ook een sticker geplakt op de oorspronkelijke versie (je kent hem wel: Parental advisory, explicit content – standaarduitrusting voor cd’s die volgeluld worden door ‘gangsta’s’….). Doordat er op de ‘clean-version’ niets hierover staat aangeduid, wordt deze versie als de norm beschouwd. En dat klopt natuurlijk niet: de boze taalversie is de oorspronkelijke versie – want dit is de visie van de kunstenaar – en de opgeschoonde versie is de aangepaste.

We leven kennelijk in de omgekeerde wereld. Waarbij censuur de norm wordt, waarin je woorden in de mond worden gelegd, en zodra je iets anders wil bezigen, je wordt gezien als afwijkend of corrumperend. (Ik zeg: De Bond tegen het Vloeken.) Toen ik met mijn cd terugging naar de winkel was de verkoopster erg verbaasd over het feit dat er überhaupt een aangepaste versie bestond. Toen bleek nog eens dat de normale versie alleen te krijgen was in combinatie met een dvd die de prijs deed stijgen. Ja, je leest het goed: wie de oorspronkelijke versie wil bezitten moet extra betalen voor de cd. Deze kreeg ik echter zonder morren mee voor de oude prijs. Gelukkig waren er nog een paar mensen in de wereld die wel fatsoenlijk konden denken. Laten we hopen dat ze dat bij RCA, Sony/BMG, het label waar Avril haar werk uitbrengt, ook eens gaan doen.

Opmerkelijk feit: op de strong language-versie zit op de achterkant een sticker voor de Duitse markt, waarop een minimale leeftijd van zes jaar wordt aangegeven. Kijk, daar leven ze zich in ieder geval in de klant in: kinderen onder de zes verstaan natuurlijk geen Engels en hebben dan wel genoeg aan de goedkopere gecensureerde versie. Boven de zes mogen ze in Duitsland gewoon genieten van de oorspronkelijke muzikale visie van de artiest. Dat is nog eens klantvriendelijk!

Categorieën
Mike's notities

Nog niet dood

‘I was thirty. Before me stretched the portentous, menacing road of a new decade.’
– The Great Gatsby, F. Scott FitzgeraldVandaag word ik dertig. Nu heb ik nooit veel waarde gehecht aan leeftijd en vier ik mijn verjaardag al jaren niet meer – toch hield de laatste weken een akelig gevoel huis in mijn ziel. Een gevoel van onvrede en het voorzichtige besef dat ik als een stuurloos bootje over de zee des levens vaar. De jaren tikken door, maar welke kant gaat het op?Ik heb me altijd voorgehouden dat ik rond mijn dertigste maar eens ‘volwassen’ moest worden. Het feit dat ik sinds zes maanden een vaste baan heb (na een periode van freelancen) is daarmee alvast een stap in de goede richting. Gelukkig maak ik daarnaast vooral tijd voor leuke dingen: afspreken met vrienden, bloggen, films kijken. Het is dan ook al weer een tijdje geleden dat ik met een langdurig creatief project bezig was. Er gingen laatst wat projecten niet door (onder andere een strip- en een filmproject) en daardoor had ik even genoeg van het gezeul met concepten. Ik geniet dan ook van de luwte, terwijl er stilletjes wel ideeën beginnen te broeien. Keuzes
Ik begin zo langzamerhand wel te beseffen dat ik bepaalde keuzen steeds uitstel: blijf ik in dit huis wonen, en als ik ga verhuizen, waar naartoe? Er is veel wat ik uitstel en voor me uit schuif, alsof het leven eeuwig duurt. Wat natuurlijk niet het geval is. Maar het uitstellen van keuzes is in zekere zin ook een manier van kiezen: je kiest er immers voor nog even geen beslissing te nemen. Bij nader inzien blijkt de status quo dus constant in flux. Iedere dag maak je onbewust bepaalde keuzen opnieuw: ‘nog even deze baan en dan’, ‘morgen boek ik die vakantie écht’, ‘ik ga haar nu echt bellen, zodra ik tijd heb’, ‘vandaag begint een frisse start’ etc… De paradox die ik vandaag voel, wordt mooi verwoord door Bob Dylan:

I was born here and I’ll die here against my will
I know it looks like I’m moving, but I’m standing still
Every nerve in my body is so vacant and numb
I can’t even remember what it was I came here to get away from
Don’t even hear a murmur of a prayer
It’s not dark yet, but it’s getting there.

Bob Dylan – Not Dark Yet

Hoe het ook zij, vandaag maak ik maar één keuze: ik doe niet mee met de oranjegekte buiten mijn huis; ik sluit me af van de wereld en duik in een stapel goede strips en geselecteerde cd’s. Je mag op je verjaardag immers doen wat je wilt – ook als je het niet viert. Next: recensie Spider-Man 3

Categorieën
Mike's notities

Afwezig aanwezig

Soms heb je gewoon je dag niet en kun je maar het beste faken dat alles lekker gaat. Gisteren was echt zo’n dag dat ik beter in mijn bed had kunnen blijven. De dag begon aardig en vol enthousiasme stapte ik de trein in. Toen ik echter twintig minuten op Haarlem CS op de bus moest wachten, begon er een klein groepje donkere wolken boven mijn hoofd te formeren. In de loop van de dag werd mijn humeur er niet beter op. Ik had een deadline voor een heel kort artikel. Zoals het vaak gaat: hoe korter een stukje tekst moet zijn, hoe moeilijker het is om te schrijven en dus ook hoe langer het duurt om iets fatsoenlijks af te leveren. Ondertussen kwam ik maar niet achter de gereserveerde edit-set te zitten waar ik nog vier filmpjes moest afmonteren. Ik kampte met grote concentratieproblemen en vond alles op mijn bureau interessanter dan de computer voor mijn neus. Misschien kwam het door de onverwachte verschijning van een spook uit mijn verleden vorige week, wat een beerput aan slechte herinneringen naar boven had gebracht. Misschien kwam het doordat de koffieautomaat al uren defect was. Of was misschien toch de tropische temperatuur in het kantoor en erbuiten, waardoor de processors in mijn hoofd oververhit aan het raken waren, de oorzaak van mijn arbeidsverzaking. Hoe dan ook, er kwam niets fatsoenlijks uit mijn vingers. Toen ik nog freelancer was en voor mezelf werkte, had ik ook wel eens zo’n dag, maar dan stopte ik gewoon met werken en ging ik wat anders doen. Die luxe had ik nu natuurlijk niet. Dat is het nadeel als je in loondienst bent – je wordt geacht acte de presens te geven, ook als je hoofd er even niet naar staat. Zodoende was ik afwezig aanwezig. Hard fakend dat ik drukdoende mijn werk deed. Gek genoeg was dat de juiste formule, want door het faken ging ik vanzelf aan de slag en kwam het artikel – weliswaar met pijn en moeite – toch af. En ik was meteen even van de spoken in mijn hoofd verlost.Lees ook (of niet): Schrijfblokkade.

Categorieën
Mike's notities

Column: Koffie & Jezus

Over koffie doen verschillende geruchten de ronde – de een zegt dat het geen kwaad kan en een stimulerende werking heeft, de ander beweert dat je na een tijdje juist slaperig wordt van koffie. Ik heb het allemaal wel een keer gehoord en mijn eigen conclusies getrokken. Wanneer ik na vijf kwartier forensen eindelijk op mijn werk aan kom, ben ik, door al het lezen onderweg, weer behoorlijk duf geworden. Na het opstarten van mijn computer is de volgende stop de koffieautomaat om mezelf weer te verkwikken. Nou moet ik zeggen dat we alleen automatenkoffie tot onze beschikking hebben en dat ik in mijn leven wel beter heb geproefd. Toch, voor kantorenkoffie is het een redelijk bakkie. Ik heb een voorkeur voor cappuccino, maar drink anders mijn oppepper graag met melk en suiker. De zwarte koffie is niet op en top uit de automaat. Toch kan ik echt uitkijken naar die eerste kop in de ochtend; in het aroma ligt de belofte van een mooie dag verscholen.Na de eerste kop beginnen de radertjes in mijn hoofd weer te werken en ga ik aan de slag. In de loop van de dag wordt deze routine geregeld herhaald. Naast het beoogde effect heeft koffie ook een sociale functie. Ik ontmoet geregeld collega’s bij de automaat en soms komen daar gezellige en nuttige gesprekken uit voort. Daarbij is een rondje koffiehalen voor je collega’s een goede manier om een goede kant van jezelf te laten zien, of een goede kant te faken. Of de mythe van cafeïne nu waar is of niet, maakt eigenlijk niet zoveel uit. Als je gelooft dat iets werkt, dan werkt het negen van de tien keer ook. Het placebo-effect blijft niet beperkt tot nepmedicijnen, het geldt zowel voor koffie als voor de meeste religieuze levenshoudingen. Wat dat betreft is het vertrouwen in koffie en het geloof in Jezus gelijk aan elkaar. Als je er maar hard genoeg in gelooft, werkt alles.

Categorieën
Film Mike's notities

Column: Goddelijke ellende

Het wel of niet geloven in een hogere macht blijkt iedere keer weer een heet hangijzer te zijn en mensen snel in een voor of tegen kamp te brengen. Wat mij betreft hadden ze de idee God zo snel mogelijk mogen vergeten.‘God is a concept, by which we measure our pain’, zong John Lennon in het nummer The Dream is Over. De uitvinding van het concept God is wat mij betreft gevaarlijker dan de uitvinding van de atoombom. Hoewel de fall-out van een atoomexplosie voor decennia grote schade aanbrengt aan een relatief beperkt gebied, brengt het geloof in een God al millennia niet te berekenen schade aan over de gehele wereld. Op zich is het geloven in iets hogers dan jezelf niet slecht. Een individu kan er veel troost en kracht uit halen. Zolang deze overtuiging een individuele bezigheid blijft. Het gaat echter mis zodra er rondom een godsidee een collectief ontstaat en mensen voorwaarden aan je overtuiging gaan stellen – het zogenaamde dogmatisch denken komt immers altijd met geboden, beperkingen en uitsluitsels. Zodra iemand claimt de ware versie van de almachtige te kennen, betekent dit automatisch dat de andere versies fout zijn. En dan begint het gelazer. Onderdrukking, uitsluiting, zelfmoordaanslagen, oorlog – allemaal in de naam van het goddelijke gelijk.Dogma
Wat dat betreft had Kevin Smith het met zijn film Dogma naar mijn idee bij het juiste eind. Smith, zelf katholiek, wil met de film uitdragen dat het soms beter is om een vermoeden of een aardig idee te hebben van iets goddelijks, zonder dit gelijk te gieten in een geloofsstructuur. Dit wordt duidelijk gemaakt in de dialoog tussen Rufus (Chris Rock), de dertiende apostel, en Bethany (Linda Fiorentino), de laatste telg uit de Jezus-familie:

Rufus: He [God, red.] still digs humanity, but it bothers Him to see the shit that gets carried out in His name – wars, bigotry, televangelism. But especially the factioning of all the religions. He said humanity took a good idea and, like always, built a belief structure on it.

Bethany: Having beliefs isn’t good?

Rufus: I think it’s better to have ideas. You can change an idea. Changing a belief is trickier. Life should malleable and progressive; working from idea to idea permits that. Beliefs anchor you to certain points and limit growth; new ideas can’t generate. Life becomes stagnant.

Alanis
Natuurlijk ontkwam Smith niet aan het probleem dat op het moment dat God daadwerkelijk een personage werd in zijn Dogma, hij het concept vaste vormen moest laten aannemen. God moest gecast worden. De hele film wordt naar God verwezen als Hij en Zij, maar uiteindelijk neemt de goddelijke aanwezigheid de vorm aan van Alanis Morissette. Je zou je een slechtere casting kunnen voorstellen dan een getalenteerde zangeres uit Canada die bovendien een esthetisch verantwoorde uitstraling heeft. Ze zet een ontwapenende god neer die niet gespeend is van een flinke dosis humor, speelsheid en compassie. (Als God werkelijk Alanis zou zijn, had ik dit stukje natuurlijk niet hoeven schrijven en had ik me graag overgeleverd aan haar genade. ;))Veel christenen in de States vonden de film natuurlijk aanstootgevend, want er was iemand anders die zijn interpretatie op ‘hun’ collectieve idee losliet. Zodra God geclaimd wordt begint immers het gedonder. Daarom zou het goed zijn als iedereen zijn god lekker voor zichzelf houdt en voor de rest niemand lastig valt met zijn visie. Tenzij die visie een goede film oplevert natuurlijk.

Lees ook (of niet): GvD!

Categorieën
Mike's notities

Geestelijk ongesteld

Het is weer zover en ik herken ’t meteen…De zon schijnt, mensen lopen met lekkende ijsjes, met elkaar of beschilderde eieren over straat. Maar dat kan me niet deren. Het is weer zover, ik weet ‘t. Zo nu en dan heb ik er last van en daar is niets aan te doen. Ik geef me eraan over en weet dat het wel weer over zal waaien. Ik heb geen zin om iets te doen, geen zin om buiten te zijn, mensen te zien, de telefoon op te nemen. Laat mij maar even sololeven. Geen puf om op te ruimen, verhalen te schrijven, het nieuws te vernemen. Het enige wat ik kan doen, is rustig binnenblijven, cd’tje draaien en in mijn eigen sop gaar koken tot het weer voorbij is. En dat gaat het uiteindelijk ook wel – niet vandaag, dan maar morgen. ‘Geestelijk ongesteld’ noem ik het. Zo’n moment dat je genoeg hebt van alle prikkels en signalen van buiten, van vluchtige contacten die verwaaien, loze woorden, beloftes en lauwe passies. Genoeg van het nadenken over toekomst en verleden – ik verblijf liever even in een passief heden. Niet meer denken aan…; niet meer dromen van… Even niets, behalve mezelf en de rauwe stem van David Pirner (Soul Asylum) die een poëtisch verhaal zingt over de schaduwzijde van het leven. Daar wil ik even in blijven, die schaduw die me aan het zicht van anderen onttrekt. De muziek biedt troost, warmte en doet me langzaam beter voelen.Langzaam komt de zin weer terug in mijn leven. Nog even… nog even…