Categorieën
Mike's notities

Vrijdagmiddag: Niet-nostalgisch weerzien

Vrijdagmiddag leek Amsterdam niet meer droog te zullen worden. Ik toog met een zware weekendtas vol mooie verwachtingen van het aankomende weekend in Arnhem door het centrum op weg naar het Crea Café.
Toen ik nog studeerde aan de UvA kwam ik daar vaak. Gezellig wat drinken met studiegenoten, films bespreken én kennismaken met medestudentes. Crea was ook een prima plek om zo nu en dan, anoniem tussen de drukte, wat te lezen of gewoon uit het raam te staren en te genieten van een warme cappuccino. Ik was er jaren niet geweest. Er waren wat tafeltjes en nieuwe gezichten bijgekomen, al herkende ik de barman meteen. Die stond er toen ook al. Misschien was hij nu bedrijfsleider. Ik hoopte het voor hem. Studiegenoten
Ik had een afspraak met L.D., een oude bekende van mijn studietijd. Zij deed tv, ik film. We hadden elkaar al zo’n twee jaar niet gesproken, tot die verrassende ontmoeting op Festival de Beschaving een paar weken eerder. Toevallig bedacht ik me net die week dat ik haar weer eens moest bellen. Misschien kwam het omdat ik een favoriete tv-serie uit die tijd op dvd aan het kijken was, dat ik zo aan oude studiegenoten zat te denken. Veel van hen had ik uit het oog verloren. Zo gaat dat. Maar het tij is soms te keren. Binnenkort moest ik ze maar eens mailen om te horen wat ze tegenwoordig allemaal doen. L.D. was inmiddels afgestudeerd en druk bezig met een paar mediaprojecten. Het was leuk om haar weer te zien. Binnen een half uur waren twee jaar overbrugd en praatten we met elkaar alsof er nooit een contactstilte was geweest. Terwijl we meer over het nu dan het verleden praatten, kwamen er allerlei studenten om ons heen lunchen – de nieuwe garde. De vroeg-twintigers leken jonger dan ooit. Het decor was hetzelfde als toen, en de handelingen die erin plaatsvonden ongetwijfeld ook. Toch voelde ik een onoverbrugbare afstand tussen hun wereld en de mijne.Heden
Die middag kwam het verleden niet tot leven; de stemmen van toen bleven verstomd. Nostalgie is voor oudere mensen. Daar waren L.D. en ik nog niet aan toe. We waren bezig met het leven na de studie. Het vinden van de juiste plek in de wereld, nieuwsgierig naar waar de reis naartoe ging, niet waar we al geweest waren. De fundamenten van de toekomst waren gelegd, maar er moest nog serieus aan worden gebouwd.

Het terras van Crea, vlak voor het lunchuur.

Studietijd
L.D. miste het studieleven niet zo. Ik eigenlijk ook niet. Wie mist er immers dagen blokken voor tentamens en lange, soms saaie hoorcolleges? Nou ja, de avondjes gezamenlijk films kijken, het bezoeken van lezingen, filmtheorieën bediscussiëren en de sociale contacten miste ik wel. En het na college rondhangen in Crea was altijd aangenaam. Studie-uitstelgedrag was namelijk een heerlijke bezigheid. Vrijheid om je eigen tijd in te delen: de natte droom van menig dertiger met een vaste baan. L.D. en ik namen afscheid met het voornemen snel weer te bellen. Terwijl ik richting het Spui en The American Book Center liep, ook ontdekt tijdens mijn studietijd, begon het weer zachtjes te regenen.Lees verder: Vrijdagmiddag (2): Geestverruimende middelen en nachtwezens in The ABC.

Categorieën
Mike's notities

Fuck multitasken: Een paar maanden later

Terwijl ik gezellig met een vriendin in het Crea Café zat te praten, werd ik gebeld door een redacteur van Rondom 10, het discussieprogramma van de NCRV. Hij zocht mensen voor de uitzending over ‘infostress’ en had op mijn blog een column gelezen waarin ik het multitasken vaarwel zei. De redacteur wilde weten of ik nog steeds last had van een overdosis informatieprikkels, of ik me liet afleiden door mijn omgeving of dat alles sinds die column beter was geworden.De column was uit maart dit jaar. Is er in de tussentijd veel veranderd in mijn leven wat betreft het multitasken? Eigenlijk wel. Ik werk tegenwoordig niet meer op een drukke redactie vol ruis afkomstig van hardwerkende collega’s. Ik werk lekker thuis in alle rust achter mijn Mackie. Toch staan er de laatste tijd weer heel wat Firefox-windows open en is de straat waarin ik woon zelden gespeend van rumoer. Maar als ik me echt wil concentreren op een tekst, dan gaan radio en e-mail uit. Ook de telefoon mag een paar uurtjes offline als ik rustig wil werken. Dat bevalt best moet ik zeggen. Lege momenten
Toch is mijn leven tegenwoordig lang niet multitask-vrij: ik gebruik internet voor mijn stukken, dus het online woordenboek en google staan altijd paraat. Ook is schrijven met de juiste muziek vaak een must. Op momenten dat ik even over een zin of paragraaf moet nadenken, klikken mijn vingers al naar m’n netvibespagina om nieuwe blogsposts te checken of naar mijn inbox om te zien of er nog nieuwe mail is binnengekomen. Het zijn dus vooral de lege momenten waarin ik op zoek ga naar nieuwe prikkels.
Willen we allemaal het leven ten volle benutten. Geven we ons daarom over aan gelijktijdige informatiestromen? Is het dus slechts een kwestie van er zoveel mogelijk uithalen? Of zijn we allemaal bang om ons te vervelen?
Tijdelijk
Overigens denk ik dat al het gepraat en gepubliceer over lifehacking, tips en software om met de informatiestroom om te gaan, een tijdelijke trend is. We zitten in een overgangsfase waarin we vooral aan het wennen zijn aan de nieuwe applicaties die de nieuwe media met zich mee brengen. De jongere generatie kan al schijnbaar veel beter omgaan met de verschillende informatieprikkels. Dat is een van de conclusies die in de uitzending van Rondom 10 naar voren kwam. Ik denk dat dit ook klopt. Het is dus gedeeltelijk een generatiekloof. Toch heb ik goede hoop voor mezelf en mijn generatiegenoten. Uiteindelijk zullen we beter leren omgaan met de nieuwe media en samenvallende informatiestromen. Overigens hoeft dit niet meteen te betekenen dat we allemaal ultieme multitaskers worden. Er zijn dan ook al tegengeluiden te horen tegen het multitasken.Aandacht als oplossing
Volgens Marjoleine de Vos in de NRC van zaterdag 6 september, moeten we dat multitasken helemaal niet als een ideaal zien. Zij pleit er voor dat we weer één taak tegelijk uitvoeren:

‘Seriële volle aandacht (SVO), dat moet het nieuwe ideaal zijn. Niet langer het ouderwetse ideaal van je hele leven aan één ding wijden – dat is voorbij, althans voor de meeste mensen. Net zoals het levenslange huwelijk voor de meeste mensen niet meer bestaat. Maar zoals het ‘vrije huwelijk’, met afgeschafte jaloezie en meerder partners tegelijk en naar believen, voor bijna niemand werkte, zo werkt ook de vrije aandacht, de altijd verdeelde, niet. Seriële monogamie is het antwoord van veel mensen op de teloorgang van het ouderwetse huwelijk geweest, seriële volle aandacht zou wel eens het antwoord kunnen zijn op de multitask-ellende.’

Dat betekent in de praktijk dus veel signalen negeren, planmatig werken en je niet laten afleiden. Maar hoe lang kun jij het sms-signaal van je telefoon negeren voordat je je werk laat liggen en het berichtje leest? Als ik het bericht heb gelezen, voel ik ook vaak de drang om meteen te antwoorden.Uitzending
Overigens zul je mij niet in de uitzending van Rondom 10 terugzien: mijn mening kwam te veel overeen met een van de gasten die al was uitgenodigd en ze zochten zoveel mogelijk uiteenlopende visies. Het was in ieder geval interessant om eens ondervraagd te worden over het onderwerp.
Na het telefoongesprek ging ik weer fijn verder met mijn een-op-een gesprek in het café – wat mij betreft nog steeds de prettigste manier van communiceren. Wordt ongetwijfeld vervolgd…
Hoe staat het met jou en multitasken? Ga je er goed mee om met alle informatieprikkels of concentreer je je op één ding tegelijk?
Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Kuttent.nl aflevering 2: Panache in Breda

Collega-journalist Gerard en ik besloten na een slechte restaurantervaring om verschillende eettentjes door heel Nederland testen op hun kut-gehalte. De rubriek Kuttent.nl was geboren. Iedere tent zou beoordeeld worden op een schaal van één tot vijf. Een restaurant met vijf kutten zou in deze berekening de slechtste zaak zijn die je je maar kon voorstellen. Diarree gegarandeerd, zeg maar.René van Densen, bedenker en moderator van Kutbinnenlanders.nl had recent een gastronomische kut-ervaring en wilde deze graag delen met de rest van bloglezend Nederland. Aflevering 2 van de reeks Kuttent.nl was een feit. Lees en huiver. Deze tekst is niet geschikt voor gevoelige lezertjes. Als vegetariër die plots zin heeft gekregen in friet en een snelle hartige hap erbij kun je meestal niet heel veel kanten op, afhankelijk van de grootte van de stad waar je je in bevindt. In de middelgrote- tot kleine steden is het behelpen met een kaassoufflé en misschien per ongeluk een verdwaalde extra optie in een vergeten snackbar in of andere uithoek. Als zodanig ben ik dan ook redelijk wat gewend qua uithoek-snackbars. Als zo’n zaak een smoezelig voorkomen heeft en een interesse-prikkelende naam ben ik al snel bereid naar binnen te stappen. Wat ik echter in Breda bij ‘Panache’ aantrof, heb ik nog nooit meegemaakt.Achterbuurtbewoners
Met een verdwaalde tafel-met-kruk aan de wand is de voornaamste eet- en zitplaats in dit smalle tentje pal aan de bestel ‘bar’. Bij binnenkomst keken verlopen achterbuurtbewoners – een term die ik niet licht gebruik – compleet met groezelige kleding en gouden kettingen, lauwtjes op en een licht sjacherijnig kaal personeelslid nam uitgebreid de tijd voordat hij kwam vragen wat ik zoal moest. Ik had vooral het snackbarretje een kans gegund wegens de vermelding ‘groentekroket’ op hun kaart, dus bovenop een portie friet speciaal bestelde ik dat.
De bediening duurde lang en mijn ‘kok’ liep erg geïrriteerd rond dus dwaalden mijn ogen maar wat rond. Drie deuren met grote, opvallende opschriften trokken de aandacht: ‘privé’, ’toiletten’ en, ik kon het even niet geloven maar echt waar, ‘danger’. Hoewel ik in een licht avontuurlijke bui was, merkte ik dat mijn lichaam de toiletruimte wou verkennen dus liet ik deze laatste mysterieuze deur ongemoeid. Het zou duidelijk toch wel eventjes duren voordat ik mijn ‘snelle’ hap tot mij kon nemen, dus was een sanitaire stop een prima optie, dunkte me.De grote boodschap
Interieur van het toilet: uiterlijk redelijk schoon voor een snackbar. Na een korte zit-sessie merkte ik echter plotseling op dat er nergens een toiletrol te bekennen was. Geen hand-afveeg servetten, niks, nada. Gezien de Grote Boodschap die zojuist onder mij het diepe in geplonsd was, baarde dit mij licht zorgen. Doorspoelen van eerder genoemde boodschap bleek ook onmogelijk aangezien het water de waterdruk van een druppelkatheder bleek te hebben.
Voorzichtig, met de onderbroek zo los mogelijk in mijn broek om textielmatige afveegresultaten te voorkomen, liep ik het toilet weer uit om aan de norse kale man te vragen waarom er geen toiletpapier aanwezig was. Een bozig verhaal werd mijn deel: “Ja, als ik dat daar hang kan ik iedere avond om de drie kwartier met mijn hele arm in die plee gaan zitten wroeten,” (Smakelijk) “we krijgen hier enkel van dat stappubliek hè en dat komt hier dan eigenlijk allenig om te kotsen en weetikwat.” Ondanks enkele rechtstreekse verzoeken aan de man of ik anders toch even een paar velletjes mocht om nog even terug in het toilet zo een en ander af te ronden, drong het maar niet tot hem door dat ik slachtoffer aan het zijn was van het gedrag van de kwaaien onder zijn klandizie. Na een minuut of tien gaf ik de hoop op een zinnige uitkomst van deze situatie op en wandelde naar buiten, om enkele deuren verder – in overigens een prachtig establissement met warm jong fris personeel en een fraai verzorgd toilet – de kwestie af te handelen.Was ik een verstandig man geweest, dan was ik daar gebleven, maar ik had reeds in Panache besteld, en bovendien was mijn avontuurdrift inmiddels aardig geprikkeld, dus ik wandelde tegen beter weten in terug de snackbar in.Spetters vet
“Groentekroketten zijn op,” zei de man die duidelijk op mij gewacht had om dit me mede te kunnen delen. “Ik dacht dat we ze nog hadden maar dat blijken goulashkroketten te zijn. Zelfde kleur hè.” Ik besloot, wellicht aan de overmoedige kant, een broodje gebakken ei te nemen bij mijn friet speciaal. Terwijl het bereid werd, tuurde ik de tent wat meer rond en telde zo’n elf (vermoedelijke) overtredingen van de keuringsdienst van waren. Hoewel de cola-automaat naast het afwas-gedeelte van de aanrecht / bakplaat stond, was de zijkant duidelijk met forse spetters vet besmeurd. Boven de automaat klonk plots een harde knetterpats. De kale man zag mij even schrikken. “Da’s de elektronische vliegenvanger,” verduidelijkte hij me.De frieten werden op zich nog optimistisch op een fraai bordje opgediend, met heus bestek (dat schoon was, moet worden gezegd). Jammer alleen dat het een wat viezige, nietniet- of netteveel-gebakken substantie was, waar de ‘speciaal’ niet veel meer aan kon redden. PatsZZZZ vloog nog een vlieg zijn felblauwe electronische dood tegemoet. Na een, vooral door stevige trek gevoedde, dappere poging zoveel mogelijk van de friet naar binnen te krijgen werd ook het witte bolletje gebakken ei geserveerd, ditmaal op enkel een servetje.
PatsZZZZ.
Geen extra’s
Het eigeel droop aan alle kanten van het broodje bij de lichtste aanraking al over mijn vingers, over het servetje, op de bar, noem maar op. Peper, zout of iets anders ‘extra’s’ was duidelijk te veel moeite om voor de gebruikelijke klandizie te doen. Evenals de kwestie rondom het toilet, waar de man zich toch nog een beetje – in herhaling vervallend hier en daar – voor zat te verontschuldigen. “Dan kun je nagaan dat hij nu op zich schoon is,” zei hij nog, “want dat hoeft eigenlijk ook niet van de baas. Dat papier, dat mág echt niet van hem, maar zoals het toilet er eerst uitzag, man, je had je ogen niet geloofd.” PatsZZZZ.Het had iets ontroerends, deze man die onder blijkbaar tyrannieke omstandigheden in een hopeloze snackbar er toch optisch nog iets van probeerde te maken. Zo waren de muren, de bar, de grill enzovoorts duidelijk wel net genoeg schoongemaakt om schoon te lijken. Hoewel ik zelfs nog flink moeite moest doen om zijn aandacht te trekken om af te mogen rekenen, was hij vermoedelijk de meest competente en goedbedoelende medewerker van het hele establissement. Ik besloot het groezeligste snackbarretje dat ik in heel mijn leven heb mogen bezoeken, te verlaten zolang ik mijn maaltijd nog binnen kon houden, en niet verder te vragen naar wat er zich achter de ‘danger’ deur bevond. Dat kon inmiddels enkel nog tot de verbeelding spreken, immers. Terwijl ik naar buiten liep, vloog nog een vlieg vrijwillig naar het hiernamaals.
PatsZZZZ.Eindscore Panache: vier kutten.Lees ook: Aflevering 1: De Smikkel te Haarlem (als je durft!)

Categorieën
Mike's notities

Kroegliedjes: ‘Barstool’ van Gary Jules

Sommige liedjes weten je te ontroeren, zonder dat je precies weet waarom. Het nummer ‘Barstool’ van singer-songwriter Gary Jules is zo’n nummer.
Barstool‘ staat op het album Trading Snakeoil for Wolftickets uit 2001. Jules nam het album naar eigen zeggen voor 100 dollar op in een kelder en bracht het in eigen beheer uit. Trading Snakeoil for Wolftickets werd een kritisch succes en werd later door een officieel label in Europa uitgebracht. ‘Barstool’ staat bijna aan het einde van deze makkelijk in het gehoor liggende verzameling liedjes, en wordt gevolgd door het veelbekendere ‘Mad World’ uit de film Donnie Darko (Richard Kelly, 2001). Levenswijs orakel
‘Bartstool’ begint met een relaxte strijk van de vingers over de snaren van een akoestische gitaar. Daarna telt Jules af. Jules zingt over hoe hij een oude man treft aan de bar. Deze man vertelt hem een verhaal in ruil voor een drankje. In het echt zijn dronkaards met wijze raad, wiens woorden rieken naar alcohol, vaak afstotelijk. In liedjes zijn het levenswijze orakels die precies het juiste weten te zeggen. In ieder geval als de woorden zijn opgetekend door Jules.

You just stay in the bar
For as long as you can
As long as you’re drinking
Then you’ve got the world in your hand

De barkruk biedt een vrijhaven van al het gedoe in de wereld. Hier komen gekwetste zielen tot rust, en kunnen ze hun zonden wegdrinken met een glas whisky – of een fles als ze veel hebben weg te spoelen.

There’s no shame in hanging your world by a string
And you know there’s no harm in not thinking a thing
But trying to find a place for yourself in this world
Is like trying to make a wife of an American girl
If you’ll trade me a drink for a story or two
Then you’ll know what you need to do

Comfort in herkenning
Echte antwoorden heeft de oude man niet. Wel spijt en een gebroken hart:

(You know love is for sissies
It’s whiskey that makes you a man)

Had je iets anders verwacht van een dronkaard? Maar dat maakt niet uit. De melodie, de woorden, ze bieden troost. Soms geven holle frasen het juiste comfort. En als je aangeschoten bent, klinken dingen al snel goed.Weten dat anderen net als jij het leven iedere de dag improviseren en niemand echt weet waarom alles is zoals het is, is een geruststellend gegeven. De oude man wankelt, gewapend met drank in zijn buik, de kroeg uit, klaar om de wereld wederom te trotseren. Hij laat Jules achter met de rekening. Jules heeft niet genoeg geld bij zich en schuift aan bij een iets jongere man dan hij die aan de bar zit en begint op zijn beurt een verhaal te vertellen:

You just stay in the bar
For as long as you dare
As long as you’re tipping
Then you’ve got a good friend somewhere

Ijzersterk is het einde van ‘Barstool’: het lijkt plotseling op te houden in een open noot. Na een korte stilte volgt er een coda waarin de piano het thema nog eens herhaald. Net als de geschetste situatie in de woorden. Prachtig nummer vind ik het. Hier een audioclip van YouTube:Lees ook:

Categorieën
Daily Webhead Mike's notities Video

Berlijn (5): Video-impressie

Tijdens mijn verblijf in Berlijn heb ik een aantal foto’s geschoten van de street art aldaar. (Lang leve de Sony Ericsson met cybershot.) Hieronder een video-impressie van wat L. en ik in Berlijn gezien hebben.

Voor een versie van betere kwaliteit (Pal DV – quicktime), klik hier.

Street Art Berlin from Michael Minneboo on Vimeo.

Het hele Berlijn-reisverslag op een rij:

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (4): Ich bin kein Berliner…

Hoewel de meeste Berlijners die we spreken goed Engels spreken (beter dan mijn Duits in ieder geval), loopt de communicatie niet geheel vlekkeloos.L. en ik verblijven in een bescheiden hotel in de wijk Prenzlauern Berg. De eerste avond maak ik een ‘goede indruk’ bij onze Duitsche receptioniste, als zij al kauwend onze sleutel aanneemt en ik haar ‘gesundenes fressen’ toewens. Ze schrikt hier duidelijk van en kijkt me verbaasd aan. Ik stamel in het Duits dat we dit in Holland tegen elkaar zeggen als we gaan eten. ‘Wij zeggen dat alleen als dieren eten,’ zegt de receptionist. ‘In Duitsland zeggen we Bon appetit!’ Oh. Ik zal wel te veel Jiskefet gekeken hebben. Lost in translation
Misschien moet ik het vanaf nu maar bij Engels laten, want van die vier verplichte jaren Duitse les op het vwo is verdammt wenig overgebleven. Koffie bestellen gaat nog, maar complexe zinnen met meer dan vier woorden, spreek ik vooral in onverstaanbaar gestamel uit. Wat dat betreft was mijn omgang met de locale bevolking in Edinburgh indertijd een stuk makkelijker. ‘Ich bin kein Berliner…’Duidelijke taal
Op de tweede dag gaan we in een eetgelegenheid zitten voor de lunch. Het restaurant zit vast aan een creatief centrum dat veel weg heeft van het Westergasfabriek-terrein in Amsterdam. De ober met Egyptisch voorkomen ploft de menukaarten op tafel en blaft ons in snelgesproken Duits af, alsof het hem irriteert dat we de taal niet goed spreken. Tegen een stel jonge Duitse meiden doet hij even later poeslief. We staan op en besluiten onze lunch ergens anders te eten. Dat doen we in een gezellig (selfservice) bakkerijtje in een van de straten die in het Franse kwartier liggen. Het is dat er om ons heen Duits wordt gesproken anders zouden we ons in Parijs wanen. Dikke vrouw
Berlijn lijkt op iedere straathoek wel een verrassing in petto te hebben. Zo staat in dezelfde Franse buurt een boekenboom. Wie zich aanmeldt bij de betreffende stichting kan mag daar een boek uithalen mits je er een boek voor teruglegt. Niet ver van de boekenboom zien we een verontrustende polaroid op straat liggen van een naakte dikke vrouw die met haar kruis richting de cameralens, op bed ligt. De polaroid ligt op de stoep en lijkt welhaast met opzet zo neergelegd. Het schokkende beeld blijft nog lang op mijn netvlies plakken. Wat we ook geregeld tegenkomen is een ouderwetse kauwgomautomaat. De kauwgomballen lijken niet meer ververst te zijn sinds het vallen van de muur. Waarschijnlijk worden ze niet meer als zodanig gebruikt, maar doen ze dienst als object trouvé. Gezellige emo-bar
Ook kent Berlijn veel gezellige drinkgelegenheden. Om de hoek van ons hotel is een smal, maar diep café waar muziek uit de jaren zestig, zeventig en tachtig wordt gedraaid. Het tafelblad is een elektronisch mens-erger-je-niet-spel. De muren zijn behangen met gekleurde doeken, een poppenmeisje met een bloem in haar hand zit op de kast en knikt ons mechanisch toe. Het publiek is van alle leeftijden in dit café. L. en ik vinden het er gezellig en drinken rondje met ze mee. Opvallend detail is dat de mensen hier roken. Dat is weer even wennen. Als L. haar cola op heeft doemt de barman bij ons tafeltje op. Hij is lang, draagt een zwart t-shirt en heeft emo-haar. Of we nog iets willen drinken. Hij kijkt zo indringend dat we haast niet durven te weigeren, maar het is mooi geweest voor vanavond. Als we een paar minuten later het pand uit lopen, staat de barman plotseling achter mij. Hij wenst me vriendelijk een prettige avond. De lange weg naar huis
Ik moet weer aan het café denken als L. en ik op woensdag weer in de trein naar Nederland zitten. De leukste plek om uit te puffen was duidelijk het binnenplaatsje met die mechanische muppet.
Echt kennis maken met de Duitsers is niet gelukt – de ervaringen met bar- en hotelpersoneel waren wisselend. Verder hebben we niet veel mensen op straat gesproken. Daarvoor waren we ook te kort in de stad. Gelukkig hebben we samen veel lol gehad. Wat ik vooral meeneem uit Berlijn is een goede indruk van de straatkunst aldaar. De street art alleen is al een goede reden om nog eens terug te komen. Overigens hebben we natuurlijk ook de nodige toeristenclichés bewandeld. Bekende monumenten als de Reichstag en de televisietoren op Alexanderplatz hebben we wel gezien, maar we zijn er niet binnen geweest. De rijen met toeristen voor de gebouwen waren daarvoor veel te lang. Ook de volgende keer dan maar.
Tot mijn verbazing ontdekte ik bij mezelf een fascinatie voor de geschiedenis van de Muur. Je kunt er immers niet omheen als je in Berlijn bent. Thuis zal ik eens flink gaan googlen. En die Spider-Man-strip erop naslaan.Het reisverslag over Berlijn wordt besloten met een video-impressie.
Het hele Berlijn-reisverslag op een rij:

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (3): Street art

Kunst ligt op straat in Berlijn, of liever gezegd: het staat op de muur geschreven. Berlijn is een van de steden waar je veel street art kunt zien. Vele muren staan vol geschreven met graffiti en afbeeldingen. Vooral in Oost-Berlijn is het lastig een maagdelijke muur te vinden. L. en ik nemen een lange wandeling langs dit open atelier. East Side Gallery
De stukken van de Berlijnse muur die bewaard zijn gebleven zijn ook vol getekend. Zoals het 1,3 kilometer lange stuk muur in de wijk Friedrichshain – deze zogenoemde East Side Gallery bevat ruim 106 (politieke) muurschilderingen met daaroverheen verse graffiti.

Politieke prent in de East Side Gallery.

Street art
Street art is veel meer dan simpel graffiti. Het omvat in principe alles wat op muren staat, van stickers, sjablonen en posters, maar ook zonder toestemming geplaatste beelden en schilderingen. De oorsprong van graffiti in Berlijn ligt in het westelijke gedeelte van de stad. In de vroege jaren tachtig was de Amerikaanse sector een smeltkroes van anarchistische punkers, Turkse immigranten en West-Duitse dienstweigeraars. Vooral in Kreuzberg, een buurt die van drie kanten ommuurt was, kwam de scene goed tot bloei. Ze hadden immers genoeg muuroppervlak om op los te gaan.
Verboten!
In Oost-Berlijn was het bekladden van de muur streng verboden. De Stasi, de inlichtingendienst in de DDR, zorgde ervoor dat de muur schoon bleef. Wie betrapt werd op het schrijven van graffiti kon de bak indraaien – of erger. Dat veranderde allemaal na het vallen van de Muur. Kustenaars, muzikanten en jongeren gingen toen juist wonen in Oost-Berlijn en al snel waren de grijze buurten van de stad onder geschilderd in fel gekleurde afbeeldingen. Begin jaren negentig werd er een speciaal taskforce in het leven geroepen om de graffiti te bestrijden, maar deze organisatie werkt niet heel snel en kan de groei van straatkunst moeilijk tegenhouden. Ze arresteren zo nu en dan wat mensen en delen boetes uit die op kunnen lopen tot duizenden euro’s. Kunst met de B van Berlijn
L. is specifiek geïnteresseerd in de straatkunst in Berlijn. Ik associeer volgeschreven muren in eerste instantie met verpaupering, al kunnen de muurschilderingen en gespoten sjablonen mij zeker bekoren. Gelokt door een oud cinemabord komen we bij toeval op een binnenplaatsje terecht in de wijk Mitte. De bioscoop vertoont ook films in de oorspronkelijke taal. We willen naar de film Be Kind Rewind, maar deze draait pas laat op de avond. We nemen wat te drinken en kijken eens goed rond op het binnenplaatsje.Er staat een mechanische muppet die met zijn vleugels begint te bewegen en met zijn ogen draait als je wat geld in de sleuf gooit. (Zie foto.) Het café waar we op terras zitten, is van binnen erg donker en lijkt een oud krakerscafé te zijn. Erboven zitten een winkeltje van kunst- en stripboeken en een expositieruimte. We hebben een creatieve ader van Berlijn gevonden en nemen de tijd om eens goed tussen de boeken te struinen. Gekke bekken
Op de laatste dag bezoeken we nog het Hamburger Bahnhof-Museum fur Gegenwart Berlin. Daar hangen een paar originele Warhols (daar is ie weer) en Lichtensteins. De expositie van het werk van Anna & Bernhard Blume: Pure Reason kan mij minder bekoren. Ik zie een serie vervreemdende zwart-witfoto’s waarin de twee kunstenaars zelf de hoofdrolspelen en gekke gezichten trekken. In sommige foto’s gaan ze de strijd aan met abstracte vormen die hen proberen te omsluiten. Wat dat betreft heb ik aansprekender werk in de straten van Berlijn gezien. Hoewel:

L. en ik vragen ons af of bovenstaande spam nog stamt uit de tijd dat er geen interpret was in Duitsland.

Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (2): Muurbloempjes en oorlogsmonumenten

Ook al is de Muur in november 1989 omgegaan, de overgebleven delen zijn een grote toeristische attractie in Berlijn.Als kind maakte ik voor het eerst kennis met de Berlijnse muur in een Spider-Man comic. De superhelden Wolverine en Spidey namen het op tegen de KGB waarbij het webhoofd illegaal de muur over moest, naar de Sovjetsector van de stad. Die Spinne in Berlin die een robbertje knokt met de geheime politie én Wolverine op een mistroostig Russisch kerkhof. (Wie durft nog te beweren dat je niets leert van strips?)

Muurbloempjes.


Koude oorlog
Tijdens geschiedenisles leerde ik dat Berlijn analoog aan heel Duitsland na de Tweede Wereldoorlog door de geallieerden werd verdeeld in verschillende sectoren: een Britse, Franse, Amerikaanse en een Russisch gedeelte. Omdat Berlijn geheel in de Duitse Democratische Republiek lag, zagen veel Sovjetonderdanen de stad als vrijplaats om te vluchten naar het westen. Daarom besloten Walter Ulbricht en de Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov een einde te maken aan de leegloop. In de nacht van 12 op 13 augustus 1961 werd begonnen met de bouw van de Berlijnse Muur. De scheiding tussen Oost- en West-Berlijn zou tot november 1989 duren. Leven in angst
Slenterend door Berlijn verbaast het mij dat Berlijners helemaal niet bezig zijn met het verleden, met de Muur. Waarom zouden ze ook? Het is alweer lang geleden. De jonge generatie weet niet hoe het was toen het Oosten en Westen van elkaar gescheiden waren. Hoe het was om in de DDR in angst te leven: je eigen buren konden immers agenten van de geheime dienst zijn. Wie kritiek uitte over het politbureau kon makkelijk verraden worden. Die situatie is voor ons als toeristen moeilijk voor te stellen, al lopen L. en ik gefascineerd langs enkele kenmerkende overblijfselen van dat verleden. Op verschillende plekken in de stad staan stukken muur opgesteld, al geven deze kleine stukken niet echt een goed beeld van hoe de situatie vroeger was.

Uitzicht op de Muur bij Bernauer Strasse.

De Muur in Bernauer Strasse vanaf het Oosten gezien.

De beste plek om een beetje een indruk te krijgen van de Muur is aan de Bernauer strasse. Daar staat een groot origineel stuk van de muur. In het documentatiecentrum zijn filmopnames te zien uit de tijd van de Muur. Ook van mensen die ontsnappen van het Oosten. Mensen die in het Oosten woonden aan de Bernauer strasse hadden uitzicht op het vrije westen. Volendam
L. en ik besluiten een kijkje te nemen bij Checkpoint Charlie, waar vroeger de overgang tussen het Amerikaanse gedeelte van West-Berlijn naar de Russische sector was. Ik verwacht het bekende wachterhuisje te zien, maar ben hevig teleurgesteld als we, na een lange wandeling langs de route waar de muur liep, aankomen bij dit historische punt.

‘Smile swcheinhund!’
Twee modellen voor Checkpoint Charlie.

Voor het checkpoint staan twee acteurs verkleed als een Amerikaanse en een Franse soldaat. Toeristen kunnen voor één euro met ze op de foto. ‘De soldaten’ leggen gebroederlijk hun arm op de schouders van de toerist. Leuk voor thuis en net zo authentiek als de mensen die klederdracht dragen in Volendam.Betonnen abstractie
Veel indrukwekkender is het holocaustmonument dat een serene schoonheid uitstraalt. Het monument is ontworpen door Peter Eisenmann en werd na jaren bakkeleien in 2005 eindelijk neergezet.

Dankmal für die ermordeten Juden Europas.

Eisenman wilde met zijn ontwerp een fysieke ervaring bij de bezoekers teweegbrengen. De eindeloze doolhof moet de bezoeker het gevoel geven de oriëntatie te verliezen. De 2711 zuilen verschillen in hoogte van straatniveau tot vier en een halve meter; ze zijn allemaal licht gekanteld. De gangen zijn te smal om naast elkaar te lopen. Iedereen moet daarom het monument alleen ervaren.Verstoppertje
Ik loop door de gangen langs de grote betonnen blokken – een labyrint van figuurlijke graven. Op een van de blokken zit een jongen gitaar te spelen. Verderop spelen mensen verstoppertje tussen de zuilen. Het is bijzonder om te zien hoe dit monument op verschillende manieren wordt gebruikt door de bewoners en bezoekers van de stad. Het monument is meer dan alleen een plek waar je stil kunt staan bij het verleden. Mensen kunnen het monument op eigen wijze een plaats geven in hun leven. Dat maakt het holocaustmonument in Berlijn vele malen nuttiger dan die stenen penis op de Dam in Amsterdam. Wordt vervolgd…Lees ook:

Tot slot: Klein Orkest met ‘Over de Muur’. Omdat het een mooi nummer is. Filmpje is gemaakt door Limbo 1342.

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (1): Street art, nazi’s en Hasselhoff

Zes uur op je kont zitten terwijl je met hoge snelheid door het landschap reist heeft iets onnatuurlijks. Samen met L. in een overvolle treincoupé met Nederlanders, Duitsers, Fransen, Belgen en andere nationaliteiten. Op weg naar Berlijn. Voor het eerst naar de hoofdstad van Germanië.L. is goed gezelschap en het laatste James Bond-boek Devil May Care valt niet tegen. Jengelende kinderen en de hitte negeer ik zoveel mogelijk. Aan het einde van de middag speelt een van de medereizigers een dvd af op zijn laptop. Een drama over racisme met Pierce Brosnan – zo te zien aan de Duitse filmtitels is de dvd nagesynchroniseerd. Vreemde gewoonte is dat, het inspreken van films in de eigen taal. Typisch iets wat ik associeer met Duitsland.

Of je wurst lust. Let op de sms-smiley boven het stalletje :-).

Vooroordelen
Je merkt dat je de grens over bent op het moment dat de conducteur alleen nog in het Duits de stations omroept. Tot aan de Nederlands-Duitse grens gebeurt dat in meerdere talen – service van de zaak. Hierin zie ik mijn tweede vooroordeel jegens de Duitsers bevestigd. Het eerste wat je over Germanië leert op de basisschool, tenminste in mijn tijd, is de holocaust. Een eerste indruk blijft je altijd bij, het is de basis waarop alle andere indrukken geplaatst worden. De associatie tussen Duitsers en nazi’s werd dus vroeg gelegd. Tijdens de studie filmwetenschap bestond Duitse cinema uit drie perioden: het expressionisme in de jaren twintig van de vorige eeuw, Weimar-films en – daar heb je ze weer – de nazi-propaganda van Leni Riefenstahl. En niet te vergeten de derderangs nazi-schurken uit de vele Hollywood-films.

No-nazi’s dus.

Euh, Saunahaus ‘ss’?!

Natuurlijk weet ik ook wel dat dergelijke stereotyperingen de waarheid niet benaderen; toch is het is moeilijk je blik niet te laten beïnvloeden door dat soort beeldvorming. David Hasselhoff als door zichzelf uitgeroepen nationale held van de Oosterburen helpt daar ook niet tegen. Hasselhoff
David Hasselhoff, wat heeft die nu weer met Berlijn te maken, vraag je je wellicht af. The Knight Rocker stond op 31 december 1989 op de restanten van de Berlijnse muur het nummer ‘Looking for Freedom’ te zingen. Sommige Amerikanen denken nog steeds dat de acteur/zanger verantwoordelijk was voor het omvallen van de muur. Muziek
De muur in Berlijn was het symbool van de Koude Oorlog , symbool voor de verdeling tussen Oost- en West-Duitsland. Berlijn is echter meer dan dat. In de dagen voor de reis heb ik naar Lou Reeds album Berlin geluisterd. Ook Low van David Bowie – het eerste van drie albums die de muzikale duizendpoot maakte in het Berlijn van de Muur – draaide menig rondje in de player. Twee grote muzikanten voelden zich geïnspireerd door deze stad en leverden albums af die tot hun beste werk gerekend kunnen worden. Gek genoeg spookt het mindere werk, namelijk het nummer ‘Looking For Freedom’, Hasselhoffs vertaling van het Duitse nummer ‘Auf Der Strasse Nach Suden’, door mijn hoofd als we aankomen op Hauptbahnhof.

Filmgrootheid David Lynch op een muurposter die toch wat doet denken aan het duistere Germaanse verleden.

Aankomst
Misschien heeft iedereen zijn eigen Berlijn. Hoe je de stad ziet is een keuze. Laat je je beïnvloeden door gegevens uit het verleden of stap je anno nu het hotel uit, de stad in. Ik streef naar het laatste. De ontdekking van ‘mijn’ Berlijn kan beginnen. Wordt vervolgd…Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

Even niet…

Het is weer zover: de tiendaagse kermis is begonnen. De binnenstad is gevuld met spielerei, draaidingen, gokautomaten, suikerspin en eeuwig herhalende muzieksamples. Leuk voor kids en lui die niet volwassen willen worden. Niet altijd leuk voor de mensen die er middenin wonen. In de afgelopen week werden de attracties opgebouwd. Mannetjes met dikke buiken keken met de fiets in de hand toe hoe de kermisklanten hun apparaten in elkaar zetten. Als waren ze oude keurmeesters overzagen zij de situatie, de bouwers ongevraagd van raad voorziend.

Zo gaat het al jaren. Tien dagen lang kermis in de binnenstad. Na Tilburg de grootste. Ik sla ‘het feest’ al jaren over – al kun je er niet omheen zodra je de deur uitgaat. Van 12 tot 12 is het dolle pret in de stad. In de weekenden zelfs tot later. Ik sla proviand in: eten, dvd’s, een stapeltje boeken en cd’s. Tijd om de deur en ramen dicht te houden, aan mijn script te werken en me diep, diep in de virtuele wereld te verstoppen totdat de kermis weer is overgewaaid.

Categorieën
Mike's notities

Soul Asylum: Misery & euforie

‘Did I listen to pop music because I was miserable? Or was I miserable because I listened to pop music?’ – High Fidelity, Nick HornbyEcht een favoriete plaat heb ik niet. De favoriet van vandaag is morgen sleets gedraaid en vervangen voor een nieuwe lievelingsschijf. Toch zijn er altijd van die cd’s die meerdere periode meegaan of die je met enige regelmaat graag in de cd-speler stopt. Black Gold: The Best of Soul Asylum is voor mij zo’n plaat.

Soul Asylum anno toen.

Soul Asylum, wie zijn dat ook alweer?, zul je je wellicht afvragen. Deze rockformatie onder leiding van zanger David Pirner is afkomstig uit de Amerikaanse stad Minneapolis. De band is in Nederland het beste bekend door de hit ‘Runaway Train’. Ze brachten in 2006 de plaat The Silver Lining uit.Chasing Amy
Mijn liefde voor deze band, die op dit moment nu niet bepaald de hitlijsten domineert, begon met de film Chasing Amy van Kevin Smith. Toen Kevin Smith de film aan het draaien was, werd hij benaderd door een lokale popartiest die zijn liedje graag ter beschikking wilde stellen. Vlak voordat de film uitkwam trok hij zijn werk terug omdat de soundtrack tegelijk met zijn eigen album zou uitkomen. De platenmaatschappij was bang dat dit de verkoop van zijn album ernstig zou schaden. Dave Pirner (van Soul Asylum) heeft toen de score voor Smith gemaakt en de liedjes geselecteerd. Door die muzikale score kwam ik een paar jaar geleden in aanraking met het oeuvre van Soul Asylum. Het was een plezierige kennismaking die leidde tot het verzamelen van het meeste werk van de band.De compilatie Black Gold: The best of Soul Asylum dateert alweer uit 2000.Valt er iets zinnigs te zeggen over een compilatie-cd die pretendeert het beste te presenteren wat een band ooit gemaakt heeft? Is een compilatie-cd immers niet gespeend van enige samenhang, en dus geen vaste entiteit zoals een album dat kan zijn: een werkje opgenomen in een bepaald tijdbestek, dat de gemoedstoestand van de makers weerspiegelt? Deze bezwaren gaan niet op voor Black Gold: deze cd maakt zijn pretenties waar en presenteert (bijna) al het goede dat deze band in het tijdsbestek van een paar jaar voortbracht. Daarbij is het juíst de diversiteit die deze bloemlezing zo sterk maakt.De schaduwzijde van de Amerikaanse droom
Zanger en tekstschrijver David Pirner toont zich een poëet in de traditie van Bob Dylan, Bruce Springsteen en Lou Reed. Geen glamour, maar het leven in achterstraatjes en in verpauperde huizen wordt verhaald – de schaduwzijde van The American Dream. In deze wereld is menig wensvervulling in rook opgegaan. De wereld van de loser, het buitenbeentje, de mensen die het net niet haalden, de wereld van de gewone man die er het beste van probeert te maken – kortom, de wereld waarin de meesten van ons leven.Het is de hese, soms schrille stem van Pirner die toch altijd helder klinkt en het leven bezingt zoals we dat allemaal kennen. Geen lieve luisterliedjes over jongetjes die meisjes ontmoeten, eeuwige liefde, bloemen en bijtjes. Natuurlijk heeft Pirner wel verhalen over de liefde, maar dan draait het vooral om de ellende die emoties met zich meebrengen.Ironie
Pirner bezingt vooral ironische verhalen. In ‘Without a Trace’ wordt hij niet verliefd op het mooiste meisje van de klas, maar op een prostituee. Hij verliest zijn hart aan een hoer en zij lacht hem glashard in ’t gezicht uit. In ‘We 3’ wordt hij verliefd op de vriendin van zijn beste vriend. Zij kan hem niet luchten en drijft een wig tussen een vriendschap die al jaren bestaat. Wie dit niet herkent uit zijn eigen leven, kan het zich in ieder geval helder voorstellen. Het leven kent eerder ironie dan euforie, lijken de songs van Soul Asylum te willen zeggen.Pirner geeft abstracte thema’s als liefde, dood en eenzaamheid een gezicht. Eenzame ouderen die bij de telefoon wachten tot er eindelijk weer eens iemand belt in ‘Somebody to Shove‘. De dwingende beat die de naderende dood doet versnellen, laat de oude man in het nummer wild om zich heen dansen – en ik dans met hem mee. Een dans om te bewijzen dat we vol met levenslust zitten en niet klein te krijgen zijn. Samen zingen we alle frustratie eruit. Uitgeput zakken we uiteindelijk op een stoel.

Soul Asylum anno nu

Troost
‘Did I listen to pop music because I was miserable? Or was I miserable because I listened to pop music?’ Dat laatste in ieder geval niet meer na het beluisteren van Black Gold. De herkenbare situaties bieden troost. Ik dompel mij onder in de woorden en de sterke beat die de ruggengraat vormt van alle nummers van Soul Asylum. Ik voel me met iedere maat beter, sterker worden. ‘Misery loves company, we could start a company that makes misery: Frustrated Incorporated!’, zingt Pirner in het nummer ‘Misery’.In de muziek van Soul Asylum wordt zoals gezegd de ironie van het leven bezongen, en daarin klinkt ook een beetje hoop. Wie het leven niet te serieus neemt en om zichzelf kan lachen, die redt het wel. In het Zwarte Goud vind ik troost, plezier en nieuwe zin om er wat van te maken.Hieronder een paar YouTube-samples van de band. De officiële clips op YouTube zijn niet te embedden, maar de linkjes in de tekst verwijzen wel naar de betreffende clips.

Somebody to Shove:

Misery:

Runaway Train:
Deze tekst verscheen in kortere vorm eerder op Frommel.blogspot.com en in huidige vorm ook op EeuwigWeekend.nl.Lees ook:

Categorieën
Bloggen Mike's notities

Schrijfblog: Terug in de wereld

Het voelde zondagochtend weer als van ouds. Wakker worden, kopje koffie en achter het toetsenbord om een stukje voor dit blog te schrijven. Bijna twee weken had ik zonder computer gezeten.

Dat is niet veel, maar lijkt een eeuwigheid voor iemand die dagelijks meerdere uren online leeft. Bovendien is het is een lastige situatie als je twee websites beheert. Gelukkig kon ik in die tijd wel bij anderen terecht om de noodzakelijke dingen te regelen. Er moesten immers nog recensies geschreven worden voor EeuwigWeekend.nl. (Zoals de recensie over The Dark Knight. Binnenkort ook de recensie van HellBoy 2. EeuwigWeekend.nl is de website waar ik samen met Menno Kooistra de hoofdredactie van doe. Nog geen kijkje genomen? Foei!) Ik voelde me een beetje als een rondzwervende webredacteur, reizend van computer naar computer. Ik schrijf toch het liefste aan mijn eigen werktafel.

Papertrail
Natuurlijk is er altijd pen en papier. Maar beste lezer, ik schrijf toch het beste op een non-lineaire wijze, met tikkende toetsen onder mijn vingertoppen. Papier is goed voor aantekeningen; de echte stukken ontstaan op de tekstverwerker. En stukken schrijven zonder Google en een onlinewoordenboek… dat bleek toch erg lastig in deze dagen. Zonder de computer in huis als toevluchtsoord, bleek er zowaar een Lezer in mij te zitten. Het boek Het zijn net mensen van Joris Luyendijk en het antwoord daarop moesten nog gelezen worden. Ook de geschiedenis van Iron Man en een cultuurwetenschappelijke verhandeling over James Bond lagen sinds een bezoekje aan The American Book Center op de salontafel. Prima leesvoer voor regenachtige én zonnige dagen.

Drivers en sneltoetsen
En nu is er dan die nieuwe computer. Een mac ook nog, verdorie. Even wennen. Andere sneltoetsen dan de pc. Nog niet alle drivers voor de randapparatuur kunnen vinden. Dat wordt dus een nieuwe printer kopen. In het algemeen gedraagt de mac zich anders – al crasht een mac onder mijn vingers net zo hard als een door Windows bestierde computer. Toch zijn er meer overeenkomsten dan verschillen. Mac en ik zullen het vast goed met elkaar kunnen vinden. De vruchten van deze samenwerking zijn de komende tijd op deze blogpagina’s te lezen. En dan nu weer verder met het reguliere programma…

Lees ook: