Categorieën
Film Strips

Roger Cormans Fantastic Four

Fantastic Four van Tim Story uit 2005 en het vervolg Rise of the Silver Surfer, zijn niet de enige films die van dit superheldenteam zijn gemaakt. In 1994 regisseerde Oley Sassone een filmversie van de strip. Filmveteraan Roger Corman was producent.Corman is legendarisch in B-filmland en heeft ruim vierhonderd low budget films op zijn naam staan, waarvan de meeste binnen enkele dagen zijn opgenomen.

Mager budget
Volgens de legende rond de Cormans Fantastic Four-film werd de film in aller haast gemaakt omdat de producent de rechten over de personages binnen afzienbare tijd zou verliezen. De film werd met een mager budget gemaakt van rond een miljoen dollar. (Volgens Wikipedia 1,5 miljoen overigens.) En dat is overal aan af te zien. Vooral de specialeffects moeten het ontgelden. Wanneer Johnny Storm aan het einde van de film eindelijk doorheeft hoe hij als een menselijke toorts kan vliegen, is duidelijk te zien dat hij geanimeerd is. Toch zien de meeste tekenfilmfiguren er beter uit. De film heeft dus dat typische B-filmgevoel waar Cormans producties bekend om zijn. (Mijn favoriete reeks van Corman zijn de Edgar Allan Poe-verfilmingen waarin Vincent Price de hoofdrol speelt.)

Fantastic soap
De film van Corman heeft nooit de bioscoop gehaald. Na de eindmontage werd de film op de plank gelegd om nooit uitgebracht te worden. Volgens de geruchten is de film opgekocht door Fox of Marvel zodat er later een serieuze verfilming van de strip gemaakt kon worden – de film van Tim Story dus. Overigens is Dr. Doom in beide films de vijand van het fantastische viertal, al krijgen ze het in de Corman-versie ook nog eens aan de stok met Mole Man. Ondanks alle inspanningen van de makers blijkt het soapachtige verhaal rond Cormans Fantastic Four, dat vol intriges zit, boeiender te zijn dan de film zelf.

Voor een indruk zie de trailer hieronder:

Lees ook: De oorsprong van de Fantastic Four.

Categorieën
Film Filmrecensie

Stranger than fiction

Penny Escher: I’m Penny, I’m Kay’s assistant.
Harold Crick: Oh, I’m Harold. Her main character.

Wat doe je als schrijver wanneer het hoofdpersonage van je literaire meesterwerk in de wording bij je aanklopt en vraagt of je hem alsjeblieft niet van kant wil maken? Klinkt dat raar? Wie de film Stranger Than Fiction gezien heeft, weet dat het nóg vreemder kan. Stranger Than Fiction is zo’n film die, als je niet oppast, een filmjehova van je maakt. Na het zien van deze flick had ik in ieder geval de neiging om iedereen die ook maar een beetje geïnteresseerd is in boeiende films te overtuigen deze te gaan zien. Maar in plaats van bij je aan te bellen schrijf ik dit stukje. Natuurlijk moet iedereen voor zichzelf weten wat hij wel of niet doet, maar hier zijn vier redenen waarom ik deze flick interessant vind.Daar gaat ie:
1. Will Ferrell is vooral bekend van de losers die hij speelt in komedies. Nu zet hij overtuigend een dramatische rol neer in een film die schommelt tussen drama en comedy. Harold Crick, een belastinginspecteur die geobsedeerd is met cijfers, blijkt een sympathiek personage te zijn, wiens lot ons allen aangaat. Iedere acteur die een belastinginspecteur weet neer te zetten als een sympathiek en liefdevol personage, verdient een fucking Oscar. Ferrell maakt van Crick een volwassen man met de onschuld van een jongetje die op vooravond van zijn dood, eindelijk leert hoe hij moet leven. 2. Ooit wel eens het gevoel gehad dat je leven als een slechte film verliep waarin jij de hoofdrol speelde? Schrijver Zach Helm werkte dit idee op ontspannen en ontroerende wijze uit. Het verhaal van Stranger Than Fiction is een lichte mind-fuckfilm, zoals Being John Malkovich (1999) en Adaptation (2002), geregisseerd door Spike Jonze en beide geschreven door Charlie Kaufman. Helms script speelt niet alleen op inventieve wijze met de regels van het fictie schrijven, het bevat ook menig gevatte dialoog. Zoals deze:

Penny Escher: [seeing Eiffel smoking a lot of cigarettes] You know there’s something called a nicotine patch.
Kay Eiffel: I don’t need a nicotine patch. I smoke cigarettes.

3. Helm zet met deze zwarte komedie enkele personages neer die ieder hun eigenaardigheden hebben. Professor Jules Hilbert (Dustin Hoffman) slurpt het ene kopje koffie na het andere op en weet terloops heel wat expositie uit te spuwen. Schrijfster Karen Eiffel (Emma Thompson) is een neurotische roker geobsedeerd met de dood. Niet zo gek dus dat alle helden uit haar romans aan het einde van het verhaal hun laatste adem uitblazen. Het zijn juist dit soort eigenaardigheden die maken dat je van de personages gaat houden. 4. Maggie Gyllenhaal speelt de lieflijke koekjesbakker Ana Pascal. Crick komt bij haar langs omdat ze belasting heeft ontdoken. Of nu ja, ze heeft een ruime twintig procent te weinig betaald. Precies het percentage wat de Amerikaanse regering uitgeeft aan zaken als oorlog en onderdrukking. Pascal is begaan met de wereld en weet deze een beetje zoeter te maken door zelfgemaakte koekjes te verkopen. Niet alleen het hart van Crick smelt als chocolade in de oven, ook het hart van deze filmkijker zwijmelt mee met Maggie. Fuck diabetes! Voor deze dame zou ik me ziek eten aan koekjes. Is er dan niets mis met deze film? Sommige critici zullen zeggen dat het jammer is dat een onconventioneel verhaal toch een wat voorspelbaar einde heeft. Of dat het verhaal een Charlie Kaufman rip off lijkt. Anderen zullen misschien zeggen dat het allemaal wel wat braaf is en er meer venijn in de mix had mogen zitten. Die mensen moeten maar naar het naargeestige Ober (2006) kijken. In deze waar-is-de-prozac?-film van Alex van Warmerdam wordt met hetzelfde thema gestoeid, al weet de regisseur geen maat te houden en vergeet hij het ingrediënt comedy in deze gitzwarte film te stoppen. Nee, geef mij maar Stranger Than Fiction. Deze film laat de hersenen op een aangename manier pruttelen… en ik heb gek genoeg enorme trek in chocoladekoekjes gekregen.Lees ook (of niet): Droomvenster.

Categorieën
Film

Column: Liever dvd dan hangjongeren

Sommige films worden beter als je ze vaker bekijkt. Toen ik van de week Casino Royale op dvd bekeek, vond ik deze plezieriger dan de eerste keer in de bioscoop. Maar goed, ik zat nu ook comfortabel in mijn stoel met een drankje en wat snacks. Wat dat betreft ben ik steeds meer een dvd-mens aan het worden en bezoek ik steeds minder graag de bioscoop.

Mooi leeg is niet lelijk.

Goed, een mooi opgenomen film komt het beste tot zijn recht op een groot canvas. Een 3D-animatiefilm als Beowulf ontleend zijn bestaansrecht zelfs volledig aan de cinema-ervaring, daar je alleen naar zo’n film gaat voor het visueel spektakel. Veel films zijn immers een kwestie van mooie plaatjes kijken. Daarom is het zo jammer dat ik al een tijd niet meer lekker in de bioscoop zit. Er zijn te veel factoren in de zaal die een pure filmbeleving tegenwerken: rumoerige hangjongeren die overal doorheen moeten schreeuwen, mobieltjes die per se opgenomen moeten worden, eeuwigdurende reclames en onnodige pauzes. In je privébioscoop heb je daar allemaal geen last van en kun je je ontspannen concentreren op de film.Toen ik laatst in de bijna lege zaal vier van Tuschinski naar Gone Baby Gone zat te kijken, was het wel heerlijk toeven in de bioscoop. Het was een rustige maandagmiddag en er zat ongeveer zes man in de zaal. Niet echt een situatie die de bioscoopeigenaar wenselijk acht, want weinig inkomens, maar de film kwam zo echter wel goed tot zijn recht.
Spektakel
Ik vraag me ook serieus af of sommige films niet gewoon thuis beter lijken doordat je niet gestoord wordt. Voor Spider-Man 3 gold dat wel: hoewel dit nog steeds de zwaktste film in de reeks is, was de film meer genietbaar nu ook daadwerkelijk de dialogen te horen waren. Tijdens de bioscoopvoorstelling zat de zaal vol met luidruchtige neanderthalers, wat het kijken er niet leuker op maakte.
Casino Royale is echter, ook los van de thuissituatie, een onderhoudende flick. In ieder geval onderhoudend voor een aflevering uit een voorspelbare filmreeks die een strakke formule volgt. (Zie voor uitgebreidere recensies: Bond mag met pensioen en Daniel Craig is de perfecte James Bond.)

Harde klappen
Toch weten door actiescènes gedreven films mij steeds minder te boeien. Op de een of andere manier klikt mijn verstand op nul als ik voor een langere tijd mensen heen en weer zie springen of auto’s door straten zie racen. Misschien dat ik daarom ook geen sport kijk.Films over sport vind ik daarentegen wel weer fascinerend. Echte bokswedstrijden zijn immers nooit zo spannend als de nagespeelde scènes in boksfilms. Scènes waarin allerlei filmtechnieken worden gebruikt om de strijdende sporters zo meeslepend mogelijk in beeld te brengen. Harde vuisten die in slow motion de tegenstander van oorverdovende – in de geluidsstudio nagemaakte – klappen voorzien. Gelukkig is dat spektakel ook heel goed vanaf de bank te bekijken.Tot slot…
Mocht een film toch niet boeien, dan heeft thuis kijken nóg een voordeel: met alle gemak stop je een nieuw schijfje in de speler, of zet je de televisie uit om je met YouTube te vermaken.Gerelateerd: Droomvenster, Beowulf, the trouble with trilogies en (soort van) gerelateerd: Geluidsgeweld in het OV.

Categorieën
Film Filmrecensie

Gone Baby Gone

Meeslepende film met een prachtige castGone Baby Gone is het ijzersterke regiedebuut van acteur en scenarist Ben Affleck. Hoewel hij sinds het schrijven van Good Will Hunting (samen met Matt Damon) de pen niet meer heeft opgepakt, heeft Affleck samen met co-auteur Aaron Stockard een doortimmerd script afgeleverd.In het verhaal, gebaseerd op de roman van Dennis Lehane, krijgen Patrick Kenzie en Angie Gennaro de opdracht een vermist meisje te vinden. Ondanks dat dit privé-detective paar normaliter alleen wanbetalers opspoort, nemen ze deze mediagevoelige zaak aan: het meisje woont bij hen in de buurt en Kenzie kent de aan drugsverslaafde moeder nog van de middelbare school. Al snel blijkt een lokale drugsdealer iets met de verdwijning van het meisje te maken te hebben. De waarheid zit echter ingewikkelder in elkaar dan dat ze op het eerste gezicht leek.
Ethische dilemma’s
Wat volgt is een intrigerende ontrafeling waarbij enkele enerverende ethische dilemma’s op delicate wijze worden verhaald. Wanneer moet je kinderen beschermen tegen slecht ouderschap? Is het geoorloofd om de regels van de wet te overtreden om recht te doen? De keuzes die de personages maken geven genoeg stof voor een discussie na afloop van de film.
Zo opgeschreven klinkt de film wellicht clichématig, maar Affleck weet vriend en vijand te verrassen met een film die tot het laatste frame intrigeert. De kracht van Gone Baby Gone zit hem in de setting en de cast. Affleck castte broertje Casey in de rol van Patrick Kenzie. Casey zet Kenzie neer als een straatslimme detective die bereid is te doen wat hij juist acht en daar de consequenties van durft te dragen. Ed Harris en Morgen Freeman vertolken mooie karakterrollen. De ondersteunende cast bestaat uit sprekende ruwe koppen die de onderste laag van de arbeidersklasse in Boston vertolken.

Morgan Freeman, Casey Affleck en de mooie Michelle Monaghan.

Affleck leidt de kijker vakkundig door de verschillende plotkronkels en zet een ruw-realistische wereld neer zonder terug te vallen op goedkoop effectbejag. Gone Baby Gone is een prachtig regiedebuut. Ik hoop dat Ben snel weer op de regiestoel plaatsneemt.Meer Ben Affleck? Lees over Hollywoodland & Chasing Amy.

Categorieën
Film

Brando’s Kurtz (3): Stemmen over Kurtz

1. Inleiding2. (De)Constructie van een personageIn het eerste deel Apocalypse Now krijgen we veel informatie over Kurtz door de dialogen van personages en het dossier over hem dat Willard leest. Als we Kurtz eindelijk ontmoeten in het laatste deel van de film, weten we al heel veel over dit personage.
Voordat we Kurtz voor het eerst echt zien, overheersen de indicatoren van zijn karakter die Rimmon-Kenan directe definities noemt. In het eerste deel neemt de stem van Kurtz een speciale plaats in: deze horen we op een bandopname tijdens de briefing scène waarin Willard zijn opdracht krijgt. Willard wordt ontboden bij generaal Corman en krijgt tijdens de lunch twee bandopnamen van Kurtz te horen. In de eerste opname vertelt Kurtz over een droom die hij had: een slak kroop op de scherpe rand van een scheermes. Kurtz stem klinkt rustig, filosofisch bijna, maar ergens klinkt er iets beangstigends in zijn stem. Op de tweede opname zegt Kurtz het volgende:

“We must kill them. We must incinerate them. Pig after pig, cow after cow, village after village, army after army. And they call me an assassin. What do you call it when the assassins accuse the assassin? They lie.. they lie and we have to be merciful for those who lie. Those nabobs. I hate them.
How I hate them…”

De carrière van Kurtz
Tijdens de briefing scène zijn er drie belangrijke indicatoren van het Kurtz personage: de eerste is zijn stem, de tweede indicator is hoe de mannen reageren op die stem en de derde indicator is de carrière van Kurtz. Wanneer de stem van Kurtz de ruimte vult, voelen de officieren zich niet comfortabel. Hij spreekt op een kalme toon over de ergste dingen. Uit de gesproken tekst wordt duidelijk dat Kurtz een hekel heeft aan de dubbele moraal die het leger kennelijk hanteert. De woorden van Kurtz staan in schril contrast met de carrière die hij zorgvuldig heeft opgebouwd. Over de glansrijke carrière van Kurtz wordt tijdens de lunch verteld. We horen dat hij een uitstekende officier was. Generaal Corman omschrijft hem als: ‘Een goede man met een gevoel voor humor’. Nadat Kurtz bij de special forces in dienst trad, veranderde hij. Zijn methoden werden ‘ondeugdelijk’ (unsound). Op een gegeven moment is hij de grens naar Cambodja overgestoken met zijn leger bestaande uit Montagnards, de inheemse bevolking. Dit leger aanbidt hem alsof hij een god is en volgt al zijn orders op – hoe belachelijk deze ook zijn. Willard moet Kurtz doden omdat het leger geen controle meer over hem heeft; hij opereert op eigen houtje en laat de meest verschrikkelijke moorden uitvoeren. Waarom Kurtz opeens van koers veranderd is specificeert generaal Corman niet, maar hij geeft de volgende ‘verklaring’:

“In this war, things get confused out there, power, ideals, the old morality, and practical military necessity. Out there with these natives it must be a temptation to be god. Because there’s a conflict in every human heart between the rational and the irrational, between good and evil. The good does not always triumph. Sometimes the dark side overcomes what Lincoln called the better angels of our nature. Every man has got a breaking point. You and I have. Walter Kurtz has reached his. And very obviously, he has gone insane.”

Later op de boot vat Willard dit heel mooi samen. Hij en Chef zijn net ontsnapt aan de klauwen van een tijger. Hier leren we dat als je van de boot gaat, de horrors je opwachten. Willard zegt dan dat je alleen maar van boord moet gaan als je bereid bent tot het uiterste te gaan. Hij zegt dat Kurtz van boord is gegaan en alles achter zich gelaten heeft. Hier kunnen we uit afleiden dat Kurtz bereid is tot het uiterste te gaan: hij heeft de ‘horrors’ getrotseerd.Overigens is hierin natuurlijk ook een commentaar op de Vietnam-oorlog te lezen. De gekte en de waanzin waarmee de soldaten werden geconfronteerd. Door Willard op zijn reis te volgen, biedt Coppola de kijker een blik op deze waanzin. Kurtz’ dualisme
De stem van generaal Corman heeft autoriteit en is daarom volgens Rimmon-Kenan een betrouwbare bron van informatie. Zij noemt dit een authoritative voice. (Rimmon-Kenan 1983: 60) De generaal laat een foto zijn waarop een smetteloze Kurtz in uniform te zien is. Een beeld dat goed past bij de smetteloze carrière die door de generaal verhaald wordt. Dit beeld biedt een mooi contrast met de woorden van Kurtz die we op de tape horen en duidt daarmee aan dat Kurtz wel degelijk veranderd is. Met de foto en de bandopnames wordt zijn dualistische karakter in een scène op tafel gelegd. Willards perspectief
Tijdens Willards reis op de rivier leest hij regelmatig in het dossier van Kurtz. Dit is de belangrijkste informatiebron voor dit deel van de film. Toch krijgen we de informatie niet droog voorgeschoteld, omdat alles geïnterpreteerd wordt door Willard. Daarbij voorziet hij ons van zijn eigen inzichten: hij reflecteert op de feiten die hij leest over Kurtz en probeert zich, net als de kijker, een beeld van hem te vormen. Net als het publiek zoekt hij naar motieven, waarom de kolonel deed wat hij deed, en probeert Willard een coherent personage te maken van Kurtz. Hij wil weten waar hij tegenop moet boksen als hij de kolonel eindelijk ontmoet. De vragen die Willard zich stelt, zoals waarom Kurtz bij de groene baretten wilde terwijl hij er eigenlijk al te oud voor was, zorgen ervoor dat bepaalde feiten als opmerkelijk gemarkeerd worden. Naarmate Willard meer leest begint hij Kurtz beter te begrijpen. Hij krijgt bewondering voor de man die hij moet vermoorden. Willards zienswijze gaat ook steeds meer op die van Kurtz lijken. Een voorbeeld hiervan is de scène waarin de ploeg van de patrouilleboot uit zenuwen de onschuldige bemanning van een sampanboot uitmoord. Er leeft nog één slachtoffer. Deze zouden ze volgens het boekje moeten verzorgen. Willard schiet haar dood en in zijn voice over vat hij heel kort samen waarom Kurtz zo’n hekel heeft gekregen aan het leger:

“We’d cut them in half with a machine gun and give them a
band aid. It was a lie, and the more I saw of them, the more
I hated lies. […] I felt I knew one or two things about Kurtz
that weren’t in the dossier.”

Omdat het geheime dossier een officiële waarde heeft, geldt het als een autoriteit, net als de stem van kolonel Corman. Daarom valt het dossier ook onder directe definitie. Naast officiële documenten bevat het dossier foto’s, krantenknipsels en brieven van Kurtz aan zijn gezin. De foto’s helpen ons een beeld te vormen van de gebeurtenissen uit het leven kan Kurtz. Er zijn portretfoto’s van Kurtz in uniform, foto’s van zijn gezin en operaties die hij heeft uitgevoerd. Brieven van Kurtz
De brieven geven ons directe toegang tot het personage; zijn gedachten en gevoelens worden aan ons geopenbaard via de tekst. De brieven zijn een verwijzing naar Kurtz z’n sociale omgeving. Voordat hij naar Vietnam gestuurd werd, was hij een vader van een gezin. Zoals uit de brief blijkt, geeft hij veel om zijn zoon. In de brief die Willard voorleest probeert Kurtz aan zijn zoon uit te leggen waarom hij beschuldigd is van moord. Kurtz had opdracht geven tot de moord van vier Vietnamese dubbelspionnen. Kennelijk had hij de goede vier te pakken, want na de operatie was de Vietcong niet meer operatief in zijn sector. Toch wilde het leger hem ervoor vervolgen omdat hij buiten het boekje had opgetreden. Vanaf dat moment vormde hij een risico voor het leger en werd hij als een gevaar beschouwd. Kurtz zit daar niet zo mee, zoals hij in zijn brief schrijft: “As for the charges, I’m unconcerned. I’m beyond their timid, lying morality. And so I’m beyond caring.”Uit zijn woorden wordt duidelijk zijn afkeer voor de dubbele moraal van het leger onderstreept. De tekst heeft daarom dezelfde functie als de tweede bandopname die we in de briefing scène hoorde. Het feit dat hij überhaupt de zaken probeert uit te leggen aan zijn gezin is een duidelijke aanwijzing voor Kurtz’ ‘humane’ kant. Hij wil dat zij de waarheid weten, wat er ook gebeurd. Daarom vraagt hij Willard later zijn zoon uit te leggen wat hij heeft geprobeerd te doen. De reis van Willard
Naast het dossier komen er tijdens de reis van Willard andere indicatoren voor die helpen een beeld te vormen van Kurtz. Sommige indicatoren dienen als contrast met het Kurtz personage. Zo komt Willard in aanraking met Kilgore. Kilgore is de gung-ho officier die op nogal eigenzinnige wijze oorlog voert. Zo laat hij een groep bomen met napalm bestoken om ademruimte te creëren. Willard vraagt zich terecht af wat de legerleiding tegen Kurtz heeft als ze Kilgore’s methoden geen probleem vinden. Willards commentaar geeft de analogische functie aan van Kilgore: aan de ene kant bewijst Kilgore dat men nogal ver ging in Vietnam, aan de andere kant beseffen we dat Kurtz het wel erg bond moet hebben gemaakt – nog veel erger dan Kilgore – om door het leger doodgewenst te worden. Dennis Hopper
De laatste belangrijke stem die iets over Kurtz vertelt voordat we hem daadwerkelijk in de film zien, is de fotojournalist, gespeeld door Dennis Hopper, die is blijven hangen bij de tempel van Kurtz. Dit personage is een combinatie van Hopper zelf, fotojournalisten die de oorlog versloegen als Sean Flynn en de Rus uit Conrad’s Heart of Darkness die Marlow verwelkomt. Coppola omschreef het karakter als: “a foil and a fool to Brando’s king.” (Cowie 2000: 82-3) Hij functioneert als een spiegel en nar van de koning. Hoppers personage is niet zo betrouwbaar – niet een authoritative voice – als de eerdere stemmen. Hij is duidelijk de kluts kwijt. Toch geeft hij een rake typering van Kurtz:

“He can be terrible, he can be mean, he can be right. He’s fighting the war. He’s a great man. […]But you don’t judge him like an ordinary man.”

Later, als Willard gevangen is genomen, voegt Hopper nog toe:
‘The man is clear in his mind, but his soul is mad.”Volgende keer Kolonel Kurtz en zijn ‘horror’…

Literatuur
Bordwell, David en Thompson, Kristin. Film Art. An Introduction. 5th edition. New York: McGraw-Hill, 1997.

Cowie, Peter The Apocalypse Now Book. Faber and Faber LTD, 2000

Dyer, Richard. Stars. London: British Film Institute, 1998.
Rimmon-Kenan, Shlomith. Narrative Fiction. Contemporary Poetics. London: Methuen, 1983.

Categorieën
Film

Droomvenster

Een liefdesverklaring aan de cinemaAls muziek de kunstvorm is die het diepst weet door te dringen tot de ziel, dan moet cinema een venster zijn dat een blik gunt op onze dromen. Gedurende de tijd dat de film voor onze ogen draait, leven we mee met het hoofdpersonage. We voelen wat hij voelt, we denken wat hij denkt. We herkennen onszelf in hem of haar. En ook al lijkt het personage niet helemaal op ons, de situaties, het handelen daarop en de emoties die worden getoond zijn allen inleefbaar. Of we nu een scène zien uit vervlogen tijden, het heden of een beeld uit de toekomst. Wat mij betreft is dat de kracht van cinema. We dromen immers ook in beelden en geluiden. Onze dromen worden ook geregisseerd, net als film. Al is deze regisseur tijdens het slapen ons onderbewuste die het verhaal aanstuurt en die de droom vormgeeft. Wie film kijkt, maakt deel uit van een gepresenteerde verhaalwereld. Daarmee stappen we kort buiten onszelf. Het is alsof we een ander leven leiden, de droom van iemand anders leven. Het zijn externe ervaringen die we in het hoofd – intern dus – beleven. Veel films kijken verrijkt in dat opzicht je bestaan. Kijkervaring wordt leefervaring. Het witte canvas een reflectie van wat zou kunnen zijn. Op het witte canvas worden angst, hoop en liefde geprojecteerd: een beeld vol leven.
En net als in dromen zien we in films wel eens dingen gebeuren die eigenlijk niet kunnen. Maar zien is geloven. In elk geval geloven in de magie van de cinema.Dus, als je binnenkort weer eens een filmpje pakt in de bioscoop: sweet dreams!

Categorieën
Film

Brando’s Kurtz (2): De constructie van personages

Eerder verschenen: 1. Inleiding2. FilmtheorieHet karakter van een personage kan zelden worden weergegeven in een enkel shot. Deze wordt eerder opgebouwd, door filmmakers en het publiek, in de loop van de gehele film. Een personage is een constructie bestaande uit verschillende tekens. (Dyer 1998: 106) Richard Dyer heeft onderzoek gedaan naar deze tekens in zijn werk Stars (1998). Shlomith Rimmon-Kenan schrijft in haar Narrative Fiction (1983) ook over de constructie van het personage, maar dan gezien vanuit karaktereigenschappen van romanpersonages. Er zijn vele overeenkomsten tussen roman- en filmpersonages, daarom zijn er ook veel overeenkomsten tussen beide theorieën. Al is de theorie van Rimmon-Kenan op sommige punten een verrijking van Dyers werk.Tekens
Richard Dyer onderscheidt de volgende tekens in een film waaruit de kijker een personage construeert: (Dyer 1998: 106- 117)

  • De voorkennis van het publiek
  • De naam van het personage
  • Het uiterlijk van het personage
  • Objectieve correlaties: decor, setting, montage en symbolisme
  • Tekst van een personage/ wat een personage zegt
  • Wat andere personages zeggen (over het personage)
  • Gebaren
  • Actie
  • Structuur
  • Mise-en-scène

Ik zal eerst de indicatoren behandelen die het dichts bij het personage staan, zoals: de tekst van personages, het uiterlijk, de naam van het personage, actie en gebaren.Karaktertrekken
Rimmon-Kenan onderscheidt twee typen indicatoren van karaktertrekken: directe definitie en indirecte presentatie. Bij directe definitie wordt een karaktertrek expliciet genoemd door dialoog of door omschrijvingen in de tekst. Bij indirecte presentatie wordt een karaktertrek van een personage getoond of gesuggereerd op verschillende wijzen. (Rimmon-Kenan 1983: 59-60) Zoals Dyer’s theorie aantoont, is bij film de indirecte presentatie het meest complex en problematisch. Omdat de tekens geïnterpreteerd moeten worden, wordt er meer gevraagd van de kijker. Beide typen indicatoren zijn relevant voor Apocalypse Now omdat er heel veel informatie over Kurtz wordt gegeven via omschrijvingen van anderen. In hoeverre we de gesproken woorden voor waarheid moeten aannemen, hangt af van de mate waarin de stem een autoriteit is en hoe betrouwbaar het personage is dat de woorden uitspreekt. Dyer maakt onderscheid tussen wat het personage zelf zegt en wat andere personages over hem/haar zeggen:

“What a character says and how s/he says it indicate personality both directly (what a character says about him/herself) and indirectly (what a character betrays about him/herself). Importantly, we are more inclined to trust our perception of the latter than the former. A special case of the former is voice-over, whether in the role of the narrator or just as a device for the expression of inner thoughts. These we are more inclined to believe, since the former is grounded in the convention of the (more or less) omniscient narrator and the latter in a belief in the truth of the ‘private’.” (Dyer 1998: 112)

Voice-over
De voice-over van Willard speelt een grote rol in onze perceptie van Kurtz en het verhaal van de film. Het is immers Willard’s reis die we meemaken. Zoals hij zelf zegt: ‘There is no way to tell [Kurtz’s] story without telling my own. And if his story is really a confession, then so is mine.’ Het is Willard die ons ‘voorleest’ uit het dossier van Kurtz en daarmee is hij de belangrijkste informatiebron over . Het uiterlijk van het personage
Rimmon-Kenan maakt onderscheidt tussen de uiterlijke kenmerken die buiten de controle van het personage liggen – zoals de lengte, huidskleur, kleur van de ogen en grootte van de neus – en de kenmerken die in ieder geval gedeeltelijk afhankelijk zijn van het karakter van het personage – zoals kleding en haarstijl. ( Rimmon-Kenan 1983: 64-65)

Dyer onderscheidt drie categorieën: het voorkomen van het personage, aankleding ervan en het image van de ster. (Daarbij kan ‘Het image’ van de ster kan zowel vertaald woorden als imago, beeld of reputatie.) De ster/acteur bepaalt het uiterlijk van het lichaam van het personage. In het geval van Brando kon de Kurtz uit de film niet meer lijken op de Kurtz uit het boek Heart of Darkness van Joseph Conrad, aangezien Brando kampte met overgewicht. Imago
Het imago van de ster kan echter ook een grote rol spelen in de vorming van het karakter. Het imago kan bestaan uit een verzameling van verschillende gegevens en welke op het personage worden geprojecteerd. Op drie verschillende manieren kan het sterimago een rol spelen bij de constructie van een personage: selective use (bepaalde eigenschappen van het imago worden gebruikt en andere worden genegeerd), perfect fit (alle signalen die het personage maken wat hij is komen overeen met de eigenschappen van het sterbeeld) en ten slotte de problematic fit (zowel de ster als het personage vormen een ‘cluster van tekens’ en in het geval van de problematic fit komen deze in het geheel niet overeen met elkaar. (Dyer 1998: 126-131)
Actie en gebaren
De actie en gebaren van het personage zijn, samen met diens uitspraken en uiterlijk, de meest belangrijke indicatoren van zijn karaktereigenschappen. Rimmon-Kenan hecht belang aan het verschil tussen eenmalige acties en gewoonten. De eerste soort is een kenmerk voor de dynamiek van het personage; vaak spelen dit soort acties een rol in cruciale momenten waarin de plot verandert. De laatste soort acties zijn meer een indicatie voor het onveranderlijke, statische karakter van een personage. Daarbij is het net zo belangrijk wat een personage doet als wat hij nalaat: de eerste wordt een act of commission genoemd en de tweede een act of omission. Als laatste is er dan nog de contemplatieve actie: een idee dat het personage in zijn hoofd heeft. Dit kan wijzen op latente eigenschappen.De gebaren van een personage zijn te interpreteren als formele gebaren – gebonden aan sociale regels als etiquette – of informele gebaren. De informele gebaren wijzen op het temperament van het personage; daarom zijn deze een betere indicatie van karaktertrekken dan de eerste. (Dyer 1998: 113 –114.)

Kilgore.

What’s in a name?
De naam van het personage kan hem zowel onderscheiden van andere personages als karaktereigenschappen suggereren. De suggestie kan materieel van aard zijn en wijzen op sociale klasse of etnische achtergrond. Daarnaast kan een naam ook een psychologische lading hebben: een naam met harde korte klanken impliceert andere karaktereigenschappen dan een naam met een zachte mooie klank. Het komt niet vaak voor dat een naam een directe eigenschap van het personage typeert, maar het kan wel. Zo wordt het personage Kilgore (Robert Duvall) in vroege versies van het script Kolonel William Kharnage genoemd. Een niet erg subtiele verwijzing naar zijn karakter. Zo’n naam noemt men ook wel allegorisch en heeft een analogische functie: hij legt nadruk op een karaktereigenschap. Rimmon-Kenan noemt enkele manieren waarin analogieën werken als versterker van karaktereigenschappen. Naast de naam kunnen de fysieke omgeving (kamer, huis, straat en stad) evenals sociale omgeving (familie, sociale klasse, werk) veel vertellen over een personage. Een huis dat altijd netjes is of op een gegeven moment in grote chaos verkeerd geeft een duidelijke verbeelding van de mentale staat van het personage. (Rimmon-Kenan 1983:66-70.)Dyer noemt dit soort indicaties ‘objectieve relaties’. Hier bedoelt hij decor en setting mee, maar ook montage en symbolen in de film. (Dyer 1998: 112.) In het geval van montage en symboliek is de slachting van de Carabao die versneden is met de moord op Kurtz, een mooi voorbeeld in Apocalypse Now. De slachting van de Carabao, een soort van waterbuffel, is een offer van de Ifugao’s aan de goden als dank voor hun hulp. Door dit offer via montage te versnijden met de moord op Kurtz, wordt de suggestie gewerkt dat Kurtz z’n dood ook een offer is. Een goed soldaat wordt geofferd, omdat hij een gevaar is geworden voor het leger en de zaak waarvoor Amerika vecht, tegenwerkt. Hij wordt dus geofferd voor de ‘goede’ zaak. Parallellen
De analogie tussen personages die in dezelfde situatie verkeren is het meest interessant. Op die manier kunnen contrasten of overeenkomsten tussen hen duidelijk worden. Zo bestaat er in Apocalypse Now een duidelijke overeenkomst tussen Willard en Kurtz, maar ook tussen Willard en Colby, de man die er vóór Willard op uitgestuurd werd om Kurtz te vermoorden.Mise-en-scène
Het betrekken van Mise-en-scène bij karakterontwikkeling is een van de pluspunten van Dyer’s theorie op die van Rimmon-Kenan. Bordwell en Thompson omschrijven in hun Film Art: an introduction, mise-en-scène als: de setting (decors en locatie), de belichting, kostuums en het gedrag van de personages. Dyer voegt hier tevens de plaatsing van de personages in beeld toe en de compositie van het beeld. We kunnen mise-en-scène kort samenvatten als alles wat er in beeld te zien is. Hoe een acteur gekadreerd wordt kan aantonen of deze wel of geen overwicht op de situatie heeft. Wanneer een personage bijvoorbeeld van onderaf gefilmd wordt, lijkt deze overwicht te hebben ten opzichte van een personage dat van bovenaf in beeld wordt gebracht. Een close-up laat ons veel meer zien dan een long shot (een shot dat ruim opgesteld is mensen van top tot teen laat zien). In geschreven tekst kunnen we in het hoofd kijken van het personage, met een close-up hebben we een soort van filmisch equivalent van deze techniek. Een andere manier is het point-of-viewshot. Hierin zien we precies wat het personage ziet.Mise-en-scène is een belangrijke indicator van personages, maar ook de meest problematische. Omdat we hier erg afhankelijk zijn van eigen interpretatie en afleidingen.Voorkennis
De laatste indicator die van belang is, is de voorkennis van het publiek. Het publiek kan de zaal binnenstappen met een zeker idee van het personage dat door de volgende elementen ingegeven kan zijn:

  • Bekendheid met het verhaal. Dit geldt vooral voor boekverfilmingen of films gebaseerd op andere media als theater of strips.
  • Bekende personages. Bepaalde personages – zoals Dracula, Tarzan en James Bond – komen voor in meerdere films. Soms worden ze in de loop der tijd vertolkt door verschillende acteurs. Van dit soort personages hebben mensen meestal al een beeld voordat ze de bioscoop in stappen.
  • Promotie die de film voorgaat. Posters, interviews en kijkjes achter de schermen kunnen verwachtingen voor het verhaal en personages oproepen.
  • Ster en genre. Sommige sterren zullen we alleen in bepaalde genres verwachten.
  • Filmkritieken. Een recensie en/of classificatie van een film kunnen ook leiden tot een bepaalde lezing van een personage.

In het geval van Apocalypse Now, waarin het moeilijke maakproces van de film breed uitgemeten is in de pers, is niet ondenkbaar dat het publiek een grote hoeveelheid voorkennis had bij het zien van de film. Weten dat Martin Sheen een hartaanval kreeg, dat Coppola schijnbaar gek werd tijdens de opnameperiode, en dat Brando’s werkwijze de opnamen nog meer ophielden, beïnvloeden de manier waarop de film gezien wordt wellicht. In de volgende analyse van Apocalypse Now zal ik rekening houden met mise-en-scène, vooral in de scènes waarin Kurtz in beeld is. De setting en de belichting, in combinatie met Brando’s performance, bepalen de sfeer in deze scènes en leveren een grote bijdrage aan de verbeelding van het personage Kurtz.
Literatuur
Bordwell, David en Thompson, Kristin. Film Art. An Introduction. 5th edition. New York: McGraw-Hill, 1997.

Dyer, Richard. Stars. London: British Film Institute, 1998.
Rimmon-Kenan, Shlomith. Narrative Fiction. Contemporary Poetics. London: Methuen, 1983.

Categorieën
Film

R.I.P. Ledger & Renfro

Woensdagmorgen werd ik tijdens het journaal wakkergeschut met het bericht dat acteur Heath Ledger dood was aangetroffen in zijn bed. Ledger is gevonden door zijn huishoudster. Rondom het bed lagen allemaal slaappillen die zonder recept zijn te verkrijgen meldde nieuwszender CNN. Ledger was 28 jaar. Deze gegevens klonken als de ingrediënten voor een Hollywood-thriller. Gevonden door de huishoudster. Had Ledger een overdosis slaappillen genomen? Was hij vermoord? Of was het allemaal een tragische samenloop van omstandigheden geweest? Ik was geschokt. Niet zo zeer omdat Ledger op die jonge leeftijd toch aardig wat interessante rollen op zijn naam had gezet. Natuurlijk als homoseksuele cowboy in Brokeback Mountain. Maar ook in een droevige bijrol in de film Monster’s Ball (Marc Forster, 2001). Benieuwd was ik ook naar zijn vertolking van de Joker in The Dark Knight die dit jaar uitkomt. Benieuwd omdat de casting van Ledger niet lijkt overeen te komen met mijn interpretatie van dit personage. Zijn laatste rol op het witte doek. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik niet alle films van Ledger heb gezien en dat ik tot die dag nooit veel bij de Australische acteur had stil gestaan. Toch was het schokkend nieuws. Schokkend omdat de dood zo jong op de loer lag. Eerder deze maand overleed de 25-jarige Brad Renfro aan een overdosis drugs. Deze voormalige kindster was wellicht het meest bekend van de film The Client (Joel Schumacher) uit 1994. Beide acteurs waren op het moment van overlijden jonger dan ik nu ben. Vreemd dat de dood van iemand die je niet persoonlijk kent en met wie je weinig gemeen hebt tóch een impact kan hebben. Misschien hopen we allemaal zo lang mogelijk te leven. In ieder geval is Ledger vereeuwigd in de cinema. Al is dat natuurlijk voor zijn naasten een schrale troost.

Categorieën
Film Filmrecensie

Stoned: De mysterieuze dood van Brian Jones

Zoals dat hoort bij de dood van een rock-‘n-roll-ster, bestaan over de ware toedracht van de dood van Stones-oprichter Brian Jones meerdere geruchten. Niet lang na zijn ontslag werd Jones in zijn zwembad aangetroffen.Volgens de film Stoned (Stephen Woolley, 2005) had bouwvakker Frank Thorogood (Paddy Considine) hier letterlijk een hand in. Omdat dit personage echter niet wordt uitgediept, blijft het gissen naar zijn motieven. De suggestie dat enkele plagerijtjes van Jones en het uitblijven van zijn salaris voor Thorogood genoeg aanleiding zouden zijn voor moord, is erg dun. Dit regiedebuut van veteraanproducent Stephen Woolley is dan ook geen whodunit maar een biopic – het leven en vooral de trip naar de dood van Jones (Leo Gregory) zijn het uitgangspunt. Hedonist
Een parade aan filmische stijlen, van zwart-wit en gebleekte shots tot 8-mm materiaal, suggereert doeltreffend de jaren zestig. De flashbacks zouden meer licht moeten schijnen op het mysterie van Brian Jones. We zien zijn hedonistische levensstijl: seks, drugsgebruik en masochisme – het leven van een rockgod. Wat ontbreekt is een duidelijke context.
Figuranten
Het is algemeen bekend dat Jones de Rolling Stones oprichtte om bluesmuziek te spelen. In Stoned fungeren de Stones slechts als bijfiguren (de soundtrack bevat geen enkel nummer van de legendarische band wat ongetwijfeld met de peperdure rechten te maken heeft.) Hierdoor blijft de figuur Brian Jones in het luchtledige zweven. In de film had hij iedere sixties muzikant kunnen zijn die door drank en drugs aan lager wal is geraakt. Zijn genie als muzikant en songwriter, zijn rol in de legende van de Stones – het komt nauwelijks aan de orde.Cryptisch
Wat we van hem zien lijkt een cryptische omschrijving met te weinig aanwijzingen om de puzzel op te lossen. Woolley toont de nadagen van een uitgeblust kunstenaar die, zo suggereert de film, sinds het verlies van zijn muze Anita Pallenberg (Monet Mazur) de weg kwijt is. Bij wijze van conclusie geeft Jones zelf postuum in Stoned toe dat hij wel geluk heeft gekend, maar dat hij beter gedijde in onheil.Uiteindelijk gaat Stoned over zelfdestructie en decadentie en niet zozeer over Brian Jones. Het mysterie van Jones wordt niet ontsluierd.Deze tekst is in het verleden ook verschenen in de Filmkrant. Lees ook: De geest van Jim Morrison.

Categorieën
Film

Brando’s Kurtz: (De)Constructie van een personage

Inleiding

It’s like a cancer… Kurtz is not even a man anymore, he’s a trail of rumours. I would like to play with the audience’s imagination, trying to imagine this guy Kurtz, trying to put him together, trying to see what he would be like. […] The man becomes of certain mythical proportions so that when you finally come face to face with him and he is so different than you expected, he wins you over. You never thought you were going to like him.
– Francis Ford Coppola

In de aflevering ‘Restless’ van de tv-serie Buffy The Vampire Slayer zit een scène waarin de klassieke film Apocalypse Now (1979) van Francis Ford Coppola geparodieerd wordt. Een van de hoofdpersonages, Xander (Nicholas Brendon), droomt dat hij in het kantoor van de rector moet verschijnen. Hij is gekleed als soldaat. Met zijn handen op zijn rug gebonden wordt hij binnengebracht. Het kantoor van de rector is gehuld in duisternis, er schijnt slechts wat onaards licht via het rode gordijn voor de deuropening. De rector (Armin Shimerman) ligt op een bed. Als hij gaat zitten zien we slechts zijn kale hoofd in de duisternis. Terwijl hij praat, wast de rector zijn schedel. De woorden die Xander en de rector spreken vormen een parodie op de tekst uit de scène waarin Kurtz Willard ondervraagt.De parodie werkt doordat deze scène zo typerend is voor Apocalypse Now en het personage Kurtz – in de film gestalte gegeven door veteraanacteur Marlon Brando. Het wassen van het kale hoofd dat afsteekt tegen de schaduwen, de manier van praten, en de gebaren zijn zo kenmerkend dat we daar Kurtz in herkennen. Door het zien van de parodie vroeg ik me hoe het personage Kurtz in Apocalypse Now wordt geconstrueerd en welke middelen/technieken er worden gebruikt om tot deze constructie te komen.In de serie Brando’s Kurtz: (De)Constructie van een personage zal ik nader kijken naar de tekens die hiervoor gebruikt worden om, op basis daarvan, tot een omschrijving van het personage te komen. In de komende tijd dus voor de liefhebber wat filmtheorie op Mike’s Webs. De afleveringen van de serie zullen met enige regelmaat verschijnen.
Korte synopsis van Apocalypse Now
Hoewel ik ervan uitga dat iedereen Apocalypse Now al eens heeft gezien, hier een korte samenvatting van de film. Apocalypse Now draait om de reis van Kapitein Willard (Martin Sheen), een spion van het Amerikaanse leger. Willard wordt op een gevaarlijke missie gestuurd: hij moet de rivier Cambodja afreizen om daar Kurtz (Brando) te vinden en te vermoorden. Kurtz is een voormalig Amerikaans kolonel die is gedeserteerd. Hij is krankzinnig geworden en heerst over een groep Montagnaardse inboorlingen in een afgelegen oerwoudcomplex. De reis die Willard aflegt over de rivier brengt hem in het hart van de duisternis: die van de oorlog, maar ook in zichzelf.

Categorieën
Boeken Film

Kevin Smith: My Boring Ass Life

Wil ik echt weten dat Kevin Smith zijn e-mail checkt als hij op de wc zit, hoe vaak hij met zijn vrouw neukt en als hij masturbeert op zijn laptop foto’s van haar bekijkt? Natuurlijk niet. In zijn dagboek My boring-Ass Life is Smith erg openhartig en geeft hij zich letterlijk en figuurlijk bloot. De regisseur van onder andere Clerks (I+II), Chasing Amy en Dogma, geeft een minutieuze beschrijving van het verloop van zijn dagen en laat haast geen detail onvermeld. In contrast met zijn openhartigheid laat hij echter op sommige momenten cruciale informatie weg. Als hij een grote scène moet spelen in de film Catch & Release (Susannah Grant, 2006) die nogal wat van zijn acteertalent vereist, noteert hij op die dag dat hij de scène gedaan heeft zonder ook maar enig detail te geven.

Routine
Als je alle film- en stripzaken van Smiths werk buiten beschouwing laat, beschrijft Smith een heel normaal leven. Of nu ja, normaal voor iemand die in Los Angeles woont: in het gezin Smith wordt praktisch nooit gekookt; Kevins schoonouders en Jason Mewes wonen bij hem in. En zijn werkdag is iets anders dan iemand die van negen tot vijf op kantoor werkt. De herhaling en overeenkomstige beschrijvingen van Smiths dagelijkse routine geven het werk een bijna meditatief karakter. “I wake up, shit and check email…”

Afkicken
Tussen de alledaagse ruis zitten voor de fan van Smiths oeuvre kleine juweeltjes. Als hij schrijft over het tot stand komen van Clerks II, de Q&A’s en over hoe Jason Mewes afkickt van de heroïne – dát zijn de momenten om te koesteren. Wie een tweede Silent Bob Speaks verwacht – een bundeling van de scherpe columns van Smith – komt bedrogen uit. My Boring-Ass Life is alleen voor de echte die hard-fans.

Lees ook de andere artikelen over Kevin Smith op deze site.
Meer recensies over films en boeken vind je hier.

Categorieën
Film Filmrecensie

Hollywoodland

Ben Affleck en de tragische dood van een Superman.

In mijn tijd aan de UvA bespraken een collega en ik de carrière van Ben Affleck. Zij was geen fan van deze sympathieke acteur, terwijl ik graag naar zijn films kijk. Ze vond dat het niet lang meer zou duren voordat meneer Affleck in de vergetelheid zou geraken. Ik was van mening dat deze filmster nog lang hoog aan de hollywoodhemel zou stralen. Een weddenschap was geboren. We spraken af dat als Ben drie jaar later een eigen televisieserie zou hebben, het gedaan zou zijn met zijn filmcarrière en dat ik een fles champagne voor mijn collega moest kopen. Let wel: Ben was net flink op zijn gezicht gegaan met Gigli en hele affaire met Jennifer Lopez. Daarbij was de film Daredevil (Mark Steven Johnson, 2003) ook niet aan mijn collega besteed.
Minderwaardig
Twee filmwetenschappers bij elkaar, die nemen over het algemeen het medium televisie niet zo heel serieus. Wie dus van filmster is afgezakt naar het kleine scherm, is eigenlijk al op zijn retour vonden wij, filmsnobs als we waren. Dat neerkijken op het medium televisie is van alle tijden, maar kwam vooral veel voor in de jaren vijftig, toen de recent geïntroduceerde beeldbuis de concurrentiestrijd aanging met het witte doek.

Acteur George Reeves ambieerde een filmcarrière en speelde onder andere in Gone with the Wind (Victor Fleming, 1939). Toen hij echter de rol van Superman aannam in de toen nieuwe televisieserie Adventures of Superman (1951-58), nam niemand hem meer serieus als filmacteur. Toen de serie in 1958 werd stopgezet, was de glorie van filmacteur Reeves verleden tijd. Voor altijd zouden mensen hem associëren met het roodblauwe ondergoed met de cape. Hij pleegde op 16 juni 1959 zelfmoord door een kogel door zijn hoofd te schieten. Of werd hij vermoord? Daarover zijn historici het nog steeds niet eens.

In de film Hollywoodland (Allen Coutler, 2006) wordt deze mysterieuze dood onderzocht. Detective Louis Simo (Adrian Brody) raakt geïntrigeerd door de dood van Reeves en probeert de waarheid aan het licht te brengen. Hij wordt tegengewerkt door de politiemacht van Hollywood die in een ijzeren greep wordt gehouden door de studiobazen.
Ben the man
Ben Affleck speelt op de getormenteerde Reeves op overtuigende wijze. Affleck heeft urenlang naar de televisieserie gekeken om Reeves’ dictie en mimiek na te kunnen spelen. De neusprothese op Afflecks gezicht was eigenlijk niet nodig geweest om een overtuigende gelijkenis neer te zetten. Affleck maakt duidelijk dat Reeves zijn leven ervoer als een tragedie. Hij zag zichzelf als een ambitieuze filmacteur die op er op het kleine scherm belachelijk uitzag in dat Superman-pak. Ironisch dat hij daar de rest van zijn leven mee geassocieerd werd.

Reeves werd financieel onderhouden door Toni Mannix (Diane Lane) met wie hij een relatie had. Mannix was echter getrouwd met een studiobaas (Bob Hoskins). Op het moment dat Reeves voor een jonger blaadje koos, en Toni zich gekwetst voelde, riep hij de toorn van de studiobaas over zich af. Maar zat hij achter de moord? En wie hadden er nog meer een motief om de televisiesuperman om zeep te brengen?
(On)waarheden
Detective Simo probeert het uit te zoeken: de verschillende interpretaties van de (zelf)moord die in Hollywoodland zijn verbeeld, leverden een boeiende film op, waarin het oude Hollywood sfeervol en met een oog voor details wordt neerzet. Hoewel er niet één specifieke versie als de waarheid wordt gezien, wordt de zelfmoord wel als laatste flashback getoond als zijnde een reconstructrie van Simo. Aangezien Reeves depressief was over het verloop van zijn leven en carrière, lijkt zelfmoord het meest aannemelijke scenario.

Wellicht ligt het antwoord op de kwestie verborgen in het laatste shot waarin Affleck te zien is: hij kijkt vanuit een schuine hoek in de camera. In één blik zit al het leed dat Reeves voelde samengebald. Iedereen die beweert dat Affleck niet kan acteren, wordt wat mij betreft in dit shot het zwijgen opgelegd. Kortom: het wordt tijd om die fles champagne op te halen bij mijn voormalige collega. Proost, Ben!

Lees ook: The Trouble with Superman en Het superhelden genre.