Categorieën
Boeken

Het wonderland van Lewis Carroll

Al een paar dagen zit ik diep met mijn neus in Het wonderland van Lewis Carroll, het nieuwe boek van literair criticus Carel Peeters. Een boeiende studie van de schrijver van Alice in Wonderland, die in het dagelijks leven Charles Lutwidge Dodgson heette.

De mooie omslag is ontworpen door Rob Westendorp.
Het mooie omslag is ontworpen door Rob Westendorp.

Dinsdag 23 april werd Peeters’ boek gepresenteerd in Spui25. De auteur gaf een inleiding op het boek, Manon Uphoff vertelde over haar fascinatie voor Lewis Carroll en vertaler Nicolaas Matsier sprak over Carroll als brievenschrijver aan kinderen en las een paar brieven voor.

Carroll (1832-1898) kennen we natuurlijk vooral van de boeken Alice in Wonderland en het vervolg Through the Looking-Glass. Ik ken maar weinig mensen die deze boeken niet hebben gelezen en nog minder mensen die nog nooit van deze klassiekers gehoord hebben. Dat zegt wellicht iets over mijn sociale kring, maar meer over de status van klassieke schrijver die Carroll is toebedeeld.

Rondom Carroll is een bepaald beeld ontstaan. Voor de meeste mensen is hij de bescheiden Victoriaanse geestelijke, een verlegen in het zwart geklede wiskundige die in Oxford kleine meisjes mee uit wandelen nam en hun verhalen vertelde. We weten dat hij door de jaren heen bevriend was met tientallen jonge meisjes. Tijdens een van die uitjes waar een zekere Alice Liddell bij was, vertelde Dodgson een verhaal dat Alice in Wonderland zou worden.

Peeters toont dat de persoon Dodgson complexer in elkaar stak dan de mythe doet vermoeden. Lewis Carroll was een rebel en de schrijver van veel pamfletten en ingezonden brieven, een wiskundige, een maker van taalspelletjes die in populaire tijdschriften verschenen, fotograaf en iemand die graag beroemde mensen leerde kennen. Hij was uitgever van zijn eigen boeken. Carroll verdiende goed met zijn uitgaven maar stond vrijwel altijd rood omdat hij veel geld uitgaf aan liefdadigheid en vrienden. Maar hij was ook een zeer vrome en belerende vent die over allerlei pietluttigheden boze brieven schreef en liever niet zag dat men in het theater scheldwoorden gebruikte.

In wezen presenteert Peeters zijn onderwerp als een man met twee uitersten, waarbij Dodgson staat voor de vrome, pietluttige Victoriaan, en Carroll als de vrije, speelse geest die het liefste met kinderen omging. Peeters noemt Carroll ‘een wandelende paradox’ en ‘een prismatische persoonlijkheid waarin de verschillende kanten van zijn persoon, talent en karakter vaak onafhankelijk van elkaar opereren, als een colonne soldaten die allemaal een andere kant op marcheren, of als een orkest waarvan de musici niet naar elkaar luisteren.’ In hem woedde in wezen een strijd: zijn verlangens en vrije verbeelding versus zijn moralisme en pruderie.

Alice Liddell gefotografeerd door Lewis Carroll. Bron:   Bettmann/Corbis/guardian.co.uk.
Alice Liddell gefotografeerd door Lewis Carroll. Bron: Bettmann/Corbis/guardian.co.uk.

Kindervriend
Carroll was een verwoed brievenschrijver en hij hield daar een nauwkeurig register van bij waarin hij ook een korte inhoud van zijn correspondentie opnam. Hierdoor weten we dat hij 98.721 brieven heeft verstuurd vanaf het moment dat hij dit register in januari 1861 begon. Daarbuiten correspondeerde hij nog als Curator van de Common Room van Christ Church. En wie weet hoeveel brieven Carroll al had geschreven voordat hij met het register begon. Maar goed, veel brieven dus. Veertig procent hiervan zijn schrijfsels met een overwegend plagerig toontje aan jonge meisjes. Carroll was dol op jonge meisjes en onderhield gedurende zijn leven vriendschappen met een honderdtal jonge dames. Al maakt Peeters duidelijk dat Carroll die vriendschappen ook wel gebruikte om contact met de moeders te krijgen.

Hij ging graag om met kinderen, dat gaf hem een soort rust in zijn hoofd die een heilzame werking voor Carroll had. Toch moesten de kinderen wel aan bepaalde voorwaarden voldoen voordat ze met ome Dodgson op pad mochten: de haren moesten los hangen en mochten niet opgestoken zijn, want dat hoorde zo.

Naakte meisjes
Toch had Carroll de vreemde voorliefde om jonge meisjes naakt, of ‘dressed in nothing’ zoals hij dat zelf omschreef, te fotograferen. Hoewel dat in het huidige tijdperk vol angst voor pedofilie als een nogal vreemde hobby gezien wordt, moeten we Carrolls interesse in naakte meisjes volgens Peeters vooral vanuit esthetisch oogpunt bezien. Men had in de Victoriaanse tijd een romantisch beeld van het kind als pure onschuld. Die naaktfoto’s waren in de ogen van Carroll een lofzang op die hemelse onschuld en puurheid.

Daar staat tegenover dat Carroll behoorlijk drammerig kon zijn als hij de moeders verzocht de kinderen naakt te mogen fotograferen. Helemaal overtuigd van Carrolls zuivere motieven ben ik dan ook niet. Dat komt ook omdat Peeters wat bedekt praat over de demonen die Carroll ’s nachts wakker hielden en die hij probeerde te bestrijden door wiskundige problemen op te lossen om zijn geest af te leiden. Meer duidelijkheid van Peeters had ik wat dit betreft wenselijk gevonden.

In zijn dagboeken schrijft de geplaagde Dodgson in 1863 bijvoorbeeld ‘Oh God, … take me, vile and worthless as I am… Help me to be Thy servant.’ En een jaar later: ‘Oh deliver me from the chains of sin.’ Kennelijk ging de vrome kindervriend toch ook gebukt aan een hoop schuldgevoel of verlangens die in zijn ogen niet door de beugen konden. Wederom voerde hij een strijd tussen uitersten.

Carel Peeters. Het wonderland van Lewis Carroll.
Uitgeverij De Harmonie, € 17,90
ISBN: 9789076168456

Categorieën
Boeken Media Video

Neil Gaiman: ‘In het digitale tijdperk moeten we zo veel mogelijk zaaien’

Neil Gaiman. Bron: Neilgaiman.com
Neil Gaiman. Bron: Neilgaiman.com

‘Wie heeft zijn favoriete schrijver ontdekt door een boekwinkel in te stappen? En wie heeft zijn favoriete schrijver ontdekt doordat iemand je erop wees, je een exemplaar gaf of omdat je zijn werk toevallig in de bibliotheek tegenkwam omdat je oog op een omslag viel? Meestal vinden we de mensen waar we het meest van houden niet door werk van ze te kopen. We komen ze toevallig tegen, we ontdekken ze… we ontdekken dat we van hun werk houden….’ Dat is even, vrij vertaald, een van de interessante opmerkingen die auteur Neil Gaiman maakte in zijn keynotespeech op de Digital Minds Conference 2013. Maakte en maakt, want dankzij deze registratie, kun je de speech in zijn geheel horen en bekijken.

Gaiman is er zelf heel tevreden over, en niet onterecht. Een speech over het boek in het digitale tijdperk, over het ontdekken van schrijvers, over hoe de industrie, de uitgevers, platenmaatschappijen, schrijvers en kunstenaars zich moeten aanpassen aan digitale vormen van publicatie, en bovenal hoe we ons geluid kenbaar maken in een wereld waarin we een overdosis aan informatie krijgen. En over een leuk twitteravontuur en een lunch met stripmaker Art Spiegelman.

Gebruikmaken van sociale media betekent volgens Gaiman dat we zo veel mogelijk zaadjes moeten zaaien. Sommigen komen uit, anderen niet. Er is geen formule voor wat werkt en wat niet. De ene keer scoor je op Twitter, dan andere keer blijven de reacties achter. Probeer alles, durf te falen.

Home taping didn’t really kill music. Music’s out there doing just fine. More of it’s actually being made than ever, but the trick is becoming to find the good stuff. And for people who make the music to figure out how to monetize what they’re doing.

Kijk maar:

Wat ik goed vind aan Gaimans speech is niet alleen dat hij interessante ideeën presenteert, maar dat hij een verhaal vertelt. Hij verschuilt zich niet achter zijn uitgetypte speech en leest deze levenloos voor. Nee, hij kijkt zijn publiek aan, neemt zijn tijd en ontvouwt het verhaal alsof hij het ter plekke in hem opkomt. Prachtig.

Tot slot nog even deze video, waarin Gaiman zijn liefde voor het boek als fysiek object duidt.

Categorieën
Boeken Film

Column: B-Garnituur

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

Tijdens het KLIK! Amsterdam Animation Festival zat ik rond de tafel met de Amerikaanse mediaspecialist Brian Dunphy die lezingen geeft over South Park, een collega van de VPRO Gids en twee van Brians vrienden. Toen mijn collega haar voorliefde voor romcoms liet blijken, probeerden we elkaar af te troeven met films waar je van houdt maar waar je je eigenlijk voor dient te schamen. Guilty pleasures dus.

Ik kwam niet zo snel op een film, zelfs Highlander werd acceptabel bevonden, maar toen ik bij de zoveelste poging de naam David Hasselhoff liet vallen wees Brian me aan en riep: ‘You win! You definitely win with Hasselhoff!’

Ik beken: ik heb een zwak voor The Hoff, de Knight Rider die op miraculeuze wijze zijn enorme ego verteerbaar weet te houden door een even grote hoeveelheid zelfspot aan de dag te leggen. Ook voor andere acteurs die we met de letter B zouden categoriseren koester ik warme, doch platonische gevoelens: Sylvester Stallone, Bruce Campbell, Roger Moore en Arnold Schwarzenegger. Als het even kan, lees ik hun autobiografie. Die van Moore was droger dan de martini’s die zijn Bond-alter ego doorgaans drinkt, maar Hasselhoff en met name Campbell schreven zeer onderhoudende memoires.

Schwarzenegger, die het schopte van bodybuild-legende naar acteur tot gouverneur van Californië, schreef recent zijn autobiografie: Total Recall, het verhaal van mijn leven, uitgegeven door A.W. Bruna. Het is op zijn minst opmerkelijk te noemen dat de acteur die bekend staat om zijn gevatte oneliners meer dan vijfhonderd pagina’s nodig heeft om zijn levensverhaal uit de doeken te doen. Total Recall leest als een jongensboek voor vijftigplussers, waarin Arnold ieder avontuur zonder al te veel problemen tot een goed einde weet te brengen.

Sommige scènes hadden zo uit één van zijn films kunnen komen. Toen de Oostenrijkse Eik halverwege de jaren zestig een frequente bezoeker was van de bierhallen in München, gingen bier drinken en kroeggenoten in elkaar timmeren hand in hand: ‘Als iemand me raar aankeek of me om welke reden dan ook uitdaagde, zat ik er meteen bovenop. Ik gaf hem een schokbehandeling. Ik rukte mijn overhemd uit en liet de spieren onder mijn hemd zien. En dan sloeg ik ‘m knock-out. Soms zei mijn tegenstander als hij me zag gewoon: “Ach, wat maakt het ook uit. Laten maar een biertje nemen.”‘

Arnold in zijn jonge jaren.

Soms toont The Terminator zijn naïeve en ‘zachte’ kant, zoals het moment dat hij met verbazing toeziet hoe een Amerikaans vriendinnetje zijn scheermes gebruikt om haar benen en oksels te scheren. ‘Ik dacht dat harige benen en oksels normaal waren, omdat in Europa vrouwen zich nooit schoren of onthaarden,’ aldus Arnold. Je begrijpt opeens waarom hij daarna definitief ‘Hasta la vista, baby,’ tegen Oostenrijk zei.

Deze column is in Schokkend Nieuws #99 gepubliceerd.

Categorieën
Bloggen Boeken Daily Webhead Video

Daily Webhead Video: Joubert Pignon spreekt o.a.

Hoe zorg je er als onbekend auteur voor dat je wordt uitgegeven? Begin een blog! In 2009 startte Jourbert Pignon (pseudoniem van Joubert Pignon) een blog en plaatste korte verhaaltjes. Op een gegeven moment stuurde hij deze naar HP/De Tijd en werden ze gepubliceerd naast een interview met de auteur. Die publicatie leidde weer tot interesse van een aantal uitgevers. In oktober kwam Pignons debuut uit: Er gebeurde o.a. niets: een bundel zeer korte verhalen waarin absurditeit samengaat met de schrijnende duisternis die het alledaagse leven met zich mee kan brengen.

Of zoals Tommy Wieringa het boek omschrijft: ‘Joubert Pignon doet vrolijk verslag van zijn verkenning van de hel – een stem zoals de zijne hadden we nog niet.’

Ik sprak laatst met Pignon in Haarlem over zijn boek, zijn blog en zijn angst voor sommige schrijvers.

De muziek is van de immer muzikale en bloggende Marco Raaphorst.

Categorieën
Boeken Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Marvel Comics, The Untold Story

Marvel Comics: The Untold Story van Sean Howe, doet precies wat de titel belooft, namelijk de geschiedenis van Marvel uit de doeken doen. Howe laat geen enkele steen ongemoeid en naast de prachtige anekdotes van creatieve uitbarstingen, heel wat narigheid van de uitgeverij die ons Spider-Man, de Hulk, Fantastic Four, Iron Man en heel wat andere boeiende superhelden bracht. Op dit moment verslind ik het boek.

Deze week heb ik het hele hoofdstuk over Jim Shooter gelezen. Shooter was in de jaren tachtig editor-in-chief bij Marvel, oftewel: de hoofdredacteur van alle titels die uitkwamen. Ik heb altijd veel bewondering voor Shooter gehad, niet in de laatste plaats omdat ik als kind en later de strips die onder zijn supervisie uitkwamen erg goed vond, maar Howe schroomt niet om de minder goede kanten van Shooters perfectionistische karakter te beschrijven. Goh, die man heeft wel een paar rare fratsen uitgehaald zeg. Hij liet professionele tekenaars, mensen die echt wel weten hoe je en scène moet visualiseren, vaak pagina’s overdoen. Zoals ik het begrijp, werd hij door een groot deel van de staf gehaat.

Stan Lee en zijn creatie Spider-Man.
Stan Lee en zijn creatie Spider-Man.

Marvel Comics: The Untold Story is op vele momenten smullen maar voor een fanboy als ik ook erg ontluisterend: levende en dode striplegendes worden weer gewoon feilbare mensen. Des te meer wordt duidelijk dat de uitgeverij jarenlang gerund werd door directeuren die de ballen verstand van strips hebben. Marvel is namelijk jarenlang van het ene conglomeraat naar het andere doorverkocht en zeker in de periode dat het bedrijf naar de beurs ging, moesten aandeelhouders tevreden worden gehouden. Meer winst was het credo en dat ging altijd ten koste van de kwaliteit van het product en vooral ten koste van het werkplezier van de creatieven die het product maken.

 

Jack Kirby in zijn tekenstudio thuis. Bron: seanhowe.tumblr.com

Chris Claremont, de schrijver die zestien jaar lang van X-Men een succesvolle serie maakte, werd op een gegeven moment zonder bedankje aan de kant geschoven. De Amerikaanse stripgeschiedenis zit vol met dat soort nare voorbeelden, met als grootste voorbeeld wellicht wel Jack Kirby die jarenlang streed met Marvel om zijn originele tekeningen terug te krijgen. Goed, Kirby draaide op een gegeven moment wel door en claimde dat hij zo’n beetje het hele Marvel universum in zijn eentje had bedacht en dat Stan Lee’s rol nihil was in de creatie van Spider-Man, Fantastic Four en De Hulk. Wanneer er tegenstrijdige berichten zijn over hoe iets heeft plaatsgevonden, meldt Howe beide versies van de geschiedenis.

Sean Howe en zijn boek. Foto: Stefano Giovannini. Bron: www.brooklyndaily.com

Vroeger verdienden de stripmakers die interessante personages bedachten nooit het geld dat die personages opbrachten. Alles viel contractueel onder ‘work for hire’ dus de uitgeverij bezat de copyrights. Stan Lee bedacht veel van zijn superhelden in samenwerking met mensen als Kirby en Steve Ditko, maar de rechten van al die superhelden liggen bij Marvel. Mensen als Kirby en Ditko verdienden dus niets aan de mega-opbrengsten van de Marvel-films bijvoorbeeld.

Dankzij alle vunzige details die Howe bovenhaalt, gaat de glans wel een beetje van Marvel af.

Natuurlijk: de comicsindustrie is een commerciële onderneming. Tegenwoordig wordt er veel meer geld binnengehaald met licenties en films over de superhelden dan de strips zelf. Wie ook nu nog Marvel Comics leest, krijgt door de vele crossovers, herstarts van series en ander stuntwerk het idee dat de marketingafdeling van de uitgeverij de strips schrijft.

Zo is men nu weer eens aan het stunten met Spider-Man. Na Amazing Spider-Man #700 zullen ze de serie stoppen en met Superior Spider-Man beginnen. En er wordt gehint dat Peter Parker de overgang misschien niet overleeft. Alweer. Scribent Dan Slott promoot zijn verhalen flink op Twitter, maar ondertussen zijn de fans onrustig en angstig over wat de marketingmensen nu weer hebben bedacht. Want, dat het hier vooral om marketing gaat mag duidelijk zijn. (Ook al beweert Slott in een interview met Newsarama.com – spoilers! – dat de veranderingen in Amazing Spider-Man niet plotseling uit de lucht komen vallen en dat dit event al lang geleden gepland is.) Alle eventcomics, iets waar Shooter wel zo’n beetje mee begonnen is trouwens, hebben maar een doel voor ogen: meer boekjes verkopen.

X-Men rond 1977. Illustratie: Dave Cockrum. Bron: seanhowe.tumblr.com.

Marvel NOW!
De veranderingen in Spider-Man zijn onderdeel van de Marvel NOW!-Campagne: schrijvers en tekenaars van de ene serie worden opeens op een andere serie gezet. Superheldenteams worden lekker door elkaar gehusseld om een nieuwe dynamiek in de verhalen te brengen. Zo bevat het nieuwe team van The Avengers enkele X-Men, terwijl in X-Men er een tienerversie van Jean Grey rondloopt. (Grey stierf eerder in 2004 en schijnbaar ook in de jaren tachtig). Series worden stopgezet en krijgen een doorstart zoals Superior Spider-Man.

Het lijkt allemaal wat op naar wat DC Comics een jaar geleden heeft gedaan: alle bestaande series stopzetten en met nieuwe 52 series bij nummer 1 beginnen. Een nieuw instapmoment om de mythe van hun superheldenstal te volgen. Nu zou dat ook meteen wat aanpassingen van deze helden betekenen, een soort van modernisatie waardoor de personages meer van deze tijd zijn.

Hoewel ik niet voor alle 52 nieuwe series kan spreken, viel de vernieuwing in Batman mij behoorlijk tegen. Deze week las ik de eerste bundel nieuwe Batman-verhalen The Court of Owls. Afgezien van een paar aanpassingen van zijn kostuum, dat nu wat meer lijkt op het pak uit de films van Christopher Nolan, zie ik weinig vernieuwing in de wereld van Bruce Wayne.

Spoilers!
Toch is het volgen van dergelijke verhaallijnen het leukst als je de comics per deeltje koopt. Dat doe ik al jaren niet meer: ik lees altijd trades die een paar maanden later uitkomen. Verzamelde comics zijn goedkoper dan ieder deeltje los kopen. Maar je betaalt daar als fan wel een prijs voor: over veel van de belangrijke plotpunten in Spider-Man hoor ik al via het web. Dat hoort nu eenmaal bij deze tijd en bovendien is het niet zo’n ramp: wat er gaat gebeuren zegt nog niets over hoe het gaat gebeuren.

Het spijtige aan die grote events is dat ze meestal op de lange duur niet goed uitpakken. Ik schreef er deze zomer nog een heel artikel over voor Stripgids. Ik hoop dan ook van harte dat ze Peter Parker weer niet gaan vervangen voor een ander, want dat trucje hebben ze recent nog uitgehaald in Ultimate Spider-Man.

Of Spider-Man nu sterft en hoe je de strip ook noemt waarin hij de hoofdrol speelt: uiteindelijk worden de ergste fouten, euh veranderingen, toch wel weer teruggedraaid, dus ik maak me er nog niet heel druk om.

Sommige fans wel trouwens: ik vind het altijd een genot om boze, verbaasde en andersoortige reacties online te lezen. De vele haatvideo’s over Brand New Day waren indertijd zeer vermakelijk en ook SevenWebheads maakte een onderhoude vlog over het laatste nummer van Spider-Man. Wie niet wil weten wat voor twists Dan Slott heeft bedacht, moet vooral de video niet kijken. Voor de rest: enjoy!

Ode aan stripmakers
Nog even terugkomend op het boek van Sean Howe: ik vind Marvel Comics: The Untold Story voor fanboys en stripliefhebbers zeker een aanrader. Ondanks alle nagerigheid is het boek toch vooral het verhaal van de stripmakers die de superhelden van Marvel al jaren tot boeiende personages maken. Het is een ode aan hun bloed, zweet, tranen en geniale uitspattingen.

Een nadeel van het boek is wel dat er geen illustratiemateriaal in staat. Dat heeft van alles met copyrights te maken. Gelukkig heeft Howe een zeer levendig Tumblr-blog en Facebook-pagina waarop allerlei juweeltjes  uit de archieven van Marvel te zien zijn.

Sean Howe. Marvel Comics: The Untold Story
Harper Collins.
SBN: 9780061992100; ISBN10: 0061992100

Categorieën
Boeken Juniorpress Strips

Spider-Man in Er gebeurde o.a. niets

Donderdag wordt het boek Er gebeurde o.a. niets gepresenteerd bij Athenaeum in Haarlem. Het is een ‘roman-in-korte-verhalen’ zoals auteur Joubert Pignon het werkje zelf omschrijft. Mijn favoriete stripheld Spider-Man speelt een kleine rol in een van de verhalen.

De auteur was zo vriendelijk om me de tekst toe te sturen:

STEM (1)
Op straat zie ik een man die ik van vroeger ken. Hij lijkt gek geworden. Hij fietst slingerend over straat en schreeuwt er hardop bij. De mensen op straat kijken verschrikt op. Als de man de mensen ziet kijken schreeuwt hij naar ze. Bij de pinautomaat zie ik de man weer. Hij is van zijn fiets gestapt, maar schreeuwt nog steeds. Ik sta achter hem in de rij. Als de man aan de beurt is, steekt hij geen pasje in de gleuf. Hij staat alleen maar te schreeuwen met zijn fiets aan de hand. Na een minuut stapt de man op zijn fiets en fietst weg.
Vroeger kwam ik vaak in de Haarlemse stripwinkel Nou En?!. Ik kocht stripboeken en bleef rondhangen in de winkel, omdat ik, wanneer ik lang genoeg in de winkel bleef rondhangen, bier kreeg van de eigenaar. De winkel had een aantal vaste klanten. Die kochten strips, praatten met elkaar en wachtten tot ze bier kregen. Een van de vaste klanten was een rocker met een zware basstem. Toen ik zijn stem voor het eerst hoorde, herkende ik zijn stem meteen. Het was een stem uit het verleden, die ik ooit eens door de telefoon gehoord had. In de winkel kocht de rocker altijd stripboeken van Spider-Man. De rocker vertelde dat Spider-Man zijn grote voorbeeld was, dat hij wilde zijn zoals hij. De rocker vertelde dat hij van plan was een boek over zijn vader te schrijven. Hij kwam altijd op de fiets. Hij was er erg zuinig op. Hij had de fiets van zijn vader gekregen.
Toen we een jaar of tien waren lazen mijn beste vriend Harold en ik altijd samen stripboeken. Op een dag lazen we in een nummer van Spider-Man een lezersbrief waarvan de toon ons niet aanstond. We vonden de man een enorme sukkel. De naam en de woonplaats van de schrijver stonden onder de
brief. Haarlem. In het telefoonboek zochten we de man op. We draaiden zijn nummer. Er werd opgenomen. Een basstem zei de naam van de briefschrijver. Een harde, diepe stem. Harold en ik schrokken, riepen snel: ‘Sukkel!’ in de hoorn en hingen op.

Die brievenpagina in de Nederlandse uitgaven van Marvel Comics kan ik me nog goed herinneren. Zelf heb ik er ook wel eens een schrijfsel aan gewaagd die ook gepubliceerd werd. Niets mooiers kon ik me op die leeftijd voorstellen om mijn eigen brief in een Spider-Man comic te zien staan. Nou ja, behalve een bezoekje aan de redactie dan. Dat heb ik ook eens meegemaakt, maar dat is een verhaal voor een andere keer. De brievenpagina was een handige manier van de Juniorpress redactie om een vinger aan de pols te houden en te horen wat er onder de lezers speelde, welke series ze graag vertaald wilden zien en hoe ze bepaalde verhalen vonden. Al had de Nederlandse redactie natuurlijk geen invloed op wat er in Amerika geproduceerd werd, in het geval van sommige series maakten ze wel een selectie van wat ze wel en niet uitgaven.

‘Er gebeurde o.a. niets  gaat over een jonge verkoper in een dierenwinkel die meer van het leven wil, maar niet precies weet wat. Uit een knarsende, schurende collage van zeer korte verhalen ontstaat een relaas over werken te midden van cavia’s en goudvissen, over een gestoorde buurman, drank, liefde, literatuur, verdwijnende vriendschappen en de dood. Met een droogkomische stijl weet Joubert Pignon de lezer te verwonderen. Er gebeurde o.a. niets is het verhaal van iemand die wil ontkomen aan zichzelf, maar uiteindelijk niet in beweging kan komen. Ondertussen nadert, onder andere, het onheil,’ aldus de flaptekst.

Er gebeurde o.a. niets wordt uitgegeven door Atlas Contact en ligt vanaf eind volgende week in de winkel. Het boek wordt donderdag 4 oktober gepresenteerd vanaf 19:30, bij boekhandel Athenaeum Haarlem (Gedempte Oude gracht 70 Haarlem)

Categorieën
Boeken Strips

Veel aandacht voor Thé Tjong-Khing

Er is de laatste tijd veel aandacht voor Thé Tjong-Khing (Purworejo, Indonesië, 1933) die het prentenboekengeschenk van de kinderboekenweek 2011 illustreerde. Zijn werk wordt tentoongesteld in het Kinderboekenmuseum in Den Haag en er verschijnt een boek over de illustrator.

Stripliefhebbers kennen Thé wellicht vooral van zijn strip Arman & Ilva die momenteel opnieuw wordt uitgegeven door Uitgeverij Sherpa. Sinds 1977 tekent hij echter geen strips meer en staat hij vooral bekend als illustrator van kinderboeken.

Thé werkte met grote namen als Annie M.G. Schmidt (Abeltje), Guus Kuijer (Olle), Miep Diekmann (Wiele wiele stap) en Els Pelgrom (Kleine Sofie en Lange Wapper). Zijn tekstloze prentenboek Waar is de taart? werd een hit bij zowel kenners als kinderen en de illustraties bij sprookjes, mythen, Bijbelvertellingen en prinsessenverhalen die hij de afgelopen tien jaar maakte, zijn lovend ontvangen. Met drie Gouden Penselen, de Woutertje Pieterse Prijs, de Deutsche Jugendliteraturpreis en de Max Velthuijsprijs voor zijn gehele oeuvre is Thé Tjong-Khing de meest gelauwerde kinderboekillustrator van Nederland.

Kennismaking
Het boek Thé Tjong-Khing: Van strip tot sprookje van Joukje Akveld en Annemarie Terhell is een kennismaking met het leven en werk van Thé. Zijn jeugd in Indonesië, de emigratie naar Nederland, de Toonderjaren en de overstap naar het kinderboek worden onder andere behandeld. Behalve met Thé Tjong-Khing zelf spraken de auteurs met uitgevers, schrijvers, collega’s, leerlingen en theatermakers die Thé’s werk op toneel brachten. Het boek staat boordevol illustraties, inclusief enkele nooit eerder gepubliceerde tekeningen.

Het boek over Thé verschijnt deze week bij Uitgeverij Lannoo.

Donderdag 13 oktober zond EenVandaag een interview met Thé uit; ook best een leuke kennismaking met deze bedreven illustrator.

sitestat

Categorieën
Boeken Film

Vals licht: Verliefd op een prostitué

Ik ben in Vals Licht van Joost Zwagerman begonnen. Het boek is inmiddels alweer twintig jaar oud en hoewel ik een Zwagerman-fan ben, heb ik het nog nooit gelezen. Het uitgangspunt van het verhaal intrigeert mij.

Simon Prins, een luie student Nederlands die prima tevreden is met het halen van zesjes, raakt verliefd op een prostitué. Dit gegeven roept meteen een legio interessante vragen op. Wat maakt dit meisje zo aantrekkelijk voor hem? Wordt zij ook verliefd op Simon en is dat eigenlijk niet zeldzaam? Ik neem aan dat prostituees een soort van professionele afstand bewaren waar het hun klanten betreft en dat ze zich emotioneel afsluiten tijdens hun werk. Hoe reageert haar pooier op deze liefde? En hoe is het voor Simon om zijn hart te verliezen aan een vrouw die voor haar werk seks heeft met andere mannen?

Zelf ben ik nog nooit verliefd geworden op een prostitué. In alle eerlijkheid moet ik zeggen nog nooit van hun diensten gebruik te hebben gemaakt. Ik loop wel eens door de Spuistraat waar ook wat dames achter het raam zitten te werken en ik voel me daar nooit gemakkelijk bij. Betaalde seks: het is simpelweg niet mijn ding.

Toch ben ik zeer benieuwd naar hoe Zwagerman deze situatie heeft uitgewerkt.

In de film True Romance (Tony Scott, 1993) wordt hoofdpersoon Clarence (Christian Slater), werkzaam in een stripwinkel, verliefd op de callgirl Alabama (Patricia Arquette, ver voordat ze paranormale huismoeder werd). Als ik me goed kan herinneren was Clarence haar eerste klus, een verjaardagscadeau, desondanks moet hij bij haar pooier langs om haar uit het leventje te halen. Die confrontatie verloopt nogal bloederig en Clarence pakt per ongeluk een koffer cocaïne mee in plaats van Alabama’s kleding. Wat volgt is een gewelddadige roadmovie vol met bijdehand uitgedachte dialogen zoals alleen Quentin Tarentino die kan schrijven.

Tony Scotts film is een heel andere benadering van een soortgelijk uitgangspunt als dat van Vals licht. Ik vermoed dat het boek van Zwagerman een minder gewelddadige uitwerking heeft, maar minstens zo intrigerend is.

Categorieën
Boeken Video

Video: Boeken zijn.. wonderlijk!

Illustratie: Merel Barends

Ik ben dol op papieren boeken. Eerder schreef ik al over wat strips voor mij zo boeiend maakt, op het blog van Edwin Mijnsbergen vond ik onderstaande video waarin de lofzang op het boek gezongen wordt. En terecht, want boeken zijn heerlijke dingen. Kijk maar:

De video is gemaakt door een medwerker van webwinkel AbeBooks als respons op de Faceboekpagina ‘I hate reading’ waar inderdaad haast niets te lezen valt:

Here at AbeBooks – we love books. We have a passion for books and this video shows it. Created by Lindsay Thompson, an account manager in our Victoria office, this video illustrates all the wonderful things about books. This is our official response to the ‘I Hate Reading’ Facebook page, if you love reading as much as we do comment or like this video. Long live the book.

Ik vind deze webvideo een mooi voorbeeld van protesteren.

Categorieën
Boeken

Geef je eigen boek of blogboek uit

Je eigen boek uitgeven. Het is dé oplossing voor schrijvers die geen uitgever kunnen vinden, maar toch hun woorden op papier willen aanbieden. Het kan binnenkort op Manuscripta.

Volgens het CPNB hebben ruim een miljoen mensen in Nederland de wens een boek te schrijven en er staan heel wat teksten op computers of usb-sticks. Wie zijn manuscript zondag 4 september meeneemt naar Manuscripta kan het laten uitgeven als paperback en/of e-book en krijgt via het Centraal Boekhuis een gratis exemplaar thuisgestuurd.

Het publiceren van je eigen boek kan via de nieuwe publicatieplatformen van de boekhandels Paagman, Plantage Benissimo en Plantage Vermeer. Het boek is na publicatie verkoopbaar via alle boekwinkels van Nederland. Op www.mijnbestseller.nl/manuscripta staat precies beschreven hoe manuscripten kunnen worden aangeleverd. Voor alle aspirant-schrijvers die nog niet zover zijn dat ze hun boek kunnen laten uitgeven, zijn er op Manuscripta diverse workshops, waaronder ‘korte verhalen schrijven’.

Manuscripta is de jaarlijkse opening van het boekenseizoen en vindt plaats op zaterdag 3, zondag 4 en maandag 5 september op het terrein van de Westergasfabriek in Amsterdam.

Wie niet tot Manuscripta kan wachten maar wel graag een exemplaar van zijn eigen boek wil vasthouden, kan ook terecht bij The American Book Center in Amsterdam. Daar hebben ze een machine die boeken print en bindt. Oorspronkelijk was het de bedoeling om boeken te laten maken die je moeilijk fysiek kunt krijgen, maar ook veel aspirant-schrijvers schijnen er gebruik van te maken. Ze laten hun eigen schrijfwerk verboeken.

The ABC kan het boek ook voor je verkopen.

Beide gelegenheden bieden bloggers een kans om hun eigen blog in boekvorm uit te brengen.

Categorieën
Boeken

College van Stephen Fry

In de Amsterdamse Singelkerk presenteerde het Britse multitalent Stephen Fry donderdagavond zijn autobiografie The Fry Chronicles aan zo’n 350 toehoorders.

De Britse komiek, acteur, tv-presentator en schrijver Stephen Fry (1957) begint met een Nederlands klinkend ‘Goedenavond! Ik ben zo trots en blij om hier te zijn,’ gevolgd door enkele scheldwoorden die hij in de loop der jaren heeft opgepikt. ‘Meer Nederlands ken ik helaas niet. Omdat we in een kerk staan, zal ik proberen mijn taal te kuisen en geen lul en kut meer zeggen. Oeps, nu zeg ik het weer!’


Fry, inmiddels de vijftig gepasseerd, lijkt nog steeds wat op de deugniet die hij vroeger was. ‘Als ik dertig jaar later geboren was had men gezegd dat ik ADHD had, in mijn tijd werd dat Irritating Dick Disorder genoemd.’

Creditcardfraude
Als tiener werd Fry geregeld van school gestuurd. Toen hij op zijn achttiende drie maanden in de gevangenis had gezeten voor creditcardfraude, beterde hij zijn leven en ging studeren aan de universiteit van Cambridge. Het is onder andere zijn studententijd die de Brit beschrijft in zijn boek dat sinds kort vertaald als De Fry Kronieken in de winkels ligt. Op Cambridge ontdekte hij zijn liefde voor acteren, begon hij toneelstukken en komedie te schrijven. Via actrice en studiegenoot Emma Thompson maakte hij kennis met Hugh Laurie. Samen zouden ze later onder andere de legendarische komedieshow A bit of Fry and Laurie maken.

De studietijd komt ook ter sprake gedurende het interview dat filmkenner en journalist Jan Doense met de schrijver afneemt. Evenals Fry’s manisch-depressiviteit en zijn passie voor technologie. Fry is ook een grote Apple-fan. Die avond verwijst hij meerdere malen naar zijn iPad die op tafel ligt. Ook oreert hij een kwartier lang vol bewondering over de carrière van zijn vriend Steve Jobs.

Voorafgaand aan het interview spreekt Fry het publiek een uur vanaf de vloer toe. Met zijn rechterhand leunt hij af en toe op de te lage stoel naast hem, alsof hij zich geen houding weet te geven. Al is ongemak het laatste waar je aan denkt als je zijn openhartige monoloog, gelardeerd met goed getimede grappen en zelfspot, aanhoort. De zaal drinkt ieder woord.

Oscar Wilde
Fry wist al op jonge leeftijd dat hij homoseksueel was: ‘Mijn moeder had het zelfs al door toen ik drie was. Ach ja, moeders voelen dat soort dingen aan.’ Zijn zoektocht naar een rolmodel leidde naar de bibliotheek. Daar ontvlamde Fry’s passie voor kunst en literatuur. ‘Taal is iets buitengewoons,’ zegt hij, ‘Het verschaft je toegang tot andermans geest en kan je ogen openen.’

In de schrijver Oscar Wilde vond Fry zijn homoseksuele rolmodel en geestverwant: ‘Ik was niet langer alleen, maar bovenal was hij de meest glorieuze geest die ik ooit was tegengekomen.’ Vervolgens krijgen de Amsterdammers een college over Oscar Wilde dat schoolmeester Fry schijnbaar uit zijn mouw schudt.

Nieuwsgierigheid
Later verontschuldigt de schrijver zich dat hij eigenlijk over zijn boek had moeten praten, maar de zaal staat open voor Fry’s gepassioneerde betoog over het speels omgaan met ideeën en om altijd nieuwsgierig te blijven. ‘Ik zou het allerliefste voor altijd een student willen zijn. Nieuwsgierigheid is mijns inziens de belangrijkste eigenschap die iemand kan hebben, er plezier in hebben om het leven iedere dag te herontdekken.’ De deugniet van weleer is een romanticus geworden.

Stephen Fry: De Fry Kronieken.
Uitgeverij Thomas Rap. De Engelse versie verscheen bij Penguin. Fry’s optredens in Nederland – hij was woensdagavond in Den Haag – werden door Penguin en The American Book Center georganiseerd. Wil je weten wat de welbespraakte Brit in Den Haag te vertellen had? Check de volledige opnames hiervan op Marcoraaphorst.nl.

Dit artikel is vrijdag 1 juli in NRC Handelsblad gepubliceerd.

Categorieën
Boeken

Joost Zwagerman: ‘Straks lezen we allemaal hetzelfde boek’

Gaat de boekhandel zoals we die nu kennen, verdwijnen? Als we deze reportage van het Tros-programma Een Vandaag mogen geloven, ziet het er niet best uit. Ook het Parool schrijft dat de keten Selexyz moet inkrimpen.

Nu werd er een paar jaar geleden ook al gewaarschuwd dat de boekhandels het moeilijk hadden en de concurrentie met webwinkels niet aankonden. Maar gezien de signalen, ziet het er nu toch naar uit dat er veel boekwinkels zullen sluiten en dat we binnenkort in een land met alleen maar Ako’s en Bruna’s zullen leven. In onderstaand interview, een langere versie dan in de reportage is gebruikt, maakt schrijver Joost Zwagerman duidelijk waarom het erg is als de boekhandel zou verdwijnen.

sitestat

Ik zou het ook erg jammer vinden als er geen plek meer zou zijn om te struinen en toevallige ontdekkingen te doen. Ik ga in het weekend graag even in de boekhandel kijken wat er voor interessants is uitgekomen. Het is een fijne plek om rond te hangen, covers te bestuderen en inspiratie op te doen. Al koop ik ook net zo goed ook boeken en strips online, want dat scheelt vaak veel geld.

Zijn boeken niet vaak te duur? Zwagerman vertelt in het interview dat de vaste boekenprijs erg belangrijk is voor de auteurs. Die verdienen namelijk al niet veel aan het schrijven. Het is natuurlijk gek dat degene die het boek schrijft en dus maanden, zo niet jaren van zijn leven in een boek investeert, daar op financieel vlak het minste voor terugkrijgt. Ik begrijp Zwagermans argument tegen het verlagen van de vaste boekenprijs dus heel goed, maar als boekhandels zelf meer mogen bepalen hoe duur hun aanbod wordt, kunnen ze dan niet beter met elkaar concurreren? En als het leeswerk goedkoper is, zijn we dan niet geneigd om meer te kopen of om sneller een boek op de gok mee naar huis te nemen? Zou het verdwijnen van de vaste boekenprijs dus een grotere overlevingskans voor de winkels opleveren?