Categorieën
Mike's notities

Couleur locale: Edinburgh (4)

Serpenten, tombes en Sherlock HolmesIk besluit de tweede dag rustig aan te doen en duik bioscoop The Filmhouse in.The Serpent
Daar zie ik de film The Serpent. Aangezien de poster Engelstalig is en ik geen van de acteurs herken, ga ik ervan uit dat het hier om een kleine Engelse flick gaat. Niets is minder waar. Wanneer er Franse titels op het scherm verschijnen begin ik nattigheid te voelen. Het blijkt een Franse thriller te zijn uit 2006 van regisseur Eric Barbier. The Serpent gaat over fotograaf Vincent Mandel, een familieman die kampt met huwelijksproblemen. Wanneer een vroegere klasgenoot, Joseph Plender, na jaren opduikt, verandert zijn leven in een echte hel. Vincent wordt gemanipuleerd en gechanteerd door Plender die op persoonlijke wraak uit is. Hij gijzelt het gezin van Mandel. Mandel slaat hard terug door het gebalsemde lijk van Plenders moeder te ontvoeren. (De film slaat dus goed aan bij alle verhalen over de doden in Edinburgh.) Hoewel de climax iets te lang wordt uitgerekt, blijkt The Serpent – euh ik bedoel Le Serpent – een boeiende en goed gemaakte flick. I smell dead people
Aan het einde van de middag loop ik in de buurt van King’s Stables Road onverhoeds een kerkhof op. De stilte midden in de stad voelt onnatuurlijk aan en is meer creepy dan rustgevend. Wederom zie ik alleen oude graven; ook dit kerkhof is onderdeel van de historische collectie waar Edinburgh uit bestaat. Je vraagt je af waar men de recente doden laat met al die museumstukken die de ruimte opslokken. Een paar dagen later hoor ik dat aan de rand van de stad de moderne doden liggen begraven. Omdat Edinburgh te maken heeft gehad met de pest liggen onder de straten ontelbare zielen begraven. Een goede voedingsbodem voor spookverhalen dus. Iedereen lijkt vriendelijk in Edinburgh. Ik ga me er zelf ook vriendelijker door opstellen. Ik begin zelfs zwervers gedag te zeggen. Iets wat ik in Amsterdam niet snel zou doen. ’t Moet ook niet te gek worden natuurlijk.Sir Arthur Conan Doyle
In de avond blijf ik in de buurt van mijn hotel. Enkele deuren verderop, op de hoek van de York Place, staat The Conan Doyle. Een Café-restaurant vlakbij het standbeeld van Sherlock Holmes. Geestelijk vader Sir Arthur Conan Doyle werd in de buurt geboren.In The Conan Doyle hangen beeltenissen van de schrijver en zijn creatie aan de muur. Ook staan er boekenkasten vol oude boeken. Behalve die van Doyle, zie ik delen van Meyers z’n Conversation Lexicon staan, samen met de Encyclopedia Britannica en deeltjes Reader’s Digest. Er hangen tevens grote flatsquare televisies aan de muur waar sport en videoclips op te zien zijn.De verschillende elementen in The Doyle vormen een vervreemdend contrast tussen oude en nieuwe media. Even waan ik mezelf op het holodeck van The Enterpise. (In Star Trek: The Next Generation speelde Data graag voor Sherlock Holmes.)Wordt vervolgd. Next: Andy Warhol & Harry PotterLees ook:
Deel 1: Girls, Ghosts and Warhols,
Deel 2: City of the Dead
,
Deel 3: Polen, Nieuw-zeelanders en Onzichtbare Vrienden

Categorieën
Mike's notities

De perfecte zondag van Aukje

Het weekend. Welk hardwerkend mens verlangt er niet naar? Maar hoe vaak komen onze spannende plannen voor het weekend uit? Vaak zit je zondagmiddag toch weer bij je (schoon)ouders op de koffie terwijl je eigenlijk wel beter weet wat je met je tijd wil doen. Daarom vanaf vandaag de nieuwe rubriek De Perfecte Zondag op Mike’s Webs. In de komende weekenden zullen verschillende gastschrijvers en ondergetekende hun perfecte zondag beschrijven of verbeelden. Aukje (van Aukje.net – check it out – bijt het spits af met haar versie van de perfecte zondag.Zonnestralen vallen op mijn gezicht. Warm is het niet buiten, maar de zon maakt het aangenaam. Op het moment dat ik me omdraai, verandert mijn lief ook van ligzijde. Onze hoofden draaien naar elkaar toe, de ogen slaperig geopend om te kijken of de ander al wakker is. Om dan weer verder te slapen.Mijn katten voorkomen dat ik in diepe slaap val. De één duwt zijn natte neus in mijn gezicht, de ander wacht tot ik ga aaien, voor haar hét teken dat ze tegen me aan mag liggen. Wanneer ze niet bij me komen, liggen ze gebroederlijk op een kussen in de andere kamer. Dan knuffel ik ze wanneer ik ben opgestaan.Opstaan doe ik het liefst rond half negen. Ook op zondag. Ik hou van de ochtend. Ik hou van de sfeer van een pas aangebroken dag die me vertelt dat er nog vele lege uren op mijn manier opgevuld kunnen worden. Mijn agenda is leeg. Ik ben vrij om te doen en laten wat ik wil.’s Ochtends is het stille huis mijn domein. De computer breekt de stilte met een zacht zoemend geluid. Ik open de deur naar het balkon. Het geluid van razende auto’s op de A10, de kerk die zijn klokken luidt en tsjirpende vogels komt me tegemoet. Ik verheug me op wat ik met deze lege dag kan doen. Ik nestel mij achter de computer en leg mijn voeten op de stoel tegenover mij. Ik laat de stilte de stilte zijn, of luister naar de radiozender Groove Salad on Soma FM (‘a nice chilly plate of ambient beats and grooves’) of een nieuwe cd.De uren in de ochtend vliegen voorbij. Het liefst wil ik elke minuut op de klok kijken om de tijd zo langzaam mogelijk te laten gaan. Wanneer het vroeger is dan ik denk maak ik van binnen een sprongetje. De dag is nog steeds lang, leeg, en van mij.De middag voelt anders. Minder mysterieus. De dag is niet meer kaal, uren zijn al opgevuld met bezigheden. Een beperkt aantal uren is nog over. Mijn lief en ik bezoeken een tentoonstelling of gaan naar Fame om dvd’s te kopen. Maar net zo lief zitten we samen thuis. Elk bezig met onze eigen dingen. De boodschappen zijn op zaterdag al gehaald. Eén van ons kookt een maal, voor de televisie eten we het op. De avond leidt me naar het eind van de dag. Vergezeld van een film, de computer of de Playstation. Wanneer ik om tien uur naar boven ga, pleeg ik een telefoontje of lees nog wat. Rond elven heb ik het licht uitgeknipt en maak ik mij op voor een volgende dag.Volgend weekend de perfecte zondag van Frommel

Categorieën
Media

Column: No more Hyves

Het mag dan een rage zijn, persoonlijk vind ik Hyves niet veel aan.Ik vind de site traag en omslachtig. Als je door iemands vriendenbestand bladert, en met je muis op een foto blijft hangen, duurt het een eeuwigheid voordat je de basisinformatie over die persoon krijgt. Wanneer iemand mij een berichtje stuurt, of ‘krabbelt’ zoals dat heet in Hyves-jargon, krijg ik een e-mail die me daarvan op de hoogte stelt. Om de krabbel te lezen, word ik geacht eerst in te loggen. Bovendien heb ik niet de behoefte om zoveel mogelijk vrienden in mijn sociale harem te linken en deze tentoon te stellen. E-mail, telefoon en weblogs zijn wat mij betreft genoeg digitale communicatie. Ouderwets afspreken is overigens ook zeer plezierig. En dan te bedenken dat je eigen vrienden je hebben uitgenodigd voor deze netwerkmaffia. En een handige manier om oude bekenden terug te vinden? Dat werkt ook averechts: probeer die vage kennissen die je liever niet meer ziet maar eens te ontlopen in het doolhof van contacten.
Nee, ik hou niet van Hyves. Daarom zojuist mijn Hyves-profiel in de digitale prullenbak gedumpt. Wie echter zijn profiel wil wissen is eerst verantwoording schuldig aan het Hyves-bestuur. Spanjar wil namelijk dat je in een e-mail uitlegt waarom je je deelname aan het netwerkwalhalla van Nederland wil opzeggen. (Bij deze dus Raymond…) Zelfs opzeggen is dus omslachtig. Het valt me overigens nog mee dat dit überhaupt mogelijk is. Wel probeert het Hyves-team je met een zelfingenomen waarschuwing van je beslissing af te bregen:

“Er moet een vergissing in het spel zijn, want als we niet beter wisten zouden we denken dat je je account permanent wilt verwijderen. Hiermee verwijder je ook al je foto’s, video’s, vrienden en deel je je sociale leven een klap toe die niet zelden fataal blijkt…”

Ongetwijfeld sarcastisch bedoeld, maar ondertussen…Voor mij vanaf vandaag No more Hyves… What a Wonderful World. Het werd toch eens tijd voor een MySpace-account.Lees ook: Opa en de digitale revolutie.

Categorieën
Mike's notities

Couleur locale: Edinburgh (3)

Dag 2: Polen, Nieuw-zeelanders en Onzichtbare Vrienden
The Osbourne Hotel heeft niets met zijn zingende en vleermuisetende naamgenoot te maken. Sterker nog: het is lastig om daar ook maar een Engels- of Schotsman te vinden daar het voltallige personeel uit Polen bestaat. (Behalve de eigenaar overigens.)Kamermeisje Martina spreekt vloeiend Engels, en ik hoor dan ook met verbazing dat ze uit Polen komt. Martina vertelt dat ze zes dagen per week werkt en bij haar vader woont. Maar ze vindt Edinburgh fantastisch, zegt ze. Een werkweek van zes dagen doet vragen bij me oprijzen, maar ik stel ze niet. In plaats daarvan ga ik zitten in de eetkamer tussen alle andere toeristen.Het Osbourne Hotel kent een kleine ontbijtselectie. De bonen in tomatensaus, het geklutste ei en de flensjes zijn okee, doch wat zwaar op de maag. Ik prefereer de toast met jam.Monoloog interieur
Waar je ook komt hij zit er altijd: die man die tegen zichzelf praat. Dit keer zit hij links van mij. Hij is midden vijftig, draagt een bril en is aan de bovenkant van zijn hoofd kaal. Een wat dikkere versie van Woody Allen zonder joodse neus. Met enige regelmaat mompelt hij iets tegen zijn onzichtbare partner. Alles op vakantie gaan is zwaar, maar ik hoop niet dat ik over 25 jaar net zoals hem ben. Dialoog
Russel, die ik de vorige dag in de lounge heb ontmoet, komt bij me zitten. Hij is een paar dagen in de stad vanwege de rugbywedstrijd Schotland versus Nieuw-Zeeland. Russel komt uit Nieuw-Zeeland, maar woont en werkt in Amsterdam als software-ingenieur. Hij schrijft tools voor applicaties. Ons gesprek verloopt ongeforceerd en na het ontbijt geeft hij me zijn nummer. Kunnen we in Amsterdam het gesprek voortzetten. In de stad loop ik Russel weer tegen het lijf. Hij doodt nog een paar uur voordat hij weer naar Nederland vliegt. We gaan samen ergens lunchen. Russel is goed op de hoogte van politieke ontwikkelingen. Ik heb nog moeite om mezelf duidelijk uit te drukken in het Engels en om mijn argumenten goed over te laten komen. Als het gesprek echter op graphic novels komt, valt de taalbarrière volledig weg. Het is goed om even met iemand de diepte in te gaan. Tijdens het gesprek wordt me wederom duidelijk dat ik een metgezel op deze reis mis. Het is waar dat je in je eentje sneller contact legt, maar echt beklijven doen de meeste contacten niet. Tenminste, zo denk ik er op dat moment over.Stranger in a strange land
Ik ben uit mijn element en voel me hier wel volledig uit mijn eigen context. Het kost me bijvoorbeeld vijf minuten om de douche aan de praat te krijgen. Een slap straaltje druppelt uit de waterbesparende douchekop. Er komt alleen water uit als hij kokendheet staat. Het ontbijt smaakt vreemd; ik mis mijn boterham met pindakaas. Ook heb ik nog moeite om mezelf goed uit te drukken in het Engels, alsof de talenknop nog omgezet moet worden. Maar dat allemaal is niet het echte probleem: ik besef dat ik volledig in de ban ben van mijn routinematige levensstijl. Het is goed om dat eens te beseffen. Op vakantie, of liever gezegd wanneer je buiten je eigen context verkeert, leer je jezelf pas goed kennen. Wordt vervolgd
Next: The Serpent & Sherlock Holmes

Lees ook:
Deel 1: Girls, Ghosts and Warhols,
Deel 2: City of the Dead
.
Categorieën
Media

TV: Lachen met Duchovny en LA Women in Californication

‘I probably won’t go down in history,
But I will go down on your sister.
And while I am down there,
It might be nice to see a hint of pubes.
I am not talking about a huge ‘70s Playboy bush or anything,
just something that reminds me
that I am performing cunnilingus on an adult.’

Hank Moody (David Duchovny) is een beroepsschrijver in de stad Los Angeles. Hij mist zijn ex (Natascha McElhone) met wie hij een twaalfjarige dochter heeft. Maar wat Hank nog meer mist, is een doel in zijn leven. Dat doel was schrijven, maar na een reeks boeken waarvan de laatste – God Hates Us All – is verfilmd tot de slappe rom com A Crazy Little Thing Called Love, krijgt de getormenteerde schrijver geen letter meer op papier. Writer’s block
Schrijvers zijn immers alleen interessant verhaalmateriaal als ze een writer’s block hebben en dus in feite niet schrijven. Zonder zijn muze, zijn ex die op het punt staat om te gaan trouwen met een Saaie Eikel, lijkt hij niet te kunnen schrijven. Wanneer hij zijn sekscapades als uitgangspunt neemt voor een blog van HelLA Magazine, blijkt hij dat zijn schrijfpen toch niet helemaal droog staat. Hank is met zijn drankzucht en writer’s block natuurlijk een wandelend cliché. Toch kan enig charme hem niet worden ontzegd. Hank is een droogkloot eerste klas, maar hij weet zijn beledigingen en cynische opmerkingen in mooi proza te verwoorden. Hij is immers een auteur. Uitspraken als ‘I’ve never dated a woman who had a job before…’ en ‘You’ve been fucking a married guy for five years, you got a dog named Cat Stevens and I am weird?’ rollen zonder schijnbaar enige moeite van zijn tong. Ook is hij stiekem wel een heer: als zijn ex in op een benefietfeest voor kut wordt uitgemaakt, komt de rechtse hoek van Hank op voor haar eer. LA Woman
Hank heeft een zeer actief en divers seksleven: hij hoeft weinig moeite te doen om de dames tussen de lakens te krijgen, maar weet ze met een paar goedgeplaatste beledigingen er de volgende ochtend wel weer uit te krijgen. Al had hij de zestienjarige dochter van de Saaie Eikel misschien beter niet tot zijn harem kunnen rekenen. Goed, hij wist niet dat ze zó jong was en ook niet wiens dochter ze was, maar toch. Zij weet hun slippertje overigens goed uit te buiten door Hank te chanteren: wanneer ze een kort verhaal nodig heeft voor school, plundert ze gewoon Hanks voorraad van probeersels. Tom Kapinos is de bedenker en schrijver van de serie. In het verleden schreef hij afleveringen van de tienerserie Dawson’s Creek. In Californication komt hij in ieder geval veel grappiger uit de hoek. Californication is Sex and the City voor mannen. Een satire op de cultuur in LA, waarin Hank op eigenzinnige wijze van de ene bizarre ontmoeting in de andere struikelt. Zich verbazend over het soms vreemde gedrag van LA vrouwen, vult hij zijn dagen vooral met zelfbeklag. Pijpende non
In Amerika stootte de seksueel geladen comedy serie op enige ophef bij sommige conservatieve critici. (De titel Californication is een verwijzing naar het nummer van The Red Hot Chilli Peppers, maar ook een woordspeling op het woord ‘fornication’ dat slaat op seksualiteit die tegen de norm indruist.) De serie begon wat dat betreft al goed: in de eerste aflevering beklaagt Hank zich bij God dat hij niets meer op papier krijgt. Vervolgens loopt een non hem tegemoet die daar wel wat op weet. Ze doet haar habijt af en zakt op haar knieën om de schrijver oraal te stimuleren. Ondanks deze losse seksuele moraal die de personages hanteren, is het wel opvallend dat Hank stiekem toch verlangt naar zijn oude gezinnetje. Zelfs in LA is het gezin de hoeksteen van de samenleving. Net als in de rest van christelijk Amerika. De afleveringen duren een klein half uur en zijn licht verteerbaar. Het is fijn om David Duchovny weer eens in een rol te zien waar wat te lachen valt. Tot slot is aan vrouwelijk schoon ook geen gebrek. Het eerste seizoen bestaat uit twaalf afleveringen. Het tweede seizoen is inmiddels aangekondigd.

‘I love women,
I have all their albums.’

Vanaf maandag 12 november is Californication elke maandag om 22.30 uur bij Comedy Central te zien.Lees ook (of niet): Writer’s Block en de recensie van Wonder Boys.

Categorieën
Mike's notities

Couleur locale: Edinburgh (2)

City of the DeadIn je eigen land of stad ga je alleen naar het kerkhof als je afscheid van iemand neemt, of wanneer je vrienden of familie bezoekt. De kerkhoven in Edinburgh zijn niet te vergelijken met de moderne rustplaatsen in Nederland. De graven zijn van een gotische schoonheid; de kerkoven zijn pittoresk en oud. Hier ligt veel geschiedenis begraven (over oude lijken gesproken). Het verleden is hier bijna tastbaar, inleefbaar op deze stille plaatsen. Wie een van de begraafplaatsen bezoekt, waant zich in een spookachtig verleden. En dat is onweerstaanbaar voor iemand die een interesse heeft in gotische spookverhalen, zoals ik. Mijn eerste avond in Edinburgh bezoek ik de City of the Dead Tour. Deze begint vanaf St. Giles Cathedral: de perfecte startplaats voor iedere Buffy-fan. Onze gids heet Ari. Ze draagt een lange leren jas, is ongeveer 1.70 lang en heeft een vetbuikje waarvan de navel regelmatig onder haar zwarte truitje vandaan gluurt. Haar lange bruine krullen hangen over haar schouders en complementeren haar expressieve, ietwat grove gezicht. Ari schrijft toneelstukken. Volgend jaar wordt haar eerste stuk op de planken opgevoerd, vertrouwt ze me aan het begin van de tour toe. Dat het theater in haar bloed zit, wordt meteen duidelijk in haar presentatie.

Onze gids in de Stad der Doden.

Ari vertelt met veel energie en passie over de geestige geschiedenis van Schotland. Ze vertelt hoe de Romeinen niet bestand waren tegen de Schotten en laat mij met twee andere mensen uit de groep voor die ‘rare jongens’ spelen. Samen met een fragiel meisje bestormt ze ons drietal, waarna ze de middelste en mij zogenaamd doodsteekt. Het knappe meisje links van mij blijft in eerste instantie ongedeerd, maar zal bezwijken van angst verzekert Ari ons. Poltergeist
De tocht brengt ons in Greyfriar’s Cemetery, waar de Mackenzie Poltergeist de bezoekers zou terroriseren. Het kerkhof gaat gehuld in duisternis, we zien geen hand voor ogen. Niet moeilijk om hier je nek te breken of om een tombe of boomtak aan te zien voor een paranormaal verschijnsel.Ari laat ons binnen in het deel van het kerkhof dat officieel voor het publiek is afgesloten – the Covenanters’ Prison. Hier was vroeger een concentratiekamp waar 1200 presbyterianen gevangen werden gehouden door episcopaatlianen. De gevangen werden daar vastgehouden voor maar liefst vijf maanden. In de kou en de regen, zonder dak boven het hoofd. Ze sliepen op de koude moddergrond. Wie ’s nachts bewoog, werd doodgeschoten door een van de vele sluipschutters. Uiteindelijk zouden slechts 250 gevangen levend het terrein verlaten. De rest was dood of wist te ontsnappen door de bewakers om te kopen. Een gezellige boel was het daar in de zeventiende eeuw. Godsdienstoorlogen zijn van alle tijden.

Een van de vele kerkhoven in Edinburgh.

Greyfriars ligt vol met dat soort verhalen. Ten tijde van de pest was er niet genoeg ruimte om iedereen te bergen. Arme mensen werden letterlijk op een hoop gegooid. Wanneer het hard regent komt er nog wel eens een bot boven de grond. George Mackenzie maakte grootscheepse jacht op de presbyterianen en kreeg al snel de bijnaam Bloody Mackenzie. Hij ligt begraven op Greyfriar’s en zou sinds enkele jaren bezoekers lastig vallen.Non-geest
Tijdens het verhaal van Ari hoor ik geschuifel achter me. Ik draai me om, maar zie niets anders dan de opening van een mausoleum. Een groot zwart vlak; er is weinig licht dus mijn ogen nemen voornamelijk dansend ruis in het donker waar. Ari leidt ons in de behekste tombe die The Black Mausoleum wordt genoemd en houdt een kaars in haar hand. Overigens is dit niet de tombe waar Mackenzie ligt, maar wel waar hij volgens de verhalen zou spoken. Mensen zouden zich plotseling misselijk kunnen voelen, een onaangename geur kunnen ruiken of zelfs flauwvallen. Anderen komen thuis met vreemde plekken op hun lichaam. Ik kijk om me heen maar zie niets dan de 59 andere groepsgenoten. Het is wel een bedompte ruimte en echt aangenaam ruikt het er niet. Maar ja, wat verwacht je anders van een mausoleum in een kerkhof gevuld met toeristen. Ik voel niets van mr. Mackenzie – nog geen zuchtje wind. Na een tijdje krijg ik wel wat jeuk. Tijd om te gaan lijkt me. Een als spook verkleedde collega van Ari springt uit de duisternis te voorschijn en luidt het einde van de tour in.Terwijl de anderen richting het publieke gedeelte van het kerkhof lopen, loop ik voorzichtig naar het mausoleum waar ik eerder iets meende te horen. Nu hoor ik vooral mijn hart in mijn hoofd kloppen. Snel werp ik een blik in het mausoleum. Ik zie niets. Of toch – in de hoek links van mij dansen de schaduwen op de muur. Maar geen geest te zien wat mij betreft. Psychosomatisch
Aan het einde van de eerste dag gloeien mijn voeten van vermoeidheid. Toch heb ik al wandelend een aardige indruk van Edinburgh gekregen. In mijn hotelkamer lees ik in het boek The Ghost That Hunted Itself over Mackenzie’s poltergeist en het ontstaan van de City of the Dead-tour. Saillant detail is dat mensen pas met de effecten van de poltergeist te maken kregen nadat men in 1998 met deze tour is begonnen. De effecten zijn dus toch psychosomatisch. Gerustgesteld doe ik het licht uit.Wordt vervolgdLees ook Deel 1: Girls, Ghosts and Warhols.Geestig filmpje
Sommige mensen gaan tijdens een ghosttour helemaal op in de sfeer van het verhaal:

Categorieën
Mike's notities Strips

Intermezzo

Een warme cappuccino staat links van mij. Lou Reed draait in de cd-speler. Dit is het laatste weekend van mijn drie weken vakantie. Mijn eerste echte vakantie in een lange tijd. Ik had allerlei plannen. Allemaal dingen die waren blijven liggen en om aandacht vroegen. Nieuwe kleren kopen, achter enkele laatbetalers aan, een nieuwe telefoon regelen… Dat soort zaken. Maar zoals John Lennon al zei ‘Life is what happens while you’re busy making other plans…’. (Hm, ik vraag me af op hoeveel blogs op deze wereld dit citaat al is aangehaald.) Drie weken later blijkt dat er weinig van die plannen terecht is gekomen. Ach, afwijken van de geplande paden is ook wel eens lekker.In mij schuilt een Big Lebowski en die heeft de afgelopen tijd de ruimte gekregen.Edinburgh was een fantastische ervaring (de komende week de tweede aflevering van de limitedserie Colour locale.) En ik ben verslaafd geraakt aan Californication – de televisieserie, niet het liedje, al is wat mij betreft niets mis met de Red Hot Chili Peppers. (Een recensie van deze comedy serie volgt ook volgende week. En nu ik toch aan het pitchen ben: vanaf volgend weekend de reeks De Perfecte Zondag waarin gastbloggers hun perfecte zondag beschrijven.) Wat verder gedaan de afgelopen tijd? Beetje gestruind op de Stripdagen en verder een paar gezellige vrienden gezien. Ook weer eens tijd gehad om lekker te schrijven, films te kijken en geestelijk wat orde op zaken te stellen. De tijd goed besteed – voor een slacker.Volgende week weer werken. Ik zie er tegenop. Niet tegen het werk op zich, maar tegen de Ov-Hell waar ik me iedere dag weer in zal bevinden. Duffe koppen, lange vertraging, koude perrons, een kudde die in & uit de trein stapt. Drie uur per dag. Iedere dag.Maar nu nog niet. Nu is het weekend. Ik denk dat ik maar eens ga duiken in de deeltjes van Marvel Civil War die zojuist in mijn brievenbus zijn afgeleverd. En verder ziet het ernaar uit dat dit een van de laatste mooie zaterdagen van het jaar gaat worden. Tijd om daar eens van te gaan genieten.

Categorieën
Strips

Couleur locale: Edinburgh (1)

Girls, Ghosts & WarholsIn de laatste week van september heb ik vijf dagen in Edinburgh doorgebracht. Op zoek naar Schotten, geesten en frisse lucht. De komende tijd op Mike’s Webs daarom een reeks afleveringen van de nieuwe limited serie Couleur locale.
Als de wielen van de Easyjet de vaste grond in Schotland raken, houdt het meisje naast me nog krampachtig haar handen vast. Marie is bang om te vliegen en heeft de afgelopen tachtig minuten ook niet veel bewogen. Zij is nu weer terug in haar geliefde Schotland. Terwijl we afscheid nemen op de luchthaven van Edinburgh, vraag ik me af wat ik hier eigenlijk kom doen.Wanneer mensen mij dezelfde vraag stellen, zeg ik gekscherend dat ik hier kom om spookverschijningen te zien, want daar staat Edinburgh om bekend. Je zult van mij nooit direct horen dat spoken niet bestaan, maar ik moet bekennen dat ik er nog nooit een heb waargenomen. Misschien komt daar in de komende dagen verandering in.

Een reliëf van Old Town.

Quantum leap
Vijf dagen in de Schotse hoofdstad. Ik vraag me af of ik deze vakantiebestemming heb geselecteerd of dat Edinburgh mij heeft uitgekozen. Enkele weken geleden zat ik na mijn werk in de bus samen met een collega te praten over mijn vakantieplannen. Het zou New York worden voor een paar dagen of wellicht Edinburgh. Er zat een Schot in de bus die ons onderbrak. Hij begon vol enthousiasme de schoonheden van de hoofdstad der Schotten te pitchen. Toeval of niet, ik zag dit als een duidelijk teken. Ik zou naar Edinburgh op vakantie gaan…Toch voel ik mij in de eerste uren als Sam Beckett zonder Al. Ik ben in een vreemde wereld geleapt, maar weet niet precies wat ik hier moet doen. Nadat ik in mijn hotel ben ingecheckt loop ik dan ook doelloos door High Street – de hoofdstraat van de historische binnenstad – mijn ogen doen zich te goed aan de schoonheid van het decor.

High Street, ook wel The Royal Mile genoemd.

High Fidelity
Ik besluit mezelf een kleine opdracht te geven. Al een tijdje ben ik op zoek naar de solo-cd van David Pirner genaamd Faces & Names. In Nederland is de cd niet te krijgen. Hij is zelfs niet te downloaden. Ik besluit de eerste middag dan ook op zoek te gaan naar de cd. In de platenzaak Avalanche tekent de jonge verkoper enkele punten waar ik nog meer cd-winkels in de stad kan vinden.Mijn tweede stop is Backbeat Records, een kleine winkel in het centrum van Edinburgh. Binnenin staan kratten vol vinyl en cd’s mensenhoog opgestapeld. Tussen de kratten is een corridor, net breed genoeg voor één persoon. Aan het einde van de corridor zie ik de verkoper staan. Hij zet enkele cd’s in een bak. Ik vraag hem naar de cd en hij kijkt me meewarig aan. Geen herkenning wat betreft artiest of titel. ‘Zeldzame platen kosten al gauw 50 tot 100 pond,’ vertrouwt de verkoper mij toe. ‘Daarvoor moet je op Ebay zijn. Alle zeldzame dingen zijn tegenwoordig op Ebay te koop!’ herhaalt hij nog. Ik bedank vriendelijk en verlaat de vreemdste platenzaak waar ik ooit in ben geweest.

The Castle aan het begin van High Street.

Rookverbod
Aan het begin van de avond eet ik een grillburger in een eetcafé vlakbij de universiteit van Edinburgh. Het eetcafé zit vol met knappe studentes die diep in discussie zijn verwikkeld of verstopt zitten achter hun laptop. Ik voel me er dus wel thuis.Overigens is het algemene rookverbod in Schotland een zegen. Het is heerlijk om van je maaltijd of cappuccino te kunnen genieten zonder in een alles verstikkende rook te zitten. Je komt veel mensen tegen in steegjes, voor winkels en cafés die in de kou staan te roken. Hun sigaret een klein puntje warmte en comfort in het frisse Schotse weer. Wat mij betreft kan het rookverbod in Nederland niet snel genoeg worden ingevoerd. (Over een paar dagen zal ik nóg een groot voordeel van deze buitenrookpauzes ontdekken, maar daarvan heb ik op dit moment nog geen weet.)Na de maaltijd is het tijd om op spokenjacht te gaan.Wordt vervolgdFilmpje
Een impressie van de stad in deze ietwat schoolse documentaire van Lewis Carmichael. In zeven minuten krijg je een aardig beeld van de schoonheid van de stad en haar geschiedenis.

Categorieën
Strips

Film: Alles is liefde

Kitscherige liefdesperikelen in geslaagde Nederlandse Love ActuallyAlles is liefde is een Nederlandse romantische comedy, duidelijk gestoeld op Love Actually. Wat die Engelsen kunnen, kunnen wij ook, moet het filmteam gedacht hebben. Maar omdat in Nederland kerstmis niet zo met de volksaard is verbonden als in Engeland en om de flick een Nederlands tintje te geven, draait de film om Sinterklaas en de Prins op het Witte Paard. Kim van Kooten pende een script waarin de levens van diverse personages elkaar kruizen, simpelweg doordat ze op professioneel vlak, door familiebanden of door toeval iets met elkaar te maken hebben.Verbindende factor is de dood van de televisie-Sinterklaas, die in allerijl wordt vervangen voor de rondzwervende Jan. Sint Jan wordt de ster van de Nederlandse televisie door zijn eigenzinnige optreden – een anti-Klaas (in Love Actually ging het onder andere om een parodiërende versie van Love is All Around, van een uitgerangeerde popartiest die een kersthit scoorde). Ondertussen zit het homostel (tot voorkort toch ook een heel normaal Nederlands verschijnsel) Kees Tromp (Daan Schuurmans) en Victor Jollema vlak voor hun huwelijk. Als een van de twee koude voeten krijgt voor het altaar, verzandt de liefde in crisis. In crisis verkeert het liefdesleven van Kiki Jollema (de zus van Victor wordt gespeeld door Carice van Houten) al jaren. Ze slijt haar dagen hangend over de vitrinekasten van de Bijenkorf terwijl ze droomt van de Ware. Die ware blijkt prins Valentijn (Jeroen Spitzenberger) te zijn. Het cliché van de prins op het witte paard wordt in deze film dus erg letterlijk genomen.De grote Mythe
Het genre van de romantische comedy staat niet bekend om zijn onverwachte wendingen of verrassingen. Het gaat erom of het voorspelbare verhaaltje vakkundig wordt verteld zodat de harten van de romantische zielen in de bioscoopzaal sneller gaan kloppen. De mythe van de liefde wordt in dit soort verhaaltjes immers bevestigd: ja, de liefde kent vele obstakels, maar uiteindelijk komt alles weer goed, worden harten herenigd en vindt ook het muurbloempje haar levenspartner. Geliefden zien in dit soort verhalen een legitimatie van hun relatie, de solo levenden onder ons krijgen hernieuwde hoop dat er ook voor ergens een verwante ziel ronddoolt.In het bevestigen van die mythe slaagt Alles is liefde wat mij betreft wel, al wordt het op het laatst wel heel erg zoetsappig. Ook worden sommige verhaallijntjes net iets te gemakzuchtig afgewikkeld. De sprookjesachtige sfeer die de Decembermaand voor sommigen heeft, wordt tot in de puntjes uitgewerkt: er valt zelfs een dikke laag sneeuw op 5 december. Dat alles is natuurlijk niet te veel van het goede, want subtiliteit hoort niet bij de rom com. Wel een warme sfeer, een soundtrack vol met goed in het gehoor liggende luisterliedjes, een wirwar van relatie perikelen en onmogelijke liefdes die toch tot bloei komen: de formule van Richard Curtis (scenarist van Four Weddings and a Funeral, Love Actually en Notting Hill) is goed gevolgd.Geen toeval
De makers hebben niets aan het toeval overgelaten en een groot deel van het acteursregister in Nederland opengetrokken. De gehele cast brengt het er goed van af. Michiel Romeyn speelt misschien wel zijn beste rol ooit. Hij speelt op ingetogen wijze een nukkige Sinterklaas – gedesillusioneerd, maar eerlijk en daardoor een vers symbool voor de natie. Daarnaast is het vooral Paul de Leeuw die zich van zijn goede kant laat zien: hij zet Victor Jollema geloofwaardig neer als een zorgzame dromer. Een mooi contrast met zijn hyperaanwezige televisiepersoonlijkheid.Het is de combinatie van herkenbaarheid, voorspelbaarheid en de toespitsing op de Nederlandse situatie die Alles is liefde tot een geslaagde warme deken maken.Vanaf 11 oktober in de bios.
Met: Carice van Houten, Daan Schuurmans, Chantal Janzen, Jeroen Spitzenberger, Peter Paul Muller, Wendy Van Dijk, Eric Schneider, Thomas Acda en Paul de Leeuw.
Kijktip
Alles is Liefde is vooral een film voor mensen die ervoor in de mood zijn. Wie dat niet is of zich tóch mocht vervelen, kan altijd nog op de vele continuïteitsfouten letten bij de buitenopnames. Dat het weer veranderlijk is in Nederland is bekend, maar in Alles is liefde is in ieder shot van de buitenscènes het licht anders.

Categorieën
Strips

Stripdagen in Houten

De stripdagen in Houten werden dit jaar in het laatste weekend van september gehouden. Hoewel de leukste stripdagen voor mij nog altijd die in Haarlem zijn, is de beurs in Houten toch een goede tweede in de ranglijst der stripbeurzen. Het programma van de beurs bood voor alle leeftijdscategorieën wat interessants: van een Plintkabouterspeurtocht voor de kleintjes tot mangatekenlessen van tekenares Marie Claire Schumacher voor iedereen die het aandurfde een potlood vast te houden. Het merendeel van de bezoekers kwam natuurlijk om menig stripwerk in te slaan en krabbeltjes van tekenaars te scoren. Of gewoon om door te zakken aan de bar met collega’s. Strips? Ja natuurlijk!
Wie voor de strips kwam, had niet te klagen. De verschillende uitbaters van het beeldverhaal waren ruim vertegenwoordigd. Het begrip beursprijs werd helaas niet gehonoreerd en de meeste strips kosten dan ook wat je ervoor in de winkel moet neertellen. Tegenwoordig is het voordeliger om je beeldverhalen online aan te schaffen. Dat maakt dat de gerichte koper eigenlijk niet meer naar een stripbeurs hoeft. Tenzij die natuurlijk graag verrast wil worden door onverwachts werk. Ik vond enkele deeltjes van de klassieke underground comic The Freak Brothers van Gilbert Shelton. Zo te ruiken hebben deze originele exemplaren jarenlang op een muffe zolder doorgebracht. Maar dat mocht de pret niet drukken. Ook een expressief getekend Batman-verhaal, The Secret door Sam (The Maxx) Kieth, wist mijn dag te verblijden.Smallpress, yes please!
De heren van het stripcollectief Nieuw Gehoer maakte voor de tweede keer hun opwachting op een stripbeurs. Hun eerste standhouderschap was in de teleurstellende beurs in Arnhem eerder dit jaar. Nu zaten de Nieuwe Hoeren knus tussen de andere smallpressers waaronder de Clickburgstand en Mangafique. Nieuw Gehoer bracht ter ere van Houten een tweede smallpressuitgave uit (met een voorwoord van ondergetekende). Goed getimed aangezien de site zich mocht verheugen op een Clickienominatie dit jaar.

Illustratie: Hallie Lama

Prijzen? Ja, prijzen
Traditiegetrouw werden er de Stripschapsprijzen uitgereikt. De Stripschapprijs is een oeuvreprijs die sinds 1974 jaarlijks wordt toegekend aan een striptekenaar of tekstschrijver die zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt voor het beeldverhaal in het algemeen en het Nederlandse beeldverhaal in het bijzonder. Door de verschillende prijsuitreikers werd het feit dat strip toch vooral een kunstvorm is nog eens benadrukt. Een legitimering die volgens mij overbodig is. Het predicaat kunst is immers niet nodig om iets als volwaardig aan te zien. Bovendien kent ieder medium kunststukjes en minder geslaagde uitingen.

Illustraties: Mattt Baay en Paul Stellingwerf

Wie zijn werk of uitingsvorm in de spotlight wil zetten en gewicht wil geven aan het medium, organiseert een prijsuitreiking. (De Clickies, de prijs voor webcomics, zetten voor de lage landen het medium drie jaar geleden op de kaart. In dat opzicht hebben prijzen een positieve functie, al blijft de verkiezing van het ene album boven het andere een ietwat arbitraire bezigheid.) Toch kan het geen kwaad om de albums die boven het maaiveld uitsteken onder de aandacht te brengen.
Ik was erg blij met het feit dat S1ngle: Glamour de prijs kreeg in de categorie Nederlands Avontuur en Vermaak. Het album van Peter de Wit en Hanco Kolk liet Een avontuur van Havank 1: Hoofden op Hol, door stripmaker Danier achter zich. Helaas betekende dit dat de horrorbundel Bloeddorst (redactie Menno Kooistra) daarmee ook prijsloos bleef op de Stripdagen. En dat is jammer, want er valt natuurlijk te beargumenteren dat Bloeddorst een origineler project is dan het zesde deel van een stripserie en dat de bundel daarom al een prijs verdient, ook al hebben Kolk en De Wit met S1ngle: Glamour een mooi uitgevoerd en vermakelijk album afgeleverd.Muziek? Ja, soort van…
De prijsuitreiking werd “opgeluisterd” door een solo-optreden van stripmaker Robert van der Kroft (Sjors en Sjimmie, Claire) die een liedje zong ter ere van zijn stripfiguurtje Claire. Na enkele noten was duidelijk dat Van der Kroft nooit de voorrondes van Idols had gehaald wanneer hij daarin op de middenstip had gestaan. Don’t give up your day job, Robert. De tekst van het liedje was geschreven door Ger Apeldoorn (Gé Apeldé voor aficionados). De man die voorheen de X-Men comics van JuniorPress vertaalde en tegenwoordig vooral veel als schrijver van televisieseries actief is.Clickies
Op zondag werden de Clickies voor de derde maal uitgereikt. Spijtig genoeg zagen de Nieuwe Hoeren hun nominatie voor de Group Clickie niet verzilverd worden. Ook Flo greep wederom naast de prijs voor de beste gag webcomic, al kreeg hij wel de publieksprijs. Tot mijn vreugde kreeg de site Little Starman door Sandra Kleine Staarman wel de clickie voor het gebruik van het medium. Dit keer was er een oeuvreprijs voor René van Densen. Volgens de jury had ‘zonder René van Densen de term ‘webcomics’ in Nederland nauwelijks weerklank gevonden. Zonder zijn inzet in Probeersel, Clickburg, Kermis Comics en het inmiddels gestopte Strips.blogo.nl was internet nog voor menig tekenaar niet meer geweest dat een kanaal voor doorplaatsing van je papieren portfolio. Er kan echter zo veel meer met het medium en René heeft dat allemaal ook nog eens geprobeerd.’ (Voor de volledige uitslag van de Clickies zie hier en voor Renés eigen verslag van de Stripdagen hier.)
Zaterdagmorgen signaleerde ik een vermoeide Van Densen die tot in de kleine uurtjes de laatste hand had gelegd aan zijn e-book van The Grim Dot Com. Na vier jaar weekenlijkse updates stopt Van Densen met zijn magnum opus. May the Grim rest in Peace.Lees ook (of niet): Stripbeurs in Rijkswijk, Stripbeurs in Arnhem, Stripbeurs in Kampen, Striprecensie S1ngle: Glamour, Striprecensie Bloeddorst en Striprecensie Nieuw Gehoer en Hallie Lama.

Categorieën
Film Filmrecensie

The Brave One

Jodie Foster neemt na een tragedie wraak op de misdaad in New York. Erica Bain (Jodie Foster) heeft het goed voor mekaar: ze heeft een radioprogramma waarin ze haar fascinatie voor de stad New York kan uiten en ze staat op het punt te gaan trouwen. Haar leven wordt op wrede wijze verstoord wanneer Erica samen met haar verloofde wordt overvallen. Hij sterft aan zijn verwondingen en zij raakt zwaar gewond. Dit brute geweld slaat een gat in haar ziel. Erica kan die leegte alleen maar opvullen door wraak te zoeken. ’s Nachts schuimt ze de stad af op zoek naar rechtvaardigheid, haar vuurwapen schietklaar voor iedere misdadiger die op haar pad komt.Vrouwelijke punisher
Als The Brave One een superheldenfilm was geweest, dan had Jodie Foster gekleed in een zwart leren kostuum als een soort van vrouwelijke Punisher wraak genomen op de misdaad. De plot doet ook denken aan films van de Death Wish-reeks (met wijlen Charles Bronson) en alle varianten daarop. Regisseur Neil Jordan en Foster willen echter meer dan een simpele actiefilm en zetten stap voor stap de ontwikkeling van Erica Bain uiteen. Na haar fysieke herstel durft Erica niet de straat op. Ze is slachtoffer geworden van een allesoverheersende angst. Pas wanneer ze een vuurwapen bemachtigt, voelt ze zich zeker genoeg. Het wapen verandert haar echter. Wanneer ze wederom met de dood wordt bedreigd schiet ze uit zelfverdediging de dader dood. Haar tweede moord is al minder per ongeluk, maar nog wel uitgelokt door de twee straatschoffies die haar willen verkrachten. Uiteindelijk gaat Erica zelf op zoek naar onverlaten om hun wandaden recht te zetten. Schemergebied
The Brave One snijdt interessante thema’s aan: hoe ver mag je gaan voor rechtvaardigheid? Wanneer overschrijd je de dunne grens tussen goed en kwaad? Verhalen over de aard van de mens in dit schemergebied zijn regisseur Neil Jordan (The Crying Game, Interview with the Vampire) niet vreemd. De ambivalentie kwesties worden vanuit Erica belicht – door inzicht in haar motivatie en emoties worden haar acties begrijpelijk gemaakt. Ook worden de misdadigers als in en in slecht afgeschilderd – hun acties worden nergens gemotiveerd. Het is daarom niet moeilijk om te sympathiseren met haar gewelddadige nachtleven. Erica’s acties als burgerwacht trekken de aandacht van rechercheur Sean Mercer (Terrence Howard). Het kat-en-muisspel tussen agent en burgerwacht brengt de twee personages dichter tot elkaar. Tussen Erica en Mercer ontstaat een warme band die gelukkig niet verzandt in een obligate samenkomst tussen de lakens, maar die meer lijkt op zielsverwantschap. Toeval
De film wordt gedragen door Foster en Howard. Foster is goed in vorm en zet Erica Bain met minutieuze nuance neer. De twijfel en emoties zijn duidelijk van haar gezicht af te lezen. Helaas is het script minder genuanceerd. Hoewel de motivatie van Erica Bain duidelijk wordt neergezet, laten de scenaristen wel heel veel aan het toeval over. Toeval bestaat niet in film en het is de taak van de schrijver om gebeurtenissen op een aannemelijke wijze aaneen te schakelen. In dat opzicht had het script van The Brave One nog wel een herschrijving kunnen gebruiken, want Erica loopt nu wel erg vaak ‘per ongeluk’ tegen de misdaad aan. Hetzelfde geldt voor de eerste ontmoetingen met rechercheur Mercer. Deze geforceerdheid brengt de geloofwaardigheid van het verhaal schade aan, maar het goede spel van Foster en Howard neutraliseerd deze schade.
Deze zwakheden in de plot daargelaten, is The Brave One zeker de moeite van het kijken waard. Jodie Foster een stel verrotte heerschappen zien neerknallen geeft een gevoel van genoegdoening die buiten de bioscoopzaal wellicht als dubieus kan worden opgevat, maar binnen het kader van de film geoorloofd is.Vanaf 27 september in de bioscoop.

Categorieën
Film

BlogTalk #10 : Top 10 Killer Babes

The Movie Blog Talk is een gezamelijk project van meerdere filmblogs: Popcorn Movieblog, At the Movies (http://atthemovies.web-log.nl/), Sinemetu (http://sinemetu.wordpress.com/) en De Ultieme Filmblog ( http://boy-meets-girl.skynetblogs.be). Ook daar kun je vanaf 24 september een lijstje met favoriete killer babes vinden. (Je bent gewaarschuwd!)

  1. Tora Birch als Liz Dunn in The Hole (Nick Hamm, 2001). De ergste en gevaarlijkste killer babes zijn immers de vrouwen waar van je het niet ziet aankomen. Bovendien is wat mij betreft iedere film waarin Tora Birch een rol speelt de moeite van het kijken waard (Ghost World, American Beauty).
  2. Eihi Shiina is de ultieme Aziatische killer babe in Audition (1999) van de onvolprezen Takashi Miike. Als ik denk aan het moment dat Shiina de voet afzaagt van Shigeharu Aoyama en deze nonchalant tegen het raam gooit, voel ik nog de rillingen door mijn lijf gaan.
  3. Kathy Bates als de fan from hell in Misery (Rob Reiner, 1990). With fans like these, who needs a critic?
  4. Ginger Snaps (John Fawcett, 2000) Katharine Isabelle als Ginger en Emily Perkins als haar zusje Brigitte. Meisjes die in weerwolven veranderen: nuff said, lijkt me.
  5. Kirsten Dunst in Interview with the Vampire (Neil Jordan, 1994). Geen kleintje waar je op wil babysitten. She will suck you dry and then play with your dead body.
  6. Mystique (Rebecca Romijn) uit de X-Men Trilogie. Mooi blauw is zeker niet lelijk. Killer babe met een erotische uitstraling.
  7. Basic Instinct (Paul Verhoeven, 1992). Goed, het vervolg is onvergeeflijke onzin, maar Sharon Stone heeft als Catherine Tramell een interessante psychobitch neergezet. Als ze je niet doodneukt, maakt haar puntige vriendje die onder het bed ligt je wel af. Gegarandeerd een interessante relatie!
  8. Famke Janssen als de Russische femme fatale Xenia Onatopp met vermorzelende dijen. Nog nooit was een Bond-meisje (kun je dat in het geval van Famke Janssen nog zeggen, lijkt me niet) Bond-babe, zó gevaarlijk. Voor wie haar nog niet in actie heeft gezien: Goldeneye (Martin Campbell, 1995).
  9. De alien in Aliens (James – met romantische botenfilms loop je écht binnen – Cameron, 1986). She’s a bitch, right?
  10. American Psycho 2 (Morgan J. Freeman, 2002) mag dan verbleken bij zijn voorganger, Mila Kunis (bekend van That ’70s show) bezorgt me toch iedere keer weer koude rillingen. Misschien heeft het iets met haar beroerde acteerprestatie te maken.

Eervolle vermeldingen
Tot slot mogen een paar dames eigenlijk niet aan het rijtje ontbreken. Omdat echter is afgesproken dat de gekozen killer babes geen ingekapte heldinnen mogen zijn, vielen deze bloedstollende dames van het witte doek buiten de boot: Jennifer Garner als Elektra in Elektra (Rob Bowman, 2004), Faith in de serie Buffy The Vampire Slayer, Jodie Foster in The Brave One (Neil Jordan, 2007) en Patricia Arquette in True Romance (Tony Scott, 1993). Over The Brave One verschijnt zaterdag 29 september een recensie op Mike’s Webs.En hoe ziet jouw top-10 van killer babes eruit?Zie ook Blog Talk #9: Het beste van 2006.