Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Vlog: Stripbiografie over André Hazes in de maak

Een interview met striptekenaar Ben Westervoorde die nu druk bezig is met een stripbiografie over volkszanger André Hazes.

andre-hazes-portretHet stripscenario is van Jan-Willem de Vries. De graphic novel Hazes, de getekende biografie zal uit drie delen bestaan en uitkomen bij uitgeverij Silvester. Het eerste deel zal Bloed heten, en komt waarschijnlijk begin volgend jaar uit. Wie niet kan wachten, kan tijdens de Stripdagen in stripwinkel Silvester in Haarlem alvast wat originele pagina’s bekijken. Bezoekers van de tentoonstelling ontvangen een gratis miniboekje met daarin een voorproefje van Bloed.

In Bloed wordt de veelbewogen jeugd van André Hazes in het Amsterdam van de jaren ’50 en ’60 op heldere wijze in beeld gebracht.

hazes strook 02

Of je er nu wat aan vindt of niet, je kunt in Nederland eigenlijk niet om het oeuvre van André Hazes (1951-2004) heen. Geloof me, ik heb het geprobeerd. Maar omdat bij mijn moeder thuis geregeld een cd van Hazes op stond vroeger, hoef ik maar een paar tonen te horen, of ik kan het nummer meezingen. Je raakt die teksten nooit meer kwijt.

Silvester geeft al een tijd stripbiografieën van zangers uit, dus dit project past daar heel goed bij. Aangezien Hazes bij hele volksstammen nog steeds erg populair is, voorspel ik bij deze al een bestseller.

Mocht je je afvragen wat Ben Westervoorde nog meer heeft getekend, check zijn bio hier.

De tekeningen op de muur achter Ben zijn overigens niet van hem maar van Michiel van de Pol. Het interview heb ik namelijk opgenomen in de altijd gezellige stripwinkel Het Beeldverhaal in Amsterdam, waar tot dit weekend een tentoonstelling van Van de Pol te zien was. Foto’s daarvan volgen later.

Categorieën
Strips

Welke Nederlandse strip kan verfilmd worden?

Naar aanleiding van het uitkomen van de Marvel-film X-Men: Apocalypse, vroeg journalist Dave Krajenbrink van BNR Nieuwsradio aan Hanco Klok, Aimée de Jongh en ondergetekende of er ook een Nederlandse strip is die succesvol verfilmd kan worden.

Dat Aimée die vraag gesteld wordt, is niet zo gek, want haar prachtige graphic novel De terugkeer van de wespendief wordt op dit moment verfilmd als Telefilm. Benja Bruijning, Sanne Langelaar en Mandela Wee Wee spelen de hoofdrollen in de speelfilm van Stanley Kolk (regie) en Philip Delmaar (scenario). De Telefilm is een productie van Family Affair Films en AVROTROS.

man van nu seks
Stripplaatje uit De Man van Nu.

Omdat Dave Krajenbrink wilde weten of er in de Nederlandse strip nog meer te verfilmen viel, noem ik onder andere De Man van Nu van Hanco Kolk en Kim Duchateau. Dit is in wezen een Nederlands sciencefictionverhaal, een what if story. Wie zou die klus op zich moeten nemen? Paul Verhoeven natuurlijk! Is dat immers niet de beste filmregisseur die Nederland ooit heeft voortgebracht. Ik dacht het wel.

Nou ja, luister het fragmentje van drie minuten maar gewoon.

Welke Nederlandse strip vind jij een verfilming waard?

Categorieën
Film Strips

Docu: De vier winters van Theo van den Boogaard

De documentaire De vier winters van Theo van den Boogaard is woensdag 1 juni te zien in De Filmschuur in Haarlem. Donderdag 2 juni 2016 wordt deze in het kader van Het uur van de Wolf uitgezonden om 22.55 uur op NPO 2.

De speciale voorstelling in De Filmschuur is in het kader van de Stripdagen Haarlem. Zoals je weet gaan die volgende week beginnen. (Yay!). Na afloop van de voorvertoning zullen Theo van den Boogaard en regisseur Nathalie Crum geïntreviewd worden door ondergetekende. Het publiek krijgt ook gelegenheid vragen te stellen, dus kom vooral kijken om je tekenheld te ontmoeten en vragen te stellen.

De vier winters van Theo van den Boogaard van regisseur Nathalie Crum gaat over de verwezelijking van Van den Boogaards jongensdroom: het illustreren en zingen van de eigen geschreven songtekst ‘Four winters in a row’. Het lied dat Theo schreef toen hij zevenentwintig jaar oud was, over een man in zijn eindeloze zoektocht naar geluk, blijkt nog steeds actueel.

theo van den boogaard docuSjef van Oekel
Theo van den Boogaard is vooral bekend van de Sjef van Oekel-strips, die hij samen met Wim T. Schippers maakte. Een reeks met groot nationaal en zelfs internationaal succes waarin Theo zich bewijst als een meester van de Klare Lijn, de door Hergé bedachte tekenstijl waarin de kunst van het vereenvoudigen voorop staat.

Ans en Hans krijgen de kans
Met zijn taboedoorbrekende serie Ans en Hans krijgen de kans stond Theo aan de wieg van de seksuele revolutie. Onderwerpen als vrije seks, popmuziek, drugsgebruik en homoseksualiteit heeft hij jarenlang op humoristische wijze en in veel verschillende stijlen getekend. Door zenuwpijn in zijn hand gaat het tekenen van de klare lijn echter steeds moeizamer en moet Theo zich bezinnen op zijn creatieve toekomst. Hoewel hij het tekenen met de kroontjespen niet kan laten – ‘Het is gewoon te leuk!’ – gebruikt hij steeds vaker ook lossere stijlen, zoals in Bob Dylan Illustrated. De nummers van Dylan die hij daarin van tekeningen voorzag, nam hij ook op, want eigenlijk zou hij net zo lief zanger zijn. En nu zingt hij voor het eerst zijn eigen tekst. Zal dit dan wellicht zijn creatieve toekomst worden of dient de volgende winter zich aan in het huis aan de Amsterdamse gracht?

Toen ik hem in 2010 interviewde voor de VPRO Gids over de heruitgaven van de Van Oekel-strips waren er voorzichtige plannen om de reeks voort te zetten. Hoe zou het daarmee gesteld zijn? Het is een van de vragen die ik hem aanstaande woensdag wil gaan stellen. Kom je ook?

De vier winters van Theo van den Boogaard werd geproduceerd door Bureau Voorlichting.

Waar:
De Filmschuur

Wanneer:
woensdag 1 juni

Aanvangstijd:
19.15u

Adres:
Lange Begijnestraat 9

Kaarten:
€5

Kaartverkoop:
via De Filmschuur

Categorieën
Strips

Mijn Strip Talkshow op Stripdagen Haarlem

Zondagmiddag 5 juni worden op de Stripdagen Haarlem Jean-Claude Mézières, Derf Backderf, Hanco Kolk, Kim Duchateau en Frits Jonker geïnterviewd door stripjournalist Michael Minneboo.

Ook komen illustrator en stripmaker Marloes de Vries en illustrator Suus van den Akker aan het woord over hun werk en hoe je als jonge stripmaker zorgt dat je opvalt en sociale media daarvoor kunt inzetten.

In de Blauwe Zaal van de Philharmonie in hartje Haarlem zullen tijdens de Strip Talkshow de stripgrootheden in het café aan tafel aanschuiven om te vertellen over hun passie voor strips, hun werk en de wereld van het beeldverhaal.

Uiteraard krijgt het publiek ook de kans om vragen te stellen! Toegang is gratis!

Programma interviews
13:00 –  13:20 Marloes de Vries en Suus van den Akker
13:20 –  13:40 Frits Jonker
13:40 –  14:00 Hanco Kolk & Kim Duchateau
14.00 –  14.30 Jean-Claude Mézières
14.00 –  15.00 Derf Backderf

Jean-Claude Mézières.
Jean-Claude Mézières.

De Franse meestertekenaar Jean-Claude Mézières  is bekend van de klassieke scifi-stripreeks Ravian en Laureline. Een reeks die zich onderscheidt door Pierre Christins complexe en humoristische scenario’s en het fenomenale tekenwerk van Mézières. De Franse tekenaar slaagt erin het universum van de titelpersonages prachtig organisch en fantasierijk vorm te geven. De grootmeester is eregast op de Stripdagen Haarlem.

Derf Backderf
Derf Backderf

De Amerikaan Derf Backderf kennen we in Nederland vooral van zijn fantastische graphic novel Mijn vriend Dahmer. Eind vorig jaar kwam zijn intrigerende boek Trashed uit: hierin vertelt hij smakelijk over zijn ervaringen als vuilnisman en toont hij op boeiende wijze hoe verschrikkelijk de wereld van de afvalverwerking in elkaar steekt.

Hanco Kolk (S1ngle, Gilles de Geus) en Kim Duchateau (Esther Verkest) maakten recent samen De Man van Nu. Een fantastische graphic novel over twee geliefden in parallelle werelden.

Frits Jonker is een van de laatste overgebleven handletteraars van de Nederlandse stripwereld. Hij vertelt over de psychologie van lettering, zijn helden en waarom het zo belangrijk is dat de ballons in strips zorgvuldig worden gevuld.

marloes_de_Vries_troublesMarloes de Vries is een succesvol illustratrice en stripmaakster. Op de Stripdagen presenteert ze haar boekje over rampzalige dates.

Suus van den Akker is een veelgevraagd cartoonist en illustrator, met name gespecialiseerd in live-tekenen op locatie.

Michael Minneboo is freelance journalist gespecialiseerd in strips, film en animatie. Hij schrijft onder andere voor de ‘VPRO gids’, ‘Stripgids’ en ‘Eppo’.

Adres: Lange Begijnestraat 11, 2011 HH Haarlem
Tijd: Zondag 5 juni, 13:00 -15:00 uur

Uiteraard ben ik heel blij met dit programma-onderdeel van de Stripdagen Haarlem. Ik heb zin om met deze stripmakers een gezellige boom op te zetten over hun werk. Kom je ook?

Categorieën
English Minneboo leest Strips

Interview with The Fifth Beatle author Vivek J. Tiwary

Vivek J. Tiwary (1973) is an award-winning producer of theater, film and television. He’s also a big comic book fan and writer of the graphic novel The Fifth Beatle: The Brian Epstein story. ‘The message of the Brian Epstein story is that no dream is too impossible and no person too unlikely to realise that dream.’

Vivek J. Tiwary by Andrew C. Robinson.
Vivek J. Tiwary by Andrew C. Robinson.

The Fifth Beatle is a captivating, layered and sometimes poetic biography about the manager of the Beatles, who tragically died of an overdose of sleeping pills at the age of 32. (You can read my review on the book here.)
Tiwary wrote it, and the splendid artwork is by Andrew C. Robinson, with a small section illustrated by Kyle Baker. Tiwary is both a fan of, and an investor in, Valiant Entertainment. He has written a story for the Harbinger comic series. And he’s a lover of comics, counting writers like Chris Claremont (X-Men), Kevin Eastman and Peter Laird (Teenage Mutant Ninja Turtles), Neil Gaiman (Sandman) and Hergé (Tintin) as his heroes. So, its not surprising that the scribe was a guest at the Dutch Comic Con in March earlier this year. Vivek did panels and signing sessions at the booth of the American Book Center, and was kind enough to sit down and have a chat with us between sessions.

Why did you want to tell the story of Brian Epstein?
‘In 1991 I found myself in the Wharton School of Business in Philadelphia. I was on a track to join the family business, which operates in food products and finance. That’s what was expected of me as a young Indian kid, and if I wasn’t going to do that, I was expected to be a doctor or an engineer. I was very stressed out about this because those weren’t my dreams. I wanted to write comic books, produce Broadway musicals, do those sorts of things. Wharton in 1991 didn’t have a lot of resources for people with such interests, so I took it upon myself to do my own studies. Being a lifelong Beatles fan and thinking that the Beatles and their management team kind of wrote and rewrote the rules of the pop music business, I thought I’d study the life of Brian Epstein. I knew he discovered the band when they were an unknown Liverpool entity, playing in basement clubs, smoking and drinking on stage. I wanted an answer to these questions: How did Brian come up with the suits and haircuts? How did he get them a record deal when no one wanted to sign the band? How did he convince Ed Sullivan to book them when a British band had never made an impact in the United States? As a young business student, these were the stories I was chasing.
And as I researched them, they were inspiring and fascinating…’

Brain Epstein
Brain Epstein

But that’s not the whole story of Brian Epstein, is it?
‘Ironically, what struck a deep, deep chord for me was the aspects of Brian’s life that hadn’t anything to do with the Beatles: his personal life. I was very moved to learn that he was gay in a period in which this was literally a felony. He was Jewish, in a period of time with incredible anti-Semitism and not a lot of Jews working extensively in the music industry. He was from Liverpool, and prior to the Beatles, this was a port town without any cultural significance. So, he was the ultimate outsider. And he believed that this rock ‘n roll band was going to be bigger than Elvis, and that he was going to help the Beatles to elevate pop music into an art from. And that to me was incredibly inspiring. If a gay Jewish kid from Liverpool could change the world through music, why couldn’t a scrawny Indian kid from New York’s Lower East Side like me write a comic book about a rock and roll manager, or put a punk rock album like Green Day’s American Idiot onto a Broadway stage? So that’s why I wanted to tell Brian Epstein’s story. The message of the Brian Epstein story is that no dream is too impossible and no person too unlikely to realise that dream.’

When did you decide to make a comic book about this story. I mean, your forte is producing these big Broadway musicals…
fifth beatle cover‘I started to research it for personal inspiration, but ten years later, I decided I wanted to tell this story, but I didn’t see it as a Broadway musical. I am a lifelong comics fan; I grew up reading them. My earliest memory of reading is sitting on my mother’s lap reading Tintin comic books.’

Tintin comics? That is quite extraordinary for someone who grew up in the United States…
‘My mother grew up in Guyana, which was a British colony at the time, and she spent her formative years in London. So that’s how we got the Tintin books. Anyway, as I was writing The Fifth Beatle, I decided I wanted to focus on the years Brian spent with the Beatles. I use exposition, dream sequences and flashbacks to tell a little about Brian’s past. This way we learn what makes him tick, but the story really focuses on the time he spends with the Beatles. So it starts off in Liverpool in 1961, which I thought was very depressing, grey and rainy… So I saw it in my head as being very black and white. The story ends in 1967 in London, and this is the dawn of the psychedelic era. It’s the Summer of Love. There was literally an event in the UK called A Technicolor Dream, so I thought as a creator, the arc of the Brian Epstein story mirrors the arc of the movement from black and white to colour. And I believe that the two media that most powerfully use colour in their narrative are comic books and film. And that’s why from the beginning we set out to do both. As you look at it, the first few pages are black, white and blue. The first time we see the band in the book, we add a burst of orange, red and yellow, and we slowly add more and more colour. That’s why I wanted to do it as a comic, you know…’

Brian in awe of the Beatles.
Brian in awe of the Beatles.

The book starts with Brian getting beaten up violently because he’s gay. It’s quite a statement to begin your story with…
‘Well, most people who’ll pick up this book will be Beatles fans, and they’ll expect the story to be about the band, and when they see this first scene, they’ll realise this is not your typical Beatles story.’

How would you describe Brian Epstein as a person? What did you discover about him?
‘I think he was an incredible passionate person. He was restless. In his earlier years he tried fashion designing, he went to acting school, he was in the army for a brief stint… He was very driven. And he didn’t find his calling until he discovered the Beatles. In the Beatles he found this group that had a great message of love to share with the world. And – not to be too cheesy – but because he was a gay man he had to hide his own love away, to quote a Beatles line… So the Beatles were also a form of vicarious living for Brian. Through them he was able to spread some love into the world. He was also very insecure because of his homosexuality and the persecution he faced because of that. So he also had something to prove, and that was what he was doing by working with the band. He was fulfilling his dreams but he was also proving to the world that a gay man could excel at something that is closely tied to love. I find that incredibly moving.’

You also depict him as someone who thinks that whatever he’s doing, is never enough…
‘I am not a psychologist, but I think that at his core Brian really wanted to be loved, to belong… the most basic of all human things. The trappings of success were a mask to hide his insecurities, I think. And as a result of that he had this great deal of success but he discovered that this really didn’t make him any happier. So as a result of that he thought he needed to be more successful, and then that didn’t make him happier. And so on and so on… And so it was never enough, there was always some way that if the dream could be bigger, the success could be grander. These were worthy goals in and of themselves, but the great irony is that as he achieved these goals, it didn’t actually make him any happier. In the end he stil felt alone.’

The Beatles having a grand ol time. In the reflection of the car window we see Brian Epstein, staying behind.
The Beatles having a grand ol time. In the reflection of the car window we see Brian Epstein, staying behind.

As your first outing as a comic book writer, how did the writing go?
‘It was so much fun. When I was growing up in New York City I went to every single convention that passed through town, comic conventions, horror conventions, Star Trek conventions, and I would wait in line patiently to get autographs by the comic creators that I was a fan of. These people were my heroes. So writing a comic is a dream come true. And I’ve been very humbled by its success. It won all the major comic awards like the Eisner, two Harveys, its even been added to the Rock and Roll Hall of Fame.’

How did working with Andrew C. Robinson go and what does your script look like? Is it more of an Alan Moore kind of script in which every panel is described in detail or do you use something like the movie script form and let Robinson do his own thing with it?
‘My script was a bit of both. There were moments in the script in which I very much knew what I wanted, and I broke it down panel by panel. And I gave Andrew photo references and I said “This is what the clothes should look like; what Liverpool should look like; here’s the camera angles and the lighting I am envisioning”. Andrew is an amazing artist, and very so often he would suggest something else and I would always be open to that. That was one of our back-and-forths. But there were also sequences where I would give Andrew just the dialogue, the tone and what was going through the characters’ minds, and he would translate that into sequential art. He would do that, run with it and come back with brilliant ideas.’

There are elements in this comic that feel rather like a musical number, like from a Broadway show… So I could imagine this story becoming a musical as well.
‘You know, theater is certainly in my blood, and I think that everything that I do will have some sort of theatrical flair. But theater was also in Brian’s blood, him coming up with the suits of the Beatles, the Sgt. Pepper clothes – all that is tied to his love of theatrics and also his love of bullfighting.’

5th-beatle-sullivan-brianSpeaking of show business, let’s talk about the scene with the famous Ed Sullivan talking through a ventriloquist doll. Did you make that up or was he really that crazy?
‘I made that up. But, it’s been one of those things … When Brian first met with the Ed Sullivan team to negotiate this deal, he met with an underling. A son in-law or a nephew, somebody who was loosely connected to Sullivan. This guy was really just passing the buck, he kept saying to Brian: “That sounds great, but I need to check with Ed. And I can’t really do anything without his approval.” Brian has said that at times he felt like he was talking to a puppet, because this guy was basically useless. He couldn’t do anything or make any decision. So I thought, if Brian thought he was talking to a puppet and I’m trying to tell a story with visuals, why not do it as Ed Sullivan talking through a ventriloquist dummy? So even though I made this up, I think the poetry is accurate.’

What’s the status of the television series based upon your graphic novel?
We’ve just closed a deal with Sonar Entertainment. They’ve produced thousands of shows and have been around for a long time. They’ll be financing and producing the show with me. I am staying on board as writer, so I am literally working on the pilot script. I submitted a draft yesterday, hours before I got on the plane to the Netherlands. We are targeting high-end cable and streaming and the plan is to shoot later this year, hopefully. It’s going to be an event-series, that’s what they used to call miniseries. The reason they don’t call them miniseries anymore is because they are not small and mini tends to suggest small. And television always wants to think as big a possible, so with The Fifth Beatle we’re actually contemplating it to be the first season of a larger series tentatively called ‘On the Shoulder of Giants’. The idea is that the series would explore the unsung visionaries from the music industry, people who were the architects of modern pop culture, but who’s stories are largely untold. Season two will be about Colonel Tom Parker, the man who discovered Elvis Presley. The third season will be about Peter Grant, the manager of Led Zeppelin. With The Fifth Beatle we are discussing six one-hour episodes, could be more.’

ashaascendingSo besides the television series, what are you currently working on?
‘I am also writing a novel for young adults, called Asha Ascending. It is a novel that’s going to be heavily illustrated by Sara Richard. She’s an amazing Eisner-winning artist. On most Young Adult novels, if they have art work at all, the art is done after the fact. The illustrations are the last step and very often if you are a writer without any cloud, you have not much to say in who the artist is. Sara and I are approaching this much like a comic. I will send her the first draft so she can come up with art ideas. And often times her ideas will change my draft, change the story. We are really going to create it together. The art will really move the narrative forward. (Check out the first chapter at readasha.wordpress.com.)

‘Besides these two projects, I am still working with Alanis Morissette to adapt her album Jagged Little Pill for the stage, Hopefully in the next couple of months we are going to announce the writer for that and the development schedule. We hope to have something off the ground by the end of next year. If people want to keep tabs on me that can do so via tiwaryent.com.’

So, final question. You didn’t become a doctor or lawyer, like your parents wanted you to. Instead, much like Brian Esptein, you found your own path. So, were your parents okay with that in the end?
‘This is something I think about a lot, because my parents unfortunately passed away, but they were very supportive of my dreams. My mom died in 1997 and my father a few years before that… My mother saw me work at Mercury Records, so she began to see I was carving a path for myself in the arts space, but unfortunately she never got to see me producing Broadway shows or write books or any of that sort of stuff. I like to think they’re both looking down on me fondly, from wherever they are. But I don’t know. I do however come from a close-knit Indian family, so my aunts and uncles, people of my parents’ generation really treat me like a second son, they have been very proud and supportive of my work. I like to think that vicariously my parents are supporting me. And to give my family their due credit, they have been great.’

This interview was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.

Categorieën
Media Strips

Stripliefde is… online stripplaatjes delen

Een foto van Batman in de Volkskrant, afkomstig van Christopher Nolans Dark Knight-trilogie. Batman stond bij een interview van Hans Zimmer, die voor deze films de soundtrack componeerde.

Uit: De Volkskrant van 20-05-2016.
Uit: De Volkskrant van 20-05-2016.

Bij het zien van een Batman-foto in de krant heb ik meteen zin om deze met anderen te delen. Online zijn er scherpere en heldere versies van deze publiciteitsfoto te vinden, maar ik hou juist van gedrukte afbeeldingen. Ik hou van papier; je kunt de structuur van het papier goed op de foto zien. Krantenpapier is niet de hoogste kwaliteit en zuigt lekker de inkt op, waardoor het zwart wat vaal uitpakt. Ik hou ervan dat de druktechniek zichtbaar is: dat je kunt zien dat de foto en de kleuren uit kleine rasterpuntjes zijn opgebouwd. Dit portret van Batman (Christian Bale) vind ik zo dus mooier dan wanneer hij op glossy papier is gedrukt of digitaal zichtbaar is.

En wat ik mooi vind, deel ik graag met de wereld.

Als het om een stripgerelateerde afbeelding gaat, en meestal is dat bij mij wel het geval, vind ik dit een uiting van stripliefde. Veel mensen delen stripplaatjes op sociale media. Ik zie hierin een waardering voor het grafische werk dat de tekenaar gemaakt heeft. Een waardering voor vakmanschap of omdat men de personages of betreffende verhaal zo tof vindt.

Tumblr staat vol met prachtig tekenwerk, maar ook op Instagram volg ik aardig wat accounts van stripliefhebbers. Wie er bij vermeldt uit welke strip de afbeelding komt, maakt goede reclame voor het beeldverhaal. Ik vind het zelf in ieder geval een handige manier om bijvoorbeeld nieuwe uitgaven even onder de aandacht te brengen.

marvel comics standaard uitgeverijIk kan in het bijzonder genieten van foto’s waarin mensen laten zien wat ze voor nieuwe strips hebben aangeschaft. Foto’s van de albums op een tafel of een stapeltje uit de collectie. Vooral als ze daar nog enthousiast bij vertellen wat ze zo goed of leuk vinden aan die strips. Al is dat niet per se nodig natuurlijk, want er valt aan één plaatje al heel veel af te lezen.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Fucking Hell

In Fucking Hell van Sam Peeters, ontmoet de Duivel op een verkleed groepsseksfeestje de aantrekkelijke Ilse: blond en voor de gelegenheid gekleed in een ss-uniform. (Uiteraard, want met haar naam een blonde haren zit dat uniform haar als gegoten.)

fucking-hell-coverIlse bezoekt voor het eerst een dergelijk feestje en vindt al die seksuele uitspanningen om haar heen maar niets. Satan kan haar echter wel bekoren.

Na hun nacht samen kan de Duivel echter nergens anders meer aan denken: Ilse heeft zijn hart gestolen en daarmee ook zijn lust om straffen uit te delen aan zondaars. Ten einde raad gaat hij te rade bij God, om haar te vragen Ilse terug te vinden. Uiteraard stelt de Goedheiligman wel voorwaarden aan zijn hulp.

Kunstige seks
Grafisch valt er veel te genieten aan Fucking Hell: seksuele handelingen worden in de cartooneske stijl van Peeters (1976) een hilarisch tafereel. De close-up tekeningen van penetraties, worstelende tongen en andere orale bezigheden hebben ook bijna iets abstracts. Als Peeters deze na zou schilderen op een groot doek, heeft de kunstelite ook weer iets fris om naar te kijken en werk om zich druk over te maken. Succes verzekerd.

fucking-hell-oraalOok sterk zijn de dialogen. Het gesprek tussen Satan en Ilse, hoe vreemd de ontmoetingsplek ook, verloopt naturel. De dialoog tussen Satan en God later in het album, is weer erg grappig. God, een klein kaal kereltje met een wolkachtige baard en een klein pikkie zegt tegen Satan: ‘Ik ben blij dat je er eindelijk bent, jongen! Al die jaren was je zo boos! Al die vreselijke dingen die je hebt uitgehaald… Al dat leed! Al die pijn! Waar was dat nou voor nodig?’

Aan verbeeldingskracht en gevoel voor humor ontbreekt het duidelijk niet bij Peeters. Toch had ik graag iets meer diepgang gezien, want Fucking Hell blijft erg anekdotisch. Ook was ik bij het lezen benieuwd naar hoe Satan Ilse weer voor zich zou winnen. Dat wordt allemaal niet uit de doeken gedaan, waardoor het lijkt alsof het verhaal een hoofdstuk mist. Jammer, want volgens mij het dat gegeven een interessante dramatische wending aan het verhaal kunnen geven.

Satan en God.
Satan en God.

Meesterproef
Sam Peeters is een Nederlands striptekenaar en illustrator en maakt deel uit van het collectief Lamelos. Peeters doceert illustratie aan de Academie Minderva in Groningen en Comic Design aan de Artez Hogeschool voor de Kunsten in Zwolle. Fucking Hell is het resultaat van zijn meesterproef voor de master Comic Design aan Sint-Lukas in Brussel. Peeters studeerde met dit boek summa cum laude af.

Sam Peeters. Fucking Hell
Scratch Books, hardcover, € 24,90.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: De eerste keer

Het is niet de eerste keer dat een stripalbum als titel De eerste keer meekrijgt. Maar goed, die titel maakt wel meteen duidelijk dat het gaat om de eerste keer seks.

Daar draait het in het autobiografische album van de Franse stripmaker Dav Guedin (Zomerwaanzin) ook om.

guedin-eerste-keerGuedin verhaalt openhartig over de eerste wankele schreden op het liefdespad, zijn eerste ontdekkingen, speciale rukdagen, en de prestatiedruk die je als adolescent ervaart. En Guedin was er al jong bij, want op de kleuterschool was hij al gefascineerd door wat zich onder de rokjes van klasgenoten afspeelt.

guedin-eerste-keer-rimmenGuedins eerste vriendinnetje, dat drie jaar ouder was dan zijn zestien jaar, leek vooral geïnteresseerd te zijn in zijn kont, totdat ze zich weer realiseerde waar dat gat eigenlijk voor dient.

De stripmaker vertelt er met veel zwarte humor over en met de nodige relativering. De humor komt goed naar voren in zijn enigszins karikaturale tekenstijl en de gevatte visuele metaforen die Guedin vaak hanteert om het mannelijk geslacht te verbeelden. Door die tekenstijl wordt de uitgebeelde seks nooit pornografisch of opwindend, eerder een beetje aandoenlijk en ongemakkelijk.

Gelukkig zijn niet alle pijnlijke anecdotes herkenbaar.

guedin-eerste-keer-poseren

Vanaf eind mei beschikbaar.

Dav Guedin. De eerste keer.
Uitgeverij Xtra, € 16,90 (64 pag. · hardcover · A4)

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Toch een geluk

Na een puike beeldroman over Vincent van Gogh en een novelle over Hendrik Werkman is Barbara Stok terug met een bundel autobiografische strips: Toch een geluk.

Over Barbara Stok heb ik al vaker geschreven. Ik heb haar een paar keer met plezier geïnterviewd. Ik lees haar graag, en vind het altijd knap hoe ze complexe ideeën en gedachten weet weer te geven in enkele stripplaten en ook nog eens in een heel duidelijke, toegankelijke stijl.

Ik kan dan ook erg genieten van schijnbaar simpele strookjes als deze. Niet in de laatste plaats omdat Stok mij er als lezer weer eens opwijst, dat het leven meer is dan werken achter een monitor. De kunst van het niets doen is een van haar thema’s.

stok strandwandeling

In 2012 kwam Vincent uit, Barbara Stoks graphic novel over Vincent van Gogh. Een zeer boeiend boek, niet in de laatste plaats omdat de stripmaker een echt personage van de schilder wist te maken en tot leven wist te wekken. Door haar strip ga je weer opnieuw en anders naar Van Goghs oeuvre kijken. Dat is geen geringe prestatie als je je bedenkt hoe vaak we die schilderijen al hebben gezien. Vincent is dan ook een groot en internationaal succes. Er zijn 10.000 exemplaren van verkocht.

Making of
Over hoe Vincent tot stand kwam en de media mallemolen waarin Stok daarna in terecht kwam, vertelt ze openhartig en smakelijk in deze bundel. Dat doet ze via stripscènes maar ook met tekst die ze illustreert met een stripplaatje.

Ik vind het als stripliefhebber natuurlijk heerlijk om zo’n making of te kunnen lezen. Soms komt Stok met leuke visualisaties op de proppen. Zo zien we haar letterlijk in de stripplaatjes uit Vincent opduiken en deze tekenen. En als Barbara aan een van Van Goghs brieven denkt, manifesteert de schilder zich naast haar in het bos. Het levert een leuk stripplaatje op waarin ze haar onderwerp een lift in de auto geeft:

barbara en van goghStok vertelt ook openhartig hoe ze het op een gegeven moment behoorlijk zwaar heeft met alle aandacht en de reizen die ze moet maken om het boek te promoten. Uiteindelijk voelt ze zich hier behoorlijk leeg van en opgebrand. Het is als je in die malle molen meedraait ook moeilijk om te blijven zien wat belangrijk voor je is. Laat staan dat je ruimte in je hoofd hebt om aan een nieuw project te werken. Als Barbara in het vliegtuig zit naar weer een publiek optreden, vraagt Vincent aan haar wat het belangrijkste voor haar is. Stoks antwoord is staren uit het raam.

Rode draad
De making of zit als een rode draad door het boek verweven. Tussendoor zijn we deelgenoot van Stoks dagelijkse avonturen en zorgen over het milieu, filosofietjes en mijmeringen, bekende thema’s uit haar autobiografische strips. Mijns inziens maakt deze opzet het boek fragmentarischer dan nodig was geweest. Zelf had ik liever de making of als een geheel gelezen, met daarna de losse avonturen van Stok. Als terugkerende rode draad fungeert immers de grote zeiltocht over het IJsselmeer al. De meerdere pogingen die de tekenaar en haar vriend Ricky ondernemen om dit verraderlijke stukje water over te steken komen geregeld terug in het boek.

Maar goed, gezien de hierboven beschreven laatste scène van het boek met Van Gogh in het vliegtuig, valt er ook wat voor deze aanpak te zeggen.

Juist omdat Stok een visueel verteller is, valt het gesprek met professor dr. mr. Jepma, hoogleraar energie & duurzaamheid aan de Rijksuniversiteit Groningen, wat tegen. Het genre van stripjournalistiek is bij uitstek geschikt om moeilijke concepten als klimaatverandering te visualiseren en te verduidelijken, maar Stok beperkt zich tijdens het gesprek met de professor vooral door talking heads te tekenen. Ook is het gebruik van verschillende lettertypen door elkaar niet heel fraai. Voor de hoofdtekst wordt een ander lettertype gebruikt dan voor de boekcitaten in de stripplaatjes en voor het interviewgedeelte. Tussendoor staat ook nog eens Barbara’s striphandschrift. Al met is het resultaat dus een ratjetoe.

Bij het boek krijg je een gratis sticker met daarop het gelukkig lachende hoofd van Barbara.
Bij het boek krijg je een gratis sticker met daarop het gelukkig lachende hoofd van Barbara.

Even deze kritiek op de cosmetische elementen daar gelaten, ben ik blij met deze nieuwe autobiografische bundel van Barbara Stok. Het is fijn weer even deelgenoot van haar (gedachten)wereld te zijn. In de laatste Zone 5300 vertelde ze dat ze zich weer wil gaan storten voor langere tijd om aan een nieuw boek te werken. Laat maar komen, zou ik zeggen.

Barbara Stok. Toch een geluk.
Nijgh & Van Ditmar, €18,50

Categorieën
Strips

Van Straaten, Piet Paris en Noma Bar op Illustratie Biënnale 2016

De Illustratie Biënnale 2016 brengt in het weekeinde van 4 en 5 juni grote namen naar Haarlem, zoals Noma Bar, Piet Paris, Oscar-genomineerden Job, Joris & Marieke en Peter van Straaten.

Het tweejaarlijkse festival in de Haarlemse Toneelschuur is hét trefpunt voor illustratoren, opdrachtgevers, art-directors, uitgevers en iedereen met belangstelling voor illustratie en graphic art. Centrale plek is de Toneelschuur, met activiteiten in de foyer en de grote theaterzaal, én de digitale expositie. De Biënnale vindt plaats tijdens het eerste weekend van de Stripdagen Haarlem.

illustratie biennale 2016

Hieronder even het persbericht, zodat je een goed idee krijgt van het programma van deze editie.

Opening door Peter van Straaten
Peter van Straaten, nestor van de Nederlandse illustratie en cartoonkunst, opent de Illustratie Biënnale 2016 zaterdag 4 juni om 11.30 uur in de foyer van de Toneelschuur. Vanaf 12.00 uur ontvangt presentator Jellie Brouwer onder anderen mode-illustrator Piet Paris, de Brits-Israëlische illustrator Noma Bar, Gouden Penseel-winnaar Floor Rieder en de Vlaamse illustrator Pieter van Eenoge.

Illustratie: Ellen Mandemaker
Illustratie: Ellen Mandemaker

De Illustratie Biënnale plaatst de rol van de illustratie in de hedendaagse beeldcultuur in een breed perspectief. Hoe rijkgeschakeerd het vakgebied is, bewijst de verdere line-up van illustratoren die 4 juni in de grote zaal hun werk presenteren: Sigrid Calon (grafische patronen), Ellen Mandemaker (ruimtelijk), Henning Wagenbreth (illustratie, letterontwerp) uit Duitsland, Harriet van Reek (prentenboeken), Monobanda PLAY (3D, games), Daniela Treija (fotografische illustratie) en collectief Job, Joris & Marieke (animatie en muziek).

Digitale expositie en pop-up museumwinkel
De expeditiegarage van de Toneelschuur is 4 en 5 juni expositieruimte. Te zien zijn de digitale expositie met werk van ruim 100 illustratoren en een expositie van geïllustreerde boekomslagen, mogelijk gemaakt door de Fiep Westendorp Foundation.

Zoals elke editie werkt de Illustratie Biënnale samen met een kunstacademie. Deze keer maakten studenten van ArtEZ in Zwolle werk rond het thema ‘privacy’, te zien in een speciale expositie. En in de pop-up museumwinkel van de Illustratie Biënnale is beide dagen werk te koop van de deelnemende illustratoren; gelimiteerde uitgaves, prints op papier, textiel en andere materialen.

Illustratie Biënnale 2016
Locatie: Toneelschuur, Lange Begijnestraat 9, Haarlem
zaterdag 4 juni, 11.30 – 17.30 uur (grote zaal, foyer en expeditiegarage)
zondag 5 juni, 13.30 – 17.30 uur (expeditiegarage)
Kaartverkoop voor het zaalprogramma van 4 juni via de Toneelschuur 023 5173910
Alle andere activiteiten van de Illustratie Biënnale 2016 zijn gratis toegankelijk.
www.illustratiebiennale.nl

Categorieën
Strips

Exclusief voorproefje van Pulpman #18

Pulpman, het stripblad van Fred de Heij, Esther Gasseling en Ger van Wulften, kortom de mensen van uitgeverij Xtra, heeft al jaren mijn striphartje gestolen. Begin juni ligt eindelijk nummer 18 in de winkel. Hier alvast een voorproefje.

Cover-Pulpman-18Eigenlijk is Pulpman het laatste echte stukje underground strip in Nederland. Het wordt gemaakt door slechts een handjevol mensen die vooral met passie voor strips, pulp en andere visuele lekkernijen iedere keer veel moeite doen om weer een nieuwe Pulpman te maken. De Heij, de sneltekenaar van Nederland, heeft dit keer maar liefst 117 pagina’s strip getekend. (117 dus! Honderdzeventien!).

En naar wat ik daarvan gezien heb, zijn deze weer even smakelijk als altijd. Een groot deel van dat aantal behoort tot de strip Roca Verde, Freds vervolg op De schuilplaats dat 500 pagina’s lang moet worden. Een vraag die daarin wordt gesteld en wordt beantwoord is waar Pulpman eigenlijk voor staat. Ook is het deels een metaverhaal over het maken van een goeie strip. En daar heeft Fred natuurlijk wel een mening over. Eentje die hij overigens geregeld in zijn columns voor Stripnieuws ook laat horen.

Pulpman_detail

Verder in dit nummer onder andere de coproductie van Fred met Frits Jonker (het vervolg van Het koffertje), plus twee nieuwe samenwerkingen: met Anton Bedding en met de Vlaming Rudi Coel.

Geen porno!
Ik sprak Esther Gasseling van de week over deze nieuwe Pulpman en zei vertelde dat we ook dit nummer weer veel seks mogen verwachten. Fred ziet deze scènes overigens niet als pornografie.

Esther:

‘Toen ik het daar onlangs met hem over had, zei Fred: “In bijna alle definities van het woord pornografie gaat men ervan uit dat de bedoeling is de kijker/lezer seksueel te stimuleren. In mijn Pulpman-werk ben ik expliciet, maar het seksueel prikkelen is nooit mijn bedoeling. Wat dan wel? Humor.” ‘

Grappig, want dat blijft een van de dingen waar Fred en ik het niet over eens zullen worden. Zijn intentie is wellicht humor en de seksscènes zijn zeker grappig. De meeste officiële pornografie heeft natuurlijk iets van humor, want standaard porno is vaak zo grotesk dat het op de lachspieren werkt. Hoe leuk de seks in Pulpman ook is, de tekeningen an sich weten ook te prikkelen vind ik. Dus of het nu de bedoeling van de maker is of niet, de tekenpen van Fred is zo vakkundig dat de mooie vrouwen die hij tekent en de dingen die zij doen, zeker wel een stimulerende werking kunnen hebben.

pulpman-18-KoffertjeHier nog even de gehele inhoudsopgave, om je alvast een beetje lekker te maken:

INLEIDING
FRED DE HEIJ
Waarin Pulpman zich afvraagt waar zijn blad eigenlijk precies voor staat.

SNUFFELSTAGE
FRED DE HEIJ
Welke stagiaire mag tijdens de komende Pulpman-vergadering haar ideeën komen pitchen? Birgit, Amber of Miriam? De proefopdracht zal het uitwijzen.

pulpman-Vampirella_introVAMPIRELLA
FRED DE HEIJ
Bob Jusko jaagt op groot wild. En zij is zijn gevaarlijkste prooi ooit: Vampirella.

DE REDACTIEVERGADERING
FRED DE HEIJ
Hoofdredacteur Pulpman bespreekt het komende nummer met de rest van de redactie: Kapitein Rob, Groenhaar, Max Havelaar en Giulia, plus de andere bemanningsleden van het ruimtestation… eh… eiland Roca Verde.

pulpman-Kapitein-Rob

DE EERSTE KEER
DAV GUEDIN
Voorpublicatie van De eerste keer: openhartige verhalen van Dav Guedin over meisjes, gierende hormonen, onwennige intimiteiten, onhandig gedoe, allerhande geëxperimenteer en een geliefde die een onuitwisbare indruk maakte: Lulu.

HET KOFFERTJE (2)
FRITS JONKER & FRED DE HEIJ
Na het koffertje met 78 onbekende opnames van de Beatles levert een rondje langs het huisvuil opnieuw iets op: de vondst van de eeuw.

DE BEUL
BEN VRANKEN
In zijn confectieatelier De Beul hanteert pastoor Herman het evangelie als verdienmodel. Het paradijs lonkt immers alleen voor wie noeste arbeid verricht. En daar kun je niet jong genoeg mee beginnen.

ROCA VERDE (vervolg)
FRED DE HEIJ
Corruptie en spionage. Verdeel en heers. Overwerk en overspel. Op zoek naar de politiemol als tipgever van de criminele Osborn-bende sneuvelt er weleens een slipje. Dit en meer stinkende zaken in het uitgebreide Pulpman-feuilleton Roca Verde.

NATTE MAAN
SOPHIE CAMBELL
Fragment uit Gisteren is niet meer: het zesde deel uit de Natte Maan-reeks, waarin Audrey uit de kast komt, gek wordt van de zorgen om haar comateuze vriendin Trilby en heeft gefaald als oppas…

DE BIECHT
RUDI COEL & FRED DE HEIJ
Een priester in gewetensnood gaat te biecht bij een collega over de ongebruikelijke biecht van een uitzonderlijke vrouw in zijn parochie.

LIEBESTOD
ANTON BEDDING & FRED DE HEIJ
Johnny Rowdan was een crimineel van het zuiverste water, die ijskoud carrière maakte over de rug van anderen. Maar toen er liefde in zijn leven kwam, knapte er iets.

EN VERDER O.A.

Rudi Coel over het genre van het erotische korte verhaal. “Omdat schrijven over seks letterlijk opwindend is en omdat seks altijd zoveel meer is dan seks.”

Preview van het derde deel (en slot) van Claire DeWitt: De vader, de dochter & de duivel door Willem Ritstier en Fred de Heij.

De coming out van Sophie (voorheen Ross) Campell als transgender.

PULPMAN #18
Fred de Heij & anderen
130 pag. (€ 14,90) · ISBN 978-94-90759-85-8
Uitgeverij Xtra
Verschijningsdatum: 4 juni (Stripdagen Haarlem)

Categorieën
Media Strips

Te gast bij Geekers op je Speakers

Deze week ben ik te gast in de podcast Geekers op je Speakers. Een erg leuke ervaring was het om te spreken met Gert-Jan van Oosten, Roderick Leeuwenhart en Kenny Rubenis.

geekers op je speakersGert-Jan van Oosten mag je gerust een stripnerd noemen en dan voelt hij zich niet beledigd. En waarom zou hij ook? Niets fijners dan een stripnerd te zijn. Van Oosten werkte voor Drop Comics, schrijft strips, twittert, en is dus een serieuze podcaster.

Roderick Leeuwenhart is de man achter uitgeverij Leeuwenhart, gespecialiseerd in bijzondere, geeky uitgaven zoals de young adultreeks Pindakaas en Sushi. Leeuwenhart publiceert ook alweer een hele tijd film- en gamerecensies op zijn eigen webstek Filmadeus.

En Kenny Rubenis, ach, die hoef ik jullie niet meer voor te stellen. Deze stripmaker kwam al eerder hier ter sprake en als je z’n strip Dating for Geeks nu nog niet kent…. dan heb je eigenlijk ook geen zin in onderstaande geeky podcast waarschijnlijk.

Wat is dat heerlijk dat podcasten: een soort van verbaal bloggen zonder dat je nog eens de spelling van je tekst hoeft te controleren! Dit was mijn eerste podcast, maar heb nu al trek in meer. 🙂

Mocht je hieronder geen embedde podcast zien (iframe doet een beetje raar) check het programma dan hier.