Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spidey in de krant

Nog even voortbordurend op mijn post over de Tumblr van The Daily Bugle

Wanneer de voorpagina’s van The Bugle in de Spider-Man-strips voorkomen, bekijk ik die altijd aandachtig. Niet alleen om het fotowerk van Peter Parker te bewonderen, juist ook om te lezen hoe er over de avonturen van de superhelden in New York geschreven en op ze gereageerd wordt. Noem me ouderwets, maar juist doordat over die avonturen bericht wordt in een legitiem medium als de krant, lijken ze juist reëler. Wat in de krant staat is immers waar, nietwaar? Daarbij kan ik al genieten van hoe zo’n krantenpagina is vormgegeven.

Hier enkele sprankelende voorbeelden:

ASM-Ann-15-cover
Niet alleen de cover van tekenaar Frank Miller laat ons een prachtige voorkant van de krant zien, krantencovers zijn de rode draad in deze annual uit 1981 geschreven door Dennis O’Neil, waarin Spidey en the Punisher elkaar flink tegenwerken als het om het tegenhouden van Doctor Octopus gaat. De running gag in dit verhaal is dat de voorpagina van The Bugle telkens aangepast moet worden omdat de activiteiten van Spider-Man en Punisher het nieuws telkens veranderen. Uiteindelijk besluit Jameson, dan nog de hoofdredacteur van de krant, om toch maar te gaan voor deze voorkant waarin hij Spidey weer eens zwart maakt. Eerder heeft Robbie Robertson hem al gewaarschuwd dat het publiek moe is van Jameson’s tirade en dat een dergelijk stuk zeker de verkoop van de krant zal schaden. Dit wordt uiteindelijk bevestigd door een krantenverkoper:

ASMan-Ann-15-30Zo zie je maar dat ook het berijden van je stokpaardjes uiteindelijk verveling bij je publiek kan opleveren.

De voorpagina uit Amazing Spider-Man #252 waarin The Bugle bericht over de vermissing van de meeste Marvel-helden. Dit speelt zich af tijdens het Secret Wars-verhaal waarin een grote groep superhelden en schurken zijn ontvoerd door opperwezen the Beyonder. Hij laat de helden een robbertje knokken op een verre planeet. Let vooral op Jameson’s commentaar op het gebruik van fotomontages tegenover echte foto’s:

ASM-252-krant

En dan deze bijzondere voorpagina’s uit Amazing Spider-Man #240. De credits van de strip zijn verwerkt als krantenkop. Rechtsonder zie je een afbeelding van Jim Shooter, toen de hoofdredacteur van Marvel. Linksonder zie je een afbeelding van hoe schrijver Roger Stern er toen uit zag:

ASM-240-krant

De hand en dialoog zijn afkomstig van Adrian Toomes, aka the Vulture.

Overigens begonnen de meeste Spidey-comics een tijdje geleden met een soort van webpagina van The Daily Bugle. Daarin wordt kort samengevat wat er in de voorgaande delen is gebeurd. Een handig middel om de lezers even bij te praten. Voorheen deed Marvel dit door de hoofdpersoon zelf te laten terugblikken of –denken aan wat er vooraf ging. Een vervelende constructie als je bijvoorbeeld alle delen van een vervolgverhaal in één keer leest, omdat je dan veel herhaling voor je kiezen krijgt. Een voorbeeld uit Amazing Spider-Man #588:

ASM-588-intro

Tegenwoordig doen ze nog steeds zo’n samenvatting, alleen ziet het er niet meer uit alsof het een voorpagina van de krant betreft. Da’s eigenlijk wel jammer.

Categorieën
Mike's notities

Inderdaad…

vvd_cameratoezicht1

vvd_cameratoezicht2

Lang leve de onafhankelijke pers!

Categorieën
Bloggen

Blogvragen n.a.v. 20 jaar bloggen

Illustratie: Emma Ringelberg
Illustratie: Emma Ringelberg

Dit jaar bestaat het fenomeen bloggen 20 jaar. Dat vond Karin Ramaker een mooie aanleiding om verschillende Nederlandse bloggers drie vragen voor te leggen. Aan mij stelde ze deze vragen ook. In het begin aarzelde ik. Hoewel ik het een sympathiek project vind, vroeg ik me af of ik nog iets te zeggen had over bloggen. Juist wel zo bleek, want ik bevond me net in een transitiefase. Door Karins vragen te beantwoorden kreeg ik de gelegenheid voor mezelf wat zaken op een rijtje te zetten. Aangezien dit ook belangrijk is voor de richting die mijn blog vanaf nu inslaat, publiceer ik hier de antwoorden ook.

Bedankt Karin dat je me hiervoor vroeg en voor het feit dat je vragen mij nieuwe inzichten verschaften.

1. Wat is de voornaamste reden dat je een blog bijhoudt?
De reden om te bloggen is in de loop der jaren veranderd. Eigenlijk schrijf ik mijn hele leven al artikelen, verhalen en dat soort dingen. Lekker rammen op een oude typemachine. Op de basisschool gaf ik samen met vriendjes diverse krantjes uit. Als tiener en twintiger hield ik een dagboek bij. Eerst in schriftjes, later digitaal op mijn pc. Tijdens mijn studie filmwetenschap ben ik journalistiek werk gaan doen, wat eigenlijk in het verlengde lag van wat ik al deed. Ik ben in 2006 begonnen met bloggen omdat ik als freelancer bepaalde ideeën voor artikelen niet bij opdrachtgevers kwijt kon maar die artikelen toch wilde schrijven. Bloggen was het perfecte medium om mijn activiteiten als schrijver en videomaker voort te zetten en een prachtige mogelijkheid om heel snel en direct mijn fascinaties met de wereld te delen. Online publiceren was een spannend en nieuw avontuur. Al snel werd mijn blog een platform om veel over strips te schrijven. Ik had de hoop dat ik als stripjournalist het medium bij een breed (online) publiek onder de aandacht kon brengen en dat er dan meer mensen strips zouden gaan lezen. Daarnaast was mijn blog een onderdeel van mijn site michaelminneboo.nl en dus tevens portfolio om potentiële opdrachtgevers te laten zien wat ik kan en wat ik voor ze kan betekenen.

Omslag van de prachtige stripbewerking van Don Quichote door Rob Davis.
Omslag van de prachtige stripbewerking van Don Quichote door Rob Davis.

De laatste tijd besef ik het promoten van de strip toch enigszins een donquichoteske missie is. Over strips zal ik altijd schrijven, want dat is nu eenmaal een van mijn grootste interesses, maar recent heb ik besloten dat mijn blog weer een plek wordt waar ik dingen ga publiceren waar ik zin in heb, zonder rekening te houden met de Nederlandse stripwereld. Al een tijd publiceerde ik namelijk stukken waarvan ik vond dat ik ze moest publiceren: nieuwtjes over strips, aankondigingen van exposities en nieuwe uitgaven, besprekingen, dat soort dingen. Daardoor werd het bloggen onderdeel van mijn dagelijkse werk en ging het me tegenstaan. Eigenlijk hoort bloggen geen werk te zijn. Tenzij je voor een bedrijf blogt wellicht. Om de lol er weer in terug te krijgen heb ik besloten al die verplichtingen los te laten. Nu is het blog dus eigenlijk weer terug bij het begin: Minneboo’s fascinaties en verwonderingen.

2. Wat is altijd constant gebleven in je blog en hoe je blogt en wat is door de jaren heen veranderd?
Ikzelf ben de constante factor: ik ben aanjager, schrijver en hoofdredacteur van mijn blog. Constant zijn ook de onderwerpen waarover ik schrijf: strips, media, koffie en film, daarnaast soms wat persoonlijke stukken, maar ik zou mezelf niet als digibitionist willen bestempelen. Daarvoor hou ik privé toch teveel afgeschermd. De manier waarop ik mijn blogposts onder de aandacht breng is wel aanzienlijk veranderd, wat alles te maken heeft met sociale media. Vroeger plaatste je je artikel online en kwamen mensen uit zichzelf of via rss-feeds bij je langs. Nu moet je veel meer werk maken van het onder de aandacht brengen van je content, via Facebook en Twitter. De bloggers zijn dus marketeers geworden. Eigenlijk is dat een ongelukkige ontwikkeling. Maar goed, als je zegt: ‘het maakt me niet uit hoeveel bezoekers ik trek’, dan hoef je er natuurlijk niet aan mee te doen. Aangezien ik geen adverteerders tevreden hoef te houden, hoef ik niet per se te pluggen op Facebook of Twitter. Maar dat niet doen, scheelt wel bezoekers, aangezien iedereen aan een Facebookinfuus lijkt te zitten.

3. Kun je een moment beschrijven waardoor je blog zijn waarde en kracht liet zien?
Over het algemeen gezegd heb ik door het online publiceren contacten gelegd met mensen die ik in het echte leven niet zo snel ontmoet had. De meerwaarde is dat je eens met elkaar afspreekt. Daar zijn mooie vriendschappen uit ontstaan. Verder heb ik werk gekregen via mijn blog: stukken voor de krant geschreven, blogcolleges en lezingen. Daarbij merk ik dat mijn blog in de stripwereld is opgevallen: mijn artikelen en video’s worden gelezen en bekeken door stripmakers en –lezers. De belangrijkste waarde van bloggen is echter een persoonlijke: je gaat er beter van schrijven, juist omdat je het zo veel doet. En daarnaast is het natuurlijk ontzettend fijn om je eigen podium te hebben.

Categorieën
Spladodder!

De klantonvriendelijkheid van de stiltecoupé

Aan mensen die praten in de stiltecoupé stoor ik mij niet. Ik stoor me wel aan het bestaan van de stiltecoupé. Dat ding is niet van deze tijd.

spladodder

Met blogvriend Peter stapte ik op de trein in Middelburg. We hadden een middag gezellig gepraat met blogvriend Edwin en nu was het tijd om de lange reis naar de randstad terug te maken. De trein vanuit Middelburg stopt zo’n beetje bij iedere koe langs het spoor, dus het is zaak een dik boek, volle e-reader of gezellige gesprekspartner mee te nemen. Dat laatste was nu het geval. Peter en ik gingen zitten waar er plaats was en zetten ons gesprek voort. Verderop in de coupé zat een ouder stel ook gezellig de dag door te nemen.

De conducteur kwam binnen. Mooi, want ik had een brandende vraag over mijn nieuwe ov-chipkaart die de NS ongevraagd naar me op had gestuurd. Dus ik spreek de man aan en zeg vriendelijk of ik hem een vraag kan stellen. ‘Nou, nee, want dit is de stiltecoupé en je zat al te praten.’

‘Pardon? Dat vind ik geen klantvriendelijke houding van u,’ zei ik. De man bromde wat en mompelde dat ik de vraag wel mocht stellen. ‘Laat maar zitten,’ zei ik met een zucht. De conducteur liep door. Als hij zonodig de rust in de coupé niet wilde verstoren, die er overigens niet was want er zaten meer mensen te praten, had hij ook kunnen voorstellen om even naar het balkon te gaan zodat ik mijn vraag kon stellen, maar dat kwam niet in hem op.

Een paar dagen later stond ik op een perron op de trein te wachten en sprak ik met een conducteur naast me. ‘Ach meneer, die stiltecoupé is niet anders dan een pr-dingetje van de NS. We willen graag lezen in de trein promoten, daarom sponsort NS ook allerlei boekevenementen.’ De openhartigheid van deze conducteur kon ik zeer waarderen. Toch schiet het ‘pr-dingetje’ van de NS in mijn verkeerde keelgat. Het is ongetwijfeld bedacht door diezelfde eikel die ooit dacht geld te kunnen besparen door geen wc’s in de sprinter te laten installeren. Ook zo’n klantvriendelijk idee van de NS(B).

Wat is nu het grote bezwaar tegen de stiltecoupé? Simpel: je kunt allereerst niet van mensen verwachten als ze met vrienden, familie of geliefden op reis zijn dat ze hun mond dicht houden. Het is heel raar dat je opeens in het openbaar het zwijgen wordt opgelegd. Ik zit verdomme niet meer op de lagere school waar ik moet opletten in de les. Daarbij: treinreizen is verschrikkelijk saai, zeker als je het elke dag doet. Een leuk gesprek biedt uitkomst. Een ander bezwaar tegen de stiltecoupé is dat je vaak niet ergens anders kunt gaan zitten. Er is wel veel eerste klas dat leeg staat maar daar mag je dan weer niet plaatsnemen. En elders zit het vol omdat het aantal tweedeklas reizigers veel groter is dan eersteklassers. Kortom: je mag blij zijn als je al ergens in de trein een zitplaats vindt. Zodra de NS het aantal eersteklasstoelen eens reduceert en de tweedeklas aanzienlijk groter maakt, zodat men voor zijn dure kaartje gewoon kan zitten en niet het gevoel heeft als vee vervoerd te worden, dan mogen ze best een plekje reserveren voor de reizigers die in serene stilte op reis willen. (Mensen die in de stiltecoupé naar je toekomen om te zeggen dat je je mond moet houden omdat je in de stiltecoupé zit zijn overigens zuurpruimen en zeurpieten. Punt. Die ‘regels zijn regels-mentaliteit is verschrikkelijk bekrompen. Van sommige mensen heb je bijna het vermoeden dat ze alleen in de stiltecoupé gaan zitten om anderen erop te kunnen wijzen dat ze niet mogen praten.) Tot die tijd is de stiltecoupé niet anders dan een klantonvriendelijke uitvoering en dus slechte pr.

Daan Landwehr maakte ooit een strip over hoe je mensen wel stil kunt krijgen in de stiltecoupé:

kurai_stiltecoupe

In de rubriek Spladodder! behandel ik allerlei zaken die wat mij betreft niet door de beugel kunnen. Het logo is van Hallie Lama.

Categorieën
Film

Asphalt Watches: Trippen door Canada

Het is weer tijd voor het Holland Animation Film Festival in Utrecht. Net als vorig jaar ben ik een van de journalisten die over het festival schreef in een speciale bijlage van de VPRO Gids. Behalve een overzicht met de features, schreef ik een stuk over de korte filmprogramma’s en over het geanimeerde gesprek met Noam Chomsky van filmmaker Michel Gondry. Het leukste om te doen was het interview met de Canadese filmmaker/kunstenaar/componist Shayne Ehman en dat kan je hieronder lezen:

In Asphalt Watches verwerkten Shayne Ehman en Seth Scriver hun zonderlinge ervaringen als lifters. In de fascinerende roadtrip komt een stoet aan excentrieke creaturen voorbij. ‘Alles is waargebeurd.’

In de zomer van 2000 liften de Canadese filmmakers en kunstenaars Shayne Ehman en Seth Scriver acht dagen door Canada en reisden van Chilliwack naar Toronto. Over hun avonturen maakten ze de animatiefilm Asphalt Watches, waarin een stoet aan vreemde creaturen in één fascinerende, psychedelische trip aan de kijker voorbijtrekt.

Santa training
De twee lifters Skeleton Head en Bucktooth Cloud, een soort van doorschijnende sneeuwpop met verfomfaaide hoed en bijpassende paraplu, ontmoeten onder meer een vuilgebekte moeder en haar peuter, een nette jongeman met een mes in zijn buik die vriendelijk vraagt of iemand hem een lift naar het ziekenhuis kan geven, en een bedreigende, groezelige oude vent met witte baard, die claimt de Kerstman te zijn en wiens auto vol ligt met bakjes van de fastfoodketen Wendy’s. Bij het afscheid moeten de twee lifters beloven hem volgend jaar weer op dezelfde plek op te wachten voor ‘intensieve Santa training’. ‘De rit met Santa was waarschijnlijk het onveiligste wat we hebben meegemaakt,’ vertelt Ehman (Athabasca, 1974) tijdens een telefoongesprek vanuit zijn huis in Thunder Bay. ‘Die ontmoeting hebben we uiteraard overleefd. Ook gevaarlijk was de rit met de drie headbangers die onder invloed waren van alcohol en drugs. Kort nadat ze ons hadden afgezet zijn ze omgekomen in een zwaar ongeluk. Als we iets langer mee hadden gereden, waren we zeker dood geweest. Het verbaasde me hoe emotioneel en therapeutisch het was om die herinnering te animeren en de gore gedetailleerd weer te geven.’

Evil Santa parade.
Evil Santa parade.

Het lijkt wel of het duo slechts door excentriekelingen werd opgepikt, maar dat ziet de filmmaker toch anders: ‘Iedereen die we tegenkwamen was wel normaal hoor, maar wel een beetje uniek op zijn manier, als je begrijpt wat ik bedoel.’

Hamburgers
Ehman en Scriver maken kunst in verschillende disciplines, van strips en schilderijen tot poëzie en muziek. Tijdens de reis hielden ze een schetsboek bij met de bedoeling er later strips of een zine (zelf uitgegeven boekje met een kleine oplage) over te maken, maar het verhaal dat ze wilden vertellen bleek te groot om in een zine tot zijn recht te komen. Aangezien beide vrienden ook aan het experimenteren waren met animatie, leek een film de juiste keuze om hun ervaringen in te verwerken. ‘We vertellen over onze reis op chronologische volgorde. In dat opzicht is Asphalt Watches bijna een documentaire, want alles is waargebeurd. Wel gebruiken we metaforen en abstracte elementen die we tijdens het animeren intuïtief hebben toegepast. De film is daardoor behoorlijk cryptisch. Dat is deels omdat we Asphalt Watches voor onszelf en onze vrienden hebben gemaakt. We hadden nooit voorzien dat hij bijvoorbeeld ook in Nederland en India zou draaien.’

In de animatie komen hamburgers en enorme uit de grond stekende rietjes waaruit olie lekt, veelvuldig voor. ‘Dat zijn inderdaad duidelijke symbolen. De hamburgers staan voor overleven en honger, en natuurlijk gewoon voor hamburgers, want langs de snelweg kom je vooral fastfood tegen. Sommigen zien er een symbool van verlangen in. Dat mogen ze zelf bepalen. Mensen begrijpen wel dat de frisdrankrietjes met olie een kritische noot zijn op hoe de natuur vernietigd en vervuild wordt door het materialisme en wegwerpproducten. Het gebruik van dat soort symbolen heeft iets helends, want door erop te wijzen beseft men weer dat we hier iets aan kunnen doen.’

Asphalt_Watches

Geen South Park
Tijdens het Toronto International Film Festival vorig jaar won Asphalt Watches de prijs voor beste debuut. De enigszins eenvoudige stijl doet denken aan de animatieserie South Park en primitieve games, maar dat was niet wat de filmmakers beoogden. ‘Ik heb in mijn leven nog nooit een hele aflevering van South Park gezien,’ bekent Shayne. ‘De stijl komt voort uit het animatieprogramma Flash dat we gebruikten. We hebben de film chronologisch gemaakt, waardoor je onze ontwikkeling als animatoren erin terugziet. Aan het begin van de film zijn de personages minder expressief en zijn de tekeningen minder gedetailleerd dan aan het eind. Bij het tekenen probeerden we een directe vertaling van onze herinneringen te maken. Als ik een tekening wil maken die mijn gevoel of herinnering uitdrukt, dan blijf ik als het ware naar het lege papier staren totdat de lijnen zichtbaar worden en beginnen te gloeien, zodat ik ze alleen nog maar over hoef te trekken.’

Neil Young
Wie goed oplet, kan genieten van de vele gevatte tekst- en woordgrappen die Asphalt Watches rijk is. Verder duiken er in de achtergrond personages op van bevriende grafische kunstenaars en animatoren als Keith Jones, Owen Plummer en Amy Lockhart. Ook Neil Young heeft een cameo. ‘In eerste instantie wilden we met de trein reizen. Toen we in Chilliwack aankwamen zagen we een gast met een mondharmonica die op Neil Young leek. ‘There’s no way in hell you’re hopping outta here, boys’ zei hij en hij wees naar het station dat recent was afgebrand. Toen we met de film bezig waren herinnerden we hem als Neil Young dus zo hebben we hem ook geanimeerd.’

Het HAFF vindt plaats van 19 t/m 23 maart.

Categorieën
Fotoblog

Bert & Ernie

Hoe oud je ook bent, Bert en Ernie blijven leuk. Zondag gespot op de NDSM-werf.

Categorieën
Spidey's web Strips Video

Spidey’s web: Stan Lee over de creatie van Spider-Man

marvel75

Marvel Comics viert dit jaar zijn 75-jarige bestaan en daar gaat de uitgeverij groot mee uitpakken, als we deze trailer mogen geloven. Ze nemen voor de geboorte van de uitgeverij het moment dat Marvel Comics #1 voor het eerst in print verscheen, in september 1939. De uitgeverij heette toen overigens nog Timely Comics. Pas bij het eerste nummer van The Fantastic Four in 1961 was er sprake van uitgeverij Marvel Comics.

Ik kan me nog herinneren dat het 25-jarig bestaan van Marvel in 1986 werd gevierd, maar kennelijk klinkt anno 2014 75 jaar beter. En waarom ook niet: met de introductie als personages als Prins Namor en Captain America werd de basis gelegd voor het fictieve universum waar Stan Lee, Jack Kirby, Steve Ditko, Bill Everett en niet te vergeten John Romita Sr. in de jaren zestig de architecten van waren. Lee was natuurlijk de grote inspirator voor het Marvel Universum. Zonder hem was de uitgeverij nooit zo groot geworden, had de wereld geen kennis gemaakt met Spider-Man, the Hulk, Daredevil, Iron Man en noem maar op en hadden we nu geen 75-jarig jubileum te vieren.

Overigens waren Joe Simon and Jack Kirby verantwoordelijk voor de creatie van Captain America, waar de eerste comic van verscheen op 20 december 1940. Stan Lee, toen nog gewoon Stanley Lieber geheten, was kort daarvoor aangenomen als manusje van alles op het kantoor van Timely. Al snel kreeg hij echter ook schrijfwerk te doen en veranderde zijn naam in Stan Lee. Zo zie je maar dat mensen die onder aan de ladder beginnen uiteindelijk kunnen uitgroeien tot een van de belangrijkste boegbeelden van de Amerikaanse comicsindustrie. Petje af voor Stan, waar ik nog steeds enorme bewondering voor heb.

Stan Lee en zijn creatie Spider-Man.
Stan Lee en zijn creatie Spider-Man.

Nu is Lee nooit te beroerd om oude anekdotes nog eens opnieuw te vertellen en dat doet hij altijd met zo veel enthousiasme alsof hij het verhaal voor de eerste keer vertelt. In het eerste interview dat ter gelegenheid van het jubileum jaar is gehouden, vertelt de legendarische Lee over de geboorte van Spider-Man. De inbreng van Steve Ditko, die je gerust Spidey’s tweede papa mag noemen, wordt in de video overigens niet vermeld.

Marvel heeft een speciale sectie van haar site gereserveerd voor het 75-jarig jubileum. Daar staat nu nog weinig op, maar hou het in de gaten voor meer nieuws.

Categorieën
Strips

Uitslag Stripschapprijzen 2013

Zaterdag 8 maart werden de jaarlijkse Stripschapprijzen, ook wel bekend als Stripschappeningen, uitgereikt tijdens de Stripdagen in Gorinchem. Traditiegetrouw laat een persbericht hierover op zich wachten, al kan het natuurlijk ook zijn dat het Stripschap mij niet op de maillijst heeft staan. In ieder geval staat er nog niets op de site van de organisatie. Gelukkig was juryvoorzitter Ger Apeldoorn zo sympathiek om de uitreikingsteksten en uitslag naar me te mailen.

Bij deze de tekst en de uitslag.

De categorie Nederlands Jeugd

Pim-Pam-PluisAlle strips die genomineerd zijn in de categorie Jeugd werden voorgepubliceerd in een tijdschrift. En dat is goed. Als de strip zijn populariteit wil houden bij nieuwe generaties, dan is het belangrijk dat er leuke, verrassende en spanende strips worden gemaakt voor beginnende lezers. En dat die gepubliceerd worden. En dat er uitgevers zijn die ze daarna willen bundelen. Kito en Boris van Aimée de Jongh werd oorspronkelijk gemaakt voor het tijdschrift Knuffel en daarna door Uitgeverij De Eenhoorn in boekvorm voortgezet. Pim, Pam en Pluis van Gerard Leever werd gemaakt voor Roetsj van Uitgeverij Zwijssen en uitgegeven door Strip2000. En Ivo en de Vikingszoon werd voorgepubliceerd in de jeugdkrant BimBam van het Reformatorisch Dagblad en daarna uitgebracht door de Christelijke Uitgeverijen.

Drie albums die je zonder probleem aan een kind kunt geven. Maar één van de drie springt eruit, doordat het niet alleen een leuke strip is maar ook nog tekenlessen bevat waardoor de lezer zijn eigen creativiteit eraan toe kan voegen.

Daarom is de Penning voor het beste Jeugdalbum 2014 voor een stripmaker die hier al vaker heeft gestaan en zijn album voor de allerjongsten: Gerard Leever en Pim, Pam en Pluis.


De categorie Nederlands avontuur en vermaak:

rhondaIn de categorie Entertainment honoreert het Stripschap albums waarmee je lekker in een hoekje kunt kruipen of waar de lezer smakelijk om kan lachen. Daar maken we er veel van in Nederland, maar drie sprongen er dit jaar uit. Rick Turpin van Yvan Claes en Daniël van den Broek is een vrolijk getekende avonturenstrip over een licht gestoorde Engelse aristocraat die verzeild raakt in de Caraïben. Het soort strip waarvan je zou willen dat er veel meer gemaakt werden, maar het is zoveel werk en ook helemaal niet makkelijk. Amoras 1 en 2 van Marc Legendre en Charel Cambré een eigentijdse herschepping van een klassiek stripduo. Eigentijds in elkaar gestoken, maar vooral ook boeiend verteld. Help Me, Rhonda van Hans van Oudenaarden op basis van een gegeven dat hij samen met Hanco Kolk ontwikkelde is een flitsende actiestrip, die op zij eigen manier het genre opnieuw uitvindt.

Maar de winnaar van de Penning voor het Beste Album uit de categorie Entertainment is er eentje die de commissie bij de lurven greep en niet meer los liet… Help Me, Rhonda van Hans van Oudenaarden.
De categorie Nederlands Literair:

Typex_Rembrandt-coverJe zou denken dat de Penning voor het beste boek in de categorie Literatuur dit jaar wel naar Rembrandt zou moeten gaan van stripmaker Typex. Zo’n groot boek, zo meespelend verteld, zo eigenzinnig, zo persoonlijk, zo… belangrijk voor het imago van de strip in de media. Daar kun je eigenlijk niet omheen. Maar er zijn meer mooie albums gemaakt dit jaar. Met Elsie en Mairi laat Ivan Petrus Adriaanse zien hoe je een historische strip moet maken zonder de menselijke maat uit het oog te verliezen. En Verdwaald van Shamisa Debroey is even meeslepend als poëtisch. Door alles wat het niet vertelt, vertelt Verdwaald misschien wel meer dan heel veel andere boeken. (pauze) Maar wie houden we voor de mal. Rembrandt is het boek van dit jaar en de Literatuur Penning voor 2014 gaat naar die grote, wilde, creatieve en uiteindelijk toch sympathieke beer… Typex, de man achter Rembrandt.

Categorie productie:

De productieprijs is in het leven geroepen omdat het Stripschap al die mensen wil eren die achter de schermen hun eigen bijdrage aan de boeken geven. Dit jaar heeft de commissie drie uitgeverijen genomineerd, die over de hele linie goed hebben gepresenteerd. De nieuwe heruitgave van Roodbaard is slechts één van veel prachtige boeken waar Uitgeverij Sherpa dit jaar (en de jaren daarvoor) hebben uitgebracht. Strip2000 valt al een paar jaar op door een consequente stijl, die met de jaren alleen maar meer tot zijn recht komt. Een simpele beslissing om iedere auteur zijn eigen kleur rug te geven, is uitgegroeid tot een handvat voor het auteursgerichte uitgavenbeleid. En de manier waarop nieuwkomer Lion zijn goed gekozen en perfect vertaalde comicalbums uitgeeft, is beter dan ze in Amerika doen. Maar de winnaar is een uitgeverij die al 25 lang garant staat voor kwaliteit en toeweiding.

Eén van de meest unanieme beslissingen die de comissie ooit genomen heeft. Kom naar het podium en haal je penning op, Matt Schifferstein en Peter Kuipers van Uitgeverij Sherpa.


Categorie buitenlands:

michel_coverIn de categorie Buitenlands heeft de comissie twee albums genomineerd van uitgeverij Blloan en eentje van Oog & Blik. Dat had ook andersom kunnen zijn, want beide uitgeverijen zijn grote spelers geworden op het gebied van de goed vertaalde en uitgegeven betere buitenlandse strip. Het is te hopen dat ze daar allebei nog lang mee door kunnen gaan, want uitgevers met visie kan de stripwereld goed gebruiken. Met Blast #3 van Larcenet honoreert de commissie alle delen van deze dwarse en zwartgallige reeks, waarmee de tekenaar laat zien dat de grootste galbakken nog altijd uit Frankrijk komen. Abeltje van Dillies en Hautière is lichter, of althans qua tekenstijl. Maar ook deze dierenstrip voor volwassenen heeft een prettig melancholieke toon.

Maar de penning voor het beste album in de categorie Buitenlands gaat voor deze commissie naar een meeslepend, menselijk en integer verteld verhaal over een moeder en haar geestelijk beperkte zoon. Een losse flodder, maar een boek wat je bij blijft, want dat kunnen strips ook zijn. Een strip waarmee je thuis kunt komen, Michel van Zidrou en Roger.

 

Alle stripmakers en uitgevers natuurlijk van harte gefeliciteerd!

Een extra penning was dit jaar voor het Meermanno Museum in Den Haag dat sinds enige tijd heel erg zijn best doet om als het Stripmuseum van Nederland gezien te worden.

Interview Fred de Heij
Rob van Bavel kreeg de Frankfurtherprijs
, Frits van der Heide de Bulletje en Boonestaak Schaal en Fred de Heij kreeg natuurlijk de Stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre, maar daarover is al eerder bericht. Journalist Floortje Smit van het VPRO radioprogramma Nooit meer slapen interviewde De Heij recent over het winnen van de prijs:

De commissie van de Stripschapprijzen bestond dit jaar uit: Paul Teng, winnaar van vorig jaar, stripwinkelier Klaas Knol, Rudi de Vries, wetenschapper en publicist, recensent Teunis Bunt en Daan van den Bos, lid van het Stripschap. Mocht je het niet met de uitslag eens zijn dan mag je bij deze heren gaan klagen.

Categorieën
Fotoblog

Brug

 
Zondag zijn Linda en ik gaan wandelen op de NDSM-werf. 
Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Dansen, drinken, betalen

Een tienermeisje verlaat haar ouderlijk huis om door Antwerpen te zwerven. Ze is anoniem in de stad en wordt schijnbaar niet vermist thuis. Een straatrover trekt haar tas van haar schouder, waardoor ze ten val komt. Een ridderlijke man, waar ze meteen romantische gevoelens voor krijgt, helpt het meisje overeind. Als dank voor zijn hulp steelt ze zijn sleutelbos en verblijft ze illegaal in zijn huis als hij op reis is.

dansen_drinken_betalen_coverDansen, drinken, betalen is een samenwerkingsproject van theatermaker Adriaan van Aken, tekenaar Philip Paquet en muzikant Joris Caluwaerts. Bij het stripalbum zit een cd met daarop de soundtrack die bij het verhaal hoort. Actrice Sara Vertongen doet hiervoor het stemmenwerk. Kortom: het is een luisterstrip.

Als kind las en luisterde ik graag naar de luisterstrips van Suske en Wiske: je kon eindelijk horen hoe de stripfiguren klonken. De geluidseffecten krijg je er gratis bij. Als volwassen striplezer ben ik minder enthousiast over het fenomeen. Omdat de soundtrack dicteert hoe snel je moet lezen, of eigenlijk, hoe traag je moet lezen, verlies je als lezer je autonomie. Hetzelfde geldt voor zogenaamde motion comics, waar ik overigens ook geen fan van ben. De meeste motion comics ontstijgen de categorie poor man’s animation namelijk niet. Zelf het leestempo bepalen is een van de sterke kanten van het medium strip.

Ook vind ik de stem van Vertongen te volwassen klinken voor het personage dat ze vertolkt. Je hebt de cd wel nodig om het verhaal goed te kunnen volgen, want er wordt soms meer verteld dan de tekeningen van Paquet laten zien. De muziek is echter wel zeer sfeervol. Groot manco aan het verhaal vind ik de sleutelbos van de man die het meisje overeind helpt. Hoe kan het dat hij zijn sleutels niet mist? Hij zou toch door moeten hebben dat ze weg zijn op het moment dat hij zijn huis binnen wil? En hoe komt hij later opeens wel het huis binnen om het meisje te betrappen?

dansen_drinken_betalen

De strip is een bewerking van een theatertekst uit 2006. Tegenwoordig geeft men een voorstelling van dit verhaal met live muziek, waarbij de tekeningen geprojecteerd worden. Dat lijkt me een betere manier om het verhaal tot je te nemen, omdat de bezwaren van de luisterstrip die ik hierboven vermeldde dan deels wegvallen.

Dansen, Drinken, Betalen. Van Aken, Paquet en Caluwaerts.
Uitgeverij Vrijdag € 19,95

Categorieën
Boeken Strips

Boekenweek met Peter van Straaten

Het is weer Boekenweek en dat vieren we vandaag met enkele zeer scherpe cartoons van grootmeester Peter van Straaten. Een van de beste tekenaars die Nederland heeft voortgebracht.

VanStraaten_boekenweek1 VanStraaten_boekenweek2 VanStraaten_boekenweek3 VanStraaten_boekenweek4

Alle cartoons zijn afkomstig uit Peter’s Zeurkalender 2014 die iedere ochtend mijn dag verblijdt, uitgegeven door uitgeverij De Harmonie. Zie ook deze guitige blogpost.

Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatje onder de loep: Olga Lawina poseert voor Van Gogh

In het legendarische Agent 327-avontuur Het oor van Gogh wordt schilder Vincent van Gogh gekloond zodat Paul Poendrop zijn nieuwe schilderijen voor veel geld kan verkopen.

oorvangogh327_eppo2Het is natuurlijk een prachtig idee dat er opeens ‘nieuwe’ Van Goghs opduiken, ware het niet dat er op een van de doeken een mobiele telefoon is afgebeeld. Daarom gaan Agent 327 en Olga Lawina op onderzoek uit. Ze komen terecht op het eiland Profiterolles waar een kopie van het stadje Arles is nagebouwd met figuranten en al. Dit alles moet Van Gogh ervan overtuigen dat hij nog steeds eind negentiende eeuw leeft. Als IJzerbroot en Olga de kloon ontmoeten proberen ze hem natuurlijk te redden, maar niet voordat hij een portret van de schone Olga aan het canvas toevertrouwt.

Verschillende stijlen
Het bovenstaande plaatje spreekt boekdelen: Van Gogh ziet in Olga uiteraard een aantrekkelijk model. Ik vind het mooi hoe de stripmaker het schilderij van Olga in potlood heeft getekend, zodat het een andere textuur heeft dan de rest van het plaatje. Sowieso mengt Lodewijk in Het oor van Gogh allerlei tekenstijlen door elkaar: in de scène waarin een medewerker van het museum de geschiedenis van Vincent van Gogh vertelt, gebruikt Lodewijk tekeningen uit de strip Gauguin en Van Gogh van Dick Matena. Matena’s stijl is compleet anders dan de cartooneske tekenstijl van Lodewijk. Hetzelfde geldt voor de tekenstijl waarin Lodewijk de ‘nieuwe’ Van Goghs heeft getekend.

Na de poseerscène proberen onze helden met de kloon van het eiland te ontsnappen. Van Gogh wil eerst nog even langs zijn kamer om wat spullen in te pakken, waaronder een Kuifje-album. Van Gogh zegt in de toekomst stripmaker te willen worden. Terug in de bewoonde wereld stort hij zich dan ook op een carrière als de tekenaar van het stripfiguurtje Knijntje. Dit alles is vermakelijke gekkigheid die alleen uit de pen van Martin Lodewijk had kunnen komen. Tijdens een interview vertelde hij mij daar het volgende over: ‘Tijdens de research heb ik veel tekeningen van Van Gogh gezien. Hij was een man die zeker de kracht van strips ingezien zou hebben. Ik denk dat hij Kuifje bijzonder had gevonden.’

Theo van Gogh
Lodewijk was al met dit verhaal in het Algemeen Dagblad begonnen toen hij voor onderzoek door het Van Gogh Museum liep. Onder indruk van de collectie bedacht hij dat het eigenlijk jammer was dat Vincent zelf niet door het museum kon lopen. Zo kwam hij op het idee om hem te klonen, dan kon de stripversie van de schilder in ieder geval wel zijn eigen museum zien. Ongetwijfeld haalde Lodewijk zijn inspiratie ook uit het nieuws: indertijd beweerde een Franse sekte dat ze mensen kon klonen. Het uiterlijk van dokter Brigitte Holadier baseerde Lodewijk op de sekteleider. Holadier kloont de nieuwe Vincent met behulp van het afgesneden oor van de schilder en het DNA van Theo van Gogh. De filmmaker en columnist speelt dus ook een kleine, doch belangrijke rol in de strip. Een jaar na het verschijnen van de strip werd hij op brute wijze om het leven gebracht.

Agent 327 loopt door het Van Gogh Museum
Agent 327 loopt door het Van Gogh Museum

Veel van de mensen die toen in het Van Gogh Museum werkten, hebben overigens ook een cameo in het verhaal. Naar aanleiding van het album kreeg Martin Lodewijk in 2004 een tentoonstelling in het Van Gogh Museum. Eigenlijk heel bijzonder dat het werk van een stripmaker naast dat van een beroemd kunstschilder hing.

Martin Lodewijk. Het oor van Gogh.
In 2003 uitgegeven door uitgeverij M, later heruitgegeven door Uitgeverij L.

Dit artikel is gepubliceerd in Eppo #12 (2013).